geen goud, geen zilver, geen brons, maar gewoon ijzer de belevenissen van een Waaslandse triatleet, op weg naar z'n volgende Ironman
28-02-2010
test
Ik paste zonet m'n kilometertellers op m'n blog aan. En daardoor stelde ik vast dat ik in de voorbije twee maanden van dit jaar al meer gespind heb dan in gans 2009 of 2008. Dat zegt genoeg. Gisteren was het weer van dat. Normaal gezien had ikzaterdagmiddag - zowat de enige droge moment dit weekend - willen buiten rijden. Maar andere leuke plannen staken daar een stokje voor. Het was zaterdagmorgen of niets. En toen ik moest vertrekken was het aan het regenen en amper 5°. De keuze was dan ook rap gemaakt. Ik heb dan nog maar eens al m'n motivatie bijeen gezocht - gelukkig is dat nog steeds heel wat ;-) - en er een drieëneenhalf uur durende spinningtraining van gemaakt. Zowat de enige "serieuse" training in de voorbije rustweek. Alhoewel m'n zwemtraining van donderdag ook wel best ok was. Niet zozeer de training zelf want daar was niets bijzonder aan. Maar Rudi en Mieke hadden er wel een stuk van 400m in gestoken dat ik aan 1500m tempo moest zwemmen. Ik beschouwde het voor mezelf als een klein testje om te zien waar ik ondertussen ergens sta op zwemgebied. En het resultaat was dik in orde. Ik ging vlot onder de acht minuten of zwom dus iets onder de 2:00 per 100m. Een tempo dat ik een half jaar geleden amper in een 100 m reeks haalde. En ook de coach was content. Geslaagd met onderscheiding, denk ik. Het was maar een klein testje. Er was iemand die dit weekend een grotere test deed in het zwembad. En in die grote test met nog veel meer overtuiging slaagde. Ik herinner het me nog als de dag van gisteren dat ik met London in het zwembad of de zee speelde. Spelen betekende dan zoveel als de voeten natmaken of net er boven, want wat hij hij toch schrik van al dat water. Langzaam maar zeker kwam daar verbetering in nadat hij een paar lessen watergewenning had gevolgd. De verrassing was dan ook groot toen hij eind vorig, na een reeks zwemlessen, toch wel redelijk onverwacht z'n 25 meter diploma haalde. En gisteren was het opnieuw diplomazwemmen. De vorige keer hielden we we dat bewust een beetje geheim om op geen enkele manier druk op z'n kleine schouders te leggen. Maar gisteren was er geen houden aan. Een ganse week was hij er al over bezig. En toen hij vrijdagmorgen onverwacht ziek werd, was het zijn eerste bezorgdheid of hij zaterdag wel klaar zou geraken voor het diplomazwemmen. Voor zijn volgende diploma van 50 meter. En ja hoor. Hij heeft zich eens kunnen uitleven. En plots leek 50 meter niet meer voldoende. We waren dan ook verbaasd toen hij na twee lengtes zwemmen de kant aantikte en terugkeerde voor nog twee lengtes extra om pas na 100 meter apetrots uit het water te komen. Geslaagd met grote onderscheid. Momenten om te koesteren. Van zoiets geniet ik dan veel meer van dan van m'n eigen prestaties. Het is ook vooral nu dat ik van zo'n dingen moet genieten, vrees ik. Want als hij binnen enkele jaren papa voorbij zwemt, zal het iets minder genieten worden.
Wat komt er na twee intensieve trainingsweken? Juist, een rustweek. Waarom heb ik het daar altijd toch zo verdomd moeilijk mee? Tijdens de intensieve weken kijk ik nochtans altijd wel een beetje uit naar die rustweek. Maar blijkbaar alleen maar omdat ik dan ook wat extra rust hoop te vinden omdat de trainingen iets gemakkelijker in te plannen zouden zijn. Flauwe zever natuurlijk. Want er zijn natuurlijk altijd genoeg andere dingen waardoor één of twee trainingen minder niet veel verschil uitmaken. Het gaat bovendien ook niet altijd over minder trainen, maar ook vooral over rustiger trainen. Het komt er uiteindelijk op neer dat ik me in een rustweek veel te dikwijls de vraag stel of ik dan toch maar geen extra trainingetje zou doen. Hoe noemen ze zoiets? Triatlonitis zeker? Pfff. Ik heb er gisteren met Rudi nog een goed gesprek over gehad. Ik maakte me zorgen en dan is een goede coach één en al luisterend oor. Ik maak me geen zorgen over m'n motor. In alle bescheidenheid heb ik het gevoel dat die groot genoeg is om het vele trainingswerk af te kunnen. En mocht er meer tijd zijn, zou die motor nog meer en nog zwaardere trainingen af kunnen, denk ik. Maar het gaat natuurlijk niet alleen over de motor. Geen motor zonder carrosserie. En net daar maak ik me wel zorgen over. Niet door de zwemtrainingen of door de fietstrainingen. Maar als ik even terug kijk op de looptrainingen van de voorbije twee weken, dan stel ik toch opnieuwe vast dat het één en het ander kraakt van zodra er wat snelheid aan te pas komt. Combineer dat dan nog wat met extra volume en dan is het niet verwonderlijk dat ik het gevoel krijg dat ik op de grens van wat m'n lichaam verdraagt aan het trainen ben. Goed om weten, dat wel. En dat moet ik dus eigenlijk tevreden zijn met een schema deze week met maar twee looptrainingen. Waarom vraag ik dan aan Rudi of het kwaad kan dat ik nog een korte derde looptraining doe deze week? Na ons gesprek van gisterenavond, had ik - vooral aan mezelf - beloofd dat dan toch maar niet te doen en alles eens goed te laten rusten. Je wilt niet weten hoeveel keer ik ondertussen mezelf hier al aan heb moeten herinneren. Belofte maakt schuld. Gelukkig is dat een spreekwoord waar ik me altijd aan houd. Dus ook voor mezelf zeker?
Twee zware trainingsweken heb ik achter de rug. Omdat niet alleen de trainingen zelf, maar, op zijn minst alles er rond, enorm hectisch waren, is de voldoening achteraf eens zo groot. En ik was nog zo content van mezelf. Dat moet af en toe eens kunnen. Af en toe, niet te veel, want dan wordt het gevaarlijk ;-) En dan las ik over Dan Martin zijn avontuur. Waar blijven sommige mensen het toch halen? Op 8 mei begint hij eraan. Geen kwarttriathlon. Geen halve, geen volledige, maar "The global triathlon". Van de Amerikaanse oostkust naar Frankrijk zwemmen, via Europa en Rusland naar Alaska fietsen en via Canada naar New York lopen. De wereld rond ...voor een goed doel. Hij denkt drie tot vijf maanden nodig te hebben om de Atlantische Oceaan over te zwemmen, vier tot zes maanden om naar Alaska te fietsen en negen maanden om naar New York te lopen. Op zijn website opent hij met de gevleugelde woorden "Hello I'm Dan Martin. I'm an Extreme Athlete". Extreem? Hoe bedoel je? ;-) Zijn trainingschema's, die zou ik wel eens willen zien. Veel kilometers, mag ik veronderstellen. Maar het wisselen, daar zal hij dan waarschijnlijk iets minder op trainen ;-)
Het ziet er nu toch stilaan naar uit dat we de grootste sneeuwellende hebben gehad. In het begin dacht ik dat alleen m'n fietstrainingen er door in het gedrang kwamen. Maar dat bleken toch niet de enige trainingen te zijn. En dan bedoel ik niet de ochtendlijke zwemtrainingen die af en toe moeilijker werden omdat ik extra vroeg moest vertrekken om met de auto op een veilige manier tijdig in het Sinbad of het Wezenberg zwembad te geraken. Het voordeel daarbij was dan weer wel dat blijkbaar niet iedereen die moeite deed en dat ik dat wel duidelijk merkte aan de drukte in het zwembad. Een beetje onverwacht heb ik ook m'n looptrainingen moeten aanpassen. Vorige week - nota bene net nadat ik op m'n blog iets had geschreven over kwaaltjes en kwetsuren bij andere triatleten - vreesde ik ook eventjes dat ik prijs had. Ik voelde een licht irriterend gevoel aan de buitenkant van m'n linkeronderbeen. Rudi zijn diagnose dat het hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt werd door m'n vele looptrainingen in (diepe) sneeuw, bleek enkele dagen later gelukkig de juiste te zijn. Tijdens die trainingen zelf voelde ik natuurlijk wel al dat het in de sneeuw zwaarder lopen was dan normaal. Maar het was ook wel een bewuste keuze om op de Finse piste en op de besneeuwde, onbespeelde voetbalterreinen te gaan lopen. Liever een zware, veilige training dan constant risico's nemen op de voet- en fietspaden die er al te dikwijls verraderlijk bij lagen. Maar zonder risico bleken die sneeuwtrainingen dan uiteindelijk ook niet te zijn. Gelukkig bleef het vervelende gevoel maar enkele dagen. M'n laatste looptrainingen heb ik nu allemaal volledig op de baan gedaan zonder enige last. Spijtig genoeg, krijg ik m'n trainingen deze week absoluut niet gepland zoals ik het zou willen. Dat maakt dat ik - een beetje tegen m'n principes en gezond verstand in - drie looptrainingen achter elkaar gedaan heb. De middenste training was bovendien een koppeltraining van 2 uur spinnen, gevolgd door een intervaltraining van 10km. Als ik me goed herinner was dat trouwens de eerste keer dat ik zo'n intervaltraining heb gedaan in een koppeltraining. Ik wist niet goed wat ik er van moest verwachten, maar het is me ongeloofelijk goed bevallen. De snelle stukken gingen zonder veel moeite net iets sneller dan 15km/h en de losse stukken bleven vanzelf boven 12km/h. Hoe langer het duurde, hoe beter het ging. Een super gevoel zoals ik het tijdens trainingen nog niet veel gehad heb en dat bovendien in m'n tweede intensieve trainingsweek. Alsof ik op wolkjes liep. Ik ben al met minder tevreden geweest ...
Een blog werkt soms therapeutisch. Iets of iemand waar je bewondering voor hebt de hemel in prijzen. Meermaals een frustratie of een slecht gevoel van je afschrijven. Of bewust iets neerschrijven zodat je achteraf niet anders kunt dan het niet of wel doen, omdat je het geschreven hebt en het aan iedereen hebt laten weten. Maar soms werkt het blijkbaar toch niet zo. Ik had immers net geschreven dat ik dit weekend maar voor 95% zou gaan. Omdat ik het echt niet zag zitten om me drie uur in één stuk op de spinningfiets uit te sloven. En toch ... na drie en een half uur stapte ik vanmorgen van m'n spinning fiets. Zo zelfvoldaan dat het eigenlijk genant werd. Waarom doet een mens nu toch zoiets? Ik kan het niet verklaren. Gewoon het gevoel dat ik het moest doen. Of anders gezegd: een slecht gevoel mocht ik het niet gedaan hebben. Een onweerstaanbare drang heet zoiets, denk ik. Tja, dat klinkt eigenlijk toch niet zo ok. En dat vraagt misschien toch meer om therapie dan dat ik oorspronkelijk dacht ...
Als ik de blogs van collega-triatleten er op na lees de laatste weken, zijn allerlei kwaaltjes en kwetsuren schering en inslag. Gelukkig kan ik daar op dit moment niet zo goed over meepraten. Het is ooit anders geweest. Ligt het aan het koude winterweer? De koude die, de toch al zwaar belaste, spieren nog eens extra doen afzien. Dat zal er zeker wel voor iets tussen zitten. Maar natuurlijk de trainingen zelf. Niet alleen de intensiteit van sommigen hun (loop)trainingen. Als ik de volumes van sommigen bekijk, dan is het toch effe slikken. Ik vraag me dan trouwens soms af of ze ook een gezin hebben. Of ze ook nog andere hobbies hebben. Of ze soms ook eens moeten gaan werken ;-) It's a way of life ... Dat is heel juist, maar er zijn wel grenzen, vind ik. Tijd kunnen vrijmaken is één. Maar ook nog andere dingen willen doen en vooral beseffen dat al die andere dingen ook heel wat energie vreten is nog iets anders. Als je niet bezeten bent van je sport, kun je het vergeten. Dat compenseert al heel wat. Dat samen met veel creativiteit om alle geplande trainingen te kunnen afwerken. Als perfectionist, is het een doel op zich voor mij om zo weinig mogelijk van m'n trainingschema's af te wijken. 99% is niet goed genoeg. Het moet 100% zijn. En als er dan toch eens afgeweken wordt, liefst een beetje meer. Ik denk dat Rudi en Mieke hier misschien zelfs rekening mee houden, als ze m'n schema's opstellen ;-). Het voorgeschreven schema volgen gaat de ene keer al wat beter dan de andere. De voorbije dagen waren de traingen net iets anders dan dat ik gewoon ben. Ik ben niet voor niets deze week zwetend als een rund van de spinningfiets gestapt en heb m'n koppeltraining verder afgewerkt in de vrieskou. Een koppeltraining is mijn favoriete training, dat wel. Maar vooral dan in de zomer. Achteraf bekeken, had het wel als voordeel dat ik pas afgekoeld geraakte tegen dat ik terug thuis was. Tijdens de looptraining van vanavond was dat iets minder het geval. Niet dat ik echt kou heb geleden - nooit eigenlijk tijdens een looptraining - maar door de sneeuw werden m'n voeten natter en natter, kouder en kouder en waren ze blij dat het na 15 km gedaan was. Althans voor vandaag ... Tussen de trainingen voor de rest van de week, staat er nog een mooie 100 km fietstraining. Maar ik vrees dat ze op het schema zal blijven staan. Want meer dan 3 uur ononderbroken spinnen? Mmm ...er zijn wel grenzen ;-) Dan toch maar even geen perfectionist. Heel even maar. 99% en daarna terug 100%.
Is het oud worden? Ik weet het niet. Maar ik heb het gevoel dat ik vroeger beter tegen de koude kon. Spijtig genoeg, tot mijn grote frustratie en ondanks onophoudelijke inspanning kan het er niet aan liggen dat ik nu al te scherp zou staan. Maar het is een feit dat de kou me zaterdag weer eens ferm liggen heeft gehad. Eindelijk nog eens mogen buiten fietsen was natuurlijk meer dan welkom. En als het over kou gaat, gaat het bij mij altijd over hetzelfde ... de handen, de vingers. Op zich was het zaterdag niet zó koud. Maar het gebrek aan ook maar één minuutje zon en dat in combinatie met de nevel, deden het gevoel in m'n vingers na een uur of twee langzaam maar zeker verdwijnen. Nog een uurtje verder fietsen laat het resultaat al raden. De pijn van de koude zelf verbijten, heb ik ondertussen wel al geleerd. Maar na een tijdje volstaat dat niet meer en resulteert dat op één of andere manier in een erbarmelijk gevoel over m'n ganse lichaam. Vooral bij het ontdooien achteraf. Over de training zelf kan ik gelukkig heel wat tevredener zijn. De conditie, nog zo vroeg in het seizoen, lijkt me dik in orde. Het enige wat nu vooral mankeert is het "naturelle" gevoel op de fiets. Bochten nemen, het rijden op automatische piloot, zoals ik dat in volle seizoen gewoon ben. Dat zal pas terug komen na een aantal trainingen op de weg. Waarschijnlijk nadat mijnheer winter het voor dit jaar voor bekeken houdt. Op momenten zoals deze prijs ik me gelukkig dat ik triatleet ben en me wel nog kan opwarmen aan m'n zwem- en en vooral aan m'n looptrainingen.
Het WK veldrijden vorige zondag. Was het uiteindelijke koersverloop voorspelbaar? Ik denk het niet. Achteraf praten is altijd gemakkelijk. Ik vond het wel een mooi WK met toch wel een aantal bevestigingen van wat we reeds wisten. 1. Stybar: veruit de sterkste en ook de sympathiekste. Was er iemand die hem die regenboogtrui niet gunde? 2. Vantornout: de Cadel Evans van het veldrijden. 3. Nys: spijtig dat "maar" één wereldtitel voor altijd een smet op zijn indrukwekkend palmares zal blijven. Tedju toch. Wedden dat Sankt-Wendel 2011, Koksijde 2012 en Louisville 2013 nu al door zijn hoofd spoken? 4. Bina: het tegenovergestelde van Nys, een gans jaar geen platte prijs rijden en het scheelde niet veel of hij - en niet Nys - stond mee op het podium. 5. Mourey: van het zelfde laken een broek, het ganse jaar alleen maar vallen en opstaan, maar wel top 5 op het WK. 10. Wellens: na zoveel miserie dit seizoen, toch maar mooi derde Belg. Hopelijk doet hij volgend jaar terug mee met de besten. 16. Vervecken: niet mijn favoriet, maar je moet het toch maar doen om, op één keer na, elk WK opnieuw geselecteerd te worden. 25. Pauwels: als je maar één superdag op een jaar hebt, moet het al lukken dat die net op de dag van een kampioenschap valt. 00. Albert: ging die niet alles winnen dit seizoen? Wereldbeker, BK, WK, ... Voor zover dat nog mogelijk was, is hij nog verder in mijn achting gedaald. Hoe kun je nu als topsporter in godsnaam opgeven in een WK "omdat het jouw parcours niet is"? Triestig. Heel triestig. Blijf dan thuis en gun anderen een deelname aan het WK. Nog twee belangrijke klassementen in het veldrijden te gaan en dan zitten we, voor we het goed en wel weten, terug volop in het nieuwe wegseizoen. Ook af en toe voor de televisie, maar vast en zeker veel meer zelf onderweg en in elk geval niet meer zo veel op die g*dverd*mde spinning fiets. -