Het boek van Stephen King ben ik aan het opsnoepen als een exclusieve praline, waarvan je het zonde vindt om ze in 1 keer in je mond te steken.
De schrijfoefening die hij geeft is de eerste steen geworden van mijn boek. Gewaarschuwd om niet te wachten op het bezoek van de Muze, was ik beginnen breien aan zijn opdracht, zonder nadenken. Na duizend woorden ben ik gestopt en in de auto gestapt om me te trakteren op een koffie. Al rijdend werd ik overvallen door een energie die mijn haar rechtop zette. In grote lijnen zag ik een verhaal voor mij, voortbordurend op wat ik die middag had geschreven. Alleen, het hoofdthema, mijn oorspronkelijk uitgangspunt ontbrak. Sneller dan ik kon denken was er een soort uitwisseling met de energie rond mij die me de sleutel aanreikte om mijn thema toch in het verhaal te laten passen. Mijn ogen schoten vol tranen. Ik voelde de ontroering die ik zou voelen als dit verhaal af zou zijn. En toen besefte ik dat de veelbesproken muze bij mij in de auto zat. Was het een man, een vrouw? Geen idee. Ik vond het beeld van Stephen King wel grappig, van een vent met een dikke sigaar, die lui achterover in zijn stoel hangt. Mijn vader rookte vroeger sigaren, soms zelfs in de auto. Het waren de enige momenten die ik mij herinner dat hij een aangename rust uitstraalde. Misschien daardoor dat ik de geur ervan koesterde.
Ik zie een weg van hard werken voor mij, minstens zo lang als de camino. De timing overvalt me. Volgende week is er weinig schrijfruimte met het kinderfilmfestival waar ik van de partij zal zijn. Het is dus zaak om het beeld te ankeren en water te geven als een plant (en die vergeet ik constant). Ik hoop dat het zoals de camino zal verlopen: eens vertrokken, gewoon de pijlen volgen, zonder nadenken en in vraag stellen, doorgaan tot het einde.
Geen excuses meer. Mijn bureau staat. En wat voor een bureau! He crossed thousands of miles to find me. Zoals Dracula zou zeggen. De dag dat mijn piano verhuisde vond ik hem in een tweedehandswinkel. Vermomd als bed, stond hij daar verwaarloosd te grienen, wachtend om ontdekt te worden. Het was liefde op het eerste gezicht. Een prachtig stuk ambacht.
Het ding bij mij krijgen was andere koek. Mijn partner moest er voor uit bed op zijn enige zieke dag van het jaar, om te helpen. Op de terugweg is de hele handel, in volle vaart van onze wagen gedonderd. Machteloos keken we toe hoe de ijzeren staven van de port bagage als raketten in de lucht schoten. Als bij wonder bleven de autos achter ons ongedeerd. Het tweede wonder was dat het bed zelf vrijwel onbeschadigd bleef. Waarschijnlijk was het voorval peanuts voor dit art deco stuk dat oorlogen heeft doorstaan.
Met succes hebben Mark en ik het transformatieproces van bed naar bureau voleindigd. Stephen King waarschuwt voor een al te dominant Tyrannosaurus Rex-bureau. Mijn nieuwe werkplek oogt niet bepaald bescheiden. Of het in evenredigheid is met mijn potentieel schrijverstalent zal gauw blijken. (ik kan hem altijd nog kleiner maken : )
Op een paar details na, kan ik beginnen schrijven. Eerst nog een boekenplank voor inspirerende spullen en een degelijke verstelbare bureaustoel, die ik ga overtrekken met een barokke stof. Wie had dat gedacht dat ik toch nog in een directiezetel ging terecht komen?!
Het leven is er niet voor de kunst, maar omgekeerd, beweert Stephen King echter. En ik dreig weer te blijven vasthangen in uiterlijke vorm. Hoog tijd om me op inhoud te concentreren. Een paar dagen geleden sprak Phoebe uit Friends me persoonlijk aan: Are you a Monican, or a Moni-cant?