Een doorwinterde triatleet zal elke wedstrijd die hij of zij doet waarschijnlijk in enkele korte zinnen kunnen samenvatten. Voor een groentje als mij ligt dat iets anders. Ik heb nog zoveel te leren. En gelukkig heb ik zondag in Geel ook heel veel geleerd dat ik in één verslag niet alles verteld krijg. Daarom ga ik het deze keer enkel over het zwemmen hebben. Maar eerst toch even mijn totale resultaat: 182ste van 305 deelnemers met een eindtijd van 2u20'43". Neen, ik ben niet tevreden. Ik ben héél tevreden. Het zwemmen dan. De eerste keer in open water was sowieso een enorme uitdaging voor mij. Ik dacht dat het altijd betekende dat we rond een boei zouden moeten zwemmen: heen en terug. Maar Rudi had me al te kennen gegeven dat het ook kon zijn dat we gewoon anderhalve kilometer rechtdoor zouden moeten zwemmen. En het was inderdaad van dat. Heel goed als je met de stroming mee mag zwemmen. Guess what? Niet deze keer, alhoewel er gelukkig wel heel weinig stroming stond. Ik had me in de start niet volledig achteraan gezet, maar toch voldoende achteraan in de hoop om vanaf de start zo correct mogelijk te kunnen zwemmen. Me niet opblazen maar focussen op m'n techniek. Zwemmen? De eerste minuten alvast niet. Alles uit de kast halen om niet te verzuipen. Jongens toch. Techniektraining zwemmen? Nog nooit van gehoord. Daar kreeg ik gewoon geen enkele kans voor. Voeten, knieën, ellebogen, ... Noem maar op. Alles heb ik gezien. Alles heb ik gevoeld. Ademhalen? Naar adem happen, tussen een paar borrels door. Om de drie slagen ademhalen zat er ook al niet in. Ik denk dat het wel vijf minuten geduurd heeft vooraleer ik het gevoel kreeg dat ik een beetje deftig aan het zwemmen was en me effectief om m'n techiek kon concentreren. Nog twee dingen gingen toen niet zoals ik het wou. M'n ademhalng zat niet goed. In de tumultueuze start - voor mij althans - had ik me volledig opgeblazen. Een tweede probleem is dat ik extra meters aan het zwemmen was: alles behalve rechtdoor. Ook hier hadden zowel Rudi als Mieke me gewaarschuwd. Het weten is één. Het doen is nog iets anders. Niets aan te doen. Gewoon doorgaan en wel zien waar ik uit kom. Uiteindelijk het het water gesukkeld, nadat ik met m'n appel tegen één van de laatste boeien gezwommen was, in plaats van direct in de richting van het trapje te zwemmen. Toen ik uit het water kwam en in de wisselzone liep, merkte ik dat ik echt wel diep gegaan was. Al half choco en de wedstrijd moest - voor mij zeker - nog beginnen. Toen ik in de wisselzone m'n wetsuit aan het uittrekken was, schoot er al een kramp in m'n rechterkuit. Dat zal waarschijnlijk door het koude water (15°) geweest zijn, denk ik. Na een paar aanmoedigingen van Christel, London, m'n pa en Roeland, de fiets op. Achteraf hoorde ik dat m'n pa me tijdens de wissel vertelde dat ik minder dan 30 minuten gezwommen had. Normaal zou ik zoiets onmiddellijk horen, nu niet. Ik vertrok op m'n fiets zonder enig besef van m'n tijd in het zwemmen. Klaar om de beentjes te laten werken. Klaar om er een lap op te geven. Zonder het te beseffen was het zwemmen dus wel heel goed gegaan: net onder de 28 minuten. Alhoewel de eerlijkheid me gebied te zeggen dat Rudi aan de eindtijd van de eerste ziet dat het minder dan 1.500 meter geweest moet zijn. Hoeveel minder weet ik niet. Misschien voor mij niet echt veel minder met al dat zigzaggen, in plaats van rechtdoor te zwemmen ;-)
|