|
De
Kroon van de Laatste Tijden letterlijk overgenomen van de site
www.maria-domina-animarum.net
In de Vastentijd van 2020 verordende de Meesteres van alle
zielen dat de volgende drie uittreksels uit vroegere Openbaringen zouden worden
ingelast als inleiding op deze onderrichting:
Op 26 juli 2007 zei de Meesteres:
"In
het uur van de grondvesting van Gods Rijk op aarde zullen de duivelen spontaan
voor Mij knielen, want dan zal de uitwerking van Mijn macht absoluut en totaal
zijn omdat de mensenzielen de volkomen staat van genade zullen hebben
verkregen. Ik zeg 'verkregen', omdat de mensheid zich niet
louter op eigen verdienste zal heiligen: Zij zal een tegemoetkoming van de
Goddelijke Barmhartigheid genieten zoals zij er sedert het Kruisoffer van Jezus
geen meer zal hebben gezien.
Deze tussenkomst
zal in Gods Hart opgewekt worden door de volkomen doorleefde, totale toewijding
van een klein aantal zielen aan Mij, de totale zelfofferande en
zelfverloochening van door Mij uitgekozen slaven van Maria, en een onverdroten
apostolaat in dienst van de verkondiging van de volheid van Gods Waarheid.
Daarom is het van het allergrootste belang dat in deze Laatste
Tijden Mijn Openbaringen over de ware aard, hoedanigheid, Glorie en macht van
Maria als de Meesteres van alle zielen verkondigd worden en Mijn
onderrichtingen in de wegen naar de heiligheid met overgave gehoorzaamd en
gevolgd worden. (...)".
(De Hemelse Meesteres wijst erop, dat Zij met 'door Mij uitgekozen slaven
van Maria' de zielen bedoelt, in wier hart Zij het verlangen aanwakkert om zich
totaal, met de inzet van hun hele wezen en hun hele leven, in Haar dienst te
stellen. 'Door Maria uitgekozen worden' is derhalve in geen geval een passief
gebeuren, het is
in de diepste zin van het woord het begin van een leven van actieve,
zelfverloochenende inzet).
Op 16 maart 2010 sprak de Meesteres als volgt:
"Mijn roeping in deze Laatste Tijden is deze: het
onkruid van duisternis, onwetendheid, verwarring, dwaling, misleiding en
leugens te vervangen door de bloemen van Licht, kennis van Gods Waarheid en de
ontmaskering van de talloze leugens die de zielen in deze tijd onwerkzaam
maken. Geloof in Mij, en laat Mij de Tuinierster zijn Die het zaad begeleidt in
zijn groei tot Hemelse vruchten".
Op 12 september 2011 zei de Meesteres:
"Ik ben Maria, de Schatkamer van een Nieuwe Lente, Zij
Die het zegel van het Kruis der Verlossing komt drukken op elke ziel die Gods
Plan voor de Laatste Tijden van harte omhelst.
Dit is het Plan van de Eeuwige Liefde: dat in elke ziel
het Kruis van Verlossing opnieuw geboren wordt doordat de ziel Mij bij zich in
huis neemt, Mij, de Meesteres van alle zielen, de Voltooister van alle
vruchtbaarheid".
(De Hemelse Meesteres herinnert de zielen eraan, dat 'Maria bij zich in huis
nemen' niets minder betekent dan dit: zichzelf totaal
aan Haar toewijden, en aldus hun hele wezen en hun hele leven met Haar
laten versmelten, waardoor Maria in de breedste zin van het woord hun Meesteres
wordt).
Voor de absolute volmaaktheid van Zijn Liefde voor de
mensenziel heeft God reeds zeer krachtige bewijzen geleverd:
1. Eén van de krachtigste was de Menswording van Jezus
Christus (Noot: met het fiat van Maria)met
de bedoeling, voor de mensenzielen de Verlossing uit de effecten van de
erfzonde vrij te kopen, opdat zielen die bereid zouden zijn om de Goddelijke
Wet van de Liefde getrouw na te leven, de gelegenheid zouden krijgen om,
ondanks het teken van ontrouw jegens de Goddelijke Wet dat door de eerste
zielen was gesteld, niettemin de Eeuwige Gelukzaligheid te verwerven.
2. Een tweede overtuigend bewijs voor Gods volmaakte Liefde
jegens de mensenziel wordt geleverd door de Goddelijke Wet die heeft
voorzien dat God Zijn Wetten en Beschikkingen slechts concreet wil omzetten in
de mate waarin Hij vanwege mensenzielen duidelijke en oprechte tekenen ontvangt
voor het feit dat zij werkelijk verlangen dat Hij deze omzetting inderdaad zou
uitvoeren.
Gods Wetten beogen niets anders dan het allerbeste voor al
Zijn schepselen. Specifiek voor de mensenzielen betekent dit de Eeuwige
Gelukzaligheid na hun stoffelijk leven op aarde. Voor de niet-menselijke
levende wezens (in het bijzonder de dieren) betekent het, dat ook zij de
ervaring van welzijn en geluk mogen kennen, en wel op grond van de invloeden
die zij ervaren via mensenzielen naarmate deze wegens een toenemende graad van
heiliging een steeds zuiverder Liefde naar hun medeschepselen kunnen laten
stromen. Daarom Zijn Gods Wetten uitsluitend gericht op concrete uitvoering van
de volmaakte Liefde, omdat de Ware Liefde de draagster is van alle Leven. Zij
is de enige kracht die EEUWIG
Leven brengt, en die in het aardse stoffelijk leven de ontsluiting van de
Levenswetten kan waarborgen, met een volkomen bloei en harmonie binnen elk
wezen en tussen alle wezens onderling. Dit alles krijgt een heel bijzondere
dimensie wanneer de mensenziel vrijwillig en spontaan meewerkt aan de
verwezenlijking ervan.
Wij kunnen ons Gods Wet voorstellen als een sleutel. De
vrije wil van de mensenziel is daarbij de hand die deze sleutel moet omdraaien
in het slot van het Hart van God, waarin de Eeuwige Schatkamers gehuisvest
zijn. Zonder de vrije wil van de mensenziel worden Gods Schatten niet
toegankelijk en komen de vruchten ervan nooit zichtbaar tot rijping in het
leven van de ziel noch in het leven op aarde in het algemeen. Eén van de duidelijkste
uitnodigingen die God ooit tot de mensenzielen heeft gericht om hen te bewegen
tot vrijwillige concrete medewerking aan de uitvoering en ontsluiting van Zijn
Wetten dit wil zeggen: aan de opening van de Schatkamer van Zijn Hart ligt
in het door Hem ingesteld heilig verbond van toewijding aan Maria.
De eerste toen nog enigszins versluierde
oproep van God tot de zielen om hun leven te leiden in totale toewijding aan
Maria, werd via de mond van de stervende God-Mens Jezus Christus uitgesproken vanop
het Kruis van Golgotha: "Vrouw, ziedaar Uw zoon; zoon, ziedaar Uw
Moeder". De Meesteres van alle zielen verklaarde reeds eerder dat deze
oproep niets minder in zich borg dan een uitnodiging aan de mensenzielen om hun
leven in innige eenheid met Haar te leiden. Als 'Moeder' in de unieke
volheid van Genade de volheid die Zij als enige mensenziel in de hele
heilsgeschiedenis bezit was Zij door God uitgerust met het vermogen om de
zielen te leiden, te 'voeden' (met spiritueel voedsel) en hen volmaakt in de
zin van de Christus 'op te voeden' (een taak die Zij vele eeuwen later in Haar
hoedanigheid als Meesteres van alle zielen in de volste zin van het woord op
Zich zou nemen). Via diverse heiligen en mystici doorheen de eeuwen na de
Kruisdood van Jezus begon de Heilige Maagd het heilig verbond van totale
toewijding aan Haar stap voor stap in herinnering te brengen en vorm te geven.
Thans laat Zij de volle waarde alsook de wegen met de grootste waarborg op
vruchtbaarheid ervan onversluierd kenbaar maken.
De totale toewijding aan Maria is zonder meer de
gouden weg voor de zielen om hun hele leven op de vruchtbaarst mogelijke wijze
actief in te schakelen in het systeem via hetwelk God de Genaden bereidt voor
de ontsluiting van de Verlossingswerken van Christus in de individuele zielen.
Toewijding betekent: datgene dat men toewijdt, vrijwillig en actief aan God
opdragen met de bedoeling en in een oprecht, actief verlangen dat het hierdoor
ten volle door God moge kunnen worden ingezet voor de concrete verwezenlijking
van Zijn Plannen en Werken met het oog op de grondvesting van Zijn Rijk van
volmaakte Liefde en Vrede tussen alle schepselen, en wel op de stoffelijke
aarde, waardoor de stoffelijke wereld een spiegelbeeld zou worden van het
niet-stoffelijk Rijk der volmaakte Liefde en Vrede in de Hemel.
Totale toewijding is, zoals het woord zegt, een
heilig verbond door hetwelk een mensenziel zonder de geringste uitzondering
alles, elk aspect van haar wezen, van haar innerlijke gesteldheden, van haar
leven, van haar verlangens, verwachtingen en voorstellingen, van al haar
contacten en betrekkingen met medeschepselen én met God, waarlijk alles,
dat op enige wijze met haar in verband staat, op actieve wijze en in oprecht
verlangen naar de voltooiing van Gods Plannen en Werken, aan God opdraagt. (Noot:
het is ons fiat dat we moeten geven) Jezus Zelf heeft gewild dat de
zielen zich intens met Maria zouden verbinden opdat Zij het heilig
verbond dat de ziel door totale toewijding jegens God sluit, met de volheid van
Haar absoluut volmaakte en allerzuiverste Liefde moge bekleden en tevens de
ziel zelf innerlijk moge helpen hervormen opdat deze laatste steeds méér op
Haar moge beginnen gelijken.
In de mate waarin een ziel méér op Maria gelijkt, gelijkt
zij meteen op de enige Ziel die op grond van Haar Onbevlekte Ontvangenis en van
Haar volmaakt zondeloos leven volkomen vrij was van elk spoor van duisternis en
ook in alle situaties en omstandigheden van het dagelijks leven een totale
macht over alle duisternis heeft uitgeoefend: geen zonden door doen of laten,
geen negatief woord, geen duistere gedachte, geen negatief gevoel jegens enig
medeschepsel noch jegens enige Beschikking van Gods Voorzienigheid ten opzichte
van Haar leven, en geen enkel verlangen dat niet op de bevordering van Gods
Werken was gericht.
Leven in totale toewijding is slechts mogelijk in de mate
waarin een ziel zichzelf en haar leven oprecht, onvoorwaardelijk en zonder de
geringste beperking in Gods Plannen en Werken wil laten opnemen. Daarom is een
ziel die meent, zich aan Maria te hebben toegewijd zonder dat zij haar leven
daadwerkelijk volkomen op Gods Plannen en Werken oriënteert, in geen geval
waarlijk toegewijd. Aan Maria toegewijd, is een ziel niet omdat zij een
toewijdingsgebed heeft uitgesproken, doch uitsluitend in
de mate waarin zij in elk detail van haar leven en in elk detail van haar
innerlijke gesteldheden waarlijk innig met Maria verbonden leeft, in getrouwe
navolging van Haar ingesteldheden (ware, zelfverloochenende Liefde,
zuiverheid van hart, met de intense bestreving om zich oprecht vrij te houden
van alle duisternis in gevoelens, gedachten, verlangens en handelingen.)
Leven in totale toewijding aan Maria is daardoor een leven in intensieve
toepassing van de Goddelijke Wet en volhardende navolging van de Christus, dit
wil zeggen: in vlekkeloze aanvaarding van de beproevingen en kruisen van het
leven en in een gesteldheid van oprechte nederigheid en van een
zelfverloochenende Liefde die zij bewust nauwgezet beschut tegen elke duistere
inmenging, dus in een gesteldheid van oprecht verlangen om in geen enkel
opzicht de duisternis te dienen door gedachten, gevoelens, verlangens,
handelingen noch door verzuim van gelegenheden om Licht en Liefde te
verspreiden.
De voltooiing van de ontsluiting van de Verlossingswerken
van Jezus Christus is niets anders dan de voltooiing van Gods Heilsplan voor
alle zielen. Het Goddelijk Heilsplan is ten volle gebaseerd op de
Verlossingswerken van Jezus Christus, die door elke individuele ziel moeten
worden 'aangevuld' door liefdevolle aanvaarding en toewijding van alle kruisen
en beproevingen van hun eigen leven, precies zoals Jezus Zelf alle ontberingen,
beproevingen en kruisen van Zijn Leven als God-Mens in onbegrensde,
onvoorwaardelijke Liefde heeft aanvaard, tot en met de restloze gave van Zijn
Leven op het Kruis van Golgotha, in het volle bewustzijn van de onmetelijke
Passie die Hij vóór deze Kruisdood zou moeten doorstaan zonder dat Hij zelfs de
geringste schuld te verantwoorden had.
De hele gesteldheid van Hart van de Christus was
niets anders dan een leven en sterven in totale toewijding: onvoorwaardelijke
zelfverloochenende Liefde, totale overgave aan Gods Heilsplan voor de hele
Schepping terwijl Hijzelf daardoor geen enkel persoonlijk voordeel zou
genieten, vlekkeloze aanvaarding van Gods Beschikkingen voor Zijn eigen leven,
en volmaakte gehoorzaamheid jegens de Goddelijke Wet zonder enig verzet tegen
de rol die Hij op grond van deze Wet moest vervullen ten bate van de hele
Schepping. Van elke ziel die jegens God het heilig verbond van totale
toewijding via Maria sluit, wordt precies hetzelfde verwacht. De
ziel zal in deze immense opdracht concrete steun, bescherming en innerlijke
leiding ervaren in de mate waarin zij waarlijk gelooft in de unieke macht,
positie en rol van de Moeder Gods als haar Moeder, Gids én Meesteres op de weg
naar het Hart van de Christus, waar de volheid van de Schat van haar
Verlossing, die in dit Hart ligt geborgen, voor haar zal worden ontsloten
aldus de onvoorstelbare Belofte van God Zelf.
De oorspronkelijke hoofdengel Lucifer werd uit de Hemel
verbannen omdat hij weigerde, zich onvoorwaardelijk en totaal aan zijn Heer en
Meester, de God en Schepper van alle Leven, te onderwerpen en zich met zijn
hele doen en laten en al zijn innerlijke gesteldheden voor de vervulling van de
Goddelijke Wet van de Ware Liefde in te zetten. Dit betekent meteen dat de
hartsgesteldheid van Lucifer niet meer met de atmosfeer van volmaakte,
onvoorwaardelijke Liefde van het Rijk der Hemelen verenigbaar was. Sedert zijn
verbanning zou zijn naam 'Satan' zijn, wat letterlijk betekent: 'tegenstander,
hij die zich verzet'. De satan verzette zich met heel zijn wezen tegen de
Goddelijke Wet van de Liefde. In de diepte beschouwd, zijn alle engelen totaal
aan God toegewijd, en geldt de satan als een oorspronkelijke engel die zijn
verbond van totale toewijding heeft verscheurd. Hij zwoer in tegendeel de eed,
dat hij alles in het werk zou stellen om de verwezenlijking van het Heilsplan
van God tegen te werken en/of af te remmen en alle uitwerkingen ervan zo
mogelijk te vernietigen of hen ten minste zodanig te verontreinigen dat zij
niet langer Gods Plannen zouden dienen. Aangezien God al Zijn Werken en Plannen
via de handen, harten, geesten en de vrije wil van mensenzielen wil uitwerken,
betekent de eed van de satan concreet, dat hij de mensenzielen op alle
mogelijke wijzen zou aanvallen, tegenwerken, hun harten zou vergiftigen en hun
vrije wil van God zou zien af te wenden.
Hier ligt precies de volkomen tegenovergestelde roeping van
de Moeder Gods: Zij is geroepen om de zielen die van
harte bereid zijn om zich aan God en de vervulling van Zijn Wet weg te geven,
innerlijk te leiden, en hen door Haar machtige bescherming te ondersteunen
tegen de stormen die de satan in werking stelt om hen op hun weg naar God te
doen struikelen en, zo mogelijk, hun weg hetzij grondig te blokkeren hetzij hem
helemaal van richting te doen veranderen. Dit is de ware betekenis van
Maria's rol als Leidster van de legers van het Licht in de oorlog tegen
de duisternis. Daartoe schonk God Haar de Onbevlekte Ontvangenis, en daartoe
heeft Zij Haar vrije wil als Mens uitsluitend en onverdeeld ingezet voor een
zondeloos leven in dienst van de uiteindelijke overwinning van het Licht, een
overwinning die is begonnen met Haar Onbevlekte Ontvangenis en die is bezegeld
door het volmaakte Lijden, de Kruisdood en de Verrijzenis van Haar Goddelijke
Zoon, de Verlosser Jezus Christus.
De strijd tussen Licht en duisternis is nu, in de
huidige tijd die bekend staat als 'de Laatste Tijden', in zijn laatste fase
beland. Om deze reden is voorzien dat precies in deze Laatste Tijden de totale
toewijding aan Maria als weg naar de voltooiing van Gods Heilsplan haar
bekroning zou krijgen door intense toewijding van steeds méér zielen aan Haar. Opdat
deze toewijding waarlijk bruikbaar moge zijn tot ontsluiting van de volmaakte
Verlossingswerken van de Christus in zielen, moet zij concreet en
onvoorwaardelijk worden beleefd in zuivere harten vervuld van ware,
zelfverloochenende Liefde, in een geest van vlekkeloze aanvaarding van de
kruisen en beproevingen van het leven, en in een onvoorwaardelijke oriëntering
van de ziel, het hart, de geest en het lichaam op dienstbaarheid aan Gods
Werken via onvoorwaardelijke zelfverloochenende dienst aan alle medeschepselen.
Hierbij is van essentieel belang dat de aan Maria toegewijde ziel haar eigen
kleinheid als klein radertje binnen het reusachtige netwerk van de Schepping
zou beseffen, dat zij Maria van harte volledig en onvoorwaardelijk aanvaardt en
benadert als haar Meesteres, en dat zij al haar eigen behoeften, voorstellingen
en verwachtingen onvoorwaardelijk ondergeschikt maakt aan de noden en
verwachtingen van God, want de vervulling van deze laatste vormt de absolute
voorwaarde voor de grondvesting van Gods Rijk op aarde en daardoor voor een
wereld vervuld van onvoorwaardelijke Liefde en Vrede onder alle schepselen, en
dus voor de geboorte van het Ware Geluk.
Maria volledig aanvaarden en benaderen als
Meesteres, betekent dat de aan Haar toegewijde ziel Haar gesteldheden van Hart
(die een volmaakte weerspiegeling vormen van de gesteldheden van het Hart van
de Christus!) zeer nauwgezet zoekt na te volgen, dit wil zeggen dat de ziel
deze gesteldheden volkomen en onvoorwaardelijk zo volmaakt in het eigen hart
laat heersen, dat zij steeds spontaner vanuit het Hart van Maria Zelf kan
beginnen leven, denken, voelen, verlangen, handelen en spreken, en dat zij dus
ook steeds spontaner alles begint te vermijden en te verafschuwen, wat
duisternis in zich draagt of wat de vervulling van de Goddelijke Wet van de
Ware Liefde en de verwezenlijking van Gods Heilsplan kan tegenwerken of
verontreinigen. Door Maria onvoorwaardelijk te aanvaarden en
te benaderen als haar Meesteres, door het rotsvast Geloof dat God Zelf Maria de
macht en opdracht heeft gegeven om deze functie en rol daadwerkelijk te
vervullen, en door gewetensvol te betrachten om de gesteldheden van het Hart
van Maria nauwgezet na te volgen, brengt de totaal aan Maria toegewijde ziel
het hoogste eerbetoon aan de Verlossingswerken die de Christus voor haar heeft
voltrokken.
Maria was door God voorbestemd om Jezus Christus in een
stoffelijk Lichaam ter wereld te brengen en Hem voor het oog der mensen als een
moeder op te voeden. In die situatie lag reeds een eerste immense geloofstest
verborgen voor alle mensen die in het Israël van ruim tweeduizend jaar geleden
de levenswegen van Jezus en Maria levensweg kruisten: Zij zagen twee 'mensen'
van vlees en bloed, die echter in het verborgene Dragers waren van een nooit
eerder geziene heiligheid: Jezus was in waarheid de Vlees geworden Godheid,
Zijn Moeder Maria was in waarheid de (enige) Onbevlekte Ontvangenis. Vele
zielen voelden in deze beide 'mensen' nooit het unieke Mysterie dat Hen maakte
tot de grootste mijlpalen in de heilsgeschiedenis. Nadat Jezus Zijn grote
Wondertekenen was begonnen, begon in Hun medemensen pas goed de innerlijke
strijd in verband met het Geloof dat hier oneindig veel méér was dan de
stoffelijke 'medemensen' die zij zagen. Zij die zich aan Jezus gaven, deden dit
door Geloof in een bovenmenselijke, niet bewijsbare werkelijkheid: het besef
dat hier de Zoon van God in mensengedaante handelde, sprak, dacht, voelde,
leefde.
Wat Maria betreft, weten wij uit de Openbaringen van de
Meesteres van alle zielen dat slechts zeer weinigen in de eerste plaats de
heilige apostel en later evangelist Johannes Haar zonder enige twijfel
herkenden als de Moeder van God, als een verblindend Licht dat elke duistere
kracht in Haar nabijheid in opschudding bracht omdat van Haar een heiligheid en
een macht uitgingen, die op aarde nooit van een geschapen mensenziel waren
uitgegaan. Wat nog lange tijd verborgen zou blijven omdat Gods Plan dit zo
had voorzien was dat Maria een unieke rol zou spelen in de voltooiing van de
ontsluiting van Gods Heilsplan tot bekroning van de op zich volmaakte
Verlossingswerken van de Christus, die echter krachtens de Goddelijke Wet die
de actieve medewerking van de vrije wil van mensenzielen verlangt in elke
individuele mensenziel moet worden ontsloten, dit wil zeggen: waarlijk tot
uitwerking moet komen. De Verlossingswerken van de Christus zijn als het ware
schatkisten van goud, die door de oprechte en actieve vrije wil van elke
individuele mensenziel moeten worden geopend. De Bewaarster van de gouden
sleutel tot deze schatkisten en tevens de onfeilbare Gids en Beschermster op de
weg naar deze schatkisten is Maria.
Maria als Gids en Beschermster op de weg naar de gouden
schatkisten die door God zijn voorzien en door de Verlossingswerken van de
Christus zijn vrijgekocht: Waar staan deze schatkisten dan? Zij staan diep in
elk mensenhart. Maria, als Moeder van de Verlosser en
daardoor als het ware de Koningin-Moeder van het Rijk der Hemelen, is derhalve
de koninklijke Gids en Beschermster op de reis waartoe elke ziel gedurende haar
leven is geroepen: de reis naar de diepten van haar eigen hart, waar zij
moet ontdekken wie en hoe zij werkelijk is, en wat in haar moet veranderen
opdat haar leven de volle vruchtbaarheid moge verwezenlijken, die God van haar
verwacht, een vruchtbaarheid die betekent dat zij haar ware levensopdracht in
dienst van Gods Werken waarlijk volbrengt.
In de spirituele zin wordt onder 'hart' verstaan: de
gevoelens, het geheel van de vermogens die de mens in zijn zuivere toestand in
staat stellen om Gods verlangens te kennen en de 'trillingen' van Gods Liefde
waar te nemen, zowel deze welke rechtstreeks van Gods Hart uitgaan als deze
welke God in Zijn schepselen (mensen, dieren en planten) heeft gelegd. Het hart
is de haard van de gevoelsprocessen in de ziel. Daar ontvangt de ziel de
stromen der Liefde die God haar laat toekomen, drinkt zij deze Liefde in haar
hele wezen op, geleidt zij haar eigen heiligingsproces door de Liefde te
verbinden met haar vrije wil, die zij daarbij op Gods belangen richt, en van
daar uit geeft zij de liefdesstromen door aan haar medeschepselen, in
dienstbaarheid, naastenliefde, een teder gebaar, een lief en bemoedigend woord,
een oprechte glimlach, oprechte blijmoedigheid en een oprechte uitstraling die
haar medeschepselen omhult met Licht, geborgenheid, warmte en vertrouwen.
Het 'hart' kunnen wij ons eveneens concreet voorstellen als
het gedeelte van het innerlijk leven van de ziel dat verband houdt met
gevoelens zonder de inmenging van de denkende en berekenende geest. In die zin
moeten wij de woorden van de Meesteres van alle zielen verstaan wanneer Zij benadrukt dat ware toewijding aan Haar geen zaak is van
de geest doch van het hart: Ware toewijding is onbestaande
wanneer de ziel zich slechts met Maria verbindt door denken en overwegen, of
zoals bij sommige zielen het geval is: door bepaalde verwachtingen (de
verwachting dat men dankzij de toewijding automatisch de Eeuwige Gelukzaligheid
zal verkrijgen, of zelfs dat toewijding automatisch de deur opent naar mystieke
ervaringen, enzovoort). Ware toewijding is ten volle een zaak van zich spontaan
met Maria verbondenvoelen en op Haar georiënteerd zijn op basis van ZELFVERLOOCHENENDE LIEFDE. Een ziel kan nooit de ware
overvloeiing tussen zichzelf en de Koningin des Hemels ervaren door denken,
overwegen en berekenen, doch uitsluitend door zuivere gevoelens en verlangens
die slechts op de vervulling van de Goddelijke Wet zijn gericht en vrij zijn
van elke gehechtheid aan eigen voorstellingen, verlangens en verwachtingen.
Vele zielen kennen hun ware hartsgesteldheid weinig of
niet, en zijn daardoor ook zeer gemakkelijke prooien voor verontreiniging,
duisternis, bekoring, ondeugd en zonde. Velen zijn bovendien zo intens gehecht
aan zichzelf en aan het aanzien dat zij vanwege hun medemens najagen, dat zij
zelfs niet van duistere gesteldheden en eigen voorstellingen loskomen nadat zij
zich ervan bewust zijn gemaakt dat zij niet (voldoende) op God, op de
verwezenlijking van Zijn Werken en Plannen en op de vervulling van de Wet van
de Ware Liefde georiënteerd leven.
Maria is de koninklijke Gids op de ontdekkingsreis naar het
hart van een mensenziel in de mate waarin deze ziel Haar in staat stelt om
daadwerkelijk Gids te zijn. Zij kan deze functie slechts vervullen in de mate
waarin Zij tevens onvoorwaardelijk wordt aanvaard, benaderd en gevolgd als
Meesteres, daar Zij Haar unieke functie ook ten volle uitoefent bij Goddelijke
volmacht, en Zij de ziel nergens anders heen leidt dan naar de levenssfeer die
noodzakelijk is om het verlangen, de Liefde en de zuiverheid te kunnen
ontwikkelen om één te worden met het Hart van de Verlosser en daardoor waarlijk
beeld en gelijkenis van God te kunnen worden.
Een ziel die uit vrije wil, met oprechte inzet en oprecht
verlangen naar de definitieve en volledige overwinning van Gods Wet van de Ware
Liefde in de hele Schepping, in een geest van volkomen aanvaarding jegens Gods
Beschikkingen en in zelfverloochenende dienstbaarheid jegens al haar
medeschepselen, en in een geest van Ware Liefde, zichzelf helemaal één zoekt te
maken met het Hart van de Koningin des Hemels, zal ervaren dat Zij Zich op Haar
beurt helemaal in haar begint uit te storten. Op dat punt begint het heilig
verbond van totale, onvoorwaardelijke toewijding van de ziel aan de Moeder Gods
concreet vorm aan te nemen, en krijgt alles wat de ziel aan Maria aanbiedt
namelijk elk aspect en element van haar dagelijks leven en alles wat zich in
haar inwendig leven voltrekt een immense extra waarde. Men zou het zo kunnen
uitdrukken, dat het levenskapitaal dat de ziel van God heeft gekregen, vanaf
dat ogenblik rijke intresten begint op te brengen, waardoor de ziel via haar
innerlijk leven, al haar ervaringen en de wijze waarop zij op deze ervaringen
reageert, een steeds groter gewicht in de schaal kan leggen: Zij straalt steeds krachtiger het Licht van de Ware Liefde
uit, en haar hele doen en laten, denken, voelen, verlangen, en al haar gebeden,
krijgen een steeds grotere waarde voor het vrijkopen van Genaden voor de hele
Schepping. Dit hele proces kan in een onvoorstelbaar hoge mate worden versterkt
wanneer de ziel innig met de Koningin des Hemels samenleeft. De innigste vorm
van samenleven met de Koningin des Hemels is deze van de totale,
onvoorwaardelijke en levenslange toewijding aan Haar, die des te vruchtbaarder
wordt naarmate de overvloeiing tussen de ziel en het Hart van Maria spontaner
en vollediger wordt.
De Meesteres van alle zielen zei reeds lang geleden dat Zij
nooit zal beweren dat een ziel niet de vruchten van het ware christen-zijn zou
kunnen plukken zonder zich aan Haar toe te wijden. Zij heeft echter doorheen
Haar vele onderrichtingen ten overvloede aangetoond dat de grote waarde van
totale toewijding aan Haar hoofdzakelijk in de beide volgende punten besloten
ligt:
1.
De weg van de totale, in alle aspecten van het
dagelijks leven en in de volheid van alle innerlijke gesteldheden diep beleefde
toewijding aan Maria is door God Zelf ingesteld als de gouden weg naar Zijn
Hart. Om deze reden is deze weg bekleed met buitengewone genaden. Deze genaden
werken zich uit op twee vlakken, namelijk zowel voor het Heil van de ziel zelf,
als door een verhoogde waarde ter ontsluiting van de effecten van Gods
Heilsplan voor de hele Schepping, en derhalve voor de bespoediging van de
grondvesting van Gods Rijk op aarde;
2.
De weg van de totale, in alle aspecten van het
dagelijks leven en in de volheid van alle innerlijke gesteldheden diep beleefde
toewijding aan Maria is daardoor drager van het hoogst mogelijke eerbetoon aan
de Drie-Ene God als Schepper, Verlosser en Heiligmaker. In tegenstelling tot de
onbeschaamde leugen die de vorst der duisternis in de wereld heeft geholpen
die zegt dat totale toewijding aan Maria in strijd zou zijn met het christelijk
Geloof door zielen weg te leiden van Christus, ja zelfs dat totale toewijding
aan Maria een ketterij zou zijn (sommigen gaan zover, haar een vorm van
afgoderij te noemen) leidt de totale toewijding aan de Moeder Gods precies de
innig en oprecht met Haar verbonden zielen op de trefzekerste wijze recht naar
het Hart van Jezus Christus, en wel door deze zielen zo intens te helpen
omvormen en te onderrichten, dat deze méér dan op welke andere wijze ook, in
staat worden gesteld om zeer bewust, vrijwillig en spontaan helemaal te
versmelten met de innerlijke gesteldheden van de Verlosser, waardoor de
offerande van hun eigen innerlijk leven en van alle aspecten van hun dagelijkse
ervaringen volmaakt één kan worden met het alomvattend Offer van de Lijdende
Christus. Om deze reden stelt geen enkele beleving van het christen-zijn een
ziel méér in staat om 'aan te vullen wat nog ontbreekt aan het Lijden van
Christus' (namelijk de bewuste, spontane, vrijwillige en onvoorwaardelijke
versmelting van de eigen kruisen met de Kruis Dragende en Gekruisigde Christus)
dan de ware, zuivere beleving van de totale toewijding aan de Moeder van de
Goddelijke Verlosser.
Op zekere dag verklaarde de Meesteres van alle
zielen dat de ziel die kiest voor de totale toewijding aan Haar als de ultieme
weg naar de voltooiing van het Goddelijk Leven in zich, hierdoor een
onbelemmerd credo uitspreekt jegens de totale Bruiloft, de totale eenwording,
van de menselijke natuur met God, zoals deze in Maria volmaakt was vanaf Haar
Onbevlekte Ontvangenis. De ziel die Maria in deze hoogste mate zoekt na
te volgen, bereidt God de hoogste eer, want Hij beschouwt dit als de hoogste
verering van Zijn grootste Wonderwerk, daar Maria op grond van Haar Onbevlekte
Ontvangenis én van Haar vrijwillige verzaking aan zelfs het geringste spoor van
duisternis in haar innerlijk leven voor God de absolute voltooiing vormt van
Zijn ideaalbeeld: de geschapen mensenziel als volmaakt zuiver, dit wil zeggen
volmaakt vrij van elke duistere neiging, van elke besmetting door duisternis,
en totaal vervuld van absoluut niets dan het zuiverste, schitterendste Licht.
Maria is de absolute vervulling van Gods
verlangen dat de mensenziel volkomen beeld en gelijkenis van Zijn Hart zou
zijn, een vlekkeloze belichaming van Zijn volmaakte Liefde en van Zijn Licht
dat geen schaduwen werpt, met andere woorden: van Zijn Licht dat alles
doordringt en geen millimeter ruimte laat voor schaduw of duisternis. Totale
toewijding aan deze unieke Belichaming van Gods ideaalbeeld komt voor God neer
op de allerhoogste verering en verheerlijking jegens Hemzelf, Zijn almacht (die
in dit 'Wonderwezen' haar volmaakte uitdrukking heeft gevonden) en Zijn Wet van
Liefde. Inderdaad, de volheid van de Liefde is niets anders dan een totale
vernedering van de duisternis, die de absolute tegenpool van de Liefde is.
De Heilige Maagd roept sedert enkele eeuwen steeds intenser
op tot toewijding aan Haar. Tot bekroning hiervan heeft Zij Zich uiteindelijk
verkondigd in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen. Zij duidde deze
hoedanigheid reeds meermaals aan als de alomvattende hoedanigheid voor de
vervulling van Haar ultieme opdracht, namelijk in de Allerlaatste Tijden de
Verlossing en de heiliging in de zielen te helpen voltooien en concreet te
helpen ontsluiten. Zo geeft Zij sedert een aantal jaren diepe onderrichtingen
die de zielen klaar en duidelijk verklaren hoe zij deze totale toewijding aan
Haar gestalte moeten geven, en waarom precies op deze wijze, en die op
onwankelbare wijze aantonen waarom totale toewijding aan Haar de gouden weg
naar de vruchtbaarst mogelijke vervulling van de levensopdracht (de ware
roeping) van elke ziel vormt. Op zeer treffende wijze schonk Zij de zielen het
beeld dat zegt dat Jezus Christus de Zon is, en Zijzelf de stralen van deze Zon
naar de kern van de zielen draagt, en noemde Zij dit de bezegeling van het
Nieuw Verbond tussen God en de zielen, omdat de ziel zonder Haar de echte
warmte van Christus veel minder gemakkelijk efficiënt kan benutten om het zaad
van haar heiliging tot rijping te brengen.
Met recht en reden zei Zij ooit dat de verkondiging van
Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen en van alle onderrichtingen die
Zij in deze hoedanigheid aan de zielen toevertrouwt, zo groot, zo overweldigend
en zo vervuld is van Gods macht en Heerlijkheid, dat sommige zielen zwaar door
Gods tegenstander worden aangevallen zodra zij haar vernemen. Zij voegde
daaraan toe: "Moge dit de zielen bevestigen tot welk wapen tegen de
duisternis de Allerhoogste Mij als Meesteres van alle zielen heeft gemaakt. Ik
ben geen vervanging voor Christus, Ik verwijs juist naar Zijn Godheid door de
mensheid te tonen wat God bereidt voor een ziel die zich totaal aan
Christus geeft, zoals Ik heb gedaan. Geen enkele ziel is ooit méér één geweest
met de Verlosser dan Ik. God heeft in Mij alles uitgestort wat een
geschapen ziel kan bevatten en dragen".
God laat Maria, het volmaakt heilige Tabernakel dat het
voorrecht genoot, de God-Mens in de wereld te dragen, in deze Laatste Tijden
verkondigen als de Meesteres van alle zielen met een alomvattende macht om
zielen zodanig diep te onderrichten en hen zo intens innerlijk te helpen
omvormen, dat de zielen die zich daadwerkelijk van harte aan Haar overgeven en
waarlijk bereid blijken om alle aspecten van hun dagelijkse ervaringen én van
hun innerlijk leven te beschouwen als offergaven die Zij als hun onbetwistbare
Meesteres via Haar volmaakt heilig Hart aan God kan opdragen als grondstoffen
voor de voltooiing van het Bouwwerk van Gods Heilspan, in de ware zin van het
woord door hun Hemelse Meesteres de Leidster van de legers van het Licht
worden opgeleid in de praktische toepassing van de geheimen der heiliging. Concreet betekent dit, dat aan Maria de macht is gegeven om
zielen die zich in totale toewijding aan Haar weggeven, zeer intens te helpen
vormen tot steeds hogere toppen van heiligheid, terwijl heiligheid de absolute
voltooiing is voor de rijping van een ziel tot een vrucht waarvan de
inhoudsstoffen een dubbele, aan elkaar tegengestelde werking uitoefenen:
1.
voor de ontsluiting van Gods Werken
en Plannen vormen zij een rijke voeding;
2.
voor de krachten der duisternis
vormen zij een bron van dodelijk gif.
Maria's hoedanigheid als Meesteres van alle zielen
vormt de absolute bekroning van Gods bedoeling dat het Meesterwerk van Zijn
handen voor de zielen moge gelden als groot Voorbeeld voor volkomen heiliging
van een geschapen ziel, en derhalve voor de mogelijkheid voor elke ziel om de
duisternis in haar leven geen kans te geven, én van Zijn bedoeling dat
ditzelfde Meesterwerk méér dan ooit zou worden aanvaard en erkend als onfeilbare
Gids voor de zielen op hun eigen ontwikkeling naar een innerlijk leven dat in
staat is om de duisternis constant onwerkzaam te maken. Maria is Gods ultiem
Wapen in de strijd tegen de duisternis. De ziel die zich totaal aan Haar
toewijdt en daardoor haar hele leven en haar hele wezen op de meest intense
wijze met Haar verbindt, krijgt als het ware de beschikking over dit machtig
Wapen, of anders uitgedrukt: De ziel die een totale
toewijding aan Maria daadwerkelijk beleeft in elk detail van haar leven, ontplooit
een veel grotere stootkracht tegen de duisternis.
De duisternis heeft op deze wereld ontelbare zielen
gevonden die gewillig haar werken volbrengen en hun innerlijke gesteldheden
zwaar hebben laten besmetten met duistere gedachten, gevoelens en verlangens.
De wereld is hierdoor beladen met een dikke vacht van duisternis, wat niet
alleen blijkt uit een hoge graad van misdadig gedrag doch ook uit een
overheersende atmosfeer van beklemming, onveiligheid, dreiging, ontmoediging en
een zeer hoge mate aan liefdeloze omgang vanwege mensenzielen met hun
medeschepselen. Gods uiteindelijke doelstelling van een Schepping die een
volkomen weerspiegeling vormt van de atmosfeer van volmaakte Liefde en Vrede
van de Hemel Zelf lijkt verder af dan ooit.
Wij beleven thans de Laatste Tijden, de Tijden die door God
zijn voorzien als de fase van de ultieme voorbereiding van de grondvesting van
Zijn Rijk van volmaakte Liefde en Vrede onder alle schepselen op aarde. Op
grond van de onvergelijkbaar erbarmelijke staat van ongenade van de mensheid en
de ongebreidelde overtredingen tegen de Wet van de Liefde (die in deze tijd
wereldwijd dagelijks miljarden malen wordt genegeerd) lijkt de macht van de
duisternis over de mensheid groter dan ooit. Niettemin is de overwinning van het
Licht over de duisternis een Goddelijke Belofte. God laat geen enkele Belofte
onvervuld. Indien Hij dit zou doen, zou Hij de duisternis tot godin van de
Schepping maken en zou Hij, Die de Ware Liefde IS, Zichzelf als het ware
onwerkzaam maken. Niet-vervulling van de Goddelijke Belofte van de
eindoverwinning van het Licht over de duisternis zou hierop neerkomen, dat God,
de Schepper van alles, zou neerknielen voor de duisternis, die wordt belichaamd
door diegene die zich als dienaar tegen zijn Goddelijke Meester heeft verzet en
de eed heeft gezworen dat hij alle mensenzielen die evenzeer door God zijn
geschapen en derhalve evenzeer dienaressen van God zijn zou meesleuren in de
opstand tegen hun Goddelijke Heer en Meester en dus tegen de Bron van alle Leven
en Liefde.
De Goddelijke Belofte van de eindoverwinning van
het Licht over de duisternis, van de Goddelijke Meester over de werken van de
opstandige dienaar en zijn volgelingen, heeft voorzien dat deze Belofte in
wezen haar vervulling zal vinden in drie stappen:
1.
de Verlossingswerken van de
Christus, die op hun beurt werden voorbereid door de Onbevlekte
Ontvangenis van 'de Vrouw' (Maria) Die de afvallige eerste koningin van de
mensenzielen, Eva, zou vervangen als eeuwigdurend volmaakt zuivere Koningin Die
waardig zou zijn om de Christus in een menselijk lichaam ter wereld te brengen,
want de Verlossing moest worden voltrokken door een alomvattend Lijden in de
stoffelijke natuur;
2.
de dodelijke druk van de voet
van de 'Vrouw' op de kop van de slang, met andere woorden de
restloze vernedering van de duisternis, al haar werken en de effecten ervan,
door de volmaakt vlekkeloze Vrouw, de enige geschapen mensenziel die in elk
opzicht de duisternis totaal in haar macht heeft gehad vanaf het uur van Haar
Ontvangenis tot in alle eeuwigheid. De voet van de 'Vrouw' zal deze dodelijke
druk voltrekken door de Goddelijke Genade die zal worden vrijgemaakt door de
volmaakte versmelting van het Onbevlekt Hart van Maria met totaal en
onvoorwaardelijk aan Haar toegewijde mensenzielen die hun hele leven in de
innigste eenheid met Haar zullen hebben opgedragen aan de Goddelijke Meester
tot eerherstel voor de onvoorstelbare schendingen van Zijn volmaakte Wet van de
Liefde en tot ontsluiting van Zijn almacht, die zich reeds door de Kruisdood
van de God-Mens klaar heeft gemaakt voor de voltooiing van Gods Heilsplan;
3.
de definitieve troonsbestijging
van Jezus Christus als bezegeling van de Hemelse Bruiloft tussen Zijn Hart en
de mensenzielen die hun verlangen naar eeuwigdurende volmaakte trouw aan de
Goddelijke Wet hebben beleden, in de eerste plaats dezen,
die zich volmaakt hebben weggegeven aan het vlekkeloze Tabernakel dat de
Verlossingswerken heeft voorbereid door Haar leven in absoluut volmaakte
vervulling van de Wet van de Ware Liefde. In deze derde fase zal de Goddelijke
Belofte worden voltooid door de opening van de schatkamer op grond van de
volkomen versmelting van Gods Wil met de vrije wil van de mensenzielen die
waarlijk verlangen, Zijn beeld en gelijkenis te zijn.
Voor de vervulling van de Goddelijke Belofte is de totale
toewijding aan Maria voorzien als de gouden weg. Geen weg is méér geschikt en
méér door God Zelf gezegend als sleutel dan deze. In de waarlijk beleefde
totale toewijding aan de Koningin des Hemels, in het bijzonder in vlekkeloze
aanvaarding van Haar alomvattende hoedanigheid als Meesteres van alle zielen,
herbeleeft de ziel als het ware de volkomen zelfgave aan God, zoals Maria Zelf
deze heeft beleefd. Dit betekent dat de ziel die zich van harte aan Maria toewijdt
in het volle besef dat zij hierdoor Gods verwachting wekt dat zij met haar hele
wezen en haar hele leven in dienst van Zijn Werken zal staan, en die deze
toewijding daadwerkelijk toepast in elk aspect van haar leven, in feite het
innerlijk leven van Maria 'herbeleeft' en daardoor grote genaden voor de hele
Schepping begint vrij te maken.
Geen enkel leven van een geschapen ziel is God
ooit méér welgevallig geweest dan het leven van Maria. Geen enkel hart vervulde
ooit op volmaaktere wijze Gods Wet en Zijn verwachtingen dan het Hart van
Maria. Telkens een mensenziel zich totaal aan Maria weggeeft en Haar innerlijke
gesteldheden van harte, oprecht, spontaan en onvoorwaardelijk getrouw begint na
te leven, wordt in Gods Hart een gelijkaardige brand gewekt als deze welke Hij
heeft ervaren gedurende het leven van de Moeder Gods. Deze brand wekt de macht
om in de Goddelijke Schatkamers, waarvan het slot reeds door de
Verlossingswerken van de Christus was geopend, de deur daadwerkelijk te openen.
In de mate waarin God deze herhaling van de innerlijke gesteldheden van de
geschapen Koningin van Zijn Schepping vaker mag vaststellen, verhoogt de
intensiteit met dewelke Hij het Vuur van de Ware Liefde over de Schepping kan
laten neerregenen om de werken der duisternis te verbranden.
Het Vuur dat in Maria's Hart zo intens kon heersen
dat het in Haar elk spoor van bekoring tot duisternis onmiddellijk verschroeide
alvorens het de kans zou kunnen krijgen om de gouden binnenwand van Haar
Tabernakel te schaden, moet in de mensenzielen geschikt brandhout vinden: De
vrije wil van steeds méér mensenzielen moet zich klaar maken voor een volmaakte
dienst aan Haar, opdat deze zielen zichzelf mogen laten opbranden in het heilig
Vuur van hun Meesteres, dat Zij levenslang met Zichzelf heeft gevoed opdat het
in deze Laatste Tijden de vervulling van de Werken van Haar boven alles beminde
Goddelijke Zoon moge brengen. Hij was gekomen om op aarde een Vuur te
ontsteken, Zij heeft Zichzelf in Haar volheid der Genade gemaakt tot een Toorts
die dit Vuur in vele harten wilde laten overslaan. Deze Laatste Tijden hebben
nood aan zielen die het Hemels Vuur zo sterk kunnen uitbreiden dat het door
geen enkele storm van de duisternis nog kan worden bedwongen. Het is de heilige
plicht van elke mensenziel, haar hele leven op te offeren voor de bespoediging
van de vervulling van Gods Grote Belofte. De gouden weg hiertoe is deze van de
totale toewijding aan Maria, die en dit is waarlijk essentieel wordt
beleefd in volkomen zelfverloochening, op elk ogenblik en in elke mogelijke
situatie van het leven, en in elk contact vanwege de aan Maria toegewijde ziel
jegens elk medeschepsel zonder uitzondering.
Myriam, februari 2020
|