Zaterdag was het zover. Mijn eerste triathlonwedstrijd van dit jaar: 800 m zwemmen, 20 km fietsen en 5 km lopen. 800 m zwemmen is voor mij wel een behoorlijke afstand. In tegenstelling tot het fietsen en het lopen. Dat is echt wel kort voor mijn doen. Bijgevolg was het advies van de coach weinig verrassend: vlammen! En als de coach iets zegt ... xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik was er volledig klaar voor en had er verschrikkelijk veel zin in. Even kwam er toch een kleine domper op de feestvreugde, toen een klein uurtje voor de start Het is verboden met wetsuit te zwemmen plots door de luidsprekers schalde. Lichte (lees: grote) paniek. 800 m zonder wetsuit, zonder pull buoy. Hoe moest ik dat in godsnaam voor mekaar spelen? Niets aan te doen. Ik had niet veel keuze. Try not to drown en gewoon even niet meer aan mn eerste doel bij het zwemmen onder de 18 minuten blijven denken. Well see. Verdomme toch.
Exact om 14u22 begon ik eraan. Na amper een paar minuten werd ik al door de volgende triatleet die een halve minuut na mij gestart was ingehaald. Niet dat ik daar van wakker lag. Er zouden er nog wel meer volgen, dacht ik. Een raar genoeg duurde het tot helemaal op het einde voor een volgende atleet me voorbij zwom. Of het moet zijn dat ik het gewoon niet gemerkt heb. Ik probeerde gewoon zo goed mogelijk te zwemmen. Een echt slecht gevoel had ik niet. Maar met momenten ging ik toch wel zo diep gelukkig niet letterlijk ;-) dat ik af en toe serieus naar adem moest happen om verder te kunnen. Toen ik uit het zwembad kwam, controleerde ik onmiddellijk mn tijd: 17 minuten en een paar seconden. Hé? Een eerste adrenalinestoot.
Al lopend naar de wisselzone en bijna op mn smikkel gegaan. Na een veel te lange wissel, zat ik eindelijk op mn fiets en kon ik beginnen aan 3 toeren van 6,66 km. Het eerste stuk van elke toer met de wind op kop. Het tweede stuk terug met de wind in de rug. Wind, wind, wind. Geen polderwind, maar zeewind. Man, man, man. Op een bepaald stuk vals plat tegen de wind ik, lukt het me één keer zelfs niet om boven 30 km/h te blijven rijden. Op een ander stuk meewind, lukte het me dan wel om 50 km/h te halen. Een tweede adrenalinestoot. Klagen doe ik niet, want eigenlijk heb ik het graag zo en is dat echt wel mn ding. Wat van veel anderen precies niet gezegd kon worden. Vooral in het stuk tegenwind, haalde ik de ene na de andere in. Ik ben de tel kwijt geraakt. Zalig. Een paar keer checkte ik ook mn gemiddelde snelheid. En die zat goed. Heel goed. Achteraf bleek het net geen 37 km/h te zijn. Ook al was het maar 20 km, maar wel zonder stayeren. Daar ben ik best tevreden mee.
De tweede wissel (van het fietsen naar het lopen) ging wel vlot. De lock laces deden heel goed hun werk. Vanuit de wisselzone ging het direct de zeedijk op met de wind pal op kop gedurende 2,5 km om dan rechtsomkeer te maken. De eerste kilometer ging goed, misschien zelf iets te goed. Want de volgende kilometers kreeg ik wat moeilijker en ging mn snelheid lichtjes naar beneden. Ik had mezelf voorgenomen de laatste kilometer nog aan 4:00 per km te lopen. Dat was dan wel in de veronderstelling dat ik de ganse 5 km niet binnen de 20 minuten zou kunnen lopen. Uiteindelijk bleek het 19:19 te zijn. Yes! Net zoals bij het fietsen. De ene na de andere oprapen. Een derde adrenalinestoot.
Na 1 uur 15 minuten en 32 seonden was het gedaan met de fun. Moe maar voldoen. En heel tevreden. In alle drie de disciplines mn doelen lichtjes verpulverd. Een mooier debuut kon ik me niet wensen. Op naar de volgende wedstrijd.
|