Dromen
van Jezus in de moslimwereld Hulp aan de Verdrukte Kerk april 2018
Verhalen van moslims die zich bekeren tot het christendom
na een droom of visioen zijn nu een normale zaak in de moslimwereld. Vele
bekeerlingen beschrijven dat ze een man in het wit zagen in hun droom, wat een
keerpunt bracht in hun weg naar geloof in Christus. Door deze dromen leren ze
uiteindelijke het reddende Evangelie kennen. Alle dromen en visioenen zijn
gewoonweg het beginpunt, legde een HVK- (Hulp aan de Verdrukte Kerk)werker uit
het Midden-Oosten uit. Er is een opvolging door een christennodig en een
verkondiging van het Evangelie. De HVK-werker heeft vele bekeerlingen die
dergelijke dromen hadden onderwezen en gedoopt. Hij zei dat het aantal moslims
die door evangelisatie tot bekering komen, groter is dan het aantal dat zich
door dromen bekeert. Deze dromen zijn geen vervanging voor evangelisatie,
benadrukte hij. Moslims lijken vooral open te staan voor dromen en visioenen
door hun culturele religieuze toewijding en bijgeloof. De HVK-werker zei dat ze
het meest voorkomen bij degenen die geen toegang hebben tot een Bijbel of een
christen. In de afgelopen 20 jaar kwamen er meer moslims dan ooit tot Christus.
Deze dromen en visioenen hadden veel invloed hierop.
17 August 2015 Ronald Westerbeek
Dromen en visioenen leiden
moslims naar Jezus Christus
Regelmatig zijn er verhalen over moslims die in een droom
Jezus zouden zien. Gebeurt dat echt zo vaak? En hoe moeten we dit duiden? Aan
het woord: Samer Younan (ICF Amersfoort) en Herman
Takken (Evangelie & Moslims): ,,Mijn ervaring is dat bijna alle
christenen van moslimhuize tot geloof zijn gekomen omdat God op een bijzondere
wijze tot hen sprak in een droom, visioen of wonder.
[Een artikel dat ik in 2009 schreef voor opinieblad cvkoers,
met onderaan een aantal getuigenissen]
,,Dit voorjaar droomde
Fatima, een Marokkaanse moslima, dat ik haar een geschenk wilde geven. Maar
telkens als ze het wilde aannemen, werd ze afgeleid door haar moeder, die haar
vanuit Marokko riep, met uitgestrekte handen. Je moet het geschenk niet
aannemen, maar naar mij komen, zei haar moeder. Toen ze wakker werd, klopte ik
juist op haar deur. Ik wist natuurlijk niets van haar droom, maar ik had een
cadeau voor haar bij me. Het was een schilderij, met daarop een uitgestoken
hand van Jezus, en de tekst uit Jesaja 41:13: Want ik ben de Heer, je God, ik
neem je bij je rechterhand en zeg je: Wees niet bang, ik zal je helpen. Ik had
dat schilderij voor iemand anders gekocht, maar die ochtend kreeg ik in mijn
stille tijd sterk op mijn hart dat ik het aan Fatima moest geven. Dat dit
gebeurde, was voor Fatima een geweldige bevestiging dat ze de islam moest
loslaten en Jezus hand mocht grijpen.
Aan het woord is Samer
Younan, evangelist van ICF Amersfoort (CGK/GKv). Hij is zelf afkomstig
uit Syrië en studeerde theologie aan de gereformeerd-vrijgemaakte Theologische
Universiteit in Kampen. Dat God door dromen en gezichten spreekt tot moslims,
kan hij uit eigen ervaring bevestigen. Sterker nog, bijna alle moslims die hij
tot Christus mocht leiden, ontvingen dromen waarin meestal een Persoon in een
stralend wit gewaad aan hen verscheen, van wie ze meteen wisten: Dit is
Jezus. Sommigen waren nog helemaal niet bezig met het christelijke geloof,
maar wel op zoek naar verdieping van hun geloof in God. In hun droom maakte
Jezus hen duidelijk: Als je dichter bij God wil komen, moet je bij Mij zijn.
Anderen waren al wel in aanraking gekomen met het Evangelie en werden door
dromen bemoedigd in hun geestelijke zoektocht, zoals Fatima.
,,Vlak voordat we Fatima
zouden dopen, afgelopen juni, voelde ze zich opeens heel erg moe, ze was echt
volledig uitgeput. Het was duidelijk dat er een geestelijke strijd woedde om
haar zielsbehoud. We hebben met haar gebeden. Die nacht kreeg ze een droom: Een
afzichtelijke, duistere man bleef haar achtervolgen en maakte haar angstig.
Toen verscheen een witte gedaante, in een stralend licht, die haar bemoedigde:
Wees niet bang, Ik ben met je. In haar droom zei ze: Ja, dat is waar, ik ben
christen. Toen ze die belijdenis had uitgesproken, verschrompelde de duistere
gestalte voor haar ogen en verpulverde tot stof. Toen ze wakker werd, was ze
blij en niet langer moe.
,,En moet je horen wat er
gisteren gebeurde, zegt Samer met twinkelende ogen. ,,Drie jaar geleden had
ik contact met een moslima, elders in Nederland, die een droom kreeg waarin
Jezus haar wenkte en zei: Volg Mij, we gaan deze weg. Ze keek, en zag dat het
een duistere en moeilijke weg was, en ze zei: Dat kan ik niet! Jezus stelde
haar gerust: Geef Mij je hand, ik help je erdoorheen. De volgende ochtend
werd ze zo blij wakker, dat ze meteen haar moeder belde, en zei: Ik word
christen! Haar moeder zei meteen: Als dat zo is, dan ben je niet langer mijn
dochter. Drie dagen voordat ze gedoopt zou worden, verdween ze spoorloos met
haar man en kinderen. Alle druk vanuit de moslimgemeenschap was haar te veel
geworden. Met geen mogelijkheid kon ik haar meer traceren. Gisteren belde ze me
opeens: Ik wil verder met Jezus, zei ze, Hij heeft me er doorheen
geholpen.
Voor Samer is het een
vanzelfsprekende zaak dat God spreekt, bemoedigt en onderwijst door middel van
dromen en gezichten. Hij maakt het te veel mee om te kunnen twijfelen aan Gods
krachtige werking door dromen. De voorbeelden die hij noemt, zijn talrijk en
divers. Ook in zijn eigen wandel met God spelen dromen een zekere rol. ,,Juist
op die momenten dat ik uitgeput of erg ontmoedigd was in het delen van het
Evangelie, of met zware geestelijke tegenstand te kampen had, heeft God mij en
mijn vrouw Betty willen bemoedigen met dromen. Als je een droom ontvangt van
God, is dat zo heerlijk, het geeft zon geweldige rust en vrede in je hart.
Studiecommissie
,,Of zulke dromen veel
voorkomen onder moslims? Ik denk dat je rustig kunt stellen dat het een van de
belangrijkste wegen is waarlangs moslims tot geloof in Jezus Christus komen,
zegt Herman Takken, stafmedewerker van Evangelie & Moslims en
reeds tientallen jaren betrokken in het evangeliserende contact met moslims in
Nederland. ,,Mijn ervaring is dat bijna alle christenen van moslimhuize tot
geloof zijn gekomen omdat God op een bijzondere wijze tot hen sprak in een
droom, visioen of wonder. Niet alleen in zogenaamde gesloten landen, maar ook
in Nederland.
Tien jaar geleden maakte
Herman deel uit van een gezamenlijke studiecommissie van E&M en de
Gereformeerde zendingsbond GZB, die specifiek onderzoek deed naar de talloze
getuigenissen van dromen en visioenen onder moslims. Dit resulteerde onder meer
in de uitgave van het boekje Vreemde Gasten. Dromen en wonderen in het
contact van christenen met moslims. Sinds die tijd is Herman getuigenissen
blijven verzamelen (zie hieronder). Momenteel werkt E&M aan een website
waarop een aantal van deze getuigenissen in het Arabisch en Turks te lezen
zullen zijn. ,,In onze westerse cultuur is een sluitende redenering een bewijs
van waarheid, maar in de oosterse cultuur hebben bijzondere dromen meer
overtuigingskracht, legt Herman uit. ,,Zon droom brengt moslims tot de
overtuiging dat het Evangelie van Jezus Christus werkelijk waarheid is.
Het helpt ex-moslims ook
in het doorgaans moeilijke gesprek met hun omgeving. ,,Vaak worden ze aangevallen
op hun bekering en krijgen ze het verwijt dat ze zijn afgevallen van de ware,
logische en meest zuivere godsdienst. Ze kunnen dan in discussie gaan, maar
redeneringen zullen hun moslimomgeving niet overtuigen. Wat hen dan zal sterken
- maar ook hun omgeving kan overtuigen - is dat ze erop kunnen terugvallen dat
God zelf hen riep in een droom of visioen.
Westers denken
Nederlanders staan vaak
raar te kijken als een (ex-)moslim vertelt over een droom waarin Jezus
verscheen. ,,Als westerse christenen zijn we soms wel erg gestempeld door een
westers denken dat nauwelijks ruimte laat aan wonderen en alles zoekt te
verklaren, vindt Herman. ,,Dromen duiden we het liefst in termen van Freud,
die dromen analyseerde en terugbracht tot psychische processen. Toch laat de
Bijbel duidelijk zien dat God soms wil spreken door dromen en gezichten. Dan
getuigt het van christelijke wijsheid om daarvoor open te staan. In 1
Tessalonicenzen 1 lezen we dat de evangelieprediking van Paulus niet slechts
in woorden kwam, maar ook in kracht en in de heilige Geest en in grote
volheid. Het is die kracht die moslims overtuigt van de waarheid, door
dromen en wonderen. Zon droom of wonder kan een beginpunt zijn, of duwtjes in
de rug terwijl ze onderweg zijn, om hen te helpen los te komen van hun eigen
achtergrond en vol te houden.
Maar waarom krijgen
westerse christenen nauwelijks zulke dromen en komt het onder moslims kennelijk
zo veel voor? Werkt God echt anders onder moslims, of zijn moslims geneigd hun
dromen te overinterpreteren? ,,Onder moslims leeft veel sterker dan onder
westerlingen de concrete verwachting van visioenen en wonderen, zegt Herman.
,,In de Koran zijn slechts enkele vermeldingen van droomgezichten, maar de
tradities van Mohammed spreken er veel meer over. En vooral in het volksgeloof
spelen dromen een grote rol. Een Syrische ex-moslim vertelde me dat zijn moeder
altijd een Arabisch boek over dromenuitleg op haar nachtkastje had liggen. Men
is veel ontvankelijker voor bijzondere dromen. Moslims hebben ook een speciaal
gebed als ze twijfelen over bepaalde keuzes die ze moeten maken, de Salaat
istikhara. Daarna kan God tot hen spreken door een droom of wonder.
,,Het maakt echt deel uit
van de Arabische volkscultuur, zegt ook Samer. ,,Westerlingen hebben een
leescultuur, jullie leren door te lezen. Vergeet niet dat veel moslims
analfabeet zijn, of in elk geval veel minder gewend om te lezen. Wij leren niet
zozeer door te lezen, maar door ontmoetingen en mondelinge overlevering. Ook
het openstaan voor bovennatuurlijke ontmoetingen en boodschappen hoort
daarbij.
En God sluit daarbij aan?
Of zou het kunnen dat er ook veel inbeelding en bijgeloof is? ,,Natuurlijk moet
je onderscheiden, reageert Herman. ,,Er kan bijgeloof in het spel zijn. Toch
wil ik niet terughoudend reageren als een moslim zijn droom met me deelt. Het
is mijn ervaring dat God veelvuldig dromen en wonderen wil gebruiken om
mensenharten te bereiken. In het contact met moslims mag je hen dan verder
helpen richting Christus.
Onderscheiding
Hoe kun je onderscheiden
tussen dromen die God geeft en bijgeloof? En: Kunnen dromen ook afkomstig zijn
van satan? ,,De duivel zoekt altijd naar ingangen in je leven, en dat geldt ook
voor culturen, waarschuwt Samer. ,,Zoals God aansluit bij culturen, doet
satan dat ook. Dus als God dromen gebruikt om moslims te bereiken, dan doet
satan dat ook. Hij doet zich soms voor als een engel van het licht. Dus het is
belangrijk om de geesten te onderscheiden.
Maar hoe doe je dat?
Een andere evangelist onder moslims, die vanwege de gevoeligheid
van dit onderwerp anoniem wil blijven, vertelt: ,,Ik sprak een jonge ex-moslim,
wiens vader was gedood door moslimterroristen. Hij had een droom gehad, waarin
een engel zei dat zijn vader niet dood was en dat Jezus hem zou redden. In de
droom liep hij met de engel mee, door een poort en tussen allemaal scherpe
zwaarden door, maar hij bleef ongedeerd. Door de poort kwam hij in de hemel en
daar zat zijn vader, maar Jezus bleek de profeet Mohammed te zijn. Op zon
moment weet je dat zon droom een leugen van satan is, om deze jonge christen
terug te veroveren. De belangrijkste toetssteen voor dromen is dat ze in
overeenstemming moeten zijn met het Evangelie van Jezus Christus en met Gods
openbaring in de Bijbel.
Herman heeft nooit
meegemaakt dat er sprake was van zulke directe satanische beïnvloeding door
dromen. ,,Wel bijgeloof. Of dat droomervaringen worden aangedikt, in sommige
kringen maak je dat wel mee, dan gaat het wel erg om de persoon en zijn
bijzondere ervaring. Maar dat merk je eigenlijk meteen al wel. De persoon is
dan namelijk niet veranderd, en de sensatie is ook zo weer weg. Maar meestal
is het anders. Dan merk je gelijk: Hier is echt iets gebeurd, deze persoon
heeft echt Jezus mogen ontmoeten.
,,Dromen die van God
komen, geven je heel veel rust, weet Samer. ,,Als een droom juist onrust of
angst teweegbrengt, dan is het niet uit God.
Jaloers?
Als westerse christen kun
je ook jaloers worden op zulke droomervaringen. Missen we iets? Zouden we zelf
ook ontvankelijker moeten worden voor dromen en gezichten? ,,Westerse
christenen hebben méér bronnen om leiding van Gods Geest te ontvangen, zegt
Samer. ,,Jullie hebben een leescultuur. Je kunt dagelijks de Bijbel bestuderen
en luisteren hoe God daar doorheen tot jou persoonlijk wil spreken en je wil
onderwijzen. Elke dag! Dat is zoveel rijker dan een droom die je maar soms ontvangt.
Heus, het is dezelfde God en het zijn dezelfde lessen, dus een droom is niet
beter. Verlang je ernaar dat God tot je spreekt? Bestudeer dan je Bijbel, elke
dag! Bid en luister. Wandel met de Heer, dag en nacht. Strek je uit naar álle
bronnen die God je geeft om uit te putten. Hij is met je, Hij zal je voeden met
alles wat je nodig hebt om te groeien in geloof.
Zie: Herman
Takken en Niek Tramper (red.), Vreemde Gasten. Dromen en wonderen in
het contact van christenen met moslims, Zoetermeer 2002, p.
80. Het boekje is niet meer verkrijgbaar in de boekhandel, maar nog wel te
bestellen bij Stichting Evangelie & Moslims, voor
7,50 (excl. Verzendkosten).
Enkele
getuigenissen:
,,Ik was moslim maar ik was steeds meer teleurgesteld in
het geloof, met de vaste gebeden en rituelen. Ik verlangde naar een veel dieper
contact met God. Dus ik begon in mijn eigen woorden te bidden en vroeg Hem
dichtbij te komen. Met mijn man kon ik dat gelukkig goed delen. Maar toen werd
hij terminaal ziek en ik wist niet hoe ik als vrouw alleen verder zou moeten in
mijn zoektocht naar God. Mijn broers zouden er immers op toezien dat ik me zou
houden aan de islamitische leefregels. Bij het sterfbed van mijn man kreeg ik
een droom, hoewel ik wakker was: Ik zag een vriendelijke man, in stralende
witte kleren. Hij zei: Wees niet bang, Ik zal bij je zijn. Je verlangt ernaar
God echt te kennen, Ik ben de Weg. In mijn hart wist ik dat dit Jezus was.
Toen ik jaren later op een
christelijke conferentie was, zag ik opeens diezelfde Man in een visioen, ik
zag het gewoon voor me, boven de mensen in de zaal. Ik was klaarwakker. Hij
bemoedigde me. En ik wist: Ik ben christen. - een Marokkaanse vrouw, in Nederland
...Toen ik kort daarna 's
nachts wakker werd, zag ik Jezus. Het was geen droom. Ik zag Hem naast mijn
voeten staan, tussen mijn spullen. Het was alsof Hij zei: 'Dit is de weg, ga
door.' Als persoon werd Hij heel concreet in mijn leven. Zijn aanwezigheid
begon ik te ervaren... - uit een interview met Abdel,
een Marokkaanse ex-moslim. Bron: Vreemde gasten
...Eens kreeg ik 's nachts
een visioen waarin ik Jezus zag. Hij hing aan het kruis en had op zijn hoofd
een doornenkroon. Daarna voer Hij ten hemel met de littekens van de kruisiging
in zijn handen. Sinds die nacht bleven de nachten voor mij verlicht ook al deed
ik het licht uit. Later kreeg ik weer een droom. Ik bevond mij in een kerk met
kaarsen en bad het Onze Vader. God Zelf had het mij geleerd want ik kende het
Onze Vader tot die tijd niet. - Maria, ex-moslima uit Egypte. Bron:
Vreemde gasten
Ze is afkomstig uit een
fundamentalistisch islamitisch milieu in Teheran. Op jonge leeftijd werd ze
tegen haar zin uitgehuwelijkt aan een zoon van een moellah (islamitische
geestelijke). Dat werd een grote lijdensgeschiedenis. Ze werd mishandeld en
verkracht. Twee keer heeft ze een zelfmoordpoging gedaan. De laatste keer nam
ze zich voor de polsen door te snijden met een scheermes. Uitgeput en verdrietig
lag ze op bed. Toen kreeg ze een verschijning:
Ik zag een man met een
intens vriendelijk en liefhebbend gezicht. Hij zei tegen mij: laat mij het maar
doen. Hij sneed in mijn polsen. Toen ik naar mijn polsen keek zag ik echter
geen bloed, maar het teken van het kruis.
Verward en vermoeid viel
ze in slaap. De volgende morgen, vrijdag, de islamitische dag van de
samenkomst, ging ze de straat op. Ze werd aangesproken door twee onbekende
jongemannen, die haar een zwart boekje in de hand stopten en haar uitnodigden
die avond naar een bepaald adres te komen. Plotseling waren ze verdwenen. Het
boek bleek een bijbel te zijn. s Avonds bezocht ze het opgegeven adres. Het
bleek een kerk te zijn. - Iraanse ex-moslimse, een ingekort
verslag. Bron: Vreemde gasten
Fatima is een jonge vrouw die ik op een conferentie
ontmoette. Ze was streng islamitisch opgevoed en had nooit een christen
ontmoet, totdat God in haar leven begon te werken. Haar leven begon te
veranderen door haar dromen. Ze droomde van een kruis dat zich ontstrekte van
haar kussen tot in de hemel, van een helder licht dat anderen meetrok naar
boven en haar in duisternis achterliet, van een groot boek dat voor haar open
lag en waarop met grote letters geschreven stond JEZUS IS DE ZOON VAN GOD. Lange
tijd hield ze deze dromen uit angst voor zich. Ze was er zo door van streek dat
ze zich stellig had voorgenomen het raadsel op te lossen. Ze ontmoette enkele
meisjes van een Christelijke Zendingsschool en leende van hen een Nieuw
Testament. Terwijl ze daarin las, realiseerde ze zich dat God tot haar had
gesproken door haar dromen en haar de waarheid aangaande de Heer Jezus Christus
had geopenbaard. Tenslotte nodigde zij Jezus in haar leven.
Ze vertelde haar broers en zusters wat er was gebeurd. Dezen maakten haar
duidelijk dat het gebeuren godslasterlijk was en een schande voor de familie.
Toen ze er niet in slaagden haar er van af te brengen, begonnen ze haar te
vervolgen en te martelen. Tenslotte besloten ze haar om het leven te brengen.
Op een nacht sloop haar zuster naar haar toe om te zien of
ze sliep, zodat ze haar broers een teken kon geven om haar te doden. Maar een
helder licht hield haar plotseling tegen. De enige richting die ze op kon gaan
was terug naar haar slaapplaats. Ze keerde terug, verschrikt door het licht dat
ze gezien had. De volgende morgen waarschuwde ze haar broers zich niet meer in
te laten met Fatima, want ze werd beschermd door machtige geesten. Ofschoon
Fatima gedwongen werd te trouwen met een fundamentalistische moslim, die haar
zelfs opsloot om het contact met christenen te verhinderen, volhardde zij in
haar nieuwe geloof. Haar man wilde graag kinderen, maar Fatima kreeg drie
miskramen. Regelmatig getuigde ze bij haar man van Jezus en ze vertelde hem dat
zij mogelijk geen kinderen konden krijgen, omdat hij niet in Jezus geloofde. In
zijn wanhoop heeft hij haar toegestaan naar de kerk te gaan in de hoop dat ze
een kind zouden krijgen. Daardoor kon zij de conferentie waar ik sprak
meemaken. Nadat ze mij haar verhaal verteld had, vroeg ze mij voor haar man te
bidden en om een kind voor hen beiden. Diep in mijn hart voelde ik dat God de
wens van Fatima heeft gehoord en die wil vervullen. Ze huilde van vreugde toen
ze van haar knieën opstond en zei: De volgende keer als je komt, zullen wij
met ons drieën zijn om je te ontmoeten, mijn man, ons kind en ik. Amen! - een
IFES stafwerker. Bron: Vreemde gasten
En zo viel ik doodmoe in slaap. Toen kwam er een stem die mijn naam riep. Ik
werd wakker en was meteen weer zo gespannen als een veer. Jubril, klonk het
heel duidelijk. Ik dacht meteen dat het de duivel was die me riep en ik zei op
een boze toon: Wie ben je? Toen zei die stem: Ik ben Jezus. Ik kan niet
goed beschrijven hoe ik me op dat moment voelde. Het was als een schok, maar
zeker niet een schok van geluk. Jezus sprak van ver en zei: Ik heb je horen
huilen en Ik ben nu gekomen om je te genezen en te troosten. Ik stuur je nu
naar mijn mensen om hun te vertellen dat Ik Jezus Christus ben en dat Ik leef!
Ik was helemaal niet blij en ik zei tegen Jezus: Waar was U toen mijn vader en
moeder werden vermoord? Waar was U toen ze al onze bezittingen afpakten? En nu
wilt U dat ik het evangelie verkondig en dat ik dus ook sterf? Ik ga helemaal
nergens heen! Het was even stil, maar toen antwoordde Jezus: Maar je zult
helemaal niet doodgaan, want Ik ben bij je! Jij zult leven en de mensen
vertellen wat Ik in je leven heb gedaan. - uit een interview met Jubril,
een Soedanese ex-moslim. Bron: Vreemde gasten
In deze nacht kreeg ik een wonderlijke droom. Ik zag mezelf staan in het midden
van een kruisvorm met een lage muur eromheen. Aan de rechterkant net voor de
dwarsbalk. In mijn beide handen hield ik grote stapels witte kartonvellen. Deze
hield ik aan de rechterkant van mijn lichaam. Aan de top van het kruis stonden
een aantal mensen. Eén van hen was anders dan de rest. Deze Man stond voor een
'deuropening' en Hij leidde met Zijn linkerhand de mensen door de 'deur'. We
droegen allemaal lange witte kleren. Achter de deur was licht maar verder kon
ik niets zien. Het ene moment stond ik in de droom, het andere moment zag ik
het kruis van boven. Ik begreep er niets van.
Toen ik de volgende morgen
wakker was mijn hart vervuld met een bijzonder geluksgevoel dat ik nooit eerder
had ervaren. En mijn hart en lichaam was gevuld met liefde. Ik voelde me alsof
ik wilde lopen en iedereen vragen ken je de Heer Jezus? Het was een heel
bijzondere emotie. Geluk dat ik tevoren niet kende.
Na een jaar eerlijke Bijbelstudie begreep ik wat er was gebeurd. Ik had mijn
weg naar God gevonden, de echte God, onze Heer Jezus Christus. Ik hoop nu voor
allen die mij lief zijn, mijn familie, vrienden en alle andere mensen dat ze
zullen veranderen en de Bijbel zullen lezen op een eerlijke manier. Ik ben er
zeker van dat God hen wil helpen om de weg te vinden. - uit een interview
met een Syrische ex-moslim. Bron: website van E&M
Wat is
Istikhara en hoe verricht je het...
Als iemand wil weten of iets dat hij/zij gaat ondernemen
verstandig is en dat Allah het voor diegene duidelijk maakt, dan verricht
hij/zij Istikhara :
Men verricht geen istikhaarah gebed voor zaken waarvan men weet zeker dat het
goed is (daden van aanbidding en goede daden) of dat het zeker slecht is (zich
bezighouden met zaken die haraam en zondig zijn). Dus als je weet dat het
slecht is dan hoef je geen istikhara voor te doen want je mag het toch niet
doen.
Istikhaarah wordt verricht voor iets waarvan men niet weet of het goed of
slecht is en wordt zeven keer herhaald.
De wijze waarop salaat istikhaarah verricht wordt, is als volgt:
1.
Verricht twee vrijwillige gebedseenheden. Het
gaat dus niet om een verplicht gebed, maar om een vrijwillig gebed die twee
rakah telt.
2.
Na het verrichten van de twee gebedseenheden
dient de smeekbede opgezegd te worden. Dit kan zowel voor de tasliem als na de
tasliem, dus voor of na het beëindigen van het gebed. Je mag het ook uit
papiertje lezen.
3.
Uitkomsten van istikhara:
·
Daarna zul je in je hart voelen of je dat moet
doen of niet.
·
Dat je daarna een droom daarover ziet waardoor
je weet of je het moet doen of niet.
4.
Als je daarna nog niet in staat bent om te
bepalen kan je tot 7 keer istikhara herhalen (7dagen achter elkaar)
5.
Als je twijfelt over iets moet je zelf
istikhara voor je zelf doen want je mag niet iemand anders voor je laten doen.
6.
Na meerdere malen istikhara en toch niet in
staat om te bepalen: dan moet je advies van wijze mensen vragen om tot besluit
te komen.
7.
Istikhara doe je over zaken waar je over
twijfelt en niet over zaken dat je al hebt besloten.
O Allah! Ik zoek Uw Leiding in Uw kennis en kracht in Uw
Macht en ik vraag U om Uw zegeningen, U beschikt over macht, ik niet , U bent
Alwetend, ik niet. U bent de Kenner van het ongeziene, O Allah! Als U weet dat
deze beslissing (noem hetgeen waarover je wilt beslissen) gunstig is voor mijn
islam, mijn leven en voor mij in het Hiernamaals, (of zeg: als het beter is
voor mijn huidige en latere noden), bepaal het dan voor mij en maak het
gemakkelijk voor mij om het te verkrijgen, en zegen mij ermee. En als U weet
dat deze beslissing slecht is voor mijn islam, mijn leven en voor mij in het
Hiernamaals (of zeg: als het slecht is voor mijn huidige en latere noden), houd
het dan bij mij vandaan en laat mij er afstand van nemen. Bepaal voor mij
datgene wat goed is voor mij en laat mij tevredenheid in datgene vinden.
De smeekbede staat vermeld in Boekhaarie (6841) en is overgeleverd door Jabir
ibn Abdoellah (moge Allah tevreden met hem zijn).
De
zegenrijke geboorte van de Heiligste Maria, onze Meesteres
De dag bestemd voor de bevalling van de heilige Anna en
voor de geboorte van Maria, was aangebroken, een allergelukkigste dag voor de
wereld. Deze geboorte geschiedde op de 8ste dag van september,
precies 9 maanden na de Ontvangenis van de ziel van onze heiligste Koningin en
Vrouwe. De H. Anna werd voorbereid door een innerlijke stem, de stem van de
Heer, die haar meedeelde, dat het uur van de geboorte was aangebroken. Op deze
aankondiging wiep zij zich neer voor de Heer, vervuld van de vreugde van de H. Geest,
en smeekte de hulp van Zijn genade en Zijn bescherming af tot het verkrijgen
van een voorspoedige geboorte. Zij voelde een beweging in haar schoot, zoals
dit eigen is aan de geboorte van mensenkinderen. Tegelijk werd het gezegendste
kind Maria door goddelijke voorzienigheid en kracht tot zeer grote
zielsverrukking gebracht.
Zodoende kwam Maria in de wereld zonder dat zij dit door
haar zintuigen gewaar werd want hun werking en vermogens waren opgeschort.
Omdat Zij het gebruik van Haar verstand had, zou Zij het binnentreden in de
wereld door Haar zintuigen gevoeld hebben indien deze toen op de natuurlijke
wijze functioneerden. Maar de Almachtige had dit anders geregeld opdat Maria de
zintuiglijke ervaring, welke met de geboorte gepaard gaat, bespaard zou
blijven. Zij werd zuiver en zonder smet geboren, schoon en vol van genade. Zij
toonde daarmee aan, dat Zij vrij was van de wet van de schatplichtigheid van de
zonde. Hoewel Zij in wezen zoals andere dochters van Adam geboren werd,
gebeurde Haar geboorte toch onder een zodanige omstandigheden en in zon staat van
genade, dat dit de wonderbaarlijkste en schone geboorte van de hele schepping
was, welke voor eeuwig tot lof van Haar Ontwerper zou strekken.
Om middernacht trad dit goddelijke Licht naar buiten en
scheidde de nacht van het oude Verbond met zijn voormalige duisternissen van de
nieuwe dag van genade, waarvan nu het morgenrood weldra zou verschijnen. Zij
werd gekleed, behandeld en verzorgd zoals alle zuigelingen hoewel haar ziel
verwijlde in de Godheid. Men gedroeg zich tegenover Haar als tegenover elke
andere zuigeling hoewel Zij alle mensen en engelen in wijsheid overtrof. Haar moeder
wilde niet, dat andere handen dan de hare haar aanraakten. Zij deed haar zelf
de luiers aan, en de H. Anna werd hierbij niet gehinderd door haar baring want
zij was vrijgesteld van de barensweeën en geboortepijnen, welke andere moeders
in de regel moeten ondergaan in zon omstandigheden.
Zo ontving de H. Anna Maria in Haar armen, die haar Dochter
was, maar tegelijk de meest uitgelezen Schat van het heelal, slechts
ondergeschikt aan God, en verheven boven alle andere schepselen. Onder innige
vreugdetranen offerde zij deze Schat aan de goddelijke Majesteit. Zij bad ook
om de noodzakelijke verlichting om Gods wil te leren kennen en daarnaar te
handelen volgens Zijn welbehagen in de dienst van haar Dochter. De Heer
antwoordde haar in haar binnenste en zei haar dat ze tegenover de buitenwereld
het hemelse King moest behandelen zoals andere moeders hun dochters behandelen
zonder enig vertoon van eerbied, maar die eerbied tegenover Haar, inwendig
moest bewaren, onder het vervullen van haar moederlijke plichten tegenover
Maria en Haar op te voeden met alle denkbare moederliefde en moederzorgen.
De H. Anna vervulde al deze wensen. Zij maakte gebruik van
wat haar was toegestaan en van al haar moederlijke rechten zonder haar eerbied
te verliezen. Zij genoot van haar heiligste Dochter, omhelsde en liefkoosde
Haar op dezelfde wijze als andere moeders met hun dochters deden. Maar het
gebeurde steeds met een passende eerbied en in het volle besef van het
verborgen en goddelijk geheim dat slechts bekend was aan de moeder en Dochter
nl. dat uit Maria de goddelijke Zoon zou geboren worden. Het was toen ook de
eerste keer dat Maria de engelen in lichamelijke vorm met hun deviezen en
gewaden zag, en het Kind Maria vroeg hen met Haar in te stemmen in lofprijzing
van de Allerhoogste en Hem in Haar naam te verheerlijken.
Op het moment van de geboorte van de heiligste Maria zond
de Allerhoogste de Aartsengel Gabriel als afgezant naar de heilige Aartsvaders
in het voorgeborchte om het vreugdevolle nieuws over te brengen. De Hemelse
afgezant daalde onmiddellijk neer, verlichtte de diepe spelonken en bracht
vreugde aan de rechtvaardigen, die daar verbleven. Hij deelde hen mee, dat de
dageraad van het eeuwig geluk was aangebroken en dat het herstel voor de
mensen, dat zo ernstig werd gewenst en verwacht door de heilige Aartsvaders en
voorspeld was door de Profeten, een begin had genomen omdat Zij, die de Moeder
van de Messias zou worden, nu geboren was. Zij zouden nu spoedig de verlossing
door de Allerhoogste en diens glorie aanschouwen.
De gebeurtenissen bij de geboorte van onze heiligste Maria
volgden elkaar op in een korte tijdspanne. Haar eerste zinnen die ze sprak was
het herkennen van Haar ouders en andere schepselen. De armen van de
Allerhoogste begonnen nieuwe wonderen in Haar te verrichten, ver boven het
begrip van de gewone mens, en het eerste en meest overweldigende was het zenden
van ontelbare engelen om de Moeder van het eeuwige Woord met ziel en lichaam
naar de hoogste Hemel te brengen ter voltrekking van Zijn verdere oogmerken
voor Haar. De engelen gehoorzaamden het goddelijk bevel en ontvingen het kind
Maria uit de armen van haar H. moeder Anna, en vormden een processie, en
brachten onder vreugdegezangen de ware Ark des Verbonds, Maria voor een
kortstondig verblijf in de tempel van de God in de hoogste Hemel, waar Zij
later tot alle eeuwigheid Haar plaats zou verkrijgen. De engelen erkenden en
vereerden Maria als hun Koningin en Meesteres. Zij, die de Moeder van hun Heer
zou worden, en de bron van genade en glorie, welke zij reeds bezaten, want door
de voorziene verdiensten van de Heer, waren zij de ontvangers geworden van de
goddelijke weldaden. De engelen waren verheugd en helemaal in bewondering bij
het zien van dit nieuwe wonderbare werk van de Allerhoogste!
Gedragen op engelenhanden kwam het kind Maria in de hoogste
Hemel, waar Zij zich vol liefde voor de troon, in de aanwezigheid van de
Allerhoogste, neerwierp. Zij was in de Hemel als kind en werd ontvangen door de
persoon van het Goddelijk Woord, dat Hij had uitverkoren als Moeder en als
Koningin van het Heelal. Hoewel Haar werkelijke waardigheid en het doel van
deze onuitsprekelijke geheimen onbekend waren voor Maria, werden toch Haar
kinderlijke eigenschappen door de goddelijke kracht in staat gesteld om deze
gunsten op passende wijze te ontvangen. Nieuwe genaden en gaven werden Haar
toebedeeld, waardoor haar vermogens overeenkomstig verheven werden. Haar
geestkracht werd niet slechts verlicht en ontvankelijk gemaakt voor nieuwe
genade en licht, zij werd ook in overeenstemming gebracht met de goddelijke
manifestatie en de Godheid vertoonde zich in het nieuwe licht, dat Haar waardig
werd geacht, en werd Haar intuïtief duidelijk op een klare, intens verheven
wijze. Dit was de eerste keer, dat de heiligste ziel van Maria de H.
Drie-eenheid in een onversluierd zalig schouwen zag.
De enige getuigen van Marias glorie in dit zalig schouwen
van de geheimen, welke Haar terug geopenbaard werden, van de goddelijke
uitwerking in Haar zuiverste ziel, was God, de Bewerker van dit ongehoorde
wonder, en de verbaasde engelen, die in bepaalde mate deze geheimen in God
Zelf, weerspiegeld zagen. De Koningin, gezeten aan de zijde van de Heer, die
Haar Zoon zou zijn, keek Hem in de ogen en bereikte meer met haar gebed dan alle
Heiligen samen. Maria bad dat Zijn beloofde komst van de Hemel naar de aarde en
Zijn huwelijk met de menselijke natuur door de hypostatische vereniging tot
vervulling zou geraken in de persoon van het Woord. Reeds meerdere malen had
Hij dit aan de mensen plechtig beloofd, door de Aartsvaders en Profeten, en nu
smeekte Maria Hem het herstel van de menselijke natuur, door zo vele eeuwen
heen verwacht temidden van de toenemende zondigheid en het verderf der zielen,
toch te willen bespoedigen. De Allerhoogste hoorde de hem zo aangename
smeekbede van Zijn Moeder. Hij ging daar genadig op in en verzekerde Haar, dat
spoedig Zijn belofte vervuld zou worden, en dat Hij zou afdalen naar de wereld
en de menselijke natuur zou aannemen en verlossen. In dit goddelijk tribunaal
en raadskamer van de H. Drie-eenheid werd besloten de Kind-Koningin een naam te
geven.
Omdat er geen passende en wettige naam te vinden is buiten
het onveranderlijke wezen van God zelf (want van daaruit worden in oneindige
wijsheid alle dingen overeenkomstig hun juist gewicht en maat meegedeeld en
bepaald), wenste Zijne Majesteit Zelf deze naam in de Hemel te geven en op te
leggen. Hij deelde daarbij aan de engelen mee, dat de drie goddelijke Personen
vóór alle eeuwigheid tot de zoete namen van Jezus en Maria hadden besloten, dat
deze namen hun welbehagen uitmaakten, en Zij ze hadden gegrift in hun eeuwige
geheugens, om daar de Objecten te vormen, tot welker dienst alle dingen
geschapen zouden worden. Terwijl ze hierover en over vele andere geheimen
ingelicht werden, hoorden de heilige engelen een stem van de troon, afkomstig
van de Persoon van de Vader:
Onze Uitverkorene zal Maria genoemd worden, en deze naam
zal krachtig en schitterend zijn. Zij, die deze naam zullen aanroepen met
oprechte genegenheid, zullen overvloedige genaden ontvangen. Zij, die deze naam
eren, en hem met eerbied zullen uitspreken, zullen getroost en verkwikt worden.
In die naam zullen zij het geneesmiddel voor hun kwalen vinden, schatten te
hunner verrijking, en het Licht, dat hen naar de Hemel zal leiden. Deze naam
zal verschrikkelijk zijn voor de krachten van de Hel, hij zal de kop van de
slang verpletteren, en hij zal roemrijke overwinningen behalen over de
hellevorsten.
De Heer beval de engelen, deze heerlijke naam aan de H.
Anna bekend te maken, zodat hetgeen in de Hemel besloten was, op aarde zou
uitgevoerd worden. Het Hemelse Kind, in ootmoedige houding voor de troon
neergezonken, bedankte op passende en menselijke wijze het eeuwige Wezen en
ontving Haar naam met bewonderenswaardige vreugde. Zij verkreeg nog vele
voorrechten en genaden op dat moment. De heilige engelen eerden en erkenden de
heiligste Maria als de toekomstige Moeder van de Wereld en als hun Koningin en
Meesteres, gezeten aan de rechterhand van Haar Zoon. Zij toonden hun grote
verering voor Haar heilige naam door zich neer te werpen toen hij van de troon
klonk in de stem van de eeuwige Vader, in het bijzonder voor degenen die deze
naam als devies op hun borst droegen. Zij allen uitten zich in lofgezangen over
deze grote, verborgen geheimen. De werkelijke reden van alles werd voor de
Kind-Koningin verborgen want haar waardigheid als Moeder van het mensgeworden
Woord werd Haar niet geopenbaard totdat de tijd voor de Menswording zou zijn
aangebroken.
Onder hetzelfde eerbiedige vreugdebetoon keerden de engelen
terug om Haar weer in de armen van de H. Anna te leggen. Dit hele gebeuren was
voor de H. Anna geheim gehouden, want één van de engelbewaarders had de plaats van
Maria ingenomen en tot dit doel een stoffelijk lichaam aangenomen. Bovendien
verbleef de H. Anna gedurende een groot deel van de tijd, waarin het Hemelse
Kind in de Hemel was opgenomen, in een zielsverrukking van de hoogste
bespiegeling, waarin haar verheven geheimen betreffende de waardigheid van Moeder
van God waartoe Haar kind geroepen zou worden, werden ontsloten. Maar zij wist
niet wat er met het Kind zou gebeuren. Op de 8ste dag na de geboorte
van de grote Koningin daalde een menigte engelen, gehuld in fraaie gewaden uit
de Hemel. Zij droegen een wapenschild, waarop de naam MARIA gegraveerd was in
prachtige schitterende letters.
Zij verschenen aan de H. Anna en zeiden haar, dat de naam
van haar dochter MARIA zou zijn, dat de heilige Voorzienigheid deze naam had
uitgezocht en hen had opgedragen deze naam en het bericht daarover uit de Hemel
naar de aarde te brengen. Zij droegen Joachim en haarzelf op, het kind die naam
te geven. Anna riep haar echtgenoot en tezamen bespraken zij deze beschikking
van God over de naam van hun dochter. De meer dan gelukkige vader nam deze naam
vreugdevol en met oprechte hartelijkheid aan. Zij nodigden hun verwanten en een
priester uit en gaven het Kind onder plechtig feestbetoon de naam MARIA. Ook de
engelen deelden in dit gebeuren met mooie en ontroerende muziek, welke slechts
door Anna en haar heiligste Dochter werden gehoord. Zo werd dus aan de
goddelijke Prinses in de Hemel door de H. Drie-eenheid een naam gegeven op de
dag van Haar geboorte, op aarde ontving Zij die naam 8 dagen later.
Voor de gewone stervelingen was de poort van de Hemel nog
niet open en moest gewacht worden tot Jezus op het Kruis was gestorven. Deze
Mens die opsteeg van de wereld om de eeuwige poorten van de Hemel te openen,
was niet zomaar een mens en niet onder de wet van de zonde viel, maar dat Hij
waarachtig God en waarachtig mens was, die sterk en machtig in de strijd, de
duivel die in de wereld regeerde, van zijn rijk had beroofd en hem had
overwonnen. En hij was de Heer van de deugden zoals iemand, die ze als Meester
beoefend had, met macht over hen, zonder enige tegenstrijdigheid door zonde of
tekorten. Als de Heer der deugden en als de Heer der glorie, kwam Hij in
triomf, deugden en eerbewijzen uitdelen aan de door Hem verlosten, voor wie
Hij, als mens geleden had en gestorven was, en die Hij als God omhoog hief tot
het eeuwige en zalige schouwen, na de boeien van de zonde gebroken te hebben.
Omdat dit het werk was van Marias Zoon, de waarachtige God
en mens, schonk Hij Maria, als de Heer van de deugden en genaden, deze gaven,
verhief Hij Haar en rustte Hij Haar daarmee uit, vanaf het eerste moment van
Haar Onbevlekte Ontvangenis. Bovendien was er geen zonde in Maria te vinden en
was eer dus geen hinderpaal, zoals voor andere sterfelijke wezens, om de
eeuwige poorten van de Hemel binnen te gaan. De machtige arm van Haar Zoon
behandelde Haar als Meesteres van alle deugden en als de Koningin van de Hemel.
Omdat Hij zich zou vormen en tot Zichzelf de menselijke natuur zou aannemen,
uit Haar vlees en bloed. Daarom maakte Hij Maria tevoren gereed.
Maria : Jezus maakte mij gelijk aan
Zichzelf in zuiverheid en vrijwaring van zonden en in andere goddelijke gaven
en voorrechten. Omdat ik niet de slavin van de zonde was, beoefende ik de
deugden niet als een onderdaan maar als een meesteres, zonder
tegenstrijdigheden maar met gezag, niet als kinderen van Adam, maar zoals de
Zoon van God, die ook mijn Zoon was. Om deze reden openden de engelen, die de
eeuwige poorten bewaakten, ze voor mij omdat zij zagen, dat de Heer mij
zuiverder had gemaakt dan de meest verheven geesten in de Hemel, en mij tot hun
Koningin en tot Meesteres van de hele schepping had verheven. God schiep
welbehagen in de nederigheid van zijn dienstmaagd, opdat in alle eeuwigheid de
Scheper van zon wonderkind geprezen zou kunnen worden. Doe eveneens zoals ik
deed, volg mijn richtlijnen op, zegen en verheerlijk Hem voor deze zegeningen,
welke Hij mij geschonken heeft.
Oefening voor mensen : Bij
het morgengloren elke dag knielen en bidden tot de Allerhoogste. Hem bedanken
en prijzen voor Zijn onveranderlijk Wezen, Zijn oneindige volmaaktheden, en
voor onze schepping. Wij moeten ons als Zijn schepsels beschouwen en het werk
van Zijn handen. We moeten Hem zegenen en aanbidden. We moeten Hem eer bewijzen
in Zijn pracht en Godheid als de oppermachtige Heer en onze Schepper en
Schepper van alles wat bestaat. Wij moeten ons opofferen met diepe nederigheid
en overgave aan Hem en Hem vragen deze dag en ook de verdere dagen van ons
leven helemaal volgens Zijn wil over ons te willen beschikken. Hij moet ons
leren dit alles te volbrengen, zodat het tot Zijn meerdere eer en glorie is.
Dit moeten we gedurende de dag in onze werken laten zien, en inwendig steeds de
raad van God vragen. We moeten Zijn raad, goedkeuring en zegen over al onze
handelingen vragen.
Maria : Spreek mijn zoetste naam
steeds met grote godsvrucht uit. Ik zou willen dat jullie overtuigd zouden zijn
van de grote voorspraak en privileges, die de Almachtige aan deze naam verleend
heeft, zozeer zelfs dat toen ik deze in de Godheid zag, ik zeer onder de indruk
kwam en dadelijk bereid was iets passends terug te doen en wanneer ik iemand
hoor die mij aanspreekt met die naam, dan word ik vervuld van dankbaarheid en
word ik aangespoord tot grotere ijver in dienst van de heer, die mij deze naam
heeft gegeven.
Het was een voorschrift van de Wet, dat een vrouw die een
dochter ter wereld had gebracht, gedurende twee weken als onrein geacht werd en
gedurende 66 dagen na de geboorte in de staat van zuivering moest verblijven,
precies het dubbele van tijd die voor de zuivering noodzakelijk was na de
geboorte van een mannelijk kind. Zodra de zuiveringstijd verstreken was, diende
zij in de tempel te verschijnen, waar zij een lammetje van 1 jaar als
brandoffer voor de dochter of de zoon moest offeren en ook een jonge duif of
tortel, als uitboeting voor de zonde. Dit moest gebeuren bij de deur van het
tabernakel, waarbij de priester gesmeekt werd de offeranden op te dragen en
voor haar te bidden, waarna zij beschouwd werd zuiver te zijn.
De bevalling van de H. Anna was zuiver en onbesmet zoals
dit helemaal paste bij haar Hemelse Dochter, in wier zuiverheid de moeder
deelde. Hoewel er vanwege dit feit geen bijzondere zuivering nodig was, voldeed
zij toch aan deze wettelijke verplichting. Hoewel zij niet onder de
strafbepalingen daarvan viel, vond zij het toch noodzakelijk om in de ogen van
de mensen daaraan te voldoen. Daar hernieuwde de H. Anna de belofte, om haar
Eerstgeborene op de passende leeftijd aan de tempel te offeren. Terwijl ze deze
belofte hernieuwde, werd zij door nieuwe genaden en ingevingen van de
Allerhoogste verlicht, en in haar hart hoorde zij een stem, welke haar aanzette
deze belofte trouw te vervullen en het Kind aan de tempel op te dragen binnen
drie jaar tijd. Het was als het ware de echo van de stem van de heiligste
Koningin, die in haar gebed het hart van God beroerd had, op dat zij zou
weerklinken in het hart van haar moeder. Maria voelde in de tempel een dusdanige
brandende liefde en een zo diepe nederigheid om de Heer te dienen. De H. Anna werd
te verstaan gegeven dat het welbehagen waarmee God uitzag, maar zon offer en
de liefde, waarmee het Hemelse kind dit offer wilde brengen, geen langer
uitstel toeliet.
Gebed tot het H. Kind Maria
O lief Kind Maria, bestemd om de Moeder van God te zijn en
onze soevereine en liefdevolle Moeder, door de wonderen van genade die U op ons
doet neerkomen, luister naar mijn nederig verzoek. In de noden die mij treffen,
vooral in mijn huidige situatie en beproeving, plaats ik al mijn vertrouwen op
U. O Heilig Kind, door de voorrechten die U alleen verleend werden en door de
verdiensten die U hebt verkregen, wees genadig voor mij. Toon mij dat de bron
van geestelijke gunsten en de voortdurende genaden die U verdeelt
onuitputtelijk zijn, omdat Uw macht bij het Hart van God onbegrensd is. Wil mij
door de immense overvloed van genaden waarmee de Allerhoogste U heeft verrijkt
vanaf het eerste moment van Uw Onbevlekte Ontvangenis, het verzoek (noem uw
verzoek) toestaan als het volgens de Goddelijke Wil is, O Hemels Kind. Ik zal
eeuwig de goedheid van Uw Hart prijzen.
Er is
nooit een plan A, maar altijd een plan B. Je hebt altijd zelf een plan A
uitgedacht, maar o zo zelden komt dat in orde. Het leven is namelijk nooit 1+1=2.
Maar
je hebt altijd een plan B en dat lukt zeker, want het komt van God. Kijk daarom
altijd naar het plan B!
Vertrouw
niet op uw eigen inzicht, want de oordelen van de mensen zijn veel te snel verduisterd
door hun hartstochten, die hen van het rechte pad afbrengen en hun wil als
gevangen met zich mee voeren. Zo kan het gebeuren, dat de mensen bang zijn voor
iets waarvoor ze niet bang moeten zijn en zich verheugen over dingen die niet
voor hun geluk zijn. H. Maagd Maria
KLEINTJES, DE INSTRUMENTEN VAN DE HEMEL, ONZE
BOODSCHAPPERS, ZULLEN WORDEN AANGEVALLEN EN IN DISKREDIET GEBRACHT WORDEN DOOR DE
INSTRUMENTEN DIE MIJN TEGENSTANDER DIENEN. ZE ZOEKEN VERDEELDHEID EN VERWARRING
TE ZAAIEN, OM JULLIE GELOOFWAARDIGHEID
IN HEN TE VERLIEZEN!
2
april 2018 1:35 PM
DRINGENDE
OPROEP VAN MARIA, MYSTIEKE ROOS AAN GODS VOLK
Kleintjes,
de Vrede van mijn Heer zij met jullie, en mijn moederlijke bescherming zal jullie
altijd helpen.
Mijn kinderen, de
illuminati-elite in dienst van mijn tegenstander openen dimensionale poorten
door middel van rituelen, zodat de wereld kan worden binnengedrongen door
demonen. De wezens die jullie buitenaardsen noemen zijn demonen en dringen
de aarde binnen. Er worden vele sferen van licht gezien op vele plaatsen
en ze zijn geen wezens van andere planeten, zoals ze willen dat jullie dit
geloven. Dit zijn wezens van de onderwereld, demonen van de Hel die komen om
zich aan te sluiten bij de afgezanten van het kwaad.
Mijn kleine
kinderen, deze demonen komen vermomd als licht om jullie te misleiden. Ik
waarschuw jullie om geen aandacht te schenken aan boodschappen die spreken van
wezens van licht, omdat deze demonisch zijn. Er zijn al veel boodschappen die
spreken over de komst van de kosmische Christus en de engelen van licht. Wees
voorzichtig, kleine kinderen, omdat deze engelen demonen zijn! De Hemel heeft jullie
alleen bewust gemaakt van het bestaan van drie Aartsengelen: Michaël, Gabriël
en Rafaël, namen van Aartsengelen die anders zijn dan deze, komen van de New
Age dat mijn tegenstander dient. Wees alert en waakzaam en schenk geen
aandacht of luister niet naar boodschappen van de zogenaamde wezens van licht,
omdat deze van mijn tegenstander komen.
Kleintjes,
de instrumenten van de Hemel, onze boodschappers, zullen worden aangevallen en
in diskrediet gebracht worden door de instrumenten die mijn tegenstander
dienen. Ze zoeken hiermee om verdeeldheid en verwarring te zaaien, zodat jullie
de geloofwaardigheid in deze boodschappers verliezen. Ik waarschuw jullie
hierover, zodat jullie niet bedrogen worden. Elke boodschap die uit de Hemel
komt, moet door het Woord van God worden beschermd, omdat er niets nieuws is,
alles werd al in het Heilig Woord geschreven. De Hemel herinnert jullie aan
hetgeen reeds geschreven staat door middel van haar instrumenten van deze
laatste tijd. Daarom komen boodschappen die spreken over wezens van andere
dimensies en van engelen van licht niet van God.
Een
boodschapper uit de Hemel valt geen ander instrument aan. Val niet in bedrog,
want dit staat op het punt te gebeuren en het is het werk van mijn tegenstander
om verdeeldheid te zaaien, chaos en verwarring te creëren in het Volk van God. Er
zullen veel meer boodschappen komen en er zullen vele valse profeten
verschijnen, die zullen zeggen dat de Christus is aangekomen. Daarom vraag Ik jullie,
mijn kleine kinderen, om biddend en waakzaam te blijven zodat jullie niet
bedrogen worden. Lees het Heilig Woord van God en confronteer alles ermee,
zodat jullie standvastig blijven in het geloof. Vraag te allen tijde om onze hulp
en bescherming en verzegel jezelf met de kracht van het Bloed van mijn Zoon,
want het Bloed zal jullie bevrijden van de aanvallen en vuurpijlen van de boze.
Leer het verzegelende gebed met het Bloed van mijn Zoon van buiten.
Plaats het Geestelijke Pantser van 's morgens tot 's nachts en breid deze uit
naar uw kinderen en gezinsleden, zodat iedereen beschermd blijft door de
Hemel. Laat mijn Rozenkrans niet achterwege, want het is het meest
krachtige wapen dat jullie werd gegeven om mijn tegenstander en demonen te
verslaan. Bid de Rozenkrans ook in gebedsgroepen en vraag om de redding van
alle zondaars van de hele wereld. Moge de Vrede van mijn Heer in jullie
blijven.
YELLOWSTONE CALDERA - schaal van Richter en Mercalli
Yellowstone
Caldera
De Yellowstone Caldera is een vulkanische caldera en
supervulkaan in het Yellowstone Nationaal Park in het Westelijk deel van de VS.
Men verwijst dikwijls naar de Yellowstone Supervulkaan. De caldera en het
grootste deel van het park bevinden zich in de noordwestelijke hoek van
Wyoming. De caldera is ongeveer 55 bij 72 km groot. De caldera heeft zich
gedurende de laatste drie supererupties gevormd over de laatste 2,1 miljoen jaar:
de Huckleberry Kam die 2,1 miljoen jaar geleden uitbarstte, de Mesa Falls die
1,3 miljoen jaar geleden uitbarstte en de Lava Creek die ongeveer 630.000 jaar
geleden uitbarstte.
Een caldera is zoals een grote ketel die ineenzakt en dat ontstaat
nadat een magmakamer of magmareservoir leeg wordt onder de vulkaan, soms als
gevolg van een grote explosieve vulkaanuitbarsting, maar ook tijdens felle
uitbarstingen op de flanken van een vulkaan, of in een verbonden spleetstelsel.
Wanneer grote hoeveelheden magma (gesmolten gesteente) in korte tijd
uitbarsten, gaat de structurele ondersteuning van de korst boven de magmakamer
verloren. De lege kamer kan het gewicht van het vulkanisch gedeelte erboven niet
ondersteunen. Een ruwweg cirkelvormige breuk, ringbreuk ontwikkelt zich rond
de rand van de kamer. Ringbreuken worden ringdijken door het binnendringen van
magma. Vulkanische luchtopeningen kunnen zich boven de ringbreuk vormen.
Terwijl de magmakamer leeg raakt, begint het midden van de vulkaan binnen de
ringbreuk in te storten. De instorting van het grondoppervlak kan optreden als
gevolg van één uitbarsting, of het kan in een paar fasen optreden als gevolg
van een reeks uitbarstingen. Het totale gebied dat instort, kan honderden of
duizenden vierkante km diameter zijn. Hoewel het soms wordt omschreven als een
krater, is het een soort van holte, omdat het wordt gevormd door de verzakking
en instorting in plaats van een explosie of inslag.
Het woord komt van het Spaanse caldera en het Latijnse
caldaria en betekent kookpot.
hoe een caldera ontstaat
hoe het er definitief uitziet
Als het magma rijk is aan silica, wordt de caldera vaak
opgevuld met ignimbrite, tufsteen, rhyoliet en ander stollingsgesteente.
Silica-rijk magma heeft een hoge viscositeit en stroomt daarom niet zo
gemakkelijk als basalt. Als gevolg hiervan hebben gassen de neiging om onder
hoge druk gevangen te raken in het magma. Wanneer het magma het aardoppervlak
nadert, zorgt de snelle ontlading van bovenliggend materiaal ervoor dat de
ingesloten gassen snel van druk verlagen, waardoor een explosie van het magma ontstaat en vulkanische
as over grote gebieden wordt veroorzaakt. Verder kunnen lavastromen uitbarsten.
Als de vulkanische activiteit voortduurt, kan het midden van de caldera worden
opgetild in de vorm van een koepel zoals die te zien is in het Yellowstone door
het later binnendringen van magma. Een silica of rhyolitische caldera kan
honderden of zelfs duizenden kubieke km aan materiaal in één enkele gebeurtenis
uitbarsten. Zelfs kleine caldera-vormende uitbarstingen zoals de Mount Pinatubo
in 1991, kunnen zorgen voor grote lokale vernietiging en een merkbare
temperatuurdaling over de hele wereld. Toen de Yellowstone Caldera ongeveer 650.000
jaar geleden voor het laatst uitbarstte, gaf het ongeveer 1000 km3 materiaal
vrij dat een groot deel van Noord-Amerika bedekt van ongeveer 2 m puin. Toen de
Mount St Helens in 1980 uitbrak, bracht het 1,2 km3 puin vrij.
Yellowstone
Yellowstone Caldera
Yellowstone National Park
Het vulkanisme in Yellowstone is relatief recent, met
caldera's die zijn ontstaan tijdens grote uitbarstingen die plaatsvonden 2,1
miljoen, 1,3 miljoen en 630.000 jaar geleden. De caldera's liggen boven een kritieke
plaats (hotspot) waar licht, heet, magma (gesmolten gesteente) van de mantel
naar het oppervlak stijgt. Terwijl de Yellowstone-hotspot zich nu onder het
Yellowstone-plateau bevindt, heeft het wel geholpen om de oostelijke Snake
River vlakte (ten westen van Yellowstone) te creëren door een reeks enorme
vulkaanuitbarstingen. De hotspot lijkt over het terrein te bewegen in de
oost-noordoostelijke richting, maar in feite is de hotspot veel dieper dan het
terrein en blijft hij stationair terwijl de Noord-Amerikaanse plaat er
west-zuidwest overheen beweegt.
gebied in de VS dat wordt getroffen door de Yellowstone Calderas :
In de afgelopen 18 miljoen jaar of zo heeft deze hotspot
een opeenvolging van gewelddadige uitbarstingen en minder gewelddadige
overstromingen van basaltachtige lava veroorzaakt. Samen hebben deze
uitbarstingen bijgedragen aan het creëren van het oostelijke deel van de Snake
River vlakte vanuit een eens bergachtige regio. Ten minste een dozijn van deze
uitbarstingen waren zo groot dat ze als supererupties werden aanzien. De supereruptie van het Island Park Caldera
die de Huckleberry Kam produceerde 2,1 miljoen jaar geleden was de grootste en
produceerde 2500 keer zoveel as als de uitbarsting van de Mount St Helens in
1980.
materiaal dat vrijkomt bij een uitbarsting
De vulkaanuitbarstingen, evenals de voortdurende
geothermische activiteit, zijn het resultaat van een grote holte van magma die
zich onder het oppervlak van de caldera bevindt. Het magma in deze holte bevat
gassen die opgelost worden door de immense druk waaronder het magma zich
bevindt. Als de druk door een of andere geologische verschuiving in voldoende
mate wordt vrijgegeven, borrelen sommige gassen uit en zorgen ervoor dat het
magma uitzet. Dit kan een kettingreactie veroorzaken. Als de uitzetting
resulteert in een verdere drukontlasting, bijvoorbeeld door korstmateriaal van
de bovenkant van de kamer te blazen, is het resultaat een zeer grote gasexplosie.
Volgens de analyse van aardbevingsgegevens in 2013 is de
magmakamer 80 km lang en 20 km breed. Het heeft ook een ondergronds volume van
4.000 km3, waarvan 6-8% gevuld is met gesmolten gesteente.
Mount
St Helens
De Mount St Helens is
een thans nog 2550 m hoge vulkaan in Skamania County in de
staat Washington in de VS. De vulkaan is vooral bekend vanwege de
verwoestende uitbarsting in 1980, waarbij tientallen mensen omkwamen en een
groot deel van de berg instortte. Voorheen bereikte de top 2950 m, wat dus
neerkomt op een hoogteverlies van 400 m met heden.
toestand op 17 mei
toestand op 18 mei, 10 km hoge eruptiekolom
toestand op 19 mei
De vulkaan is vooral bekend vanwege de grote uitbarsting op
18 mei 1980, de eerste sinds 123 jaar. Dit was de meest dodelijke en
verwoestende vulkaanuitbarsting in de geschiedenis van de VS. Bij de
uitbarsting kwamen 57 personen om het leven en raakten 200 huizen, 47 bruggen,
24 km spoorweg en 300 km weg vernield. De uitbarsting werd
voorafgegaan door een beving van 5,1 op de schaal van Richter waarbij
de top van Mount Saint Helens instortte en de berg 400 meter lager werd.
De hoeveelheid energie die vrijkwam bij de grote
uitbarsting van 1980 was vergelijkbaar met honderdvijftigmaal de kracht van de
atoombom op Hiroshima. Voordat de eigenlijke eruptie plaatsvond steeg een
enorme pliniaanse wolk uit de kratermond.
Een grote pyroclastische wolk (gloedwolk), met
een temperatuur van rond de 500 graden Celsius, verwoestte alles op zijn weg
naar beneden. Er ontstond een flinke caldera. Tot in de wijde omtrek werden de
bomen platgegooid en de omgeving werd "gezandstraald" over een
oppervlak van ca. 600 km². Onbeschermde personen die door deze
pyroclastische stroom werden overvallen werden binnen enkele tellen levend
gekookt. Als de vulkaan niet in een zeer dunbevolkt gebied was gelegen had het
aantal slachtoffers vele malen hoger kunnen zijn. De vulkaan was al lang niet
meer actief geweest, sinds zijn 'ontdekking' in de 18e eeuw noteerde
men enkel wat kleinere uitbarstingen.
In de maanden voor de uitbarsting werd de berg al in de
gaten gehouden door de United States Geological Survey (USGS) en werden er
mensen geëvacueerd. Op de ochtend van 18 mei 1980 rapporteerde David A.
Johnston, een vulkanoloog bij de USGS, als eerste dat de uitbarsting was
begonnen. Enkele tientallen seconden later werd hij op zijn veilig geachte
observatiepost op 10 km afstand gedood door de pyroclastische wolk.
In september 2004 begon de berg opnieuw te roken, maar een
grote uitbarsting bleef achterwege. Op 8 maart 2005 stootte de vulkaan een ruim
10 kilometer hoge wolk van as en stoom uit, waarna een lichte aardbeving volgde
met een kracht van 2,5 op de schaal van Richter. De rookwolk, die ongeveer een
half uur aanhield, was vanuit de wijde omtrek zichtbaar.
Schaal
van Richter
De schaal van
Richter is een meetschaal waarop de waargenomen kracht
van een aardbeving (of een zeebeving) in een getal wordt
uitgedrukt. De schaal is in 1935 opgesteld door de Amerikaanse seismoloog
Charles F. Richter en zijn Duits-Amerikaanse collega Beno Gutenberg.
Het is een logaritmische schaal van de sterkte van de trillingen,
zoals die gemeten worden op het seismogram.
In de loop van de jaren zijn er verschillende andere
magnitudeschalen ontworpen die allemaal een aanpassing of uitbreiding zijn van
de magnitudeschaal van Richter. Voor aardbevingen die zwaarder zijn dan 6,5 en
aardbevingen die verder weg zijn dan 500 km blijkt de schaal van Richter niet
erg betrouwbaar meer, boven magnitude 6,5 wordt de magnitude door de schaal van
Richter namelijk vaak te laag berekend. Omdat de schaal van Richter als
referentie een aardbeving op 100 km afstand gebruikt, wordt hij tevens
onnauwkeurig als de beving veel verder weg is.
Schaal
van Mercalli
De intensiteitsschaal van Mercalli is een schaal om de
sterkte van aardbevingen uit te drukken. De gevolgen van een aardbeving worden
weergegeven met de schaal van Mercalli. De schaal geeft de intensiteit van de
optredende trillingen weer. Deze trillingen zijn de directe oorzaak van schade.
De intensiteitsschaal van Mercalli is in 1902 ontworpen door de Italiaan
Giuseppe Mercalli. De intensiteit is afhankelijk van de afstand tot het
epicentrum en van het soort ondergrond. Hoe groter de afstand hoe minder de
grond zal bewegen en hoe kleiner de schade, dus hoe kleiner de intensiteit.
Maar de intensiteit kan toenemen wanneer de lokale ondergrond de seismische
trillingen versterkt.
Deze schaal is in 1964 voor Europa aangepast en wordt
aangeduid als de Medvedev-Sponheuer-Karnik-schaal. Inmiddels hanteert men in
Europa sinds 1992 een Europese Macroseismische Schaal (EMS92).
Verschil
tussen de schaal van Mercalli en de schaal van Richter
Tussen de intensiteit en de magnitude van een aardbeving
bestaat een duidelijk verschil. De intensiteit van een beving is afhankelijk
van de plaats van waarneming. Daarentegen is de magnitude volgens de schaal van
Richter onafhankelijk van de plaats op aarde waar deze wordt berekend en
dus karakteristiek voor de kracht van de aardbeving zelf. Zo heeft een
krachtige aardbeving op grote diepte een relatief geringe intensiteit aan het
aardoppervlak, echter wel verspreid over een groot gebied. Anderzijds kan een
zwakke aardbeving een hoge intensiteit bereiken wanneer deze op geringe diepte
plaatsvindt.
Europese
Macroseismische Schaal
Ambraseys (1985) heeft de aardbevingen van
Noord-West-Europa bestudeerd voor dewelke er voldoende instrumentele en
macroseismische gegevens waren. Op die manier heeft hij een relatie opgesteld
tussen hun magnitude, de vastgestelde schade en de oppervlakte van de gebieden
waar de verschillende intensiteitsgraden vastgesteld zijn.
Deze resultaten kunnen aldus gebruikt worden om de
magnitude te schatten van historische aardbevingen waarvan de
intensiteiten en de isoseismische oppervlaktes gekend zijn. De lokalisatie
van het epicentrum is een ander delicaat probleem. Over het algemeen
is het onmogelijk de positie van het epicentrum te kennen met een
nauwkeurigheid beter dan 20-50 km voor aardbevingen van voor 1900, vanaf
wanneer de eerste reële macroseismische enquêtes uitgevoerd werden. In het
beste geval kan men het centrum bepalen van de zone waar de aardbeving gevoeld
kon worden, of het centrum van de zone waar de schade het grootst was.
In
België
Een aardbeving wordt gekenmerkt door haar hypocentrum en
haar magnitude. Het hypocentrum is het punt binnenin de aarde waar de breuk
ontstaat, terwijl de magnitude informatie verschaft over de afmetingen van de
breukzone die bij de aardbeving in beweging komt. Daarnaast kan een aardbeving
ook gekarakteriseerd worden aan de hand van haar intensiteit, dit is een maat
voor de effecten die de beving veroorzaakt heeft op de inwoners van de
getroffen regio en voor de schade die er eventueel aangericht werd. Daarom is
het nuttig de grenzen te kennen tot waar de aardbeving is waargenomen, en, nog
belangrijker, de omvang van de zone waar de schokken het hevigst waren. Deze
informatie is belangrijk voor ingenieurswerken en voor de ruimtelijke ordening
van het gebied.
Momenteel is het niet mogelijk om het hele grondgebied te
voorzien van voldoende seismische stations en accelerometers om een precieze
bepaling van de bodembewegingen op 'lokale' schaal toe te laten. Daarom baseren
we ons ook op de effecten van de trillingen op de mens en op voorwerpen, alsook
op schade aan gebouwen. Dit zijn de belangrijkste criteria voor het opstellen
van zogenaamde macroseismische kaarten. We zouden kunnen stellen dat op
plaatsen waar zich geen meetinstrumenten bevinden, het de mensen zelf zijn en
hun constructies die dienst doen als meetapparatuur!
Er werd voornamelijk seismische activiteit gemeten tijdens
de wedstrijden van de Rode duivels.
Seismologische
gevarenkans in België
De seismische gevarenkans in België werd berekend volgens
de probalistische methode. De seismische gevarenkans is het hoogst in het
oosten van ons land (Luik en de Voerstreek, Limburg en de Hoge Venen) en in
Henegouwen.
De Maagd Maria verscheen helemaal in het wit gekleed. Zij
had een kroon met twaalf sterren om Haar hoofd. Ze zei:
"Lieve kinderen, jullie namen staan in het Boek des
Levens en de Heilige Geest leidt jullie naar de Vader, in dit uur van
duisternis. Lieve kinderen, Ik sta dicht bij jullie en Ik nodig jullie uit om
met jullie hart te bidden met Mijn Rozenkrans. Het zal de duizenden demonen
verslaan die op Aarde zijn. Laat jullie niet ontmoedigen door beproevingen en
vervolgingen: bomen dragen vruchten ondanks het weer. Vertrouw op God en Hij
zal jullie vrede, wijsheid en vreugde schenken. Bid, bemind en geef jezelf aan
de Heer. Hoop leeft in jullie. Ver van de wereld hebben jullie zekerheid".
Zij zegende alle kaarsen en verdween toen in het oneindige
licht, dat Haar altijd vergezeld.
BELANGRIJK: Tijdens de gebedswake van de 4de verscheen de
Madonna buitengewoon aan Mario, zich presenterend onder de gelovigen. Ze
nodigde uit om te bidden voor de genezing van slechte harten, bedekt met
wonden, zodat God de Vader hen kan genezen met Zijn liefde. Toen zweeg Ze en
verwelkomde de gebedsintenties van Mario en de aanwezigen.
St Rosalie's
Parish, Eucharistic Chapel, Hampton Bays, New York
Aartsengel H. Michael
"In de Naam van Jezus Christus!
Ik beveel jullie... ik dwing jullie... ik verdrijf jullie...
uit mijn geest, lichaam en ziel!"
Alleluia!
Alleluia! Alleluia! Hij is verrezen!
Steeds weer is Jullie Heer en Redder Jezus Christus, de
Verlosser, de Zoon van de Vader verrezen in het hart, geest en ziel van Zijn Vaders
kinderen sinds Zijn werkelijke Kruisiging en dood.
De Zoon is verrezen om alle dingen nieuw te maken voor de
mensheid. Steeds weer moeten jullie de Verrijzenis vieren van de Vaders Zoon
die jullie Verlosser is, want het is de Verrijzenis die de hele mensheid leert
dat jullie menszijn hier op Aarde maar tijdelijk is, maar dat jullie leven bij
de Vader in de Hemel voor eeuwig is. Dat is zo bekrachtigd door de Vader in de
Hemel voor Zijn kinderen.
In deze tijden, moeten
jullie voortdurend de Verrijzenis vieren, en jullie moeten ook beseffen dat
jullie overgang van dit aardse leven naar het Hemelse bij de Vader, ALLEEN kan gebeuren door de ZOON, JEZUS
CHRISTUS.
Jullie moeten ook beseffen dat jullie redding van de duivelse
vijanden van jullie Hemelse Vader, Zijn Zoon en alle Engelen en Heiligen,
waaronder ook jullie Hemelse Moeder, ALLEEN
door de ZOON, Verlosser kan gebeuren en dat de vijanden van de Hemel, satan,
zijn demonen en volgelingen de vernietiging van de mensheid willen.
Ze zijn voornamelijk kwaadaardig en hevig in deze eindtijd
in hun pogingen om de geest en ziel van velen te vernietigen zodat jullie zeer
waakzaam moeten zijn en de Naam van
Jezus te aanroepen om enige bezetenheid en teistering van de boze en
zijn demonische geesten neer te slaan.
Ik, de Aartsengel Michael, de verdediger van al Gods
kinderen, roep jullie allen op om het volgende gebed te bidden om de boze
geesten, demonen en volgelingen van satan, te dwarsbomen en te vernietigen. Ze proberen de mensheid aan te tasten en de geest en
ziel van Gods kinderen te vernietigen.
De boze en zijn aanhangers zullen niet succesvol zijn in
hun plannen om jullie te teisteren en zelfs tot bezetenheid te leiden, als
jullie het volgende gebed en bevel bidden tegen satan, zijn boze aanhangers en
al de demonen en entiteiten die jullie nu aanvallen. Herhaal het volgende gebed om jullie te beschermen:
"In de Naam van Jezus Christus!
Ik beveel jullie… ik dwing jullie… ik
verdrijf jullie…
uit mijn geest, lichaam en ziel!"
Herhaal dit gebed op een krachtige manier en bid dit
dikwijls voor de redding van je eigen geest en ziel in het hiernamaals, evenals
in je geest, lichaam en ziel gedurende je aardse leven. Verspreid dit gebed
onder je gezinsleden, vrienden en allen die je kunt bereiken om Gods kinderen
te beschermen tegen de verwoestingen van de boze.
Als dit gebed herhaald en verspreid wordt in de wereld en
in praktijk gebracht wordt onder al Gods kinderen zal de kracht ervan een grote
hulp zijn om de ultieme nederlaag van de boze en zijn aanhangers te
bewerkstelligen.
Jullie, die zich onder de machtige gebedsstrijders tellen
van de Vader in de Hemel en Zijn Zoon moeten nu in het bijzonder dit gebed van
bevrijding verspreiden in deze eindtijd, want de Vader heeft deze tijd gekozen
om Zijn kinderen te verzamelen in gebed en meditatie met de intentie om het
demonisch kwaad en duistere invloed die zovelen onder jullie treft, te
verdrijven.
Neem dit bevel ernstig en breng het voortdurend in praktijk
in jullie gebeds leven. De wereld zal een betere plaats worden als genoeg
mensen dit krachtig gebed aanroepen en de boosaardigheid verdrijven van de
mensheid en de duistere krachten van de boze verdrijven als voorbereiding voor
allen om een Nieuwe Hemel en een Nieuwe Aarde te zien.
"In de Naam van Jezus Christus!
Ik beveel jullie… ik dwing jullie… ik
verdrijf jullie…
Pastor Enoc 9/4 - De schepping zal de transformatie beginnen
INWONERS VAN DE AARDE, MIJN SCHEPPING IS IN DE
LAATSTE PIJNEN VAN DE BEVALLING. BEREID JULLIE VOOR OPDAT JULLIE GEKLAAG EN
HUIVERING JULLIE DOEN WAKKER WORDEN UIT JULLIE SLAAP!
9 April 2018 - 12:50 PM
DRINGENDE OPROEP VAN GOD DE VADER AAN DE MENSHEID
Mijn volk, Mijn erfgenamen, Vrede zij met jullie
Alles is in afwachting, een Nieuwe Hemel en een Nieuwe
Aarde zijn reeds in wording. Mijn schepping is in de laatste barensweeën gekomen
en het gekreun zal de hele aarde doen beven. De kettingreactie van vuur van de
vulkanen zal haar geboorte versnellen en mijn schepping zal haar laatste weeën
ingaan. Haar pijn en ellende zullen haar zuiveren en haar voorbereiden op de
wedergeboorte.
O grote Natie van de Arend (VS), maak je klaar want de gele
draak die sluimert op je grond staat op het punt wakker te worden! Het vuur in
je mond zal alles doen beven en je zult pijn kennen. Veel steden en dorpen van
deze grote natie zullen zich in rouw kleden. Grote Amerikaanse gele draak, chaos
en verlatenheid zullen je mijn schepping brengen. Zijn ontwaken zal de andere
draken die sluimeren doen wakker worden en de kettingreactie van het vuur zal
de ingewanden van mijn schepping openen. Er zal geen plaats op aarde zijn waar
de weeën niet zullen gevoeld worden. De continenten zullen worden verplaatst en
veel plekken op aarde zullen verdwijnen.
Mijn volk, het doet Mij pijn en verdriet als Vader, om jullie
deze waarschuwing te moeten geven. Ik doe het niet om paniek te veroorzaken,
maar eerder zodat jullie je voorbereiden en zo de dagen van beproeving kunnen
doorstaan die ontstaan door de transformatie van Mijn schepping. Wanneer de
aarde begint te bewegen, blijf dan kalm, bid en roep om Mijn Genade. Raak niet
in paniek, omdat al wat hierover geschreven staat moet vervuld worden.
Accepteer Mijn Wil met nederigheid, omdat het noodzakelijk is dat dit gebeurt,
voor de wedergeboorte van een Nieuwe Hemel en een Nieuwe Aarde. Bid en vertrouw
op God en niet één haar van je hoofd zal verloren gaan. Alleen degenen die
bidden en vertrouwen, kunnen deze test overwinnen.
Onheilige naties, het uur van jullie straf komt eraan!
Vanuit de Hemel zal vuur op jullie vallen en het gekreun van mijn schepping, de
ingewanden van mijn schepping zullen zich openen. Van jullie zal geen herinnering
meer over zijn! Er is nog steeds tijd. Als jullie berouw tonen en jullie
bekeren vanuit jullie hart, en naar Mij terugkeren, verzeker Ik jullie dat Ik
zal afzien om jullie de straf te sturen. Maar als jullie volharden in het
plegen van jullie verfoeilijke daden, verzeker Ik jullie dat Ik meer genade had
met Sodom en Gomorra, dan ik met jullie zal hebben.
Inwoners van de aarde, mijn schepping is in de laatste
pijnen van de bevalling. Bereid jullie voor opdat jullie geklaag en huivering
jullie zullen doen wakker worden uit jullie slaap. Alles staat op het punt te
veranderen, denk na over elke zonsopgang en schemering die jullie nog steeds
hebben, omdat zeer spoedig alles wat jullie kennen, zal verdwijnen. Een Nieuwe Schepping
zal Ik voortbrengen voor de vreugde van morgen voor mijn Uitverkoren Volk. Moge
jullie geloof en vertrouwen in God de kracht zijn die jullie zal helpen om de
beproevingen die eraan komen, te overwinnen. Vrees niet, Mijn volk, bid en
vertrouw. De schaduw van Mijn Wolk zal jullie bedekken en beschermen.
Jullie Vader, Yahweh, Heer van de Schepping
Maak mijn boodschappen bekend aan de hele mensheid, Mijn
volk
De Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maria - deel 5
En de twaalf poorten waren twaalf parels: elke poort bestond uit
een enkele parel.
Het grote getal poorten van deze mystieke Stad geeft aan,
dat door de heiligste Maria en door haar waardigheid en verdiensten, het
binnengaan in het eeuwig leven even gemakkelijk als vrij was. Het kwam Haar
geheel toe da in Haar en door Haar de oneindige barmhartigheid van de
Allerhoogste zichzelf zou verheerlijken door al deze vele wegen tot deelhebbing
aan de Godheid te openen, en dat alle mensen als zij gebruik wensten te maken
van Haar verdiensten en krachtige voorspraak, dan ook deel konden hebben aan de
Godheid. De pracht van deze 12 poorten die uit parels waren vervaardigd,
suggereren de grootheid van de waardigheid en gratie van deze Koningin van de
Hemel, en de lieflijkheid van haar naam, die de mensen naar God trekt.
De heiligste Maria wist dat God Haar het voorrecht had
verleend, de bijzondere Middelares van het menselijk ras en de Uitdeelster van
de schatten van de Godheid te zijn, voor haar Zoon, en daarom spaarde de
Meesteres zich niet maar maakte de verdiensten en de waardigheid van Haar
werken zo edel, dat zij de verwondering van de zaligen in de Hemel opriep. De
poorten van de stad waren kostbare parels in het oog van God en de mensen.
En de straten van de stad waren van zuiver goud, doorzichtig als
glas.
Het plein van de stad Gods of de heiligste Maria is het
binnenste van Haar ziel. Hier komen zoals op het plein of de markt van een
stad, al het leven, de handel en wandel bijeen, want dit is het middelpunt van
de activiteiten van de zinnen en andere vermogens van de mens. Dit plein in de
heiligste Maria bestond uit de wijsheid en liefde van God zelf. Alle gedachten
waren verheven en alle neigingen gloeiden met onmetelijke liefde. Op dit plein
werden de hoogst verheven geheimen van de Godheid overwogen, van dit plein
klonken de woorden: Ecce ancilla Domini; fiat
mihi secundum verbum tuum. (Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar Uw woord.) Deze
waren het begin van het meest verheven werk, dat God verrichtte of nog ooit zal
verrichten. Daar werden de ontelbare smekingen ten gunste van het menselijk ras
opgemaakt en opgezonden naar het tribunaal van God, daar werden die rijkdommen
vergaard, welke alle armoede van de wereld zou verjagen, als de mensen zich
ertoe richten. Daar bevindt zich ook het wapenarsenaal tegen de duivels en alle
kwaad. Want in de heiligste Maria zijn de genaden en de deugden, die Haar
afschrikwekkend maken voor de hel, en ons moed opleveren om het duivelse leger
te overwinnen.
Maar een tempel zag ik er niet, want God, de Heer, de Albeheerser,
is haar tempel, evenals het Lam.
In deze Stad van de heilige Maria is ook een zeer heilige
tempel, waar de almachtige God en Zijn Eniggeboren Zoon, het Lam,
zowel de menselijkheid als de Goddelijkheid van Jezus, eerbied worden bewezen
en waar Zij aanbeden worden in de geest, zoals in geen enkele tempel ter wereld
waardiger zou kunnen geschieden, want Hij leefde in Haar als in Zijn eigen
woonplaats. Ook was Jezus zelf de tempel van Maria, omdat Zij omsloten en
omringd werd door de Godheid en de menselijkheid die Haar beiden dienden als
verblijf en tabernakel.
Want Zij aanbad en vereerde God en smeekte onophoudelijk tot dezelfde God,
dit mensgeworden Woord in haar schoot, zodat Zij altijd in de geest in God en
het Lam was, als in een tempel, waarin haar heiligheid helemaal paste. Maria
moeten we altijd zien als ingesloten in de Godheid en in Haar heiligste Zoon,
als in een tempel. Dan kunnen we iets begrijpen van de liefdedaden en
liefde-uitingen, aanbiddingen en eerbetuigingen, die Zij heeft gebracht. Dan
kunnen we Haar vreugde in de Heer begrijpen, welke smekingen er in Haar
opstegen voor het menselijk ras , en hoe ze diepbedroefd was en smeekte voor de
redding van de mensen, waarvoor Zij de grote noodzaak zag, en hoe dit alles
opsteeg uit Haar liefdevol Hart.
En de stad heeft het licht van zon en maan niet nodig, want de
luister van God verlicht haar en haar lamp is het Lam.
De zon en de maan zijn niet meer nodig als er een grote
licht dan zij kunnen geven, aanwezig is. Dan wordt het ontbreken van onze zon
niet als een gebrek gezien in de empirische Hemel, waar de oneindige Zonnen hun
licht laten schijnen. In de heiligste Maria was geen zon of maan nodig om Haar
te verlichten en te geleiden want Zijn was onvergelijkelijk in het welbehagen,
dat Zij God bereidde. Welke Leraar zou beter tot het onderricht van Maria, in
al Haar wijsheden, heiligheden en volmaaktheden gevonden kunnen worden, dan de
Zon der Gerechtigheid zelf, Haar heiligste Zoon. In deze school van de Heer
leerde Zij om de nederigste en gehoorzaamste te zijn onder de nederigen en
gehoorzamen. Zij verkreeg van Haar grote Leermeester de goddelijke wijsheid van
nederigheid.
En de volken wandelen bij haar licht,
Want als Christus de Kerkleraars en Heiligen brandende
lichten noemt, geplaatst op kandelaars om de kerk te verlichten; degenen die
door de eeuwen heen in de Patriarchen en Profeten, Apostelen, Martelaren en
Kerkleraren die de Katholieke Kerk met zon pracht vervulden een Hemel noemt met
vele zonnen en manen; wat moeten wij dan zeggen van de heiligste Maria, wier
licht en pracht onvergelijkelijk dat van alle leraren en bedienaars van de Kerk
overtreft, en zelfs dat van de Engelen in de Hemel?
en de koningen der aarde brengen haar hun rijkdom.
Zeer gezegend zijn die koningen en prinsen die hun macht
gebruiken om deze profetie in vervulling te doen gaan. Degenen die het gelukkigst
zijn, zijn degenen die zich met oprechte genegenheid tot de heiligste Maria
wenden, die hun leven, hun eer, hun rijkdommen en hun hoge positie inzetten
voor de verdediging van deze Stad van God, opdat Haar glorie wordt verspreid en
Haar naam wordt verheerlijkt over heel de wereld. Deze Hemelse Koningin zegt
zelf dat door Haar de koningen heersen, prinsen bevelen, en de machtigen recht
spreken. Zij houdt van allen, die Haar liefhebben en allen die Haar
verheerlijken, zullen het eeuwig leven verwerven omdat allen, die met Haar
werken, niet zondigen. Alle verzoekingen van de Katholieke Kerk en alle lijden
van alle volkeren, worden steeds gematigd op voorspraak van de heiligste Maria.
In de bewogenheid van deze tijd waarin de ketterse trots zo hoog oplaait tegen
God en Zijn zo rampzalig aangevallen Kerk, is er maar 1 geneesmiddel: dat de
wereldleiders en regeringen zich tot de Moeder van Genade en Barmhartigheid
wenden.
Laat hen Haar gunst zoeken, door Haar eer te bewijzen zodat
de devotie tot Maria groeit en over de hele wereld verspreid wordt, dan zal Zij
tot ons getrokken worden door Haar barmhartigheid. Dan kan Zij voor ons de
genade van Haar Zoon verkrijgen en zullen alle ongeregelde hartstochten die de
volkeren nu aantasten door de boosaardigheid van de vijand, overwonnen worden.
Door Haar voorspraak zal ook de toorn van de Heer, die ons zo rechtvaardig
straft afgewend worden. De heiligste Maria is ook het zwaard dat alle valse
sekten die de Kerk vervolgen zal neerslaan en uitroeien over de hele wereld. In
de strijd tegen de ongelovigen, zou er ook meer vooruitgang geboekt worden als
zij Maria zouden volgen en Haar in het begin of aan het eind van hun werken en
ondernemingen plaatsen. Zij bewandelt de paden der gerechtigheid, en onderricht
deze en allen die Haar liefhebben, zal Zij verheffen en verrijken. ( )
Haar poorten zullen overdag nooit worden gesloten, en er zal geen
nacht meer zijn,
De poorten van barmhartigheid van de heiligste Maria waren
nooit gesloten en zullen nooit gesloten worden noch was er in Haar vanaf het
eerste moment van Haar Ontvangenis enige duisternis of schuld, welke de poorten
van deze Stad zouden hebben gesloten zoals bij alle andere Heiligen. De mensen
kunnen vrijuit naar de Godheid gaan door de poorten van barmhartigheid van de
zuiverste Maria.
en zij zullen daar de pracht en de schatten der volken brengen.
In die Stad staat het magazijn met schatten van de Hemel
voor allen open, zonder begrenzing van tijd, plaats, leeftijd of geslacht.
Allen konden sinds haar Ontvangenis vrij naar binnen gaan, want juist daarom
heeft de Allerhoogste zoveel poorten in deze Stad gemaakt en hen geen sloten
gegeven: vrij en open stonden zij voor het licht zodat van het eerste moment
van Marias zuiverste Ontvangenis, barmhartigheid en weldaden begonnen neer te
dalen over het hele menselijk geslacht.
Niets onreins zal er binnenkomen, en niemand die plichtig is aan de
onnoembare leugen, maar alleen zij wier namen geschreven staan in het boek des
levens van het Lam.
Maar laten de zondige en schuldige mensen niet aarzelen tot
de poorten van deze heilige Stad van God te naderen, want als zij naderen met
berouw en nederigheid om daar de wassing van genade te ondergaan, dan zullen
zij deze in de poorten van deze grote Koningin vinden en nergens anders. Zij is
schoon, rein, overvloedig in genade en bovenal is Zij de Moeder van
barmhartigheid. Zij is lieftallig, liefdevol en heeft de macht om onze armoede
te verrijken en ons te zuiveren van de smet van al onze zonden.
Maria : Wees niet bezorgd door het
feit, dat u in zonden ontvangen bent en als een schepsel van deze aarde de
wereldlijke neigingen in u voelt, maar span u in om uw hartstochten te
onderdrukken. Als u dit doet, strijdt u tegelijkertijd tegen uw vijanden. Met
de hulp van de genade van de Allerhoogste kunt u boven uzelf uitstijgen en
uzelf tot een kind van de Hemel maken, waarvandaan toch alle genade moet komen.
Indien u dat wenst te bereiken, houd dan uw geest in de
kennis van God en in de volmaaktheid van God en laat uw aandacht niet afdwalen
door iets of iemand anders. Doordat u zich openstelt voor God zult u zich
openstellen voor de instorting van de H. Geest en Zijn gaven, in de vriendschap
en vereniging met de Heer. U moet alle hindernissen verwijderen voor de werking
van Zijn Heilige Wil. Dit moet u doen door de kwade neigingen en hartstochten
te tuchtigen. Sterf aan al het aardse. Laat je niet leiden door eigen wil.
Zuiver uw ziel door het sacrament van de biecht, omdat u
Hem beledigd hebt. Verheerlijk en prijs Hem met brandende liefde. Zoek de Heer
Jezus Christus en rust niet totdat u Hem gevonden hebt, klamp u aan Hem vast en
laat Hem nooit gaan. Wandel in het licht van het geloof. Houd nooit op Hem lief
te hebben, Hem te aanbidden en Hem te vereren. Onderwerp uzelf en uw wil aan
Zijn Wil.
Negen
maanden in de schoot van Haar moeder
De heiligste Maria werd in de geest helemaal in beslag
genomen door haar eerste visioen van de Godheid. In het eerste ogenblik, daar in
de enge woning van de moederschoot, begon de liefde voor God in haar gezegende
ziel. Deze liefde zou nooit onderbroken worden maar blijvend zijn door alle
eeuwigheid van hoge glorie, welke Zij nu geniet aan de rechterhand van Haar
goddelijke Zoon. Opdat Zij zou blijven groeien in meditatie over God en liefde
tot God, niet allen door de ingestorte kennis van de geschapen dingen maar ook
door het directe visioen van de Drie-eenheid zelf, en om voor Haar de
mogelijkheid te scheppen tot oefening in daden van deugd, herhaalde de heer het
wonderbaarlijke visioen en de openbaring van Zijn Godheid bij twee volgende
gelegenheden zodat de H. Drie-eenheid voor Haar in een abstract visioen drie
maal voor Haar geboorte openbaarde. De eerste keer op het moment van Haar Ontvangenis,
daarna in de vierde of vijfde maan en de derde keer op de dag voor Haar
geboorte. Deze waren niet blijvend. Maar Zij had ook nog andere soorten
visioenen, die wel blijvend aanwezig waren en die ver verheven waren boven alle
visioenen van de Heiligen, op hun aardse pelgrimstocht.
Dit abstracte visioen van de Godheid was toch zo hoog en
onmiddellijk dat het onmogelijk kon voortduren in haar menselijke staat, waarin
Zij de glorie van het intuïtieve schouwen kon bereiken. Het liet in Haar ziel
een afdruk van Gods beeltenis na, en ontvlamde en verteerde Haar hele wezen met
een brandende liefde tot God. Deze liefde-uitingen werden gedurende deze
visioenen voortdurend vernieuwd in de heiligste ziel van Maria, toen Zij in de
schoot van de H. Anna verbleef. Op deze manier voelde Zij de beslotenheid van
Haar natuurlijke gevangenis niet, noch de beperking aan Haar zinnen opgelegd,
noch de andere beperkingen, die aan deze staat zijn verbonden, omdat Zij in het
volle bezit was van Haar verstandelijke vermogens, en Zich zonder ophouden
bezig hield met het vragen van voorspraak voor het menselijk ras en in
vereniging met de Engelen heldhaftige daden van aanbidding stelde in
onderworpenheid aan, en liefde tot God. Zij leefde meer in haar Geliefde dan in
de schoot van Haar moeder of in Zichzelf, en telde Haar beperkingen niet.
Het laatste van de drie visioenen werd vergezeld van nieuwe
en heerlijke gunsten van de Heer. Dit diende om Haar gereed te maken voor de
binnenkomst in de wereld en voor de omgang met de mensen. ( )
Maria : In het visioen van de
Godheid zal ik direct mijn onschuld en de smetteloosheid van mijn Ontvangenis.
Deze gunsten en weldaden van de Almachtige zijn zodanig, dat hoe beter zij
begrepen en veilig gesteld worden, zo veel te meer zorg en liefdevolle
behandeling zij uitlokken om ze te behouden en te vermijden dat men de Schepper
beledigt. Zij worden uit zuivere goedheid aan zijn schepselen gegeven en zijn
vergezeld van een zodanig duidelijk inzicht betreffende hun afhankelijkheid van
de verdiensten van mijn heiligste Zoon, dat de ziel onmiddellijk heel haar
aandacht geeft aan eigen onwaardigheid, en is ervan overtuigd dat zij deze
gunsten niet verdiend kan hebben en ze nooit tot een bestanddeel van haar zelf
zal kunnen maken omdat ze helemaal vreemd zijn aan haar natuur. Ze worden
gezien als toebehorende aan zon hoge Meester, tot Wie ze terug zouden kunnen keren
om naar Zijn welbehagen te worden uitgedeeld.
Dit vervult de ziel met een diepe zorg en angst te
verliezen, wat zo vrijwillig is gegeven. Daarom begint de ziel met grote
voortvarendheid te werken om ze te behouden en het talent te doen vermeerderen.
De ziel begrijpt dat dit de enige manier is om hetgeen wat gegeven is te
behouden en het doel, waartoe het gegeven is, te vervullen nl. het vruchten te
laten dragen en zo bij te dragen aan de glorie van de Schepper. Deze zorg is
inderdaad de noodzakelijke voorwaarde voor het behoud van de verkregen weldaden
en genaden. Bovendien wordt de ziel heel duidelijk gemaakt, wat de menselijke
zwakheid is en de vrijheid van de wil om goed of kwaad te doen. De Almachtige
onthield mij deze kennis niet, evenmin als Hij deze aan de andere mensen
onthoudt, zolang zij hier op aarde leven.
Hij geeft deze kennis aan allen voorzover zij deze kunnen
bevatten, omdat zij daardoor geleid en vervuld zullen worden van een heilige
angst om zonden te begaan, zelfs de kleinste. Dit licht was zeer groot in mij
en ik zag daarom zeer duidelijk dat een kleine fout de weg opent voor een
tweede, en dat de tweede slechts een straf is voor de eerste. Het is waar, dat
zonde in mij onmogelijk was wegens de zegeningen en genaden, welke ik van de
Heer had ontvangen. Maar Zijn
Voorzienigheid onthield mij een deel van deze kennis, nl. de totale zekerheid
tegenover de zonde bleef voor mij verborgen. Ik zag slechts dat in zover als
dit van mij alleen afhing, ik zou kunnen vallen, en dat het de goddelijke wil
was, die mij bewaarde.
Zo
hield Hij de wetenschap van mijn zekerheid aan Zichzelf en liet mij in zorg en
heilige angst om te zondigen, gedurende mijn pelgrimstocht. Vanaf het moment
van mijn Ontvangenis tot aan mijn dood heb ik deze vrees nooit verloren,
integendeel hij werd groter en groter, naarmate mijn leven vorderde. De
Allerhoogste gaf mij ook nederigheid en voorzichtigheid, waardoor ik er toe
kwam dit geheim niet te willen doorgronden maar slechts mijn aandacht te willen
richten op de vergroting van mijn vertrouwen op Zijn goedheid teneinde op die
wijze Zijn hulp tegen de zonde te verkrijgen. Daaruit groeiden de twee
noodzakelijke instellingen voor een Christelijk leven: 1 een vaste zekerheid
van zielenrust, 2 een heilige vreze en waakzaamheid opdat de schat niet
verloren zou gaan.
Omdat deze laatste een kinderlijke vrees was, verminderde
zij de liefde niet, maar zette deze juist in vlam en vermeerderde haar meer en
meer. Deze twee instellingen van liefde en vrees verschaften mijn ziel een
volmaakte harmonie met de goddelijke Wil, die al mijn handelingen stuurde, en
mij ver hield van het kwaad om mij te kunnen verenigen met het hoogste Goed.
Mother
Angelica : hoe we het Vagevuur kunnen vermijden?
Door op elk moment de wil van God te doen. Je kunt
natuurlijk je zorgen maken over wat je al of niet gedaan hebt in het verleden,
maar Jezus zei tot Angela Foligno: Het verleden is dood, en de toekomst
ongeboren. Doe je dagelijkse plichten uit liefde voor Jezus. Je moet proberen
in alles Jezus daadwerkelijk na te volgen.
St
Jozef : Bijzondere Patroon van de stervenden
Waarom?
1 Hij is de Voedstervader van de Eeuwige Rechter, die hem
niets kan weigeren
2 Hij is de schrik van de demonen en Overwinnaar van de Hel
3 Zijn eigen dood was prachtig, want hij stierf in de armen
van Jezus en Maria. Dit is de voornaamste reden waarom hij de patroon is van
een gelukzalige dood. De dood van geen andere Heilige was zo zalig, zo
glorievol. De H. Franciscus van Sales was van mening dat de H. Jozef stierf van
de liefde van God.
Gebed
voor een zalige dood
O Glorievolle H. Jozef, ik kies U vandaag als mijn
bijzondere patroon in leven en op het uur van mijn dood. Bewaar in mij de geest
van gebed en vurigheid voor Gods dienst en vermeerder ze. Verwijder uit mij
elke soort zonde. Verkrijg voor mij dat mijn dood geen verrassing is, maar dat
ik tijd heb om mijn zonden sacramenteel te belijden en ze te bewenen met een
perfect begrip en met een oprecht en perfect berouw, zodat mijn ziel in de
handen van Jezus en Maria terecht komt. Amen. Nog een gebed voor een zalige dood
O H. Jozef, die uw laatste adem uitblies in de armen van
Jezus en Maria, verkrijg voor mij deze genade, O H. Jozef, dat ik mijn ziel aan
U kan geven onder lofprijzing en als mijn spraak ophoudt, ik in geest kan
zeggen: Jezus, Maria en Jozef, ik geef U mijn hart en mijn ziel. Amen. Kort gebedje voor de stervenden
O H. Jozef, voedstervader van het Kind Jezus en ware
echtgenoot van de H. Maagd Maria, bid voor ons en voor de stervenden van deze
dag (of deze nacht). Amen.
Gebed
voor degenen in doodsstrijd
O H. Jozef, beschermer van degenen in doodsstrijd, heb
medelijden met degenen op dit moment, wanneer ik tot U bid, in een laatste
strijd verwikkeld zijn.
O H. Jozef, heb ook medelijden met mijn ziel wanneer het
uur van de laatste strijd voor mij is aangebroken. Wil mij dan, O mijn heilige
Patroon, niet in de steek laten, maar mij uw bijstand verlenen. Toon dat U mijn
goede vader bent, en verkrijg dat mijn Goddelijke Redder mij mag ontvangen met
genade in het verblijf waar de uitverkorenen een leven genieten waar geen einde
aan komt. Amen.
Gebed
voor de zielen in doodsstrijd
Eeuwige Vader, door de liefde die U de H. Jozef toedraagt,
die door U werd uitverkoren uit alle mannen om Uw goddelijk vaderschap over Uw
Mensgeworden Zoon uit te oefenen, ontferm U over ons en over alle arme zielen
in doodsstrijd.
Onze Vader – Weesgegroet – Glorie zij
Eeuwige Zoon van God, door de liefde die U de H. Jozef
toedraagt, die Uw trouwste bewaarder was op aarde, ontferm U over ons en over
alle arme zielen in doodsstrijd.
Onze Vader – Weesgegroet – Glorie zij
Eeuwige Geest van God, door de liefde die U de H. Jozef toedraagt, die zo liefdevol
en teder voor de Allerheiligste Maria heeft gezorgd, Uw geliefde bruid, ontferm
U over ons en over alle arme zielen in doodsstrijd.
Onze Vader – Weesgegroet – Glorie zij
Jezus,
Maria en Jozef
Jezus, Maria en Jozef, ik geef U mijn hart en mijn ziel.
Jezus, Maria en Jozef, sta mij bij in mijn doodsstrijd.
Jezus, Maria en Jozef, moge ik mijn ziel in vrede aan U geven.
Gebed
met aflaat aan de H. Jozef om gebeden te worden na de rozenkrans
We richten ons tot U, O H. Jozef in onze kwelling en we
hebben om de hulp gesmeekt van uw drieheilige Echtgenote. We bidden U met onze
harten vervuld van vertrouwen om Uw bescherming. Door de naastenliefde waarbij
U verenigd was met de Onbevlekte Maagd, Moeder van God, en de vaderlijke
liefde, waarbij U het Kind Jezus koesterde, smeken we U en bidden nederig tot U
dat U met genadevolle ogen kijkt naar ons die Jezus Christus heeft gekocht door
Zijn Bloed en ons wilt bijstaan in onze nood door Uw kracht.
Verdedig, O waakzame bewaker van de Heilige Familie, de uitverkoren nakomelingen
van Jezus Christus. Bewaar ons, O liefhebbende Vader, van alle dwaling en
corruptie. Help ons vanuit de Hemel, dappere verdediger, in deze strijd met de duivelse
machten. Verdedig Gods Heilige Kerk van de valstrikken van de vijand en van
alle tegenspoed, zoals U het kind Jezus gered hebt uit levensgevaar. Stel ons
altijd onder uw bescherming, dat we uw voorbeeld navolgen en dat we gesterkt
door uw hulp, een heilig leven leiden, een gelukkige dood sterven en de eeuwige
zaligheid in de Hemel bereiken. Amen.
Schietgebeden voor de stervenden
O God, wees genadig voor mij
O God, heb medelijden met mij
O God, vergeef mij m’n zonden
O Jezus, wees genadig voor mij
O Heilige Geest, sterk mij
O God de Vader, verwerp mij niet
O Jezus, laat mij niet in de steek
O Heilige Geest, sta me bij
O mijn God, in Uw handen beveel ik mijn geest
O Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij
O Jezus, Zoon van Maria, heb medelijden met mij
O Jezus, ik geloof in U
O Jezus, ik hoop op U
O Jezus, ik bemin U
O Jezus, ik plaats al mijn vertrouwen in Uw bitter lijden
O Jezus, ik verberg mij in Uw Heilige Wonden
O Jezus, ik sluit mij op in Uw Heilig Hart
Heilige Maria, Moeder Gods, sta me bij
Heilige Maria, bescherm me van de boze geest
Heilige Maria, richt uw barmhartige ogen op mij
O Maria, Moeder van barmhartigheid, verkrijg genade voor mij van Uw lieve Zoon
Kom mij te hulp, O Maria, in mijn angst en nood
O Maria, sluit mij in Uw Maagdelijk Hart
O Maria, beveel me aan bij Uw Zoon, verzoen me met Uw Zoon
H. Jozef, verkrijg genade en barmhartigheid voor mij
H. Jozef, begeleid mij in mijn strijd tegen de vijand van mijn redding
H. Jozef, aan U beveel ik mijn ziel toe: bewaar ze voor mij
H. Jozef, verkrijg genade voor mij
O H. Engelbewaarder, laat mij niet in de steek, maar strijd
voor mij en behoed me voor de boze
Mijn lieve patroonheiligen, bid voor mij
Jezus, in Uw handen beveel ik mijn geest
H. Jozef, voorspreker van de stervenden en zondaars, bid
voor ons die onze toevlucht tot U nemen.
Aflaten
voor de zielen in het Vagevuur verdienen
Om aflaten te kunnen verdienen
moet men in staat van genade zijn en de intentie hebben om de aflaat te
verdienen.
Gedeeltelijke en volle aflaten
kunnen altijd worden toegepast op de overledenen door een smeekgebed.
Om een aflaat verbonden aan een
gebed te verdienen, volstaat het dat gebed op te zeggen al of niet afwisselend
met een andere persoon, of het mentaal te volgen terwijl het door een ander
wordt opgezegd. (nvdr : het gebed moet dus door iemand opgezegd worden,
uitsluitend stil mentaal bidden volstaat dus niet, tenzij het tegendeel
uitdrukkelijk is vermeld)
Maria! (aflaat 25 dagen, elke keer gebeden)
Zoet Hart van Maria,
wees mijn redding. (aflaat 300 dagen, elke keer gebeden)
Maria, Maagdelijke Moeder van God, bid tot Jezus voor mij.
(aflaat 50 dagen, 1 keer per dag)
Goddelijk Hart van Jezus, bekeer zondaars, red de stervenden,
bevrijd de heilige zielen van het Vagevuur. (aflaat 300 dagen)
Heilig Hart van Jezus,
ik vertrouw me aan U toe. (aflaat 300 dagen)
Heilig Hart van Jezus,
Uw Koninkrijk komt. (aflaat 300 dagen)
H. Theresia van het
Kind Jezus, patrones van de Missies, bid voor ons. (aflaat
100 dagen)
Geprezen en verheerlijkt zij U
voor eeuwig, eeuwige, onsterfelijke en onzichtbare Koning, Enige God. Amen.
(aflaat 500 dagen – volle aflaat als het elke dag gedurende een maand lang wordt
gebeden)
Mijn God en mijn al. (aflaat 300 dagen)
O God, wees barmhartig voor mij, zondaar. (aflaat 500 dagen)
O Heer, in Uw handen beveel ik
mijn geest. (aflaat 500 dagen – volle aflaat als het elke dag gedurende een
maand lang wordt gebeden)
Mijn God, ik bemin U. (aflaat 300
dagen)
Mijn Jezus, barmhartigheid. (aflaat
300 dagen – volle aflaat als het elke dag een maand lang wordt gebeden)
Mijn Heer en mijn God. (te bidden
bij de verheffing van de H. Hostie in de Mis of bij de aanbidding : aflaat van
7 jaar – volle aflaat 1 keer per week, als het gebed dagelijks gevolgd wordt op
de voorwaarden van de biecht, Communie en gebed voor de intenties van de Paus)
Weesgegroet, O Kruis, onze enige
hoop. (aflaat 500 dagen – volle aflaat 1 keer per maand, dagelijks te bidden.
Samen gebeden met “Jezus, Maria en Jozef” : aflaat van 7 jaar – volle aflaat 1
keer per maand, volgens voorwaarden voor het dagelijks bidden)
O Maria, zonder zonde ontvangen,
bid voor ons die onze toevlucht tot U nemen. (aflaat 300 dagen – volle aflaat 1
keer per maand, volgens voorwaarden voor het dagelijks bidden)
Koningin van de Allerheiligste
Rozenkrans, bid voor ons. (aflaat 300 dagen)
Onbevlekte Koningin van Vrede,
bid voor ons. (aflaat 300 dagen)
Jezus, Maria en Jozef, ik geef u mijn hart en ziel. Jezus, Maria en
Jozef, sta me mij in mijn laatste doodsstrijd. Jezus, Maria en Jozef, laat me mijn geest in vrede bij u uitblazen. (aflaat
van 7 jaar – volle aflaat voor elke dag gedurende een maand)
Bevrijd ons, O Heer, van een
plotselinge en onvoorziene dood. (aflaat 300 dagen)
Mijn God, ik dank U voor
wat U geeft en voor wat U wegneemt: Uw Wil geschiede. (aflaat 300 dagen)
O Heer, leer me Uw Wil te doen, want U bent mijn God.
(aflaat 500 dagen)
O God, wees mij-zondaar genadig. (aflaat 500 dagen)
O God, U bent Almachtig, maak een heilige van mij. (aflaat
500 dagen)
Heilige God, Heilige Almachtige God, Heilige Eeuwige God, ontferm
U over ons. O Heilige Drie-eenheid, U bent geprezen, verheerlijkt en dank
gezegd in de eeuwigheid, (aflaat 500 dagen)
O Heer, bewaar mij van zonde vandaag. (aflaat 500 dagen)
O Heer, bevrijd mij van mijn vijanden. (aflaat 500 dagen)
O God, kom mij te hulp, O Heer, haast U mij te helpen.
(aflaat 500 dagen)
Mijn God, ik bemin U. (aflaat 300 dagen)
Ik geloof in U, ik hoop op U, ik houd van U, ik aanbid U, O
H. Drie-eenheid, een God, hem medelijden met Mij nu en in het uur van mijn dood
en red mij. (aflaat 300 dagen)
O Heer, ontvang mijn hele vrijheid. Neem mijn gedachten,
mijn begrip en mijn hele wil. Wat ik heb, hebt U gegeven. Ik geef het allemaal
terug aan U en dat U het beheert door Uw Wil. Geef Uw liefde en Uw genade aan
mij, dan ben ik rijk genoeg en vraag ik niets meer. (aflaat 3 jaar)
O Heer, in Uw handen en in de handen van Uw H. Engelen,
vertrouw ik vandaag mijn ziel, mijn relaties, mijn begunstigden, mijn vrienden
en vijanden, en het hele Katholieke volk toe. O Heer, bewaar ons heel de dag
door de verdiensten en voorspraak van de H. Maagd Maria en al Uw Heiligen, van
boosaardige en ongeregelde hartstochten, van alle zonden en bekoringen van de
duivel en van een plotselinge, onvoorziene dood en de pijnen van de hel.
Verlicht mijn hart met de genade van Uw H. Geest. Verleen dat ik altijd gehoorzaam
moge zijn aan Uw geboden. Laat mij nooit scheiden van U, O Heer, die leeft en
heerst met God de Vader en dezelfde H. Geest voor eeuwig en altijd. Amen.
(aflaat 3 jaar)
Engel van God. (aflaat 100 dagen)
AKTE VAN GELOOF :Mijn
Heer en mijn God, ik geloof vast al wat Gij geopenbaard hebt en door de heilige
Kerk mij voorhoudt te geloven, omdat Gij de opperste en onfeilbare waarheid
zijt. In dit geloof wil ik leven en sterven. (aflaat 7 jaar)
AKTE VAN HOOP :Mijn
Heer en mijn God. Ik hoop met een vast vertrouwen van U te bekomen, door de
verdiensten van Jezus Christus, het eeuwig geluk en de genaden om het te
verdienen, omdat Gij oneindig goed zijt voor ons, almachtig en getrouw in Uw
beloften. In deze hoop wil ik leven en sterven. (aflaat 7 jaar)
AKTE VAN LIEFDE :Mijn
Heer en mijn God, ik bemin U bovenal, uit geheel mijn hart, uit geheel mijn
ziel en uit al mijn krachten, omdat Gij oneindig volmaakt en alle liefde
waardig zijt. En ik bemin ook mijn naaste gelijk mijzelf, uit liefde tot U. In
deze liefde wil ik leven en sterven. (aflaat
7 jaar)
ANGELUS : De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt,
en ze heeft ontvangen van de Heilige Geest. Weesgegroet…
Zie de Dienstmaagd des Heren, Mij geschiede naar Uw woord.
Weesgegroet…
En het Woord is vlees geworden; en Het heeft onder ons
gewoond. Weesgegroet…
Bid voor ons, Heilige Moeder van God, opdat wij de beloften
van Christus waardig worden. Laat ons bidden. Heer, wij hebben door de
boodschap van de Engel de menswording van Christus uw Zoon leren kennen. Wij
bidden U, stort Uw genade in onze harten, opdat wij door Zijn lijden en kruis
gebracht worden tot de heerlijkheid van de verrijzenis. Door Christus, onze Heer. Amen. (aflaat
100 dagen)
SALVE REGINA : Wees gegroet, Koningin,
Moeder van barmhartigheid; ons leven, onze vreugde en onze hoop, wees gegroet. Tot
U roepen wij, ballingen, kinderen van Eva; tot U smeken wij, zuchtend en wenend
in dit dal van tranen. Daarom dan, onze Voorspreekster, sla op ons uw
barmhartige ogen; en toon ons, na deze ballingschap, Jezus, de gezegende vrucht
van uw schoot. O goedertieren, O liefdevolle, O zoete Maagd Maria. Bid voor
ons, heilige Moeder van God, opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
(aflaat 100 dagen of 7 jaar elke zondag)
Bidden van de Rozenkrans (aflaat
100 dagen voor elk Onze Vader en Weesgegroet)
LITANIE VAN DE HEILIGSTE NAAM
VAN JEZUS :
Heer, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons. Jezus, aanhoor ons.
Jezus, verhoor ons. God, hemelse Vader, ontferm U over ons.
God, Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
God, Heilige Geest, ontferm U over ons.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over ons.
Jezus,
Zoon van de levende God, ontferm U over ons.
Jezus,
glans van de Vader, ontferm U over ons.
Jezus,
verblindende luister van het eeuwig licht, ontferm U over ons.
Jezus,
koning van de heerlijkheid, ontferm U over ons.
Jezus,
zon van de gerechtigheid, ontferm U over ons.
Jezus,
Zoon van de Maagd Maria, ontferm U over ons.
Beminnelijke
Jezus, ontferm U over ons.
Bewonderenswaardige
Jezus, ontferm U over ons.
Jezus,
sterke God, ontferm U over ons.
Jezus,
Vader van de komende tijden, ontferm U over ons.
Jezus,
Verkondiger van Gods raadsbesluiten, ontferm U over ons.
Allermachtigste
Jezus, ontferm U over ons.
Allergeduldigste
Jezus, ontferm U over ons.
Allergehoorzaamste
Jezus, ontferm U over ons.
Jezus,
zacht en ootmoedig van hart, ontferm U over ons.
Jezus,
Minnaar van de zuiverheid, ontferm U over ons.
Jezus,
onze Minnaar, ontferm U over ons.
Jezus,
God van de vrede, ontferm U over ons.
Jezus,
Bron van het leven, ontferm U over ons.
Jezus,
Toonbeeld van de deugden, ontferm U over ons.
Jezus,
ijveraar voor de zielen, ontferm U over ons.
Jezus,
onze God, ontferm U over ons.
Jezus,
onze Toevlucht, ontferm U over ons.
Jezus,
Vader van de armen, ontferm U over ons.
Jezus,
Schat van de gelovigen, ontferm U over ons.
Jezus,
goede Herder, ontferm U over ons.
Jezus,
waarachtig Licht, ontferm U over ons.
Jezus,
eeuwige Wijsheid, ontferm U over ons.
Jezus,
eindeloze Goedheid, ontferm U over ons.
Jezus,
onze Weg en ons Leven, ontferm U over ons.
Jezus,
Vreugde van de Engelen, ontferm U over ons.
Jezus,
Koning van de Aartsvaders, ontferm U over ons.
Jezus,
Meester van de Apostelen, ontferm U over ons.
Jezus,
leraar van de Evangelisten, ontferm U over ons.
Jezus,
Sterkte van de Martelaren, ontferm U over ons.
Jezus,
Licht van de Belijders, ontferm U over ons.
Jezus,
Zuiverheid van de Maagden, ontferm U over ons.
Jezus,
Kroon van alle Heiligen, ontferm U over ons.
Wees
genadig, spaar ons, Jezus.
Wees
genadig, verhoor ons, Jezus.
Van
alle kwaad, verlos ons, Jezus.
Van
alle zonden, verlos ons, Jezus.
Van
Uw toorn, verlos ons, Jezus.
Van
de listen van de duivel, verlos ons, Jezus.
Van
de geest van onkuisheid, verlos ons, Jezus.
Van
de eeuwige dood, verlos ons, Jezus.
Van
de verwaarlozen van Uw inspraken, verlos ons, Jezus.
Door
het geheim van Uw heilige menswording, verlos ons, Jezus.
Door
Uw geboorte, verlos ons, Jezus.
Door
Uw kindsheid, verlos ons, Jezus.
Door
Uw goddelijk leven, verlos ons, Jezus.
Door
Uw arbeid, verlos ons, Jezus.
Door
Uw doodsstrijd en Uw lijden, verlos ons, Jezus.
Door
Uw kruis en Uw verlatenheid, verlos ons, Jezus.
Door
Uw smarten, verlos ons, Jezus.
Door
Uw dood en Uw begrafenis, verlos ons, Jezus.
Door
Uw verrijzenis, verlos ons, Jezus.
Door
Uw hemelvaart, verlos ons, Jezus.
Door
de instelling van Uw allerheiligste Sacrament, verlos ons, Jezus.
Door
Uw vreugden, verlos ons, Jezus.
Door
Uw heerlijkheid, verlos ons, Jezus.
Lam
Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, spaar ons, Jezus.
Lam
Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, verhoor ons, Jezus.
Lam
Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons, Jezus.
Jezus,
aanhoor ons. Jezus, verhoor ons.
Laat ons bidden:
Heer Jezus Christus, Die gezegd hebt: "Vraagt en gij zult verkrijgen;
zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden", wij smeken U,
ontsteek in ons het vuur van uw goddelijke liefde, opdat wij U met heel ons
hart, met woord en daad beminnen en nooit ophouden U te loven. Heer, maak dat
wij steeds Uw heilige Naam niet alleen vrezen maar ook beminnen, want Gij
onttrekt nimmer Uw leiding aan hen, die Gij in de hechtheid van Uw liefde
bevestigd hebt. U, Die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen. (aflaat
300 dagen)
LITANIE VAN DE HEILIGSTE MAAGD
MARIA :
Heer, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, aanhoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelse Vader, ontferm U over ons.
God, Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
God, Heilige Geest, ontferm U over ons.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over ons.
Heilige Maria, bid voor ons.
Heilige Moeder van God, bid voor ons.
Heilige Maagd der maagden, bid voor ons.
Moeder van Christus, bid voor ons.
Moeder van de Kerk, bid voor ons.
Moeder van de goddelijke Genade, bid voor ons.
Allerreinste Moeder, bid voor ons.
Zeer kuise Moeder, bid voor ons.
Maagdelijke Moeder, bid voor ons.
Onbevlekte Moeder, bid voor ons.
Beminnelijke Moeder, bid voor ons.
Bewonderenswaardige Moeder, bid voor ons.
Moeder van goede raad, bid voor ons.
Moeder van de Schepper, bid voor ons.
Moeder van de Zaligmaker, bid voor ons.
Allervoorzichtigste Maagd, bid
voor ons.
Eerwaardige Maagd, bid voor ons.
Lofwaardige Maagd, bid voor ons.
Machtige Maagd, bid voor ons.
Goedertieren Maagd, bid voor ons.
Getrouwe Maagd, bid voor ons.
Spiegel van gerechtigheid, bid voor ons.
Zetel van Wijsheid, bid voor ons.
Oorzaak van onze blijdschap, bid voor ons.
Geestelijk vat, bid voor ons.
Eerwaardig vat, bid voor ons.
Heerlijk vat van godsvrucht, bid voor ons.
Mystieke roos, bid voor ons.
Toren van David, bid voor ons.
Ivoren toren, bid voor ons.
Gouden huis, bid voor ons.
Ark van het verbond, bid voor ons.
Deur van de hemel, bid voor ons.
Morgenster, bid voor ons.
Heil van de zieken, bid voor ons.
Toevlucht van de zondaren, bid voor ons.
Troosteres van de bedroefden, bid voor ons.
Hulp van de christenen, bid voor ons.
Koningin van de engelen, bid voor
ons.
Koningin van de aartsvaders, bid voor ons.
Koningin van de profeten, bid voor ons.
Koningin van de apostelen, bid voor ons.
Koningin van de martelaren, bid voor ons.
Koningin van de belijders, bid voor ons.
Koningin van de maagden, bid voor ons.
Koningin van alle heiligen, bid voor ons.
Koningin zonder erfsmet ontvangen, bid voor ons.
Koningin in de hemel opgenomen, bid voor ons.
Koningin van de heilige rozenkrans, bid voor ons.
Koningin van het gezin, bid voor ons.
Koningin van de vrede, bid voor ons.
Lam Gods, dat de zonden van de
wereld wegneemt, spaar ons Heer.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, verhoor ons Heer.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Laat ons bidden:
Heer God, wij bidden U: geef ons, uw dienaren, dat wij ons mogen verheugen in
een bestendige gezondheid van ziel en lichaam. Mogen wij door de verheven
voorspraak van de heilige Maria, die altijd maagd is gebleven, verlost worden
van de tegenwoordige droefheid en de eeuwige vreugde genieten. Door Christus
onze Heer. Amen.
In de Advent:
V. De engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt,
A. En Zij heeft ontvangen van de Heilige Geest.
Laat ons bidden: God, Gij hebt
gewild dat Uw Woord bij de boodschap van de engel het vlees aannam in de schoot
van de heilige Maagd Maria. Wij bidden U: verleen ons, dat wij door Haar
voorspraak bij U worden geholpen, omdat wij vast geloven, dat zij de Moeder van
God is. Door Christus onze Heer. Amen.
In de Kersttijd:
V. Na het baren, o Heilige Maagd, zijt Gij ongerept gebleven.
A. Moeder van God, wees onze voorspraak.
Laat ons bidden: God, Gij hebt
aan de mensen de prijs van de eeuwige zaligheid geschonken door de vruchtbare
maagdelijkheid van de heilige Maria. Wij bidden U: verleen ons te mogen
ondervinden, dat Zij onze voorspraak is, omdat wij door Haar ontvangen de Gever
van het Leven, onze Heer Jezus Christus, Uw Zoon. Amen.
In de Paastijd:
V. Verheug en verblijd u, Maagd Maria, alleluja,
A. Want de Heer is waarlijk verrezen, alleluja.
Laat ons bidden: God, Gij hebt U
gewaardigd de wereld te verblijden door de verrijzenis van Uw Zoon, onze Heer
Jezus Christus. Wij smeken U: geef dat wij door Zijn Moeder, de Maagd Maria, de
vreugden van het eeuwig leven verwerven. Door dezelfde Christus onze Heer.
Amen. (aflaat 300 dagen)
Lezen van de H. Schrift (aflaat
7 jaar voor de gelovigen die tenminste een kwartier de H. Schrift lezen als
geestelijke lezing)
De Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maria - deel 4
De grootte en het aantal stadiën van alle uitverkorenen bij
elkaar genomen, werden gelijk bevonden aan de maat van onze heiligste Maria, en
hun lengte, breedte en hoogte was niet groter dan de hare. Want Zij, die de Moeder
van God Zelf en de Koningin en Meesteres van alle schepselen zou zijn, was
gelijk aan hen, verenigd in één machtig leger. In Haar alleen was meer vervat
dan in heel de rest van de schepping.
De muur van de stad was honderdvierenveertig el hoog, gemeten naar
onze maat, die de engel ook gebruikte.
Deze hoogtemaat is een aanwijzing voor de zekerheid gelegen
in de giften en genaden, welke de Almachtige aan de heiligste Maria schonk als
passend bij Haar waardigheid en heiligheid. De hoogte was 100, 40 en 4 ellen,
ongelijke aantallen, die slaan op drie muren: een hoge, een middelmatige en een
kleine muur, overeenkomstig met de verschillende werkzaamheden van de Koningin
des Hemels, in grote, meer gewone en onbeduidende zaken. Niet dat er in Haar
ook maar iets onbeduidend zou zijn maar omdat de zaken waarop Haar activiteiten
zich richtten, van verschillende aard waren, waren Haar werkzaamheden daaraan
aangepast. Enige daarvan waren wonderdadig en bovennatuurlijk, andere behoorden
tot het domein van de zedelijke deugden en deze laatste waren uiterlijk of innerlijk.
Al deze activiteiten werden door Haar met een volheid van volmaaktheid
verricht, welke niet toeliet dat er een minder belangrijke zaak om een
belangrijker zaak werd nagelaten of dat er zeer belangrijke zaak zou lijden
onder de veelheid van zaken van minder belang. Zij vervulde al Haar taken met
verheven heiligheid en onder volledige goedkeuring van de Heer zodat Zij naar
de standaard van Haar heiligste Zoon kon gemeten worden zowel in haar
natuurlijk als in Haar bovennatuurlijk leven. Dit was de maat van de Godmens
zelf, die alle mensen en engelen overtrof. Met Hem werd Zij als Zijn Moeder
verheven boven allen, in verhouding tot Haar waardigheid.
De muur was gebouwd van jaspis,
De verscheidenheid van kleuren en tinten, eigen aan de
jaspis-steen, brengen de onuitsprekelijke onderwerping naar voren, waarmee alle
schoonheden, schitteringen en genaden van de grote Koning, bekleed en
doortrokken waren. Want hoewel Zij de waardige Moeder was van Haar Schepper,
gevrijwaard van elke zondensmet en onvolmaaktheid, vertoont Zij zich aan de
mensen als afhankelijk van de gewone wetten, en als het ware daardoor
overschaduwd zoals elke andere dochter van Adam, want Zij onderwierp zich aan
de straffen en noden van ons gewone leven. Niettegenstaande deze jaspismuur,
die schijnbaar de kleurschakeringen van de rest van de geschapen vrouwen
tentoon spreidde, was Zij toch te beschouwen als een onoverwinnelijke
verdediging van de stad.
de stad zelf was van zuiver goud, dat fonkelde als kristal.
Van binnen was zij van zuiver goud, dat fonkelde als
kristal, want noch bij de vorming van de heiligste Maria noch later gedurende
Haar onschuldige leven, liet Zij toe, dat welke smet ook, Haar kristalheldere
ziel zou schaden. Zij wordt zuiver goud, zo zuiver als kristal genoemd, omdat
Zij allerzuiverst was en een afspiegeling van de Godheid.
De grondstenen van de stadsmuur waren vervaardigd van alle soorten
edelgesteente:
Toen de Almachtige de H. Stad van Maria voor Zijn woonst
had gekozen en Zij van alle dingen buiten God de meest aangepaste bleek, was
het zeker dat Hij de fundamenten van de muren vanuit de schatten van Zijn
Godheid en vanuit de verdiensten van Zijn heiligste Zoon, zou versieren met
allerlei soorten edelstenen.
·
De zielskracht en vastberadenheid van Maria,
gesymboliseerd door de muren,
·
De schoonheid en pracht van Haar heiligheid en
genaden, aangegeven door de edelstenen,
·
Haar wonderdadige Ontvangenis, gesymboliseerd
door de fundamenten.
Allen waren zij door God nauwkeurig tegen elkaar afgewogen,
ook met het oog dat God er door zijn liefde in zou wonen, en dat Hij zijn
menselijke natuur van de maagdelijke schoot van Maria zou aannemen.
de eerste van jaspis,
Deze edelsteen geeft een verscheidenheid van kleuren en
duurzaamheid en geeft de standvastigheid en de zielskracht aan die vanaf het
ogenblik van Haar Ontvangenis in deze grote Vrouwe waren gestort opdat Zij
gedurende Haar levensloop zou voortgaan alle deugden met onoverwinnelijke
grootmoedigheid en trouw te beoefenen. Deze gave van sterkte sloot een
bijzonder oppermacht in om satan te bedwingen, te onderwerpen en te overwinnen,
en eveneens om alle duivels een onuitsprekelijke angst in te boezemen. Daarom
snellen zij van Haar weg en vrezen zij Haar reeds van ver. Zij worden in Haar
tegenwoordigheid door angst bevangen. Zij kunnen niet in de nabijheid van de
heiligste Maria komen zonder dat zij folterende pijnen lijden. Zo vrijgevig was
de goddelijke Voorzienigheid voor Haar geweest, dat Zij niet alleen was
vrijgesteld van de gewone wetten van de kinderen van Adam, maar ook bevrijd was
van de erfzonde en van afhankelijkheid van de duivel, die daarmee gepaard gaat.
God behoedde Haar niet alleen voor deze kwade zaken maar
gaf Haar eveneens oppermacht over de duivel, iets wat alle mensen tegelijk met
hun onschuld verloren hebben. Meer zelfs, als de Moeder van de Zoon van de
eeuwige Vader, die Zij in Haar schoot zou dragen met het doel een einde te
maken aan de kwade macht van de vijanden, was Zij bekleed met daadwerkelijk
gezag, afkomstig van God zelf, waardoor deze Meesteres de duivels onderwierp en
hen herhaaldelijk naar de hel terugzond.
de tweede van saffier,
De kleuren symboliseren de rust en de kalmte van de gaven
en genaden van de heiligste Maria, welke Haar in staat stellen een
onveranderlijke, Hemelse en serene vrede te genieten, vrij van elke verwarring
en vanaf het moment van Haar Ontvangenis, verlicht door visioenen van de
Godheid. Door Haar onveranderlijkheid in haar deugden en goddelijke
eigenschappen, maakte Zij zich waardig om God te zien. Gedurende haar
pelgrimstocht op aarde werd Zij menigmaal begunstigd met een ongesluierd en
helder visioen van God. Door dit unieke voorrecht begiftigde de Almachtige Haar
met de macht, rust en gemoedsvreugde om ze te geven aan hen die Haar om
tussenkomst vragen. Laat daarom alle gelovigen, die geschokt zijn door angsten
over hun zonden, tot Haar bidden, en zo van Haar deze gave van vrede ontvangen.
de derde van chalcedoon,
Deze edelsteen ontving zijn naam van het land waar hij
gevonden wordt. Hij heeft de kleur van een robijn. Deze steen wijst op de
heiligheid en de kracht van de naam van Maria. Haar naam betekent in het
latijn: de wereldzeeën. Zij was de oceaan van genaden en gaven van de
Godheid. Zij kwam in de wereld in Haar Onbevlekte Ontvangenis en overstroomde
Haar met deze gaven, veegde de boosaardigheid van de zonde en haar gevolgen
weg, en verlichtte de duisternis van de kloof met het licht van Haar geest en
de helderheid van Haar Hemelse wijsheid.
De Allerhoogste heeft aan Haar naam de macht gegeven om de
ketterijen, heidendom, afgoderij en alle onzekerheden in zaken die het
Katholieke geloof aangaan, te verstrooien. Als de ongelovigen zich tot dit
licht zouden willen wenden door de aanroeping van Haar naam MARIA, zou hun
inzicht spoedig de duisternis verdrijven, hun dwalingen zouden als het ware in
een zee verdrinken, door de macht die Haar door de Allerhoogste werd gegeven.
de vierde van smaragd,
Deze edelsteen symboliseert de genaden van de heiligste Maria
in Haar Ontvangenis, omdat Zij zo beminnelijk en vol gratie is, voor de ogen
van God en Zijn schepsels. Zij bewaarde in Zich, alle sterkte van heiligheid en
giften die Hij Haar toen heeft gegeven. Zij heeft geen enkel vergrijp tegen
Gods naam en gedachtenis gepleegd. In overeenstemming hiermee schonk de
Allerhoogste Haar het voorrecht ook in allen, die Haar willen volgen, een
gelijke standvastigheid te leggen, en voor hen volharding en trouw in de
vriendschap van God en in de praktijk van deugden te verwerven.
de vijfde van sardonyx,
Deze steen is doorschijnend, maar lijkt vleeskleurig en
heeft 3 verschillende tinten: donker vanonder, witachtig in het midden en
paarlemoer vanboven. Deze edelsteen wees op de nauwe relatie tussen de Moeder
en de Zoon, die Zij zou voortbrengen.
* De donkere kleur wijst op het lagere en aardse deel van
het lichaam van Maria, verduisterd door versterving en arbeid, gedurende Haar
verblijf op aarde en ook op de menselijkheid van haar Zoon, verduisterd door
onze schuld, welke Hij op Zich heeft genomen.
* Het witte deel wijst op de zuiverheid van de ziel van Maria,
de Maagd, en van Christus. De vleeskleur getuigt in Hem van de hypostatische
vereniging, volledige natuur van God en volledige natuur van mens, en in Maria
aan Haar deel in de liefde van Haar Zoon en Haar deel in alle glans van de
Godheid. Zij geniet daardoor de macht om voor haar smekelingen de juiste
toepassing van de overdadige verdiensten die voortvloeien uit de Menswording en
de Verlossing te verkrijgen, en daarbij een bijzondere godsvrucht voor de
geheimen en het leven van Christus, Onze Heer, door Zijn verdiensten.
de zesde van karneool (kornalijn),
Deze steen flikkert als een
heldere vuurvlam, is hij het symbool van de vlam der goddelijke liefde, die
voortdurend brandt in Maria zonder te verminderen of uit te doven. Van het
eerste moment van Haar Ontvangenis, dat tijd en plaats bepaalde voor het begin
van Haar liefde, begon deze te groeien en nu heeft Zij de hoogste verheffing
bereikt, en deze liefdesvlam brandt nog steeds en zal door alle eeuwen heen
toenemen in helderheid. Hierin ligt Haar voorrecht om ieder die het vraagt in
Haar Naam, de invloed, de liefde en de giften van de H. Geest uit te reiken.
de zevende van chrysoliet,
Hij symboliseert de vurige liefde van Maria voor de
strijdende Kerk (op aarde), haar bedienaren en in het bijzonder voor het nieuwe
verbond. Deze liefde laaide hoog op in de nacht van de dood van Haar Zoon,
evenals in de aanvang van evangelisatie toen Zij een onderwijstaak had, en Zij
vurig bad voor de totstandkoming van de Kerk en de Sacramenten. In die tijden
werkte Zij door Haar brandende liefde, mee aan de redding van het hele
menselijk ras. Zij was vanaf het moment van Haar Ontvangenis begiftigd met deze
liefde, om de Helpster van Christus te kunnen zijn. Dit geeft Haar het
voorrecht, voor hen die Haar aanroepen, de genade van een goede gesteldheid voor de vruchtbare ontvangst van de
Sacramenten van de H. Kerk te verkrijgen, en om de hinderpalen die een goede
uitwerking ervan in de weg staan, op te ruimen.
de achtste van beryl,
Deze steen heeft een groene en een gele kleur, maar het
groen overweegt. De edelsteen stelt het onwankelbare geloof en de hoop voor,
die aan Maria bij Haar Ontvangenis werden gegeven. Deze deugden maakten het
Haar mogelijk om zeer zware en verheven werken uit te voeren zoals Zij dan ook
deed voor de glorie van Haar Schepper. Door de kracht van deze gave van nooit
ophoudende hulp aan de Heer, werd Zij in staat gesteld Haar dienaren kracht en
geduld te schenken bij al hun beproevingen en moeilijkheden, in alles wat Zijn
ondernam.
de negende van topaas,
Deze edelsteen symboliseert de maagdelijkheid van Maria, en
Haar Moederschap van het mensgeworden Woord. Deze twee voorrechten werden door
Haar, gedurende Haar hele leven van onschatbare waarde geacht, en Zij was daar
dankbaar voor. Op het moment van Haar Ontvangenis vroeg Zij de Allerhoogste de
deugd van zuiverheid, en Zij beloofde de naleving ervan voor de rest van Haar
aardse leven. Zij werd dat de Heer Haar tot Leermeesteres en Gids van alle
maagden en hen, die de zuiverheid liefhebben, had gemaakt, en dat door Haar
voorspraak Zij deze deugden en de volharding daarin, voor al de haar
toegewijden, kon verkrijgen.
de tiende van chrysopraas,
Deze edelsteen symboliseerde het onwrikbare vertrouwen, dat
was ingeplant in het hart van Maria bij Haar Ontvangenis en de liefde, waarmee
dit vertrouwen doortrokken en versierd was. Het Hart van onze Koningin was
vervuld met een onwankelbaar vertrouwen, zodat Zij de rest van het mensdom
steeds inspireert met een zo groot vertrouwen. De standvastigheid van dit
vertrouwen was verankerd in Haar krachtig karakter gedurende alle zware en moeilijke
taken, welke Zij gedurende Haar heiligste leven uitvoerde, in het bijzonder bij
het Lijden en de Dood van Haar Zoon. Met deze deugd werd Haar de krachtigste
voorspraak gegeven, zodat Zij dezelfde krachtige hoop voor al Haar volgelingen
zou kunnen verkrijgen.
de elfde van hyacint,
Hier wordt de liefde van Maria voor de verlossing van het
menselijk ras geopenbaard. Deze liefde werd Haar ingestort bij Haar
Ontvangenis, vooruitlopend op de verdiensten, door de dood van Haar Zoon, de
Verlosser. Omdat het reddende geneesmiddel voor de schuld en de rechtvaardiging
van alle zielen, zou voortkomen uit de Verlossing, verkreeg Maria door deze
liefde voor de Verlossing, vanaf het eerste moment de kracht om te vragen dat
geen zondaar, hoe groot ook, zou uitgesloten worden van de vruchten van de
Verlossing en van de rechtvaardiging noch zou falen in het bereiken van het
eeuwig leven, indien hij slechts de voorspraak van deze Vrouwe en krachtige
Voorspreekster zou inroepen.
en de twaalfde van ametist.
Deze edelsteen draagt een kracht in zich die aan de
heiligste Maria vanaf het ogenblik van Haar Ontvangenis was verleend tegen heel
het duivelse leger. Het komt gedeeltelijk overeen met jaspis. Deze kracht is zo
groot, dat de duivels zonder enig bevel of enige handeling van Haar een
angstaanjagende en kwellende sterkte van Haar uit voelen gaan zodra zij in Haar
nabijheid komen. Deze kracht werd Haar gegeven als beloning voor Haar
onvergelijkelijke ijver tot verheffing en verdediging van de glorie en de eer
van God. Daarom is het noemen van Haar zoete naam MARIA reeds voldoende om de
kwade geesten uit de mensenlichamen te drijven. Want Haar heilige naam is zo
krachtig, dat alleen al door deze naam te noemen, zij overmand worden en dat
hun sterkte verdwijnt.
De Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maria - deel 3
Dit is de allerheiligste Maria, de enige Bruid en Moeder
van de Almachtige, die voor haar Bruidegom en haar Zoon neerdaalt naar de
wereld, getooid en voorbereid als de Bruid van de H. Drie-eenheid. Deze intrede
was gedenkwaardig gemaakt door dusdanige gaven van de Godheid, dat hun pracht
Haar aangenamer maakte dan de zonsopgang, schoner dan de maan, voortreffelijker
en bewonderenswaardiger dan de zon, en Haars gelijke niet had in het
geschapene. Zij kwam, heldhaftiger en krachtiger dan het hemelse heir van
engelen en heiligen. Zij daalde neer, getooid en voorbereid door God, die Haar
alles gaf, wat Hij wenste te geven, en wat Hij kon geven, en Hij kon alles
geven, wat niet wezenlijk Goddelijk was, namelijk alles wat de Godheid het
meest benaderde en het verst verwijderd was van enige smet van een schepsel. ( )
Hij heeft Haar uitgerust en voorbereid met de liefde van een Bruidegom, de
zorgzaamheid van een Zoon, net zoals Hij de rijkste en kostbaarste gewaden in
Zijn bezit had en Hij heeft Zijn Moeder en Bruid ermee getooid. Zij is de
Moeder van God, en alles is gegrondvest op het feit, dat Zij onbevlekt was en
vol van genade op het moment van Haar allerzuiverste Ontvangenis. De Koningin
des hemels stelt de schoonheid en luister, die Haar door Haar Zoon en Bruidegom
in haar allerzuiverste Ontvangenis is gegeven, zo op prijs dat Zij verdrietig
is om degenen die Haar met opzet proberen te verlagen op dit punt, terwijl haar
heiligste Zoon zich juist verwaardigd had, Haar op deze wijze getooid en
gesierd, aan de wereld te tonen, tot Zijn glorie en voor de aanmoediging van de
stervelingen.
Toen hoorde ik een machtige stem die riep van de troon: Zie hier
Gods woning onder de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn,
en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn.
De stem van de Allerhoogste is fors en sterk, zacht en
doeltreffend. Zij kan heel de schepping in beweging brengen en naar Hem toe
trekken. Zo was ook de stem, die de H. Johannes hoorde klinken van de troon van
de H. Drie-eenheid. Hij was bevoorrecht de woonstede van God tussen de mensen
te zien, dat Hij onder hen leefde, dat hun God was, en dat de mensen Zijn volk
waren. Dit was vervat in de beeltenis van de Heiligste Maria, die van de Hemel
neerdaalde. Nu deze woonstede van God op aarde was gekomen, volgde daaruit, dat
God ook onder de mensen woonde, want Hij leefde en verbleef in deze woonstede,
dit tabernakel. Het is alsof Johannes zegt: de Koning heeft bezit genomen van
zijn hoof, en houdt zijn hof in de wereld, en wel om geen andere reden dan dat
Hij graag op aarde wil verblijven en wonen. En vanuit dit tabernakel kon Hij de
menselijke vorm aannemen, waarin Hij een Man over de mensen zou zijn. Daarin
zou Hij hun God en zij zijn volk zijn, als de erfenis van de Vader en ook voor
Zijn Moeder. Wij waren het erfdeel van de Vader aan Zijn Zoon, niet alleen
omdat in Jezus alle dingen geschapen waren, en omdat alles aan Jezus was
gegeven, maar ook omdat Jezus ons verloste als man, bekleed met onze menselijke
natuur, en ons heeft vrijgekocht als Zijn volk en als de erfenis van de Vader
en ons tot Zij broeders maakte. Wegens Jezus menselijke natuur zijn wij het
wettige erfdeel van de heiligste Maria, want Zij gaf Jezus de vorm van het
menselijk vlees, waardoor Hij ons vrijkocht voor Zichzelf. Maria is als Moeder
en Bruid van de H. Drie-eenheid tevens de Meesteres van heel de schepping, die
Zij achterliet als een erfenis van Haar Eniggeborene. De engel die van de
Koninklijke Troon kwam, zei aan Johannes : Zie het tabernakel van God onder de
mensen, Hij zal met hen verblijven en zij zullen zijn volk zijn. Hij zal hun
Broeder zijn en Hij zal de menselijke vorm aannemen in dit tabernakel Maria,
die u van de Hemel ziet neerdalen door Haar Ontvangenis en vorming. Het
Tabernakel van God in nu bij ons, want het is ons Tabernakel en God wordt één
van ons. Hij zal van dit Tabernakel het leven en bloed ontvangen, die Hij zal
offeren voor ons, om ons tot Zijn volk te maken. Hij zal in ons leven, als in
Zijn woonplaats en verblijf, omdat wij als wij Hem in het H. Sacrament
ontvangen, tot Zijn tabernakel worden. ( )
En Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet
meer zijn; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is
voorbij.
Als gevolg van de Verlossing, zullen de tranen, welke de
zonde uit de ogen van de stervelingen heeft doen vloeien, opdrogen. Voor hen,
die zich op de barmhartigheid van de Allerhoogste werpen, hun heil zoeken in
het Bloed en Verdiensten van Zijn Zoon Jezus, tot de sacramenten naderen, de
schatten van Zijn Kerk niet onbenut laten, en de tussenkomst van Zijn Moeder
afsmeken, zal er geen dood meer zijn, geen leed, geen tranen, omdat de dood
door de zonde en alles wat uit de zonde voortkwam, is afgeschaft en is
opgehouden te bestaan. De blijvende rouw wordt nu overgelaten aan degenen in de
Hel, vanwaar geen bevrijding mogelijk is.
Ondertussen moeten wij de lasten van de arbeid dragen. Zij
zijn vergelijkbaar met de hoogste graad van vreugde, indien ze gedragen worden
met onderwerping, zijn ze van onschatbare waarde. En de rechtvaardigen en
verstandigen zullen in navolging van het voorbeeld van hun Meester en dat van
hun nederige Moeder, moeten leren hoe zij stilzwijgend hun lot kunnen dragen,
gelijk het lam, dat naar de slachtbank wordt geleid. Zij zullen niet meer
klagen als zij opzien naar het afschrikwekkende Kruis, waarop Jezus, hun
hoogste Heer en voorbeeld, werd geslachtofferd om de schade, aangericht door
ons ongeduld en gebrek aan vertrouwen te herstellen. En hoe kunnen
hatelijkheden en liefdeloosheid onder de mensen blijven bestaan nu Christus de
wet van de eeuwige liefde heeft gebracht? Het enig leed dat nog onder de mensen
kan bestaan is het knagen van een slecht geweten, maar als een geneesmiddel
voor dit soort pijn is het zoete medicijn van de menswording van het Woord in
de schoot van de heiligste Maria zodat nu deze pijn aanvaardbaar wordt en de
oorzaak van onze vreugde. Door de komst van het Woord is al wat vroeger was,
voorbij. Geen oude wetten, maar een overvloed van genade die in de nieuwe wet
ligt.
En Hij die op de troon is gezeten, sprak: Zie, Ik maak alles
nieuw.
Al deze nieuwe dingen zouden beginnen met de Menswording
van de Eniggeborene van de Vader en het behoud van de maagdelijkheid van Zijn
Moeder. Als de Moeder van het mensgeworden Woord besmet zou geweest zijn met de
erfzonde zou God niet alle dingen vernieuwd hebben.
En ik hoorde zeggen: Schrijf deze woorden op, ze zijn onfeilbaar
waar. Nog zei Hij tot mij: Het is gebeurd! Ik ben de Alfa en de Omega, de
oorsprong en het einde.
We moeten de uit liefde volbrachte werken in de Menswording
en de Verlossing in onze harten griffen want ze zijn onfeilbare woorden en we
moeten ze altijd indachtig zijn. ( )
Hij heeft de heiligste Maria, vrij van erfzonde in de
wereld gebracht zodat alles wat betrekking heeft op de Menswording al een feit is
geworden. Nu de zuiverste Maria op aarde was, was het onmogelijk dat het
Goddelijk Woord in de Hemel zou blijven en niet naar de aarde zou komen om het
menselijk vlees aan te nemen in de schoot van de Maagd. En Hij geeft ons
nogmaals de verzekering: Ik ben de Alfa en de Omega, de eerste en laatste
letter, het begin en het einde, en omsluit de volmaaktheid van alle dingen.
Want als God met iets begint, dan kan dat alleen zijn om het tot een volmaakt
einde te brengen. Dit zal God dan ook doen door Christus en Maria, waarin Hij
alle genadewerken begint en zal volmaken. In de mens zal God alle schepselen
opheffen en naar Zich toetrekken als naar hun laatste doel en middelpunt,
waarin zij rust zullen vinden.
Wie dorst heeft zal Ik te drinken geven uit de bron van het water
des levens, om niet.
De dorstige zal zomaar Ik te drinken geven uit de bron van
het water des levens. Hij, die overwinnen zal, zal dit alles bezitten. Alles
wat God voor de mensen doet of gedaan heeft is zuiver genade, vrijelijk
verstrekt, zonder enige verplichting tegenover wie dan ook. Zij vloeit vrij en
om niet, voor ieder die haar nadert. En dat niet allen deelgenoot worden van
haar verfrissingen, is niet de fout van de bron, maar van hen die niet willen
naderen, want zij nodigt iedereen uit om te delen in haar vreugdevolle
overvloed. ( )
Wie overwint zal dit alles krijgen, en Ik zal zijn God zijn en hij
mijn zoon.
Bovendien voegt de Heer hier nog aan toe: Ik zal hun God
zijn, en zij zullen Mijn zonen zijn. En indien Hij voor ons een God is, en wij
voor Hem als zonen zijn, is het duidelijk dat wij geschapen zijn om zonen van
God te zijn en als zodanig erfgenamen van al zijn goederen, en als erfgenamen
zijn wij verzekerd van onze erfenis, zoals kinderen zeker zijn van de erfenis
van de ouderlijke bezittingen. Hij is Vader en God tegelijk, oneindig in zijn
eigenschappen en volmaaktheden, wie zal dan in staat zijn de goederen te
schatten die Hij ons aanbiedt door ons zijn zonen te maken? Dit alles is
bestemd voor hen, die overwinnen en zichzelf waarachtige en moedige kinderen
hebben getoond.
Maar de lafhartigen, de trouwelozen, de verdorvenen, de
moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars en alle
leugenaars, hun deel is in de poel die brandt van vuur en zwavel. Dit is de
tweede dood.
Onmetelijk is het getal van de dwazen die de dood
blindelings hebben gekozen, en zo voor zichzelf het pad des levens geblokkeerd
hebben. Velen sluiten opzettelijk hun ogen voor het pad des levens, en laten
toe dat zij gefascineerd en bedrogen worden door de bedrieglijke streken van satan.
Lafhartigen bezwijken onder hun eigen lafheid en deinzen terug voor
moeilijkheden. Trouwelozen of ongelovigen geven niet toe dat er geopenbaarde
waarheden bestaan. Verdorvenen bedrijven elke ondeugd zonder schuldgevoel of
grens en verachten het goede. Moordenaars nemen het recht in eigen hand en
slaan toe en vergelden het onrecht. Hoereerders jagen onzuivere genoegens na en
door hun ongeregeldheden worden ze nooit verzadigd. Tovenaars geloven in de
valse beloften van de draak en worden bedrogen en zo verdorven dat ze ook
anderen bedriegen en verderven. Afgodendienaars denken dat er iets goddelijks
is in de werken van hun handen. Leugenaars geloven meer in leugenachtige
misleidingen dan in de Schepper van waarheid. Niemand heeft zich te beklagen
over de goddelijker rechtvaardigheid en onpartijdigheid omdat Hij onmetelijke
zegeningen en ontelbare barmhartigheden heeft gegeven. Hij daalde van de Hemel
neer om onder de mensen te leven en te sterven en hen te redden door Zijn eigen
Bloed. Hij legde een basis van genaden die vrij en gratis te verkrijgen zijn in
de H. Kerk. Bovendien gaf Hij ons Zijn Moeder en de bron van Haar heiligste
leven, waardoor wij dit kunnen verkrijgen. Mensen kunnen dus niet klagen als
zij de erfenis van het eeuwige leven hebben verspeeld door het najagen van
tijdelijke genoegens in hun sterfelijk leven. Mensen oogsten wat zij gezaaid
hebben. Komen zij in de verschrikkelijke poel van brandende zwavel dan is er
geen verlossing of hoop op leven mogelijk als de tweede dood over hen is
gekomen en deze zal eeuwig duren. De eerste dood is door hun zonde waarin zij
zich met vrije wil begaven. Dit is de dood der genade die door de zonde
veroorzaakt wordt.
Toen kwam een van de engelen met de zeven schalen die gevuld waren
met de zeven laatste plagen, naar mij toe en zei: Kom! Ik zal u de bruid, de
vrouw van het Lam tonen.
De wraak van de toorn van de Almachtige zal in de laatste
dagen van de wereld plaatshebben, maar zij zal een nieuwe straf zijn die groter
zal zijn dan ooit mogelijk was noch mogelijk zal zijn gedurende de sterfelijke
staat van de mensen. Deze engel is degene die God heeft aangewezen met een
bijzondere en verschrikkelijke kastijding, om de beledigingen van Zijn
heiligste Moeder te wreken. De krankzinnige vermetelheid waarmee velen Haar
verguizen, heeft de verontwaardiging van de Almachtige opgewekt. Aangezien de
H. Drie-eenheid Zich verbonden heeft deze Koningin des Hemels te eren en te
verheerlijken boven alle menselijke schepsels en boven de engelen, door Haar in
deze wereld te plaatsen als een Spiegel van de Godheid en als de bijzondere
Middelares voor de mensen, heeft God het op bijzondere wijze op Zich genomen
alle ketterijen, dwalingen, smaad en alle krenkingen die Haar worden aangedaan
te wreken, omdat de mensen Hem niet geëerd, erkend en aanbeden hebben in dit
tabernakel en geen gebruik gemaakt hebben van deze onvergelijkelijke barmhartigheid.
De engel verklaart dat de H. Stad Jeruzalem, die hij aan
Johannes toonde, de met het Lam gehuwde Vrouwe is. De heiligste Maria is de Moeder
en ook de Bruid van het Lam, dat Christus is. De Koningin vervuld op
goddelijke wijze beide functies. Zij is de Vrouwe van de Godheid, de Enige en
onvergelijkbare, door de ongeëvenaarde liefde en het ongeëvenaarde geloof,
waarmee het huwelijk was aangegaan en vervuld werd; en Zij was de Moeder van dezelfde
Mensgeworden Heer, die Hem zijn menselijke substantie en het vlees had gegeven,
Hem gevoed had, en Hem in Zijn menselijk wezen, dat Hij van Haar verkregen had,
had grootgebracht.
En hij bracht mij in de geest op een zeer hoge berg en toonde mij
de heilige stad, Jeruzalem, terwijl zij van God uit de hemel neerdaalde, stralend
van de heerlijkheid Gods:
Maria was opgebouwd en gevormd in de Hemel niet op aarde,
waar Zij slechts een pelgrim en een vreemde was en al de gewone aardse
materie werd bij deze opbouw uitgesloten. Want hoewel de materie van Haar wezen
van de aarde afkomstig was, werd het op hetzelfde moment hoog verheven in
hemelse volmaaktheid. De heiligste Ziel van Maria was begunstigd met een deelhebbing
aan de Godheid en aan de eigenschappen en volmaaktheden daarvan. God alleen kan
Haar afkomst van Hem en Haar verwantschap aan Hem welke Hij met Maria aanging
door Haar giften een overeenkomst met Zijn oneindige grootheid en Goddelijkheid
te geven naar waarde te schatten.
zij schitterde als het kostbaarste gesteente, als kristalklare
jaspis.
De jaspis straalt en schittert in kleuren van vele
schakeringen, terwijl het kristal zijn klare en heldere doorschijnendheid
heeft. Als zij gecombineerd worden geven ze een zeldzame en wondermooie
kleurenmengeling. De zuiverste Maria werd bij Haar vorming begiftigd met de
schakeringen van deugden en volmaaktheden, die de hand van God zelf uitzocht en
in Haar ziel vlocht. Deze genaden en volmaaktheden maakten Haar ziel tot een
zuiverste kristal, zonder smet of zondenschuld. In Haar zuiverheid en
doorschijnendheid straalde Zij de stralen van de Godheid uit, net als kristal,
dat door de zon wordt beschenen, de zonnestralen lijkt op te zuigen en terug af
te geven en uit te zenden alsof het zelf de zon was. Maar deze edelsteen
schittert ook in veelkleurige tinten omdat Zij een Dochter is van Adam, en slechts
een schepsel, en alle pracht van de Godheid, welke in Haar is, slechts een
deelhebbing is. Hoewel het een goddelijk licht gelikt, is het toch geen deel
van Haar natuur, maar geschonken door Haar genade. Zij is waarlijk een
schepsel, gemaakt en geschapen door Gods eigen hand, maar op een wijze, welke
Zijn Moeder waardig was.
De stad was omringd door een grote hoge muur met twaalf poorten
De H. Drie-eenheid maakte een soort overeenkomst, een soort
verdrag met deze Vrouwe, zonder dit echter helemaal aan Haar kenbaar te maken. Zij
spraken : Het is passend voor de waardigheid van onze Bruid en de Moeder van
het Woord, dat Zij wordt gegrondvest als de Koningin en Meesteres van de hele
schepping. Behalve de giften en rijkdommen van de Godheid, die Wij Haar
schenken, is het eveneens passend, dat Zij
het recht uitoefent de schatten van onze barmhartigheid te verspreiden zodat
Zij helemaal naar Haar wens de genaden en gunsten aan de mensen kan geven,
in het bijzonder aan degenen, die Haar aanroepen als Haar kinderen en
smekelingen, opdat de behoeftigen verrijkt, de zondaars bevrijd en de
rechtvaardigen verheven worden, en Zij een algemeen toevluchtsoord voor allen
wordt. En opdat ieder die Haar als hun Koningin en Meesteres en de
Schatbewaarster van onze rijkdommen erkent, geven Wij Haar de sleutels van onze
Wil en ons Hart van waaruit al onze schatten worden uitgedeeld. Zij zal in alle
dingen de Uitvoerster zijn van onze goede Wil tegenover de schepselen.
Bovendien geven Wij aan Haar de heerschappij en macht over de draak onze vijand
en al zijn vazallen. Laten deze Haar aanwezigheid en Haar Naam vrezen en laat
daarin hun bedrog verpletterd en vernietigd worden. Laten alle mensen, die naar
deze Stede der Toevlucht (Maria) snellen, daarin een sterke bescherming vinden,
en bevrijd worden van alle vrees voor de duivels en hun valstrikken. Zonder de
ziel van de heiligste Maria helemaal in te lichten, gaf de Heer Haar in dit
eerste moment aanwijzingen om met grote liefde te bidden en tot voorspraak te zijn voor alle zielen,
voor hen aan te dringen op het verkrijgen van eeuwig leven, en in het bijzonder
voor degenen die zich in de loop van hun leven onder Haar zorgen zouden
stellen.
De H. Drie-eenheid deelde Haar mee, dat Haar nooit iets
geweigerd zou worden door het allerrechtvaardigste tribunaal; dat Zij de duivel
bevelen zou kunnen geven, en hem ver zou kunnen houden van de zielen, omdat Zij
de arm van de Almachtige tot Haar beschikking zou hebben. De reden was dat
Zij de Moeder zou zijn van het Woord. Zij als Stad zou een zekerheid bieden
tegen de vijanden. De macht van de zuiverste Maria over de duivel en Haar macht
om de zielen naar hun heil te brengen is zo groot, dat Zij alleen voor Gods
macht moet onderdoen.
De twaalf poorten zijn de toegang tot deze H. Stad en is
vrij voor alle volkeren en geslachten en sluit niemand uit en nodigt allen uit
om binnen te gaan. Niemand is verstoken van de tussenkomst van deze Koningin
van barmhartigheid bij het verkrijgen van gaven, genaden en van eeuwige glorie
van de Allerhoogste.
en aan de poorten stonden twaalf engelen;
Deze 12 engelen zijn degenen die waren uitverkoren als
engelbewaarders van de Moeder van het mensgeworden Woord. De diensten van deze
12 engelen bestonden naast het bewijzen van diensten aan hun Koningin, in de hulpverlening
aan en verdediging van de zielen, die oprecht de hulp van Maria inroepen en
zichzelf onderscheiden in godsvrucht, verering en liefde tot Haar. Zij zendt de
hen uit met goede ingevingen en gunsten beladen om hen, die Haar aanroepen en
Haar zijn toegewijd, voor de gevaren naar lichaam en ziel te vrijwaren.
Wiens namen waren daarop gegrift, de namen van de twaalf stammen
van Israël.
De heiligste Maria is de Middelares en de poort voor alle uitverkorenen, het volk Gods. Dit
voorrecht is passend voor Haar omdat Zij de Moeder van Christus is in
vereniging met Haar heiligste Zoon en het lichaam dat voor ons zou lijden om
ons te verlossen. Vanwege de nauwe verbinding die bestond tussen Haar en Zijn
vlees en bloed, stierf en leed Zij, in zekere zin in Christus. Zij vergezelde
Jezus uit eigen vrije wil in Zijn Lijden en Dood, en leed met Hem, in
overeenstemming met Haar krachten in Hemelse onderworpenheid en sterkte. En omdat Zij meewerkte in Zijn Lijden en
Zich als slachtoffer voor het menselijk ras opofferde, zo liet dezelfde Heer
Haar ook delen in zijn waardigheid als Verlosser, en stelde de vruchten en
verdiensten van de Verlossing onder Haar hoede om ze door Haar handen aan de
verlosten uit te doen delen.
Er waren drie poorten op het oosten, drie op het noorden, drie op
het zuiden en drie op het westen.
De poorten zijn gericht naar de vier windstreken en nodigen
alle mensen uit tot Hem te naderen, die de Schepper is van allen, tot Hem, de
Vader, de Zoon en de H. Geest. Elk van de drie Personen verlangt en beslist,
dat de heiligste Maria in het bezit zal zijn van de poorten, waar de mensen
komen aandringen en vragen om de goddelijke schatten. Hoewel er slechts 1 God
is in 3 Personen, staat ieder van Hen toe dat er ongehinderde toegang is tot
deze zuiverste Koningin, opdat Zij voor het tribunaal van het onveranderlijke
en drie-ene Wezen, God, tot voorspraak kan zijn, pleiten, giften en genaden kan
ontvangen voor hen die Haar zoeken en Haar vereren in deze wereld. ( )
Het is duidelijk wanneer iemand niet naar binnen gaat, dat
het niet de poorten zijn, die de mens weerhouden maar dat hijzelf wacht met het
zoeken naar toevlucht en deze toevlucht niet wenst. Als de schatten van de
Hemel in handen zijn van onze Moeder en Vrouwe, als Zij steeds doorgaat met ons
te roepen en door Haar engelen bij ons laat aandringen, als zij meerdere
poorten naar de Hemel wijd open zet, hoe komt het dan dat er zo weinigen
binnengaan, en zoveel mensen buiten blijven?
En de stadsmuur had twaalf grondstenen en daarop de twaalf namen
van de twaalf apostelen van het Lam.
De sterke fundamenten, waarop God de heilige Stad van
Maria, Zijn Moeder, bouwde, zijn Haar deugden zoals deze geleid en afgemeten
waren door de H. Geest. Hij somde er 12 op, overeenkomende met de namen van de
Apostelen om te laten zien, dat de Stad was gefundeerd op de heiligheid van de
Apostelen, die de leiders zijn onder de Heiligen. De heiligheid en wijsheid van
Maria fundeerde na de Dood en Hemelvaart van Christus, de Apostelen. Hoewel Zij
steeds hun Leermeesteres en Voorbeeld was geweest, was Zij in die tijden,
helemaal alleen, de voornaamste steun van de primitieve Kerk. Zij worden de 12
fundamenten van de Stad Gods genoemd omdat Zij vanaf het moment van Haar
Onbevlekte Ontvangenis door de nodige deugden en genaden voor deze taak was
voorbestemd en gereed gemaakt.
En hij die met mij sprak, had een riet, een gouden meetstok, en hij
mat de stad en haar poorten en haar muur. De stad was gebouwd als een
vierkant, even lang als breed.
Hier spreekt Johannes over de grote waardigheid, genaden,
giften en verdiensten, welke in de Moeder van Gods zijn verenigd. Ze waren
perfect in proportie. De mate aan waardigheid, de verdiensten en de genaden van
de heiligste Maria waren niets anders dan de menselijkheid van haar heiligste
Zoon, verbonden met het goddelijk Woord. Johannes noemt de menselijkheid een
riet, omdat Christus de broosheid van onze zwakke en vleselijke natuur aannam
en van goud vanwege Zijn Godheid. In overeenstemming met de waardigheid van de
Godmens, Christus, en in overeenstemming met de gaven en verdiensten van de
mensgeworden God, werd ook Zijn heiligste Moeder gemeten. Hij was het, die Haar
mat, met Zichzelf als maatstaf, en Zij scheen daardoor in haar taak als Moeder,
een afstraling van Zijn waardigheid te verkrijgen. In de lengte van haar giften
en genaden, in de breedte van haar verdiensten. In alle dingen kon geen
tegenstrijdigheid worden gevonden.
Zij kon in absolute zin niet gelijk zijn aan Haar heiligste
Zoon, want Christus was God en mens terwijl Zij slechts een schepsel was zodat
de maatstaf het gemetene oneindig overtrof, maar toch was de zuiverste Maria
gevormd naar een bepaalde gelijkheid van proportie met Haar goddelijke Zoon.
Juist zoals er niets aan Hem ontbrak, dat toekwam aan Zijn waardigheid van ware
Zoon van God, zo ontbrak er niets aan wat Haar toekwam als Moeder van God. Zij
hadden beiden gelijke hoeveelheden waardigheid, genaden, giften en verdiensten.
Er was in Christus geen geschapen genade, die in verhouding niet in de
zuiverste Maria terug te vinden was.
Hij mat met zijn meetstok haar zijden: twaalfduizend stadiën;
lengte, breedte en ook hoogte waren gelijk.
Dit meten in stadiën, evenals het getal 12000, dat gevonden
werd als maat van de Koningin bij haar Ontvangenis, verberg zeer verheven
geheimen. Johannes noemt de volmaakte maat, waarmee de grote heiligheid van de
uitverkorenen wordt gemeten, een stadie, daarbij bedoelt hij de genaden en
giften, welke God in Zijn eeuwige voorkennis door Zijn mensgeworden Zoon,
besloot te geven, en welke Hij van tevoren met oneindige onpartijdigheid en
barmhartigheid daartoe bestemd had. Door middel van deze stadiën worden alle
Heiligen en de hoogte van hun deugden en verdiensten gemeten.
Ongelukkig degene, die onder de maat blijft en niet door de
Heer met deze maat gemeten kan worden, als Hij hem zal meten. Het getal 12000
wordt gebruikt om daarmee tegelijk alle uitverkorenen en voorbeschikten in te
sluiten, voorafgegaan door de 12 Apostelen, de prinsen van de Katholieke Kerk.
Zij zijn de leiders van de 12 stammen van Israël. Alle uitverkorenen zullen
zich te onderwerpen hebben aan de onderrichtingen van de Apostelen van het Lam.
Uit dit alles kan de grootheid van de heiligste Maria, geschat worden. Want als
wij aannemen, dat de stadie tenminste 125 voetstappen meet, dan moeten de
afmetingen van een stad, welke zich uitstrekt over 12000 stadiën in het
vierkant, wel enorm schijnen.
De onmenselijkheid van de officiele leerstellingen van de Ulema
De
onmenselijkheid van de officiële leerstellingen van de Ulema en de
schandelijke handelingen van het “perfecte voorbeeld” Mohammed in de Hadith :
“Zijn
vrouwen minderwaardig aan mannen in de Islam?”
“Is
Mohammed werkelijk gehuwd geweest met een 6 jarig kind, en heeft hij haar
verkracht op de leeftijd van 9?”
“Worden
de daders van moorden uit ‘eerwraak’ gestraft?”
“Is
de Islam een religie van haat voor niet-Moslims?”
“Heeft
Mohammed geleerd dat vrouwen vreemde mannen moet ‘borstvoeding’ geven?”
“Heeft
hij de moslims instructies gegeven om te liegen tegen de infidels? – om te
liegen tot broeders die het oneens waren? – en mannen om te liegen tegen
hun vrouwen?”
“Staat
de Islam toe dat mannen valse beschuldigingen mogen uiten tegen hun
vrouwen om hen te laten stenigen tot de dood erop volgt?”
“Heeft
Mohammed persoonlijk duizenden krijgsgevangenen afgeslacht, en zes honderd
Joden die geen verdediging hadden onthoofd op 1 dag?”
“Vertelt de Sharia Wet dat de Moslims moeten urine drinken van Islamitische ‘profeten’
om gered te worden?”
“Leeft
Mohammed – de zuivere ‘profeet’ – volgens zijn eigen definitie van een
profeet?”
“Zegent
de Koran moslims die vrij gevangenen verkrachten als ‘seksslaven’?”
“Was
Mohammed eerst correct wanneer hij zei dat zijn bezoeker van de andere
zijde een demon was, of later toen hij ineens beweerde dat zijn bezoeker
de Aartsengel Gabriel was?”
“Is
de militaire ‘heilige oorlog’ tegen alle ‘infidels’ een verplichting voor
alle moslims?”
“Weerlegt
de Islam flagrante tegenspraken in de Koran met een ‘Regel van Opheffing’
wat zegt dat Allah’s onveranderlijke bevelen in zijn perfecte ‘Woord’ vervangbaar
zijn?”
Een vuist tegen iedereen die de democratie en mensenrechten ondermijnt!!!
Een
vuist tegen iedereen die de democratie en mensenrechten ondermijnt – De Tijd
7/4/2018
Staatssecretaris voor Armoedebestrijding en Gelijke Kansen
Zuhal Demir (N-VA) waarschuwt ervoor dat achter een partij als Islam een veel
groter maatschappelijk fenomeen schuilgaat.
In een blog op Facebook haalt Demir zwaar uit naar iedereen
die partijen zoals Islam relativeert. De partij Islam
wekte de voorbije dagen heel wat controverse op met het pleidooi om mannen
en vrouwen op de bus te scheiden.
'We kunnen de alarmklok blijven negeren en
steeds weer op 'snooze' drukken als dergelijk nieuws opduikt, maar het is bijna
te laat', schrijft Demir. 'Maar het openlijk verwerpen van de gelijkheid tussen
man en vrouw en de oprichting van islampartijen die dwepen met de sharia of
buitenlandse dictators, zijn een realiteit.'
Volgens de Limburgse is de partij Islam het ‘topje van de
ijsberg’. 'Het wordt hoog tijd dat we
beseffen dat islam voor
velen niet louter een religieuze belevenis is. Maar een maatschappijvisie die haaks staat op de normen en waarden die
wij hier koesteren.'
'Zolang we dat niet onder ogen zien, zal de ijsberg blijven
groeien. Net als de pieken boven de waterlijn', aldus Demir, die alle politieke
partijen oproept om een vuist te maken tegen iedereen die de
democratie en mensenrechten ondermijnt.
'Het is onze plicht om de democratie en de
mensenrechten te verdedigen. Niet om ze uit te verkopen of er de lieve
vrede mee af te kopen. Dan graaf je je eigen graf. Laat ons integendeel
initiatieven nemen om de democratie te wapenen', zegt ze.
Het christendom staat wereldwijd onder toenemende druk. De
belangrijkste oorzaak (voor ca. 75%-80%) is vervolging, verdrijving en/of ook
uitroeiing door de islam. Het aantal christenen in bijvoorbeeld Irak en Syrië
is dankzij de jihadoorlog van ISIS, Al-Qaeda en andere moslim terreurgroepen
gedecimeerd.
Iedere maand worden er gemiddeld 255 christenen vermoord
vanwege hun geloof, 104 ontvoerd, 180 christelijke vrouwen verkracht, aangerand
of gedwongen tot een huwelijk, 66 kerken aangevallen, en 160 christenen zonder
vorm van proces in de gevangenis gegooid (cijfers: Open Doors). Christenen in
meer dan 60 landen worden door de overheid vervolgd, enkel omdat ze geloven in
het evangelie van Jezus Christus.
Als de islam 100% zijn gang kan blijven gaan, dan zullen op
den duur: (xandernieuws)
* alleenstaande vrouwen zo
snel mogelijk moeten trouwen, als ze niet bij hun ouders of andere familie
willen intrekken. In de islam staat een alleenstaande vrouw namelijk gelijk aan
een prostituee. Verhuurders mogen hen daarom geen woning meer geven. Ook zullen
woongemeenschappen met vrouwen en mannen die geen verwanten van elkaar zijn,
worden verboden;
* ook alleenstaande mannen zo
snel mogelijk moeten trouwen, want ongetrouwde mannen zijn not done in de
islam. Het huwelijk is een (quasi) religieuze plicht;
* homoseksuelen voor
hun gezondheid en leven moeten vrezen, want in veel moslimlanden worden ze in
het openbaar gegeseld, opgehangen of van daken afgegooid. In alle moslimlanden
moeten homos hun geaardheid daarom angstvallig verborgen houden.
* getrouwde vrouwen verplicht
seks met hun man moeten hebben, wanneer die dat maar wil. Verkrachting binnen
het huwelijk bestaat namelijk niet in de islam. Daarnaast mogen mannen vier
vrouwen hebben. Een vrouw behoort haar man in alles trouw en gehoorzaam te
zijn. Een man kan echter heel simpel scheiden van zijn vrouw, en kan ongestraft
naar de hoeren als hij eerst tijdelijk in het huwelijk met hen treedt;
* minderjarige meisjes door
hun ouders gedwongen kunnen worden te trouwen met een volwassen man, en zelfs
met een familielid (meestal een neef). Er zijn imams die vinden dat er zelfs
geen enkele minimumleeftijd is voor een meisje om door een moslimman als vrouw
te worden genomen, zelfs niet als het nog maar peuters zijn. Dit is gebaseerd
op het leven van de profeet, aangezien die trouwde met een meisje van 6, en
dit huwelijk consumeerde toen ze 9 was;
* vrouwen en meisjes die
zich niet kuis kleden en gedragen volgens de islamitische voorschriften,
automatisch als hoer worden gezien en daarom legaal mogen worden aangerand
en/of verkracht, en/of tot prostitutie mogen worden gedwongen, zoals in
bijvoorbeeld Groot Brittannië massaal is gebeurd (en nog steeds gebeurt) door
Pakistaanse bendes. In eigen land is vooral het fenomeen loverboy berucht;
* kinderen geen enkele
rechten meer hebben, want zij zijn bezittingen, vooral van hun vaders, die naar
eigen believen met hun mogen doen wat ze willen. Een kind dient totaal
gehoorzaam te zijn aan zijn vader. Ouders die regelmatig met hun kinderen
spelletjes doen, worden zelf als kinderen beschouwt. Ook een volwassen man
blijft altijd de zoon van zijn vader, en kan enkel via vrouwen en kinderen zijn
eigen autoriteit uitoefenen;
* moeders enkel voor hun
kinderen moeten zorgen. De vader heeft echter alle rechten op hen, ook bij
echtscheidingen. Organisaties die gezinnen helpen, inclusief
kinderdagverblijven en peuterspeelzalen, zijn niet gewenst en worden als
schadelijk gezien;
* hondenbezitters hun
huisdier moeten wegdoen, want die zijn in de islam onrein en mogen niet in huis
worden gelaten. Zwarte honden moeten sowieso worden gedood;
* liefhebbers van een wijntje of
biertje een ander favoriet drankje moeten uitkiezen, want alcohol is in de
islam verboden, inclusief de productie en verkoop ervan. Brouwerijen kunnen
bezoek van de bewapende moslimpolitie verwachten, net als winkels die het toch
wagen flessen met alcoholische drank in de schappen te zetten. In Iran kun je
zelfs de doodstraf krijgen voor het drinken van alcohol. Heineken, Amstel, en
al die andere bekende Nederlandse merken zullen naar elders moeten vertrekken.
Ook parfums op alcoholbasis (bijna allemaal dus) worden taboe;
* alle producten met varkensvlees streng
worden verboden, want een varken is onrein;
* vegetariërs en veganisten het
heel moeilijk krijgen, want volgens de profeet hebben mensen die geen vlees
eten een slecht karakter;
* loterijen en verzekeringen worden
verboden. Daarnaast worden banken verplicht zich aan de islamitische (Sharia)
wetten te houden;
* vrouwelijke artsen, verplegers, rechters,
kappers, masseurs, fysiotherapeuten en ander therapeuten enkel nog vrouwen en
meisjes mogen behandelen;
* psychologen en psychiaters ander
werk zullen moeten zoeken, want in de islam is er geen enkele ruimte voor
introspectie of zelfreflectie, en wordt psychologische hulp als onnodig
beschouwt. In de belevingswereld van moslims hebben zij namelijk altijd gelijk
en zijn zij altijd de goeden, en zijn alle niet-moslims automatisch verkeerd
of de vijand;
* rechters volgens de
islamitische Sharia wetten recht moeten spreken, waarbij moslims altijd
automatisch voorrang krijgen boven niet-moslims, en mannen automatisch boven
vrouwen;
* alle scholen verplicht
worden gescheiden klassen voor jongens en meisjes in te voeren. Gescheiden
zwemuren en zwemlessen zijn er op sommige plaatsen al. Het onderwijs wordt
geheel gecentreerd op en rond de islam en de Koran. Jongens krijgen daarnaast
een militaire training, en moeten om toegelaten te worden tot HBO of
universiteit de Koran uit hun hoofd kennen;
* veel musea moeten sluiten,
want veel beelden, schilderijen en afbeeldingen ook van mensen- zijn in de
islam verboden. Kunstenaars zullen islamitische onderwerpen moeten uitkiezen.
Dans en ballet zijn verboden, muziek wordt sterk beperkt; klassieke componisten
zoals Bach, Beethoven, Mozart en Händel zijn geen deel van de islamitische
cultuur. Muziekinstrumenten en installaties mogen worden vernietigd als ze voor
niet-islamitische muziek worden gebruikt. Sowieso worden bijna alle vormen van
muziek en zang vooral van vrouwen- verboden. De hoogste kunst en muziek in
de islam is het kunnen reciteren van de Koran;
* lezers en schrijvers van
boeken hun onderwerpen en bibliotheken flink uitgedund zien worden, want veel
(Westerse) fictie en romans (vooral science fiction, omdat alleen Allah de
toekomst kent) zijn in de islam verboden. In plaats daarvan wordt het lezen
van de Koran aanbevolen;
- cabaratiers, cartoonisten (net
als alle andere grappenmakers) een ander beroep of andere hobby moeten leren,
want als er iets is wat in de islam vrijwel totaal ontbreekt, is het humor, en
vooral zelfspot. Grappen over de profeet of de islamitische religie zijn
halsmisdaden, en mogen onmiddellijk met de dood worden bestraft;
* zowel vrouwen (hoofddoekje etc.) als mannen
hun kleding flink aan de islamitische gebruiken
moeten aanpassen. Stropdassen worden (alleen al vanwege de kruisvorm) verboden,
en mannen zullen geen kleding met zijde erin mogen dragen;
* alles wat er in een land staat zoals
alle huizen en gebouwen- en beweegt, alle goederen, automatisch aan de moslims
vervallen. Dit gebeurt echter pas zodra ze in de meerderheid zijn en de
regering van een land volledig gaan bepalen;
* geëmancipeerde vrouwen in
de hel belanden. Het is daarom de plicht van de samenleving om alle vrouwen en
meisjes te beschermen tegen emancipatie. Emancipatie in de islam is
zedigheid, en zedigheid is bevrijding, net als alle verboden en
betuttelende regeltjes die de islam aan u als vrouw oplegt. Uw gedwongen
gehoorzaamheid en gevangenschap dienen enkel ter uw bescherming. Ongehoorzame
vrouwen worden niet als vrouwen gezien (en kunnen in veel moslimlanden op zeer
strenge straffen rekenen);
* christenen en kerken worden
gedwongen een onderdanigheidsbelasting aan moslims te betalen. Het
alternatief is verplichte bekering tot de islam, of onderdrukking en vaak ook
slavernij en gevangenschap;
* Joden op zijn best als tweederangs burgers
worden getolereerd, totdat het moment is gekomen waar Allah in de Koran over
spreekt, en alle Joden tot op de laatste man, vrouw en kind moeten worden
uitgeroeid.
Vladimir S. Solovjov - Korte vertelling over de Antichrist
Vladimir Sergejevitsj Solovjov
Vladimir Sergejevitsj Solovjov (1853-1900) was een Russisch
filosoof, schrijver, dichter en mysticus. Door velen wordt hij beschouwd als de
grootste Russische filosoof. Hij was een vriend en vertrouweling van
Dostojevski en de gebroeders Aljosja en Ivan Karamazov uit de gelijknamige
roman zijn grotendeels geboetseerd aan de hand van de gedachtewereld van Solovjov.
Anders dan Dostojevski stond Solovjov welwillend ten opzichte van het
katholicisme en zijn grote droom was de hereniging van de Russische orthodoxe
kerk met de katholieke kerk tot één grote rooms-katholieke kerk, een roomse
heilstaat.
Een jaar voor zijn dood schreef hij dit merkwaardige
apocalyptische en profetische verhaal. Twee jaar daarvoor, in 1897, had de
Zweedse schrijfster Selma Lagerlöf een roman geschreven met de titel De
wonderen van de Antichrist waarin de Antichrist symbool staat voor het
socialisme, maar uiteindelijk verzoent ze christendom en socialisme met
elkaar, wat destijds zeer revolutionair was. Bij Solovjov is daar geen sprake
van en daarom is deze vertelling nog steeds zo in zwang bij de katholieke
orthodoxie. Paus Benedictus XVI (Ratzinger) spreekt in zijn boek Jezus van
Nazareth zeer lovend over Solovjov en zijn rechterhand Kardinaal Biffi
beweerde in 2000 "de Antichrist is onder ons en zijn doel is de
vernietiging van het christendom en de dood van God." Verder dat de
Antichrist op aarde tewerk gaat als een vooraanstaand filantroop, die met zijn
bekommernis om mensenrechten, milieu en streven naar oecumene zijn ware
bedoeling verhult: het einde van de christelijke waarheid en het ophemelen van
de Vader der Leugens. Bovendien dat hij een groot voorstander was van
vegetarisme, pacifisme, milieubescherming en dierenrechten en een overtuigd
spiritualist. Met andere woorden, een wolf in schaapskleren. Daarnaast
waarschuwde hij de katholieken voor vervolging door homoseksuelen en hun
trawanten.
Dat heeft hij dus grotendeels ontleend aan dit verhaal.
Solovjov zou zich omkeren in zijn graf. Maar dat geldt evenzeer voor degenen
die de evangeliën geschreven hebben en zeer in het bijzonder voor de tovenaarsleerling
Paulus, die de klok hebben horen luiden maar niet wisten waar de klepel hing.
Wat ze opgeschreven hebben was zo polyinterpretabel dat er met gemak een
godsdienst van gebrouwen kon worden, die een spoor van ellende in de
geschiedenis van de mensheid heeft getrokken. Als je God personifieert, vraag
je om een Satan. Als je het geweten personifieert in de gedaante van Jezus,
vraag je om een Antichrist.
De Roomse heilstaat die Solovjov voor ogen heeft is even
onverdraagzaam als die van het nieuwe kalifaat, of de kapitalistische,
socialistische of communistische heilstaten en allemaal geconstrueerd door de
elite, deskundigen. Allemaal geleid door mensen die weten wat goed is voor
anderen.
"Niemand dwaalt uitsluitend voor eigen rekening, maar
hij is tevens de veroorzaker en bewerkstelliger van het dwalen van
anderen." Seneca (uit "De Vita Beata"), met andere woorden, als
je het niet zeker weet, kun je beter je mond houden. - De vertaler
Vertelling over de Antichrist
(…) Die bond van de Verenigde Staten van Europa was
opgericht na een reeks binnenlandse twisten en buitenlandse oorlogen, die
samenhingen met de bevrijding van Europa van het Chinese juk en had de kaart
van Europa ingrijpend veranderd. Maar nu werd die bond bedreigd, niet door
onderlinge conflicten tussen de naties, maar door de politieke en sociale
partijen.
De politieke leiders van Europa, leden van de zeer machtige
broederschap van de vrijmetselaars, voelden het gemis van een uitvoerende
macht. De Europese eenheid, die met zoveel moeite verwezenlijkt was, dreigde
elk moment weer uiteen te vallen.
In de Globale Bondsraad heerste geen eenstemmigheid, omdat
het niet gelukt was om daarin alle plaatsen in te laten nemen door
"ingewijde" vrijmetselaars. De onafhankelijke leden sloten
afzonderlijke coalities met elkaar en daardoor dreigde er een nieuwe oorlog.
Besloten werd de uitvoerende macht over te dragen aan een enkel persoon, aan
wie voldoende volmachten verleend werden.
De geschiktste kandidaat was de "mens van de
toekomst," die in het geheim lid was van de vrijmetselarij. Hij was de
enige die wereldvermaardheid genoot. Door zijn wetenschappelijk werk op het
gebied van de artillerie en omdat hij zeer vermogend was, had hij goede
connecties in de financiële en militaire kringen. In een andere, minder
verlichte tijd, zou zijn twijfelachtige afkomst bezwaren opgeroepen hebben.
Zijn moeder, iemand met een dubieus verleden, was op beide halfronden zeer
bekend, maar vele mannen zouden met evenveel recht aanspraak hebben kunnen
maken op het vaderschap van hem. Vanzelfsprekend hadden die omstandigheden
niets te betekenen in een eeuw die zo vooruitstrevend was, dat het wel eens de
laatste zou kunnen zijn.
De "toekomstige mens" werd vrijwel eenstemmig
gekozen tot president voor het leven van de Verenigde Staten van Europa.
Maar toen hij in de bovenaardse pracht van zijn jeugdige
schoonheid en kracht op het spreekgestoelte verscheen en met een bezielde
welsprekendheid zijn wereldplan ontvouwd had, besloot de vergadering in een
oplaaiende begeestering hem, zelfs zonder erover te stemmen, als ereteken de
titel Romeins keizer te verlenen. Onder algemene toejuichingen werd de
vergadering gesloten.
De grote uitverkorene deed een manifest uitgaan dat begon
met de woorden: "Volken der aarde! Mijn vrede geef ik u," en eindigde
met: "Volken der aarde! De beloften zijn vervuld! De eeuwige wereldvrede
is gewaarborgd. Elke poging om die teniet te doen, zal meteen op een
onverzettelijke weerstand stuiten. Voortaan bestaat er op aarde maar een enkele
macht, die sterker is dan alle andere bij elkaar. Deze onoverwinnelijke en
weergaloze macht ligt in mijn handen, de uitverkorene van Europa, de
opperbevelhebber van alle Europese strijdkrachten. Het internationaal recht
beschikt eindelijk over sancties die het tot nu toe niet heeft gehad. Van nu af
aan zal geen enkele staat "oorlog" durven zeggen, als ik
"vrede" zeg. Volken der aarde, vrede zij met u!"
Dat manifest bracht de gewenste uitwerking teweeg. Overal
buiten Europa en in het bijzonder in Amerika, vormden zich machtige,
keizergezinde partijen, die hun regeringen dwongen zich onder uiteenlopende
voorwaarden aan te sluiten bij de Verenigde Staten van Europa, onder het
opperbevel van de Romeinse keizer.
In bepaalde streken van Azië en Afrika bewaarden sommige
stammen en koninkrijken hun onafhankelijkheid. Met een klein, maar uitgelezen
leger bestaande uit Russen, Duitsers, Polen, Hongaren en Turken maakte hij een
militaire rondgang van Oost-Azië tot Marokko en onderwierp vrijwel zonder
bloedvergieten de weerspannigen. In alle landen van de twee continenten stelde
hij gouverneurs aan, die hij koos uit de binnenlandse hooggeplaatsten die een
Europese opvoeding hadden genoten en hem toegewijd waren. In alle heidense
landen werd hij door de bevolking die onder de indruk was van zijn betoverende
persoonlijkheid, uitgeroepen tot een oppergod.
Binnen een jaar sticht hij een wereldmonarchie, in de
letterlijke betekenis van het woord. De kiemen van de oorlog zijn allemaal
vernietigd. De internationale vredesliga komt voor het laatst bijeen, heft een
plechtige lofzang aan op de grote vredestichter en heft zich op, omdat ze geen
bestaansreden meer heeft.
In het begin van het tweede jaar van zijn heerschappij,
deed de Romeinse keizer een nieuw manifest uitgaan. "Volken der aarde! Ik
heb jullie vrede beloofd en heb jullie die gegeven. Maar vrede is alleen iets
moois, waar welvaart heerst. Voor wie bedreigd wordt door ellende, is vrede
geen vreugde. Kom dus tot mij, die hongeren en kou lijden, zodat ik jullie kan
verzadigen en verwarmen."
Vervolgens kondigde hij eenvoudige en uitgebreide sociale
hervormingen aan, die hij al aangeduid had in zijn boek en waarmee hij alle
edelmoedige en welwillende mensen voor zich gewonnen had. Dankzij het feit dat
hij het beheer en de controle van alle financiële middelen ter wereld in handen
had, naast een enorme hoeveelheid onroerend goed, kon hij die hervorming
doorvoeren volgens de wensen van de armen en zonder de rijken voelbaar te
schaden. Iedereen kreeg zijn aandeel overeenkomstig zijn vaardigheden, die hij
door arbeid en dienstverlening bewees.
De nieuwe wereldheerser was vooral een meevoelend mensenvriend,
maar hij was ook een dierenvriend: hij was vegetariër. Hij verbood vivisectie,
voerde een streng toezicht op de slachthuizen in en steunde op alle mogelijke
manieren de dierenbeschermingsverenigingen. Maar veel belangrijker dan deze
maatregelen was het, voor de hele mensheid, vastleggen van het grondrecht van
gelijke toegang tot alle voedingsmiddelen.
Die hervorming werd doorgevoerd in het tweede jaar van zijn
bewind. Het sociaal-economisch vraagstuk was definitief opgelost. Die
verzadiging voor de hongerende kan dan wel het belangrijkste doel zijn, maar de
verzadigden willen nog iets anders. Zelfs dieren willen als ze verzadigd zijn
doorgaans niet alleen nog maar slapen, ze willen spelen. Hoeveel meer geldt dat
niet voor mensen, die na het brood altijd spelen verlangden. De keizerlijke
supermens wist wat het volk nodig had.
Op dat moment kreeg hij in Rome bezoek van een groot
wonderdoener uit het Verre Oosten, die omhuld werd door een dichte wolk van
merkwaardige verhalen en vreemde legenden. Volgens geruchten die verspreid
waren onder de neo-boeddhisten, was hij van goddelijke afkomst: de zoon van de
zonnegod en een waternimf.
Die wonderdoener, die zichzelf Apollonius noemde, was
ontegenzeglijk een geniaal mens. Half-Aziaat, half-europeaan, katholiek
bisschop in heidense streken, wist hij op een wonderbaarlijke manier in zich de
kennis van allernieuwste technische vindingen en toepassingen van de westerse
wetenschap, te verenigen met de kunst om gebruik te maken van alles wat in de
mystieke tradities van het Oosten werkelijk betrouwbaar en belangrijk is. De
resultaten van dat samengaan waren verbazingwekkend. Zo bezat Apollonius onder
andere de gave om, op een half-wetenschappelijke en half-magische manier,
atmosferische elektriciteit aan te trekken en naar zijn wil te richten. Onder
het volk werd verteld dat hij het vuur uit de hemel kon halen. Hij volstond
overigens met de verbeelding van de massa te prikkelen door ongehoorde
toverkunsten en maakte geen gebruik van zijn macht voor een ander doel.
Dat is de man die zich aandient bij de grote keizer. Hij
begroet hem als de ware zoon Gods en vertelt hem dat hij in de geheime boeken
uit het Oosten voorspellingen heeft gelezen over zijn heerschappij en dat de
keizer in die hoedanigheid tegelijkertijd de laatste verlosser en rechter van
de wereld is. Tot slot stelt hij zichzelf en zijn kunsten ter beschikking van
de keizer. Opgetogen ziet de keizer in hem een geschenk uit de hemel, verleent
hem hoogdravende titels en laat hem niet meer van zijn zijde wijken. Naast de
wereldvrede en het stillen van hun honger kregen de volken der aarde zodoende
ook de mogelijkheid voortdurend te genieten van het aanschouwen van de meest
uiteenlopende en onverwachte wonderen en toverkunsten. Zo eindigde het derde jaar
van de heerschappij van de supermens.
Na de voorspoedige oplossing van de politieke en sociale
problemen, restte nog het godsdienstig vraagstuk. In die tijd was de situatie
van die godsdienst als volgt: zij had een groot aantal gelovigen verloren - verspreid
over de hele aarde waren er niet meer dan vijfenveertig miljoen overgebleven -
maar wat ze aan kwantiteit had ingeboet, had haar morele karakter gewonnen aan
de kwaliteit.
Onder hen waren nog alleen maar mensen te vinden die zich
met het christendom verbonden voelden op grond van een geestelijke
belangstelling. De verschillende christelijke nominaties hadden het aantal van
hun belijdende leden verhoudingsgewijs in gelijke mate af zien afnemen, zodat
die getalsmatige onderlinge verhouding ongeveer hetzelfde was als in de 19e
eeuw. In hun wederzijdse beoordeling had de haat geen plaatsgemaakt voor een
volledige eenstemmigheid, maar was wel afgenomen en de tegenstellingen hadden
hun scherpte verloren.
Al lang geleden was de paus verdreven uit Rome en had, na
lange omzwervingen, een toevlucht gevonden in Petersburg, op voorwaarde dat hij
zich in dat land volledig onthield van geloofspropaganda. In Rusland was het
pausdom beduidend vereenvoudigd. Zonder wezenlijke wijzigingen aan te brengen
in de samenstelling van haar colleges en functies, had de kerk haar bezigheden
moeten vergeestelijken en haar hoogdravende rituelen en ceremonies terug moeten
brengen tot hun eenvoudigste uitingsvorm. Zonder dat ze officieel afgeschaft
werden, waren veel merkwaardige en verleidelijke gewoonten vanzelf verdwenen.
In alle andere landen en in het bijzonder in Noord-Amerika,
telde de katholieke hiërarchie onder haar vertegenwoordigers nog steeds veel
wilskrachtige en onafhankelijke mannen, met een onvermoeibare daadkracht. Nog
meer dan hun voorgangers waren ze voorvechters van de eenheid van de katholieke
kerk, waarvan zij het kosmopolitische karakter en de internationale,
oecumenische betekenis in stand hadden gehouden.
Het protestantisme, waarin Duitsland nog steeds voorop
liep, vooral sinds een belangrijk deel van de Anglicaanse kerk zich aangesloten
had bij de katholieke kerk, had zich ontdaan van zijn extreme en negatieve
stromingen en de aanhangers daarvan waren openlijk tot religieuze
onverschilligheid of zelfs ongeloof vervallen. De evangelische kerk telde nog
alleen maar ware gelovigen die geleid werden door zeer ontwikkelde mensen met
een diepe religiositeit, die zelf het levend voorbeeld wilden zijn van het
oorspronkelijk christendom.
Door de politieke gebeurtenissen was de Russische
orthodoxie haar positie als staatsinstelling kwijtgeraakt en had daardoor vele
miljoenen leden, die alleen nog in naam tot de kerk behoorden, verloren, maar
wel de vreugde gesmaakt dat het merendeel van de oud-gelovigen en zelfs
talrijke sekten met een waarachtige religieuze instelling, zich bij haar
aangesloten hadden. Zonder in aantal toe te nemen was de geestelijke kracht van
die zodoende vernieuwde kerk gegroeid en had daar blijk van gegeven door de
strijd tegen de radicale sekten die zich, niet alleen onder het gewone volk,
maar ook onder de ontwikkelde mensen, gestaag uitbreidden en waaraan demonische
en satanische trekken niet vreemd waren.
Gedurende de eerste twee jaar van het nieuwe bewind, waren
alle christenen nog van slag en uitgeput door de voorafgegane revoluties en
oorlogen. Met een welwillende afwachtende houding, een weloverwogen sympathie
of een grote geestdrift, hadden ze de nieuwe heerser en zijn vreedzame
hervormingen aanvaard. Maar toen in het derde jaar van het bewind de grote
magiër opgedoken was, rezen bij veel orthodoxe katholieken en protestanten
ernstige bedenkingen en een zekere afkeer tegen de heerser.
De teksten uit het evangelie en de brieven van de apostelen
die gewag maken van de vorst der wereld en de antichrist, werden nu aandachtig
gelezen en geestdriftig besproken. Uit allerlei tekenen maakte de keizer op dat
er storm op til was en besloot de zaak zo snel mogelijk op te helderen.
Aan het begin van het vierde jaar van zijn bewind,
publiceerde hij een manifest, gericht aan de ware christenen van alle
nominaties, waarin hij hen uitnodigde gevolmachtigde vertegenwoordigers uit te
kiezen voor een oecumenisch concilie, dat hij zou voorzitten.
De keizerlijke residentie was in die tijd van Rome naar
Jeruzalem overgeplaatst. Palestina was toen een autonoom gebied dat
voornamelijk bevolkt en geregeerd werd door joden. Het vrije Jeruzalem werd nu
ook uitgeroepen tot keizerlijke residentie. De Heilige Plaatsen werden
geëerbiedigd. Maar op de gehele uitgestrekte vlakte Haram-esh-Sjerif, vanaf
Birket-Israin en de kazernes aan de ene kant, tot de El-Aksa-moskee en de
"stallen van Salomo" aan de andere kant, was een enorm gebouw
verrezen. Dat bevatte naast twee kleine oude moskeeën ook de grote keizerlijke
"Tempel ter eenwording van alle erediensten" en twee prachtige
keizerlijke paleizen, met bibliotheken, musea en speciale vertrekken die
bestemd waren voor onderzoek en experimenten op het gebied van de magie. In dat
gebouw, half tempel, half paleis, zou op veertien september het oecumenisch
concilie geopend worden.
Omdat de protestantse kerk geen priesters in de ware zin
des woord kent, hadden de katholieke en orthodoxe gezagsdragers, overeenkomstig
de wens van de keizer en om een zekere homogeniteit te verlenen aan alle
christelijke stromingen, besloten een bepaald aantal van hun leken, die bekend
stonden om hun vroomheid en toewijding aan de belangen van hun kerk, deel te
laten nemen aan het concilie, maar daarom konden ook de lagere geestelijkheid,
monniken en priesters, niet uitgesloten worden. Zodoende overschreed het aantal
leden van het concilie de drieduizend en daarnaast werden Jeruzalem en heel
Palestina ook nog overstroomd door een half miljoen christelijke pelgrims.
De drie opmerkelijkste vertegenwoordigers van het
christendom waren paus Petrus II, de starets Johannes en professor Ernst Pauli.
(starets : is een geestelijk leider in een Russisch-orthodox klooster. Meestal
een oude monnik, veelal geen priester, die, na een leven van stilzwijgend
gebed, een apostolisch mens wordt, gezegend met de door Christus aan
de apostelen beloofde charismata.
Er worden bovennatuurlijke gaven aan hem toegekend zoals genezende krachten,
profetieën, exorcisme en spirituele raadgevingen en voornamelijk het charisma
van de onderscheiding der geesten en de genezing van de zieken en daardoor
begenadigd met het vermogen om Gods wil te herkennen. Hij heeft inzicht in Gods
plan. Een starets wordt niet aangeduid door een autoriteit, maar
manifesteert zichzelf als geïnspireerd door de Heilige Geest. Hij wordt
een starets als het volk hem erkent als starets. Hij ontvangt bezoekers,
onderhoudt zich met hen, neemt de biecht af, bidt en zegent.)
Paus Petrus II was de rechtmatige vertegenwoordiger van de
katholieke afvaardiging naar het concilie. Zijn voorganger was onderweg naar
het concilie gestorven en een te Damascus bijeengekomen conclaaf had eenstemmig
kardinaal Simone Barionini tot paus gekozen. In die functie had hij de naam
Petrus aangenomen. Hij was afkomstig uit een eenvoudig gezin uit de buurt van
Napels en was bekend geworden als prediker van de orde van de Karmelieten. Als
zodanig had hij zich zeer verdienstelijk gemaakt in de strijd tegen een
satanische sekte, die zich sterk had uitgebreid in Petersburg en omgeving en
niet alleen orthodoxen maar ook katholieken had aangetrokken. Hij werd benoemd
tot aartsbisschop van Mahiljow en later tot kardinaal en was al heel lang
voorbestemd voor de tiara.
Hij was vijfenzestig jaar, gemiddeld van lengte en had een
krachtige lichaamsbouw, een rood gezicht, een haviksneus en borstelige
wenkbrauwen. Hij was onstuimig, sprak vol vuur en met brede gebaren. Als hij
sprak, sleepte hij zijn toehoorders meer mee dan dat hij ze overtuigde.
De nieuwe paus bezag de wereldheerser met wantrouwen en
zelfs afwijzend, vooral sinds zijn gestorven voorganger op aandringen van de
keizer de exotische bisschop, keizerlijke kanselier en grote magiër Apollonius
tot kardinaal benoemd had. Paus Petrus beschouwde Apollonius als een
twijfelachtige katholiek en een overduidelijke bedrieger.
De feitelijke, zij het niet officiële leider van de
orthodoxen was de starets Johannes, die bij het Russische volk zeer in aanzien
stond. Hoewel hij officieel de titel "bisschop in ruste" droeg,
leefde hij niet teruggetrokken in een klooster, maar trok onafgebroken in alle
richtingen het land door. Vele legenden waren er over hem in omloop. Sommigen
beweerden dat hij de herrezen Fjodor Koezmitsj was - dat wil zeggen tsaar
Alexander I - die drie eeuwen eerder geboren was.
Anderen gingen nog veel verder en verklaarden dat hij de
ware starets Johannes was, dat wil zeggen de apostel Johannes Bogslov, die
nooit gestorven was en de laatste tijd openlijk optrad. Zelf sprak hij nooit
over zijn afkomst en jeugd.
Hij was nu hoogbejaard, maar nog steeds kranig en over zijn
witte haarlokken en golvende baard lag een geelachtige en zelfs wat
groenachtige glans. Hij had een rijzige gestalte, een tanig lichaam, maar
volle, licht roze wangen, fonkelende, levendige ogen en uit zijn woorden en
gezichtsuitdrukking sprak een onroerende goedheid en mildheid. Hij droeg altijd
een wit habijt en daar overheen een witte mantel.
De geleerde Duitse theoloog, professor Ernst Pauli, stond
aan het hoofd van de protestante afvaardiging naar het concilie. Het was een
uitgedroogd mannetje, met een enorm voorhoofd, een spitse neus en een
gladgeschoren gezicht. Zijn ogen vielen op door een blik, waarin op een
buitengewoon merkwaardige manier geslepenheid en goedmoedigheid samengingen.
Voortdurend wreef hij zich in zijn handen, schudde met zijn hoofd, fronste op
een vreemde manier zijn wenkbrauwen en tuitte zijn lippen. Daarnaast stootte
hij, onder voortdurend geknipper met zijn ogen, met een knorrige stem afgebeten
woorden uit: zo! dus! ja! dus ook! Hij was steeds plechtstatig gekleed: een
witte boord boven een geklede, met onderscheidingstekens versierde domineesjas.
De opening van het concilie was indrukwekkend. Tweederde
van de enorme tempel "gewijd aan de eenheid van alle erediensten"
werd ingenomen door banken en zetels voor de leden van het concilie, een derde
door een hoog podium. Daarop bevond zich de keizerlijke troon en een wat lagere
voor de grote magiër, kardinaal en kanselier en daarachter rijen zetels voor de
ministers, hovelingen en staatsecretarissen. Tot slot, aan weerszijden, nog
langere rijen, waarvan de bedoeling onbekend was. Op de galerijen hadden
orkesten plaatsgenomen en op het nabijgelegen plein stonden twee
garderegimenten opgesteld en een artilleriebatterij voor de saluutschoten. De
deelnemers aan het concilie hadden al in verschillende kerken een dienst
bijgewoond, want de opening van het concilie moest een zuiver werelds karakter
dragen.
Toen de keizer, geflankeerd door de grote magiër en zijn
gevolg, onder de klanken van de "Mars der verenigde mensheid" die als
keizerlijk en internationaal volkslied diende, stonden alle leden van het
concilie op, zwaaiden met hun hoofddeksels en riepen driemaal: Lang zal hij
leven! Hoera! Hoera! Hoera! De keizer bleef naast zijn troon stilstaan, strekte
met een majestueus en welwillend gebaar zijn armen uit en sprak met een
welluidende en aangename stem:
"Christenen van alle gezindten! beminde onderdanen en
broeders!
"Vanaf het begin van een heerschappij, die de
Allerhoogste gezegend heeft door de voltooiing van prachtige en
verbazingwekkende werken, heb ik nooit een reden gehad om ontevreden over u te
zijn. Altijd hebt u, naar geloof en geweten, uw plicht vervuld. Maar dat is
voor mij niet genoeg. De oprechte liefde die ik voor u, geliefde broeders, koester,
verlangt hevig naar wederkerigheid. Ik wil dat u mij aanvaardt als uw leider,
in alles wat ondernomen wordt ten behoeve van het welzijn van de mensheid, niet
uit plichtsgevoel, maar uit een oprechte liefde. Afgezien van wat ik al
allemaal voor u doe, wil ik u ook nog een bijzonder blijk van mijn goedheid
schenken.
"Christenen, waarmee kan ik u gelukkig maken? Wat kan
ik u geven, u die niet alleen mijn onderdanen bent, maar ook mijn broeders in
het geloof? Christenen, zeg me wat voor u in het christendom het dierbaarst is,
zodat ik mijn inspanningen daarop kan richten."
Hij zweeg en wachtte. Een gedempt gemompel vulde de tempel.
De deelnemers aan het concilie fluisterden met elkaar. Paus Petrus maakte hevige
gebaren en legde zijn omstanders iets uit. Professor Pauli schudde met zijn
hoofd en smakte luidruchtig met zijn lippen. De starets Johannes boog zich naar
een oosterse bisschop en een kapucijn en sprak hen zachtjes toe.
De keizer had enkele minuten gewacht, maar nu wendde hij
zich opnieuw tot de aanwezigen op dezelfde zalvende toon, maar waarin dit keer
een lichte, nauwelijks merkbare ironische toon klonk:
"Beminde christenen," sprak hij, "ik begrijp
hoe moeilijk het voor u is mij meteen antwoord te geven. Ik wil u daarbij
helpen. Helaas bent u sinds zo onheuglijke tijden onderling verdeeld in
gezindten en partijen, dat u misschien geen enkel gemeenschappelijk belang meer
hebt. Maar als u samen niet tot overeenstemming kunt komen, dan hoop ik dat te
bereiken door u allen evenveel liefde te bewijzen en ik ben bereid de terechte
wensen van iedereen te vervullen.”
"Beminde christenen, ik besef dat voor velen onder u
en niet de geringsten, het dierbaarste in het christendom het gezag op
geestelijk gebied is, dat het overdraagt aan zijn wettige vertegenwoordigers,
natuurlijk niet voor hun persoonlijk voordeel, maar ten behoeve van het
algemeen welzijn, want op dat gezag berust de geestelijke orde en morele
discipline, die iedereen behoeft.”
"Beminde katholieken, broeders, o! hoezeer begrijp ik
uw mening en hoe graag zou ik mijn gezag willen stoelen op dat van uw
geestelijk leider! En om te verhoeden dat u denkt dat dit ijdele woorden zijn,
verklaren wij plechtig en krachtens onze wil als alleenheerser, dat de
opperbisschop van alle katholieken, de Roomse paus, teruggeplaatst wordt op
zijn troon te Rome, met alle oude rechten en alle voorrechten van de pauselijke
stoel, die daaruit voortvloeien en oudtijds verleend zijn door onze
voorgangers, vanaf Constantijn de Grote. En van u, geliefde katholieke
broeders, verwacht ik alleen dat u me, vanuit de grond van uw hart, zult
beschouwen als uw enige verdediger en beschermer. Laten degenen van deze
vergadering die mij naar eer en geweten als zodanig zien, bij mij komen."
Daarbij wees hij naar de lege plaatsen op het podium.
Met vreugdevolle uitroepen als: gratias agimus! Domine!
Salvum fac magnum imperatorem (wij zeggen u dank, Heer, zegen de grote keizer),
bestegen vrijwel alle katholieke kerkvorsten, kardinalen, bisschoppen, het
merendeel van de leken en meer dan de helft van de monniken, het podium en
namen, na een diepe buiging voor de keizer, plaats op hun zetels. Maar beneden,
te midden van de vergadering, bleef paus Petrus II, kaarsrecht en onbeweeglijk
als een marmeren standbeeld, op zijn plaats zitten. Allen die hem omringd
hadden, zaten nu op het podium. De uitgedunde groep leken en monniken die
beneden waren gebleven, schoven naar hem toe en vormden een gesloten kring om
hem heen, waaruit fluisterend opklonk: Non prævalebunt, non prævalebunt portæ
inferni (Matth. 16:18 De poorten van de Hel zullen haar niet overweldigen).
Verbijsterd door de aanblik van de onbeweeglijke paus,
verhief hij opnieuw zijn stem:
"Beminde broeders! Ik weet dat er onder u zijn, voor
wie het kostbaarste van het christendom de heilige overlevering is en de oude
symbolen, gezangen en gebeden, de iconen en de liturgie. En wat zou een vrome
ziel zich nog meer kunnen wensen?”
"Weet dan, u van wie ik houd, dat ik vandaag een
decreet heb getekend en een grote schenking heb gedaan ten behoeve van de
inrichting van een wereldmuseum van christelijke archeologie in onze roemrijke
keizerlijke stad Constantinopel. Daar zullen alle gedenkwaardigheden van de
oude kerk en meer in het bijzonder van de oosterse kerk, verzameld, onderzocht
en bewaard worden. Ik verzoek u dus morgen een commissie te benoemen die belast
zal worden om samen met mij te onderzoeken welke maatregelen genomen dienen te
worden om de huidige zeden, gebruiken en rituelen in overeenstemming te brengen
met de tradities en instellingen van de heilige orthodoxe kerk!”
"Broeders van de orthodoxe kerk! laten degenen onder u
die hetzelfde willen als ik en iedereen die mij in alle oprechtheid zijn ware
leider en meester kan noemen, bij mij komen."
En het merendeel van de hoogwaardigheidsbekleders uit het
Oosten en Noorden, de helft van de voormalige oud-gelovigen en meer dan de
helft van de orthodoxe priesters, monniken en leken bestegen met vreugdekreten
het podium, met een heimelijk zijdelingse blik op de katholieken, die daar al
trots zaten. Maar de starets Johannes bleef onbeweeglijk zitten en zuchtte
luidruchtig. En toen de menigte om hem heen uitgedund was, verliet hij zijn
zetel en liep naar de paus en zijn aanhang toe. Hij werd gevolgd door de
orthodoxen die niet het podium bestegen hadden.
Opnieuw nam de keizer het woord:
"Beminde christenen, ik ken velen onder u voor wie in
het christendom de persoonlijke opvatting van de waarheid en het vrije
onderzoek van de Schriften boven alles gaat. Dit is niet de gelegenheid om te
zeggen wat ik daarover denk. U weet wellicht dat ik in mijn jonge jaren een
belangrijk boek over bijbelkritiek heb geschreven dat, in die tijd, enig opzien
baarde en het begin vormde van mijn bekendheid. Waarschijnlijk om dat werk te
gedenken, heeft de Universiteit van Tübingen mij een dezer dagen verzocht het
eredoctoraat in de theologie in ontvangst te nemen. Ik heb laten antwoorden dat
ik het gaarne en in dank zal aanvaarden.”
"En vandaag heb ik, tegelijkertijd met het museum voor
de archeologie van het christendom, besloten tot de oprichting van een
wereldinstituut voor onafhankelijk onderzoek van de Heilige Schrift vanuit alle
mogelijke gezichtspunten en aanverwante wetenschappen.”
"Dat Instituut zal kunnen beschikken over een
jaarlijkse begroting van anderhalf miljoen mark. Wie instemt met deze
maatregelen en mij naar eer en geweten als leider aanvaardt, verzoek ik
hierheen te komen, naar de nieuwe doctor in de theologie."
Een vreemd lachje verliet de fraaie mond van de grote
keizer. Meer dan de helft van de geleerde theologen begaf zich naar het podium,
zij het langzaam en aarzelend. Allemaal keken ze naar professor Pauli die, met
gebogen hoofd, in elkaar gedoken en in zichzelf gekeerd, als vastgenageld op
zijn plaats zat. De geleerde theologen die intussen op het podium stonden,
waren in verwarring en een van hen sprong in een vlaag van verbijstering opeens
naast de trap naar beneden en strompelde naar professor Pauli toe en het kleine
groepje dat hem omringde. De professor tilde zijn hoofd op, verhief zich met
een onzekere beweging en schoof, vergezeld van zijn groepje getrouwen bij de
starets Johannes en paus Petrus aan.
Op het podium bevond zich nu de overgrote meerderheid van
de deelnemers aan het concilie, waaronder vrijwel alle hoogwaardigheidsbekleders
uit Oost en West. Beneden waren maar drie groepjes overgebleven, die naar
elkaar toe geschoven waren en zich verdrongen rond de starets Johannes, paus
Petrus en professor Pauli.
Met een droevige stem richtte de keizer zich tot hen:
"Wat kan ik nog voor u doen, vreemde mensen? Wat verwacht u van mij? Ik
weet het niet meer. Vertel het me dan zelf, gij christenen die in de steek
gelaten bent door de meerderheid van uw broeders en leiders en veroordeeld bent
door de stem van het volk. Zeg me wat u het dierbaarst is in het
christendom."
Wasbleek stond de starets Johannes op, en antwoordde met
een zachte stem: "Grote heerser! Voor ons is het dierbaarste van het
christendom de Christus zelf en wat van hem komt, want we weten dat hij de belichaming
is van God. Van u, meester, zijn wij bereid alle weldaden in ontvangst te
nemen, mits wij in uw milddadige hand de heilige hand van de Christus ontwaren.
En op uw vraag wat u nog voor ons kunt doen, geven wij ons eenvoudige antwoord:
belijd hier voor ons dat Jezus Christus Gods zoon is, vleesgeworden en
opgestaan is uit de doden en weder zal komen. Belijd hem en wij zullen u met
liefde aanvaarden als de ware voorloper van zijn luisterrijke wederkomst."
Hij zweeg en liet zijn blik rusten op het gezicht van de
keizer. Net zoals in die rampzalige nacht, voelde die laatste een helse storm
in zich opsteken, die hem elke innerlijke zelfbeheersing ontnam. Met een
bovenmenselijke inspanning probeerde hij zich uiterlijk te beheersen en zich
niet voortijdig te verraden. Het kostte hem ongelooflijk veel moeite om zich
niet met een woeste kreet op de spreker te werpen en hem te verscheuren. Maar
opeens hoorde hij de bekende bovenaardse stem zeggen: "Zwijg en vrees
niet." Hij zweeg. Maar zijn lijkbleke en vertrokken gezicht bleef steken
in een grijns en zijn ogen schoten vuur.
Tijdens de woorden van de starets Johannes leek het alsof
de grote magiër op zijn troon, gehuld in een wijde driekleurige mantel die het
kardinaalspurper verborg, met fonkelende ogen en druk bewegende lippen
daaronder iets duisters uitvoerde. Door de open ramen van de tempel was te zien
dat er een enorme zwarte wolk aan kwam drijven, die even later alles in
duisternis hulde. Verbijsterd en geschrokken bleef de oude starets Johannes de zwijgende
keizer aanstaren, maar opeens wendde hij zijn ogen met afgrijzen van hem af,
draaide zich om en riep met een verstikte stem: "Kinderen, het is de
Antichrist!"
Op dat moment klonk het oorverdovend geraas van een
donderslag en schoot een enorme bolbliksem rondtollend door de tempel heen en
hulde de oude monnik in een vuurzee. Allemaal stonden ze aan de grond genageld
van angst en toen ze weer tot zichzelf kwamen, lag de starets Johannes dood op
de grond.
Bleek maar kalm, wendde de keizer zich weer tot de
aanwezigen en sprak: "U hebt zo-even Gods oordeel aanschouwd. Ik heb
niemands dood gewild, maar mijn hemelse vader heeft zijn geliefde zoon
gewroken. De zaak is afgehandeld. Wie nog meer waagt het te twisten met de
Allerhoogste? Secretarissen, schrijf op: "Nadat het vuur uit de hemel een
waanzinnige vijand van de goddelijke majesteit heeft verpletterd, besluit het
oecumenisch concilie van de christenen van alle gezindten, eenstemmig de
huidige Romeinse keizer en wereldheerser te erkennen als zijn opperste leider
en heerser."
Plotseling galmde een enkel woord luid en duidelijk door de
tempel: "Contradicitur! (Tegen!)" Paus Petrus II was opgestaan.
Bevend over zijn hele lichaam en met een van woede rood aangelopen gezicht,
wees hij met zijn bisschopsstaf in de richting van de keizer en sprak:
"Onze enige meester is Jezus Christus, Gods levende
zoon. Wie u bent hebt u zo-even gehoord. Verdwijn! Kaïn, broedermoordenaar!
Verdwijn, werktuig van de duivel! Door de mij door de Christus verleende macht
zend ik, dienaar der dienaren Gods, u, schurftige hond, voor eeuwig uit Gods
kerk en geef u over aan uw vader, de Satan! Anathema, Anathema, Anathema! (Vervloekt!)"
Terwijl hij sprak bewoog de grote magiër zich onrustig
onder zijn mantel. Luider dan de laatste vervloeking klonk een donderslag en de
laatste paus viel levenloos ter aarde.
"Zo zullen," sprak de keizer, "door de hand
van God al mijn vijanden geveld worden." "Pereant, pereant! (sterf!)"
schreeuwden de kerkvorsten trillend.
De keizer draaide zich om en verliet langzaam het podium
door een deur aan de achterzijde. Hij steunde op de schouder van de grote
magiër en werd gevolgd door zijn aanhangers. In de tempel bleven alleen beide
doden achter, waar omheen zich een groep christenen samendrongen, die halfdood
van schrik waren. Alleen professor Pauli had zijn tegenwoordigheid van geest
niet verloren. De algemene ontsteltenis leek juist al zijn geestkracht opgewekt
te hebben. Daarmee ging ook een verandering van zijn uiterlijk vergezeld; hij
maakte een grootse en begeesterde indruk. Met ferme stappen besteeg hij het
podium, ging zitten op een van de lege zetels van de staatsecretarissen, nam
een vel papier en begon te schrijven.
Toen hij klaar was, stond hij op en las met luide stem:
"Tot meerdere eer en glorie van onze Verlosser Jezus Christus. Nu onze
allergelukzaligste broeder Johannes, de vertegenwoordiger van de het
oosters christendom, de grote bedrieger en grote vijand van God, ontmaskerd
heeft als de in de Schriften aangekondigde Antichrist en onze heilige broeder
Petrus, vertegenwoordiger van het westers christendom, hem formeel en
rechtmatig uit Gods kerk heeft gestoten, besluit het oecumenisch concilie van
de christelijke kerken, ten overstaan van de lichamen van Johannes en Petrus,
martelaren voor de waarheid en getuigen van de Christus, elk contact te
verbreken met de uitgestotene en zijn verfoeilijke groep aanhangers en de
woestijn in te trekken en daar de op handen zijnde komst van onze heer en
meester Jezus Christus af te wachten!"
Die woorden wekten geestdrift op bij de vergadering,
waaruit luide stemmen klonken: "Adveniat! Adveniat cito! Komm, Herr Jesu,
komm! Viens, Seigneur Jésus!"
Professor Pauli schreef nog wat op en las voor: "Na
eenstemmig het eerste en laatste besluit van het oecumenische concilie
opgesteld en genomen te hebben, ondertekenen wij.... " Met een handgebaar
nodigde hij de leden van de vergadering uit te tekenen en allemaal bestegen ze
het podium en ondertekenden het besluit. Als laatste schreef hij met grote
gotische letters: "Duorum defunctorum testium locum tenens Ernst Pauli.(namens
de getuigenis van de twee overledenen.)
"Laten we nu," zei hij, op de twee doden wijzend,
"vertrekken met onze ark des verbonds van het laatste testament." De
overledenen werden op een draagbaar gelegd en onder het zingen van Latijnse,
Duitse en Slavische hymnen begaven de christenen zich langzaam naar de uitgang
van Haram-esh-Sjerif.
Daar stuitte de stoet op een door de keizer gestuurde
staatsecretaris, vergezeld van een garderegiment. De soldaten stelden zich op
bij de deur en de staatssecretaris las de volgende verordening voor:
"Bevel van zijne majesteit. Teneinde het christelijke
volk op de hoogte te stellen en te waarschuwen voor kwaadwillende lieden,
onruststokers en leugenaars, hebben wij besloten dat het zinvol is de lijken
van de twee, door het vuur uit de hemel, gedode oproerkraaiers publiekelijk ten
toon te stellen in de Straat de Christenen (Kharet-en-Nasara) bij de ingang van
de belangrijkste christelijke tempel, de Kerk van het Heilig Graf of
Opstandingskerk genaamd, zodat iedereen zich ervan kan overtuigen dat ze echt
dood zijn.”
"Hun stijfhoofdige aanhangers, die op een kwaadaardige
manier al onze weldaden weigeren en in hun verblinding hun ogen sluiten voor de
overduidelijke door de godheid gegeven tekens, kunnen rekenen op onze
barmhartigheid en onze tussenkomst bij onze hemelse vader om ze te bewaren voor
de dood door het vuur uit de hemel. Ze behouden hun volledige vrijheid, op
voorwaarde dat zij zich niet zullen ophouden in steden en andere bevolkte
streken, waar zij door hun kwaadaardige verzinsels onschuldige en eenvoudige
mensen in verwarring zouden kunnen brengen en misleiden." Toen de officier
uitgesproken was, naderden op zijn teken acht soldaten de draagbaren.
"Zo worden de Schriften vervuld," zei professor
Pauli en de christenen die de draagbaren droegen, gaven ze zwijgend over aan de
soldaten die zich vervolgens door de noordwestelijke poort verwijderden. De
christenen verlieten de noordoostelijke poort, haastten zich de stad uit in de
richting van Jericho langs de weg die voorbij de Olijfberg voert, waar de
ordebewakers en twee cavalerieregimenten tevoren al groepen nieuwsgierigen
weggejaagd hadden. In de verlaten heuvels van Jericho besloten de christenen
enige dagen te blijven.
De volgende morgen kwamen christelijke pelgrims uit
Jeruzalem naar hen toe en vertelden wat er in die stad verder voorgevallen was.
Na een maaltijd aan het keizerlijk hof, waren alle leden van het concilie
bijeengeroepen in de enorme troonzaal - die zich op de plek bevond waarvan
aangenomen werd dat daar Salomo's troon gestaan had. Daar had de keizer zich
gericht tot de katholieke hoogwaardigheidsbekleders en verklaard dat het in het
belang van de kerk was dat ze zonder uitstel een waardige opvolger kozen van de
apostel Petrus; dat gezien de huidige omstandigheden de bijeenkomst kortdurend
moest zijn; dat zijn aanwezigheid als leider en vertegenwoordiger van het
gehele christendom, hen onthief van de formele rituelen en tot slot, dat hij in
naam van alle christenen het Heilig College voorstelde zijn vriend en geliefde
broeder Apollonius te kiezen, zodat door zijn nauwe band met hem, ook de eenheid
van kerk en staat ten gunste van beiden duurzaam en onverwoestbaar zou zijn.
Het Heilig College had zich in conclaaf teruggetrokken in
een afzonderlijk vertrek en keerde na anderhalf uur terug met de nieuwe paus
Apollonius. Tijdens de verkiezing van de nieuwe paus had de keizer in zeer
beminnelijke, overdachte en welsprekende bewoordingen de vertegenwoordigers van
het protestantisme en de orthodoxie gevraagd om, bij het begin van dit nieuwe
en grootse tijdperk in de geschiedenis van het christendom, hun oude
godsdiensttwisten te beëindigen. Hij had er zijn woord op gegeven dat
Apollonius voor altijd een eind zou maken aan het, de hele geschiedenis door,
begane machtsmisbruik van de pauselijke stoel. Door die toespraak overtuigd,
hadden de vertegenwoordigers van protestanten en orthodoxen een document
opgesteld en ondertekend dat de eenwording van de kerken waarborgde. En toen
Apollonius met de kardinalen in de troonzaal verscheen, hadden een Griekse
aartsbisschop en een protestantse dominee hem dat document overhandigd.
"Accipio et approbo et lætificatur cor meum (Met
vreugde in mijn hart aanvaard en onderschrijf ik het.)" had Apollonius
gezegd, terwijl hij het document ondertekende. En hij had de Duitser en de
Griek vriendschappelijk omhelsd en daaraan toegevoegd: "Ik ben een even
oprecht orthodox en protestants, als katholiek christen." Daarna was hij
naar de keizer toegelopen en had hem langdurig in zijn armen gesloten.
Op dat moment begonnen in alle richtingen fonkelende
stippen door het paleis en de tempel te zweven. Ze werden groter en veranderden
in lichtgevende gedaanten van vreemde wezens. Bloemen, zoals op aarde nooit
eerder gezien waren, daalden neer en vulden de lucht met onbekende geuren.
Vanuit de hoogte klonken aangrijpende klanken van tot dan toe onbekende
instrumenten en engelachtige stemmen van onzichtbare zangers loofden de nieuwe
heersers van hemel en aarde.
Opeens had er een angstaanjagend gerommel geklonken in de
noordwestelijke hoek van het paleis, midden onder de koepel der geesten
(Koebeth-el-Ruach), waar zich volgens de overleveringen van de mohammedanen de
ingang van de hel bevindt. Toen de aanwezigen zich op uitnodiging van de keizer
daar naartoe hadden begeven, konden ze allemaal ontelbare, fijne maar
doordringende stemmetjes horen, die niet echt kinderlijk, maar ook niet echt
duivels klonken en riepen: "De tijd is gekomen, laat ons los, redders, o
redders!" Maar Apollonius was naar een rotsblok toegelopen en had driemaal
iets geroepen in een vreemde taal en toen waren de stemmen verstomd en was het
onderaards gerommel opgehouden.
Tegelijkertijd was van alle kanten een enorme menigte naar
Haram-el-Sherif samengestroomd. Bij het invallen van de nacht waren de keizer
en de nieuwe paus verschenen op het oostelijk bordes van het paleis, wat een
storm van geestdrift ontketende.
Beminnelijk had de keizer naar alle kanten de aanwezigen
begroet en Apollonius had uit grote manden, die de kardinalen hem voorhielden
allerlei vuurwerk gegrepen en in de lucht gegooid. Door ze alleen maar met zijn
hand aan te raken werden ze ontstoken, Romeinse kaarsen, vuurpijlen en
fonteinen, die brandden met een parelmoerachtig fosforescerend licht of in
heldere sterren met alle kleuren van de regenboog en, als ze op de grond
terechtkwamen, veranderden in ontelbare veelkleurige strooibiljetten met een
volledige aflaat voor alle zonden uit verleden en heden en toekomst. Het
gejuich van het volk was mateloos.
Maar sommigen beweerden dat ze gezien hadden dat die
aflaatbiljetten onder hun ogen veranderden in afschuwelijke padden en slangen.
Toch was de grote meerderheid buitenzinnig geweest en de volksfeesten hadden
nog enige dagen aangehouden, waarbij de nieuwe paus en wonderdoener zulke
ongelooflijke dingen verricht had, dat het volstrekt zinloos zou zijn ze
allemaal te willen vertellen.
In de onherbergzame heuvels van Jericho brachten de ware
christenen intussen hun tijd door met vasten en bidden. Op de avond van de
vierde dag ging professor Pauli, tegen het vallen van de nacht, met negen
metgezellen op ezels en met een kar naar Jeruzalem. Langs zijwegen reden ze om
Haram-esh-Sjerif heen, kwamen weer langs Kharet-en-Nasara en bereikten de
ingang van de Opstandingstempel, waar de lichamen van paus Petrus en de starets
Johannes op de grond lagen.
De straat was geheel verlaten, want de hele stad had zich
naar Haram-esh-Sjerif begeven. De soldaten van de wacht lagen in een diepe
slaap. De lichamen verkeerden niet in ontbinding en waren ook niet koud. De
professor en zijn metgezellen legden de lichamen op een draagbaar, bedekten ze
met mantels die ze meegenomen hadden en verlieten de stad langs dezelfde
omwegen.
Toen ze teruggekeerd waren te midden van hun eigen mensen
en ze de draagbaren op de grond gezet hadden, keerden de levensgeesten terug in
de beide lichamen. Ze bewogen en probeerden zich te ontdoen van de mantels
waarin ze gewikkeld waren. Onder vreugdekreten hielpen ze hen allemaal daarmee
en weldra stonden de twee uit de dood op opgestanenen weer gezond en
ongedeerd voor hen.
Als eerste sprak de oude starets Johannes:
"Kijk, mijn kinderen, wij hebben jullie dus niet
verlaten. En luister nu wat ik jullie ga zeggen: de tijd is gekomen om het
laatste gebod van de Christus aan zijn leerlingen te vervullen: dat ze één
zouden zijn, zoals hij en zijn vader één zijn. En laten we nu, kinderen, ter
wille van die christelijke eenheid onze beminde broeder Petrus eer bewijzen.
Moge hij voortaan de schapen van de Christus hoeden. Kom, broeders," en
hij omhelsde Petrus.
Toen trad ook professor Pauli op de paus toe en zei: "U
bent Petrus! Nu is het duidelijk bewezen en er is geen twijfel mogelijk."
Krachtig pakte hij met zijn rechterhand de hand van de paus vast en reikte de
starets Johannes zijn linkerhand, met de woorden: "Nu Vadertje, nu zijn we
EEN in Christus."
Zo voltrok zich hier in een donkere nacht op een eenzame
hoogte de eenwording van de kerken. Maar opeens werd de nachtelijke duisternis
verlicht door een stralend licht en verscheen er aan de hemel een indrukwekkend
teken: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een
krans van twaalf sterren op haar hoofd (Openb. 12:1). De verschijning bleef
enige tijd op dezelfde plaats staan en bewoog zich daarna langzaam zuidwaarts.
De paus verhief zijn staf en riep uit: "Ziedaar onze banier! laten wij
haar volgen." En omstuwd door een menigte christenen liep hij samen met
beide oudsten in de richting van de verschijning, naar de berg Gods, naar de
Sinaï.... .
Nadat de vertegenwoordigers van het christendom en hun
geestelijk leiders zich teruggetrokken hadden in de Arabische woestijn, waar
zich een grote menigte echte zoekers naar de waarheid bij hen voegde, kostte
het de nieuwe paus Apollonius geen enkele moeite om met zijn wonderen en
toverkunsten alle oppervlakkige christenen te verleiden, die in hem nog niet de
Antichrist herkend hadden. Hij verklaarde dat hij de poorten geopend hadden
tussen deze wereld en gene zijde en contact tussen levenden en doden en mensen
en demonen werd daarna daadwerkelijk een alledaags verschijnsel. Weldra
ontwikkelde zich daaruit nieuwe ongekende vormen van mystiek en duivelverering.
Maar op het moment waarop de keizer dacht dat zijn positie
een degelijke religieuze onderbouwing had gekregen en hij zichzelf,
gehoorgevend aan de aandringende influisteringen van die geheimzinnige
'vaderlijke' stem, uitgeroepen had tot de enige ware belichaming van de
opperste wereldgodheid, werd hij getroffen door een, door niemand verwachte,
ramp: de joden kwamen in opstand.
Dat volk, dat inmiddels dertig miljoen mensen telde, was
niet helemaal onschuldig aan de opkomst en het succes van de supermens. Toen
hij in Jeruzalem zijn residentie gevestigd had, had hij heimelijk onder de
joden het gerucht laten verspreiden dat zijn uiteindelijke doel was de
wereldheerschappij van de Israël te vestigen. De joden hadden hem daarop als
hun Messias erkend en hun geestdriftige toewijding kende geen grenzen.
En nu kwamen ze in opstand met kreten van woede en wraak.
Het lijdt geen twijfel dat die verandering voorzien was in de Schriften en
overlevering, maar de monnik Pansophe heeft het misschien te naïef en
realistisch voorgesteld. Hij schrijft dat de joden, die geloofden dat de keizer
een volbloed en trouwe Israëliet was, er toevallig achtergekomen waren dat hij
niet besneden was. Diezelfde dag nog kwam heel Jeruzalem en de dag daarop heel
Palestina in opstand. De mateloze en vurige toewijding aan de redder van
Israël, aan de lang verwachte Messias, sloeg om in een even mateloze en vurige
haat tegenover deze sluwe bedrieger en schaamteloze parvenu.
Het jodendom verhief zich als één man en zijn vijanden
zagen tot hun verbijstering dat de ziel van Israël uiteindelijk niet bepaald
werd door berekening en begeerten van de Mammon, maar door een oprecht hart,
door de vurige hoop van zijn geloof in de komst van de Messias.
De keizer, die een zo plotselinge uitbarsting niet verwacht
had, verloor zijn zelfbeheersing en vaardigde een bevel uit waarin hij alle
opstandige joden en christenen ter dood veroordeelde. Duizenden en zelfs
tienduizenden mensen, die geen tijd hadden om naar de wapens te grijpen, werden
meedogenloos afgeslacht. Maar korte tijd later maakte een joods leger van een
miljoen strijders zich meester van Jeruzalem en sloot de keizer in op de vlakte
van Haram-esh-Sjerif. Hij beschikte slechts over een deel van zijn
garderegiment, dat niet opgewassen was tegen de vijand. Met behulp van de
magische kunsten van zijn paus, slaagde de keizer erin de gelederen van zijn
belegeraars te doorbreken en werd kort daarna gezien in Syrië aan het hoofd van
een onmetelijk leger van verschillende heidense volken. Ondanks hun povere
uitzicht op een overwinning trokken de joden hem vastberaden tegemoet. Maar
nauwelijks waren de voorhoeden van beide legers op elkaar gestuit toen zich een
aardbeving voordeed van een ongekende hevigheid.
Vanonder de Dode Zee, aan de oevers waarvan het leger van
de keizer haar kampement opgeslagen had, rees een enorme vulkaan op en uit de
krater stroomden gloeiende lavastromen omlaag en verzwolgen de keizer, zijn
ontelbare bataljons en zijn onafscheidelijke metgezel, paus Apollonius, die
niets meer vermocht met zijn toverkunsten. Intussen riepen de joden in angst en
beven de God van Israël aan en vluchtten naar Jeruzalem.
Toen de heilige stad in zich kwam, scheurde de hemel van
Oost naar West vaneen door een felle bliksemschicht en zagen ze de Christus,
gehuld in een koninklijk gewaad en met de wonden van de spijkers in zijn
handen, naar hen neerdalen. En tezelfdertijd trok de menigte christenen, onder
leiding van Petrus, Johannes en professor Pauli vanuit de Sinaï naar Sion,
terwijl van alle kanten andere groepen begeesterden toestroomden. Het waren de
joden en christenen die de Antichrist had laten afslachten. Ze waren herrezen
om samen met de Christus deel te nemen aan het duizendjarig rijk.
Hiermee wilde de monnik Pansophe zijn verhaal beëindigen,
een verhaal dat niet ging over de wereldwijde catastrofe van het einde van de
wereld, maar alleen over de ontknoping van de historische ontwikkeling,
namelijk de verschijning, verheerlijking en ondergang van de Antichrist.
Over de paasboodschap van de paus. Het is de huidige paus
Franciscus dat hier bedoeld wordt. Het zal een speech zijn dat hij in zijn
handen geduwd kreeg door zijn organisatie. Laat het mij zo uitdrukken: ik vond
de speech goed, maar degene die het zegt, paus Franciscus, zal er wel geen zier
van menen. - Claudia