geen goud, geen zilver, geen brons, maar gewoon ijzer de belevenissen van een Waaslandse triatleet, op weg naar z'n volgende Ironman
25-05-2015
Lanzarote Ironman
"If you're going to hell, keep going" - Winston Churchill.
Ik had stiekem gehoopt dat ik voor het verslag van mijn tweede deelname aan de Ironman van Lanzarote copy/paste had kunnen doen van mijn verslag van drie jaar geleden: in het zwemmen de schade beperken, een goede tijd in het fietsen en in de marathon iedereen - op mijn niveau wel te verstaan ;-) naar huis lopen. Afgezien van het zwemmen en te weinig rust de laatste weken/maanden door het werk, zit alles immers goed om van mijn achtste Ironman misschien wel mijn beste prestatie tot dan toe te maken. Zo zie je maar. Dat was immers naast de ijzersterke Ironman logica gerekend: doe geen voorspellingen, eerst finishen en dan pas aan knappe tijden denken. Voeg daar nog eens het mogelijke verschil in weersomstandigheden in Lanzarote aan toe, en je weet dat er gemakkelijkere Ironmans zijn dan die van Lanzarote om je eindtijd voor te voorspellen.
Het zwemmen valt al bij al nogal mee. Zeker geen tijd om trots op te zijn. Maar ik weet gewoon van de voorbije maanden dat mijn zwemmen niet goed zit. Echt niet goed. En zo'n gevoel liegt niet. Als ik op training bepaalde tijden, die ik twee jaar geleden wel zwom, niet meer haal, dan zal mijn snelheid tijdens de wedstrijd 3,8 km lang navenant zijn. Achteraf bekeken en her en der te horen, denk ik dat ook de forse wind zijn tol geëist heeft tijdens het zwemmen en kon mijn tijd inderdaad nog slechter. Als ik denk redelijk goed gezwommen te hebben en dat blijkt achteraf uit mijn tijd helemaal niet zo te zijn, zegt dat meer dan dat ik nu tijdens het terugkeren in beide laps gewoon al voel - vooral tijdens het komen ademen - dat de golven net iets te hoog waren naar mijn zin. Door net iets teveel borrels binnen te krijgen, zit mijn zoutinname vanaf het begin van de wedstrijd wel alvast snor ;-) Positive thinking heet zoiets. Daar ben ik nu éénmaal wel goed in, weet ik ;-)
Het fietsen dan. Een verhaal apart. En vooral een verhaal dat ik nog niet eerder geschreven heb en vooral hoop nooit meer opnieuw te moeten schrijven. Na een klein uurtje fietsen voel ik dat er met mijn ademhaling iets grondig fout zit. Ik krijg simpelweg onvoldoende zuurstof binnen en kan niet diep genoeg in- en uitademen. Wat is me dat? Nog niet eerder meegemaakt. Ook niet tijdens de verkenning van het fietsparcours twee dagen eerder of tijdens het lopen de dag daarvoor. Tijdens geen enkele training in mijn voorbereiding. Zelfs niet tijdens de Antwerp 10 miles enkele weken geleden, waarbij ik toch een vol uur beduidend dieper ben gegaan dan nu. En het is trouwens niet dat het zich enkel manifesteert tijdens de intensere inspanning bij het bergop of in sterke tegenwind rijden. Zelfs bij het bergaf rijden, merk ik dat ik niet normaal diep kan in- en uitademen. Ook al lijkt het me wel logisch dat mijn fietstijd hieronder lijdt, de wind speelt ongetwijfeld nog een grotere rol. Geen verrassing, dat niet. Van bij onze aankomst in Lanzarote heeft hij ons verwelkomd. Bij wonder was hij net voor de start van de wedstrijd - bij de laatste voorbereidingen in de wisselzone - even weg. maar tijdens het zwemmen was hij weer in alle glorie daar om ons te vergezellen tot aan de finishlijn. Als Luc Van Lierde aan Christel toevertrouwde dat het inderdaad dit jaar een erg zware editie was en ook de tijden van de pros trager blijken dan andere jaren, wie ben ik dan om dat tegen te spreken? ;-) Wind op Lanzarote: de normaalste zaak van de wereld. Maar het is er nu ook niet elke dag 5 of 6 Beaufort. Deze keer dus wel op race day. Maar dat was van in het begin het minste van mijn zorgen. Dat weet je op voorhand. Zonder liefde voor wind en warmte, moet je niet naar Lanzarote komen. Mijn ademhalingsproblemen daar ben ik nu meer mee bezig. Niet weten waar die plots vandaan komen en vooral hopen dat ze snel genoeg terug zouden verdwijnen op dezelfde manier dan dat ze zijn gekomen. Ijdele hoop zo blijkt.
Nog iets anders dat in mijn hoofd speelt, is een rare gebeurtenis. Op een bepaald moment rijd ik op een stuk met heel wat ander atleten dicht in mijn buurt en omringd door enkele auto's, de ene al wat meer in de weg rijdend dan de andere. Ik probeer zo reglementair mogelijk in te halen en lijk daar volgens mij ook in te lukken. Maar dan plots staat er iemand langs de kant die loeihard op een fluitje fluit, mij strak aankijkt en een gele kaart toont. Hé? Gele kaart? Penalty? Waarom? Wie is dat? Iemand van de organisatie kan toch niet zo toevallig langs het parcours staan en, net als ik passeer, een penalty geven? Ik ben volledig in de war en weet even niet wat gedaan. Onmiddellijk daarna wordt dat nog wat erger doordat één van de auto's me voorbij steekt en iemand uit het raam komt hangen om mij te filmen en/of een foto van mij te nemen. Wat is me dat allemaal? Dat gezever kan ik nu best wel missen en ik weet niet goed wat ermee gedaan. De ganse tijd blijft het in mijn hoofd spelen. En ik neem me voor om later aan de eerste penalty box op Mirador del Rio - om geen enkel risico op een mogelijke DSQ te nemen - even te stoppen en te checken bij de officials of er daadwerkelijk iets aan de hand is. Tot ik een tijdje later op Miradel del Rio bovenkom en - ik weet niet waarom - de penalty box mis. Slecht voor mijn gemoedsrust, want dat maakt dat tot aan de finish en zelfs nog tot een tijdje daarna de gedachte van een DSQ in mijn hoofd blijft spelen. Pas achteraf, als ik mezelf op een normale manier met een tijd in de uitslag terug vind, zal ik weten dat die vrees ongegrond leek. Wat die gele kaart en dat filmen dan betekende, blijft me tot op heden een raadsel.
Teveel zorgen rond je hoofd tijdens de wedstrijd is natuurlijk alles behalve ok. Sommige dingen heb je niet in de hand. Andere wel en dan ligt het natuurlijk aan je eigen domme ik. Drie jaar geleden klaarde ik de 180 km binnen de 6u, wat samen met een deftige marathon (binnen de 3u30) voor een sub 11u tijd zorgde. En jawel, daar zit ik tijdens het fietsen constant mee in mijn hoofd. Maar hoe meer kilometers op de teller, hoe meer blijkt dat op een normale manier - zonder te diep te gaan en toch af en toe eraan te denken dat er na het fietsen ook nog iets volgt ;-) - het deze keer niet zal lukken om 30km/h gemiddeld te halen. Dat klinkt niet zo geweldig, dat weet ik. Maar het is natuurlijk Lanzarote. Een gemiddelde van 36km/h vorig jaar in Frankfurt en dus onder de 5u grens duiken voor 180km oogt veel spectaculairder, maar is het misschien niet. Het fietsen deze keer in Lanzarote is in feite heel kort samen te vatten. De wind - ikke: 1 - 0.
Tijd voor het echte feest: de marathon. Althans dat is normaal de bedoeling. Tijdens mijn voorbereiding had ik duidelijk het meeste vertrouwen opgedaan voor het lopen. Onder andere door een goede Antwerp 10 miles, maar vooral ook door heel wat goede trainingen. Op basis van mijn trainingsdata van de laatste maanden/weken zou 4:45/km als wedstrijdtempo zeker haalbaar moeten zijn. Dat komt neer op een marathontijd van rond de 3u20, dus met wat verval gerekend voor opnieuw een sub 3u30, wat voor een marathon in een Ironman wedstrijd best gezien mag worden. Tot zover het vertrouwen en mijn goede voornemens. Wat ik vrees, blijkt al heel snel te kloppen. De problemen met mijn ademhaling eisen een nog zwaardere tol tijdens het lopen. Van de eerste stap, merk ik dat ik met de handrem op moet lopen, serieus met de handrem op. Ik krijg onvoldoende lucht binnen. En mijn Garmin bevestigt na amper één km dat het een calvarietocht zal worden. Ik loop de eerste kilometer amper sneller dan 10km/h. Nog nooit gebeurd. Uit ervaring weet ik dat ik de eerste kilometer na het fietsen zelfs soms iets te snel loop. Nu loop ik een tempo dat ik nog nooit gelopen heb. Ik mag er niet denken wat er van dat tempo straks nog zal overblijven na tien uur wedstrijd als het verval optreedt. En jawel, het wordt er alleen maar slechter op. Op die manier verandert de marathon al gauw van een sportieve prestatie naar een mentale helletocht. Kilometer na kilometer, tergend traad, door atleten voorbij gestoken worden waarvan je weet dat het normaal andersom is. Het moment in mijn Ironman wedstrijd waarin de mentale boosts met momenten normaal niet meer te tellen zijn. Niets zaliger dan andere atleten voorbij steken als je zelf aan het afzien bent. Dan voel je je eigen pijn soms minder of niet meer. Of misschien niet minder, maar dan voelt die pijn beter. Die unieke combinatie van afzien en genieten. En nu doe ik - tegen wil en dank - eens een keertje dienst als mentale boost voor zovele andere atleten. Graag gedaan? Nee eerlijk gezegd, helemaal niet. I hate it. Op zo'n moment zit er niets anders op dan op zoek te gaan naar dingen die je kilometer na kilometer dichter bij de finish brengen en jezelf er mentaal bovenop houden. Tweeënveertig kilometers lang.
En alsof dat nog niet genoeg is, krijg ik vanaf de eerste kilometer nog eens te kampen met darmproblemen. Kalmar van vorig jaar all over again? Nog erger zelfs. De details horen niet in een beschaafd, proper wedstrijdverslag thuis. Maar als je weet dat het verschil tussen mijn officiële marathontijd en mijn eigen geregistreerde tijd - zonder sanitaire stops - meer dan een half uur bedraagt, dan zegt dat genoeg, denk ik. En ik snap nu nog steeds niet dat het tijdens de wedstrijd met mijn darmen opnieuw zo fout loopt. Ik had mijn voedingsgewoonten tijdens de koolhydratenstapeling van de dagen ervoor op een aantal punten nog verbeterd. Althans dat dacht ik. Ik zal mijn huiswerk nog eens opnieuw moeten maken om mijn volgende Ironman wedstrijd niet opnieuw hetzelfde te moeten meemaken. In elk geval het traag (moeten) vertrekken in de marathon weerhoudt me er spijtig genoeg niet om zelfs aan dat tempo al snel nog serieus wat verval te kennen. De finishlijn lijkt lange tijd heel ver weg te blijven, veel te lang. En als ze uiteindelijk toch in zicht komt, lijkt dat net op tijd te zijn en geen meter te vroeg. Enkele meters voor de finishboog, is het tijd om mijn twee topsupporters ter plaatse nog even te groeten, te omhelzen. Thanks Christel en Marcella. Jullie waren weer geweldig, wat ik van mezelf spijtig genoeg niet kan zeggen. En dan strompel ik verder tot aan de finish. Nummer acht is binnen. Niet op het minst wat ik ervan verwacht had. Lanzarote, u was weer geweldig, wat ik van mezelf spijtig genoeg niet kan zeggen. Maar dat doet er dan uiteindelijk niet toe. Los van alle miserie, overheerst gelukkig het goede gevoel van toch opnieuw gefinisht te zijn. En zo hoort dat ook.
Het grootste deel van mijn wedstrijdverslag, schrijf ik normaal al in de vroege ochtend (eigenlijk nog nacht ;-) na race day, maar deze keer een nachtje later. Deze keer gaan slapen na drie uur en al klaarwakker om zes uur. Een raar fenomeen en niet voor herhaling vatbaar. Is die adrenaline, gewoon een dag in mijn lichaam blijven zitten? ;-) Ik voelde me deze keer na de wedstrijd fysiek zo slecht dat ik wel heel goed kon slapen. En een dagje later tijdens het schrijven van dit verslag, voel ik me gelukkig al veel beter. Ik voel natuurlijk ook dat mijn lichaam er nog niet klaar voor is - en het natuurlijk nog wat rust verdiend ;-) - maar dat wel het koppeke al klaar is om binnen vijf weken een nieuwe Ironman prestatie neer te zetten. Zo'n echte prestatie, met een goede tijd ;-) A bientôt à Nice.
Ook al was het mijn zevende Ironman wedstrijd, ik was de dagen vóór de wedstrijd zenuwachtiger dan normaal. Ik weet niet waarom. Ik had eigenlijk het tegenovergestelde verwacht. Ik kon tevreden terugkijken op mijn Ironman avontuur in Frankfurt van zes weken geleden. Dus zou je denken: alles mag, niets moet. Maar neen, zo gaat dat niet in Ironmanland. Ergens in mijn achterhoofd zat ik nog met de ambitie om onder de 10u grens te duiken in Kalmar. Maar de resultaten van vorig jaar in Kalmar leerden me dat dat heel moeilijk - zo niet onmogelijk - zou worden omdat de fietstijden beduidend trager waren dan in Frankfurt. Dus op de fiets opnieuw 5u of 36 km/h willen halen zou te lastig en te risicovol zijn. De wedstrijd - of beter gezegd de wind - zou me later gelijk geven. En zevende Ironman of niet. Je voelt je altijd wat onzeker over alles wat er mis zou kunnen gaan. Dat is ook goed want dat houdt je alert. Gezonde stress heet dat, naar het schijnt.
De reis naar Kalmar was goed verlopen. Lang en vermoeiend, maar zonder problemen. De laatste 300 km over Zweedse wegen verliepen wel tergend traag bij gebrek aan autostrade. Uiteindelijk bereikten we onze bestemming na 13u. Een leuk typisch Zweeds huisje. Een toplocatie op amper 10 minuutjes wandelen van het centrum, de wisselzone, de expo en de zwemstart. Het weer zat ook snor. Geen 30 graden, wat ze de voorbije weken daar wel hadden gehad. Maar nog steeds heerlijk zomerweer. En dat terwijl iedereen in België steen en been aan het klagen was over de herfst die al begonnen was. Op zo'n moment in het hoge Noorden van de zomer kunnen genieten, dat zorgde voor een geweldig vakantiegevoel voor het ganse gezin.
Van parcoursverkenning was niet veel in huis gekomen. Enkel het laatste stuk van het zwemparcours had ik donderdagmorgen - samen met meervoudig wereldkampioene Leanda Cave ;-) - kunnen verkennen. Zowel de laatste loop- als fietstraining gaven een goed gevoel. Mijn lichaam leek er klaar voor. En toch begon dat lichaam - meer bepaald mijn maag en darmen - de voorlaatste nacht vóór de wedstrijd serieus tegen te sputteren. Omdat de pasta party direct aansluitend aan de race briefing op donderdagavond plaats vond, had ik me laten verleiden om - voor mij voor de allereerste keer - er ook eens aan deel te nemen. Geen geweldig goede beslissing zo bleek achteraf, want ik zag donderdagnacht evenveel het toilet als mijn bed. Vrijdag overdag ging het koolhydraten stapelen verder en ging het gelukkig beter en beter. Maar de nacht vóór de wedstrijd herhaalde exact hetzelfde scenario zich. En vermits race day steeds midden in de nacht begint, was er dus weinig of geen kans om even te bekomen.
En zo begint mijn wedstrijd. Plots heb ik niet veel dingen meer, buiten de toestand van mijn maag en darmen, om over na te denken. Niet het scenario dat ik in gedachten heb om een Ironman wedstrijd mee te beginnen. Maar niets aan te doen. Niet dat het dan al in mij opkomt om finishen als enige doel voorop te stellen. Dat zal pas later tijdens de wedstrijd het geval zijn.
Inzwemmen aan de zwemstart is niet toegelaten. Daarom heb ik er voor gekozen om tien minuutjes weg van de zwemstart, weg van de grote drukte, aan het strand en bij een zalige zonsopgang al een beetje in te zwemmen en op te warmen. Een goede beslissing. Misschien deels daardoor, verloopt mijn zwemstart prima. Maar het is zeker niet alleen mijn verdienste, maar ook die van de organisatie. De 'rolling swim start' mist zijn effect immers duidelijk niet. Wat een verschil met Frankfurt zes weken geleden. Het enige nadeel is dat je niet exact weet wanneer je wedstrijd begint en je daardoor na het zwemmen, in de wisselzone en bij het begin van het fietsen, niet exact weet wat je zwemtijd was. Wel ongeveer, want Christel, London en Vegas, hebben naast mij kunnen meewandelen tot bijna aan de zwemstart. En daardoor weet ik dat ik zo rond 7u06 het water ingedoken zal zijn. Over het zwemparcours zelf ben ik minder enthousiast. Interessant voor de supporterende massa - wat natuurlijk ook belangrijk is - maar niet voor de atleten o.a. door enkele smallere passages waar het altijd trekken en duwen is. Struggle for life, zeker als je, als slechte zwemmer, onvoldoende vooraan in de massa zit. Het zwemmen zelf gaat niet altijd even vlot. Mijn maag laat zich iets te veel voelen met als gevolg af en toe een paar oprispingen als ik naar adem kom happen. Het kan erger, dat besef ik ook. Ik denk immers niet dat ik een spoor achterlaat ;-) Ik probeer niet teveel te denken aan wat nog komt en heb toch het gevoel dat het zwemmen, voor mijn huidig vormpeil, al bij al best meevalt.
Uiteindelijk zit mijn minst favoriete onderdeel erop. I survived ... nog maar eens ;-) Het wisselen naar het fietsonderdeel verloopt vlot. Ook dat is deels de verdienste van de organisatie die een overzichtelijke, logisch opgestelde transition area voorzien heeft. Als ik aan mijn fiets kom, stel ik vast dat ik tijdens het zwemmen de schade heb kunnen beperken. Mijn tijd zal wat vergelijkbaar zijn met die van zes weken geleden in Frankfurt. Niet goed, maar veel meer kan ik nu niet verwachten. Time for some real action ;-) ... right here, right now.
Mijn maag en darmen voelen merkelijk beter aan dan vóór de wedstrijd. Oef. Ik heb in de wisselzone kunnen eten en drinken en blijkbaar zonder problemen. Heel veel adrenaline heb ik op dat moment niet nodig om toch voor de 5u grens te willen gaan. Ook al weet ik dat dat waarschijnlijk iets te hoog gegrepen is. Ik begin vastberaden om toch voor die 36km/h gemiddeld te gaan ... minstens ;-) En toch net dat beetje reserve overhouden die ik zal nodig hebben voor het lopen. Na enkele kilometers kom in aan de zes kilometer lange Ölandbrug. Een fantastische ervaring om daar over te fietsen. De eerste helft van de 122 km lange lus op Öland zal veel duidelijkheid brengen hoe snel het fietsen zal kunnen vandaag. Ik weet dat er een WZW-wind staat. Dus het eerste gedeelte zal niet echt met meewind zijn. Het verrast me dan ook als ik na een tijdje merk dat mijn gemiddelde stevig boven de 36 km/h zit en richting 37 km/h gaat. Ik begin even te denken wat er mogelijk zou zijn als ik een paar minuten onder die 5u grens zou blijven. Zou een degelijke marathon dan toch die 10u grens dichterbij brengen dan verwacht?
Een beetje dromen is goed, maar ik besef dat het even belangrijk is om nu met de beide voeten ... euh, wielen op de grond te blijven. En na een tijdje blijkt dat meer dan ooit zo te zijn. Want daar zijn mijn darmen weer. Terug van weggeweest. Verdorie. Ik ondervind dat ik moeite heb om voldoende te drinken en te eten. Ik verplicht mezelf om elk uur toch een Powerbar naar binnen te werken. Het lukt, maar met heel veel moeite. Het drinken lukt echt niet goed. Mijn maag en mijn darmen protesteren. Ik zal uiteindelijk de 180 km beëindigen zonder iets van bevoorrading te hebben aangenomen. Mijn eigen twee drinkbussen zal ik zelfs niet volledig hebben kunnen opdrinken. Gelukkig voel ik me voor de rest wel ok en heb ik het gevoel dat ik nog steeds voldoende kracht in mijn benen blijf hebben. Maar ik begin stilaan te vrezen voor wat nog komt. Als ik niet beter ga kunnen beginnen eten en drinken, ga ik in de problemen komen. Positive thinking of niet. Ik moet mezelf ook niets wijsmaken.
Na ongeveer 80 km zit er een stuk in het parcours waar de wind zich kostelijk amuseert. Is dat nu ook wat vals plat of niet, vraag ik me af. Ik weet het niet. Het enige wat ik weet is dat het een lang stuk is en dat het godverdomme veel kracht en energie kost om aan een deftig tempo te blijven rijden. Na dat lastige, ellenlange stuk verwacht ik dat ik mijn gemiddelde terug wat ga kunnen opkrikken, maar dat lukt niet. Toch niet op de manier die ik wil. Om dat nu wel te doen, zou ik te diep moeten gaan en dat zou ik zeker bekopen tijdens de marathon. Terug sneller? Het tegenovergestelde is waar. Op het einde van de lus op Öland kom ik opnieuw aan de brug. Het uitzicht is nog altijd even geweldig, maar het gevoel is met niets te vergelijken met drie uur geleden. De wind doet opnieuw met mij wat hij wil. Mijn gemiddelde opkrikken? Ik denk het niet. De 36 km/h gemiddeld en de 5u grens glijden verder weg. En mijn darmen blijven me parten spelen. Ik probeer er zo weinig mogelijk op te focussen en besluit om het te proberen uitzingen - neen, dat is niet ironisch bedoeld ;-) - tot aan de wisselzone. Geen andere optie. Dan zullen we wel zien.
Na de lastige passage over de Öland brug, wacht er nog een 58 km lange lus op het vasteland. Een lastige lus, zo blijkt. Achteraf in de resultaten van de pros en andere atleten, blijkt dat iedereen serieus moet toegeven op zijn snelheid in vergelijking met het begin. Het ligt dus niet aan mij. Maar dat weet ik op dit moment natuurlijk niet. Ik heb ondertussen de 5u grens en een sub 10u Ironman al uit mijn hoofd gezet en hoop dat ik op een deftige manier mijn marathon ga kunnen beginnen en uitdoen. Dat lijkt me spijtig genoeg het enige realistische doel nu. Toch wel een kleine domper op de feestvreugde. Ook deze Ironman wedstrijd wordt nog maar eens een serieuze mentale uitdaging. Dan zit dan wel weer goed ;-)
Maar eerst krijg ik, na 150 km fietsen nog een kleine verrassing: een Zweeds onweer. Een stevige bui zet de straten in een mum van tijd blank en koelt mijn lichaam volledig af. De kou van de eerste kilometers - toen nog nat van het zwemmen - is plots terug. Geen zon meer, maar plots regen en donkere lucht verplichten me om het wat rustiger aan te doen in de bochten en goed uit te kijken waar ik rijd. Twee keer neem ik een bocht iets te ruim en moet ik corrigeren. Als dan uiteindelijk ook nog eens blijkt dat de 180 km erop zitten, maar ik nog niet aan de wisselzone ben, kan het niet anders dan dat ik uiteindelijk ruim boven de 5u grens uitkom. So be it.
Volledig verzopen en een beetje bibberend. Ik weet het wel. Een iets dikker speklaagje had ook wel kunnen helpen. Maar dat hebben we dan weer niet nodig voor de marathon ;-) Over balast gesproken. Mijn darmen weten niet goed wat ze willen. Dan weer kramp, dan weer een beter gevoel. Ik neem de tijd in de wisselzone voor een (stevige ;-) plaspauze. Maar ik maak waarschijnlijk de fout om geen grote boodschap te doen. Na enkele minuten lopen, wordt dat overduidelijk. En nog meer onbegrijpelijk is dat ik het eerste aid station (steeds met toiletten) gewoon voorbij loop. Misschien teveel gefocust op het terug warm krijgen. Wat trouwens heel snel lukt dankzij de zon die terug van de partij is. Een paar tientallen meters verder besef ik mijn stommiteit en besluit om het dan toch nog een paar kilometers te proberen uithouden en pas in de volgende aid station naar het toilet te gaan. Mijn tweede stommiteit in een paar minuten tijd. Ik weet nog altijd niet hoe dat 'zonder accidenten' gelukt is. En dat is het verhaal van mijn marathon. Van aid station naar aid station. Van toilet naar toilet. Het is een klein mirakel te noemen dat ik mijn darmen 42 km lang net kan bedwingen telkens tot op de moment 'dat het effe kan'. Het gevoel en de pijn van de krampen zijn de eerste twee laps van de marathon met momenten niet te houden. Van mijn toiletbezoeken geraak ik spijtig genoeg niet van af. Maar wonder boven wonder begint mijn gevoel na verloop van tijd wel af en toe wat te beteren. En daardoor ebt ook de angst dat het in deze Ironman wel eens fout zou kunnen aflopen, langzaam maar zeker weg. En dat is exact dat beetje mentale boost dat ik nu nodig heb.
De finish komt uiteindelijk dichterbij. Zo gaat dat nu eenmaal in een marathon ... althans als je blijft lopen ;-) De laatste kilometers in het centrum zijn overweldigend. You don't know what you've got, 'till it's gone. Een geweldig clichée, dat vandaag toch maar weer eens waarheid wordt. Echt voelen wat er fout kan gaan, om daarna extra te kunnen genieten tijdens het finishen. En een knappe finishstrook en een super enthousiast publiek helpen daar ook heel erg bij. Volledig door emotie overmand - zoals het hoort - loop ik de laatste meters op 'the magic carpet'. Onder de finishboog doe ik een vreugdesprong. En bij het neerkomen ga ik bijna op mijn gezicht. Ja, dat vonden mijn benen duidelijk niet zo'n goed idee. Sorry guys ;-)
Maar belangrijker nu is ... mission accomplished. Een dikke merci aan alle supporters, enthousiastelingen en goede raadgevers. Ik ga - met het risico iemand te vergeten - jullie niet allemaal opsommen. Jullie weten het zelf best wel. En natuurlijk een veel dikkere merci aan my own personal Bond girl ;-). Ja Christel, je was ook deze keer weer geweldig, onevenaarbaar en onmisbaar. Onze Ironman 007 zit erop. Het was opnieuw een heel geslaagd avontuur. Wat hebben we dat weer goed gedaan. We are one. En wat voor één ;-)
Het verhaal van mijn Ironman in Frankfurt begon ruim een jaar geleden. De opening van de online inschrijving voor 2014 viel ongelukkig samen met onze autorit op weg naar de Ironman in Klagenfurt einde juni vorig jaar. Een andere triatleet was zo vriendelijk om voor mij die woensdagmorgen voor zijn PC te zitten en mij in te schrijven. Een andere keuze had ik niet omdat de vorige edities van het Europese Ironman kampioenschap steeds heel snel uitverkochten. Het moment toen Tom me opbelde in de auto om te zeggen dat mijn inschrijving gelukt was, gaf me een dubbel gevoel. Heel dankbaar en blij dat het gelukt was. Maar terzelfdertijd vroeg ik me ook af waar ik in godsnaam mee bezig was. Al drie maanden lang had ik nauwelijks kunnen lopen door een hardnekkige scheenbeenvliesontsteking en ik stond op vier dagen van de start van mijn volgende Ironman. Er bestaan betere omstandigheden om je vol enthousiasme in te schrijven voor een wedstrijd. Gelukkig wist ik toen nog niet dat mijn blessureleed, na mijn volgende Ironman wedstrijd in Bolton vijf weken later, nog bijna vier maanden langer zou duren en zich ook niet zou beperken tot enkel die scheenbeenvliesontsteking. Het was pas na een tijdje van verplichte totale sportieve inactiviteit, dat ik in december vorig jaar heel voorzichtig terug kon beginnen trainen. Start-to-swim, start-to-bike en start-to-run. Het hoeft geen verdere uitleg hoe tevreden ik was, als week na week bleek dat het de goede kant op ging met mijn carrosserie. De ambitie voor mijn twee Ironman wedstrijden in 2014 beperkte zich op dat moment tot deftig kunnen finishen en vooral genieten. En dat vond ik best ok zo. En ja, natuurlijk begon ik, na enkele maanden trainen, toch weer anders te denken en toch met tijden te rekenen. Wat wel en niet zou kunnen. Wat anderen ook beweerden, het doel om in Frankfurt onder de 10u grens te duiken, heb ik, tot aan de start van de wedstrijd, nooit een realistisch doel gevonden. En daar waren een aantal goede redenen voor. Mijn zwemmen was er, tot mijn grote frustratie, de laatste tijd op achteruit gegaan. Tijdens de halve triathlon in Leuven, een maand geleden, kreeg ik daar de bevestiging van. Een zwemtijd zoals in Klagenfurt en Bolton vorig jaar (binnen de 1u15) bleek niet meer haalbaar. Voor een sub 10u wedstrijd, zou dat betekenen dat ik, in het slechtste geval en de wissels meegerekend, nog maar 8,5u over zou hebben voor het fietsen en het lopen samen. Onbegonnen werk. Als ik de resultaten van Frankfurt van vorig jaar (o.a. de tijd van Sofie Goos als referentiepunt ;-) bekeek, zag ik dat een fietstijd van 5u voor mij te ambitieus was. En ook verliepen mijn looptrainingen de voorbije weken best goed, om mijn marathon binnen de 3u30 te lopen, daar leek - na een periode van bijna acht maanden in 2014 niet te hebben kunnen trainen - mijn basis nog onvoldoende voor. Dat alles kon de pret niet bederven. Ik stond zondag opnieuw gezond en wel aan de start van een Ironman wedstrijd en ik was er klaar voor. Klaar om af te zien. Klaar om te genieten.
Zoals bij alle vorige Ironman wedstrijden, lukt het ons bijzonder goed om er een leuke familievakantie van te maken. Alles verloopt prima. Met als uitschieters London en Vegas hun Ironkids moment. En niet te vergeten: het weer, hoogzomer in Frankfurt. Enkel zaterdag krijgen we wat bewolking en 's avonds wat gedruppel. Maar zondag is de zomer daar weer in al haar glorie met volop zon en het kwik dat vlot tot boven de 30 graden klimt. Vakantieweer, mijn weer. De laatste uren voor de wedstrijden verlopen zoals het hoort: redelijk goed geslapen, op tijd opgestaan, goed kunnen ontbijten en op tijd, in alle rust, naar de zwemstart. Tot zover even het goede nieuws.
Het startschot, de wedstrijd. Ook al leg ik me bij de zwemstart redelijk opzij, het gewring en gestamp is er niet minder om. Rustig blijven en geduld oefenen, leert mijn ervaring dan. Je kan natuurlijk ook niet veel anders doen. Maar dat geduld oefenen, blijft maar duren. Veel te lang naar mijn zin. In nog geen enkele wedstrijd heb ik tijdens het zwemmen zoveel slaag gekregen. Met uitzondering van een aantal momenten, is het van de eerste tot de laatste meter een gevecht en geraak in niet in mijn ritme. Ik ben al blij dat er geen klok hangt bij de korte oversteek op het strand voor we aan de tweede lap begonnen. Dan kan ik niet weten hoe slecht ik aan het zwemmen ben. Want dat is zeker het geval. In al het gewriemel, probeer ik dan toch in de tweede (kortere) ronde wat sneller te zwemmen. Het resultaat is dat ik volledig kapot uit het water kom. Wat een begin van de wedstrijd. Nog maar eens het bewijs dat een Ironman wedstrijd dikwijls meer een mentale wedstrijd dan een fysieke wedstrijd is.
Slecht gezwommen, weliswaar niet onverwacht. Ik draai de knop om en begin aan een goede wissel in T1. Misschien een detail, maar op dat moment niet. De eerste keer in een Ironman westrijd met mijn schoenen op de fiets en dat verloopt bijzonder goed. Niet zoals in Leuven waar ik ongetwijfeld de prijs verdiende voor "grootste knoeier in T1". Maar nu net zoals de echte ;-). Mijn fiets staat helemaal achteraan in de wisselzone. Goed kunnen doorlopen zonder fietsschoenen levert me dus heel wat voordeel op. En het aantrekken van mijn schoenen al rijdend, gaat vanzelf. Het zullen rare 180 fietskilometers worden omdat ik zonder Garmin, en dus zonder enige aanduiding van snelheid of afstand, moet rijden. Mijn Garmin vond het een goed idee om donderdag tijdens de officiële verkenning van het fietsparcours te beginnen haperen. Als alternatief had ik er een klein papiertje op gekleefd met een aantal tussenpunten, hun afstand en het tijdstip dat ik verwacht daar te passeren als ik 35 km/h gemiddeld zou rijden. Het fietsen is zoals steeds een onwaarschijnlijke inhaalrace. Spijtig genoeg zegt dat - zeker deze keer - meer over mijn zwemprestatie, die me serieus achteraan in de wedstrijd bij het fietsen geeft doen starten. En toch, krijg ik stilaan het gevoel dat mijn snelheid tijdens het fietsen wel eens hoger zou kunnen liggen dan verwacht. Als ik de eerste keer aan de Alte Brücke passeer, merk ik dat ik ongeveer 10 minuten voorsprong heb op mijn schema. Het geeft me een mentale boost, die ik goed kan gebruiken. Ik heb er alle vertrouwen in dat ik de tweede ronde aan nagenoeg dezelfde snelheid ga kunnen rijden. Ik heb immers voldoende op reserve gereden om nog een redelijk deftige marathon uit mijn benen te kunnen schudden. Dat ik de tweede ronde ook effectief even snel rijd, merk ik op de stukken bergop omdat ik (met bijna dezelfde inspanning) op hetzelfde verzet kan blijven fietsen als in de eerste ronde. Het eten en drinken onderweg verloopt ook goed. Buiten het akkefietje dat ik ,na nog geen 15 km, mijn drinkbus uit mijn handen laat glippen en met één drinkbus verder moet. No panic, aid stations genoeg onderweg. Die staan trouwens ook op mijn briefje, wat goed helpt bij het plannen van het eten en drinken. Het is ondertussen serieus warm geworden. Dat was eigenlijk vannacht al het geval toen we vertrokken en ook op het moment toen ik aan het fietsen begon. Maar nu heb ik het gevoel dat de voorspelde temperatuur van 31 à 32 graden stilaan bereikt is. In vergelijking met al mijn andere Ironmans heb ik evenveel gegeten, maar minder gedronken. Het is een bewuste keuze omdat twee tot drie keer moeten stoppen tijdens het fietsen om te plassen toch iets te veel is naar mijn zin. Dat gaat nu voorlopig beter. Geen plaspauzes. Achteraf zal blijken dat ik 36 km/h gemiddeld haal. Op mijn eentje, 180 km lang, met weliswaar maar 1.000 hoogtemeters. Maar daar ben ik toch wel tevreden mee en zelfs best wel trots op. Dat zal wel aan mijn tijdrithelm en mijn nieuwe triathlonfietsschoenen liggen ;-). Nu nog eens met betere wielen rijden en wat moois staat er me nog allemaal te wachten ;-)
Iets vóór half twee 's middags kom ik opnieuw aan de Alte Brücke toe. Mijn schoenen aan mijn klikpedalen laten en van de fiets springen verloopt prima. Ook mijn wissel in T2 verloopt vlot. Ik neem even de tijd voor een plaspauze en dat stelt me gerust omdat ik weet dat ik toch voldoende gedronken zal hebben. Time to run. Ik heb ondertussen natuurlijk wel een beetje liggen rekenen. Wat doet een mens zoal anders tijdens een 5u durend fietstochtje? ;-) Als ik mijn marathon binnen de 3u30 kan lopen, zou ik toch heel erg in de buurt van de 10u grens komen. Onwaarschijnlijk na zo'n abominabele zwemprestatie. Tijdens de tweede ronde op de fiets had ik beslist om geen zotte dingen te gaan doen om, kost wat kost, onder die 10u grens te geraken. Blijven fietsen aan hetzelfde tempo om met net voldoende reserve aan de marathon te kunnen beginnen. Dat is het doel. En dan de marathon beginnen aan een snelheid die het juiste gevoel geeft en hopen dat dat ook de gewenste snelheid is. Zo gezegd, zo gedaan. En daar loopt het dan spijtig genoeg niet zoals gewild. Vanaf de eerste meters heb ik een verschrikkelijk gevoel in mijn voeten. Niet in mijn benen, maar in mijn voeten. Mijn beide voeten, mijn voetzolen, doen verschrikkelijk pijn. Dit nog 42 km lang? Hallelujah. Of het effect heeft op de snelheid die ik dan loop, weet ik niet. Ik denk het eerlijk gezegd niet. Maar het probleem is dat ik, op het gevoel, maar net onder de 5:00 per km loop. Rekening houdend met wat verval in de laatste ronde, is net iets sneller dan 12 km/h te traag om binnen de 3u30 en dus binnen de 10u te finishen. Damnit. Ik besluit even af te wachten en te zien of mijn snelheid de volgende kilometers verbetert. Maar dat is niet het geval. Toch wel een mentale tik. Neen, ik had op voorhand nooit gedacht dat ik in Frankfurt binnen de 10u zou kunnen finishen. En na het zwemmen was dat zeker geen gedachte meer die bij me opkwam. Maar tijdens het fietsen was die 10u grens toch voor het eerst een realistisch doel geworden. Met een vergelijkbare marathontijd als in Lanzarote twee jaar geleden, zou ik zelfs nog een paar minuten speling hebben. En toch heb ik er uiteindelijk geen slecht gevoel aan overgehouden. Eerlijk is eerlijk. De voorbereiding nu en die voor Lanzarote qua lopen zijn niet te vergelijken. Nu pas in december terug begonnen met heel voorzichtig op te bouwen en mijn eerste lange duurtrainingen pas kunnen beginnen doen einde april. Die sub 3u30 marathon, die houd ik gewoon nog te goed ;-)
Uiteindelijk is het dan ongeveer vijf uur 's namiddags als ik voor de laatste keer de Main oversteek. Ja, twee keer per ronde. Dat is acht keer een brug op en af. In elke marathon zitten wel stukken die je er liever niet in hebt natuurlijk. Bergop en bergaf, dat doet de laatste keer bijzonder veel zeer. En zo hoort het ook. De laatste ronde zit er bijna op en dan ga ik richting finish. Het is een geweldige finishstrook tussen een enorme mensenmassa. Net voor de finish zie ik voor de laatste keer in de wedstrijd mijn supporters terug. Kippenvelmoment. Vegas, London, Christel en Marcella, jullie waren geweldig. De dagen voor de wedstrijd en tijdens de wedstrijd. Een hele dikke merci om er weeral eens te zijn bij geweest. Zonder jullie zou het niet hetzelfde geweest zijn. Zonder jullie zou het niet gelukt zijn. Net voor de finish heb ik nog een kleine verrassing voor mijn twee kleinste kampioenen. Ze hadden met loomy bandjes voor mij een paar klavertjes vier gemaakt. Ik had er stiekem eentje onder de borstband van mijn hartslagmeter gestoken toen ik me klaar maakte voor de wedstrijd. En de hele wedstrijd, tijdens het zwemmen, het fietsen en het lopen is het daar mooi blijven zitten. Tot ik het er enkele honderden meters voor de finish uit haalde en mee omhoog stak. Samen over de finish. Samen op de foto. Want het was onze zesde Ironman. Wat hebben we dat weer goed gedaan.
Uit het water, op weg naar de wisselzone. Uit de wisselzone, klaar om te fietsen. De mooiste foto. Mijn grootste supporter die helemaal alleen haar aanmoedigingen voor papa op het fietsparcours gekrijt heeft. Schitterend. Licht bergop, dat kan nog in tijdritpositie. Maar dikwijls ook niet. De eerste 10 km van de marathon. Ergens halfweg, op de kasseien in Bolton centrum. Yes. Nummer vijf. Number five.
Enkele weken nadat ik vorig jaar gefinisht was in de Ironman in Lanzarote, kwam voor het eerst de gedachte in om me op om eens twee Ironmans in hetzelfde seizoen te doen. Iets wat ik me vroeger ooit had voorgenomen nooit te doen. Een mens leert bij. Toen ik was ingeschreven voor Klagenfurt, ging ik op zoek welke mogelijkheden er nog waren. Toen enkele weken later de inschrijvingen voor Bolton openden - en uiteraard na kort gezinsoverleg en overleg met Rudi - was de inschrijving voor een tweede Ironman voor 2013 een feit. "Minstens vier weken recuperatie nodig tussen twee (volledige) Ironmans", had Rudi me verzekerd. 30 juni en 4 augustus. Het werden er vijf.
Dat de voorbereiding voor beide Ironmans zo abominabel zou verlopen, daar had ik natuurlijk nooit aan gedacht. Gelukkig maar. De voorbereiding op Bolton zou sowieso bijzonder geweest zijn. Vijf weken om te recupereren, terug op te bouwen en tijdig te beginnen taperen. Het lijkt gekkenwerk en is het misschien ook. Maar daar heb je dan net een coach voor, dacht (en denk) ik dan maar ;-)
Over de voorbereiding op Bolton, kan ik kort zijn. Het was op zich al een klein mirakel dat ik in Klagenfurt de marathon - weliswaar met heel wat 'incidenten' - had kunnen uitlopen. Het leek me nog een groter mirakel dat ik anderhalve week later mijn looptrainingen al kon hervatten. weliswaar met dezelfde last aan mijn scheenbeen vóór, tijdens en na de training. Ik hield me vast aan de gedachte dat het erger had gekund. Veel erger. Voor Klagenfurt had ik vier looptrainingen en in totaal 23 km kunnen doen. Slik. Voor Bolton werden dat er zeven, goed voor 55 km. Een volume dat je als normale triatleet in een normale Ironman voorbereiding gemiddeld in één week loopt. Compleet gaga als marathonvoorbereiding dus. Maar gezien de omstandigheden gebruikte ik die extra loopkilometers, in vergelijking met de voorbereiding voor Klagenfurt, toch om mezelf een extra mentale boost te geven. "If you don't like something, change it. If you can't change it, change your attitude. Don't complain." Goede quotes dienen niet alleen om straf, goed of knap te vinden, maar ook om ze toe te passen. De grootste uitdaging leek me van in het begin om na Klagenfurt mentaal terug klaar te geraken voor Bolton. En achteraf gezien, draait het ook vooral daar om.
Hoe erg ik ook had afgezien tijdens de marathon in Klagenfurt, is was mentaal klaar voor hetzelfde scenario in Bolton. Liefst niet erger ;-) Ik had er op één of andere manier vertrouwen in dat de problemen met mijn scheenbeen niet erger zouden opspelen dan in Klagenfurt en me niet zouden verhinderen om de marathon uit te doen. Wat me meer bezig hield waren de gevolgen van het gebrek aan deftige looptrainingen. Voor Klagenfurt was het bijna drie maanden geleden dat ik mijn laatste echte looptraining (20km) gedaan had. Voor Bolton stond de teller ondertussen op vier volledige maanden.
Gelukkig was er nog iets anders vervelend dat me parten speelde: het Engelse weer ;-) Toegekomen in regen, regen, regen. De drie dagen daarna gelukkig prachtig zomerweer. Maar de voorspellingen voor zondag waren duidelijk: regen, regen, regen. Niets abnormaals voor deze Noordelijke regio in Engeland. Je kiest natuurlijk ook niet om een Ironman in Engeland mee te doen voor het goede weer. Trouwens, als Engeland het klimaat zou hebben van Zuid-Frankrijk dan zou ik al lang niet meer wonen waar ik nu woon. Maar voor de rest geen slecht woord over Vlaanderen ;-)
De wedstrijddag dan. Een begin in mineur. Tijdens de rit met de shuttlebus van het Reebok stadium naar de zwemstart in Pennington Flash komt de regen met bakken naar beneden. Gelukkig houdt dat op als we arriveren. Een kletsnatte wisselzone, maar ik kan mijn wetsuit aantrekken in het droge. Dat is me op dat moment ook al veel waard. Ik had bewust de laatste shuttlebus naar de zwemstart genomen. Voldoende tijd om me rustig klaar te maken en afscheid te kunnen nemen van mijn trouwe supporters. Onvoldoende tijd om teveel na te denken en teveel wedstrijdstress te krijgen. Ik heb trouwens best wel wat vertrouwen in het zwemmen. Ik ben kost wat kost van plan om een slechte zwemstart zoals in Klagenfurt te vermijden. Meer dan anders leg ik me daarom bij de start opzij. Een tip van Rudi tijdens ons laatste gesprek zaterdag. Ook tijdens het zwemmen blijf ik de ganse tijd opzij zwemmen. Daardoor zwem ik waarschijnlijk wel wat extra meters meer dan de meeste andere atleten, maar ik kan wel de ganse tijd relatief rustig zwemmen en krijg minder stampen en slaag dan gewoonlijk. Voor een slechte zwemmer als mij een aanrader en zeker voor herhaling vatbaar.
Na de eerste lus, moeten we een kort stukje uit het water en ik zie op de wedstrijdklok dat ik nog geen 36 minuten aan het zwemmen ben. Perfect op schema om mijn zwemtijd van in Klagenfurt te evenaren of misschien zelfs lichtjes te verbeteren. Terug het water in voor de tweede lus. Dat verloopt niet zoals het hoort en kost me wel wat tijd. Maar voor de rest verloopt het vervolg van het zwemmen prima. Dat maakt dat ik uiteindelijk iets sneller uit het water kom dan in Klagenfurt. Ook het wisselen gaat iets vlotter en maakt dat het nog net geen 7u20 is als ik kan beginnen aan de 180 km fietsen.
Het fietsen baart me wel wat zorgen. Niet omdat het een lastig parcours is. Want dat heb ik eigenlijk zelfs graag, ook al zal achteraf blijken dat het merkelijk lastiger was dan ik had verwacht. Niet omdat ik enkele dagen eerder de belangrijkste lus uit het parcours met de fiets in de verkeerde richting had verkend. Tja. Niet omdat ik de ganse tijd links moet rijden. Ik was na enkele dagen en heel wat kilometers autorijden immers al een volleerde Engelse chauffeur geworden. Zelfs op de ronde punten ;-) De ongerustheid komt door de kletsnatte wegen in combinatie met de erbarmelijke staat van die wegen over nagenoeg het ganse parcours en in combinatie met (enkele technische) afdalingen. Schrik om plat te rijden. Schrik voor de afdalingen. Eens vertrokken, ben ik dan gelukkig wel met genoeg andere dingen bezig zodat het niet constant door mijn hoofd spookt. Uiteindelijk heb ik dan eigenlijk nog redelijk geluk. Tijdens het fietsen regent het niet meer en de banen drogen langzaam maar zeker op. Zelfs de zon komt af en toe mee supporteren.
Ik heb tijdens het fietsen nooit echt een goed gevoel. Toch niet volledig gerecupereerd van de Ironman in Klagenfurt, denk ik bij mezelf. Of misschien gewoon een mentale kwestie omdat het fietsparcours zwaarder uitvalt dan ik verwacht. Ik weet het niet. Achteraf zal blijken dat ik - niettegenstaande het mindere gevoel - toch best tevreden mag zijn van het fietsen. Ik was als 96ste van mijn age group uit het water gekomen en was, met een 15de fietstijd, na het fietsen opgerukt naar de 21ste plaats. Dat wist ik natuurlijk toen niet. Wat ik wel wist: mijn benen voelen niet goed. Niet goed genoeg om nog een iets of wat deftige marathon te lopen. In tegenstelling tot wat ik met Rudi besproken had, ga ik dan toch niet "voluit" in het fietsen. Ik kan te weinig relaxen en recupereren in de afdalingen. Daarenboven blaast de strakke wind ongelukkig in het voordeel als het bergaf gaat en blaast hij mij keer op keer ongenadig terug op de (minst steile) stukken bergop. Geen platte stukken, die zijn er niet. Het lijkt met momenten wel Lanzarote, alleen 10 of 15 graden te koud en te weinig zon. Op de officiële website beschrijft de organisatie een fietsparcours met 1.600 hoogtemeters. I don't think so guys. Mijn Garmin weet wel beter: bijna 2.000 hoogtemeters. En geen 180 km of een paar honderden meters minder, waar elke atleet op het einde van het fietsen stiekem op hoopt ;-). Maar 180 km en enkele honderden meters meer en klimmen en slecht wegdek tot aan de wisselzone. Die Engelse humor. I love it, maar op de ene moment wel meer dan op de andere ;-)
Slechte benen of niet. Het fietsen zit erop. Ik heb tot dan toe mijn scheenbeen nauwelijks of niet gevoeld. Niet te begrijpen. Het feest kan beginnen: marathon time. Normaal mijn favoriete en sterkste onderdeel van een Ironman. Dan was in Klagenfurt wel anders geweest. En dat zal nu ook niet anders zijn. Ik verwacht best wel een redelijk lastig loopparcours. Zo wordt het immers beschreven op de officiële website. En een Ierse atleet, waar ik enkele dagen eerder mee aan de praat geraakt was en die reeds voor de vierde keer meedoet in Bolton, had me dat bevestigd. Laat me duidelijk zijn: redelijk lastig is niet echt een juiste omschrijving. Voor een 10 km wedstrijd of een halve marathon, tot daar aan toe. Maar voor een marathon: heavy stuff. Afgezien van de enkele honderden meters rond de finish, geen meter plat. De eerste 10 km brengen me tot aan de lus in het centrum van Bolton. Een stukje van die 10 km gaat over grind en ligt bij momenten heel slecht. Het laatste stuk gaat door een bos. Best wel mijn ding, ook al loop je daar natuurlijk niet sneller door. Vooral niet als er op het einde van dat stuk in het bos een korte helling komt waar je je handen zou kunnen gebruiken om deftig boven te geraken. Man, man, man. Eens uit het bos krijg ik gewoon terug asfalt onder de voeten, maar niet zonder eerst nog eens een stevige helling - ik schat 5 à 6 % - over te moeten. Tempo houden? Forget it. Langzaam sterven en dan verrijzen. Telkens weer opnieuw. Dat wordt het verhaal van de rest van de marathon. Het grootste deel van de lus van iets meer dan 8 km door het centrum doe ik eerst bijna volledig en dan volgen er nog drie volledige lussen. Het eerste stuk van elk lus gaat bijna constant bergop. That hurts. Het stuk terug gaat vooral bergaf. That hurts even more. En dan het laatste stuk van de lus, net voor ik het echte hart van het centrum van Bolton binnenkom. Surprise, surprise: een helling, ik schat 10 %. That hurts like hell. Ik hoop dat ze daar geen foto's getrokken hebben, want dat zal geen zicht zijn ;-)
Trouwens, mijn scheenbeen doet het goed, heel goed. Dikke merci makker. Nog even volhouden en de beloofde rust komt eraan ;-) Maar de rest van mijn benen, of wat ik er nog van voel. Dit komt niet goed. Het parcours voelt loodzwaar aan. Ik slaag er op geen enkel moment in om een normaal tempo te lopen. Ik besef dat het gebrek aan trainingskilometers me volop parten speelt. Als ik normaal getraind zou zijn, zou dat bergop en bergaf waarschijnlijk veel beter meevallen. Daar ben ik natuurlijk nu geen flikker mee. So be it. Het feit is wel dat ik nog steeds aan het lopen ben, dat ik nog geen halve meter gewandeld heb, ook niet tijdens de bevoorrading. Het gaat dus beter dan in Klagenfurt. Toen begonnen er halverwege de marathon allerlei dingen fout te lopen. Van die incidenten blijf ik voorlopig gespaard. En dat ga ik gdvdm zo houden. De relatief kleine lussen in het loopparcours helpen me daar eigenlijk wel een beetje mee. Ik stel keer op keer nieuwe doelen tot waar ik wil blijven lopen. En ook mijn drie trouwe supporters krijg ik heel dikwijls te zien. Na iets meer dan vier uur toont mijn Garmin me dat de 42,195 km er op zitten en toch ben ik nog niet aan de finish. Achteraf zal ik merken dat ik toen nog een kleine kilometer te gaan had. Ach, dat kan er ook nog wel bij. Nu heb ik nog even tijd om me een beetje voor te bereiden op een knappe, waardige finish. Niet zoals de vorige Ironmans tussen enkele andere atleten. Nee, een moment voor mij alleen. Me, myself and I. Ik zie Christel, London en Vegas enkele meters voor de finish staan. Ik neem even de tijd om ze te knuffelen. Ik laat zelf een andere atleet passeren, die de spurt had ingezet en daardoor net voor de finish, net achter mij liep. Dat interesseert me nu totaal niet. Enkele seconden later loop ik dan zelf - in mijn dooie eentje, maar tussen een massa luidruchtige supporters - de finish over van mijn vijfde Ironman. Een moment enkel en alleen van mij, zoals het hoort. Compleet kapot, zoals het hoort. Maar overgelukkig, zoals het hoort.
Dit zal een seizoen zijn, dat ik me nog lang zal herinneren. Amper enkele weken geleden, zag het er nog heel anders uit. Starten in Klagenfurt was op een bepaald moment het enige doel. Twee Ironmans later, is het gelukkig niet moeilijk om die miserie snel te vergeten. Zo hoort het. Tijd om alles te laten rusten, te laten herstellen. Zo hoort het. Even niet bezig zijn met de voorbereiding van mijn volgende Ironman. Alleen in mijn hoofd. Zo hoort het.
En natuurlijk eindig ik mijn verslag niet zonder een aantal mensen te bedanken. Zo hoort het. En ik moet ze zelfs niet vermelden, want ze weten zelf goed genoeg wat ze - weeral eens - voor mij betekend hebben en hoe erg ik dat apprecieer. Zo hoort het.
Het verhaal van mijn vierde Ironman wedstrijd begint twaalf weken geleden als ik, na een stevige 20 km looptraining op een zondagmorgen, enkele uren later aan mijn linker been voel dat er iets niet in orde is. Niet gewoon niet in orde, maar meer dan dat. Het nadeel - of is het een voordeel? - om al enkele keren serieus gekwetst geweest te zijn, is dat je na verloop van tijd zelf min of meer je eigen sportdokter wordt. Enkele dagen later bevestigt onderzoek inderdaad dat ik een scheenbeenvliesontsteking (periostitis) heb onderaan mijn linker been. Wat volgt zijn twaalf weken van onophoudelijk geduldig wachten, uitstellen, opnieuw proberen en telkens weer mislukken. En viertal vijf kilometer trainingen met een slecht gevoel zijn de enige prestaties op loopgebied die ik in die twaalf weken nog kan doen. Als ik één enkele acht kilometer looptraining probeer te doen, geeft mijn lichaam onmiddellijk aan dat dat geen goed idee is.
Hoe meer de wedstrijd dichterbij komt, hoe meer mijn mentale weerbaarheid op de proef gesteld wordt. Niet alleen omdat ik besef dat het fysiek gekkenwerk is om met zo'n abominabele voorbereiding een Ironman te doen, maar op zijn minst ook door de vele reacties die ik uit mijn directe omgeving krijg. Natuurlijk zijn die reacties goed bedoeld en komen ze vooral voort uit bezorgdheid. Maar ze zijn nu éénmaal niet wat je als atleet op dat moment wilt horen. Enkele weken vóór de wedstrijd komt ook uit medische hoek de uitspraak dat niet starten misschien toch wel de beste optie zou zijn. Tja. Ik moet ook eerlijk toegeven dat ik in een gewone situatie, zoals ik trouwens voor de marathon in Eindhoven in 2008 heb gedaan, niet zou starten. Maar net zoals bij mijn drie vorige Ironmans, hebben Christel en ik ook aan deze Ironman wedstrijd een korte gezinsvakantie gekoppeld. Dat was al drie keer een schot in de roos, maar blijkt nu de zaken ongewild complex te maken. Als ik mijn wedstrijd zou opgeven, zou ook de gezinsvakantie, waar iedereen zo naar uitkijkt, in het water vallen. Dat is eenvoudigweg geen optie. Het enige wat ik kan doen en ook doe, is me medisch laten begeleiden en hopen dat starten in de Ironman, medisch gezien verantwoord zou blijven. Mijn sportdokter geeft me, na twaalf weken intensieve bio-punctuur en begeleiding, uiteindelijk het fiat om te starten. Hallelujah. Toenemende pijn zal uiteindelijk wel verhinderen dat ik dingen zou doen, die medisch niet verantwoord zijn. Ik moet me geen zorgen maken dat ik me "kapot ga lopen". Een opsteker van formaat ;-) Los van het medisch aspect, wijst Rudi me er, volkomen terecht, op dat door het gebrek aan looptraining mijn spieren sowieso op een bepaald moment in de wedstrijd er de brui aan zullen geven. Wanneer is moeilijk in te schatten. De marathon wordt een helletocht. zoveel is zeker. Door uiteindelijk zelf het aantal looptrainingen de laatste twee weken tot een absoluut minimum te beperken, wil ik, fysiek gezien, met een zo goed mogelijk gevoel aan de start verschijnen. Dat heb ik mentaal gezien absoluut nodig. Te weinig getraind, dat moet ik maar even uit mijn hoofd zetten. Dat goede fysieke gevoel lukt maar gedeeltelijk. Tot op het moment dat we ons zondagmorgen naar de start begeven, voel ik mijn linkerbeen immers nog steeds af en toe tegensputteren. De laatste looptraining was nochtans al een week geleden. Het is gelukkig niet meer de pijn en last van enkele weken geleden. Hoe me dat tijdens de wedstrijd gaat hinderen en hoe het gaat evolueren is één groot vraagteken. En dat zorgt ongewild voor extra stress.
De wedstrijd zelf. Net die stress zorgt voor het eerste onverwachte feit. Mijn zwemstart verloopt verschrikkelijk slecht. De onzekerheid door heel het gedoe met mijn kwetsuur zorgden de voorbije dagen en ook nu niet voor gezonde stress die me scherp houdt, maar stress die op mijn ademhaling slaagt in de zwemstart. Het gevolg kan je al raden. Ik geraak niet in mijn ritme en moet de eerste paar honderden meters meer schoolslag dan crawl zwemmen, enkele keren op mijn rug gaan liggen om zo te proberen ontspannen. Op die manier geraak ik helemaal achteraan in de groep. Als ik na een tijdje toch in mijn gewone doen geraak, begint één grote inhaalrace, wat ik in het zwemmen niet echt gewoon ben. Mede daardoor verloopt het zwemmen heel moeilijk. Ik heb ook tot twee keer toe 'geluk' als ik bij een trap tegen mijn hoofd mijn zwembrilletje net niet verlies. De tweede trap was trouwens goed raak en ik moet eventjes bekomen. Naar het einde toe voel ik dat ik echt wel in een (voor mij) goed tempo geraak. Uiteindelijk ben ik aangenaam verrast met een zwemtijd van 1u13', rekening houdende met het gesukkel in het begin, wat me toch wel enkele minuten zal gekost hbben.
De wissel van het zwemmen naar het fietsen verloopt goed maar rustig. Het is een ellelange strook vanuit het water tot aan de wisselzone. Ik had op voorhand besloten, gezien de problemen met mijn been, om dat stuk (op mijn blote voeten) niet te lopen. Daarmee verlies ik heel wat tijd, maar dat is nu het minste van mijn zorgen. Ik wil absoluut niet het risico nemen om op dit moment in de wedstrijd al te voelen dat mijn scheenbeen bij de eerste meters lopen zou tegenpruttelen. Dat zijn zorgen voor later. Goed gegeten en gedronken in de wisselzone, dat is nu belangrijker. Ik ben klaar voor 180 km fietsplezier. Ik heb enkele weken geleden enkele keren met de gedachte gespeeld om de 180 km in minder dan 5u te proberen afhaspelen, dus aan gemiddelde van minstens 36 km/h. Ambitieus, I know. Maar ik dacht dat het misschien net in deze wedstrijd de moment was om dat te doen, omdat het lopen sowieso op niets zou trekken. Toen ik dat idee voorlegde aan Rudi , de week vóór de wedstrijd, raadde hij me dat echter ten stelligste af. Het zou te belastend zijn en het lopen nog onnodig lastiger maken. De afspraak was daarom om de nodige reserve in te bouwen tijdens het fietsen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik, na de verkenning van het fietsparcours op donderdag, niet rouwig was met deze tactiek. Ik had het fietsparcours immers totaal fout ingeschat als een vlak fietsparcours. Maar met meer dan 1.600 hoogtemeters was dat duidelijk niet het geval. En ja, ik heb wat reserve gehouden. Veel of weinig, is moeilijk te zeggen. Het blijft natuurlijk een wedstrijd en de adrenaline, endorfine - of wat is het allemaal? - zorgen er natuurlijk voor dat je wat meer doet en kan dan op training. Over het fietsen kan ik kort zijn. Zoals ze dat in wielertermen zeggen: "Ik had goeie benen." of "Ik trapte met momenten in de boter.". Het was met momenten een raar gevoel. Een inhaalrace 180 km lang en er waren momenten dat ik redelijk op mijn gemak ganse groepen voorbij zoefde, zodanig dat ik me afvroeg waarom die nu gewoon allemaal niet wat rapper reden. Het moet gezegd: het was wel een parcours op mijn maat gesneden. Redelijk glooiend, een paar hellingen en vooral zo goed als geen technische afdalingen wat maakt dat ik in die stukken weinig of geen tijd verlies, wat normaal wel het geval is. Bescheidenheid siert, I know. Maar, met een beetje reserve ingebouwd, op zo'n parcours op 180 km - helemaal op mijn eentje - een gemiddelde van 35 km/h halen, dan mag toch wel gezien worden. Trouwens voor al die triatleten - en het waren er veel, geloof me - die in elkanders wiel hebben gezeten, toen er geen referees te bespeuren waren, heb ik maar één woord: zielig. Ironman onwaardig. Neem het wedstrijdreglement er nog eens bij en lees nog eens heel aandachtig wat drafting betekent. Ik begrijp niet dat je in zo'n mooie sport de regels aan je laars lapt en jezelf bedot. In geen enkele sport trouwens. Soit.
En dan ... le moment suprême: de marathon. Met een heel klein hartje kom ik de wisselzone uitgelopen. Tevreden met de wedstrijd tot nu toe. Vastberaden, maar tegelijkertijd heel bezorgd en onzeker over wat nu zal volgen. Na enkele honderden meters besef ik dat ik terug onbewust "klassiek" aan het lopen ben. Geen voorvoetlanding dus. De beslissing om met mijn klassieke 12 mm schoenen te lopen, en niet met mijn 4 mm loopschoenen, was dus een verstandige keuze. Ik heb wel sinds vorig jaar geen meter meer op die manier getraind. Van de eerste tot de laatste training ben ik van de eerste tot de laatste meter op de voorvoet geland. Nu dus niet. Ik vraag me af welk effect dat zal hebben op mijn benen. Maar dat zijn zorgen voor later. Hoe zit het trouwens met het linkerbeen? Niet goed, wat natuurlijk niet zo verwonderlijk is. Vanaf de eerste meters ben ik bezig me af te vragen of het nu last of pijn is. Maar na een tijdje verplicht ik mezelf om daar mee op te houden. Ik moet mezelf niets wijsmaken, want ik weet het immers best wel. Het is last én het doet (nu al) pijn. Voilà. Maar ik ben aan het lopen en dat is goed, heel goed en hetgene waar ik mezelf aan wil optrekken nu. Anders komt er niets van. Wat volgt heeft minder te maken met een fysieke prestatie, maar alles met een mentale uithoudingsproef. Alles wat er door mijn hoofd spookt beschrijven, is onbegonnen werk en is trouwens ook niet altijd voor publicatie vatbaar ;-) Maar het komt altijd op hetzelfde neer: als het slecht gaat, zoek je gewoon iets anders wat wel goed gaat, hoe klein ook en daar focus je op. As simple as that. En dat dat nodig is, blijkt meer dan ik gedacht had. Ik had natuurlijk wel gerekend op problemen met mijn benen en met tegensputterende spieren na een tijdje, zoals Rudi had voorspeld. Maar naarmate de marathon vordert, lopen er onverwacht een aantal andere dingen fout. Zonder in (foute) details te treden, het was zowat alles wat je kan bedenken: naast talrijke plaspauzes ook twee grotere pauzes, met dank aan de struiken die me mijn ding laten doen uit het zicht van de 100.000 aanwezige supporters. Naast die darmproblemen ook maagproblemen die maar op één manier opgelost geraken door, jawel ... Met opnieuw dank aan de aanwezige struiken. Hopelijk groeien ze er goed van ;-) En als klap op de vuurpijl: één keer gevallen, gelukkig zonder erg zo bleek al snel. Het lijkt misschien allemaal wel wat, maar hoe je draait of keert het zijn geen dingen waardoor ik moet ophouden met lopen. Dus niet bij blijven stilstaan - letterlijk en figuurlijk - en verder doen is de boodschap. Surprise, surprise. Na iets meer dan 20 km houden mijn spieren - voornamelijk mijn quadriceps - het langzaam maar zeker voor bekeken.. Het enige wat er dan op zit is focussen op het blijven lopen. Klinkt misschien raar, maar het enige waar ik nu mee bezig ben is hoe ik nu weer juist het ene been voor het andere zet. Dat kan toch niet zo moeilijk zijn. Ik houd nu meer dan ooit rekening met het scenario dat ofwel mijn scheenbeen ofwel mijn spieren me straks gaan verplichten om te stoppen met lopen. Na elke kilometer die ik loop, reken ik opnieuw uit hoeveel tijd ik in dat worst case scenario nog zal nodig hebben om de 42,2 km te volbrengen. Al wandelend wel te verstaan. Het scenario dat ook wandelen niet meer zou gaan, flitst eventjes door mijn hoofd, maar niet meer dan dat. Dat uitrekenen hoeveel tijd er worst case nog rest, geeft na elke nieuwe afgelegde kilometer een goed gevoel. Een heel goed gevoel dat net goed genoeg is om alles wat zeer doet te verbijten. We gaan nu niet "Klagen" en zeker niet "Furt" zeggen, daarvoor ben ik niet niet naar hier gekomen. Ha! Zoek maar op in de woordenboek: "starten". Volgens mij staat daar achter "synoniem voor finishen". Voilà. Dat doe ik dan ook. Na net geen 11u wedstrijd duikt de finish voor mij op. Zürich all over again ... van de laatste meters weet ik niets meer. Spijtig. Eén brok emotie. Ik had beter mijn supporters gaan groeten. Ik heb ze zelf niet zien staan. Sorry. Ik weet alleen nog dat onmiddellijk na de finish een lieve mevrouw van de Ironman crew ziet dat het niet zo goed gaat met mij en me daarom stevig vast pakt, me naar een bank begeleidt, me voorziet van twee grote cola's en pas doorgaat als ik haar verzeker: "Really. I'm fine. I'm okay. You're too kind." En dat laatste geldt niet alleen voor haar. Dat geldt voor alle supporters die hun interesse, medeleven en steun hebben gegeven. En moet ik het nog vermelden? Jawel, zeker en vast. Dikke dankuwel Rudi en en Mieke voor de begeleiding naar mijn vierde Ironman. Het heeft er heel benard uit gezien en op zo'n momenten kan een goede coaching - meer dan anders - het verschil maken. Deze keer - hopelijk de volgende keer niet meer - een dikke dankuwel aan mijn sportdokter Jetty Tempels. Ook al zag het er niet naar uit maar met haar goede zorgen heeft ze heeft me uiteindelijk toch net voldoende opgelapt gekregen. Haar intresse, haar wil om te slagen en haar medeleven hebben me er mee doorheen geholpen. En last but not least: Vegas, London en .... Christel. You are the best. Het wordt een clichée. Maar dat is niet erg, want de meeste clichées zijn waar, daarom zijn het net clichées ;-) Dit was ónze vierde Ironman. Thank you so much. You're too kind.
Klaar voor de wedstrijd. Na 1u17 uit het water. Wind, wind en nog eens wind. Maar gelukkig ook bergop. Nog maar 35km. Worst finisher photo ever. Gdvdm. Leeg. Op. Choco. Maar already making plans for the future ...
Het is niet omdat
het ondertussen allemaal achter de rug is, dat ik het normaal vind. Het
vliegtuig nemen om 3.000 km ver van huis aan een wedstrijd deel te nemen. Hoe
irreëel kan een droom toch zijn? Ook in dromenland kun je blijkbaar je grenzen
verleggen. Negen jaar geleden, leek een Ironman nog een onbereikbare droom. Na
deelname aan mijn allereerste (kwart)triathlon in 2003 leek zelfs de halve
afstand te hoog gegrepen dankzij mijn zwakke zwemprestaties. Nu kan ik al
over nummer drie spreken. Om daarna te beginnen dromen over nummer vier ;-) Ja,
nummer drie. En wat voor één. Volgens sommigen de allerzwaarste, naast of na de
Ironman in Hawaï. De organisatie hun motto zegt ook veel: Normal limits do not
apply. Laat maar komen., was mijn persoonlijk motto ;-) Ik heb me nog nooit
zo goed kunnen voorbereiden op een wedstrijd. Je weet dat er altijd wel een
fysiek ongemak groot of klein - onverwachts opduikt. Een opkomende kleine
kwetsuur of een paar dagen ziek. In het slechtste geval erger gekwetst (Eindhoven
2008) of serieus ziek (Nice 2011). Maar deze keer absoluut niets. Het enige wat
er op mijn trainingen aan te merken viel, waren de ontbrekende open water
zwemtrainingen en het te weinig aantal fietskilometers bergop. Dan mag je
gerust van een perfecte voorbereiding spreken. En zo voelde ik me ook. Realistisch
en heel bescheiden voor de 3,8 km zwemmen. Met vertrouwen en hopend op een
knappe prestatie voor de 180 km fietsen. En boordevol vertrouwen en klaar om
mezelf en vele anderen te verbazen in de afsluitende marathon. Ook de dagen
voor de wedstrijd waren goed verlopen. Op een klein akkefietje met de huurauto
na, relatief weinig stress. Iets te weinig rust de avond voor de wedstrijd toen
de Ironkids wedstrijd wat uitliep en we daarenboven nog de ganse cérémonie
protocolaire (met plezier) hebben gevolgd omdat London een podiumplaats had
gehaald. Misschien was dat wel de reden waarom ik de nacht voor de wedstrijd redelijk
goed geslapen heb. Dat was in Zurich en Nice wel anders.
De wedstrijd zelf
dan. Net zoals in Nice, kan ik, na afscheid te hebben genomen van mijn trouwe
supporters, nog even inzwemmen. Dat doet me goed en zorgt ervoor dat mijn
zwemstart zonder probleem verloopt. Zelfs het passeren van de eerste boei, die
al na 200 m na de start ligt en daardoor met veel te veel triatleten
tegelijkertijd gepasseerd wordt, verloopt vrij goed. Enkele honderden meters
daarna, krijg ik het wel even moeilijk. Ik moet een paar klappen incasseren en
geraak even volledig uit mijn ritme. Op dat moment merk ik wat wedstrijdervaring
waard is. Ik probeer zo goed als ik kan niet te panikeren en mijn ademhaling
terug onder controle te krijgen. Ik ga iets meer opzij zwemmen waar het wat
rustiger is en kom terug in mijn ritme.
Na verloop van tijd
word ik meer en meer benieuwd welke tijd de wedstrijdklok me, bij de eerste
keer uit het water komen, zal aantonen. Ik blijk ergens onder de 39 minuten te
zitten. Perfect vergelijkbaar met vorig jaar in Nice. In het tweede gedeelte
heb ik het gevoel dat ik beter en sneller zwem. Dat blijkt achteraf ook te
kloppen. Ook al is die ene minuut sneller niet echt spectaculair. Bij de tweede
en definitieve exit uit het water, zie ik de eerste keer Christel, Marcella,
London en Vegas terug. Yes, Im still alive en klaar voor mijn inhaalrace. Het
wisselen gaat redelijk vlot, vind ik. Maar in zon ellenlange wisselzone duurt
het gewoon lang veel te lang eer je op je fiets kan springen. Veel sneller
dan 8 minuten zit er gewoon niet in.
Bij het buitenrijden
uit de wisselzone check ik nog eens vlug mijn tijd. Het is nog geen half negen,
dus ik zit nog op schema. De wind laat zich al goed voelen. De temperatuur valt
op dat moment nog best mee. In tegenstelling tot het zwemmen en het lopen, heb
ik niet echt een idee wat voor tijd ik ga nodig hebben voor het zware
fietsparcours. Sinds we arriveerden op Lanzarote is de wind beetje bij beetje
toegenomen. Afwachten wat dat wordt. Zes uur blijft wel een richttijd, maar
eerder als referentie om te rekenen hoeveel minuten ik in elk uur zal verliezen
ten opzicht van het schema van 6u, dan als grens waar ik kan onderduiken. Ik
check dan ook regelmatig hoeveel minuten ik achterlig op het schema om de 180
km in 6u te doen of dus aan een gemiddeld va 30 km/h. Het eerste uur gaat het
alvast goed, want dat rijd ik aan perfect 30 km/h gemiddeld. Maar ik weet wel
dat de zwaarste kilometers zowel wat hellingen als tegenwind betreft nog
moeten komen. Mijn benen voelen wel goed aan en ook mentaal voel ik me goed. Ik
switch mijn Garmin regelmatig tussen het scherm met de wegenkaart (in de
stukken bergaf) en het scherm met o.a. het stijgingspercentage (op de stukken
bergop). Bergop en tegenwind houd ik mijn snelheid bewust nooit in het oog.
Niet goed voor het koppeke. Andere atleten voorbij steken, daar trek ik me aan
op en dat gaat voortreffelijk. Ook eten en drinken gaat goed. Mijn maag is
blijkbaar ook goed in vorm. Samen gaan we potten breken ;-)
Ongeveer halverwege
spot ik mijn geliefd persoonlijk Ironman herkenningspunt: onze Vlaamse leeuw
vlag.Mijn supporters hebben post gevat
op een moeilijk stuk bergop en tegenwind en hebben daardoor alle tijd om me te
zien passeren. Ook dat is wedstrijdervaring ;-) Op dat punt heb ik al een
moelijker stuk van het fietsparcours achter de rug dan in het begin. Mijn
gemiddelde is dan ook al onder de 30km/h gezakt. Natuurlijk weet ik dat
Lanzarote gekend is voor zijn lastig fietsparcours met meer dan 2.500
hoogtemeters in combinatie met de wind die je met momenten soms bijna
letterlijk van je fiets blaast. Maar dat daarbovenop de erbarmelijke staat van
sommige wegen het nog wat extra lastiger maakt, dat had ik pas twee dagen
geleden ondervonden bij een stukje parcoursverkenning. Dat vind ik het grootste
minpunt aan deze Ironman. Ik heb ontelbaar veel atleten aan de kant zien staan
met pech. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Ik probeer er zo weinig mogelijk
aan te denken dat het ook mij kan overkomen. Blij dat ik rij.
De kilometers
vorderen en ik merk dat ik na de afdalingen steeds terug in de buurt van 30
km/h gemiddeld geraak. Stilaan begin ik een beetje te hopen op iets wat ikenkele uren geleden nog voor onmogelijk
hield. Bergop en in tegenwind blijf ik mijn zelfde tempo aanhouden. Het lijkt
me niet verstandig om op die stroken nog dieper te gaan. Ik heb immers nog een afspraak
met de grens van 3u30 in de marathon straks. Dus nog enkele uren mijn verstand
gebruiken kan daarbij wel helpen. Van zodra het niet meer bergop gaat of ik
geen tegenwind meer heb, probeer ik minder te recupereren dan gepland en
snelheid te maken om mijn gemiddeld omhoog te krijgen. Ik herinner me de raad
van Rudi: Niet teveel met de rem op tijdens het fietsen, maar jezelf ook niet
opblazen. Dat is exact wat ik nu aan het doen ben, coach. Met nog een 50tal
kilometers te gaan, gaat mijn gemiddelde snelheid de goeie kant uit. Ik begin
te rekenen in minuten voor of achter op het schema van 6u en geloof er nu
rotsvast in dat het moet lukken. Ik neem noodgedwongen zelfs nog eens de tijd
voor een plaspauze. De derde ondertussen waarbij ik even van de fiets moet. Al
fietsend was het me enkel de eerste keer gelukt, in een lange afdaling. Nog
nooit eerder geprobeerd op training of in een andere wedstrijd. En trots dat ik
was. De triatleet achter mij iets minder ;-) Pech, dan had hij maar wat sneller
moeten rijden. Voor mij, niet achter mij.
Iets voor half drie
rijd ik de wisselzone binnen. Ik had tegen Christel gezegd dat ze me kon
verwachten tussen half drie en drie. Maar ze wist natuurlijk wel beter, want ze
stonden me alle vier al net voor de wisselzone op te wachten. Ook de wissel
fiets/lopen verloopt goed. Ook al moet ik opnieuw even de tijd nemen voor een
plaspauze. Ik zal in totaal zeven plaspauzes nemen. A waste of time. Maar ook
een luxeprobleem van een triatleet die er onder bloedhete omstandigheden in
slaagt om goed gehydrateerd te blijven. Na meer dan 7u wedstrijd voelen mijn
maag en darmen merkelijk beter dan in mijn vorige Ironmans.
Mijn doel voor de
marathon was vooraf heel duidelijk, althans in mijn dromen ;-) Binnen de 3u30
finishen. Ik was tijdens het fietsen zo bezig geweest met eten en drinken, met
kilometers en snelheid (bergaf) en gemiddelde snelheid, dat ik nu pas besefte
dat een goede marathon me een eindtijd heel dicht bij de 11u zou opleveren.
Slik. Ik besluit toch om mijn marathon gewoon zo veel mogelijk op het gevoel te
lopen. Normaal stel ik bij een marathon mijn Garmin in op laps van 2km, maar
deze keer op laps van 1km. 42 keer piepen en het feest is gedaan. De eerste km
gaat in 4:33. Te snel, dat weet ik. Maar ik loop op het gevoel en blijf dat ook
doen. Niet dat dat een goed gevoel is. Maar ik weet dat dat normaal is. De
eerste 6 à 7 kilometers zijn de hel. Mijn voeten en onderbenen doen zeer en
willen niet mee. Een kwestie van doorbijten en denken dat het straks beter zal
gaan. Afzien en wachten op beterschap. Dat komt wel goed. Waar ik minder
gelukkig mee ben is dat na de 4de km mijn snelheid al boven de
5:00/km gaat. Langzaam aan begint het gevoel in mijn benen wel te beteren en
krijg ik het gevoel dat ik beter en beter begin te lopen. Alleen vervelend dat
mijn Garmin me kilometer na kilometer iets anders vertelt. Als ik nu al kilometer
per kilometer tijd moet beginnen toegeven op het schema van 3u30,moet ik die eindtijd dan nu al vergeten en
een nieuw doel stellen? Misschien niet, als ik nu het zwaardere stuk van het
loopparcours aan het doen ben. Na het keerpunt op 9 à 10 km, begint het
inderdaad te beteren. De wind in de rug en meer stukken bergaf dan bergop.
Zonder veel problemen krijg ik mijn snelheid terug richting 4:45/km. Ik begin
nu elke kilometer meer en meer voorsprong te nemen op het schema van 3u30. Eten
en drinken verloopt feilloos. Het is broeierig heet. Zelfs volledig ingesmeerd
met sunblock, voel ik de zon branden in mijn nek en op mijn schouders. Zo heb
ik het graag. Ik heb gelukkig zelf een aantal gelletjes in de achterzak van
mijn trisuit gestoken, want de bevoorrading is wel niet 100 % wat het moet
zijn. Alleen water en sponsen zijn er in overvloed en daar maak ik dan ook
gretig gebruik van om me te verfrissen, af te koelen en op temperatuur te
blijven.
Ik heb al een tijdje
de eerste vrouw in de wedstrijd in het vizier. Ik probeer haar al een tijdje te
volgen en stel vast dat ik haar langzaam maar zeker inhaal. Ook al ligt zij de
volledige eerste tour (van 18-19km) voor, het feit dat ik haar inhaal en de
rest van de wedstrijd kan voorblijven, betekent toch dat mijn loopsnelheid best
ok is. Ik voel wel duidelijk dat ik veel minder gedoseerd loop dan tijdens mijn
twee vorige Ironmans. Maar ik zit ondertussen halverwege en loop nog steeds
kilometers tussen 04:40/km en 04:50/km. Nog twee kleinere laps (van 11,5 km) te
gaan. Ik weet nu dat het eerste deel van elke van die laps zwaarder is dan het
tweede deel door de stukken bergop en de tegenwind. Toch lukt het me om de
volledige tweede lap onder de 5:00/km te blijven. Toegegeven, het gaat al lang
niet zo vlot meer dan in het tweede deel van de eerste lap. Maar ik geef
mezelf opnieuw een mentale boost omdat ik richting km 30 ga en nog steeds elke
kilometer seconden uitloop op een eindtijd van 3u30. Ik verwacht dat het eerste
gedeelte van de derde en laatste lap cruciaal gaat worden. Mijn benen laten me
immers langzaam maar zeker voelen dat het genoeg is geweest. Op het keerpunt
aan de finish, bij het begin van de laatste lap, zie ik de wedstrijdklok die
nog enkele minuten onder de 10u aangeeft. Dat betekent dat ik nog meer dan een
uur heb voor minder dan 12km als ik binnen de 11u wil finishen. Yes, dit moet
lukken. Dat mag g*dverd*mme niet meer mis gaan. Tot km 32 lukt het me om (net)
onder de 5:00/km te lopen. Maar dan. Dan krijg ik het lastig, heel lastig. Bij
elke stap voel ik de energie uit mijn lichaam stromen. Dat heeft niets te maken
met eten en drinken, want dat ben ik nog steeds goed aan het doen. Maar het is
op. Het vat is af. Mijn snelheid gaat boven de 5:00/km. Gewoon bergop voelt aan
als een beklimming buiten categorie. Gewone tegenwind als een felle Polderwind
die me in geen enkele fietstraining klein heeft gekregen. Maar daar nu precies
wel in begint te lukken. Ik probeer kilometer per kilometer mijn snelheid te
houden en denk niet aan de kilometers die nog moeten komen. Dood gaan, noemen
ze dit. Tot overmaat van ramp zorgt een overvolle blaas ervoor dat ik nog even
moeten stoppen voor mijn laatste plaspauze. Onmiddellijk terug vertrekken en
voelen dat het niet meer gaat. Ik heb de ganse marathon mijn snelheid nooit
tussentijds, maar pas op het einde van elke kilometer gecheckt. En dat doe ik
nu zeker. Zuiver op het gevoel afgaande, vrees ik het ergste en spookt het
eventjes door mijn hoofd dat het elk moment afgelopen kan zijn. Crashen? Fysiek
misschien wel, maar mentaal (nog) niet. Ik lig/lag op schema voor een tijd onder
3u25, maar loop nu kilometers waarop ik tot een halve minuut moet prijsgeven
tegenover het 3u30 schema. Ik droom van de finish, die ik maar niet in het
vizier krijg. Maar enkele kilometers later gelukkig wel. Nog even een kleine
oerkreet om dat beetje energie dat toch nog in mijn lijf zat, maar wat ik de
laatste 10 km niet meer gevonden heb, eruit te krijgen. Mamma mia. Een Ironman
marathon binnen 3u30 en de Lanzarote Ironman binnen 11u. Hoe heb ik dat in
godsnaam voor mekaar gekregen?
Nadat ik de finisher
medaille rond mijn nek krijg gehangen, word ik persoonlijk gefeliciteerd door
Kenneth Gasque, de race director, oprichter en nog steeds de bezieler van de
Lanzarote Ironman. Heel sympathiek van deze grote mijnheer en vooral omdat ik
hem even als steun kan gebruiken. Letterlijk. Want stappen is nu even niet veel
meer dan wankelen. En waarschijnlijk ook de reden waarom onmiddellijk daarna
iemand van de organisatie me naar de recovery ruimte brengt en vraagt of ik de
dokter wil zien e/of ik aanhet infuus wil. Euh? No, its ok. Thanks. Im fine.
Really. Not? Ive got some things to do, you know. I wanna see my family. Zo
slecht voel ik me nu ook weer niet alhoewel. Nee ik voel me super. Niet blij
dat het gedaan is. Wel blij met wat ik gepresteerd heb.
Bedankt aan iedereen
voor alle aanmoedigingen en interesse die jullie getoond hebben. Bedankt Rudi
en Mieke voor elf maanden voortreffelijke coaching, die me alweer geholpen
hebben om een mooie sportieve droom waar te maken. Bedankt Marcella, London en
Vegas voor het supporteren en alle steun ter plaatse, voor en na de wedstrijd.
En bedankt Christel voor you know onze derde Ironman.
Zondag 26 juni 2011. Elf maanden na m'n eerste Ironman ervaring in Zürich was het tijd voor een nieuwe sportieve uitdaging. Nice moest zwaarder en uitdagender worden en dat is het op vele vlakken ook geworden. Gelukkig maar ;-) Dat m'n voorbereiding niet volledig feilloos verlopen is, was ik, eerlijk gezegd, al helemaal vergeten. En dat hoort ook zo. Zou alles ander gelopen zijn, mocht ik er niet een paar weken van tussenuit zijn geweest door die longonsteking? I don't know. I don't wanna know. Spijtig genoeg was er dan nog wel het vervelende akkefietje met de auto donderdag tijdens de verkenning van het fietsparcours. Dat deed gelukkig puur conditioneel dan wel niets meer terzake. En ook dat viel gelukkig vrijdagmiddag wonderwel volledig in de plooi.
Ik was de week vóór de wedstrijd bewust iets minder extreem geweest in het uithongeren en het koolhydraatarm eten dan de voorbije jaren voor een zware wedstrijd. Ook het koolhydraten stapelen vrijdag en zaterdag had ik iets rustiger aan gedaan. En dat bleek achteraf een verstandige keuze te zijn. M'n maag voelde de laatste dagen en bij het opstaan zondagmorgen redelijk goed. Wat spijtig genoeg niet betekende dat het ontbijten s nachts om 4u vlotjes ging. Dat zal altijd wel een probleem blijven.
Om 5u vertrek ik samen met Christel, London, Vegas, Marcella en Frank richting start. Eigenlijk is het dan nog een beetje nacht, maar toch is het weer al schitterend. Alhoewel dat op dat moment het vroege opstaan voor hen niet zal hebben kunnen compenseren, vrees ik. Niettegenstaande de zon nog niet is opgekomen, is het al aangenaam warm. Ik wist trouwens al enkel dagen eerder dat ik het weer, waarvoor ik naar Nice gekomen was, ook zou krijgen. Jawel hoogzomer, dankuwel. Misschien heeft dat er wel mee voor gezorgd dat ik relatief ontspannen naar de wedstrijd heb kunnen toeleven en dat ik redelijk relax aan de start sta. Na afscheid te nemen van de familie, vind ik zelfs nog eventjes de tijd om een beetje in te zwemmen. Iets wat ik bij nog geen enkele wedstrijd eerder heb gedaan. Het bevalt me in elk geval goed en is dus voor herhaling vatbaar. Ik moet nu kiezen in welk startvak ik ga staan, op basis van m'n geschatte eindtijd voor het zwemmen. Ik besluit om in het vak "min1u18" te gaan staan. Een beetje zelfvertrouwen kan geen kwaad. De omroeper doet alle moeite van de wereld om de sfeer erin te krijgen bij de talrijk opgekomen supporters en dat lukt ook wel vrij aardig. Gelukkig moeten we niet meer zo lang te wachten en wordt het startschot een tiental minuutjes later gegeven.
M'n eerste betrachting is vooral om zonder haperen de eerste honderden meters in de zwemstart door te komen. Geen herhaling van mijn abominabele zwemstart in Zürich vorig jaar. Geen sinecure omdat ik me nu minder achteraan in de massa heb gepositioneerd. Hopelijk komt dat m'n zwemtijd ten goede. Maar qua zwemmen zelf en het incasseren van stampen en slagen, blijkt het in ieder geval minder interessant. Ook bij het bereiken van de eerste boei en alle volgende boeien is het met momenten heel lastig. Pompen of verzuipen. Ik hoop, maar weet totaal niet of ik op schema lig, als ik na de eerste zwemlus even aan land moet komen. Van zodra ik de wedstrijdklok al ruim boven de 50 minuten zie staan, krijg ik een mentale tik. Verdomme toch, ik had er toch op gerekend om na 2,4 km iets sneller door te komen. Niets aan te doen. Ik maak van de korte passage op het strand gebruik om m'n zwembrilletje terug goed te zetten. Ik heb twee keer een serieuze stamp gekregen waardoor m'n brilletje wat scheef was komen te zitten en er zelf een beetje water in gekomen was. Wat die tussentijd betreft, die is niet ok, maar ik houd me dan maar vast aan de gedachte dat ik de grootste, lastigste lus al gedaan heb en ik nu enkel nog de kleine lus van 1,4 km moet doen. Toen ik een tijdje later na 3,8 km uit het water strompel, ben ik echt wel benieuwd naar m'n totale zwemtijd. Tijdens de tussentijdse passage op het strand had ik niemand van m'n supporters gespot, maar nu herken ik Marcella in de enorme massa supporters. Dat doet deugd. Je familie en/of supporters passeren zorgt immers altijd voor dat beetje extra adrenaline dat je nodig hebt. Bij het passeren van de mat voor de tijdsregistratie is het trouwens al tijd voor m'n tweede adrenalineboost. Ik zie m'n zwemtijd en die is, voor mijn kunnen en een beetje tot mijn verbazing, toch best wel ok: maar ietsje meer dan 1u en 17 minuten. Veel beter dan wat die eerste 50 minuten hadden doen vermoeden. Yes!
Al lopend de wisselzone op zoek naar mn transition bag. Guess what? Ik vind hem niet en moet een tijdje zoeken eer ik hem terug vind en kan me dan pas beginnen klaar maken voor het fietsen. Gelukkig krijg ik hulp van een ongelooflijk vriendelijke vrouw die ook mn nek en mn schouders met sunblock inwrijft. Dat zal nodig zijn. Het is nog geen 8u s morgens maar de zon doet al volop zn werk. Ondertussen ook snel wat eten en drinken en ready to go. Het is te zeggen: niet voordat ik de ellenlange wisselzone uit ben. Het is een smalle, maar hele lange wisselzone (voor 2.800 atleten). Dat maakt dat ik een (veel te) lang eind met mn fiets nog moet lopen eer ik buiten ben en mag beginnen fietsen. Bij het vertrek op de fiets krijg ik nog wat aanmoedigen mee van mn supporters. Ik hoop ze binnen minder dan twee uurtjes terug te zien op één van de vele hotspots langsheen het fietsparcours: aan het begin van de Col de lEcre.
De eerste kilometers zijn zo goed als vlak en ik geraak snel in mn ritme. Drinken, drinken, drinken. Ik ben nog maar een paar kilometer weg ik zit zelfs nog op de Promenade des Anglais en heb al een halve drinkbus op. Amai dat smaakt ;-) Ik vind het fietsparcours niet zo vlot lopen dan in Zürich. Minder rechte stukken en al vrij snel wat vals plat er tussen. Na 20 km komt er een eerste hellingetje. Maar 500m lang, maar wel 10%. Doseren is de boodschap. Vanaf dan is het heel veel schakelen, heel veel drinken, zorgen dat ik op de juiste momenten mn PowerBar bars naar binnen werk. Het is wel vervelend dat ik bij elke bevoorrading heel erg moet vertragen om zowel water als sportdrank aan te nemen. Maar er zit niets anders op. Gelukkig gaat het allemaal redelijk vanzelf. Enkel voor het eten moet ik af en toe wel moeite doen. Maar het drinken gaat heel goed, zonder nadenken. Tijdens het fietsen in totaal alleen al speel ik wel zeven liter naar binnen, denk ik. Achteraf bekeken misschien te veel, want ik moet maar liefst drie keer in de kant om te gaan plassen. Tijdverlies is het enige wat dan elke keer door mn hoofd gaat. Een teken dat het mentaal nog goed zit, denk ik dan maar.
Bij het fietsen zelf heb ik constant een dubbel gevoel. Ik wil de 180 km graag binnen de zes uur afwerken. En niettegenstaande ik een vrij goed gevoel heb tijdens het klimmen, lijkt het er lange tijd naar uit te zien dat dat niet gaat lukken. Het eerste uur gaat het gemiddeld vlot boven de 30 km/h, maar vanaf dan is het zo dikwijls bergop dat mn gemiddelde alsmaar zakt. Aangekomen aan de Col de lEcre wordt het alleen maar erger: 21 km bergop is niet echt bevorderlijk voor de gemiddelde snelheid. Na meer dan vier uur fietsen zit ik nog steeds ruim onder de 30 km/h gemiddeld. De marathon in gedachten, kies ik er bewust voor om niet te diep te gaan in het fietsen en dat is dan natuurlijk het logische gevolg. Wat me meer verbaast, is dat ik op mn Garmin na 180 km maar liefst 2.100 hoogtemeters zie staan, terwijl er officieel maar sprake is van 1.800 hoogtemeters. In de laatste twee uur fietsen gaat het gelukkig heel veel bergaf. Alhoewel dan niet mijn sterkste kant is. Op het vlakke en vooral bergop rijd ik de ene na de andere atleet voorbij. Bergaf krijg ik soms de indruk dat ze me allemaal terug voorbij zoeven. Maar toch volstaan de vlakke kilometers en de lange stukken bergaf om uiteindelijk op minder dan zes uur de 180 km te volbrengen.
Dat alles maakte dat ik na minder dan 7,5u wedstrijd toch redelijk tevreden de wisselzone binnenkom en vol goeie moed aan de marathon wil beginnen. Maar niet voor ik eerst nog eens langs het toilet moet passeren. Waste of time. Damned. Achteraf blijkt deze wissel wel iets vlotter te zijn gegaan dan de eerste wissel. Ook logisch, maar toch duurt ook de tweede wissel veel te lang.
Het koninginnestuk van de wedstrijd kan beginnen: de marathon. Ik neem me voor om deze keer puur op het gevoel te starten: een mooi tempo proberen te lopen en mn snelheid maar te checken na de automatische lap op mn Garmin van 2km. De eerste 2km gaan aan 4:47/km. Woow. Dat is te snel, maar ik zal wel zien wat het geeft. Om dat te weten moet ik spijtig genoeg niet lang wachten. Enkele kilometers later daalt mn snelheid. Het gaat nu boven de 5:00/km. Maar het lukt me dan wel weer om pas na ongeveer 15km boven de 5:10/km te lopen. Geen super groot verval dus. Verder in de wedstrijd zakt mn snelheid wel verder weg, maar mn traagste kilometer blijft toch nog beneden 5:40/km. Het klinkt misschien raar. Maar ik heb de indruk dat de hitte tijdens de marathon me mentaal meer helpt dan dat het me fysiek aan snelheid doet inboeten. Bij de meeste andere atleten blijkt dat niet het geval te zijn. Ik zie enkele keren de hulpdiensten uitrukken en een atleet op een draagberrie afvoeren. Het aantal triatleten dat wandelt en niet meer loopt, is niet meer te tellen. Achteraf in de uitslag, schrik ik ook wel van het aantal atleten dat heeft opgegeven. In de roes van de wedstrijd geven al die dingen me een kick. Sorry voor hen. Ook het feit dat ik zo erg moet bezig blijven met tijdig eten, maar vooral drinken, verzet mn zinnen en maakt de pijn op bepaalde momenten precies gemakkelijker om dragen. Tegen het begin van de laatste 10 km heb ik min of meer uitgerekend of het nog zou lukken binnen de 11u te finishen. Maar ik stel vast dat dat moeilijk wordt, heel moeilijk. Dan moet ik terug 10 km aan minstens 5:00/km lopen. Ik besluit het toch te proberen. Het is echter een maat voor niets. Ik kan wel denken en het gevoel hebben dat ik serieus versnel, maar telkens ik mn snelheid check, blijkt dat ik maar een beetje sneller loop, maar allesbehalve snel genoeg. Niets aan te doen. Nog een paar kilometers doorbijten en dan komt mijn moment. Iedereen uit de weg ;-) Ik ben het ondertussen al heel goed gewoon om in elke bevoorrading en onder de douches tal van triatleten, die in mn weg staan of lopen, opzij te duwen. In de laatste rechte lijn, haal ik nog twee atleten in. Ik zie London en Vegasklaar staan om met mij mee over de finish te lopen. Ik weet dat het lawaai en de sfeer, die de supporters op dat moment maken, enorm is, maar ik herinner me er weer bijzonder weinig van. Zürich all over again. Verdomme toch. Ik neem Vegas op, hoop dat daardoor niets in mn rug schiet ;-) en ik loop met haar op mn arm en tesamen met London de finish over. Yes sir! Nummer twee is binnen. Het was dan toch geen toeval dat het vorig jaar zo goed gelukt was in Zürich ;-)
Het weekje Nice was een ongelooflijk schot in de roos. De wedstrijd zelf was de apotheose, maar alles er rond was ook super. Het verblijf, het weer, alle aanmoedigingen vanuit het thuisfront, die smsjes, dat getwitter. Ik verschoot eerlijk gezegd soms wel van de belangstelling. Er zijn er natuurlijk altijd die eruit springen. De begeleiding door Mieke en Rudi werpt het tweede jaar op rij zn vruchten af. Thanks a lot. Sommige thuissupporters zijn heel fanatiek. Ze belllen net op het moment dat ik bergop mn supporters passeer en ze daardoor bijna mis ;-) Thanks Ilse. Er zijn er die blijven supporteren tot je thuis bent ;-) Thanks Niko. Het allermooiste is natuurlijk het gezelschap van de trouwe supporters ter plaatse. Aan Christel, London, Vegas, Marcella en Frank een hele grote dankuwel om erbij te zijn geweest. Zonder jullie was het ook deze tweede keer nooit allemaal zo goed afgelopen. En de aller-aller-allergrootse merci, die hoeft niet veel meer uitleg denk ik. Mijn steun en toeverlaat het hele jaar door en mn hele leven lang ;-) ... thank you soo much Christel. You are so unbelievable. I couldnt have done this without you. Zeker weten. xxx
Met gemengde gevoelens kijk ik terug op de Van Moer kwarttriathlon van zaterdag 25 september. Zonder specifieke voorbereiding. Zonder veel ambitie. Wetende dat de korte afstand sowieso m'n ding niet is. Daarom verwachtte ik er eigenlijk niet veel van. Alleen zou ik nog eens graag een goede (lees: gewone) zwemstart willen. En tijdens het fietsen wou ik ook graag een deftig gemiddelde halen. De rest zou ik wel zien. En laat het nu net de rest zijn waar niet veel aan te zien was ;-) 15 km met de fiets onder politiebegeleiding naar de zwemstart. Spijtig genoeg is het niet alleen de politie die ons begeleidt, maar ook de (tegen)wind, de regen en - als klap op de vuurpijl - hagelbuien. Klappertandend aan de start. De Antwerp Ironman 70.3 van vorig jaar all over again, maar dan nog wat erger. De strijd lijkt me nu al gestreden. Net voor de start - als ik een beetje het gevoel begin te krijgen dat ik in m'n wetsuit toch nog een beetje kan opwarmen - krijgen we nog een extra hagelbui te verwerken. Dankuwel sch**tweer. Ik ben nog nooit zo blij geweest dat ik in het water mag. En toch, wonder boven wonder, verloopt de zwemstart vlekkeloos. Het lijkt wel of ik eerst bijna onderkoeld moet geraken om een goede zwemstart te kunnen maken. Ik zit onmiddellijk in m'n ritme en dat blijft zo de ganse tijd. Als ik uit het water kom, roept Christel m'n tijd toe: 18 minuten en ... Dat is voor mij best ok. Ik wou dat ik hetzelfde van m'n wissel kon zeggen. Zeker vijf minuten verspelen is toch iets te veel van het goeie. Ik zal het nooit leren. Als ik net uit het water kom, functioneer ik gewoon niet meer zoals het moet. As simple as that. Het fietsen dan. Gelukkig is het droog als ik vertrek. Maar de weg ligt er natuurlijk kletsnat bij. Dat wordt opletten in de bochten en vooral bij alle treinsporen, die ik zal moeten dwarsen. Ik probeer dan toch op de gemakkelijke stukken er serieus de pees op te leggen. Dat lukt met momenten heel goed. Maar de wind speelt toch, iets teveel naar m'n zin, in het nadeel. Het had sneller gekund, mochten we het parcours in de omgekeerde richting mogen rijden. So be it. Op bepaalde stukken geraak ik nauwelijks aan 30 km/h. Dan moet het op andere stukken soms tegen 50 km/h als ik nog een mooi gemiddelde wil halen. Net als ik volledig opgedroogd ben, begint het in de laatste 10 km terug te regenen ... en te hagelen. Een glad wegdek, een slechter zicht, nog een bochtig stuk kasseien, ... En alsof dat nog niet genoeg is, gaf daarnet een seingever aan dat ik moest omrijden omdat de sluisdeur, waar ik de eerste keer over ben gereden, nu open stond. Ik kan niet anders dan de snelheid wat laten zakken. En toch, tot m'n grote tevredenheid , merk ik - voor ik de wisselzone binnenrijd - dat ik 37,5 km/h gemiddeld heb gereden. Iets minder tevreden ben ik als ik ook merk dat het geen 45 km, maar ruim 48 km was. Het zou sowieso al moelijk geweest zijn door die slechte wissel van daarnet. Maar een goeie eindtijd kan ik dus nu wel zeker vergeten. Damned. In tegenstelling tot de eerste wissel na het zwemmen, verloopt de tweede wissel na het fietsen normaal wel goed. Maar deze keer niet. Als ik me buk om m'n compressietubes aan te doen, schiet er een kramp in links onderaan m'n buikstreek. Om dood te gaan. Ik probeer nog eens opnieuw zonder succes. Het is minuten sukkelen om toch een positie te vinden waarin ik m'n compressietubes aangetrokken krijg. Bij het buitenlopen van de wisselzone breekt de veer. Twee slechte wissels en teveel kilometers moeten fietsen. Niettegenstaande ik twee vooropgestelde doelen heb gehaald, kan ik een goeie eindtijd toch vergeten. Dat is balen. Ik kan me niet meer opladen om me nog eens opnieuw af te beulen om 10 km aan een deftig tempo te lopen. En, eerlijk gezegd, de kou, de regen en de hagel hebben natuurlijk ook meer dan hun tol geëisd. Niet zozeer m'n benen voelen slecht, maar over m'n ganse lijf voel ik me gekraakt. En dat na nog geen twee uur wedstrijd. Tja. Net op dat moment komt ook nog een gedachte de kop op steken. Een gedachte die ik op dat moment absoluut niet nodig heb. Ik zit even met m'n hoofd negen maanden verder in Nice. Zalig, maar daar ga je natuurlijk niet sneller van lopen op een 10 km ;-) Maar dat kan me nu even niet schelen. Iets meer dan 10 km loop ik uiteindelijk in een beschamende 45 minuten. Het is wat het is. Think positive. Mijn twee vooropgestelde doelen heb ik gehaald. De rest trok op niets. Het was een goede training. En ik hoop dat er nog veel goede trainingen zullen volgen. Trainingen voor 26 juni 2011. M'n enige doel. The rest are details.
Zondag 25 juli 2010. Om exact vier uur 's morgens word ik gewekt door de tonen van "Home" van Depeche Mode. Een zaliger begin van de dag kan ik me niet indenken. Alleen het vroege uur stoort me. Zoals verwacht was de voorbije nachtrust alles behalve. Maar dat was dan ook het enige wat niet verlopen is zoals het moest in mijn twee jaar durende voorbereiding op deze dag. Voor het overige was het één langgerekte droom, die nog steeds niet ten einde is. De apotheose moet immers nog komen, hopelijk ergens rond zes uur vanavond, na net geen elf uur wedstrijd.
Uit ervaring weet ik dat een ganse dag koolhydratenstapeling de dag voordien niet bevorderlijk is voor m'n eetlust s morgens. Dat blijkt ook nu niet anders te zijn. Het is immers niet door het vroege uur of door de stress dat ik slechts twee kommen cornflakes en een beetje brood met konfituur naar binnen krijg gespeeld. Het zij zo. No worries, die komen straks vanzelf wel. De dag begint trouwens niet alleen vroeg voor mij. Samen met Christel en de kinderen sta ik om vijf uur reeds vertrekkensklaar. En 15 km verderop in Zürich begint ook op dit ontiegelijk vroege uur een hele lange dag voor Ilse, Ingrid, Sara en Sofie. Maar liefst zeven supporters zullen me vandaag tot aan de finish schreeuwen. Die langgerekte droom is inderdaad nog verre van afgelopen.
Volledig volgens planning arriveren we op de Landiwiese aan de Zürichsee, het zenuwcentrum voor de wedstrijd van vandaag. Over zenuwen gesproken, ik voel me eigenlijk nog niet te zenuwachtig. Wel nog een paar dingen een paar keer teveel controleren in de wisselzone. Maar dat is niets ongewoons. Zo gaat dat nu éénmaal bij mij net voor het begin van een wedstrijd. Heel toevallig loop ik een kwartiertje voor de start Stefaan tegen het lijf. Een andere triatleet, die ik ken van tijdens mn zwemtechniektrainingen in het Sinbad met Rudi en Mieke. Hij spreekt me wat moed in en geeft me de goede raad om me niet te veel achteraan te leggen bij de zwemstart en om vooral relaxt te blijven. Yeah right. For what its worth dan maar. Zijn doel in z'n derde Ironman is iets ambitieuzer dan dat van mij. Hij wil na minder dan 10 uur finishen. Achteraf zal blijken dat hij daar met verve in zal slagen. Dikke proficiat Stefaan.
Voor ik het goed en wel besef wordt het startschot gegeven. M'n zwemstart verloopt (weeral) niet zoals het hoort. "Self fulfilling prophecy" heet zoiets. Ik geraak niet in m'n ritme en slaag er niet in om op een defitge manier crawl te zwemmen. M'n ademhaling wil niet mee. Er zit dan ook maar één ding op: rustig blijven en afwachten tot het betert. Wat dan wel weer meevalt, is het aantal stampen en slagen dat ik moet incasseren. Dat had ik erger verwacht. Ondertussen tikt de tijd wel verder en begin ik al snel te beseffen dat ik in de eerste minuten van de wedstrijd mn droom, om binnen elf uur te finishen, stilaan mag beginnen opbergen. Uiteindelijk begint het dan toch te beteren, geraak ik in mn ritme en merk ik dat ik meer en meer zwemmers begin in te halen. Ik ben wel verbaasd als ik, naar m'n gevoel, veel te laat aan de eerste boei kom. Gelukkig blijkt een beetje later dat ik de eerste boei, zonder het te beseffen, gepasseerd ben en de tweede boei op die manier ineens de derde boei wordt. Dat is trouwens ook het punt waar we een keer uit het water moeten komen en een vijftigtal meter over een eilandje moeten lopen tussen een massa van schreeuwende supporters. Dan terug het water in en beginnen aan de tweede helft van het zwemmen. Hoe ze het klaar speelt, ik weet het niet. Maar tussen meer dan 2.000 atleten, allemaal in wetsuit, met dezelfde gele badmuts en met een zwembrilletje op, herkent Ilse me in het voorbijlopen. Ze roept m'n naam en op die manier zie ik m'n supporters onverwacht een eerste keer. Ook als ik een tijdje later opnieuw, maar dan definitief, uit het water kom, staat iedereen op post en krijg ik opnieuw welgekomen aanmoedigingen. Aangekomen in de wisselzone, kan de wedstrijd voor mij nu echt beginnen.
Tijdens het wisselen kijk ik snel op m'n Garmin en zie ik dat het nog maar 8u24 is. Dat betekent dat, ondanks de slechte zwemstart, ik toch niet zo heel veel tijd verloren ben. Finishen binnen elf uur moet dan toch nog mogelijk zijn. Bij het verlaten van de wisselzone zie ik m'n supporters nog een keer. De volgende keer zal pas rond elf uur zijn op de beklimming van Heartbreak Hill. Ik voel me volledig klaar voor 180 km fietsplezier. De eerste 30 km van het fietsparcours zijn redelijk vlak. Als ik een deftig gemiddelde wil halen, zal ik op dit stuk moeten doen. Meestal gaat het rond de 38 km/h, soms 40 km/h of er net boven. Ik volg de raad van Rudi heel goed op om voldoende te doseren en om steeds het gevoel te houden dat ik nog sneller kan. En dat geldt vooral voor na de 30 vlakke kilometers, wanneer de eerste klim begint. Ik trap één of twee tandjes kleiner dan wat ik normaal zou trappen om op voldoende souplesse naar boven te kunnen rijden. Het gaat constant op en af en na ongeveer 50 km kom ik aan "The Beast": een langere helling, die begint aan 5%, maar op de steilste stukken piekt tot 10%. Ik weet dat er even later nog een lastige, lange helling op me ligt te wachten. Het gevoel is goed, maar het gaat natuurlijk niet bijzonder snel. Als ik correct reken, zit ik toch een beetje voor op schema. Als ik het klein beetje achterstand van het zwemmen wil goedmaken en voldoende reserve wil houden voor de marathon is dat geen overbodige luxe. Er staan me natuurlijk nog heel wat klimkilometers te wachten en dat maakt het moeilijk om in te schatten welk gemiddelde ik uiteindelijk ga kunnen halen.
Na het meeste klimwerk in de eerste ronde, gaat het terug een stuk op het vlakke, richting start en rijd ik richting Heartbreak Hill. Dat was het enige stuk bergop dat ik donderdag niet met de fiets verkend had. In alle Ironman brochures maken ze de vergelijking met Alpe d'Huez. Ze bedoelen dan natuurlijk niet de moeilijkheidsgraad, want daarvoor is deze beklimming veel te kort. Maar wat het publiek betreft, tart dit inderdaad wel elke verbeelding. Bij het voorbij steken van een andere triatleet moet ik roepen en al m'n stuurmanskunsten bovenhalen om tussen het publiek verder naar boven te kunnen klimmen. Tussen dat uitzinnige publiek ... jawel, mijn supporters. Zoals afgesproken, getooid en heel herkenbaar met onze Vlaamse Leeuw vlag. Dit is één van de moeilijkste momenten om m'n adrenaline onder controle te houden en geen zotte dingen te beginnen doen. De wedstrijd is immers nog maar vier uur ver. Als ik even later passeer aan de start en aan de tweede ronde begin kan ik m'n gemiddelde snelheid controleren: net geen 34km/h. Sneller dan verwacht. Ik besluit dan ook om het een beetje rustiger aan te doen om straks zo fris mogelijk aan het lopen te kunnen beginnen. Het voordeel is nu wel dat ik het parcours al iets beter begin te kennen en ik af en toe bepaalde stukken bergop op m'n buitenblad omhoog rijd, telkens ik weet dat het niet te lang bergop gaat. De tweede ronde gaat uiteindelijk wel iets rustiger, maar toch nog aan bijna 33 km/h gemiddeld en nog snel genoeg om na minder dan zeven uur wedstrijd opnieuw in de wisselzone te arriveren.
Net uit de wisselzone gekomen, neem ik even de tijd om m'n tweede sanitaire stop van de wedstrijd te nemen. Later zal er nog een derde volgen. Waste of time, maar ik heb gewoon geen keuze. Ik put er wel moed uit omdat het toch een teken moet zijn dat ik tot nu toe (meer dan) voldoende gedronken heb. Niet onbelangrijk met het oog op de afsluitende marathon. Bij het buitenlopen van de wisselzone, schreeuwt Christel nog een goede raad van Rudi toe om de eerste ronde "met de handrem op" te lopen. Wel, dat was exact wat mn benen me nu zouden zeggen, mochten ze kunnen spreken. Ik wacht ook bewust enkele kilometers om m'n gemiddelde snelheid op m'n Garin te controleren. Het geeft een geruststellend gevoel, te zien dat het "te trage" tempo dat ik loop toch nog rond 5:05 per km gaat. Er rest me nog maar één ding te doen: zorgen dat het verval beperkt blijft. Ik weet dat ik mag zakken tot ongeveer 5:45 per km om mn marathon binnen de vier uur te lopen. Absoluut niet crashen is de gedachte die er voor zorgt dat ik de ganse tijd trager loop dan dat ik zou willen. Ook als ik merk dat in de tweede ronde m'n tempo langzaam maar zeker verder zakt. En in de derde ronde zelfs richting 5:30 per km gaat. Of dat gevoel dat het sneller zou kunnen wel klopt, daar heb ik serieus m'n twijfels over. Van in het begin van de marathon voelen m'n benen alles behalve tip top. De ene kilometer voelt het alsof er krampen op komst zijn, de volgende kilometer gaat het weet beter, dan doet het hier zeer, dan weer daar. Ongeveer halverwege begin ik bovendien meer en meer de voorkant/onderkant van m'n rechterbeen te voelen. Exact dezelfde beginnende kwetsuur, die in de laatste trainingsweken vóór de wedstrijd de kop kwam opsteken. Maar ik ben eigenlijk al blij dat ik dit pas na negen uur wedstrijd begin te voelen.
Gedurende de marathon denk ik dikwijls aan de uitspraak van Rudi dat een Ironman voor de helft een mentale wedstrijd is. Tedjuu toch, hij heeft weeral gelijk ;-) Die mentale strijd begint natuurlijk vooral bij het begin van de marathon en houdt dan niet meer op tot aan de finish. Het komt er gewoon op aan om aan dingen te denken en dingen rondom je te zien die het gemakkelijker maken om nog drie tot vier uur te kunnen lopen. Heel dikwijls onnozele dingen of gedachtenkronkels, dan kan ik je verzekeren. Ook constant bezig zijn met voldoende te eten en te drinken helpt enorm. Ook al voel ik wel af en toe last. Als ik bedenk wat voor een hoeveelheid rommel aan Powerbars, Powergels en Powerdrink ik al naar binnen gewerkt heb, mag ik absoluut niet klagen. Ik hoop dat mn maang en mn darmen het houden. Naarmate de tijd vordert, zie ik opvallend veel triatleten die stukken beginnen te wandelen. Ook dat geeft me net dat beetje extra om m'n eigen looptempo niet al te veel te laten zakken. Niets vergeleken met de boost die ik krijg als ik na elke ronde voorbij m'n trouwe supporters passeer. Vooral bij het ingaan van de laatste ronde. Want dan besef ik plots dat ik alles wat ik dan passeer niet meer opnieuw zal passeren. De finish kom langzaam maar zeker dichter bij. Ik ga het halen, zeker weten. Dit kan niet meer mis gaan. Ik ga het halen op minder dan elf uur, zeker weten. Het genieten tijdens de laatste kilometers kan ik niet beschrijven. In de laatste kilometer verander ik langzaam maar zeker in één grote brok emotie. Niets aan te doen. Een beetje spijtig, want van de laatste 100-200 meters herinnner ik me niet veel meer. Het wordt me allemaal even te veel en voor de eerste keer herken ik mn eigen supporters zelfs niet meer. Sorry guys. Ik hoor zelfs niet meer welke muziek door de de boxen aan het knallen is. Ik weet alleen dat ik tussen heel veel schreeuwende mensen richting finish loop. Waanzinnig. Ik zou heel hard willen roepen, maar dat lukt me om één of andere gekke reden niet meer. Ik haal de finish na 10 uur 38 minuten en 58 seconden wedstrijd. Dit was het. I f*cking did it. Man, man, man.
Wat een dag. Wat een voorbije twee jaar. Al die inspanningen, al die discipline, al die opofferingen, ... Dag in dag uit. Maar het is met heel veel plezier gedaan als ik zie tot welk resultaat het geleid heeft. Ik herinner me dat ik vijf jaar geleden met iemand aan het dagdromen was op hoeveel tijd we een volledige Ironman zouden kunnen doen. Als we al aan de finish geraakten, grapten we toen. Hoe we ook rekenden, we kwamen nooit onder de twaalf uur uit. Ik zal nog heel wat tijd nodig hebben om dit goed en wel te beseffen.
Een wedstrijdverslag is geen wedstrijdverslag zonder een dikke dankuwel aan al diegenen die, op welke manier dan ook, me heel veel of maar een beetje hebben geholpen om mijn grootste sportieve droom (tot nu toe ;-) waar te maken. Gewoon hun belangstelling getoond, me aangemoedigd, één of heel veel smsjes gestuurd, getwitterd, goede raad gegeven, ... noem maar op. Ik kan echt niet iedereen vernoemen, want dat zou me toch niet lukken zonder iemand te vergeten. Maar Rudi en Mieke wil ik toch effe afzonderlijk bedanken voor alle energie die ze in mijn begeleiding gestoken hebben. En natuurlijk de supporters ter plaatse, dat is natuurlijk nog van een ander kaliber. Christel, London, Vegas, Ilse, Ingrid, Sara en Sofie. Zonder jullie had ik dit nooit op dezelfde, fantastische manier voor mekaar gekregen. Aan alle zeven een hele dikke merci. En nog een net iets dikkere merci aan mij eigen iron lady ;-). Bedankt Christel. Zonder jouw steun, geduld, hulp, ... zou ik zelfs nog niet aan de start gestaan hebben. Dit was onze wedstrijd. Thank you so much.
Op 14 september 2010 organiseert Eurostar de Tri-City-Athlon. Een unieke triathlon waarbij er op één dag 1,5 km wordt gezwommen in Parijs, 40 km wordt gefietst in Brussel en 10 km wordt gelopen in London. Ik heb mezelf ook kandidaat gesteld. In een eerste ronde worden er 50 deelnemers geselecteerd op basis van het aantal stemmen. In een tweede ronde worden er uit die 50 deelnemers nog 20 deelnemers weerhouden. Via dit berichtje op m'n blog, vraag ik om op mij te stemmen via deze link. Om te stemmen dien je je wel te registreren. Heb je al een FaceBook account, dan kan je die gebruiken om in te loggen en je stem uit te brengen. Het zou leuk zijn als er door dit berichtje nog een aantal stemmen bijkomen. Uiteindelijk kan immers elke stem het verschil maken.
Vermits ik maar twee voorbereidingswedstrijden doe vóór m'n grote afspraak, zat er - na m'n slechte beurt in Geel,drie weken geleden - niet veel anders op dan in Leuven voor mezelf te bewijzen dat ik wel degelijk iets kan gaan doen in Zürich. Ik had mezelf voor de wedstrijd in Leuven dan ook drie doelen gesteld.
1) De 2,5km zwemmen in minder dan 50min 2) Een totale eindtijd van minder dan 5u 3) Een goed gevoel na de finish.
Enkel over het derde doel, valt nog te discussiëren. Ik bedoelde immers niet een goed gevoel "in 't koppeke", want dat komt natuurlijk automatisch met een goede eindtijd. Maar 24 uur later voel ik me nog altijd niet echt tip top. En morgen is het terug trainingsdag. Als dat maar goed komt ... Alhoewel ik wel het gevoel heb dat het gevoel nu eerder het gevolg is van het slechte weer tijdens de ganse wedstrijd, dan van de inspanning zelf.
In tegenstelling tot de Antwerp Ironman 70.3 vorig jaar, heb ik de laatste dagen rustig naar de wedstrijd in Leuven toegeleefd. Vorig jaar had dat ook voor een groot deel met het slechte weer te maken, waar ik me enorm ongerust over maakte. Dit jaar was het weer geen sikkepit beter, maar heb ik er gewoon in berust. En dat is natuurlijk het beste wat je kan doen. Het kl*teweer zal er ook wel voor iets hebben tussen gezeten dat het aantal niet-starters (56) en niet-finishers (31) in deze wedstrijd zo hoog was.
De resultaten van de wedstrijd zelf:
2,5km swim + T1 = 50'56" (waarvan T1 3 à 4') De zwemproef ... Vermits ik ruim op tijd in T1 arriveerde, heb ik rustig de tijd genomen om eerst nog een klein eindje te gaan joggen met de bedoeling om toch een beetje opgewarmd aan de start van het zwemmen te staan. Het heeft spijtig genoeg niet geholpen. Ik ben bewust helemaal achteraan gestart, maar zelfs dat heeft niet mogen baten. M'n start was abominabel slecht. Nog slechter en ik had dit niet meer kunnen navertellen. Dit moet ik echt nog eens met Rudi en Mieke bespreken, want dit wil ik in Zürich echt niet meemaken. Ik weet niet wat de oorzaak is, maar de eerste minuten slaagde ik er gewoon niet in om deftig te zwemmen. Een gebrek aan adem, deden me volledig blokkeren. Het enige positieve is dat ik dat vreselijke moment ben doorgeraakt en mezelf heb kunnen herpakken. Wetende dat dit me zeker een paar minuten gekost heeft, bleek achteraf dat ik me daadwerkelijk heb kunnen herpakken. Ik heb nog ongeveer 50 slechtere zwemmers kunnen inhalen. Christel heeft exact de tijd kunnen chronometreren dat ik uit het water ben gekomen: 47'36". En daar ben ik heel tevreden mee.
81km bike + T2 = 2u21'28" (waarvan T2 ca 1') Het fietsen. Door m'n gebrek aan zwemtalent, betekent dit voor mij klassiek een massale inhaalrace. En daarmee gepaard gaande een welgekomen boost voor m'n moraal. Het was vast en zeker een lastig parcours. Maar eerlijk gezegd niet zozeer door de hoogtemeters. Dat viel immers best mee, met eigenlijk maar één echte - maar zelfs korte - helling, die we drie keer over moesten. Ik had het op dat gebied lastiger verwacht. De lastigheid zat hem eerder in het vele draaien en keren in Leuven centrum, maar werd vooral veroorzaakt doordat de weg er de godganse wedstrijdnat bij lag en daarbovenop de wind ook z'n rol heeft gespeeld. Ik ben een paar keer zelfs, op mooie rechte stukken, uit m'n beugels moeten komen, omdat ik m'n fiets, door de rukwinden, niet meer voldoende onder controle had. Totaal niet te vergelijken met het fietsen vorig jaar in Antwerpen. Toen haalde ik bijna 36km/h gemiddeld. Nu haalde ik maar 34,5 km/h gemiddelde, maar dat vind ik zeker evenveel waard.
20km run = 1u33'10" De halve marathon - of net toch niet, want de organisatie heeft ons een volledige kilometer cadeau gegeven en hield het op 20km. Nog nooit meegemaakt. Origineel is het minste wat je kan zeggen. Maar ik moet eerlijk toegeven dat ik daar in de eerste van drie ronden totaal geen boodschap aan had. Een serieuze kasseistrook, die kletsnat lag en redelijk steil bergaf ging. Die zelfde strook bij het terugkeren naar het Ladeuzeplein nog eens bergop. Een voetgangerstunnel met trappen. Een slijkstrook met plassen in het park. Je kunt het zo gek niet bedenken. Ik dacht dat zoiets een trail run heette. Ook al was ik redelijk goed gestart aan 4:23/km, ik merkte al snel dat ik m'n beoogde tempo van 4:30/km niet kon aanhouden. Enkel de stukken waar geen of weinig "hindernissen" in zaten, gaven me een juist beeld van de snelheid die ik nog in staat was gedurende een halve marathon vol te houden. Meer dan m'n vorige wedstrijden, had ik deze keer heel veel moeite om de overgang van fietsen naar lopen te verteren. Het duurde de hele eerste ronde (6-7km) voor het gevoel in m'n benen een beetje draaglijk werd en ik eindelijk in m'n tempo geraakte. Naarmate de kilometers vorderden, ging m'n temp gestaag omhoog. Natuurlijk voelde ik me moe, maar de benen deden nog wel wat ze moesten doen. De eerste ronde had ik een gemiddelde van amper 4:45/km, de laatste ronde 4:30/km. Dat zegt genoeg, denk ik. In het totaal liep ik gemiddeld maar aan 4:39/km. Een serieus stuk trager dan wat ik wou lopen. Maar gezien het loodzware parcours, kan ik daar best mee leven.
Na 4u47'18" was het gedaan met de fun. Het was voldoende om me volledig klaar te voelen om binnen een kleine twee maanden een nieuwe sportieve droom waar te maken in Zürich.
Tot zo ver mijn leven als blogger. Of toch niet helemaal ... Ik laat m'n blog nog wel bestaan en zal er in de toekomst nog wel bepaalde dingen op bijhouden: m'n wedstrijdplanning, resultaten, kilometertellers, ... En m'n wedstrijdverslagen zal ik er vast en zeker op posten. Maar voor het overige, houd ik het voor bekeken. Ik doe nog wel graag m'n zeg op het internet, dat wel. Maar het bloggen vraagt net iets te veel tijd. Tijd die ik eigenlijk al lang niet meer heb. En vermits er een volwaardig alternatief bestaat voor het bloggen, heb ik daar voor gekozen. Yes, I'm on Twitter. In vergelijking met een blog, heeft Twitter z'n voor- en nadelen. Het belangrijkste voordeel voor mij is dat ik veel sneller iets kan posten. Dat ik dat altijd en overal kan twitteren, wanneer ik maar wil, zonder achter m'n PC te moeten zitten. Zelfs live verslaggeving tijdens een wedstrijd kan ;-) En ook dat ik heel gemakkelijk anderen - bekenden en minder bekenden - hun reilen en zeilen kan volgen wanneer ik maar wil. En dat ik kan reageren als ik daar zin in heb. Het nadeel is wel dat alleen andere Twitteraars kunnen reageren. Maar wie weet is dat op termijn ook geen probleem meer als de halve wereld twittert. In elk geval kan iedereen die daar zin in heeft af en toe een kijkje gaan nemen op http://twitter.com/hankmees.
Na enkele jaren van trouwe dienst, houdt hij het blijkbaar voor bekeken. 't is te zeggen niet volledig, maar ik kan niet meer op hem rekenen. Bij het minste is het hem te veel en "valt hij uit". Ik heb het over m'n Garmin Forerunner 305. Sinds oktober 2006, deed ik geen looptraining mee zonder hem. Andere bezitters van een GPS loophorloge kunnen zich waarschijnlijk ook niet meer voorstellen hoe ze ooit deftig hebben kunnen trainen zonder. Dikke zever natuurlijk. Want m'n eerste marathon was - als eerste marathon dan toch - één van m'n betere loopprestaties ooit. En toen had ik nog nooit met een GPS horloge gelopen, niet op training en niet tijdens een wedstrijd. Maar van zodra je er mee gelopen hebt, kun je gewoon niet meer zonder. Een jaar geleden begon hij al eens raar te doen. Maar dat is om één of andere onverklaarbare reden vanzelf overgegaan. Zoals dat bij mensen ook wel eens gebeurt ;-) Maar nu is het enkele weken dikke miserie. Vijf tot zes keren uitvallen op één training is niets bijzonder meer. Op den duur was ik meer bezig met m'n Garmin in 't oog te houden dan met m'n looptraining zelf. En daarom ben ik sinds deze week de trotse bezitter van zijn jongere broertje: de Forerunner 405. Op het eerste zicht heeft die toch een aantal voordelen t.o.v. zijn voorganger. Hij oogt veel mooier, maar dat is gewoon mooi meegenomen en in feite maar bijzaak. Belangrijker is dat ik de indruk heb dat hij merkelijk sneller zijn satelieten vindt. En ik heb ook net ontdekt dat de virtual partner functie gemakkelijker te gebruiken is. Misschien dat ik die daardoor dan toch frequenter ga gebruiken. Iets minder dan weer is het bedienen via de touch bezel: een ring rond de horloge die werkt zoals een touchscreen. Heel fancy, maar eigenlijk overbodig, wat mij betreft. Een ander nadeel is dat het me, tegen m'n zin, weer wat geld gekost heeft. Murphy heeft er dan bovendien weer voor gezorgd dat zo'n ongewilde en ongeplande kost samen valt met andere kosten. Ik wou me immers al lang een Garmin Edge 705 cadeau doen voor op m'n koersfiets. Ik probeer heel bewust de uitgaven voor al m'n sportieve uitspattingen beperkt te houden. Maar als triatleet is dat een serieuze opgave, kan ik je verzekeren. Ik mag dan even niet terugdenken aan wat ik heb moeten neertellen om één van de 2.200 gekken te mogen zijn die in juli in Zürich een kleine halve dag zichzelf gaat afbeulen. Als ik dan lees dat sommigen het inschrijvingsgeld voor een marathon te veel vinden. Try triathlon and you ain't see nothing yet ;-( Wat doe je daar dan aan? Het IM inschrijvingsgeld daar kun je niet aan voorbij natuurlijk. Aan al die andere IM geldklopperij gelukkig wel. Je houdt het niet voor mogelijk. De IM Lottery: een loterij om mee te mogen doen aan het IM Word Championship in Hawaï. Pardon me? De IM Trophy: een gepersonaliseerde trofee als IM finisher. Leuk idee, tot je de prijs ziet. IM bib number sale: je gepersonaliseerde startnummer aan de start van een IM. Nog leuker idee, mocht het niet opnieuw dienen om geld op te brengen. Ironman was het toch? Of was het Ironmaffia?
Ik las zonet op www.3athlon.be dat Rutger Beke op 30 mei zal meedoen in Leuven. Dat doet me altijd wel iets: weten dat ik in een wedstrijd met echte wereldtoppers aan de start mag staan. Dat ik tijdens fietsen door hen gedubbeld mag worden. Spijtig genoeg tijdens het lopen niet meer. Maar langs de andere kant .... weer een plaats naar achter in de eindstand ;-)
Ik paste zonet m'n kilometertellers op m'n blog aan. En daardoor stelde ik vast dat ik in de voorbije twee maanden van dit jaar al meer gespind heb dan in gans 2009 of 2008. Dat zegt genoeg. Gisteren was het weer van dat. Normaal gezien had ikzaterdagmiddag - zowat de enige droge moment dit weekend - willen buiten rijden. Maar andere leuke plannen staken daar een stokje voor. Het was zaterdagmorgen of niets. En toen ik moest vertrekken was het aan het regenen en amper 5°. De keuze was dan ook rap gemaakt. Ik heb dan nog maar eens al m'n motivatie bijeen gezocht - gelukkig is dat nog steeds heel wat ;-) - en er een drieëneenhalf uur durende spinningtraining van gemaakt. Zowat de enige "serieuse" training in de voorbije rustweek. Alhoewel m'n zwemtraining van donderdag ook wel best ok was. Niet zozeer de training zelf want daar was niets bijzonder aan. Maar Rudi en Mieke hadden er wel een stuk van 400m in gestoken dat ik aan 1500m tempo moest zwemmen. Ik beschouwde het voor mezelf als een klein testje om te zien waar ik ondertussen ergens sta op zwemgebied. En het resultaat was dik in orde. Ik ging vlot onder de acht minuten of zwom dus iets onder de 2:00 per 100m. Een tempo dat ik een half jaar geleden amper in een 100 m reeks haalde. En ook de coach was content. Geslaagd met onderscheiding, denk ik. Het was maar een klein testje. Er was iemand die dit weekend een grotere test deed in het zwembad. En in die grote test met nog veel meer overtuiging slaagde. Ik herinner het me nog als de dag van gisteren dat ik met London in het zwembad of de zee speelde. Spelen betekende dan zoveel als de voeten natmaken of net er boven, want wat hij hij toch schrik van al dat water. Langzaam maar zeker kwam daar verbetering in nadat hij een paar lessen watergewenning had gevolgd. De verrassing was dan ook groot toen hij eind vorig, na een reeks zwemlessen, toch wel redelijk onverwacht z'n 25 meter diploma haalde. En gisteren was het opnieuw diplomazwemmen. De vorige keer hielden we we dat bewust een beetje geheim om op geen enkele manier druk op z'n kleine schouders te leggen. Maar gisteren was er geen houden aan. Een ganse week was hij er al over bezig. En toen hij vrijdagmorgen onverwacht ziek werd, was het zijn eerste bezorgdheid of hij zaterdag wel klaar zou geraken voor het diplomazwemmen. Voor zijn volgende diploma van 50 meter. En ja hoor. Hij heeft zich eens kunnen uitleven. En plots leek 50 meter niet meer voldoende. We waren dan ook verbaasd toen hij na twee lengtes zwemmen de kant aantikte en terugkeerde voor nog twee lengtes extra om pas na 100 meter apetrots uit het water te komen. Geslaagd met grote onderscheid. Momenten om te koesteren. Van zoiets geniet ik dan veel meer van dan van m'n eigen prestaties. Het is ook vooral nu dat ik van zo'n dingen moet genieten, vrees ik. Want als hij binnen enkele jaren papa voorbij zwemt, zal het iets minder genieten worden.
Wat komt er na twee intensieve trainingsweken? Juist, een rustweek. Waarom heb ik het daar altijd toch zo verdomd moeilijk mee? Tijdens de intensieve weken kijk ik nochtans altijd wel een beetje uit naar die rustweek. Maar blijkbaar alleen maar omdat ik dan ook wat extra rust hoop te vinden omdat de trainingen iets gemakkelijker in te plannen zouden zijn. Flauwe zever natuurlijk. Want er zijn natuurlijk altijd genoeg andere dingen waardoor één of twee trainingen minder niet veel verschil uitmaken. Het gaat bovendien ook niet altijd over minder trainen, maar ook vooral over rustiger trainen. Het komt er uiteindelijk op neer dat ik me in een rustweek veel te dikwijls de vraag stel of ik dan toch maar geen extra trainingetje zou doen. Hoe noemen ze zoiets? Triatlonitis zeker? Pfff. Ik heb er gisteren met Rudi nog een goed gesprek over gehad. Ik maakte me zorgen en dan is een goede coach één en al luisterend oor. Ik maak me geen zorgen over m'n motor. In alle bescheidenheid heb ik het gevoel dat die groot genoeg is om het vele trainingswerk af te kunnen. En mocht er meer tijd zijn, zou die motor nog meer en nog zwaardere trainingen af kunnen, denk ik. Maar het gaat natuurlijk niet alleen over de motor. Geen motor zonder carrosserie. En net daar maak ik me wel zorgen over. Niet door de zwemtrainingen of door de fietstrainingen. Maar als ik even terug kijk op de looptrainingen van de voorbije twee weken, dan stel ik toch opnieuwe vast dat het één en het ander kraakt van zodra er wat snelheid aan te pas komt. Combineer dat dan nog wat met extra volume en dan is het niet verwonderlijk dat ik het gevoel krijg dat ik op de grens van wat m'n lichaam verdraagt aan het trainen ben. Goed om weten, dat wel. En dat moet ik dus eigenlijk tevreden zijn met een schema deze week met maar twee looptrainingen. Waarom vraag ik dan aan Rudi of het kwaad kan dat ik nog een korte derde looptraining doe deze week? Na ons gesprek van gisterenavond, had ik - vooral aan mezelf - beloofd dat dan toch maar niet te doen en alles eens goed te laten rusten. Je wilt niet weten hoeveel keer ik ondertussen mezelf hier al aan heb moeten herinneren. Belofte maakt schuld. Gelukkig is dat een spreekwoord waar ik me altijd aan houd. Dus ook voor mezelf zeker?
Twee zware trainingsweken heb ik achter de rug. Omdat niet alleen de trainingen zelf, maar, op zijn minst alles er rond, enorm hectisch waren, is de voldoening achteraf eens zo groot. En ik was nog zo content van mezelf. Dat moet af en toe eens kunnen. Af en toe, niet te veel, want dan wordt het gevaarlijk ;-) En dan las ik over Dan Martin zijn avontuur. Waar blijven sommige mensen het toch halen? Op 8 mei begint hij eraan. Geen kwarttriathlon. Geen halve, geen volledige, maar "The global triathlon". Van de Amerikaanse oostkust naar Frankrijk zwemmen, via Europa en Rusland naar Alaska fietsen en via Canada naar New York lopen. De wereld rond ...voor een goed doel. Hij denkt drie tot vijf maanden nodig te hebben om de Atlantische Oceaan over te zwemmen, vier tot zes maanden om naar Alaska te fietsen en negen maanden om naar New York te lopen. Op zijn website opent hij met de gevleugelde woorden "Hello I'm Dan Martin. I'm an Extreme Athlete". Extreem? Hoe bedoel je? ;-) Zijn trainingschema's, die zou ik wel eens willen zien. Veel kilometers, mag ik veronderstellen. Maar het wisselen, daar zal hij dan waarschijnlijk iets minder op trainen ;-)