vaak nemen mijn reflexen het over. Ben ik gewoon beleefd, omdat ik het zo leerde.
Zo ook 2 weken geleden.... midden in mijn werk een berichtje "of ik zin had om samen te lunchen?". Instinctief reageer ik "ok, bel je zo". Waarom? omdat er andere mensen in mijn bureau zaten, en ik niets wilde tonen. Op een ander moment zou ik hem gepeperd van antwoord hebben gediend. En daarna ben ik te beleefd om te annuleren, wetende dat hij al in het restaurant op me zit te wachten.
Dus ik zat de lunch uit. Liet hem vertellen. Antwoordde zo kort en beknopt mogelijk op al zijn vragen, en vertelde niets meer dan wat hij vroeg. Geen details over nieuwe medische problemen hier in huis, geen details over het werk. Oppervlakkig.
Toch slaagde hij erin om me te destabiliseren. Begon over het feit dat er bij hem nog steeds een vlammetje brandt, dat hij me niet kan vergeten, dat ik zo kostbaar ben voor hem. Maar geen enkele introspectie, geen enkel moment waarop hij zichzelf in vraag trok, zijn woorden, zijn gedrag. Dus kwam het toch boven bij mij, en zei ik hem kort en krachtig dat hij me onvergeeflijk gekwetst heeft. Ik kàn hem niet vergeven, laat staan vergeten. Geen pagina omdraaien en doen alsof er niets gebeurd is. Hem zien brengt alle woede terug boven. En die lunch deed me enkel kwaad, geen enkel goed.
Ik kies mijn momenten uit om bij zijn dochter langs te gaan. Momenten waarop hij er niet is. En dat ging goed, gedurende meerdere weken. Tot vandaag... hij was toch ter plaatse. En dan komt hij, alsof er niets aan de hand is, me een zoen geven, vragen of ik een thee wil, vrolijk... en ik wil hem enkel maar kwetsen. Ik wil hem vernietigen. Ik wil hem een fractie laten voelen van wat ik voel.
Vergeving is niet mogelijk. Toch besef ik zelf: ik blijf genuanceerd in mijn woorden. Laat altijd een kiertje, hoe klein ook, open. Omdat er ergens, diep in mij, nog altijd dat sprankeltje hoop is. Minder dan een procentje maar het is er. En de deur sluiten, sleutel weggegooid, geeft geen enkele mogelijkheid meer. Ik weet goed genoeg dat de kans op een sprankje inzicht bijna nihil is. Maar de "bijna" maakt dat ik de ultieme manier om hem te kwetsen en voor eeuwig weg te duwen niet uitspreek... dat ik ook hém ontrouw was. Dat er anderen waren in die 7 jaren. Ik weet dat dàt de manier zal zijn om hem weg te duwen. Maar daar ben ik nog niet klaar voor.
|