dag 1 Om 1.30h in de ochtend is er al geroezemoes in de kamer. Ik kan niet geloven dat iemand nu al wil vertrekken? Maar het blijkt loos alarm. Een Japanse vrouw heeft kou en ritst zich dicht in haar slaapzak. Mijn oordopjes zijn niet opgewassen tegen het koor van snurkers. Ik tel af om op te mogen staan. Om 6h worden we gewekt. Ik raak maar niet georganiseerd. Ik zeul met zakjes van links naar rechts. Bij het ontbijt blijf ik hangen bij een Antwerpse vrouw. Ze heeft 3 dagen gestapt en is nu op de terugweg, maar komt terug voor meer. Haar ogen blinken nog van ontroering. Ik ga uiteindelijk de deur uit als laatste. Toch haal ik al vrij snel veel mensen in onderweg. De ochtendnevel hangt als engelenhaar over de velden. In mijn rugzak is het kerstmis. Telkens als hij open gaat, is er een geurexplosie van kaneel. Na 2 h stappen is er koffie bij auberge Orisson. Ik lach naar iedereen van contentement. En dan begint het serieuze werk: klimmen. Er steekt een felle wind op. Ik blijk niet erg baanvast te zijn met mijn bochel. Ik zwalp als een zatlap over de baan. Ik maak me klein als een kromme heks, om dicht bij de grond te zijn. Als ik mezelf nu eens zou kunnen omtoveren in een gestroomlijnde auto, zoals in de transformers? Op dat moment glijdt als een engel een spierwitte chrysler pt cruiser voorbij. De camino kent mijn lievelingsauto. Ik probeer niet te vechten tegen de wind, maar ik geef ook niet toe. Het is tenslotte 'go with the flow' en niet 'go with the wind.' Die zou me met alle plezier nog verder terug blazen dan van waar ik kom. In het berkenbos wat verder is het uitverkoop. De bomen gooien met stokken naar je kop. Ik kan niet kiezen. Ik wissel van stok om de 5 stappen. Maar dan vind ik wat past: een gladde stok zonder scherpe randjes in de vorm van een staf. Super. Nu ben ik als Gandalf of Merlijn. De stok komt van pas want mijn benen beven van moeheid bij de afdaling op het pad dat door het bos slingert en vol losse stenen ligt. Ik kom aan in Roncevalles rond 1430h. 25 km geklommen en gedaald in 7h. Buiten een gigantische herberg (1 grote zaal met een plafond als in een kerk en massa's witte smeedijzeren bedden) is er niks. Dat wordt morgen weer een dag zonder eten op stap. Gisteren heb ik ook niets kunnen kopen omdat het zondag was. Gelukkig had ik 3 energy bars. (en die kreeg ik zelfs niet op). De herberg gaat pas open om 16h. Ik vul de tijd met stretchen en joga. Wanneer ik mijn schoenen uitdoe vind ik geen enkele blaar: Hoe kan dat nu? Hip hip hoeraaaaah!
Het gezelschap dat de Santiago grap mee in gang zette, wuift me uit. Ik kan niet stiekem op een andere trein springen. "Bid voor mij." zing ik beverig. "Neen, jij bidt voor ons!" zegt Mark streng. "Jij bent de pelgrim." Touché. En daarmee is de toon gezet deze reis: dienstbaar zijn.
Op de trein naar Parijs wordt de serie 'the thornbirds' levend wanneer een knappe jonge priester plaats neemt over mij. Hij is het evenbeeld van Jude Law. 'Zonde.' hoor ik me denken, en daarmee betrap ik mezelf op een zonde. Alsof God geen recht heeft op schoonheid en het moet stellen met oude vrijsters en nerds. Vanbinnen is het hoogspanning, en dat heeft niets met de priester te maken. Mijn paraplu heeft van mijn verstrooiheid gebruik gemaakt om stiekem terug mee naar Antwerpen te rijden. Ik word onzeker. Gelukkig zit er naast mij een dame die nog verlorener lijkt dan ik. Ik denk aan de dienstbaarheid en help haar overstappen, ik draag haar loodzware koffer, ik help haar op de roltrap...ik lijk wel een pro. haha. En zo ontdek ik dat de beste manier om je wanhoop te overwinnen is: iemand helpen die nog hulpelozer is dan jij. 't Is maar waar je mee vergelijkt.
Op de trein naar Bayonne vergelijk ik rugzakken met elkaar (en tast af of ik niet teveel uit de toon val...de pailletten draai ik stiekem naar binnen). Mijn ogen proberen te röntgenzien wie wat allemaal mee heeft. Iedereen heeft stokken bij. Het enige dat bij mij ontbreekt. Toch ben ik blij dat mijn Mary Poppins plu dit niet hoeft mee te maken. Die zou unaniem weggestemd worden! Verkeerde film. Ik zie de eerste bergen verschijnen. Net wanneer ik met mijn wang tegen het raam plak, scheert de trein rakelings langs een rotsenmassa. Ik schrik. Zelfs een vlieg kan hier niet tussen. Ik hou van bergen. Ze zijn als bomen: ze lopen niet weg. Weglopen is mijn job. Een liedje schiet in mijnhoofd. 'He's my man he's my man mountain, he's my lover and heroe to me....' De naam van de Indiaans uitziende zangeres ligt op het topje van mijn tong. Ik word er nerveus van. Om af te leiden check ik het leesboek 'Pelgrims' dat ik bij heb. Al bij de eerste zinnen besef ik dat het de foute keuze is. Even overweeg ik of ik Mark zou vragen om een ander boek op te sturen naar een volgend dorpje. Het duurt even eer ik door heb hoe hylarisch ik bezig ben. Maar ik besef dat ik bang ben van alleen zijn: me niet kunnen verstoppen achter een boek op een terras, niet kunnen vluchten in een verhaal. De Camino dwingt pelgrims in hun eigen verhaal.
Mijn dag eindigt op bed nr 20. Een openstaande deur naast mijn bed, leidt me naar een binnentuin. Ik voel me de koning te rijk wanneer ik mijn boterham opeet in het privé tuintje. Een kat houdt me gezelschap. Op de andere bedden liggen rugzakken, maar waar iedereen is weet ik niet. Eerlijk gezegd vind ik het goed zo!
Is het paniek, of is het mijn beschermengel die me tot gehoorzamen dwingt? Wat volgens de boekjes pure waanzin is, heb ik gedaan: 2 dagen voor mijn vertrek nieuwe schoenen gekocht. Liever last van blaren in het begin, dan aanslepende pijn van verzakte hielen door op te zachte zolen te lopen. Heb ze gisteravond 15 km ingelopen.
Ik wist met mijn energie geen blijf vandaag. Heb het uitgehandwerkt. Mijn rugzak staat nu vol pailletten ocharme. Van een lange smalle antieke kanten sjaal heb ik een korte brede omslagdoek gemaakt (en zo heb ik tegelijk een mini muskietennet : ) Een witte zakdoek heeft een kanten boord gekregen. Een fluwelen zeeptasje is omgebouwd tot een waterhouder, ook met pailletten (maar dat was om de lelijke oranje bloemen te camoufleren). Gelukkig is de dag om, god weet welke schade ik nog zou aanrichten.
Gisteren was het weegdag. Zonder kleren: 50 kg, aangekleed en gepakt: 60 kg. Dat betekent 8 kg bagage ongeveer, afhankelijk van welke kleren en schoenen ik draag. Teveel. Ofwel moet ik een spoedverdikkingskuur doen, dan kan ik meer meenemen, ofwel moet de rugzak op sneldieet. Ben beginnen muggenziften op gewicht, in de kleine dingen. Voor de eerste keer ga ik bijna zonder verzorgingsproducten op reis. Voor mijn voeten heb ik nu meer bij dan voor mijn gezicht. Mijn lievelingssjaal en de flees zijn weggestemd. In de plaats gaat nu een gezellige vest van Hilfiger mee, in grijze sweaterstof. Weet niet of ik nu veel gewicht heb uitgespaard, maar ik heb mezelf getroost met de gedachte dat ik altijd dingen terug naar huis kan sturen mezelf incluis : )
Ge gaat stinken. zegt mijn vriendin die met een ex-pelgrim heeft gesproken.
Het is één van mijn bekommernissen. Ik vrees vooral het geurengamma waarop ik getrakteerd zal worden in de refugios. Die herbergen zullen geen lavendelvelden zijn. Maar ben voorzien: mijn rugzak is een mijnenveld van geurzakjes. Op de Camino kan ik niet naar Coco Chanel ruiken vind ik, maar heb een subtiel alternatief gevonden (in mijn toverkast : ): een verzameling geurstalen the quintessences of the masters, 15 miniflesjes gevuld met verschillende gekleurde essences. Ik heb het jaren geleden gekocht in een esoterische winkel. Ze dienen om je aura te parfumeren en daarmee van een bepaalde bescherming te voorzien. Het was een impulsaankoop waar ik nadien mijn twijfels over had, maar nu komen die stalen van pas. Als het me teveel word in de slaapzalen met al die mensen, omhul ik me met mijn geurtjes in bed.
Vandaag snuif ik de stad nog eens op. Ben bang dat ik ervan ga afkicken, na lange afzondering in de natuur. Kan dat een stadsmus overkomen? Misschien transformeer ik zo fel, dat ik als een bosmens terug kom en niet meer leefbaar ben? opper ik onzeker tegen Mark. Misschien maakt de Camino je juist méér leefbaar. Grapt hij terug, maar hij meent het. Boodschap begrepen.
Van Burcht stap ik 15 km naar huis. In de fietstunnel doe ik een oefening uit onze workshop Mission Possible. In sneltempo laat ik steeds dezelfde vragen weerkeren en dwing mezelf al stappend, zonder nadenken onmiddellijk te antwoorden met het eerste dat bij me opkomt.
Wie ben ik: monica Wie is monica: een pelgrim Wat wil de pelgrim: naar compostela gaan Wat wil ze dat dat doel oplevert: een boek Wat wil ze met dat boek: uitgeven Wat levert dat op: erkenning Wat brengt erkenning op: aandacht Wat levert aandacht op: dan voel ik me geliefd Wat brengt dat op: dan voel ik me rijk Wat levert dat op: dan wil ik delen Wat brengt dat op: continue doorstroming van creatieve energie Wat brengt dat op: voldoening Wat levert dat op: rust Wat brengt dat op: vrede Wat brengt dat op: 1heid (met alles) Wat brengt dat: extase
Welke vragen ik ook stel en wat ik ook antwoord aan de oppervlakte, in de diepte komt het op hetzelfde neer. En dit wist ik blijkbaar al toen ik 8 was. Terwijl klasgenootjes een spreekbeurt gaven over hun goudvis of hamster, sprak ik over de Derwisjen die zich in extase dansen.
Mijn rugzak bochelt mij tot een wrevelige Quasimodo. Hoewel een lichtgewicht, hangt hij als een patattenzak op mijn rug en doet mijn staartbeen slapen. Ruilen die handel!
Bij AS Adventure laat ik me inwijden in de geheimen van de trekkerswereld. In de natuur word je vanzelf spiritueel. Verkondigt mijn adviseur. Politiekers zouden ook een pelgrimstocht moeten maken. We zouden een andere regering krijgen! Blijkbaar maakt de natuur ook poëtisch: Een rugzak is maatwerk, het moet passen als een korset. De verkoper goochelt met riempjes als een kleermaker met spelden. Ik duizel als ik 4h later weer buitenstap. Ik voel me alsof ik van een seminarie kom. Mijn hoofd staat bol van de informatie. Maar, ik heb wél een rugzak op maat gevonden, eentje met een wespentaille : )
Gepakt maak ik een proeftocht door de stad. Wanneer ik mijn spiegelbeeld opvang in de uitstalramen zie ik Maja de bij die kaarsrecht loopt. Misschien een goede oefening voor in dansscholen? En dan verandert het pak op mijn rug in een berg blubber. Een aantal maanden geleden zaten die kilos nog in mijn lijf. Ik huiver. Tastbaar maakt bewust. Misschien kunnen de weightwatchers rugzaklopen opnemen in hun programma? Ieder draagt de kilos op zijn rug die hij kwijt wil. Hun pelgrimstocht is dan de afvalrace, waarbij de rugzak lichter wordt naarmate het einde, en bij de aankomst mag hij af.
De pelgrim eist niets, hij is dankbaar. Dus, heb ik een bedeltas gemaakt. Handwerk is al eeuwen mijn meditatie. Ik heb het van mijn oma overgeërfd. Ik bezocht haar elke week, zolang ze leefde. Samen zaten we altijd te haken of breien. Haar kleerkast was een magische doos voor mij, zoals in Narnia: een poort naar een sprookjeswereld. Jaren werkte ze in huis bij rijke gezinnen. In haar kast bewaarde ze onwaarschijnlijke hebbedingen die ze had gekregen van dankbare klanten. Regelmatig schuifelde ze naar haar slaapkamer om daar iets uit te kiezen voor mij. Ze werd wel 90 maar de kast raakte niet leeg. Nu heb ik mijn eigen toverkast die vol steekt met restjes stof, parels en pailletten, linten en symbolische frutsels. Ik blijf me erover verbazen hoe ik in die kast altijd vind wat ik nodig heb. Misschien zit toveren in de familie?
Mijn tas is gemaakt van een rest zilvergrijze stof van het geboortedekentje van mijn petekind. De schouderriem is een verknipte changeant chintz sjaal. Aan de binnenkant heb ik 2 engelenkaartjes (overgave en gratie) genaaid die over waren van mijn eindpresentatie voor mijn coachingopleiding. Een geheim binnenzakje gaat dicht met een groen lint waar op staat: just my luck.
En na dagen tobben over een warme trui voor Compostela, heb ik die ook in mijn kast gevonden: een bovenstuk van een winterpyjama van mijn vriendin: superdunne vederlichte fleece, in een veel origineler model dan je in de sportzaken tegenkomt.
Om 530h word ik spontaan wakker. Ik denk aan de pelgrims in Spanje die nu vertrekken. Zou ik? Niks beweegt in mij. 2h later sta ik op, terwijl Mark zich nog eens omdraait. Ik profiteer ervan om zijn Hugo Boss T-shirt te kapen. Ondanks de subtiele afbeelding van een engel op de voorkant, is dit toch een stoer mannenshirt. Mijn engelenrage is al jaren voorbij, maar de stof voelt zo geweldig dat ik de engel erbij neem. Ik vind het heerlijk om in oversized kleren van mijn partner rond te fladderen. Een vrouw voelt zich elfenslank in een mannenmaat. En, ook al zijn de kleren gewassen, ze ruiken anders dan de mijne, mannelijk.
Ik neem de trein naar Diest en stap vandaar naar Scherpenheuvel. De laatste kilometers lopen zelfs over een werkelijk pelgrimspad. Ik had me voorgenomen een vrolijke bestemming te kiezen. Maar, stappen op anti shoes is al een pretparkervaring op zich. Bovendien kan ik dan gelijk een kaars branden. Na het lezen van toch weer een paar reisverslagen ben ik beginnen twijfelen. Twee zaken vielen me op: veel regen en klimmen. Mark lag dubbel van het lachen met mijn gezicht dat vertrok alsof ik horror verhalen aan het lezen was. Welcome to reality. Maar het is hún realiteit! heb ik nog geopperd (alsof mij een tocht op wolkjes staat te wachten, maar ik geloofde het zelf niet meer). In allerijl ben ik professionele bergschoenen gaan passen. In elk model voelde ik me gevangen als in een ijzeren kolf. Geen tijd meer om dat stijve leder in te lopen.
Na de kaars, een koffie en een pannenkoek, stap ik richting Antwerpen. De eerste 20 km doe ik vrolijk wat butt training op de MBTs. De gladde schommelzolen neem ik niet mee de bergen in, maar zijn een goede workout voor nu. Wanneer ik na 20 km mijn New Yorkers uit mijn rugzak neem, merk ik een gat aan de zijkant van de zool. Het rubber is al een beetje afgebrokkeld. Maar, ik heb een kaars gebrand. Niks aan de hand! Slik.
Een kilometer verder trekt mijn beschermengel me een kampeerwinkel binnen, om me daar te laten ontdekken dat ik mijn leesbril kwijt ben. Shit, die is in het gras gevallen met van schoenen te wisselen. Terugkeren op je stappen is als een klok terugdraaien: het voelt tegennatuurlijk, pakt al je energie af en lijkt dubbel zo lang te duren. Toch ben ik dankbaar. Mark zijn bossy angel shirt gaat mee op reis. Nu dit nog aan hem verkocht krijgen.
Bij 41,58 km, in Heist-op-den-Berg, passeer ik Medussa, een nieuw gebouwd kitsherig kasteel. Tussen de stenen beelden en het smeedwerk dat ze verkopen waan ik me in een andere tijd. Ik zet me op de voet van een heroïsche figuur en wacht op Mark.
Ik heb tot hiertoe enkel nog maar op uithouding geoefend. Het wordt tijd dat ik wat hoogtes ga aanpakken. Zal ik in mijn hoge schoenen klimmen vandaag? Ik kijk bedenkelijk naar mijn collectie pumps. Geen enkel paar ziet er bepaald heldhaftig uit. Een vrijwilliger voor Santiago? Zelfs mijn tangoshoes die toch wel kilometers verzet hebben zien dit niet zitten.
Tegen de middag zet Mark me, dan toch maar met mijn MBTs, af in Waterloo. Op de tot hiertoe heetste dag van het jaar, op het heetste tijdstip van de dag, schommel ik volledig gepakt de glooiende hellingen op en af, richting Genval. Mijn nieuwe bacpack pronkt op mijn rug. Ik ben blij dat ik een ultralichte en kleine versie van maar 35 l inhoud heb gekozen.
Na een half uur kom ik in een anti stemming die zich helemaal op mijn anti shoes richt. Ze zijn te log, te zwaar, te warm . Ik voel aan mijn benen en bips in beweging. Ze voelen gespierd. Als ik met deze schoenen naar Santiago ga, kan ik een verzekering afsluiten voor mijn achterwerk, wegens kostbaar, zoals Kylie Minogue dat ooit deed. Dan wordt Mark zijn schertsend grapje den shönsten arsch der welt, werkelijkheid. Ineens begin ik ze schattig, vrolijk en toch wel leuk lopend te vinden. Doet me denken aan de fases van verblindende verliefdheid.
Net wanneer ik beslis dat het genoeg is, zie ik Mark met vrolijk flikkerende lichten me tegemoet rijden. En dan is er koffie, in Lasne. 9,5 km
Tegenwoordig is er al schoeisel met een gebruiksaanwijzing: de anti shoe. Ze lopen als schommeltjes. Als je stil staat balanceer je rond je middelpunt, alsof er rubberen ballen in het midden onder je voetzolen zitten. Ik krijg een testpaar en een dvd met instructies mee naar huis.
Mijn eerste testwalk doe ik om 21h. Het was de hele dag te warm. Ik ben net een stripfiguur met mijn knalrode voeten buiten proportie, of Leo Sayer. Ik kan er alleen nog niet I can dance op zingen. Ze noemen het masai-walking, maar het had net zo goed geisha-walking kunnen heten. Ik herken het schokvrije lopen in kleine pasjes dat ik eerder ontdekte om te kunnen lezen. Dit zijn inderdaad geen gewone schoenen. Dit zijn workout shoes, alsof je naar de fitness gaat. De bouncing zolen vind ik heerlijk. Ze laten je mooi rechtop lopen waardoor je eleganter en groter lijkt (en dat zonder hoge hakken). Ik vraag me af waarom ze zo zwaar zijn gemaakt. Ze wegen als lood aan mijn voeten. Na 1,5h ben ik moe. Slechts 4,6 km vooruit gekomen. Da's trager dan mijn andere stappers. Ik sluit mijn ogen en klap met mijn hielen tegen elkaar zoals Dorothy doet in the Wizard of Oz. Maar Santiago blijft 2000 km van mij verwijderd. De anti shoe is geen tover shoe.
Als ik thuis kom, trek ik meteen mijn joggingschoenen aan die ik 10 jaar geleden in New York heb gekocht. Een kruising tussen de twee zou ideaal zijn. Wat later bestudeer ik de zolen van mijn New Yorkers, om te zien of ik ze niet kan laten schommel door de hiel eraf te snijden. Gelukkig kan ik mijn verdomde eigenwijsheid op tijd intomen. Zou MBT speciaal voor deze pelgrim geen vederlichte versie willen ontwerpen? Het rood en de witte strepen mogen blijven. Het materiaal mag van dat super zacht handschoenleder zijn zoals mijn lindy hop shoes.
Mijn voeten gedragen zich als prinsessen op een erwt. Om de 5 stappen moet ik kiezels en andere minuscule friemels uit mijn sandalen peuteren. Aan het kanaal in Wijnegem gooi ik een mini steentje in het water en wacht tot er geen cirkels meer zijn. Wat breng ik als kleine garnaal teweeg met mijn Santiago grapje?
Ik voorvoel dat de Camino me tot een keuze zal dwingen. Tot hiertoe ben ik een frivool verhaaltje aan het stappen. Maar een pelgrimstocht ondernemen is pure ernst, net zoals het raadplegen van een orakel als de I Tjing.
In een tuin ontdek ik een dode stronk die een tweede leven heeft gekregen als gebeeldhouwde boom. Ik zie het als een volgend symbool. Nu weet dat creatuur uit welk hout het is gesneden. Is dat wat de Camino met mij zal doen? Dat zou handig zijn. In het facebook profiel van een vriend, een vlotte vijftiger met eeuwige pretlichtjes in de ogen las ik: Ik weet nog altijd niet wat ik later wil worden als ik groot ben. Ha, een soortgenoot. Zó leuk om iemand anders te horen zeggen: "he, ik ben ook niet perfect hoor."
Mijn bestemming komt maar langzaam dichterbij. Ik doorloop militair domein in Ossendrecht. Sommige stukken bos doen me aan de jungle denken. Planten die schaamteloos elkaars ruimte innemen en kriskras door en over elkaar groeien. Ik zou niet weten wat ik zou doen als plant moest ik hier wonen. Zou ik mee in de concurrentie gaan voor een plek? Vechten op die manier is niet zo mijn ding.
De legerbasis en de pelgrimsplaats waar ik vandaag naartoe marcheer stemmen mij ernstig? Alsof ze me willen influisteren: bezint voor ge begint. De volgende keer kies ik een pretpark : )
Na 8h stappen arriveer ik op de Jacobssite in Kalmthout. 41,19 km.
Ik mag een zwart zijden hoeslakentje lenen van een vriendin om mee te nemen op mijn trip. Het is vederlicht en geeft een heerlijk luxe gevoel. Ik vind het ook leuk iets bij te hebben van haar. goeie energie! dank dank dank Mark vroeg wat ik van hem ging meenemen. Hij vulde het zelf aan: "De lampion aan de bamboestengel die ik 2 verjaardagen geleden voor je ging maken?" Wat een prachtig sureëel Cirque de Soleil beeld zou dat geven! De prent gaat mee als bladwijzer.
Het hangt al in de lucht wanneer ik opsta: weinig zin in oefenen. Als een magneet voor verleiding begin ik aan mijn dagtocht.
Ik lanterfanter in het Rivierenhof waar gezellige jazz muziek klinkt. Ik draal rond op het kerkhof in Merksem. Waar is de tijd dat ik hier naartoe kwam met mijn vriendin, ook een paillettenfee. Gefascineerd door bedevaartsplekken, hielden we altijd even halt bij het graf van Hermanke Wijns, een 10-jarige weldoener. Een andere geliefde uitstap was shoppen in Scherpenheuvel. Eerst een kaars branden en daarna kleurige windmolentjes kopen in de tal van religieuze winkels vol bidprentjes en snuisterijen. Al gauw hadden we een hele ruiker vol thuis. De vele dankbetuigingen en gunstaanvragen bezorgen me een krop in de keel. Hermanke heeft nog veel werk. Er hangt een ontroerende energie. Met mededogen het leed van anderen onder ogen zien, wetende dat je niet kunt helpen, is misschien wel een van de moeilijkste dingen om te leren?
Op de Bredabaan blijf ik hangen als een oude langspeelplaat. In Galleria Inno kleef ik aan prachtige nachtkleding van Calvin Klein. In gedachten herbeleef ik een fragment uit Shopaholic, waar de mannequins als prostituees in de etalages, koopverslaafden proberen binnen te lokken. Ik bijt op mijn tanden, loop met mijn handen in mijn zakken het warenhuis uit en stap meteen ernaast bij Quick binnen. In revanche zet ik wat later mijn tanden in een heerlijke donut met frambozencoulis. Tevreden, slurpend aan een cappuccino, slenter ik een sportzaak binnen. Ik ontdek een rugzak in een originele lila-paarse kleur. Maar hij past niet goed en weegt bovendien 2,2kg. Toch blijf ik hem op en af mijn rug doen alsof hij daardoor lichter zou worden. Misschien kan ik er wat overbodige zakken afknippen, korter maken en dóen passen?
Knippend, naaiend en ontwerpend hobbel ik fantaserend verder, tot ik schrik van de tijd.Ik heb het gevoel alsof ik nog niks heb gepresteerd vandaag. Toch duidt mijn stapmeter 19 km aan. Ha! Ik lach tot achter mijn oren. Misschien moet ik een pelgrimstocht voor fashionistas organiseren (langs de beste boetieks)? Quelle idée! Die meiden doen meer kilometers dan ze zelf beseffen, en velen daarvan zelfs ook nog eens op hoge hakken!
Het is me deze week nog niet gelukt van vroeger dan 13h de deur uit te gaan. Op de Camino beginnen de pelgrims hun dag al om 6h. Sommigen zelfs vroeger. Maar voorlopig heb ik nog zoveel te doen: uitgebreid in bad, mijn voeten verzorgen, lekker ontbijten en dan, het moeilijkste: beslissen wat ik ga aandoen en waar mijn tocht die middag heengaat. Straks in Spanje vallen die keuzemogelijkheden allemaal weg. Ik kijk er bijna naar uit. In mijn kleerkast zoek ik naarstig naar iets gewoon, in T-shirtstof. Een kaki groene jurk wint. Toen ik het kocht was alleen het topje bedekt met pailletten. Ik heb het ondertussen vol genaaid om de onuitwisbare vlekken erop te bedekken. Ik mag dan wel ijdel zijn, ik spaar mijn kleren niet voor speciale gelegenheden. Sommige stukken lijken de oorlog wel te hebben meegemaakt. Ik dank mijn creatieve handen om steeds een oplossing te vinden en mijn lieverdjes een tweede leven geven. Wanneer ik buiten kom, schrikt de tuinspiegel van de weerkaatsing die mijn jurk teweeg brengt. Toch niet zo gewoon als gepland. Kan een spiegel barsten van teveel licht?
Omdat ik geen enkel pad 2 keer wil bewandelen, zet Mark me vandaag af in Lier. Vandaar kan ik langs het Netekanaal naar Zandhoven. Het heeft net geregend en de natuur is roerloos stil. Ik durf bijna niet te ademen. Dankbaar kijk ik naar een reiger die de rust durft te verstoren en met klapperende vleugels uit het water opstijgt. Als je zo mooi bent mag je dat. Ik voel een steek bij deze gedachte. Ergens vanbinnen trilt een zwakke snaar. Mezelf tegen komen is toch pas voor in Spanje? Ineens besef ik dat mijn pelgrimstocht al is begonnen. Ik loop op een groene middenberm, omringd door water, wat suggestief werkt: na een half uur moet ik plassen. De jacht op de perfecte boom begint. Wat ben ik soms vermoeiend.
Een gifgroene minirups is begonnen aan de grote oversteek van de weg. Ik vraag me af of het beest weet waar het aan begonnen is. Moet jij veel zeggen! hoor ik het in gedachten antwoorden. Inderdaad, vanuit zijn perspectief is het oversteken van dit wandelpad, te vergelijken met mijn Compostela plan. Ik wil er geen getuige van zijn als hij straks wordt overreden, net voor hij zijn doel heeft bereikt. Dat zou tragisch zijn. Een journalist verklapte me dat disaster één van de vier peilers is die het best verkoopt in de boekskes. In elk van ons schuilt een ramptoerist.
De verveling slaat toe, of is het de zelfconfrontatie die te heet wordt? Ik doe mijn ogen dicht en test mezelf hoeveel stappen ik durf te zetten zonder te kijken. Na 101 passen beland ik bijna in het roestige asbruine water. Prachtige kleur, zoals mijn sjaal, maar niet uitnodigend om in te zwemmen. Ik beslis al wandelend te lezen in het boek dat ik mee heb om mijn rugzak te verzwaren. De letters dansen voor mijn ogen. Het asfalt dat als een loopband onder de tekst rolt maakt me zeeziek. Ik experimenteer met verschillende stijlen van lopen. De Geisha-Walk wint de prijs van meest schokvrij. Door me op te richten en met kleine elegante pasjes te schuifelen, lijkt het alsof ik over de grond zweef. Alleen tellen mijn stappen dan geen 80 cm meer. Ondertussen ontstaat er een strijd tussen de natuur, de realiteit, en het fictieve verhaal dat zich afspeelt in New York. Candace Bushnell, auteur van Sex and the City, gebruikt spitse taal. Ik ben dol op haar schrijfstijl. Maar de natuur om me heen duldt geen vlucht en dwingt me in het nu.
Na kilometers langs de oever, kom ik aan een knooppunt op het einde van mijn kaart. Opstandig stap ik van de kaart, in het onbekende en ontdek dat de wereld rond is haha. Niet lang daarna loop ik met mijn staart tussen mijn benen door een verlaten stuk Pulderbos. Hoe kan ik me beschermen als het moet? Ik grijp mijn paraplu en begin als een oudje te strompelen. De ik-ben-maar-een-oud-hulpeloos-vrouwtje methode. Niet echt geloofwaardig in mijn kleren en ook niet heldhaftig. Ik zwaai mijn paraplu over mijn schouder en stap als een kordate soldaat verder. Misschien moet ik Mark een sms sturen met mijn locatie? Ik heb teveel CSI series gezien op tv.
Wanneer ik een volgend knooppunt zie in de verte, voel ik me blij als een woestijnling die water ontdekt. Zo kan ik terug op mijn kaart stappen. Het blijkt een fata morgana te zijn. De nummers leiden allen naar andere onbekende oorden. Welk bord moet ik nu volgen? Ik voel me letterlijk van de kaart. Ik denk aan een gesprek met mijn leraar nlp over kiezen en beslissen. Hij is een meester in mildheid. Als je niet kunt kiezen, is dat omdat je niet genoeg informatie hebt. Ik kijk hulpeloos in de lege ruimte naast mijn plan, wachtend tot (zoals in een Harry Potter film wél zou kunnen) het plan dat deze versie opvolgt en dat ik koppig thuis heb gelaten, zichtbaar wordt. De kaart in mijn hand kraakt van machteloosheid.
En dan hoor ik een vrachtwagen. Ik volg het geluid richting bewoonde wereld. In het eerstvolgende dorp met café bel ik Mark. Genoeg avontuur voor vandaag. Misschien ben ik geen heldin, maar wel een ongelooflijke geluksvogel met mijn persoonlijke limo service! 20,19 km.
Het is officieel. Mijn voornemen om naar Compostela te gaan is bezegeld met de nodige documenten. Met een feestgevoel vertrek ik naar Wommelgem, Vremde, Boechout en Lier. Ik vraag me af wanneer ik bij mijn stilte ga komen. Bij het stappen, word ik telkens met een wespenplaag aan gedachten overvallen. Ik schrijf epistels vol in de lucht. Ik verlang heftig naar mijn computer om mijn hoofd in te pluggen en te legen. Maar ik vrees dat de gedachten zullen blijven komen. Gewoon negeren en laten passeren. Waar komen gedachten eigenlijk vandaan?
Ik schrik uit mijn wandelhypnose wanneer een zilvergrijze bmw door een bocht scheurt alsof hij wordt achternagezeten. Die heeft haast. Kan het contrast groter zijn tussen ons? Het enige dat matcht is de zilveren kleur. Ik voel me bijna schuldig dat ik kostbare tijd loop te niksen. Mijn innerlijk rood lampje gaat branden bij dit laatste woord. Dat betekent dat ik moet herkaderen. Dit is óók werken! Ik werk aan mijn conditie, ik werk aan mijn persoonlijke ontwikkeling, ik werk aan bewustzijnsverrijking via mijn blog en daarmee werk ik aan mijn carrière. Wat zou een wandeluur waard zijn in deze tijd? Misschien wel genoeg om de haastige zakenman jaloers te maken? Ik voel me plots rijk en grinnik naar een koe die oogcontact zoekt. Op een paar bambis, 3 koeien en een paardenkop na, ben ik alleen.
Het is bewolkt. Ik hoop vurig dat het regent. Zo kan ik mijn outfit testen op water. Ik denk aan mensen die uit bijgeloof een paraplu meenemen op vakantie. Dan regent het niet. Ik heb er een bij, maar ik wil wél dat het regent! Vreemde regels in het universum. Wat je te fel wil krijg je niet, en wat je niet wil achtervolgt je. Wat maakt het zo moeilijk om iets dat je graag wil, niet te willen? De volgende kilometer herhaal ik als een mantra: ik wil niet dat het regent, ik wil niet dat het regent. Vijf minuten later vallen de eerste druppels en loop ik vrolijk onder mijn Mary Poppins paraplu. Zelfs in New York was ik uniek met dat ding. Ik voel me geborgen en beschut. Ik brainstorm op redenen om hem mee te kunnen nemen naar Santiago. Hij houdt me droog, kan dienst doen als wandelstok, als parasol, als wapen om de befaamde wilde honden af te schrikken. Beslist: met een 4-dubbele functie mag hij mee.
Na 3h stappen ben ik de verlaten weien beu. Heb ik nu al een overdosis natuur? Ik deserteer en stap Lier binnen. Ik heb nog steeds geen blaren na de afgelopen dagen, maar mijn voeten doen zeer en mijn onderrug voelt stijf aan. Als een echte stadsaddict adem ik de uitlaatgassen in. Ik voel me onmiddellijk beter en mijn stap wordt terug kordater. De winkels zijn dicht, maar ik geniet van het windowshoppen. Ik ben dol op deze periode van het jaar, waar etalages de eerste wintercollectie tonen. Ik hou van kleren en in de winter kan je er meer van aantrekken. De tijd en de kilometers vliegen voorbij. Ik eindig op het terras van Het Moment op de Grote Markt. 21,21 km.
Misschien wandel ik wel naar Santiago de Compostela. trippel ik ongemakkelijk op mijn hoge Pradas in het park. Mijn partner en zijn twee zonen stoppen alsof ze zich verslikken en staren unaniem naar mijn voeten. Op hoge hakken of wat? Iedereen proest het uit. We zijn het er wel over eens dat het een sierende titel is voor een boek: Pelgrimstocht op hoge hakken.
En zo, in een zucht, is mijn geest bevrucht geraakt met een idee dat ik niet kan aborteren. Eindelijk een nieuw project na de overwinning van Hotel Westende. En vooral: een nieuw excuus om te schrijven
Hoe pak ik dit aan? Ik heb nodig: een outfit! Shoeshopping! Zoals Pablo Picasso, ben ik een krak in niet zoeken, maar vinden. Dat ik dingen vind, die ik vaak niet nodig heb, is een detail. Wie veel vindt wordt al gauw een specialist in herkaderen en positief denken! Bij Cotélac vind ik een muisgrijze broek, vederlicht, in een prachtig glanzende stof die je niet moet strijken. Zie je wel dat ik normaal kan zijn zoals iedereen: ik ben bereid me te kleden in de kleur van de grijze massa! Hoe komt deze kleur eigenlijk aan zijn denigrerende betekenis? Wie wil er graag grijze muis genoemd worden? Als kind wou ik oma worden. Ik verheerlijkte het engelachtig witte beeld van Merlijn met zijn lange zijdezachte haren. Het heeft me geholpen gracieus te verouderen en met verwondering gade te slaan hoe de natuur zijn werk doet. Na jaren van mislukte haarverfpogingen, krijg ik nu eindelijk wat ik altijd wou: zilveren haren. Mijn droom komt elke dag een beetje meer uit, en dat helemaal gratis en voor niks. Ik ben ontsteld wanneer ik uit de paskamer kom in een maatje 1, en de verkoopster me vertelt dat ik een maatje 0 nodig heb. Bestaat dat ook al? Ik verdenk de fabrikanten ervan hun maten express groter te maken, om ons ijdele dames een goed gevoel te geven. Dé Mooinica-Santiago schoenen moeten nog uitgevonden worden. In Antwerpen zijn ze zeker niet. Ik zak teleurgesteld af naar Decatlon aan Metropolis. Terwijl ik de orthopedisch ogende lelijkerds pas, zend ik telepatisch een oproep naar Jimmy Choo en Manolo Blahnik. Bij AS Adventure store koop ik een stapmeter. Om het ding in te stellen heb ik de lengte van mijn pas nodig. Ik loop een keer rond de blok, om in een ritme te komen, en spreek met mijn partner een steen af van waar we beginnen te tellen en meten. Het kost me 3 rondjes eer ik erin slaag om mijn voet op de juiste beginsteen te zetten. En dat gaat naar Santiago. hoor ik Mark denken. 1O stappen, 8 m. Dat zijn 1O OOO OOO stappen van Saint Jean Pied de Port tot in Compostela : )
Oefenen in Antwerpen Dag1 Mark en ik komen terug van een paar dagen fietsen aan zee. Wanneer ga je beginnen oefenen? vraagt hij voorzichtig wanneer we afslag Rumst naderen. Tien minuten later stap ik dapper vanuit Kontich te voet naar huis. 14,68 km. Ik neem me voor vanaf nu elke dag te wandelen en einde deze maand te vertrekken. Dikke twee weken oefentijd. (wat later lees ik op Internet dat een vrouw zich een jaar voorbereidde.) vanaf dan beslis ik niks meer te lezen.
Dag2 Wanneer ik de deur uitga zie ik Mark grijnzen. Buiten mijn gloednieuwe orthopedies is het enige sportieve aan mij de kaart in mijn hand met fietsknooppunten van de agglomeratie Antwerpen. Ik draag mijn nieuwe broek, een parelgrijs zijden kleedje (eigenlijk is het een negligé maar ik heb het omgedoopt tot jurk), mijn vuilbruin gehaakte lievelingssjaal, een okergele strooien hoed en knal oranjerode lipstick van Mac. Toegegeven, ik lijk niet op een doorsnee pelgrim. Maar, het is niet al goud wat blinkt. Niet letterlijk bedoeld dan, want ik blink behoorlijk. Ik wil maar zeggen dat je in een sportieve outfit niet persé ook een sportvedette bent. En wie weet kan deze fashionista nog verrassen? Ik kies Wintam en het Buitenland, als bestemming omdat ik die namen zo grappig vind. Hoewel ik gewoon maar nummertjes moet volgen, verdwaal ik al na een uur in Hoboken. Ik vloek op de gemeentelieden die gebrekkig werk hebben geleverd met paaltjes zetten. De volgende dagen kom ik erachter dat ík het ben die de bordjes niet opmerk omdat ík te fel in gedachten ben verzonken. In haar boek over de Camino, beschrijft actrice Shirley Maclain hoe beelden uit vorige levens haar weglokken uit het nu. Mijn verleden heeft me al genoeg opgehouden beslis ik. Les: Wakker blijven. Positieve noot: verdwalen telt ook voor kilometers! Ik merk wel dat mijn tempo vertraagt en dat ik moe word als ik het spoor kwijtraak. Het gaat om de weg, maar het doel is de drijfveer, de spanningsboog die voor energie zorgt om in actie te komen en te blijven. Het midden bewaken tussen die 2 punten ga ik in overvloed mogen oefenen vanaf nu. Mijn dag eindigt in Bazel, waar mijn vriend me met de auto komt oppikken. Doel niet bereikt maar toch 19 km gestapt in 4h tijd.
Dag 3 Wintam tweede poging. Ik neem een rugzak mee met spullen, om wat gewicht te dragen. Ik heb op Internet gesurft naar informatie. Men raadt maximum 10% van het lichaamsgewicht aan als bagage. Voor de eerste keer in mijn leven vind ik het jammer dat ik vermagerd ben. Dat betekent minder kleding meenemen. Misschien kan ik beter gaan! grapt mijn schoonzus die avond al chattend op facebook, Ik kan een reiskoffer meenemen! Deze keer haal ik mijn doel en ga er zelfs aan voorbij. Ik strand in Weert, een super schattig minidorpje aan de Schelde. Wanneer Mark arriveert, eten we in het t Veerhuis vlak aan het water. La dolce vita. 17 km.
Dag 4 Richting Schoten langs het kanaal. Het valt me op tijdens het stappen hoeveel rotzooi mensen achter laten op de weg. In het midden van de weg blinkt een collage. Ik raap het op en beschouw het als een signaal. Een gezicht in de vorm van een halve maan, gekleefd op een berglandschap dat weerspiegelt in het water. Zo boven, zo beneden. Mensen komen zichzelf tegen op de Camino, zo wordt gezegd. 21,84 km.
Dag 5 De wandeltocht langs het kanaal en daarna door de villawijken is me zozeer bevallen dat ik richting s Gravenwezel stap. Heerlijk huizen kijken. In de gevels probeer ik gezichten te ontwaren en daaruit karakters af te leiden. In het Oosten zegt men dat de woning ons tweede lichaam is. Ik geloof dat. Opnieuw vind ik een symbool langs de weg: een foto van een afdruk van een hoofd en handen in het zand. Ik denk aan een spirituele anekdote. Een man bekijkt zijn leven dat zich afschildert als sporen in het zand. Op vele plekken ziet hij twee sporen naast elkaar lopen. Soms ziet hij maar 1 spoor. Hij vraagt uitleg aan God wat het betekent. Daar waar er twee sporen zijn, liep ik naast je. Zegt God. Waarom liet je me op die andere momenten alleen? vroeg de man. Daar waar er maar één spoor loopt, werd je gedragen door Mij. Ik doorkruis verlaten wegen door bossen en velden. Maar ik steek dit in mijn hoofd: ik ben niet alleen! Wandelend op fietswegen betreed ik een voor mij zoveelste nieuwe dimensie. Ik kom vooral wielrenners in aangepast tenue tegen en bejaarden al dan niet in groep. Mensen groeten vriendelijk. Het maakt me blij. Zodra iemand een hobby of activiteit kiest gaat er een wereld open. Je ontmoet mensen, gelijkgezinden die jaren trouw hun tijd spenderen aan deze bezigheid. In gedachten ga ik na door welke dimensies ik al ben gewandeld. Mijn laatste avontuur was de wereld van reality-tv, daarvoor de wereld van de tangodansers, salsadansers, kabbala, joga, tai chi, kunstbeoefenaars, schrijvers, koorlieden, nlpers, joggers, de rij is onnoemlijk lang. Na 27,73 km pikt Mark me op in golfclub Rinkven. De blik van een grumpy opa, seint ons in 'nors'code door: wrong dresscode. Hij moest eens weten wat voor een golftalent Mark is, ondanks zijn Hugo Boss shirt, zónder kraagje. De kleren maken de man, maar niet het talent! Ik denk aan alle mensen die ik ontmoet heb, en doorgaan op hun gekozen pad. Ik blijk telkens een tijdelijke bezoeker te zijn. Was ik al een pelgrim voor ik aan deze pelgrimstocht begon?