De grootte en het aantal stadiën van alle uitverkorenen bij
elkaar genomen, werden gelijk bevonden aan de maat van onze heiligste Maria, en
hun lengte, breedte en hoogte was niet groter dan de hare. Want Zij, die de Moeder
van God Zelf en de Koningin en Meesteres van alle schepselen zou zijn, was
gelijk aan hen, verenigd in één machtig leger. In Haar alleen was meer vervat
dan in heel de rest van de schepping.
De muur van de stad was honderdvierenveertig el hoog, gemeten naar
onze maat, die de engel ook gebruikte.
Deze hoogtemaat is een aanwijzing voor de zekerheid gelegen
in de giften en genaden, welke de Almachtige aan de heiligste Maria schonk als
passend bij Haar waardigheid en heiligheid. De hoogte was 100, 40 en 4 ellen,
ongelijke aantallen, die slaan op drie muren: een hoge, een middelmatige en een
kleine muur, overeenkomstig met de verschillende werkzaamheden van de Koningin
des Hemels, in grote, meer gewone en onbeduidende zaken. Niet dat er in Haar
ook maar iets onbeduidend zou zijn maar omdat de zaken waarop Haar activiteiten
zich richtten, van verschillende aard waren, waren Haar werkzaamheden daaraan
aangepast. Enige daarvan waren wonderdadig en bovennatuurlijk, andere behoorden
tot het domein van de zedelijke deugden en deze laatste waren uiterlijk of innerlijk.
Al deze activiteiten werden door Haar met een volheid van volmaaktheid
verricht, welke niet toeliet dat er een minder belangrijke zaak om een
belangrijker zaak werd nagelaten of dat er zeer belangrijke zaak zou lijden
onder de veelheid van zaken van minder belang. Zij vervulde al Haar taken met
verheven heiligheid en onder volledige goedkeuring van de Heer zodat Zij naar
de standaard van Haar heiligste Zoon kon gemeten worden zowel in haar
natuurlijk als in Haar bovennatuurlijk leven. Dit was de maat van de Godmens
zelf, die alle mensen en engelen overtrof. Met Hem werd Zij als Zijn Moeder
verheven boven allen, in verhouding tot Haar waardigheid.
De muur was gebouwd van jaspis,
De verscheidenheid van kleuren en tinten, eigen aan de
jaspis-steen, brengen de onuitsprekelijke onderwerping naar voren, waarmee alle
schoonheden, schitteringen en genaden van de grote Koning, bekleed en
doortrokken waren. Want hoewel Zij de waardige Moeder was van Haar Schepper,
gevrijwaard van elke zondensmet en onvolmaaktheid, vertoont Zij zich aan de
mensen als afhankelijk van de gewone wetten, en als het ware daardoor
overschaduwd zoals elke andere dochter van Adam, want Zij onderwierp zich aan
de straffen en noden van ons gewone leven. Niettegenstaande deze jaspismuur,
die schijnbaar de kleurschakeringen van de rest van de geschapen vrouwen
tentoon spreidde, was Zij toch te beschouwen als een onoverwinnelijke
verdediging van de stad.
de stad zelf was van zuiver goud, dat fonkelde als kristal.
Van binnen was zij van zuiver goud, dat fonkelde als
kristal, want noch bij de vorming van de heiligste Maria noch later gedurende
Haar onschuldige leven, liet Zij toe, dat welke smet ook, Haar kristalheldere
ziel zou schaden. Zij wordt zuiver goud, zo zuiver als kristal genoemd, omdat
Zij allerzuiverst was en een afspiegeling van de Godheid.
De grondstenen van de stadsmuur waren vervaardigd van alle soorten
edelgesteente:
Toen de Almachtige de H. Stad van Maria voor Zijn woonst
had gekozen en Zij van alle dingen buiten God de meest aangepaste bleek, was
het zeker dat Hij de fundamenten van de muren vanuit de schatten van Zijn
Godheid en vanuit de verdiensten van Zijn heiligste Zoon, zou versieren met
allerlei soorten edelstenen.
·
De zielskracht en vastberadenheid van Maria,
gesymboliseerd door de muren,
·
De schoonheid en pracht van Haar heiligheid en
genaden, aangegeven door de edelstenen,
·
Haar wonderdadige Ontvangenis, gesymboliseerd
door de fundamenten.
Allen waren zij door God nauwkeurig tegen elkaar afgewogen,
ook met het oog dat God er door zijn liefde in zou wonen, en dat Hij zijn
menselijke natuur van de maagdelijke schoot van Maria zou aannemen.
de eerste van jaspis,

Deze edelsteen geeft een verscheidenheid van kleuren en
duurzaamheid en geeft de standvastigheid en de zielskracht aan die vanaf het
ogenblik van Haar Ontvangenis in deze grote Vrouwe waren gestort opdat Zij
gedurende Haar levensloop zou voortgaan alle deugden met onoverwinnelijke
grootmoedigheid en trouw te beoefenen. Deze gave van sterkte sloot een
bijzonder oppermacht in om satan te bedwingen, te onderwerpen en te overwinnen,
en eveneens om alle duivels een onuitsprekelijke angst in te boezemen. Daarom
snellen zij van Haar weg en vrezen zij Haar reeds van ver. Zij worden in Haar
tegenwoordigheid door angst bevangen. Zij kunnen niet in de nabijheid van de
heiligste Maria komen zonder dat zij folterende pijnen lijden. Zo vrijgevig was
de goddelijke Voorzienigheid voor Haar geweest, dat Zij niet alleen was
vrijgesteld van de gewone wetten van de kinderen van Adam, maar ook bevrijd was
van de erfzonde en van afhankelijkheid van de duivel, die daarmee gepaard gaat.
God behoedde Haar niet alleen voor deze kwade zaken maar
gaf Haar eveneens oppermacht over de duivel, iets wat alle mensen tegelijk met
hun onschuld verloren hebben. Meer zelfs, als de Moeder van de Zoon van de
eeuwige Vader, die Zij in Haar schoot zou dragen met het doel een einde te
maken aan de kwade macht van de vijanden, was Zij bekleed met daadwerkelijk
gezag, afkomstig van God zelf, waardoor deze Meesteres de duivels onderwierp en
hen herhaaldelijk naar de hel terugzond.
de tweede van saffier,

De kleuren symboliseren de rust en de kalmte van de gaven
en genaden van de heiligste Maria, welke Haar in staat stellen een
onveranderlijke, Hemelse en serene vrede te genieten, vrij van elke verwarring
en vanaf het moment van Haar Ontvangenis, verlicht door visioenen van de
Godheid. Door Haar onveranderlijkheid in haar deugden en goddelijke
eigenschappen, maakte Zij zich waardig om God te zien. Gedurende haar
pelgrimstocht op aarde werd Zij menigmaal begunstigd met een ongesluierd en
helder visioen van God. Door dit unieke voorrecht begiftigde de Almachtige Haar
met de macht, rust en gemoedsvreugde om ze te geven aan hen die Haar om
tussenkomst vragen. Laat daarom alle gelovigen, die geschokt zijn door angsten
over hun zonden, tot Haar bidden, en zo van Haar deze gave van vrede ontvangen.
de derde van chalcedoon,

Deze edelsteen ontving zijn naam van het land waar hij
gevonden wordt. Hij heeft de kleur van een robijn. Deze steen wijst op de
heiligheid en de kracht van de naam van Maria. Haar naam betekent in het
latijn: de wereldzeeën. Zij was de oceaan van genaden en gaven van de
Godheid. Zij kwam in de wereld in Haar Onbevlekte Ontvangenis en overstroomde
Haar met deze gaven, veegde de boosaardigheid van de zonde en haar gevolgen
weg, en verlichtte de duisternis van de kloof met het licht van Haar geest en
de helderheid van Haar Hemelse wijsheid.
De Allerhoogste heeft aan Haar naam de macht gegeven om de
ketterijen, heidendom, afgoderij en alle onzekerheden in zaken die het
Katholieke geloof aangaan, te verstrooien. Als de ongelovigen zich tot dit
licht zouden willen wenden door de aanroeping van Haar naam MARIA, zou hun
inzicht spoedig de duisternis verdrijven, hun dwalingen zouden als het ware in
een zee verdrinken, door de macht die Haar door de Allerhoogste werd gegeven.
de vierde van smaragd,

Deze edelsteen symboliseert de genaden van de heiligste Maria
in Haar Ontvangenis, omdat Zij zo beminnelijk en vol gratie is, voor de ogen
van God en Zijn schepsels. Zij bewaarde in Zich, alle sterkte van heiligheid en
giften die Hij Haar toen heeft gegeven. Zij heeft geen enkel vergrijp tegen
Gods naam en gedachtenis gepleegd. In overeenstemming hiermee schonk de
Allerhoogste Haar het voorrecht ook in allen, die Haar willen volgen, een
gelijke standvastigheid te leggen, en voor hen volharding en trouw in de
vriendschap van God en in de praktijk van deugden te verwerven.
de vijfde van sardonyx,

Deze steen is doorschijnend, maar lijkt vleeskleurig en
heeft 3 verschillende tinten: donker vanonder, witachtig in het midden en
paarlemoer vanboven. Deze edelsteen wees op de nauwe relatie tussen de Moeder
en de Zoon, die Zij zou voortbrengen.
* De donkere kleur wijst op het lagere en aardse deel van
het lichaam van Maria, verduisterd door versterving en arbeid, gedurende Haar
verblijf op aarde en ook op de menselijkheid van haar Zoon, verduisterd door
onze schuld, welke Hij op Zich heeft genomen.
* Het witte deel wijst op de zuiverheid van de ziel van Maria,
de Maagd, en van Christus. De vleeskleur getuigt in Hem van de hypostatische
vereniging, volledige natuur van God en volledige natuur van mens, en in Maria
aan Haar deel in de liefde van Haar Zoon en Haar deel in alle glans van de
Godheid. Zij geniet daardoor de macht om voor haar smekelingen de juiste
toepassing van de overdadige verdiensten die voortvloeien uit de Menswording en
de Verlossing te verkrijgen, en daarbij een bijzondere godsvrucht voor de
geheimen en het leven van Christus, Onze Heer, door Zijn verdiensten.
de zesde van karneool (kornalijn),

Deze steen flikkert als een
heldere vuurvlam, is hij het symbool van de vlam der goddelijke liefde, die
voortdurend brandt in Maria zonder te verminderen of uit te doven. Van het
eerste moment van Haar Ontvangenis, dat tijd en plaats bepaalde voor het begin
van Haar liefde, begon deze te groeien en nu heeft Zij de hoogste verheffing
bereikt, en deze liefdesvlam brandt nog steeds en zal door alle eeuwen heen
toenemen in helderheid. Hierin ligt Haar voorrecht om ieder die het vraagt in
Haar Naam, de invloed, de liefde en de giften van de H. Geest uit te reiken.
de zevende van chrysoliet,

Hij symboliseert de vurige liefde van Maria voor de
strijdende Kerk (op aarde), haar bedienaren en in het bijzonder voor het nieuwe
verbond. Deze liefde laaide hoog op in de nacht van de dood van Haar Zoon,
evenals in de aanvang van evangelisatie toen Zij een onderwijstaak had, en Zij
vurig bad voor de totstandkoming van de Kerk en de Sacramenten. In die tijden
werkte Zij door Haar brandende liefde, mee aan de redding van het hele
menselijk ras. Zij was vanaf het moment van Haar Ontvangenis begiftigd met deze
liefde, om de Helpster van Christus te kunnen zijn. Dit geeft Haar het
voorrecht, voor hen die Haar aanroepen, de genade van een goede gesteldheid voor de vruchtbare ontvangst van de
Sacramenten van de H. Kerk te verkrijgen, en om de hinderpalen die een goede
uitwerking ervan in de weg staan, op te ruimen.
de achtste van beryl,

Deze steen heeft een groene en een gele kleur, maar het
groen overweegt. De edelsteen stelt het onwankelbare geloof en de hoop voor,
die aan Maria bij Haar Ontvangenis werden gegeven. Deze deugden maakten het
Haar mogelijk om zeer zware en verheven werken uit te voeren zoals Zij dan ook
deed voor de glorie van Haar Schepper. Door de kracht van deze gave van nooit
ophoudende hulp aan de Heer, werd Zij in staat gesteld Haar dienaren kracht en
geduld te schenken bij al hun beproevingen en moeilijkheden, in alles wat Zijn
ondernam.
de negende van topaas,

Deze edelsteen symboliseert de maagdelijkheid van Maria, en
Haar Moederschap van het mensgeworden Woord. Deze twee voorrechten werden door
Haar, gedurende Haar hele leven van onschatbare waarde geacht, en Zij was daar
dankbaar voor. Op het moment van Haar Ontvangenis vroeg Zij de Allerhoogste de
deugd van zuiverheid, en Zij beloofde de naleving ervan voor de rest van Haar
aardse leven. Zij werd dat de Heer Haar tot Leermeesteres en Gids van alle
maagden en hen, die de zuiverheid liefhebben, had gemaakt, en dat door Haar
voorspraak Zij deze deugden en de volharding daarin, voor al de haar
toegewijden, kon verkrijgen.
de tiende van chrysopraas,

Deze edelsteen symboliseerde het onwrikbare vertrouwen, dat
was ingeplant in het hart van Maria bij Haar Ontvangenis en de liefde, waarmee
dit vertrouwen doortrokken en versierd was. Het Hart van onze Koningin was
vervuld met een onwankelbaar vertrouwen, zodat Zij de rest van het mensdom
steeds inspireert met een zo groot vertrouwen. De standvastigheid van dit
vertrouwen was verankerd in Haar krachtig karakter gedurende alle zware en moeilijke
taken, welke Zij gedurende Haar heiligste leven uitvoerde, in het bijzonder bij
het Lijden en de Dood van Haar Zoon. Met deze deugd werd Haar de krachtigste
voorspraak gegeven, zodat Zij dezelfde krachtige hoop voor al Haar volgelingen
zou kunnen verkrijgen.
de elfde van hyacint,

Hier wordt de liefde van Maria voor de verlossing van het
menselijk ras geopenbaard. Deze liefde werd Haar ingestort bij Haar
Ontvangenis, vooruitlopend op de verdiensten, door de dood van Haar Zoon, de
Verlosser. Omdat het reddende geneesmiddel voor de schuld en de rechtvaardiging
van alle zielen, zou voortkomen uit de Verlossing, verkreeg Maria door deze
liefde voor de Verlossing, vanaf het eerste moment de kracht om te vragen dat
geen zondaar, hoe groot ook, zou uitgesloten worden van de vruchten van de
Verlossing en van de rechtvaardiging noch zou falen in het bereiken van het
eeuwig leven, indien hij slechts de voorspraak van deze Vrouwe en krachtige
Voorspreekster zou inroepen.
en de twaalfde van ametist.

Deze edelsteen draagt een kracht in zich die aan de
heiligste Maria vanaf het ogenblik van Haar Ontvangenis was verleend tegen heel
het duivelse leger. Het komt gedeeltelijk overeen met jaspis. Deze kracht is zo
groot, dat de duivels zonder enig bevel of enige handeling van Haar een
angstaanjagende en kwellende sterkte van Haar uit voelen gaan zodra zij in Haar
nabijheid komen. Deze kracht werd Haar gegeven als beloning voor Haar
onvergelijkelijke ijver tot verheffing en verdediging van de glorie en de eer
van God. Daarom is het noemen van Haar zoete naam MARIA reeds voldoende om de
kwade geesten uit de mensenlichamen te drijven. Want Haar heilige naam is zo
krachtig, dat alleen al door deze naam te noemen, zij overmand worden en dat
hun sterkte verdwijnt.
|