De Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maria - deel 3
Dit is de allerheiligste Maria, de enige Bruid en Moeder
van de Almachtige, die voor haar Bruidegom en haar Zoon neerdaalt naar de
wereld, getooid en voorbereid als de Bruid van de H. Drie-eenheid. Deze intrede
was gedenkwaardig gemaakt door dusdanige gaven van de Godheid, dat hun pracht
Haar aangenamer maakte dan de zonsopgang, schoner dan de maan, voortreffelijker
en bewonderenswaardiger dan de zon, en Haars gelijke niet had in het
geschapene. Zij kwam, heldhaftiger en krachtiger dan het hemelse heir van
engelen en heiligen. Zij daalde neer, getooid en voorbereid door God, die Haar
alles gaf, wat Hij wenste te geven, en wat Hij kon geven, en Hij kon alles
geven, wat niet wezenlijk Goddelijk was, namelijk alles wat de Godheid het
meest benaderde en het verst verwijderd was van enige smet van een schepsel. ( )
Hij heeft Haar uitgerust en voorbereid met de liefde van een Bruidegom, de
zorgzaamheid van een Zoon, net zoals Hij de rijkste en kostbaarste gewaden in
Zijn bezit had en Hij heeft Zijn Moeder en Bruid ermee getooid. Zij is de
Moeder van God, en alles is gegrondvest op het feit, dat Zij onbevlekt was en
vol van genade op het moment van Haar allerzuiverste Ontvangenis. De Koningin
des hemels stelt de schoonheid en luister, die Haar door Haar Zoon en Bruidegom
in haar allerzuiverste Ontvangenis is gegeven, zo op prijs dat Zij verdrietig
is om degenen die Haar met opzet proberen te verlagen op dit punt, terwijl haar
heiligste Zoon zich juist verwaardigd had, Haar op deze wijze getooid en
gesierd, aan de wereld te tonen, tot Zijn glorie en voor de aanmoediging van de
stervelingen.
Toen hoorde ik een machtige stem die riep van de troon: Zie hier
Gods woning onder de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn,
en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn.
De stem van de Allerhoogste is fors en sterk, zacht en
doeltreffend. Zij kan heel de schepping in beweging brengen en naar Hem toe
trekken. Zo was ook de stem, die de H. Johannes hoorde klinken van de troon van
de H. Drie-eenheid. Hij was bevoorrecht de woonstede van God tussen de mensen
te zien, dat Hij onder hen leefde, dat hun God was, en dat de mensen Zijn volk
waren. Dit was vervat in de beeltenis van de Heiligste Maria, die van de Hemel
neerdaalde. Nu deze woonstede van God op aarde was gekomen, volgde daaruit, dat
God ook onder de mensen woonde, want Hij leefde en verbleef in deze woonstede,
dit tabernakel. Het is alsof Johannes zegt: de Koning heeft bezit genomen van
zijn hoof, en houdt zijn hof in de wereld, en wel om geen andere reden dan dat
Hij graag op aarde wil verblijven en wonen. En vanuit dit tabernakel kon Hij de
menselijke vorm aannemen, waarin Hij een Man over de mensen zou zijn. Daarin
zou Hij hun God en zij zijn volk zijn, als de erfenis van de Vader en ook voor
Zijn Moeder. Wij waren het erfdeel van de Vader aan Zijn Zoon, niet alleen
omdat in Jezus alle dingen geschapen waren, en omdat alles aan Jezus was
gegeven, maar ook omdat Jezus ons verloste als man, bekleed met onze menselijke
natuur, en ons heeft vrijgekocht als Zijn volk en als de erfenis van de Vader
en ons tot Zij broeders maakte. Wegens Jezus menselijke natuur zijn wij het
wettige erfdeel van de heiligste Maria, want Zij gaf Jezus de vorm van het
menselijk vlees, waardoor Hij ons vrijkocht voor Zichzelf. Maria is als Moeder
en Bruid van de H. Drie-eenheid tevens de Meesteres van heel de schepping, die
Zij achterliet als een erfenis van Haar Eniggeborene. De engel die van de
Koninklijke Troon kwam, zei aan Johannes : Zie het tabernakel van God onder de
mensen, Hij zal met hen verblijven en zij zullen zijn volk zijn. Hij zal hun
Broeder zijn en Hij zal de menselijke vorm aannemen in dit tabernakel Maria,
die u van de Hemel ziet neerdalen door Haar Ontvangenis en vorming. Het
Tabernakel van God in nu bij ons, want het is ons Tabernakel en God wordt één
van ons. Hij zal van dit Tabernakel het leven en bloed ontvangen, die Hij zal
offeren voor ons, om ons tot Zijn volk te maken. Hij zal in ons leven, als in
Zijn woonplaats en verblijf, omdat wij als wij Hem in het H. Sacrament
ontvangen, tot Zijn tabernakel worden. ( )
En Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet
meer zijn; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is
voorbij.
Als gevolg van de Verlossing, zullen de tranen, welke de
zonde uit de ogen van de stervelingen heeft doen vloeien, opdrogen. Voor hen,
die zich op de barmhartigheid van de Allerhoogste werpen, hun heil zoeken in
het Bloed en Verdiensten van Zijn Zoon Jezus, tot de sacramenten naderen, de
schatten van Zijn Kerk niet onbenut laten, en de tussenkomst van Zijn Moeder
afsmeken, zal er geen dood meer zijn, geen leed, geen tranen, omdat de dood
door de zonde en alles wat uit de zonde voortkwam, is afgeschaft en is
opgehouden te bestaan. De blijvende rouw wordt nu overgelaten aan degenen in de
Hel, vanwaar geen bevrijding mogelijk is.
Ondertussen moeten wij de lasten van de arbeid dragen. Zij
zijn vergelijkbaar met de hoogste graad van vreugde, indien ze gedragen worden
met onderwerping, zijn ze van onschatbare waarde. En de rechtvaardigen en
verstandigen zullen in navolging van het voorbeeld van hun Meester en dat van
hun nederige Moeder, moeten leren hoe zij stilzwijgend hun lot kunnen dragen,
gelijk het lam, dat naar de slachtbank wordt geleid. Zij zullen niet meer
klagen als zij opzien naar het afschrikwekkende Kruis, waarop Jezus, hun
hoogste Heer en voorbeeld, werd geslachtofferd om de schade, aangericht door
ons ongeduld en gebrek aan vertrouwen te herstellen. En hoe kunnen
hatelijkheden en liefdeloosheid onder de mensen blijven bestaan nu Christus de
wet van de eeuwige liefde heeft gebracht? Het enig leed dat nog onder de mensen
kan bestaan is het knagen van een slecht geweten, maar als een geneesmiddel
voor dit soort pijn is het zoete medicijn van de menswording van het Woord in
de schoot van de heiligste Maria zodat nu deze pijn aanvaardbaar wordt en de
oorzaak van onze vreugde. Door de komst van het Woord is al wat vroeger was,
voorbij. Geen oude wetten, maar een overvloed van genade die in de nieuwe wet
ligt.
En Hij die op de troon is gezeten, sprak: Zie, Ik maak alles
nieuw.
Al deze nieuwe dingen zouden beginnen met de Menswording
van de Eniggeborene van de Vader en het behoud van de maagdelijkheid van Zijn
Moeder. Als de Moeder van het mensgeworden Woord besmet zou geweest zijn met de
erfzonde zou God niet alle dingen vernieuwd hebben.
En ik hoorde zeggen: Schrijf deze woorden op, ze zijn onfeilbaar
waar. Nog zei Hij tot mij: Het is gebeurd! Ik ben de Alfa en de Omega, de
oorsprong en het einde.
We moeten de uit liefde volbrachte werken in de Menswording
en de Verlossing in onze harten griffen want ze zijn onfeilbare woorden en we
moeten ze altijd indachtig zijn. ( )
Hij heeft de heiligste Maria, vrij van erfzonde in de
wereld gebracht zodat alles wat betrekking heeft op de Menswording al een feit is
geworden. Nu de zuiverste Maria op aarde was, was het onmogelijk dat het
Goddelijk Woord in de Hemel zou blijven en niet naar de aarde zou komen om het
menselijk vlees aan te nemen in de schoot van de Maagd. En Hij geeft ons
nogmaals de verzekering: Ik ben de Alfa en de Omega, de eerste en laatste
letter, het begin en het einde, en omsluit de volmaaktheid van alle dingen.
Want als God met iets begint, dan kan dat alleen zijn om het tot een volmaakt
einde te brengen. Dit zal God dan ook doen door Christus en Maria, waarin Hij
alle genadewerken begint en zal volmaken. In de mens zal God alle schepselen
opheffen en naar Zich toetrekken als naar hun laatste doel en middelpunt,
waarin zij rust zullen vinden.
Wie dorst heeft zal Ik te drinken geven uit de bron van het water
des levens, om niet.
De dorstige zal zomaar Ik te drinken geven uit de bron van
het water des levens. Hij, die overwinnen zal, zal dit alles bezitten. Alles
wat God voor de mensen doet of gedaan heeft is zuiver genade, vrijelijk
verstrekt, zonder enige verplichting tegenover wie dan ook. Zij vloeit vrij en
om niet, voor ieder die haar nadert. En dat niet allen deelgenoot worden van
haar verfrissingen, is niet de fout van de bron, maar van hen die niet willen
naderen, want zij nodigt iedereen uit om te delen in haar vreugdevolle
overvloed. ( )
Wie overwint zal dit alles krijgen, en Ik zal zijn God zijn en hij
mijn zoon.
Bovendien voegt de Heer hier nog aan toe: Ik zal hun God
zijn, en zij zullen Mijn zonen zijn. En indien Hij voor ons een God is, en wij
voor Hem als zonen zijn, is het duidelijk dat wij geschapen zijn om zonen van
God te zijn en als zodanig erfgenamen van al zijn goederen, en als erfgenamen
zijn wij verzekerd van onze erfenis, zoals kinderen zeker zijn van de erfenis
van de ouderlijke bezittingen. Hij is Vader en God tegelijk, oneindig in zijn
eigenschappen en volmaaktheden, wie zal dan in staat zijn de goederen te
schatten die Hij ons aanbiedt door ons zijn zonen te maken? Dit alles is
bestemd voor hen, die overwinnen en zichzelf waarachtige en moedige kinderen
hebben getoond.
Maar de lafhartigen, de trouwelozen, de verdorvenen, de
moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars en alle
leugenaars, hun deel is in de poel die brandt van vuur en zwavel. Dit is de
tweede dood.
Onmetelijk is het getal van de dwazen die de dood
blindelings hebben gekozen, en zo voor zichzelf het pad des levens geblokkeerd
hebben. Velen sluiten opzettelijk hun ogen voor het pad des levens, en laten
toe dat zij gefascineerd en bedrogen worden door de bedrieglijke streken van satan.
Lafhartigen bezwijken onder hun eigen lafheid en deinzen terug voor
moeilijkheden. Trouwelozen of ongelovigen geven niet toe dat er geopenbaarde
waarheden bestaan. Verdorvenen bedrijven elke ondeugd zonder schuldgevoel of
grens en verachten het goede. Moordenaars nemen het recht in eigen hand en
slaan toe en vergelden het onrecht. Hoereerders jagen onzuivere genoegens na en
door hun ongeregeldheden worden ze nooit verzadigd. Tovenaars geloven in de
valse beloften van de draak en worden bedrogen en zo verdorven dat ze ook
anderen bedriegen en verderven. Afgodendienaars denken dat er iets goddelijks
is in de werken van hun handen. Leugenaars geloven meer in leugenachtige
misleidingen dan in de Schepper van waarheid. Niemand heeft zich te beklagen
over de goddelijker rechtvaardigheid en onpartijdigheid omdat Hij onmetelijke
zegeningen en ontelbare barmhartigheden heeft gegeven. Hij daalde van de Hemel
neer om onder de mensen te leven en te sterven en hen te redden door Zijn eigen
Bloed. Hij legde een basis van genaden die vrij en gratis te verkrijgen zijn in
de H. Kerk. Bovendien gaf Hij ons Zijn Moeder en de bron van Haar heiligste
leven, waardoor wij dit kunnen verkrijgen. Mensen kunnen dus niet klagen als
zij de erfenis van het eeuwige leven hebben verspeeld door het najagen van
tijdelijke genoegens in hun sterfelijk leven. Mensen oogsten wat zij gezaaid
hebben. Komen zij in de verschrikkelijke poel van brandende zwavel dan is er
geen verlossing of hoop op leven mogelijk als de tweede dood over hen is
gekomen en deze zal eeuwig duren. De eerste dood is door hun zonde waarin zij
zich met vrije wil begaven. Dit is de dood der genade die door de zonde
veroorzaakt wordt.
Toen kwam een van de engelen met de zeven schalen die gevuld waren
met de zeven laatste plagen, naar mij toe en zei: Kom! Ik zal u de bruid, de
vrouw van het Lam tonen.
De wraak van de toorn van de Almachtige zal in de laatste
dagen van de wereld plaatshebben, maar zij zal een nieuwe straf zijn die groter
zal zijn dan ooit mogelijk was noch mogelijk zal zijn gedurende de sterfelijke
staat van de mensen. Deze engel is degene die God heeft aangewezen met een
bijzondere en verschrikkelijke kastijding, om de beledigingen van Zijn
heiligste Moeder te wreken. De krankzinnige vermetelheid waarmee velen Haar
verguizen, heeft de verontwaardiging van de Almachtige opgewekt. Aangezien de
H. Drie-eenheid Zich verbonden heeft deze Koningin des Hemels te eren en te
verheerlijken boven alle menselijke schepsels en boven de engelen, door Haar in
deze wereld te plaatsen als een Spiegel van de Godheid en als de bijzondere
Middelares voor de mensen, heeft God het op bijzondere wijze op Zich genomen
alle ketterijen, dwalingen, smaad en alle krenkingen die Haar worden aangedaan
te wreken, omdat de mensen Hem niet geëerd, erkend en aanbeden hebben in dit
tabernakel en geen gebruik gemaakt hebben van deze onvergelijkelijke barmhartigheid.
De engel verklaart dat de H. Stad Jeruzalem, die hij aan
Johannes toonde, de met het Lam gehuwde Vrouwe is. De heiligste Maria is de Moeder
en ook de Bruid van het Lam, dat Christus is. De Koningin vervuld op
goddelijke wijze beide functies. Zij is de Vrouwe van de Godheid, de Enige en
onvergelijkbare, door de ongeëvenaarde liefde en het ongeëvenaarde geloof,
waarmee het huwelijk was aangegaan en vervuld werd; en Zij was de Moeder van dezelfde
Mensgeworden Heer, die Hem zijn menselijke substantie en het vlees had gegeven,
Hem gevoed had, en Hem in Zijn menselijk wezen, dat Hij van Haar verkregen had,
had grootgebracht.
En hij bracht mij in de geest op een zeer hoge berg en toonde mij
de heilige stad, Jeruzalem, terwijl zij van God uit de hemel neerdaalde, stralend
van de heerlijkheid Gods:
Maria was opgebouwd en gevormd in de Hemel niet op aarde,
waar Zij slechts een pelgrim en een vreemde was en al de gewone aardse
materie werd bij deze opbouw uitgesloten. Want hoewel de materie van Haar wezen
van de aarde afkomstig was, werd het op hetzelfde moment hoog verheven in
hemelse volmaaktheid. De heiligste Ziel van Maria was begunstigd met een deelhebbing
aan de Godheid en aan de eigenschappen en volmaaktheden daarvan. God alleen kan
Haar afkomst van Hem en Haar verwantschap aan Hem welke Hij met Maria aanging
door Haar giften een overeenkomst met Zijn oneindige grootheid en Goddelijkheid
te geven naar waarde te schatten.
zij schitterde als het kostbaarste gesteente, als kristalklare
jaspis.
De jaspis straalt en schittert in kleuren van vele
schakeringen, terwijl het kristal zijn klare en heldere doorschijnendheid
heeft. Als zij gecombineerd worden geven ze een zeldzame en wondermooie
kleurenmengeling. De zuiverste Maria werd bij Haar vorming begiftigd met de
schakeringen van deugden en volmaaktheden, die de hand van God zelf uitzocht en
in Haar ziel vlocht. Deze genaden en volmaaktheden maakten Haar ziel tot een
zuiverste kristal, zonder smet of zondenschuld. In Haar zuiverheid en
doorschijnendheid straalde Zij de stralen van de Godheid uit, net als kristal,
dat door de zon wordt beschenen, de zonnestralen lijkt op te zuigen en terug af
te geven en uit te zenden alsof het zelf de zon was. Maar deze edelsteen
schittert ook in veelkleurige tinten omdat Zij een Dochter is van Adam, en slechts
een schepsel, en alle pracht van de Godheid, welke in Haar is, slechts een
deelhebbing is. Hoewel het een goddelijk licht gelikt, is het toch geen deel
van Haar natuur, maar geschonken door Haar genade. Zij is waarlijk een
schepsel, gemaakt en geschapen door Gods eigen hand, maar op een wijze, welke
Zijn Moeder waardig was.
De stad was omringd door een grote hoge muur met twaalf poorten
De H. Drie-eenheid maakte een soort overeenkomst, een soort
verdrag met deze Vrouwe, zonder dit echter helemaal aan Haar kenbaar te maken. Zij
spraken : Het is passend voor de waardigheid van onze Bruid en de Moeder van
het Woord, dat Zij wordt gegrondvest als de Koningin en Meesteres van de hele
schepping. Behalve de giften en rijkdommen van de Godheid, die Wij Haar
schenken, is het eveneens passend, dat Zij
het recht uitoefent de schatten van onze barmhartigheid te verspreiden zodat
Zij helemaal naar Haar wens de genaden en gunsten aan de mensen kan geven,
in het bijzonder aan degenen, die Haar aanroepen als Haar kinderen en
smekelingen, opdat de behoeftigen verrijkt, de zondaars bevrijd en de
rechtvaardigen verheven worden, en Zij een algemeen toevluchtsoord voor allen
wordt. En opdat ieder die Haar als hun Koningin en Meesteres en de
Schatbewaarster van onze rijkdommen erkent, geven Wij Haar de sleutels van onze
Wil en ons Hart van waaruit al onze schatten worden uitgedeeld. Zij zal in alle
dingen de Uitvoerster zijn van onze goede Wil tegenover de schepselen.
Bovendien geven Wij aan Haar de heerschappij en macht over de draak onze vijand
en al zijn vazallen. Laten deze Haar aanwezigheid en Haar Naam vrezen en laat
daarin hun bedrog verpletterd en vernietigd worden. Laten alle mensen, die naar
deze Stede der Toevlucht (Maria) snellen, daarin een sterke bescherming vinden,
en bevrijd worden van alle vrees voor de duivels en hun valstrikken. Zonder de
ziel van de heiligste Maria helemaal in te lichten, gaf de Heer Haar in dit
eerste moment aanwijzingen om met grote liefde te bidden en tot voorspraak te zijn voor alle zielen,
voor hen aan te dringen op het verkrijgen van eeuwig leven, en in het bijzonder
voor degenen die zich in de loop van hun leven onder Haar zorgen zouden
stellen.
De H. Drie-eenheid deelde Haar mee, dat Haar nooit iets
geweigerd zou worden door het allerrechtvaardigste tribunaal; dat Zij de duivel
bevelen zou kunnen geven, en hem ver zou kunnen houden van de zielen, omdat Zij
de arm van de Almachtige tot Haar beschikking zou hebben. De reden was dat
Zij de Moeder zou zijn van het Woord. Zij als Stad zou een zekerheid bieden
tegen de vijanden. De macht van de zuiverste Maria over de duivel en Haar macht
om de zielen naar hun heil te brengen is zo groot, dat Zij alleen voor Gods
macht moet onderdoen.
De twaalf poorten zijn de toegang tot deze H. Stad en is
vrij voor alle volkeren en geslachten en sluit niemand uit en nodigt allen uit
om binnen te gaan. Niemand is verstoken van de tussenkomst van deze Koningin
van barmhartigheid bij het verkrijgen van gaven, genaden en van eeuwige glorie
van de Allerhoogste.
en aan de poorten stonden twaalf engelen;
Deze 12 engelen zijn degenen die waren uitverkoren als
engelbewaarders van de Moeder van het mensgeworden Woord. De diensten van deze
12 engelen bestonden naast het bewijzen van diensten aan hun Koningin, in de hulpverlening
aan en verdediging van de zielen, die oprecht de hulp van Maria inroepen en
zichzelf onderscheiden in godsvrucht, verering en liefde tot Haar. Zij zendt de
hen uit met goede ingevingen en gunsten beladen om hen, die Haar aanroepen en
Haar zijn toegewijd, voor de gevaren naar lichaam en ziel te vrijwaren.
Wiens namen waren daarop gegrift, de namen van de twaalf stammen
van Israël.
De heiligste Maria is de Middelares en de poort voor alle uitverkorenen, het volk Gods. Dit
voorrecht is passend voor Haar omdat Zij de Moeder van Christus is in
vereniging met Haar heiligste Zoon en het lichaam dat voor ons zou lijden om
ons te verlossen. Vanwege de nauwe verbinding die bestond tussen Haar en Zijn
vlees en bloed, stierf en leed Zij, in zekere zin in Christus. Zij vergezelde
Jezus uit eigen vrije wil in Zijn Lijden en Dood, en leed met Hem, in
overeenstemming met Haar krachten in Hemelse onderworpenheid en sterkte. En omdat Zij meewerkte in Zijn Lijden en
Zich als slachtoffer voor het menselijk ras opofferde, zo liet dezelfde Heer
Haar ook delen in zijn waardigheid als Verlosser, en stelde de vruchten en
verdiensten van de Verlossing onder Haar hoede om ze door Haar handen aan de
verlosten uit te doen delen.
Er waren drie poorten op het oosten, drie op het noorden, drie op
het zuiden en drie op het westen.
De poorten zijn gericht naar de vier windstreken en nodigen
alle mensen uit tot Hem te naderen, die de Schepper is van allen, tot Hem, de
Vader, de Zoon en de H. Geest. Elk van de drie Personen verlangt en beslist,
dat de heiligste Maria in het bezit zal zijn van de poorten, waar de mensen
komen aandringen en vragen om de goddelijke schatten. Hoewel er slechts 1 God
is in 3 Personen, staat ieder van Hen toe dat er ongehinderde toegang is tot
deze zuiverste Koningin, opdat Zij voor het tribunaal van het onveranderlijke
en drie-ene Wezen, God, tot voorspraak kan zijn, pleiten, giften en genaden kan
ontvangen voor hen die Haar zoeken en Haar vereren in deze wereld. ( )
Het is duidelijk wanneer iemand niet naar binnen gaat, dat
het niet de poorten zijn, die de mens weerhouden maar dat hijzelf wacht met het
zoeken naar toevlucht en deze toevlucht niet wenst. Als de schatten van de
Hemel in handen zijn van onze Moeder en Vrouwe, als Zij steeds doorgaat met ons
te roepen en door Haar engelen bij ons laat aandringen, als zij meerdere
poorten naar de Hemel wijd open zet, hoe komt het dan dat er zo weinigen
binnengaan, en zoveel mensen buiten blijven?
En de stadsmuur had twaalf grondstenen en daarop de twaalf namen
van de twaalf apostelen van het Lam.
De sterke fundamenten, waarop God de heilige Stad van
Maria, Zijn Moeder, bouwde, zijn Haar deugden zoals deze geleid en afgemeten
waren door de H. Geest. Hij somde er 12 op, overeenkomende met de namen van de
Apostelen om te laten zien, dat de Stad was gefundeerd op de heiligheid van de
Apostelen, die de leiders zijn onder de Heiligen. De heiligheid en wijsheid van
Maria fundeerde na de Dood en Hemelvaart van Christus, de Apostelen. Hoewel Zij
steeds hun Leermeesteres en Voorbeeld was geweest, was Zij in die tijden,
helemaal alleen, de voornaamste steun van de primitieve Kerk. Zij worden de 12
fundamenten van de Stad Gods genoemd omdat Zij vanaf het moment van Haar
Onbevlekte Ontvangenis door de nodige deugden en genaden voor deze taak was
voorbestemd en gereed gemaakt.
En hij die met mij sprak, had een riet, een gouden meetstok, en hij
mat de stad en haar poorten en haar muur. De stad was gebouwd als een
vierkant, even lang als breed.
Hier spreekt Johannes over de grote waardigheid, genaden,
giften en verdiensten, welke in de Moeder van Gods zijn verenigd. Ze waren
perfect in proportie. De mate aan waardigheid, de verdiensten en de genaden van
de heiligste Maria waren niets anders dan de menselijkheid van haar heiligste
Zoon, verbonden met het goddelijk Woord. Johannes noemt de menselijkheid een
riet, omdat Christus de broosheid van onze zwakke en vleselijke natuur aannam
en van goud vanwege Zijn Godheid. In overeenstemming met de waardigheid van de
Godmens, Christus, en in overeenstemming met de gaven en verdiensten van de
mensgeworden God, werd ook Zijn heiligste Moeder gemeten. Hij was het, die Haar
mat, met Zichzelf als maatstaf, en Zij scheen daardoor in haar taak als Moeder,
een afstraling van Zijn waardigheid te verkrijgen. In de lengte van haar giften
en genaden, in de breedte van haar verdiensten. In alle dingen kon geen
tegenstrijdigheid worden gevonden.
Zij kon in absolute zin niet gelijk zijn aan Haar heiligste
Zoon, want Christus was God en mens terwijl Zij slechts een schepsel was zodat
de maatstaf het gemetene oneindig overtrof, maar toch was de zuiverste Maria
gevormd naar een bepaalde gelijkheid van proportie met Haar goddelijke Zoon.
Juist zoals er niets aan Hem ontbrak, dat toekwam aan Zijn waardigheid van ware
Zoon van God, zo ontbrak er niets aan wat Haar toekwam als Moeder van God. Zij
hadden beiden gelijke hoeveelheden waardigheid, genaden, giften en verdiensten.
Er was in Christus geen geschapen genade, die in verhouding niet in de
zuiverste Maria terug te vinden was.
Hij mat met zijn meetstok haar zijden: twaalfduizend stadiën;
lengte, breedte en ook hoogte waren gelijk.
Dit meten in stadiën, evenals het getal 12000, dat gevonden
werd als maat van de Koningin bij haar Ontvangenis, verberg zeer verheven
geheimen. Johannes noemt de volmaakte maat, waarmee de grote heiligheid van de
uitverkorenen wordt gemeten, een stadie, daarbij bedoelt hij de genaden en
giften, welke God in Zijn eeuwige voorkennis door Zijn mensgeworden Zoon,
besloot te geven, en welke Hij van tevoren met oneindige onpartijdigheid en
barmhartigheid daartoe bestemd had. Door middel van deze stadiën worden alle
Heiligen en de hoogte van hun deugden en verdiensten gemeten.
Ongelukkig degene, die onder de maat blijft en niet door de
Heer met deze maat gemeten kan worden, als Hij hem zal meten. Het getal 12000
wordt gebruikt om daarmee tegelijk alle uitverkorenen en voorbeschikten in te
sluiten, voorafgegaan door de 12 Apostelen, de prinsen van de Katholieke Kerk.
Zij zijn de leiders van de 12 stammen van Israël. Alle uitverkorenen zullen
zich te onderwerpen hebben aan de onderrichtingen van de Apostelen van het Lam.
Uit dit alles kan de grootheid van de heiligste Maria, geschat worden. Want als
wij aannemen, dat de stadie tenminste 125 voetstappen meet, dan moeten de
afmetingen van een stad, welke zich uitstrekt over 12000 stadiën in het
vierkant, wel enorm schijnen.
De onmenselijkheid van de officiele leerstellingen van de Ulema
De
onmenselijkheid van de officiële leerstellingen van de Ulema en de
schandelijke handelingen van het “perfecte voorbeeld” Mohammed in de Hadith :
“Zijn
vrouwen minderwaardig aan mannen in de Islam?”
“Is
Mohammed werkelijk gehuwd geweest met een 6 jarig kind, en heeft hij haar
verkracht op de leeftijd van 9?”
“Worden
de daders van moorden uit ‘eerwraak’ gestraft?”
“Is
de Islam een religie van haat voor niet-Moslims?”
“Heeft
Mohammed geleerd dat vrouwen vreemde mannen moet ‘borstvoeding’ geven?”
“Heeft
hij de moslims instructies gegeven om te liegen tegen de infidels? – om te
liegen tot broeders die het oneens waren? – en mannen om te liegen tegen
hun vrouwen?”
“Staat
de Islam toe dat mannen valse beschuldigingen mogen uiten tegen hun
vrouwen om hen te laten stenigen tot de dood erop volgt?”
“Heeft
Mohammed persoonlijk duizenden krijgsgevangenen afgeslacht, en zes honderd
Joden die geen verdediging hadden onthoofd op 1 dag?”
“Vertelt de Sharia Wet dat de Moslims moeten urine drinken van Islamitische ‘profeten’
om gered te worden?”
“Leeft
Mohammed – de zuivere ‘profeet’ – volgens zijn eigen definitie van een
profeet?”
“Zegent
de Koran moslims die vrij gevangenen verkrachten als ‘seksslaven’?”
“Was
Mohammed eerst correct wanneer hij zei dat zijn bezoeker van de andere
zijde een demon was, of later toen hij ineens beweerde dat zijn bezoeker
de Aartsengel Gabriel was?”
“Is
de militaire ‘heilige oorlog’ tegen alle ‘infidels’ een verplichting voor
alle moslims?”
“Weerlegt
de Islam flagrante tegenspraken in de Koran met een ‘Regel van Opheffing’
wat zegt dat Allah’s onveranderlijke bevelen in zijn perfecte ‘Woord’ vervangbaar
zijn?”
Een vuist tegen iedereen die de democratie en mensenrechten ondermijnt!!!
Een
vuist tegen iedereen die de democratie en mensenrechten ondermijnt – De Tijd
7/4/2018
Staatssecretaris voor Armoedebestrijding en Gelijke Kansen
Zuhal Demir (N-VA) waarschuwt ervoor dat achter een partij als Islam een veel
groter maatschappelijk fenomeen schuilgaat.
In een blog op Facebook haalt Demir zwaar uit naar iedereen
die partijen zoals Islam relativeert. De partij Islam
wekte de voorbije dagen heel wat controverse op met het pleidooi om mannen
en vrouwen op de bus te scheiden.
'We kunnen de alarmklok blijven negeren en
steeds weer op 'snooze' drukken als dergelijk nieuws opduikt, maar het is bijna
te laat', schrijft Demir. 'Maar het openlijk verwerpen van de gelijkheid tussen
man en vrouw en de oprichting van islampartijen die dwepen met de sharia of
buitenlandse dictators, zijn een realiteit.'
Volgens de Limburgse is de partij Islam het ‘topje van de
ijsberg’. 'Het wordt hoog tijd dat we
beseffen dat islam voor
velen niet louter een religieuze belevenis is. Maar een maatschappijvisie die haaks staat op de normen en waarden die
wij hier koesteren.'
'Zolang we dat niet onder ogen zien, zal de ijsberg blijven
groeien. Net als de pieken boven de waterlijn', aldus Demir, die alle politieke
partijen oproept om een vuist te maken tegen iedereen die de
democratie en mensenrechten ondermijnt.
'Het is onze plicht om de democratie en de
mensenrechten te verdedigen. Niet om ze uit te verkopen of er de lieve
vrede mee af te kopen. Dan graaf je je eigen graf. Laat ons integendeel
initiatieven nemen om de democratie te wapenen', zegt ze.
Het christendom staat wereldwijd onder toenemende druk. De
belangrijkste oorzaak (voor ca. 75%-80%) is vervolging, verdrijving en/of ook
uitroeiing door de islam. Het aantal christenen in bijvoorbeeld Irak en Syrië
is dankzij de jihadoorlog van ISIS, Al-Qaeda en andere moslim terreurgroepen
gedecimeerd.
Iedere maand worden er gemiddeld 255 christenen vermoord
vanwege hun geloof, 104 ontvoerd, 180 christelijke vrouwen verkracht, aangerand
of gedwongen tot een huwelijk, 66 kerken aangevallen, en 160 christenen zonder
vorm van proces in de gevangenis gegooid (cijfers: Open Doors). Christenen in
meer dan 60 landen worden door de overheid vervolgd, enkel omdat ze geloven in
het evangelie van Jezus Christus.
Als de islam 100% zijn gang kan blijven gaan, dan zullen op
den duur: (xandernieuws)
* alleenstaande vrouwen zo
snel mogelijk moeten trouwen, als ze niet bij hun ouders of andere familie
willen intrekken. In de islam staat een alleenstaande vrouw namelijk gelijk aan
een prostituee. Verhuurders mogen hen daarom geen woning meer geven. Ook zullen
woongemeenschappen met vrouwen en mannen die geen verwanten van elkaar zijn,
worden verboden;
* ook alleenstaande mannen zo
snel mogelijk moeten trouwen, want ongetrouwde mannen zijn not done in de
islam. Het huwelijk is een (quasi) religieuze plicht;
* homoseksuelen voor
hun gezondheid en leven moeten vrezen, want in veel moslimlanden worden ze in
het openbaar gegeseld, opgehangen of van daken afgegooid. In alle moslimlanden
moeten homos hun geaardheid daarom angstvallig verborgen houden.
* getrouwde vrouwen verplicht
seks met hun man moeten hebben, wanneer die dat maar wil. Verkrachting binnen
het huwelijk bestaat namelijk niet in de islam. Daarnaast mogen mannen vier
vrouwen hebben. Een vrouw behoort haar man in alles trouw en gehoorzaam te
zijn. Een man kan echter heel simpel scheiden van zijn vrouw, en kan ongestraft
naar de hoeren als hij eerst tijdelijk in het huwelijk met hen treedt;
* minderjarige meisjes door
hun ouders gedwongen kunnen worden te trouwen met een volwassen man, en zelfs
met een familielid (meestal een neef). Er zijn imams die vinden dat er zelfs
geen enkele minimumleeftijd is voor een meisje om door een moslimman als vrouw
te worden genomen, zelfs niet als het nog maar peuters zijn. Dit is gebaseerd
op het leven van de profeet, aangezien die trouwde met een meisje van 6, en
dit huwelijk consumeerde toen ze 9 was;
* vrouwen en meisjes die
zich niet kuis kleden en gedragen volgens de islamitische voorschriften,
automatisch als hoer worden gezien en daarom legaal mogen worden aangerand
en/of verkracht, en/of tot prostitutie mogen worden gedwongen, zoals in
bijvoorbeeld Groot Brittannië massaal is gebeurd (en nog steeds gebeurt) door
Pakistaanse bendes. In eigen land is vooral het fenomeen loverboy berucht;
* kinderen geen enkele
rechten meer hebben, want zij zijn bezittingen, vooral van hun vaders, die naar
eigen believen met hun mogen doen wat ze willen. Een kind dient totaal
gehoorzaam te zijn aan zijn vader. Ouders die regelmatig met hun kinderen
spelletjes doen, worden zelf als kinderen beschouwt. Ook een volwassen man
blijft altijd de zoon van zijn vader, en kan enkel via vrouwen en kinderen zijn
eigen autoriteit uitoefenen;
* moeders enkel voor hun
kinderen moeten zorgen. De vader heeft echter alle rechten op hen, ook bij
echtscheidingen. Organisaties die gezinnen helpen, inclusief
kinderdagverblijven en peuterspeelzalen, zijn niet gewenst en worden als
schadelijk gezien;
* hondenbezitters hun
huisdier moeten wegdoen, want die zijn in de islam onrein en mogen niet in huis
worden gelaten. Zwarte honden moeten sowieso worden gedood;
* liefhebbers van een wijntje of
biertje een ander favoriet drankje moeten uitkiezen, want alcohol is in de
islam verboden, inclusief de productie en verkoop ervan. Brouwerijen kunnen
bezoek van de bewapende moslimpolitie verwachten, net als winkels die het toch
wagen flessen met alcoholische drank in de schappen te zetten. In Iran kun je
zelfs de doodstraf krijgen voor het drinken van alcohol. Heineken, Amstel, en
al die andere bekende Nederlandse merken zullen naar elders moeten vertrekken.
Ook parfums op alcoholbasis (bijna allemaal dus) worden taboe;
* alle producten met varkensvlees streng
worden verboden, want een varken is onrein;
* vegetariërs en veganisten het
heel moeilijk krijgen, want volgens de profeet hebben mensen die geen vlees
eten een slecht karakter;
* loterijen en verzekeringen worden
verboden. Daarnaast worden banken verplicht zich aan de islamitische (Sharia)
wetten te houden;
* vrouwelijke artsen, verplegers, rechters,
kappers, masseurs, fysiotherapeuten en ander therapeuten enkel nog vrouwen en
meisjes mogen behandelen;
* psychologen en psychiaters ander
werk zullen moeten zoeken, want in de islam is er geen enkele ruimte voor
introspectie of zelfreflectie, en wordt psychologische hulp als onnodig
beschouwt. In de belevingswereld van moslims hebben zij namelijk altijd gelijk
en zijn zij altijd de goeden, en zijn alle niet-moslims automatisch verkeerd
of de vijand;
* rechters volgens de
islamitische Sharia wetten recht moeten spreken, waarbij moslims altijd
automatisch voorrang krijgen boven niet-moslims, en mannen automatisch boven
vrouwen;
* alle scholen verplicht
worden gescheiden klassen voor jongens en meisjes in te voeren. Gescheiden
zwemuren en zwemlessen zijn er op sommige plaatsen al. Het onderwijs wordt
geheel gecentreerd op en rond de islam en de Koran. Jongens krijgen daarnaast
een militaire training, en moeten om toegelaten te worden tot HBO of
universiteit de Koran uit hun hoofd kennen;
* veel musea moeten sluiten,
want veel beelden, schilderijen en afbeeldingen ook van mensen- zijn in de
islam verboden. Kunstenaars zullen islamitische onderwerpen moeten uitkiezen.
Dans en ballet zijn verboden, muziek wordt sterk beperkt; klassieke componisten
zoals Bach, Beethoven, Mozart en Händel zijn geen deel van de islamitische
cultuur. Muziekinstrumenten en installaties mogen worden vernietigd als ze voor
niet-islamitische muziek worden gebruikt. Sowieso worden bijna alle vormen van
muziek en zang vooral van vrouwen- verboden. De hoogste kunst en muziek in
de islam is het kunnen reciteren van de Koran;
* lezers en schrijvers van
boeken hun onderwerpen en bibliotheken flink uitgedund zien worden, want veel
(Westerse) fictie en romans (vooral science fiction, omdat alleen Allah de
toekomst kent) zijn in de islam verboden. In plaats daarvan wordt het lezen
van de Koran aanbevolen;
- cabaratiers, cartoonisten (net
als alle andere grappenmakers) een ander beroep of andere hobby moeten leren,
want als er iets is wat in de islam vrijwel totaal ontbreekt, is het humor, en
vooral zelfspot. Grappen over de profeet of de islamitische religie zijn
halsmisdaden, en mogen onmiddellijk met de dood worden bestraft;
* zowel vrouwen (hoofddoekje etc.) als mannen
hun kleding flink aan de islamitische gebruiken
moeten aanpassen. Stropdassen worden (alleen al vanwege de kruisvorm) verboden,
en mannen zullen geen kleding met zijde erin mogen dragen;
* alles wat er in een land staat zoals
alle huizen en gebouwen- en beweegt, alle goederen, automatisch aan de moslims
vervallen. Dit gebeurt echter pas zodra ze in de meerderheid zijn en de
regering van een land volledig gaan bepalen;
* geëmancipeerde vrouwen in
de hel belanden. Het is daarom de plicht van de samenleving om alle vrouwen en
meisjes te beschermen tegen emancipatie. Emancipatie in de islam is
zedigheid, en zedigheid is bevrijding, net als alle verboden en
betuttelende regeltjes die de islam aan u als vrouw oplegt. Uw gedwongen
gehoorzaamheid en gevangenschap dienen enkel ter uw bescherming. Ongehoorzame
vrouwen worden niet als vrouwen gezien (en kunnen in veel moslimlanden op zeer
strenge straffen rekenen);
* christenen en kerken worden
gedwongen een onderdanigheidsbelasting aan moslims te betalen. Het
alternatief is verplichte bekering tot de islam, of onderdrukking en vaak ook
slavernij en gevangenschap;
* Joden op zijn best als tweederangs burgers
worden getolereerd, totdat het moment is gekomen waar Allah in de Koran over
spreekt, en alle Joden tot op de laatste man, vrouw en kind moeten worden
uitgeroeid.
Vladimir S. Solovjov - Korte vertelling over de Antichrist
Vladimir Sergejevitsj Solovjov
Vladimir Sergejevitsj Solovjov (1853-1900) was een Russisch
filosoof, schrijver, dichter en mysticus. Door velen wordt hij beschouwd als de
grootste Russische filosoof. Hij was een vriend en vertrouweling van
Dostojevski en de gebroeders Aljosja en Ivan Karamazov uit de gelijknamige
roman zijn grotendeels geboetseerd aan de hand van de gedachtewereld van Solovjov.
Anders dan Dostojevski stond Solovjov welwillend ten opzichte van het
katholicisme en zijn grote droom was de hereniging van de Russische orthodoxe
kerk met de katholieke kerk tot één grote rooms-katholieke kerk, een roomse
heilstaat.
Een jaar voor zijn dood schreef hij dit merkwaardige
apocalyptische en profetische verhaal. Twee jaar daarvoor, in 1897, had de
Zweedse schrijfster Selma Lagerlöf een roman geschreven met de titel De
wonderen van de Antichrist waarin de Antichrist symbool staat voor het
socialisme, maar uiteindelijk verzoent ze christendom en socialisme met
elkaar, wat destijds zeer revolutionair was. Bij Solovjov is daar geen sprake
van en daarom is deze vertelling nog steeds zo in zwang bij de katholieke
orthodoxie. Paus Benedictus XVI (Ratzinger) spreekt in zijn boek Jezus van
Nazareth zeer lovend over Solovjov en zijn rechterhand Kardinaal Biffi
beweerde in 2000 "de Antichrist is onder ons en zijn doel is de
vernietiging van het christendom en de dood van God." Verder dat de
Antichrist op aarde tewerk gaat als een vooraanstaand filantroop, die met zijn
bekommernis om mensenrechten, milieu en streven naar oecumene zijn ware
bedoeling verhult: het einde van de christelijke waarheid en het ophemelen van
de Vader der Leugens. Bovendien dat hij een groot voorstander was van
vegetarisme, pacifisme, milieubescherming en dierenrechten en een overtuigd
spiritualist. Met andere woorden, een wolf in schaapskleren. Daarnaast
waarschuwde hij de katholieken voor vervolging door homoseksuelen en hun
trawanten.
Dat heeft hij dus grotendeels ontleend aan dit verhaal.
Solovjov zou zich omkeren in zijn graf. Maar dat geldt evenzeer voor degenen
die de evangeliën geschreven hebben en zeer in het bijzonder voor de tovenaarsleerling
Paulus, die de klok hebben horen luiden maar niet wisten waar de klepel hing.
Wat ze opgeschreven hebben was zo polyinterpretabel dat er met gemak een
godsdienst van gebrouwen kon worden, die een spoor van ellende in de
geschiedenis van de mensheid heeft getrokken. Als je God personifieert, vraag
je om een Satan. Als je het geweten personifieert in de gedaante van Jezus,
vraag je om een Antichrist.
De Roomse heilstaat die Solovjov voor ogen heeft is even
onverdraagzaam als die van het nieuwe kalifaat, of de kapitalistische,
socialistische of communistische heilstaten en allemaal geconstrueerd door de
elite, deskundigen. Allemaal geleid door mensen die weten wat goed is voor
anderen.
"Niemand dwaalt uitsluitend voor eigen rekening, maar
hij is tevens de veroorzaker en bewerkstelliger van het dwalen van
anderen." Seneca (uit "De Vita Beata"), met andere woorden, als
je het niet zeker weet, kun je beter je mond houden. - De vertaler
Vertelling over de Antichrist
(…) Die bond van de Verenigde Staten van Europa was
opgericht na een reeks binnenlandse twisten en buitenlandse oorlogen, die
samenhingen met de bevrijding van Europa van het Chinese juk en had de kaart
van Europa ingrijpend veranderd. Maar nu werd die bond bedreigd, niet door
onderlinge conflicten tussen de naties, maar door de politieke en sociale
partijen.
De politieke leiders van Europa, leden van de zeer machtige
broederschap van de vrijmetselaars, voelden het gemis van een uitvoerende
macht. De Europese eenheid, die met zoveel moeite verwezenlijkt was, dreigde
elk moment weer uiteen te vallen.
In de Globale Bondsraad heerste geen eenstemmigheid, omdat
het niet gelukt was om daarin alle plaatsen in te laten nemen door
"ingewijde" vrijmetselaars. De onafhankelijke leden sloten
afzonderlijke coalities met elkaar en daardoor dreigde er een nieuwe oorlog.
Besloten werd de uitvoerende macht over te dragen aan een enkel persoon, aan
wie voldoende volmachten verleend werden.
De geschiktste kandidaat was de "mens van de
toekomst," die in het geheim lid was van de vrijmetselarij. Hij was de
enige die wereldvermaardheid genoot. Door zijn wetenschappelijk werk op het
gebied van de artillerie en omdat hij zeer vermogend was, had hij goede
connecties in de financiële en militaire kringen. In een andere, minder
verlichte tijd, zou zijn twijfelachtige afkomst bezwaren opgeroepen hebben.
Zijn moeder, iemand met een dubieus verleden, was op beide halfronden zeer
bekend, maar vele mannen zouden met evenveel recht aanspraak hebben kunnen
maken op het vaderschap van hem. Vanzelfsprekend hadden die omstandigheden
niets te betekenen in een eeuw die zo vooruitstrevend was, dat het wel eens de
laatste zou kunnen zijn.
De "toekomstige mens" werd vrijwel eenstemmig
gekozen tot president voor het leven van de Verenigde Staten van Europa.
Maar toen hij in de bovenaardse pracht van zijn jeugdige
schoonheid en kracht op het spreekgestoelte verscheen en met een bezielde
welsprekendheid zijn wereldplan ontvouwd had, besloot de vergadering in een
oplaaiende begeestering hem, zelfs zonder erover te stemmen, als ereteken de
titel Romeins keizer te verlenen. Onder algemene toejuichingen werd de
vergadering gesloten.
De grote uitverkorene deed een manifest uitgaan dat begon
met de woorden: "Volken der aarde! Mijn vrede geef ik u," en eindigde
met: "Volken der aarde! De beloften zijn vervuld! De eeuwige wereldvrede
is gewaarborgd. Elke poging om die teniet te doen, zal meteen op een
onverzettelijke weerstand stuiten. Voortaan bestaat er op aarde maar een enkele
macht, die sterker is dan alle andere bij elkaar. Deze onoverwinnelijke en
weergaloze macht ligt in mijn handen, de uitverkorene van Europa, de
opperbevelhebber van alle Europese strijdkrachten. Het internationaal recht
beschikt eindelijk over sancties die het tot nu toe niet heeft gehad. Van nu af
aan zal geen enkele staat "oorlog" durven zeggen, als ik
"vrede" zeg. Volken der aarde, vrede zij met u!"
Dat manifest bracht de gewenste uitwerking teweeg. Overal
buiten Europa en in het bijzonder in Amerika, vormden zich machtige,
keizergezinde partijen, die hun regeringen dwongen zich onder uiteenlopende
voorwaarden aan te sluiten bij de Verenigde Staten van Europa, onder het
opperbevel van de Romeinse keizer.
In bepaalde streken van Azië en Afrika bewaarden sommige
stammen en koninkrijken hun onafhankelijkheid. Met een klein, maar uitgelezen
leger bestaande uit Russen, Duitsers, Polen, Hongaren en Turken maakte hij een
militaire rondgang van Oost-Azië tot Marokko en onderwierp vrijwel zonder
bloedvergieten de weerspannigen. In alle landen van de twee continenten stelde
hij gouverneurs aan, die hij koos uit de binnenlandse hooggeplaatsten die een
Europese opvoeding hadden genoten en hem toegewijd waren. In alle heidense
landen werd hij door de bevolking die onder de indruk was van zijn betoverende
persoonlijkheid, uitgeroepen tot een oppergod.
Binnen een jaar sticht hij een wereldmonarchie, in de
letterlijke betekenis van het woord. De kiemen van de oorlog zijn allemaal
vernietigd. De internationale vredesliga komt voor het laatst bijeen, heft een
plechtige lofzang aan op de grote vredestichter en heft zich op, omdat ze geen
bestaansreden meer heeft.
In het begin van het tweede jaar van zijn heerschappij,
deed de Romeinse keizer een nieuw manifest uitgaan. "Volken der aarde! Ik
heb jullie vrede beloofd en heb jullie die gegeven. Maar vrede is alleen iets
moois, waar welvaart heerst. Voor wie bedreigd wordt door ellende, is vrede
geen vreugde. Kom dus tot mij, die hongeren en kou lijden, zodat ik jullie kan
verzadigen en verwarmen."
Vervolgens kondigde hij eenvoudige en uitgebreide sociale
hervormingen aan, die hij al aangeduid had in zijn boek en waarmee hij alle
edelmoedige en welwillende mensen voor zich gewonnen had. Dankzij het feit dat
hij het beheer en de controle van alle financiële middelen ter wereld in handen
had, naast een enorme hoeveelheid onroerend goed, kon hij die hervorming
doorvoeren volgens de wensen van de armen en zonder de rijken voelbaar te
schaden. Iedereen kreeg zijn aandeel overeenkomstig zijn vaardigheden, die hij
door arbeid en dienstverlening bewees.
De nieuwe wereldheerser was vooral een meevoelend mensenvriend,
maar hij was ook een dierenvriend: hij was vegetariër. Hij verbood vivisectie,
voerde een streng toezicht op de slachthuizen in en steunde op alle mogelijke
manieren de dierenbeschermingsverenigingen. Maar veel belangrijker dan deze
maatregelen was het, voor de hele mensheid, vastleggen van het grondrecht van
gelijke toegang tot alle voedingsmiddelen.
Die hervorming werd doorgevoerd in het tweede jaar van zijn
bewind. Het sociaal-economisch vraagstuk was definitief opgelost. Die
verzadiging voor de hongerende kan dan wel het belangrijkste doel zijn, maar de
verzadigden willen nog iets anders. Zelfs dieren willen als ze verzadigd zijn
doorgaans niet alleen nog maar slapen, ze willen spelen. Hoeveel meer geldt dat
niet voor mensen, die na het brood altijd spelen verlangden. De keizerlijke
supermens wist wat het volk nodig had.
Op dat moment kreeg hij in Rome bezoek van een groot
wonderdoener uit het Verre Oosten, die omhuld werd door een dichte wolk van
merkwaardige verhalen en vreemde legenden. Volgens geruchten die verspreid
waren onder de neo-boeddhisten, was hij van goddelijke afkomst: de zoon van de
zonnegod en een waternimf.
Die wonderdoener, die zichzelf Apollonius noemde, was
ontegenzeglijk een geniaal mens. Half-Aziaat, half-europeaan, katholiek
bisschop in heidense streken, wist hij op een wonderbaarlijke manier in zich de
kennis van allernieuwste technische vindingen en toepassingen van de westerse
wetenschap, te verenigen met de kunst om gebruik te maken van alles wat in de
mystieke tradities van het Oosten werkelijk betrouwbaar en belangrijk is. De
resultaten van dat samengaan waren verbazingwekkend. Zo bezat Apollonius onder
andere de gave om, op een half-wetenschappelijke en half-magische manier,
atmosferische elektriciteit aan te trekken en naar zijn wil te richten. Onder
het volk werd verteld dat hij het vuur uit de hemel kon halen. Hij volstond
overigens met de verbeelding van de massa te prikkelen door ongehoorde
toverkunsten en maakte geen gebruik van zijn macht voor een ander doel.
Dat is de man die zich aandient bij de grote keizer. Hij
begroet hem als de ware zoon Gods en vertelt hem dat hij in de geheime boeken
uit het Oosten voorspellingen heeft gelezen over zijn heerschappij en dat de
keizer in die hoedanigheid tegelijkertijd de laatste verlosser en rechter van
de wereld is. Tot slot stelt hij zichzelf en zijn kunsten ter beschikking van
de keizer. Opgetogen ziet de keizer in hem een geschenk uit de hemel, verleent
hem hoogdravende titels en laat hem niet meer van zijn zijde wijken. Naast de
wereldvrede en het stillen van hun honger kregen de volken der aarde zodoende
ook de mogelijkheid voortdurend te genieten van het aanschouwen van de meest
uiteenlopende en onverwachte wonderen en toverkunsten. Zo eindigde het derde jaar
van de heerschappij van de supermens.
Na de voorspoedige oplossing van de politieke en sociale
problemen, restte nog het godsdienstig vraagstuk. In die tijd was de situatie
van die godsdienst als volgt: zij had een groot aantal gelovigen verloren - verspreid
over de hele aarde waren er niet meer dan vijfenveertig miljoen overgebleven -
maar wat ze aan kwantiteit had ingeboet, had haar morele karakter gewonnen aan
de kwaliteit.
Onder hen waren nog alleen maar mensen te vinden die zich
met het christendom verbonden voelden op grond van een geestelijke
belangstelling. De verschillende christelijke nominaties hadden het aantal van
hun belijdende leden verhoudingsgewijs in gelijke mate af zien afnemen, zodat
die getalsmatige onderlinge verhouding ongeveer hetzelfde was als in de 19e
eeuw. In hun wederzijdse beoordeling had de haat geen plaatsgemaakt voor een
volledige eenstemmigheid, maar was wel afgenomen en de tegenstellingen hadden
hun scherpte verloren.
Al lang geleden was de paus verdreven uit Rome en had, na
lange omzwervingen, een toevlucht gevonden in Petersburg, op voorwaarde dat hij
zich in dat land volledig onthield van geloofspropaganda. In Rusland was het
pausdom beduidend vereenvoudigd. Zonder wezenlijke wijzigingen aan te brengen
in de samenstelling van haar colleges en functies, had de kerk haar bezigheden
moeten vergeestelijken en haar hoogdravende rituelen en ceremonies terug moeten
brengen tot hun eenvoudigste uitingsvorm. Zonder dat ze officieel afgeschaft
werden, waren veel merkwaardige en verleidelijke gewoonten vanzelf verdwenen.
In alle andere landen en in het bijzonder in Noord-Amerika,
telde de katholieke hiërarchie onder haar vertegenwoordigers nog steeds veel
wilskrachtige en onafhankelijke mannen, met een onvermoeibare daadkracht. Nog
meer dan hun voorgangers waren ze voorvechters van de eenheid van de katholieke
kerk, waarvan zij het kosmopolitische karakter en de internationale,
oecumenische betekenis in stand hadden gehouden.
Het protestantisme, waarin Duitsland nog steeds voorop
liep, vooral sinds een belangrijk deel van de Anglicaanse kerk zich aangesloten
had bij de katholieke kerk, had zich ontdaan van zijn extreme en negatieve
stromingen en de aanhangers daarvan waren openlijk tot religieuze
onverschilligheid of zelfs ongeloof vervallen. De evangelische kerk telde nog
alleen maar ware gelovigen die geleid werden door zeer ontwikkelde mensen met
een diepe religiositeit, die zelf het levend voorbeeld wilden zijn van het
oorspronkelijk christendom.
Door de politieke gebeurtenissen was de Russische
orthodoxie haar positie als staatsinstelling kwijtgeraakt en had daardoor vele
miljoenen leden, die alleen nog in naam tot de kerk behoorden, verloren, maar
wel de vreugde gesmaakt dat het merendeel van de oud-gelovigen en zelfs
talrijke sekten met een waarachtige religieuze instelling, zich bij haar
aangesloten hadden. Zonder in aantal toe te nemen was de geestelijke kracht van
die zodoende vernieuwde kerk gegroeid en had daar blijk van gegeven door de
strijd tegen de radicale sekten die zich, niet alleen onder het gewone volk,
maar ook onder de ontwikkelde mensen, gestaag uitbreidden en waaraan demonische
en satanische trekken niet vreemd waren.
Gedurende de eerste twee jaar van het nieuwe bewind, waren
alle christenen nog van slag en uitgeput door de voorafgegane revoluties en
oorlogen. Met een welwillende afwachtende houding, een weloverwogen sympathie
of een grote geestdrift, hadden ze de nieuwe heerser en zijn vreedzame
hervormingen aanvaard. Maar toen in het derde jaar van het bewind de grote
magiër opgedoken was, rezen bij veel orthodoxe katholieken en protestanten
ernstige bedenkingen en een zekere afkeer tegen de heerser.
De teksten uit het evangelie en de brieven van de apostelen
die gewag maken van de vorst der wereld en de antichrist, werden nu aandachtig
gelezen en geestdriftig besproken. Uit allerlei tekenen maakte de keizer op dat
er storm op til was en besloot de zaak zo snel mogelijk op te helderen.
Aan het begin van het vierde jaar van zijn bewind,
publiceerde hij een manifest, gericht aan de ware christenen van alle
nominaties, waarin hij hen uitnodigde gevolmachtigde vertegenwoordigers uit te
kiezen voor een oecumenisch concilie, dat hij zou voorzitten.
De keizerlijke residentie was in die tijd van Rome naar
Jeruzalem overgeplaatst. Palestina was toen een autonoom gebied dat
voornamelijk bevolkt en geregeerd werd door joden. Het vrije Jeruzalem werd nu
ook uitgeroepen tot keizerlijke residentie. De Heilige Plaatsen werden
geëerbiedigd. Maar op de gehele uitgestrekte vlakte Haram-esh-Sjerif, vanaf
Birket-Israin en de kazernes aan de ene kant, tot de El-Aksa-moskee en de
"stallen van Salomo" aan de andere kant, was een enorm gebouw
verrezen. Dat bevatte naast twee kleine oude moskeeën ook de grote keizerlijke
"Tempel ter eenwording van alle erediensten" en twee prachtige
keizerlijke paleizen, met bibliotheken, musea en speciale vertrekken die
bestemd waren voor onderzoek en experimenten op het gebied van de magie. In dat
gebouw, half tempel, half paleis, zou op veertien september het oecumenisch
concilie geopend worden.
Omdat de protestantse kerk geen priesters in de ware zin
des woord kent, hadden de katholieke en orthodoxe gezagsdragers, overeenkomstig
de wens van de keizer en om een zekere homogeniteit te verlenen aan alle
christelijke stromingen, besloten een bepaald aantal van hun leken, die bekend
stonden om hun vroomheid en toewijding aan de belangen van hun kerk, deel te
laten nemen aan het concilie, maar daarom konden ook de lagere geestelijkheid,
monniken en priesters, niet uitgesloten worden. Zodoende overschreed het aantal
leden van het concilie de drieduizend en daarnaast werden Jeruzalem en heel
Palestina ook nog overstroomd door een half miljoen christelijke pelgrims.
De drie opmerkelijkste vertegenwoordigers van het
christendom waren paus Petrus II, de starets Johannes en professor Ernst Pauli.
(starets : is een geestelijk leider in een Russisch-orthodox klooster. Meestal
een oude monnik, veelal geen priester, die, na een leven van stilzwijgend
gebed, een apostolisch mens wordt, gezegend met de door Christus aan
de apostelen beloofde charismata.
Er worden bovennatuurlijke gaven aan hem toegekend zoals genezende krachten,
profetieën, exorcisme en spirituele raadgevingen en voornamelijk het charisma
van de onderscheiding der geesten en de genezing van de zieken en daardoor
begenadigd met het vermogen om Gods wil te herkennen. Hij heeft inzicht in Gods
plan. Een starets wordt niet aangeduid door een autoriteit, maar
manifesteert zichzelf als geïnspireerd door de Heilige Geest. Hij wordt
een starets als het volk hem erkent als starets. Hij ontvangt bezoekers,
onderhoudt zich met hen, neemt de biecht af, bidt en zegent.)
Paus Petrus II was de rechtmatige vertegenwoordiger van de
katholieke afvaardiging naar het concilie. Zijn voorganger was onderweg naar
het concilie gestorven en een te Damascus bijeengekomen conclaaf had eenstemmig
kardinaal Simone Barionini tot paus gekozen. In die functie had hij de naam
Petrus aangenomen. Hij was afkomstig uit een eenvoudig gezin uit de buurt van
Napels en was bekend geworden als prediker van de orde van de Karmelieten. Als
zodanig had hij zich zeer verdienstelijk gemaakt in de strijd tegen een
satanische sekte, die zich sterk had uitgebreid in Petersburg en omgeving en
niet alleen orthodoxen maar ook katholieken had aangetrokken. Hij werd benoemd
tot aartsbisschop van Mahiljow en later tot kardinaal en was al heel lang
voorbestemd voor de tiara.
Hij was vijfenzestig jaar, gemiddeld van lengte en had een
krachtige lichaamsbouw, een rood gezicht, een haviksneus en borstelige
wenkbrauwen. Hij was onstuimig, sprak vol vuur en met brede gebaren. Als hij
sprak, sleepte hij zijn toehoorders meer mee dan dat hij ze overtuigde.
De nieuwe paus bezag de wereldheerser met wantrouwen en
zelfs afwijzend, vooral sinds zijn gestorven voorganger op aandringen van de
keizer de exotische bisschop, keizerlijke kanselier en grote magiër Apollonius
tot kardinaal benoemd had. Paus Petrus beschouwde Apollonius als een
twijfelachtige katholiek en een overduidelijke bedrieger.
De feitelijke, zij het niet officiële leider van de
orthodoxen was de starets Johannes, die bij het Russische volk zeer in aanzien
stond. Hoewel hij officieel de titel "bisschop in ruste" droeg,
leefde hij niet teruggetrokken in een klooster, maar trok onafgebroken in alle
richtingen het land door. Vele legenden waren er over hem in omloop. Sommigen
beweerden dat hij de herrezen Fjodor Koezmitsj was - dat wil zeggen tsaar
Alexander I - die drie eeuwen eerder geboren was.
Anderen gingen nog veel verder en verklaarden dat hij de
ware starets Johannes was, dat wil zeggen de apostel Johannes Bogslov, die
nooit gestorven was en de laatste tijd openlijk optrad. Zelf sprak hij nooit
over zijn afkomst en jeugd.
Hij was nu hoogbejaard, maar nog steeds kranig en over zijn
witte haarlokken en golvende baard lag een geelachtige en zelfs wat
groenachtige glans. Hij had een rijzige gestalte, een tanig lichaam, maar
volle, licht roze wangen, fonkelende, levendige ogen en uit zijn woorden en
gezichtsuitdrukking sprak een onroerende goedheid en mildheid. Hij droeg altijd
een wit habijt en daar overheen een witte mantel.
De geleerde Duitse theoloog, professor Ernst Pauli, stond
aan het hoofd van de protestante afvaardiging naar het concilie. Het was een
uitgedroogd mannetje, met een enorm voorhoofd, een spitse neus en een
gladgeschoren gezicht. Zijn ogen vielen op door een blik, waarin op een
buitengewoon merkwaardige manier geslepenheid en goedmoedigheid samengingen.
Voortdurend wreef hij zich in zijn handen, schudde met zijn hoofd, fronste op
een vreemde manier zijn wenkbrauwen en tuitte zijn lippen. Daarnaast stootte
hij, onder voortdurend geknipper met zijn ogen, met een knorrige stem afgebeten
woorden uit: zo! dus! ja! dus ook! Hij was steeds plechtstatig gekleed: een
witte boord boven een geklede, met onderscheidingstekens versierde domineesjas.
De opening van het concilie was indrukwekkend. Tweederde
van de enorme tempel "gewijd aan de eenheid van alle erediensten"
werd ingenomen door banken en zetels voor de leden van het concilie, een derde
door een hoog podium. Daarop bevond zich de keizerlijke troon en een wat lagere
voor de grote magiër, kardinaal en kanselier en daarachter rijen zetels voor de
ministers, hovelingen en staatsecretarissen. Tot slot, aan weerszijden, nog
langere rijen, waarvan de bedoeling onbekend was. Op de galerijen hadden
orkesten plaatsgenomen en op het nabijgelegen plein stonden twee
garderegimenten opgesteld en een artilleriebatterij voor de saluutschoten. De
deelnemers aan het concilie hadden al in verschillende kerken een dienst
bijgewoond, want de opening van het concilie moest een zuiver werelds karakter
dragen.
Toen de keizer, geflankeerd door de grote magiër en zijn
gevolg, onder de klanken van de "Mars der verenigde mensheid" die als
keizerlijk en internationaal volkslied diende, stonden alle leden van het
concilie op, zwaaiden met hun hoofddeksels en riepen driemaal: Lang zal hij
leven! Hoera! Hoera! Hoera! De keizer bleef naast zijn troon stilstaan, strekte
met een majestueus en welwillend gebaar zijn armen uit en sprak met een
welluidende en aangename stem:
"Christenen van alle gezindten! beminde onderdanen en
broeders!
"Vanaf het begin van een heerschappij, die de
Allerhoogste gezegend heeft door de voltooiing van prachtige en
verbazingwekkende werken, heb ik nooit een reden gehad om ontevreden over u te
zijn. Altijd hebt u, naar geloof en geweten, uw plicht vervuld. Maar dat is
voor mij niet genoeg. De oprechte liefde die ik voor u, geliefde broeders, koester,
verlangt hevig naar wederkerigheid. Ik wil dat u mij aanvaardt als uw leider,
in alles wat ondernomen wordt ten behoeve van het welzijn van de mensheid, niet
uit plichtsgevoel, maar uit een oprechte liefde. Afgezien van wat ik al
allemaal voor u doe, wil ik u ook nog een bijzonder blijk van mijn goedheid
schenken.
"Christenen, waarmee kan ik u gelukkig maken? Wat kan
ik u geven, u die niet alleen mijn onderdanen bent, maar ook mijn broeders in
het geloof? Christenen, zeg me wat voor u in het christendom het dierbaarst is,
zodat ik mijn inspanningen daarop kan richten."
Hij zweeg en wachtte. Een gedempt gemompel vulde de tempel.
De deelnemers aan het concilie fluisterden met elkaar. Paus Petrus maakte hevige
gebaren en legde zijn omstanders iets uit. Professor Pauli schudde met zijn
hoofd en smakte luidruchtig met zijn lippen. De starets Johannes boog zich naar
een oosterse bisschop en een kapucijn en sprak hen zachtjes toe.
De keizer had enkele minuten gewacht, maar nu wendde hij
zich opnieuw tot de aanwezigen op dezelfde zalvende toon, maar waarin dit keer
een lichte, nauwelijks merkbare ironische toon klonk:
"Beminde christenen," sprak hij, "ik begrijp
hoe moeilijk het voor u is mij meteen antwoord te geven. Ik wil u daarbij
helpen. Helaas bent u sinds zo onheuglijke tijden onderling verdeeld in
gezindten en partijen, dat u misschien geen enkel gemeenschappelijk belang meer
hebt. Maar als u samen niet tot overeenstemming kunt komen, dan hoop ik dat te
bereiken door u allen evenveel liefde te bewijzen en ik ben bereid de terechte
wensen van iedereen te vervullen.”
"Beminde christenen, ik besef dat voor velen onder u
en niet de geringsten, het dierbaarste in het christendom het gezag op
geestelijk gebied is, dat het overdraagt aan zijn wettige vertegenwoordigers,
natuurlijk niet voor hun persoonlijk voordeel, maar ten behoeve van het
algemeen welzijn, want op dat gezag berust de geestelijke orde en morele
discipline, die iedereen behoeft.”
"Beminde katholieken, broeders, o! hoezeer begrijp ik
uw mening en hoe graag zou ik mijn gezag willen stoelen op dat van uw
geestelijk leider! En om te verhoeden dat u denkt dat dit ijdele woorden zijn,
verklaren wij plechtig en krachtens onze wil als alleenheerser, dat de
opperbisschop van alle katholieken, de Roomse paus, teruggeplaatst wordt op
zijn troon te Rome, met alle oude rechten en alle voorrechten van de pauselijke
stoel, die daaruit voortvloeien en oudtijds verleend zijn door onze
voorgangers, vanaf Constantijn de Grote. En van u, geliefde katholieke
broeders, verwacht ik alleen dat u me, vanuit de grond van uw hart, zult
beschouwen als uw enige verdediger en beschermer. Laten degenen van deze
vergadering die mij naar eer en geweten als zodanig zien, bij mij komen."
Daarbij wees hij naar de lege plaatsen op het podium.
Met vreugdevolle uitroepen als: gratias agimus! Domine!
Salvum fac magnum imperatorem (wij zeggen u dank, Heer, zegen de grote keizer),
bestegen vrijwel alle katholieke kerkvorsten, kardinalen, bisschoppen, het
merendeel van de leken en meer dan de helft van de monniken, het podium en
namen, na een diepe buiging voor de keizer, plaats op hun zetels. Maar beneden,
te midden van de vergadering, bleef paus Petrus II, kaarsrecht en onbeweeglijk
als een marmeren standbeeld, op zijn plaats zitten. Allen die hem omringd
hadden, zaten nu op het podium. De uitgedunde groep leken en monniken die
beneden waren gebleven, schoven naar hem toe en vormden een gesloten kring om
hem heen, waaruit fluisterend opklonk: Non prævalebunt, non prævalebunt portæ
inferni (Matth. 16:18 De poorten van de Hel zullen haar niet overweldigen).
Verbijsterd door de aanblik van de onbeweeglijke paus,
verhief hij opnieuw zijn stem:
"Beminde broeders! Ik weet dat er onder u zijn, voor
wie het kostbaarste van het christendom de heilige overlevering is en de oude
symbolen, gezangen en gebeden, de iconen en de liturgie. En wat zou een vrome
ziel zich nog meer kunnen wensen?”
"Weet dan, u van wie ik houd, dat ik vandaag een
decreet heb getekend en een grote schenking heb gedaan ten behoeve van de
inrichting van een wereldmuseum van christelijke archeologie in onze roemrijke
keizerlijke stad Constantinopel. Daar zullen alle gedenkwaardigheden van de
oude kerk en meer in het bijzonder van de oosterse kerk, verzameld, onderzocht
en bewaard worden. Ik verzoek u dus morgen een commissie te benoemen die belast
zal worden om samen met mij te onderzoeken welke maatregelen genomen dienen te
worden om de huidige zeden, gebruiken en rituelen in overeenstemming te brengen
met de tradities en instellingen van de heilige orthodoxe kerk!”
"Broeders van de orthodoxe kerk! laten degenen onder u
die hetzelfde willen als ik en iedereen die mij in alle oprechtheid zijn ware
leider en meester kan noemen, bij mij komen."
En het merendeel van de hoogwaardigheidsbekleders uit het
Oosten en Noorden, de helft van de voormalige oud-gelovigen en meer dan de
helft van de orthodoxe priesters, monniken en leken bestegen met vreugdekreten
het podium, met een heimelijk zijdelingse blik op de katholieken, die daar al
trots zaten. Maar de starets Johannes bleef onbeweeglijk zitten en zuchtte
luidruchtig. En toen de menigte om hem heen uitgedund was, verliet hij zijn
zetel en liep naar de paus en zijn aanhang toe. Hij werd gevolgd door de
orthodoxen die niet het podium bestegen hadden.
Opnieuw nam de keizer het woord:
"Beminde christenen, ik ken velen onder u voor wie in
het christendom de persoonlijke opvatting van de waarheid en het vrije
onderzoek van de Schriften boven alles gaat. Dit is niet de gelegenheid om te
zeggen wat ik daarover denk. U weet wellicht dat ik in mijn jonge jaren een
belangrijk boek over bijbelkritiek heb geschreven dat, in die tijd, enig opzien
baarde en het begin vormde van mijn bekendheid. Waarschijnlijk om dat werk te
gedenken, heeft de Universiteit van Tübingen mij een dezer dagen verzocht het
eredoctoraat in de theologie in ontvangst te nemen. Ik heb laten antwoorden dat
ik het gaarne en in dank zal aanvaarden.”
"En vandaag heb ik, tegelijkertijd met het museum voor
de archeologie van het christendom, besloten tot de oprichting van een
wereldinstituut voor onafhankelijk onderzoek van de Heilige Schrift vanuit alle
mogelijke gezichtspunten en aanverwante wetenschappen.”
"Dat Instituut zal kunnen beschikken over een
jaarlijkse begroting van anderhalf miljoen mark. Wie instemt met deze
maatregelen en mij naar eer en geweten als leider aanvaardt, verzoek ik
hierheen te komen, naar de nieuwe doctor in de theologie."
Een vreemd lachje verliet de fraaie mond van de grote
keizer. Meer dan de helft van de geleerde theologen begaf zich naar het podium,
zij het langzaam en aarzelend. Allemaal keken ze naar professor Pauli die, met
gebogen hoofd, in elkaar gedoken en in zichzelf gekeerd, als vastgenageld op
zijn plaats zat. De geleerde theologen die intussen op het podium stonden,
waren in verwarring en een van hen sprong in een vlaag van verbijstering opeens
naast de trap naar beneden en strompelde naar professor Pauli toe en het kleine
groepje dat hem omringde. De professor tilde zijn hoofd op, verhief zich met
een onzekere beweging en schoof, vergezeld van zijn groepje getrouwen bij de
starets Johannes en paus Petrus aan.
Op het podium bevond zich nu de overgrote meerderheid van
de deelnemers aan het concilie, waaronder vrijwel alle hoogwaardigheidsbekleders
uit Oost en West. Beneden waren maar drie groepjes overgebleven, die naar
elkaar toe geschoven waren en zich verdrongen rond de starets Johannes, paus
Petrus en professor Pauli.
Met een droevige stem richtte de keizer zich tot hen:
"Wat kan ik nog voor u doen, vreemde mensen? Wat verwacht u van mij? Ik
weet het niet meer. Vertel het me dan zelf, gij christenen die in de steek
gelaten bent door de meerderheid van uw broeders en leiders en veroordeeld bent
door de stem van het volk. Zeg me wat u het dierbaarst is in het
christendom."
Wasbleek stond de starets Johannes op, en antwoordde met
een zachte stem: "Grote heerser! Voor ons is het dierbaarste van het
christendom de Christus zelf en wat van hem komt, want we weten dat hij de belichaming
is van God. Van u, meester, zijn wij bereid alle weldaden in ontvangst te
nemen, mits wij in uw milddadige hand de heilige hand van de Christus ontwaren.
En op uw vraag wat u nog voor ons kunt doen, geven wij ons eenvoudige antwoord:
belijd hier voor ons dat Jezus Christus Gods zoon is, vleesgeworden en
opgestaan is uit de doden en weder zal komen. Belijd hem en wij zullen u met
liefde aanvaarden als de ware voorloper van zijn luisterrijke wederkomst."
Hij zweeg en liet zijn blik rusten op het gezicht van de
keizer. Net zoals in die rampzalige nacht, voelde die laatste een helse storm
in zich opsteken, die hem elke innerlijke zelfbeheersing ontnam. Met een
bovenmenselijke inspanning probeerde hij zich uiterlijk te beheersen en zich
niet voortijdig te verraden. Het kostte hem ongelooflijk veel moeite om zich
niet met een woeste kreet op de spreker te werpen en hem te verscheuren. Maar
opeens hoorde hij de bekende bovenaardse stem zeggen: "Zwijg en vrees
niet." Hij zweeg. Maar zijn lijkbleke en vertrokken gezicht bleef steken
in een grijns en zijn ogen schoten vuur.
Tijdens de woorden van de starets Johannes leek het alsof
de grote magiër op zijn troon, gehuld in een wijde driekleurige mantel die het
kardinaalspurper verborg, met fonkelende ogen en druk bewegende lippen
daaronder iets duisters uitvoerde. Door de open ramen van de tempel was te zien
dat er een enorme zwarte wolk aan kwam drijven, die even later alles in
duisternis hulde. Verbijsterd en geschrokken bleef de oude starets Johannes de zwijgende
keizer aanstaren, maar opeens wendde hij zijn ogen met afgrijzen van hem af,
draaide zich om en riep met een verstikte stem: "Kinderen, het is de
Antichrist!"
Op dat moment klonk het oorverdovend geraas van een
donderslag en schoot een enorme bolbliksem rondtollend door de tempel heen en
hulde de oude monnik in een vuurzee. Allemaal stonden ze aan de grond genageld
van angst en toen ze weer tot zichzelf kwamen, lag de starets Johannes dood op
de grond.
Bleek maar kalm, wendde de keizer zich weer tot de
aanwezigen en sprak: "U hebt zo-even Gods oordeel aanschouwd. Ik heb
niemands dood gewild, maar mijn hemelse vader heeft zijn geliefde zoon
gewroken. De zaak is afgehandeld. Wie nog meer waagt het te twisten met de
Allerhoogste? Secretarissen, schrijf op: "Nadat het vuur uit de hemel een
waanzinnige vijand van de goddelijke majesteit heeft verpletterd, besluit het
oecumenisch concilie van de christenen van alle gezindten, eenstemmig de
huidige Romeinse keizer en wereldheerser te erkennen als zijn opperste leider
en heerser."
Plotseling galmde een enkel woord luid en duidelijk door de
tempel: "Contradicitur! (Tegen!)" Paus Petrus II was opgestaan.
Bevend over zijn hele lichaam en met een van woede rood aangelopen gezicht,
wees hij met zijn bisschopsstaf in de richting van de keizer en sprak:
"Onze enige meester is Jezus Christus, Gods levende
zoon. Wie u bent hebt u zo-even gehoord. Verdwijn! Kaïn, broedermoordenaar!
Verdwijn, werktuig van de duivel! Door de mij door de Christus verleende macht
zend ik, dienaar der dienaren Gods, u, schurftige hond, voor eeuwig uit Gods
kerk en geef u over aan uw vader, de Satan! Anathema, Anathema, Anathema! (Vervloekt!)"
Terwijl hij sprak bewoog de grote magiër zich onrustig
onder zijn mantel. Luider dan de laatste vervloeking klonk een donderslag en de
laatste paus viel levenloos ter aarde.
"Zo zullen," sprak de keizer, "door de hand
van God al mijn vijanden geveld worden." "Pereant, pereant! (sterf!)"
schreeuwden de kerkvorsten trillend.
De keizer draaide zich om en verliet langzaam het podium
door een deur aan de achterzijde. Hij steunde op de schouder van de grote
magiër en werd gevolgd door zijn aanhangers. In de tempel bleven alleen beide
doden achter, waar omheen zich een groep christenen samendrongen, die halfdood
van schrik waren. Alleen professor Pauli had zijn tegenwoordigheid van geest
niet verloren. De algemene ontsteltenis leek juist al zijn geestkracht opgewekt
te hebben. Daarmee ging ook een verandering van zijn uiterlijk vergezeld; hij
maakte een grootse en begeesterde indruk. Met ferme stappen besteeg hij het
podium, ging zitten op een van de lege zetels van de staatsecretarissen, nam
een vel papier en begon te schrijven.
Toen hij klaar was, stond hij op en las met luide stem:
"Tot meerdere eer en glorie van onze Verlosser Jezus Christus. Nu onze
allergelukzaligste broeder Johannes, de vertegenwoordiger van de het
oosters christendom, de grote bedrieger en grote vijand van God, ontmaskerd
heeft als de in de Schriften aangekondigde Antichrist en onze heilige broeder
Petrus, vertegenwoordiger van het westers christendom, hem formeel en
rechtmatig uit Gods kerk heeft gestoten, besluit het oecumenisch concilie van
de christelijke kerken, ten overstaan van de lichamen van Johannes en Petrus,
martelaren voor de waarheid en getuigen van de Christus, elk contact te
verbreken met de uitgestotene en zijn verfoeilijke groep aanhangers en de
woestijn in te trekken en daar de op handen zijnde komst van onze heer en
meester Jezus Christus af te wachten!"
Die woorden wekten geestdrift op bij de vergadering,
waaruit luide stemmen klonken: "Adveniat! Adveniat cito! Komm, Herr Jesu,
komm! Viens, Seigneur Jésus!"
Professor Pauli schreef nog wat op en las voor: "Na
eenstemmig het eerste en laatste besluit van het oecumenische concilie
opgesteld en genomen te hebben, ondertekenen wij.... " Met een handgebaar
nodigde hij de leden van de vergadering uit te tekenen en allemaal bestegen ze
het podium en ondertekenden het besluit. Als laatste schreef hij met grote
gotische letters: "Duorum defunctorum testium locum tenens Ernst Pauli.(namens
de getuigenis van de twee overledenen.)
"Laten we nu," zei hij, op de twee doden wijzend,
"vertrekken met onze ark des verbonds van het laatste testament." De
overledenen werden op een draagbaar gelegd en onder het zingen van Latijnse,
Duitse en Slavische hymnen begaven de christenen zich langzaam naar de uitgang
van Haram-esh-Sjerif.
Daar stuitte de stoet op een door de keizer gestuurde
staatsecretaris, vergezeld van een garderegiment. De soldaten stelden zich op
bij de deur en de staatssecretaris las de volgende verordening voor:
"Bevel van zijne majesteit. Teneinde het christelijke
volk op de hoogte te stellen en te waarschuwen voor kwaadwillende lieden,
onruststokers en leugenaars, hebben wij besloten dat het zinvol is de lijken
van de twee, door het vuur uit de hemel, gedode oproerkraaiers publiekelijk ten
toon te stellen in de Straat de Christenen (Kharet-en-Nasara) bij de ingang van
de belangrijkste christelijke tempel, de Kerk van het Heilig Graf of
Opstandingskerk genaamd, zodat iedereen zich ervan kan overtuigen dat ze echt
dood zijn.”
"Hun stijfhoofdige aanhangers, die op een kwaadaardige
manier al onze weldaden weigeren en in hun verblinding hun ogen sluiten voor de
overduidelijke door de godheid gegeven tekens, kunnen rekenen op onze
barmhartigheid en onze tussenkomst bij onze hemelse vader om ze te bewaren voor
de dood door het vuur uit de hemel. Ze behouden hun volledige vrijheid, op
voorwaarde dat zij zich niet zullen ophouden in steden en andere bevolkte
streken, waar zij door hun kwaadaardige verzinsels onschuldige en eenvoudige
mensen in verwarring zouden kunnen brengen en misleiden." Toen de officier
uitgesproken was, naderden op zijn teken acht soldaten de draagbaren.
"Zo worden de Schriften vervuld," zei professor
Pauli en de christenen die de draagbaren droegen, gaven ze zwijgend over aan de
soldaten die zich vervolgens door de noordwestelijke poort verwijderden. De
christenen verlieten de noordoostelijke poort, haastten zich de stad uit in de
richting van Jericho langs de weg die voorbij de Olijfberg voert, waar de
ordebewakers en twee cavalerieregimenten tevoren al groepen nieuwsgierigen
weggejaagd hadden. In de verlaten heuvels van Jericho besloten de christenen
enige dagen te blijven.
De volgende morgen kwamen christelijke pelgrims uit
Jeruzalem naar hen toe en vertelden wat er in die stad verder voorgevallen was.
Na een maaltijd aan het keizerlijk hof, waren alle leden van het concilie
bijeengeroepen in de enorme troonzaal - die zich op de plek bevond waarvan
aangenomen werd dat daar Salomo's troon gestaan had. Daar had de keizer zich
gericht tot de katholieke hoogwaardigheidsbekleders en verklaard dat het in het
belang van de kerk was dat ze zonder uitstel een waardige opvolger kozen van de
apostel Petrus; dat gezien de huidige omstandigheden de bijeenkomst kortdurend
moest zijn; dat zijn aanwezigheid als leider en vertegenwoordiger van het
gehele christendom, hen onthief van de formele rituelen en tot slot, dat hij in
naam van alle christenen het Heilig College voorstelde zijn vriend en geliefde
broeder Apollonius te kiezen, zodat door zijn nauwe band met hem, ook de eenheid
van kerk en staat ten gunste van beiden duurzaam en onverwoestbaar zou zijn.
Het Heilig College had zich in conclaaf teruggetrokken in
een afzonderlijk vertrek en keerde na anderhalf uur terug met de nieuwe paus
Apollonius. Tijdens de verkiezing van de nieuwe paus had de keizer in zeer
beminnelijke, overdachte en welsprekende bewoordingen de vertegenwoordigers van
het protestantisme en de orthodoxie gevraagd om, bij het begin van dit nieuwe
en grootse tijdperk in de geschiedenis van het christendom, hun oude
godsdiensttwisten te beëindigen. Hij had er zijn woord op gegeven dat
Apollonius voor altijd een eind zou maken aan het, de hele geschiedenis door,
begane machtsmisbruik van de pauselijke stoel. Door die toespraak overtuigd,
hadden de vertegenwoordigers van protestanten en orthodoxen een document
opgesteld en ondertekend dat de eenwording van de kerken waarborgde. En toen
Apollonius met de kardinalen in de troonzaal verscheen, hadden een Griekse
aartsbisschop en een protestantse dominee hem dat document overhandigd.
"Accipio et approbo et lætificatur cor meum (Met
vreugde in mijn hart aanvaard en onderschrijf ik het.)" had Apollonius
gezegd, terwijl hij het document ondertekende. En hij had de Duitser en de
Griek vriendschappelijk omhelsd en daaraan toegevoegd: "Ik ben een even
oprecht orthodox en protestants, als katholiek christen." Daarna was hij
naar de keizer toegelopen en had hem langdurig in zijn armen gesloten.
Op dat moment begonnen in alle richtingen fonkelende
stippen door het paleis en de tempel te zweven. Ze werden groter en veranderden
in lichtgevende gedaanten van vreemde wezens. Bloemen, zoals op aarde nooit
eerder gezien waren, daalden neer en vulden de lucht met onbekende geuren.
Vanuit de hoogte klonken aangrijpende klanken van tot dan toe onbekende
instrumenten en engelachtige stemmen van onzichtbare zangers loofden de nieuwe
heersers van hemel en aarde.
Opeens had er een angstaanjagend gerommel geklonken in de
noordwestelijke hoek van het paleis, midden onder de koepel der geesten
(Koebeth-el-Ruach), waar zich volgens de overleveringen van de mohammedanen de
ingang van de hel bevindt. Toen de aanwezigen zich op uitnodiging van de keizer
daar naartoe hadden begeven, konden ze allemaal ontelbare, fijne maar
doordringende stemmetjes horen, die niet echt kinderlijk, maar ook niet echt
duivels klonken en riepen: "De tijd is gekomen, laat ons los, redders, o
redders!" Maar Apollonius was naar een rotsblok toegelopen en had driemaal
iets geroepen in een vreemde taal en toen waren de stemmen verstomd en was het
onderaards gerommel opgehouden.
Tegelijkertijd was van alle kanten een enorme menigte naar
Haram-el-Sherif samengestroomd. Bij het invallen van de nacht waren de keizer
en de nieuwe paus verschenen op het oostelijk bordes van het paleis, wat een
storm van geestdrift ontketende.
Beminnelijk had de keizer naar alle kanten de aanwezigen
begroet en Apollonius had uit grote manden, die de kardinalen hem voorhielden
allerlei vuurwerk gegrepen en in de lucht gegooid. Door ze alleen maar met zijn
hand aan te raken werden ze ontstoken, Romeinse kaarsen, vuurpijlen en
fonteinen, die brandden met een parelmoerachtig fosforescerend licht of in
heldere sterren met alle kleuren van de regenboog en, als ze op de grond
terechtkwamen, veranderden in ontelbare veelkleurige strooibiljetten met een
volledige aflaat voor alle zonden uit verleden en heden en toekomst. Het
gejuich van het volk was mateloos.
Maar sommigen beweerden dat ze gezien hadden dat die
aflaatbiljetten onder hun ogen veranderden in afschuwelijke padden en slangen.
Toch was de grote meerderheid buitenzinnig geweest en de volksfeesten hadden
nog enige dagen aangehouden, waarbij de nieuwe paus en wonderdoener zulke
ongelooflijke dingen verricht had, dat het volstrekt zinloos zou zijn ze
allemaal te willen vertellen.
In de onherbergzame heuvels van Jericho brachten de ware
christenen intussen hun tijd door met vasten en bidden. Op de avond van de
vierde dag ging professor Pauli, tegen het vallen van de nacht, met negen
metgezellen op ezels en met een kar naar Jeruzalem. Langs zijwegen reden ze om
Haram-esh-Sjerif heen, kwamen weer langs Kharet-en-Nasara en bereikten de
ingang van de Opstandingstempel, waar de lichamen van paus Petrus en de starets
Johannes op de grond lagen.
De straat was geheel verlaten, want de hele stad had zich
naar Haram-esh-Sjerif begeven. De soldaten van de wacht lagen in een diepe
slaap. De lichamen verkeerden niet in ontbinding en waren ook niet koud. De
professor en zijn metgezellen legden de lichamen op een draagbaar, bedekten ze
met mantels die ze meegenomen hadden en verlieten de stad langs dezelfde
omwegen.
Toen ze teruggekeerd waren te midden van hun eigen mensen
en ze de draagbaren op de grond gezet hadden, keerden de levensgeesten terug in
de beide lichamen. Ze bewogen en probeerden zich te ontdoen van de mantels
waarin ze gewikkeld waren. Onder vreugdekreten hielpen ze hen allemaal daarmee
en weldra stonden de twee uit de dood op opgestanenen weer gezond en
ongedeerd voor hen.
Als eerste sprak de oude starets Johannes:
"Kijk, mijn kinderen, wij hebben jullie dus niet
verlaten. En luister nu wat ik jullie ga zeggen: de tijd is gekomen om het
laatste gebod van de Christus aan zijn leerlingen te vervullen: dat ze één
zouden zijn, zoals hij en zijn vader één zijn. En laten we nu, kinderen, ter
wille van die christelijke eenheid onze beminde broeder Petrus eer bewijzen.
Moge hij voortaan de schapen van de Christus hoeden. Kom, broeders," en
hij omhelsde Petrus.
Toen trad ook professor Pauli op de paus toe en zei: "U
bent Petrus! Nu is het duidelijk bewezen en er is geen twijfel mogelijk."
Krachtig pakte hij met zijn rechterhand de hand van de paus vast en reikte de
starets Johannes zijn linkerhand, met de woorden: "Nu Vadertje, nu zijn we
EEN in Christus."
Zo voltrok zich hier in een donkere nacht op een eenzame
hoogte de eenwording van de kerken. Maar opeens werd de nachtelijke duisternis
verlicht door een stralend licht en verscheen er aan de hemel een indrukwekkend
teken: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een
krans van twaalf sterren op haar hoofd (Openb. 12:1). De verschijning bleef
enige tijd op dezelfde plaats staan en bewoog zich daarna langzaam zuidwaarts.
De paus verhief zijn staf en riep uit: "Ziedaar onze banier! laten wij
haar volgen." En omstuwd door een menigte christenen liep hij samen met
beide oudsten in de richting van de verschijning, naar de berg Gods, naar de
Sinaï.... .
Nadat de vertegenwoordigers van het christendom en hun
geestelijk leiders zich teruggetrokken hadden in de Arabische woestijn, waar
zich een grote menigte echte zoekers naar de waarheid bij hen voegde, kostte
het de nieuwe paus Apollonius geen enkele moeite om met zijn wonderen en
toverkunsten alle oppervlakkige christenen te verleiden, die in hem nog niet de
Antichrist herkend hadden. Hij verklaarde dat hij de poorten geopend hadden
tussen deze wereld en gene zijde en contact tussen levenden en doden en mensen
en demonen werd daarna daadwerkelijk een alledaags verschijnsel. Weldra
ontwikkelde zich daaruit nieuwe ongekende vormen van mystiek en duivelverering.
Maar op het moment waarop de keizer dacht dat zijn positie
een degelijke religieuze onderbouwing had gekregen en hij zichzelf,
gehoorgevend aan de aandringende influisteringen van die geheimzinnige
'vaderlijke' stem, uitgeroepen had tot de enige ware belichaming van de
opperste wereldgodheid, werd hij getroffen door een, door niemand verwachte,
ramp: de joden kwamen in opstand.
Dat volk, dat inmiddels dertig miljoen mensen telde, was
niet helemaal onschuldig aan de opkomst en het succes van de supermens. Toen
hij in Jeruzalem zijn residentie gevestigd had, had hij heimelijk onder de
joden het gerucht laten verspreiden dat zijn uiteindelijke doel was de
wereldheerschappij van de Israël te vestigen. De joden hadden hem daarop als
hun Messias erkend en hun geestdriftige toewijding kende geen grenzen.
En nu kwamen ze in opstand met kreten van woede en wraak.
Het lijdt geen twijfel dat die verandering voorzien was in de Schriften en
overlevering, maar de monnik Pansophe heeft het misschien te naïef en
realistisch voorgesteld. Hij schrijft dat de joden, die geloofden dat de keizer
een volbloed en trouwe Israëliet was, er toevallig achtergekomen waren dat hij
niet besneden was. Diezelfde dag nog kwam heel Jeruzalem en de dag daarop heel
Palestina in opstand. De mateloze en vurige toewijding aan de redder van
Israël, aan de lang verwachte Messias, sloeg om in een even mateloze en vurige
haat tegenover deze sluwe bedrieger en schaamteloze parvenu.
Het jodendom verhief zich als één man en zijn vijanden
zagen tot hun verbijstering dat de ziel van Israël uiteindelijk niet bepaald
werd door berekening en begeerten van de Mammon, maar door een oprecht hart,
door de vurige hoop van zijn geloof in de komst van de Messias.
De keizer, die een zo plotselinge uitbarsting niet verwacht
had, verloor zijn zelfbeheersing en vaardigde een bevel uit waarin hij alle
opstandige joden en christenen ter dood veroordeelde. Duizenden en zelfs
tienduizenden mensen, die geen tijd hadden om naar de wapens te grijpen, werden
meedogenloos afgeslacht. Maar korte tijd later maakte een joods leger van een
miljoen strijders zich meester van Jeruzalem en sloot de keizer in op de vlakte
van Haram-esh-Sjerif. Hij beschikte slechts over een deel van zijn
garderegiment, dat niet opgewassen was tegen de vijand. Met behulp van de
magische kunsten van zijn paus, slaagde de keizer erin de gelederen van zijn
belegeraars te doorbreken en werd kort daarna gezien in Syrië aan het hoofd van
een onmetelijk leger van verschillende heidense volken. Ondanks hun povere
uitzicht op een overwinning trokken de joden hem vastberaden tegemoet. Maar
nauwelijks waren de voorhoeden van beide legers op elkaar gestuit toen zich een
aardbeving voordeed van een ongekende hevigheid.
Vanonder de Dode Zee, aan de oevers waarvan het leger van
de keizer haar kampement opgeslagen had, rees een enorme vulkaan op en uit de
krater stroomden gloeiende lavastromen omlaag en verzwolgen de keizer, zijn
ontelbare bataljons en zijn onafscheidelijke metgezel, paus Apollonius, die
niets meer vermocht met zijn toverkunsten. Intussen riepen de joden in angst en
beven de God van Israël aan en vluchtten naar Jeruzalem.
Toen de heilige stad in zich kwam, scheurde de hemel van
Oost naar West vaneen door een felle bliksemschicht en zagen ze de Christus,
gehuld in een koninklijk gewaad en met de wonden van de spijkers in zijn
handen, naar hen neerdalen. En tezelfdertijd trok de menigte christenen, onder
leiding van Petrus, Johannes en professor Pauli vanuit de Sinaï naar Sion,
terwijl van alle kanten andere groepen begeesterden toestroomden. Het waren de
joden en christenen die de Antichrist had laten afslachten. Ze waren herrezen
om samen met de Christus deel te nemen aan het duizendjarig rijk.
Hiermee wilde de monnik Pansophe zijn verhaal beëindigen,
een verhaal dat niet ging over de wereldwijde catastrofe van het einde van de
wereld, maar alleen over de ontknoping van de historische ontwikkeling,
namelijk de verschijning, verheerlijking en ondergang van de Antichrist.
Over de paasboodschap van de paus. Het is de huidige paus
Franciscus dat hier bedoeld wordt. Het zal een speech zijn dat hij in zijn
handen geduwd kreeg door zijn organisatie. Laat het mij zo uitdrukken: ik vond
de speech goed, maar degene die het zegt, paus Franciscus, zal er wel geen zier
van menen. - Claudia
Toen hij halfweg de dertig was had Ned Dougherty alles waar
hij van kon dromen : geld, vrouwen, eigendom, prestige en macht. Hij was 26
jaar lang een makelaar in onroerend goed geweest en bezat populaire nachtclubs
in Palm Beach, Florida, en de Hampton's, Long Island's exclusieve plaats voor
de rijken en beroemdheden. Hij leefde als een sneltrein, en achtervolgde elk
plezier dat je met geld kon kopen. Ondanks zijn religieuze opvoeding als
rooms-katholiek, had hij geen interesse in een geestelijk leven omdat hij niet
in een hiernamaals geloofde. Hij was te druk bezig met zijn pleziertjes om zich
met zulke dingen bezig te houden. Dit veranderde allemaal op 2 juli 1984 toen
hij een bijna-doodervaring (BDE) had als gevolg van een hartaanval na een
verhit - bijna moorddadig - vuistgevecht met een zakenpartner. Dougherty's BDE
zorgde ervoor dat hij een radicale levensverandering onderging waarin hij zijn
nachtclubs en levensstijl opgaf en zijn tot nu toe verwaarloosde katholieke
religie omarmde.
Zijn BDE gaf hem een besef van zijn missie in het leven dat
was om liefdadigheid en zendingswerk te beginnen. Tijdens zijn BDE onthulde een
prachtige "Dame van het Licht" (die hij identificeerde als de Maagd
Maria) toekomstige wereldwijde catastrofen aan hem waarvan er zich al veel
hebben voorgedaan. Vandaag is Dougherty spreker, voormalig directeur en
woordvoerder van de internationale organisatie voor studies over Bijna
Doodservaringen (www.iands.org). Hij stichtte ook een spiritueel centrum zoals
geopenbaard in zijn BDE, de Mission of Angels Foundation
(www.fastlanetoheaven.com), waar hij spreekt over leven-na-de-dood problemen,
BDE's, Maria-verschijningen en andere spirituele zaken. Hij is ook gastheer van
End Times Daily (www.endtimesdaily.com) - een katholieke nieuwssite die zich
richt op eschatologie - en hij publiceert sinds 2005 op een maandelijkse basis
de innerlijke locuties die hij krijgt. Het volgende is een fragment uit zijn
boek, Fast Lane to Heaven.
1 Ned
Dougherty en het Hemelse Amfitheater
De
bijna-dood tunnel (Ned had hartaanval en kreeg een BDE in de ambulance
naar het ziekenhuis)
Toen zich vlak voor mij een enorm energieveld in de lucht
begon te vormen, hoorde ik een luid, schurend mechanisch geluid terwijl de
energiemassa zichzelf vormde in een cilinder die naar boven vloeide. Het leek
alsof de duisternis van de hemel vloeibaar werd, terwijl de energiemassa zich
krulde als een oceaangolf en een perfecte tunnel vormde die zich uitstrekte tot
in de hemel.
Terwijl ik naar de grote en imposante tunnel van energie staarde,
begon een glinsterend, lichtgevend blauw energieveld door de tunnel naar me toe
te zweven. Toen het snel naderde, zag ik het lichtgevende blauwe energieveld in
een vorm materialiseren tot een beeld van een menselijk wezen. Toen het beeld
zich opstelde, stond ik oog in oog met een oude vriend. Zijn naam was Dan
McCampbell, maar ik had nooit verwacht hem weer te zien. Per slot van rekening
was hij in Vietnam gedood.
Terwijl Dan en ik communiceerden, realiseerde ik me dat we
niet met elkaar spraken zoals we in onze aardse levens hadden gecommuniceerd.
Zodra ik dacht: "Dan, ik herken je", werd het hem meegedeeld. We
communiceerden telepathisch, wat een communicatie van woorden tussen geesten
impliceert op een andere manier dan door stemmen, maar een dergelijke
beschrijving schiet tekort bij de spirituele communicatie die we ervoeren. We
communiceerden niet alleen met woorden; we communiceerden ook met gevoelens en
emoties. Zowel gedachten en emoties werden telepathisch en spiritueel
gecommuniceerd op een manier die de normale menselijke communicatie ver
overtrof.
Dan liet me weten: "Je
staat op de drempel van een belangrijke reis, elk van deze plaatsen en
gebeurtenissen die voor je liggen moet je zoveel mogelijk absorberen. Het is
belangrijk dat je alles onthoudt wat je voor je ziet, en je moet terug naar de
wereld met wat je ervaart, je hebt een missie in je leven en deze ervaring zal
je begeleiden bij die missie. "
Plotseling werd ik omhuld door dit schitterende gouden
licht. Het licht was briljanter dan het licht dat uit de zon kwam, vele malen
krachtiger en stralender dan de zon zelf. Toch werd ik er niet door verblind en
werd ik er ook niet door verbrand. In plaats daarvan was het licht een
energiebron die mijn wezen omarmde.
Ik was alleen in de gloed van dit licht en zweefde voor een
magnifieke aanwezigheid. Ik geloofde onmiddellijk dat ik in de aanwezigheid was
van God, mijn Schepper. Ik voelde dat God me omhelsde en dat hij liefde voor
mij had, een liefde die groter was dan elke liefde die ik ooit op aarde had
gekend. Ik realiseerde me dat God zijn licht van liefde aan mij schonk, terwijl
zijn licht transformeerde van een schitterend gouden licht naar een puur wit
licht. Toen ik meer waardering kreeg voor Gods liefde, werd het licht van God
helderder, van een zuivere witheid die niet te beschrijven is. Toen ik voelde
dat mijn spirituele wezen Gods liefde had ontvangen tot het punt dat het
overstroomde, werd ik me bewust dat God mijn wezen stabiliseerde en kracht gaf
ter voorbereiding op mijn missie. Ik besefte dat ik zou terugkeren naar het
aardse leven en dat God me aan het klaarmaken was en leidde voor die terugkeer.
God begon me te doordrenken met universele kennis. Ik
besefte dat ik altijd naar deze kennis had gedorst en ik wilde zoveel mogelijk
absorberen. Terwijl ik bleef hangen in Gods licht, voelde ik deze kennis
doordringen en opgenomen worden door mijn spiritueel wezen. Deze kennis
stroomde door mij heen op dezelfde manier als Gods liefde, pulserend door mijn
wezen. Dan was terug aan mijn zijde gekomen. We daalden samen af van Gods
licht in een universum van heldere sterren. We waren weer in de diepste leegte
van de ruimte, maar nu voelde ik me comfortabel in deze omgeving en ook in mijn
geestelijk lichaam, en ik voelde me thuis op deze hemelse plaats. Toen Dan en
ik verder afdaalden, schrok ik van de prachtige etherische structuur direct
onder ons. De hemelse structuur leek op een amfitheater, vergelijkbaar met die
in oude beschavingen. Dit amfitheater was gemaakt van een schitterende,
kristalachtige substantie die in zijn vorm veelkleurige golven van energie
uitstraalde. Het amfitheater was opgehangen in de lege ruimte op dezelfde
manier als een ruimtestation in de ruimte zou kunnen zweven. Het amfitheater
was vergelijkbaar in grootte met een sportstadion en bracht een grote majesteit
over.
Een
amfitheater in de hemel
Toen Dan en ik dichter bij het amfitheater afdaalden,
besefte ik dat het gevuld was met duizenden spirituele wezens. We zweefden
direct over de structuur en ik voelde een levendige energie me omhullen. De
energie leek afkomstig te zijn van de kristallijnen structuur van het
amfitheater. Hoe lager we afdaalden, hoe meer ik tot de energie werd
aangetrokken.
Ik voelde dat de duizenden spirituele wezens daar ook deze
energie absorbeerden. Ze zonden golven van energie naar elkaar uit, evenals
naar Dan en mij. We daalden nu af naar het hemelse veld, dat omringd was door
de grote boog van het amfitheater. Hoewel ik het eerst als energie voelde,
besefte ik dat de energie die uit de kristallijnen structuur kwam ook een
symfonisch geluid was.
Al snel werden Dan en ik opgenomen in het midden van het
hemelse veld, wat betekende dat de aandacht van de duizenden spirituele wezens op
ons gericht was. Deze wezens bevonden zich in het hele amfitheater. Boven,
onder en achter ons was de diepe leegte van de ruimte. Vóór ons communiceerden
duizenden spirituele wezens, door muzikale geluiden, gevoelens van goede wil
aan mij. Hun begroetingsgeluid was in harmonie met de symfonische geluiden van
energie die afkomstig was van het amfitheater. Toen ik eenmaal op het hemelse
veld was gaan zitten, kon ik rechtstreeks in het kristallijne oppervlak van het
amfitheater kijken en kon ik zien hoe de veelkleurige prisma's van het licht
door de structuur pulseerden.
Ik was overweldigd door het geweldige zicht voor mij, maar
de gevoelens van liefde die mij door de spirituele wezens werden overgebracht
waren nog overweldigender. De spirituele wezens juichten me toe en gaven
liefdevolle bemoediging en steun:
"Je
doet het geweldig, we zijn hier om je te ondersteunen. Blijf goed werk doen, en
we zullen je helpen. Je bent een deel van ons, en wij zijn een deel van jou. We
staan klaar om je te helpen als je ons nodig hebt, en je zult ons nodig
hebben. Roep ons. We komen naar je toe als de tijd er is!”
Eerlijk gezegd was ik in de war door alle aandacht. Er was
niets geweldigs aan de manier waarop ik mijn leven geleid had. Misschien
spraken de spirituele wezens over wat nog moest komen. Ze hadden zeker niet
kunnen spreken over eerdere gebeurtenissen in mijn leven. Ik dacht: "Hoe
kan ik het geweldig doen, ik heb iemand vannacht bijna gedood, zou ik
gerechtvaardigd kunnen zijn in wat ik probeerde te doen?" Dan kwam tussen:
"Je
bent geestelijk gered van een negatieve gebeurtenis dat plaatsvond in je leven.
Je probeerde daarnet een negatieve gedachte over deze gebeurtenis over te
brengen. Je kunt hier niet over dergelijke dingen spreken. Er zijn geen
negatieve gedachten hier, alleen positieve bevestigingen. Ze kunnen je niet
horen, ze zullen je niet horen als je negatief denkt of spreekt. Je moet
positief zijn om je missie uit te voeren.”
Ik draaide me naar rechts en realiseerde me dat een groep
spirituele wezens zich op het hemelse veld bij ons had gevoegd. Deze
gebeurtenis was inderdaad een thuiskomst voor mij. Onder de groep spirituele
wezens, herkende ik overleden vrienden en familieleden uit mijn leven.
Ik herkende ook andere vrienden uit mijn geestelijk leven
voorafgaand aan mijn geboorte op aarde. Ik was vervuld van vreugde toen ik mijn
grootouders, tantes en ooms herkende die tijdens mijn leven waren gestorven. Ik
was echter teleurgesteld omdat ik mijn vader niet in de groep zag. Ik herkende
vervolgens andere vrienden uit mijn leven, waaronder een meisje van de
middelbare school. Ik wist niet dat ze was gestorven. De gevoelens van liefde
en vreugde die ik met deze familieleden en vrienden deelde, waren veel groter
dan de emoties die ik tijdens mijn leven met hen had gedeeld. Als kind van een
alcoholisch en gebroken huis communiceerde ik gevoelens niet erg goed met
familieleden of vrienden. Sterker nog, ik wist niet dat ik veel gevoelens had.
De meeste van mijn gevoelens waren van binnen verborgen.
Nu ik thuis gekomen was als een spiritueel wezen, waren de
begroetingen van het soort dat ik me had voorgesteld in een gezond gezin. Het
leek alsof we elke grote feestdag, elke geboorte en verjaardag, elke prachtige
gebeurtenis in onze levens vieren op een manier die we nooit als sterfelijke
menselijke wezens zouden kunnen vieren. Ik wilde dat deze viering en thuiskomst
voor altijd bleef duren, maar plotseling viel een stilte over het drukke
amfitheater.
[Dougherty beleeft dan een levensevaluatie waarin hij ervaart
dat hij de enige rechter is. Naderhand onthult een wezen zich dat Dougherty
identificeert als de"Vrouwe van het Licht” en zijn persoonlijke toekomst wordt
hem onthult. Hij zal een "Missie van Engelen" oprichten en hij
ontvangt ook profetieën over de toekomst van de wereld.]
2 De
Zaal van Gegevens en Ned Dougherty’s visioenen van de toekomst van de aarde
De
Zaal van Gegevens
Toen de filmachtige scènes van mijn toekomstige leven
eindigden, bevond ik me in een gebouw dat bekend stond als de 'Zaal van
Gegevens'. Ik zat op een marmeren bank en wachtte af. Vanaf daar kon ik naar
buiten kijken door een grote opening aan de zijkant van de kamer. Ik kon
kolommen van grote pilaren zien die een boog van het gebouw waarin ik zat,
ondersteunden. Voor de kolommen was een lange trap die naar een grote open
binnenplaats leidde. Ik voelde dat ik in deze grote en prachtige structuur op
aarde was, alleen gedurende een andere tijdsperiode. De architectuur en het
ontwerp van het gebouw brachten me tot de conclusie dat deze plaats waarschijnlijk
in het oude Egypte lag. Omdat ik echter geen andere wezens of menselijke
activiteit zag, concludeerde ik dat ik nog steeds in het hemelse rijk was.
De Vrouwe van het Licht verscheen in de kamer. Ze stond
naast een grote aardbol, die was opgehangen in een groot rond frame dat op de
marmeren vloer stond. De Vrouwe van het Licht begon met me te praten over de
toekomst van de wereld terwijl ze naar de aardbol wees. Ik keek toe terwijl ze
naar het Midden-Oosten wees, en ik zag een lichtflits. Ze wees toen naar Italië
en ik zag een andere lichtflits. Daarna verschenen snel lichtflitsen in het
Midden-Oosten en Europa die grote incidenten, wereldgebeurtenissen veroorzaakten.
Ze waren door de mensheid veroorzaakt en vertegenwoordigden: agressie,
terrorisme en oorlog. Fanatieke, zelfverklaarde religieuze groeperingen die
zogenaamd in naam van God handelden, voerden veel van deze daden uit, maar er
werd me verteld dat daden van oorlog en agressie geen deel uitmaakten van Gods
plan.
Ik kreeg een visioen te zien van een groot plateau in het
Midden-Oosten. Het plateau was omgeven door een stoffig, droog en kaal gebied
dat verlaten leek en verstoken van elk leven. Er werd mij verteld dat toekomstige
gebeurtenissen op deze locatie in het Midden-Oosten een kettingreactie zouden teweeg
brengen van door de mens veroorzaakte catastrofale gebeurtenissen, eerst in het
Midden-Oosten, vervolgens in Afrika en Europa, gevolgd door gebeurtenissen in
Rusland en China.
De Vrouwe van het Licht toonde me een ander tafereel van de
Aarde, opgehangen in de ruimte. Ik keek toe hoe de rotatieas van de Aarde
aanzienlijk begon te verschuiven. Ik kon niet zeggen hoeveel tijd de verschuiving
duurde, en ik kreeg ook geen tijd of datum te zien waarop deze zou
plaatsvinden. Ik kon zien dat er belangrijke geofysische veranderingen op het
aardoppervlak zouden plaatsvinden als gevolg van het verschuiven van de aardas.
Er waren grote aardbevingen over de hele wereld, waardoor de belangrijkste
continenten aanzienlijk veranderden. Er waren vulkanische uitbarstingen van
grote omvang die wolken spuwden van rook en as door de atmosfeer, die de aarde
in een periode van duisternis hulden. Grote overstromingen waren het
gevolg van smeltende en verschuivende poolkappen. Veel laaggelegen landgebieden
werden overspoeld door enorme vloedgolven. Ik keek naar taferelen van deze
gebeurtenissen die plaatsvonden, afgebeeld als zwart-witfilms. Ik keek naar een
tafereel op een heuveltoplocatie aan de kust van Long Island, New York, toen
rijen massale vloedgolven langs de kustlijn kwamen en het land onder water
zetten. Ik zag een ander tafereel vanaf een straathoek in New York City. Een
muur van water kwam door de brede laan en de omliggende kantoorgebouwen stortten
in elkaar. In een ander tafereel zag ik hoe een enorme watermuur de kustlijn
van Miami Beach trof. In het kielzog zag ik hoe een geheel nieuwe landmassa uit
de oceaan opsteeg.
De Vrouwe van het Licht vertelde me dat geen enkel van deze
toekomstige gebeurtenissen zou moeten plaatsvinden als de mensheid Gods plan begon
te erkennen en ermee samen werkte. De Vrouwe van het Licht vertelde me:
"De
manier om Gods plan te begrijpen en ermee samen te werken is door gebed en overweging,
door gebed om God te aanroepen, en door overweging om Zijn boodschap te
ontvangen."
Ze vertelde me dat de wereld gered kan worden, niet door
haar leiders, maar door gebedsgroepen over de hele wereld. Ze vertelde me dat
de gebeden van een groep van twintig mensen een natie konden redden van de
oorlog. Ze vertelde mij verder dat het lot van de mensheid in onze handen lag,
zowel individueel als collectief, om de richting waar de mensheid op afstevent
te veranderen in overeenstemming met Gods plan.
[Op dit moment ontmoet Dougherty een ongelooflijk wezen
waarnaar hij verwijst als "de Schitterende Man" die past bij de
beschrijving van Jezus Christus, gekleed in een wit gewaad, met lang en licht
krullend kastanjebruin haar en een kortgesneden baard. Hij hield zich bezig met
kleine kinderen.]
Een vloed van vragen vloeide door mijn hoofd terwijl ik gebeurtenissen
kreeg te zien waarvan ik wist dat ze in de toekomst plaats zouden vinden op
Aarde, tijdens de 'Eindtijd'. Ik was me bewust van de aanwezigheid van de
Vrouwe van het Licht, die zichtbaar aan mijn rechterkant stond, terwijl ik de taferelen
voor mij zag. Ik besefte dat de Vrouwe van het Licht ook invloed had op mijn
kijk op de Eindtijd. Als ik me op Haar concentreerde, besefte ik Haar plaats en
verhevenheid in de reeks gebeurtenissen die zouden plaatsvinden tijdens de
Eindtijd. Ik was me ervan bewust dat het aardse landschap van berghellingen en
valleien zichtbaar was buiten de uitgestrektheid van de ruimte die de Eindtijd
vertegenwoordigde. Met andere woorden, ik kreeg een aards landschap te zien dat
zou bestaan na de Eindtijd. Ik begreep dat de Eindtijd niet het einde van de
wereld betekende. Het betekende het einde van de wereld zoals wij die kennen,
maar het betekende ook het begin van een nieuwe wereld. Ik zag dat het aardse
landschap in de verte deel uitmaakte van de nieuwe wereld, maar het leek zo ver
weg - nauwelijks waarneembaar, bijna mystiek, als een droomwereld.
[De Vrouwe van het Licht toonde vervolgens Ned Dougherty
het prachtige toekomstige paradijs dat de aarde zal worden nadat deze grote
traumatische geofysische veranderingen zich hebben voorgedaan op aarde. Hierna
eindigt de BDE van Ned Dougherty en begint zijn nieuwe levensmissie.]
3 Andere
profetieën van de toekomst gegeven aan Ned Dougherty
Hij heeft de terroristische aanslagen op New York voorspeld
maar dit zijn nog voorspellingen die hij heeft gekregen.
Religieuze
fanatici zullen oorlogen over de hele wereld ontketenen
Zoals eerder vermeld in zijn BDE, ziet Dougherty een
toekomstvisie van "Fanatieke, zelfbenoemde religieuze groepen die
zogenaamd in naam van God handelen. Ze voeren veel oorlogen, maar er werd mij verteld
dat daden van oorlog en agressie geen deel uitmaakten van Gods plan." Hij
kreeg een visioen te zien van een droog, stoffig, kaal gebied in het
Midden-Oosten dat aanleiding zou geven tot een kettingreactie van door de mens
veroorzaakte catastrofale gebeurtenissen, eerst in het Midden-Oosten,
vervolgens in Afrika en Europa, gevolgd door gebeurtenissen in Rusland en
China.
De
aardas verschuift en veroorzaakt ernstige natuurrampen
De Vrouwe van het Licht toonde hem vervolgens een visioen
van de Aarde die in de ruimte was opgehangen. Hij keek hoe de as van de aarde
verschoof en kon niet zien wanneer het begon of hoe lang het duurde. Maar hij
observeerde duidelijk de geofysische veranderingen: grote aardbevingen die over
de hele wereld uitbarsten en de vormen van de belangrijkste continenten
veranderen, en vulkanische rook en as verspreidden in de atmosfeer. Hij bekeek
zwart-witfilms van deze gebeurtenissen. Edgar Cayce, de zogenaamde
'slaapprofeet', voorspelde ook een verschuiving in het magnetisch veld van de
aarde. Volgens het Goddard Space Flight Center van de NASA veranderde in 1998
iets het zwaartekrachtsveld van de aarde dat de magnetische polen dichter bij
elkaar bracht. Het NASA-artikel legde uit dat toen het ijs op de polen smolt,
de zeestromingen water naar de evenaar bewogen, waardoor onderzoekers denken
dat onderzoekers gedeeltelijk verantwoordelijk zijn, in samenhang met
verschuivingen in atmosferische patronen, voor deze voortdurende verschuiving
in het magnetisch veld van de aarde. Deze NASA-bevinding bevestigt zowel
Dougherty's als Cayce's voorspelling van een poolverschuiving.
Een
enorme vloedgolf raakt de kustlijn van Long Island en New York City, daarna
Miami Beach
Het is heel goed mogelijk dat de massale vloedgolf die
voorspeld is in de toekomstvisie van Dougherty gerelateerd is aan de dreiging
van de instorting van Cumbre Vieja op de Cabarische eilanden. Deze profetie
sluit nauw aan bij een hypothese die de uitbarsting van Cumbre Vieja verbind
met een eschatologische aardbeving die op verschillende plaatsen in de Bijbel
wordt beschreven en die wordt geassocieerd met de wederkomst van Christus. Na
zijn BDE hoorde Dougherty van deze dreiging van Cumbre Vieja en reisde hij naar
La Palma op de Canarische Eilanden om het gebied zelf te onderzoeken.
Hij is er nu van overtuigd dat de profetie die hij tijdens
zijn BDE heeft gezien, rechtstreeks verband houdt met de dreiging van de
ineenstorting van Cumbre Vieja op de Canarische Eilanden. Het zou een mega-tsunami
veroorzaken. De gebeurtenis zou eruit zien als een "enorme berg, brandend
van vuur" die in de zee wordt gegooid, zoals beschreven in het boek
Openbaring (Openbaring 8:8). In zijn boek bespreekt Dougherty ook de
verschijningen in Turzovka in 1958, die ook enorme vloedgolven lijkt te voorspellen
die voortkomen door een vulkanische instorting.
Een
nieuwe landmassa zal uit de oceaan opstijgen
De Vrouwe van het Licht openbaarde aan Dougherty tijdens
zijn BDE dat wanneer massieve vloedgolven zowel de oostelijke als de westelijke
kustlijnen van de VS treffen "een geheel nieuwe landmassa uit de oceaan zal
opstaan". Deze profetie komt overeen met die van Edgar Cayce die
voorspelde dat het oude continent van Atlantis op een dag zal oprijzen in de
toekomst.
China
wordt een bedreiging voor de wereldwijde vrede
"De grootste bedreiging voor wereldwijde vrede en
behoud zal komen van China, dat zich voorbereidt op wereldwijde oorlog en
overheersing door het grootste leger ter wereld te bouwen, profetisch vermeld
in het boek Openbaring als het leger van" tweehonderd miljoen." Onder
het mom van bevolkingscontrole heeft China systematisch ongeboren vrouwelijke
baby's uitgeroeid ten gunste van mannen om een leger te kweken dat in staat
is de wereld te domineren. "De Vrouwe van het Licht heeft me specifiek
gezegd: Bid voor de bekering van China. De bekering van China tot God is
noodzakelijk voor de redding van de wereld."
Hij zegt dat de verschijnselen die hij heeft gezien
vergelijkbaar zijn met wat hij later hoorde over de verschijningen van Maria in
Zeitoun, Egypte, waar ook de 'Vrouwe van het Licht' werd genoemd. Dit doet ook
denken aan de verschijningen van Maria in Fatima, Portugal, waar ze bijna
honderd jaar geleden een bijna identieke bezorgdheid uitte over een
vergelijkbare dreiging van het communistische Rusland.
De
Amerikaanse regering zal instorten en het land kwetsbaar maken voor aanvallen
door China
"De regering van de Verenigde Staten zal haar
financiële verplichtingen als gevolg van de duizelingwekkende nationale schuld
niet kunnen nakomen en zal instorten. Als gevolg van de vernietiging van
Amerikaanse militaire bases door natuurrampen, verliezen de Verenigde Staten
hun vermogen om oorlog te voeren of zichzelf te verdedigen, waardoor het land
kwetsbaar wordt voor invasie door buitenlandse troepen, met name door het
Chinese leger van tweehonderd miljoen."
De Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maria - deel 2
God
schonk de ziel van de allerheiligste Maria de “gewoonte der deugd”
De onstuimige stromen van de Godheid kwamen in Maria’s
gewijde ziel samen. Zij ontsprongen aan het fundament van Zijn Wijsheid en
Goedheid, waardoor en waaruit Hij besloten had de grootste gaven en deugden,
welke in alle eeuwigheid aan geen ander schepsel gegeven zouden worden, in deze
Hemelse Vrouwe te plaatsen. En toen het uur gekomen was om deze deugden aan
Haar mee te delen, dus op hetzelfde ogenblik waarop haar natuurlijk leven
begon, vervulde de Almachtige naar Zijn welbehagen deze wens, waarvan Hij de
realisatie had opgeschort vanaf het allereerste begin, tot de gepaste tijd zou
aanbreken. De Heer voerde Zijn plan uit. Hij liet ten tijde van Haar Ontvangenis
Zijn gaven en genaden neerdalen in de ziel van Maria in een zodanig
overstelpende mate dat geen andere Heilige of allen tezamen ooit zouden kunnen
bereiken. Hoewel Zij getooid als de Bruid van de Hemel neerdaalde, begiftigd
met alle volmaaktheden en met de hele reeks van ingestorte deugden, was het
niet noodzakelijk, dat Zij al deze deugden tegelijk zou beoefenen. Het zou
voldoende zijn indien Zij die deugden beoefende, welke pasten bij Haar staat in
de schoot van Haar moeder.
Onder de eerste waren de drie theologische deugden: geloof,
hoop en liefde, die rechtstreeks betrekking hebben op God. Zij beoefende ze
onmiddellijk op de meest verheven wijze, waarbij Zij door een zeer fijnzinnig
geloof de Godheid met al Haar volmaaktheden en oneindige eigenschappen, zowel
als de Drie-eenheid met Haar onderscheiden Personen erkende. Deze kennis door
het geloof werd niet gehinderd door de hogere kennis, welke God Haar gaf. Zij beoefende
ook de deugd van hoop, omdat Zij in God het voorwerp van Haar geluk en Haar
laatste doel zag. Haar ziel streefde zonder een moment een ander doel voor ogen
te hebben, noch aarzelde op Haar naar boven gerichte vlucht, met hevig
verlangen naar Haar vereniging met God. Tegelijk beoefende Zij de deugd van
liefde. Zij zag in God het oneindige en hoogste Goed en bracht een zodanig
diepe waardering voor de Godheid op, dat zelfs alle serafijnen tezamen nooit
een dergelijk hoge graad van vervoering en deugd zouden kunnen bereiken.
De andere deugden, die de rede van het schepsel sieren,
bezat Zij in verhouding tot de theologische deugden. De zedelijke en
natuurlijke deugden bezat zijn in wonderbare en bovennatuurlijke mate en in de
orde der genade bezat Zij op nog verhevener wijze de gaven en vruchten van de
H. Geest. Zij had een ingestorte kennis en de gewoonte van al deze deugden. De
wetten van de natuur hadden geen geheimen voor Haar zodat Zij helemaal
vertrouwd was met de natuurlijke en bovennatuurlijke orde van de dingen in hun
verhouding tot de grootheid van God. Zodoende was Zijn vanaf Haar eerste
ogenblik in de schoot van haar Moeder wijzer, voorzichtiger en helderder van
verstand en meer in staat om God en al Zijn werken te begrijpen dan alle
schepselen, de er zijn geweest of er ooit nog zullen zijn tot in de eeuwigheid,
uitgezonderd natuurlijk Haar allerheiligste Zoon. En al deze volmaaktheden
bestonden ook in Haar daden, welke Zij in overeenstemming met de heiligheid van
Haar staat en in verhouding met de werkzaamheid van de goddelijke kracht,
verrichtte. Daarom was Haar volmaaktheid aan geen andere grenzen gebonden dan
Gods allerrechtvaardigst welbehagen.
Bij de beoefening van de theologische deugden, de deugd van
godsdienstigheid en de hoofddeugden, die daaruit voortvloeien, nam Zij God
waar, zoals Hij is, als de Schepper en de Glorie-brenger. In heldhaftige daden
bracht Zij Hem eer, prees Hem en bedankte Hem voor Haar schepping. Zij beminde
Hem, vreesde Hem en aanbad Hem, onder het brengen van offers van aanbidding,
lof en eer, wegens Zijn onveranderlijk Wezen. Zij erkende de ontvangst van de
gaven hoewel nog vele daarvan voor Haar verborgen waren, en Zij dankte daarvoor
in diepe nederigheid. Zij verootmoedigde zich onmiddellijk in de schoot van
Haar moeder, zelfs in dat zeer kleine lichaam. En door al deze daden waren Haar
verdiensten groter dan van alle Heiligen in de hoogste graden van volmaaktheid
en heiligheid samen. Haar kennis van het geheim van de Godheid en van de
allerheiligste Drie-eenheid was groter dan de geloofswaarheden ons leren.
Hoewel Zij God op het moment van Haar Ontvangenis niet intuïtief
zag, zoals de Heiligen Hem zien, zag Zij Hem toch abstract door een licht en
inzicht, dat hoewel minder scherp dan het gelukzalig schouwen, toch sterker was
dan de andere wijzen, waarop God Zichzelf kan tonen of openbaart aan het
geschapen verstand. Haar werden beelden van de Godheid getoond, die zo
duidelijk en helder waren dat Zij het onveranderlijk Wezen van God begreep,
duidelijker dan ooit twee schepsels elkaar kunnen begrijpen. Deze beelden waren
als een uitstralende spiegel, van waaruit de hele Godheid en daarin alle
schepselen schitterden. Zo zag Zij in God, door dit licht en deze beelden van
de goddelijke natuur, alle dingen met een grotere helderheid en duidelijkheid
dan mogelijk was door de beelden, die de ingestorte kennis, welke Zij reeds
bezat, Haar toonde.
Door al deze verschillende middelen, werd Haar vanaf het
eerste ogenblik van Haar Ontvangenis, het visioen getoond van alle mensen en
engelen in de hiërarchie, waardigheden en werkzaamheden evenals van alle schepselen
zonder rede met hun natuur en omstandigheden. Zij zag de val van de engelen en
hun ondergang; de rechtvaardiging en glorie van de goeden en de verwerping en
bestraffing van de slechten; de eerste geluksstaat van Adam en Eva in hun
onschuld; hun verleiding, hun schuld en de ellende waarin zij geworpen werden
door hun val, en in welk ongeluk het hele menselijk ras door hen werd gestort;
het goddelijk besluit om dit weer goed te maken; de voorbeschikking en
ondergang van de wereld; de natuur van de Hemelen, de sterren en planeten; de
stand en rangschikking van de elementen. Zij zag het vagevuur, het
voorgeborchte en de hel. Zij zag hoe al deze dingen met al wat zij bevatten,
waren geschapen door de goddelijke kracht en door de oneindige goedheid in
stand werden gehouden, zonder dat Hij hen daar zelf bij nodig had. Maar bovenal
werd Zij ingelicht over alle geheimen die betrekking hadden op de Menswording,
waardoor God mens zou worden tot redding van heel het menselijk geslacht
terwijl er voor de gevallen engelen geen geneesmiddel zou zijn.
Voortvloeiend uit deze wondere kennis, welke Haar ziel op
het moment van de vereniging met het lichaam bezat, spande Maria zich in tot
het verrichten van heldhaftige deugdbeoefening. Zij stelde daden van onvergelijkelijke
bewondering, lof, eerbetuiging, aanbidding, nederigheid, liefde voor God en
droefheid over de zonden, welke tegen Hem waren begaan, die Zij erkende als de
Verwekker en het einddoel van al deze bewonderenswaardige werken. Zij droeg
Zich op als een aanvaardbare offerande aan de Allerhoogste. Zij begon, van dat
ogenblik af, Hem met innig verlangen te zegenen, Hem lief te hebben en Hem te
eren, omdat Zij zag, dat de slechte engelen, en de mensen hadden nagelaten Hem
te leren kennen en lief te hebben. Zij verzocht de H. engelen, wier Koningin
Zij reeds was, Haar te willen helpen, de Schepper en Heer over allen de eer te
brengen, die Hem toekwam, en tevens voor Haar te willen bidden.
De Heer toonde Haar op dit ogenblik, ook Haar
engelbewaarders, die Zij erkende en in blijde onderwerping aanvaardde. Zij
nodigde hen uit om in beurtgezang met Haar de Allerhoogste in lofzangen te
eren. Zij kondigde hem op voorhand aan, dat dit de dienst zou zijn, die zij aan
Haar, gedurende de hele tijd van Haar sterfelijk leven, waarin Zij als Haar
helpers en bewaarders zouden optreden, moesten bewijzen. Zij werd bovendien
ingelicht over haar hele stamboom en die van de rest van het door God gekozen
volk, de Patriarchen en Profeten, en hoe bewonderenswaardig God was geweest
door gaven, genaden en gunsten in hen te bewerkstelligen. Het dwingt
bewondering af, hoewel de uitwendige vormen van haar lichaam bij de schepping
van haar ziel, nauwelijks groot genoeg waren om onderscheiden te worden, Hij
door de kracht van Zijn rechterhand beval, dat bij het aanschouwen van de val
der mensheid Zij, in de schoot van Haar moeder, tranen van droefheid zou
storten over de zwaarte van de belediging, die God werd aangedaan. In deze
wonderschone droefheid op het moment van haar tot bestaan komen, begon Zij een
geneesmiddel te zoeken voor de mensheid, en ving Zij het werk van middelares,
voorspreekster en herstelster aan. Zij droeg aan God het luide geroep van haar
voorvaders en van de rechtvaardigen op deze aarde op. Zij smeekte dat Zijn
barmhartigheid het redden van de stervelingen niet zou uitstellen, die Zij toen
reeds beschouwde als haar broeders en zusters.
Voordat Zij een woord met hen had gesproken, hield Zij van
hen met de meest brandende liefde, en van het eerste begin van Haar bestaan af,
nam Zij de taak van Weldoenster van de mensheid op zich, en beoefende Zij de
goddelijke en broederlijke liefde die in Haar hart waren ontstoken. Deze
smekingen werden door de Allerhoogste met grote welbehangen ontvangen dan de gebeden
van alle Heiligen en Engelen tezamen, en dit welbehagen werd Haar, die
geschapen was om de Moeder van God te worden, meegedeeld. Zij bemerkte Gods
liefde en Zijn wens van de Hemel neer te dalen om de mensheid te verlossen, al
wist Zij niet, hoe dat zou plaatsvinden. Het was passend, dat God Zich als
gedwongen voelde Zijn komst te bespoedigen wegens de gebeden en smekingen van
dit Schepsel, want het was allereerst uit liefde voor Haar, dat Hij zou komen,
en in Haar lichaam het menselijk vlees zou aannemen, Zijn bewonderenswaardigste
werk zou volbrengen en het einddoel voor alle schepselen zou waar maken.
Op het ogenblik van haar Ontvangenis bad Zij ook voor haar
natuurlijke ouders, Joachim en Anna, die Zij in God kende voordat Zij ze in
werkelijkheid had gezien. Zij beoefende de deugden van liefde, eerbied en
dankbaarheid, en erkende hen als de tweede oorzaak van haar natuurlijk bestaan.
Zij stortte meerdere gebeden. Door de hulp, welke de ingestorte kennis Haar
gaf, begon Zij liederen van dankbaarheid in Haar geest en hart samen te stellen
omdat Zij reeds bij de poort van het leven, hetgeen wij allen verloren zijn bij
ons eerste begin, had gevonden. Zij vond de genade, welke naar Haar stroomde. Zij
vond de Godheid, die Haar op de drempel van Haar bestaan opwachtte. De
eigenschappen van Haar lichaam en ziel vonden op het moment van Haar schepping
het edelste Voorwerp, dat hen aantrok en in geestvervoering bracht, want
daarvoor alleen waren ze geschapen en aangezien ze geheel van Haar zouden zijn,
was het passend, dat de eerste vruchten van hun werkzaamheid, welke zouden bestaan
uit de kennis en liefde van God, geheel aan de Voorwerp gewijd zouden zijn. In
deze Koningin bestond geen “zijn” zonder kennis van God, geen kennis zonder
liefde, en geen liefde zonder Haar verdienste. Zij had niets kleins in Zich,
niets dat uitsluitend werd bepaald door de gewone wetten of de algemene regels.
Zij was helemaal groot, en groot kwam Zij voort uit de
Handen van de Allerhoogste, opdat Zij zou kunnen voortgaan in groei en een
staat van voortreffelijkheid zou bereiken, die slechts God zou kunnen
overtreffen. (…)
Daar sliep dan de bruid van de Koning terwijl Haar hart
ontwaakt was. Daar sliepen nog die menselijke ledematen, die nog nauwelijks hun
natuurlijke vormen bereikt hadden, en het daglicht nog nooit hadden gezien, en
dat Hemelse hart, wonderschoon door de grootte van Zijn gaven, onbeduidend in
zijn kleinheid, maar attent in Haar moeders schoot, verlicht door het licht van
de Godheid, die het overstroomde en ontstak in het vuur van Zijn onmetelijke
liefde. (…)
Zij moest niet onderdoen voor de engelen die onmiddellijk
bij het begin van hun schepping gebruik maakten van hun eigenschappen.
Integendeel, dit voorrecht was Haar in grotere mate van voortreffelijkheid gegeven
omdat Zij werd geschapen als Hun Koningin en Vrouwe. Zij kreeg het in meerdere
mate, dat overeenkwam met het verschil tussen Haar naam en Haar taak als Moeder
van God, en die van dienaars, met Haar staat als Koningin en die van ondergeschikte;
want tegen geen der engelen had het Woord gezegd: “Gij zult Mijn Moeder zijn”;
noch kon één van hen tegen Hem zeggen: “Gij zijt mijn Zoon.” Maria alleen kon
aanspraak maken op deze omgang en deze verwantschap, welke daarom de werkelijke
maatstaf en het fundament is van de grootheid van Maria, op dezelfde wijze als
de Apostel de grootheid van Christus afmeet aan Zijn Kindschap van de eeuwige
Vader. Maria is de Hemelse zon, waaruit de stralen van de Godheid over de
wereld vallen, hoewel Zij nog verduisterd is in de moederschoot van de H. Anna.
(…)
De ziel van Maria, zag op het moment van Haar Ontvangenis,
het goddelijk wezen abstract, want de wezenlijke Glorie zijn is een voorrecht
da kenmerkend was voor de ziel van Christus, hetgeen afgeleid kan worden uit de
wezenlijke vereniging van de Godheid in de Persoon van het Woord. Want er zou
nooit een moment zijn dat de ziel van Christus en al haar eigenschappen zouden
verstoken zijn van de hoogste genade en glorie. Juist zoals Christus begon met
tegelijk God en mens te zijn, zo begon Hij ook op datzelfde moment God te
kennen en te beminnen zoals iemand die Hem reeds bezit. Maar de ziel van Zijn
heiligste Moeder was niet wezenlijk verenigd met de Godheid en daarom bezon Zij
haar activiteit niet als bezitter van God maar kwam Zij in dit leven als een
pelgrim. Zij verkreeg deze staat van pelgrim echter in zeer nauwe nabijheid van
de hypostatische (Goddelijke en menselijke natuur bijeen) vereniging, en daarom
werd Haar in evenredigheid daarmee een visie van God geschonken, welke zeer
dicht bij het goddelijk schouwen lag. Haar visie was minder dan die, welke
bereikt wordt in het gelukzalig schouwen, maar meer dan alle visioenen en
openbaringen aan andere schepselen gegeven, met uitzondering van de volheid van
aanschouwing van Christus. Het intuïtieve schouwen van andere schepselen werd
echter in haar eerste ogenblik door de Moeder van Christus overtroffen, wat
betreft de waarneming van Godomdat Zij
in bepaalde mysteries in abstracte zin verder doordrong. Hoewel Zij God niet
van aangezicht tot aangezicht zag op dat eerste moment van Haar Ontvangenis,
werd Haar vele malen gedurende het verloop van haar leven, deze gunst
geschonken.
Maria’s onderricht: Het is een rechtvaardige daad,
verschuldigd aan de eeuwige God, dat de mens die tot de jaren des verstands is
gekomen (7 jaar) zijn eerste bewegingen naar God richt. Door Hem te kennen, zal
het kind beginnen Hem lief te hebben, zal het Hem eer bewijzen en Hem aanbidden
als zijn Schepper en enigste ware Heer. De ouders zijn natuurlijk verplicht om
de kinderen in deze kennis van God vanaf hun kindertijd te onderrichten. Zij
moeten hen onderrichten in de kennis van God en Schepper, dan kunnen zij de kinderen
later heel gemakkelijk laten wennen om God te kennen en te aanbidden. De ouders
moeten met ijver tot God bidden om te vragen dat de zielen van hun kinderen,
door zijn Voorzienigheid het Doopsel mogen toegediend krijgen en zodoende
verlost mogen worden van de erfzonde. En als de mens de Schepper niet gekend
heeft en Hem niet heeft aanbeden vanaf de eerste dageraad van het verstand, dan
dient de mens dit te doen zodra hij kennis heeft gekregen van God door het
geloof. (…)
Overweeg hoe bij de eerste aanblik van het hoogste Goed,
mijn hart door liefde gewond werd en Ik Mij geheel aan Hem gaf, om Mij nooit
meer van Hem te scheiden. Mijn hele leven werd daarmee doorgebracht en Ik hiel
nooit ermee op om het middelpunt van Mijn wensen en verlangens te bereiken want
aangezien het Voorwerp oneindig is, kan de liefde geen rust hebben voordat dit
bereikt is. Met de kennis van God en Zijn liefde dient gepaard te gaan de
kennis van uzelf. Gedenk uw onbeduidendheid en laagheid. Schenk er aandacht aan
dat indien deze waarheden goed begrepen worden, herhaald en overwogen worden,
zij goddelijke gevolgen zullen hebben in de ziel. (…)
Uitleg
van Openbaring 21 met betrekking tot Maria :
En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde;
Johannes spreekt over de schepping van Maria door de hand
van de Almachtige en de vorming van het materiaal, waaruit de heiligste
menselijke natuur van het Woord voortkwam. Het is passend dat de goddelijke
menselijke natuur en de maagdelijke schoot, waaruit het Woord gevorm zou
worden, “een nieuwe Hemel” genoemd wordt, want in die Hemel begon God op nieuwe
wijze te wonen, geheel verschillend van de wijze, waarop Hij in de oude Hemel
en in welke van zijn schepselen, gewoond had. Maar de oude Hemel kon na het
mysterie van de Menswording ook “nieuw” genoemd worden, want daardoor werd iets
helemaal nieuws mogelijk, nl. dat sterfelijke mensen daarin zouden kunnen
wonen. Bovendien was de vernieuwing, welke veroorzaakt werd door de glorie van
de mensheid van Christus en die van Zijn zuiverste Moeder, zo luisterrijk, dat
zij boven de vroegere glorie een vernieuwing van ongehoorde schoonheid en
pracht aan de Hemel toevoegde.
De goede engelen woonden er reeds maar dat was iets van de
zeer oude tijd. Het was een nieuwe gebeurtenis, dat de Eniggeborene van de Vader,
bij Zijn dood de verloren glorie, welke door de zonde was teloor gegaan, zou herstellen
en voor de mensen de Hemel, waaruit zij verdreven waren, en waarvoor zij zich
als bewoners ongeschikt hadden gemaakt, opnieuw toegankelijk zou maken. En
omdat al deze vernieuwingen van de Hemel hun begin hadden in de Maagd Maria,
zegt Johannes als Hij spreekt over Maria, zonder zonde geboren, dat Hij een
nieuwe Hemel zag. Ook zag Hij een nieuwe aarde, want de oude aarde was besmeurd
met de schuld van de zonde en de verdoemenis; maar de heilige aarde van de
heiligste Maria was een nieuwe aarde zonder de schuld en de vervloeking van
Adam; en zij was zo nieuw, dat er sedert de schepping van de eerste aarde geen
andere gezien was, totdat de schepping van de heiligste Maria een feit was.
Zij was zo nieuw en vrij van de vervloeking van de oude
aarde, dat in deze gezegende aarde alle andere kinderen van Adam zouden
vernieuwd worden. Want in, door en wegens deze gezegende aarde van Maria, zou
het aardse materiaal van Adam weer gezegend, vernieuwd en bezield worden,
terwijl dit tot dat ogenblik vervloekt was en oud was geworden door de
vervloeking. Alles werd vernieuwd in de heiligste Maria en in Haar onschuld, en
daarom ziet Johannes in Haar de vernieuwing van aarde en menselijke elementen
hun opgang naar boven weer kunnen beginnen, en dat in Maria, zonder zonde
ontvangen, een nieuwe Hemel en een nieuwe aarde zichtbaar zijn.
de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen
Zodra de nieuwe aarde en de nieuwe Hemel van Maria en haar
Zoon, de Godmens, in de wereld zouden komen, zou de oude Hemel en aarde, oud
geworden door het door zonden besmeurde menselijke en wereldlijke materiaal, verdwijnen.
Er was nu een nieuwe Hemel voor de Godheid in dat menselijk wezen, helemaal
zonder zonde. Zij zou een nieuwe woonplaats voor God zijn door Zijn
hypostatische vereniging in de Persoon van het Woord. De eerste Hemel, welke
God in Adam had geschapen, was onbruikbaar geworden en niet meer passend voor
Gods inwoning; deze Hemel had reeds opgehouden te bestaan. Daarvoor in de
plaats was een andere Hemel gekomen, door de komst van Maria. Daar was de
nieuwe Hemel der glorie voor de mensen, niet dat de oude Hemel ophield te
bestaan, maar er zouden van nu af aan geen mensen die zoveel eeuwen uitgesloten
waren ontbreken. Het was nu geen oude Hemel meer, zij werd een nieuwe Hemel
door Christus’ verdiensten, welke nu zichtbaar werden in het morgenrood der
genade, in de heiligste Maria, Zijn Moeder. Zo verdwenen de eerste Hemel en de
eerste aarde, die tot dat moment geen uitkomst hadden kunnen brengen.
en de zee bestond niet meer.
De zee der gruwelen en zonden, welke de wereld had
overspoeld en de aarde van ons wezen had vernietigd, verdween bij de komst van
de heiligste Maria en Christus, want de zee van Zijn Bloed verslond de
zondenzee met grote overmacht. Zodanig dat geen kwaad hoe groot ook, nog iets
daartegen vermocht. Indien de mensen deze zee van goddelijke barmhartigheid en
verdiensten van Jezus Christus maar naderden, zouden alle zonden van de wereld
ophouden te bestaan omdat het Lam Gods gekomen was om de zonden van de wereld
weg te nemen.
En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, van God uit de
hemel neerdalen,
Aangezien al deze geheimen hun aanvang hadden in de
heiligste Maria, en in Haar gegrondvest waren, zegt Johannes dat hij de heilige
stad Jeruzalem zag. Dit is het beeld dat hij voor Haar gebruikt. Het was hem
gegeven om Haar zo te zien opdat hij de Schat, die aan zijn zorgen werd
toevertrouwd aan de voet van het Kruis, beter kon waarderen. Hoewel niets de
leegte, veroorzaakt door de afwezigheid van Haar zoon, kon vullen, was het toch
passend dat de H. Johannes ingelicht werd over de waardigheid van de taak die
hij op zich zou nemen, namelijk als plaatsvervanger te dienen voor Haar
natuurlijke Zoon, Jezus. Het was een uitstekend symbool voor Haar, wegens de
wondere werken die Jezus in de stad Jeruzalem had bewerkt want Zij was het
middelpunt van alle wonderen van de Almachtige. Het verheven Jeruzalem is het
symbool van de heiligste Maria, waarin alle genaden, wonderen, gaven en
schitteringen van de strijdende (op aarde) en triomferende (in de Hemel) Kerk waren afgebeeld en herhaald.
Alles wat tot stand gebracht was in Jeruzalem, de stad in
Palestina, en al wat dit met al haar bewoners betekende, is terug te vinden in
de zuiverste Maria, de heilige Stad Gods, met groter en prachtiger schittering
dan in de rest van Hemel en aarde en hun bewoners mogelijk is. Hier wordt Zij
het nieuwe Jeruzalem genoemd omdat al Haar gaven, haar grootte en deugden
helemaal nieuw waren en de oorzaak van een nieuwe verbazing van de Heiligen.
Ook wordt het woord “nieuw” gebruikt omdat :
·
Zij na alle oude Vaders, Patriarchen en Profeten
kwam en in Haar al hun aanroepingen, profetieën en beloften werden vernieuwd.
·
Zij betrad de wereld, triomferend over zonde,
de duivel en zijn eerste bedrog.
Haar komst was de grootste nieuwe gebeurtenis sinds het
begin der zonde. Van Haar wordt gezegd dat Zij “neerdaalde uit de Hemel”.
Hoewel Zij, wat de natuurlijke orde betrof, van Adam afstamde, volgde Zij niet
het pad van de zonde bij Haar verschijning zoals alle voorgaande kinderen van
de eerste schuldige hadden gedaan. Voor deze Vrouwe was er een bijzonder
decreet van goddelijke Voorzienigheid, en een nieuwe weg gemaakt, waardoor Zij
kon afdalen in deze wereld met Haar goddelijke Zoon. Zij ging de weg die
slechts Zijn en Christus zouden betreden. Zo daalde Zij als een nieuw schepsel
vanuit de Hemel van de goddelijke geest, vanuit de verheven sferen van
goddelijk overleg en voorbeschikking.
Zoals de andere kinderen van Adam ontleend worden aan de
aarde, aards en besmet, zo kwam deze Koningin van de schepping uit de Hemel,
aan God ontleend door onschuld en genade. Indien wij de waardigheid van Maria
als Moeder van God, met al wat dit meebrengt aan nabijheid van de eeuwige Vader
en aan de genade en het deelgenootschap met de Godheid beschouwen, dan komt de
natuurlijke substantie van Maria, welke Zij ontleende aan Adam, nauwelijks in
aanmerking. Deze grote waardigheid brengt met zich mee dat Haar natuurlijke
wezen als bijkomstig en van minder belang beschouwd kan worden.
gereed als een bruid die zich voor haar man heeft getooid.
Mensen hebben de gewoonte voor een huwelijksdag de
kostbaarste sieraden en geschenken, welke maar verkrijgbaar zijn bijeen te
brengen om een aardse bruid te tooien. Wij zien dat de zuiverste Maria de Bruid
is van de H. Drie-eenheid, en Moeder van de tweede Persoon, en dat Zij voor
deze waarheden getooid en gereed gemaakt was door de Almachtige God, die rijk
en oneindig is zonder mate of grens, dan zal Hij Haar uitgerust hebben opdat
Zij een waardige Bruid en Moeder zou zijn. (…) Laat ons allen met de Heer
zeggen, dat Zij alleen de Ene Gekozene is, de Volmaakte, die de rest dient te
erkennen, bekend te maken en te verheerlijken als de onbevlekte,
allergelukkigste Vrouwe, waarvan wij ons in verwondering en onder dankbare
lofprijzingen afvragen: Wie is Zij, die daar verschijnt als de morgen, schoon
als de maan en verschrikkelijk als een leger in slagorde geschaard? (Hooglied
6:10)
De oorlog komt eraan, en de Man van Verdoemenis wacht af - Julie Whedbee
Julie Whedbee – De oorlog komt eraan, en de Man van Verdoemenis wacht af 21/3/2018
Ik ben er zeker van dat zoals jullie allen, die de Vader
zoeken met al wat jullie hebben, de vermoeidheid en de uitdagingen van dit
leven, het zullen aanvoelen dat het soms overweldigend kan zijn. We weten dat
Hij spoedig voor ons komt, maar op Hem wachten doet velen van ons tot het
uiterste drijven van wat we aankunnen. In mijn gebed, de laatste paar dagen,
heb ik Yahushua (Yahweh die redt) gevraagd om Zijn Rest de bemoediging te geven
die we nodig hebben, en ons te vullen met Zijn vrede en vreugde ondanks alles
wat nu rond ons gebeurt. Dit is wat Hij zo genadevol heeft gedeeld in mijn
gebed deze morgen. Ik bid dat jullie zeer bemoedigd worden en gezegend door
Zijn ongelooflijke liefde voor ons!
Ik
ben het Licht van de wereld. Ik ben de Redder van de hele mensheid. Ik ben Degene
die geen begin en geen einde kent. Ik ben Degene die jullie zonden op Mijn Lichaam
tot op het Kruis gedragen heeft, zodat jullie vrij zouden kunnen zijn. Ik ben
jullie Verlosser, jullie Koning, jullie spoedig komende Bruidegom en jullie
Vriend.
Mijn geliefde Bruid, Mijn Hart is altijd verenigd met jullie, en Ik dank jullie
om Mijn offer te accepteren om het verdriet van Mijn Hart te delen. Ik zie
elke strijd, elke traan, en Ik overzie elke minuut in detail van jullie leven,
als jullie alles doen wat jullie kunnen om op Mijn smal pad te blijven, de weg
van heiligheid. Ik ken de vermoeidheid van Mijn volk als de duisternis steeds
dikker wordt, want Ik ben ook vermoeid van zonden en zijn nooit eindigende weg
naar de vernietiging, want dat zijn degenen die Mijn offer niet geaccepteerd
hebben om naar het licht gebracht te worden.
Voor degenen die Mij oprecht zoeken in al wat jullie zeggen en doen, kennen de
hoogdringendheid die Ik heb: dat allen naar de kudde zouden komen. Er zijn vele
schapen die zijn afgedwaald en jullie gebeden in vereniging met Mij zijn heel
krachtig, en vele harten tot inkeer komen omwille van het werk dat jullie doen
in de geest. Onderschat deze gebeden en het resultaat van jullie gehoorzaamheid
aan Mij, niet ondanks het feit hoe afgemat jullie zijn geworden.
Waarlijk,
Ik zeg jullie dat naarmate alle dingen in de natuurlijke wereld zich
ontrafelen, Mijn terugkeer dichterbij komt. Alles wat niet in overeenstemming
is met Mij wordt geschud, en er wordt een zeer duidelijke en precieze
scheidingslijn getrokken. Degenen die die met 1 voet in deze wereld staan en
met 1 voet in het Koninkrijk zullen niet langer toegelaten worden zo verder te
leven. De nabijheid van Mijn komst en het zeer late uur zorgen ervoor dat elke
ziel moet kiezen.
Deze aarde staat op het punt gedompeld te worden in oorlog en chaos, terwijl de
woorden van Mijn Boek verder vervuld worden. Oorlog is onvermijdelijk, en
jullie leven zal grotendeels veranderen. Jullie moeten blijven bidden voor het
grote geloof dat was bedoeld voor jullie zodat jullie alles kunnen doorstaan.
Ik zal ook jullie geloof gebruiken om degenen rond jullie te bemoedigen, als ze
Mijn waarheden zullen zien gemanifesteerd worden voor hun neus.
Geliefde Bruid, de man van verdoemenis komt op, hij is op de scène en bereid
zijn rol voor om over de wereld te heersen. Op dit moment, blijft hij
verborgen, maar Ik zeg het jullie, het zal niet lang meer duren voordat allen
zijn identiteit zullen kennen, en hij zal in het openbaar tot zijn positie
komen. Dit zou op zichzelf jullie moeten openbaren in welk tijdsperiode jullie
zijn. De weg is voorbereid, en alles zal op zijn plaats vallen.
Het is altijd het donkerst voor de dageraad, en net zoals het was voor Mij in
de Tuin van Gethsemane, wanneer alle machten van de duisternis zich op Mij
wierpen om Mij te ontmoedigen, is het nu voor Mijn heilige (apart geplaatste)
mensen. Ze zoeken hetzelfde te
doen met jullie. Zij proberen ervoor te zorgen dat jullie zo
afgemat, ontmoedigd en terneergeslagen zijn dat jullie het soms zelfs moeilijk
hebben met te bidden.
Het is in dit laatste stuk Mijn geliefden, dat jullie nog dichter moeten komen
naar Mijn Hart. Kom en sta Mij toe om jullie te omhelzen en jullie te troosten,
zoals Mijn Vader troost zond in Mijn uur van nood, zodat Ik kon volhouden tot
het einde. Jullie zullen niet in staat zijn dit te doen uit eigen kracht. Probeer
dus niet om dit met eigen kracht te doen. Deze strijd is geestelijk zoals
jullie weten, geen strijd van vlees en bloed, en daarom kan het maar op 1
manier gestreden worden. Maak aanspraak op Mijn offer en Mijn overwinning
over de dood en de overwinning dat het behaald heeft voor jullie leven, het
leven van jullie geliefden en maak aanspraak op Mijn kracht waarmee Ik alle
duisternis heb verslagen, op die dag, op Calvarie. HET IS VOLDAAN!
Onthoud
altijd om in deze overwinning te leven, het krachtig te belijden en luid, met
grote autoriteit waarmee het jullie werd gegeven van de Allerhoogste. Geen
wapen tegen jullie zal het halen, en jullie, Mijn rest staan op het punt om Mij
te verheerlijken in jullie leven op manieren die jullie zelfs niet kunnen
voorstellen.
Vertrouw
in Mijn plan voor alles dat je ziet gebeuren, hoewel het voor degenen die nog
in de duisternis leven het lijkt dat alles is verloren. Jullie, Mijn
uitverkorenen, hebben Mijn Hart dat leeft en handelt door jullie en daarom
zullen jullie in deze laatste dagen een geheel verschillende realiteit aangemeten
krijgen dan wat in het natuurlijke zich afspeelt, terwijl de gebeurtenissen en veroordelingen
blijven komen op wat zal lijken een bliksemsnelheid te zijn. Jullie zullen
enkel Mijn volledige vrede, vreugde en onvoorwaardelijke liefde kennen voor al
degenen die Ik naar jullie zal brengen om te helpen, tot Ik jullie thuis breng.
Kom
in Mijn grote rust in dit uur van beproeving dat nu is begonnen op aarde, want
jullie weten dat dit betekent dat jullie verlossing naderbij komt. Wees niet
als degenen die wanhopen en geen uitweg zien, want Ik heb de weg geëffend en
jullie weg verlicht.
Niets kan nu al hetgeen dat Ik ben begonnen, stoppen nl. het einde van de wegen
van de mens en de vernieuwing van alle dingen. Ik wens dat dit grote nieuws
jullie heel veel vreugde brengt, terwijl Ik op het punt sta het hoogtepunt van alle
dingen tot stand te brengen! Want degenen die Mij liefhebben zullen geen pijn
meer kennen, geen lijden meer, geen dood meer en geen tranen meer, want Ik, de
Eeuwige, die eeuwig leeft en perfect is, maakt alle dingen nieuw.
Verheug jullie en wees blij dat Ik de weg voor jullie geëffend heb en naar Mijn
Vader ben gegaan om een woning voor jullie voor te bereiden. Ik heb de weg
voorbereid toen er geen weg was. Ik heb alles gegeven voor jullie. Ik heb jullie
geroepen en gezalfd. Jullie zijn Mijn vrienden en mede-erfgenamen van Mijn
Koninkrijk. Kom binnen in Mijn vreugde, want jullie weten dat deze wereld niets
voor jullie heeft zoals het niets voor Mij had. Jullie zijn niet van deze
wereld, zoals Ik niet van deze wereld was. Jullie tocht hier is bijna voltooid.
Wees getroost, Mijn geliefden, Ik bedek jullie met Mijn liefde en Mijn genade,
wat altijd genoeg is.
Werkelijk, de hele Hemel wacht op jullie thuiskomst en jullie vreugde zal nooit
meer over zijn.
Deze boodschap weerklinkt in de
Kerk over de hele wereld, samen met het gezang van het Alleluia: Jezus is Heer;
de Vader heeft hem grootgebracht en Hij leeft voor altijd in ons midden.
Jezus had Zijn dood en
opstanding voorspeld met behulp van het beeld van de graankorrel. Hij zei:
"Tenzij een graankorrel in de aarde valt en sterft, blijft het alleen;
maar als het sterft, draagt het veel vrucht "(Joh. 12:24). En dit is
precies wat er gebeurde: Jezus, de graankorrel gezaaid door God in de voren van
de aarde, stierf, gedood door de zonde van de wereld. Hij bleef twee dagen in
het graf; maar zijn dood bevatte Gods liefde in al zijn kracht, vrijgelaten en
gemanifesteerd op de derde dag, de dag die we vandaag vieren: het Pasen van
Christus de Heer.
Wij Christenen geloven en weten
dat de opstanding van Christus de ware hoop van de wereld is, de hoop die niet
teleurstelt. Het is de kracht van de tarwekorrel, de kracht van die liefde die
zichzelf vernedert en zichzelf tot het einde geeft en zo de wereld werkelijk
vernieuwt. Deze kracht blijft vandaag de dag vrucht dragen in de sporen van
onze geschiedenis, gekenmerkt door zoveel daden van onrecht en geweld. Het
draagt vruchten van hoop en waardigheid waar er armoede en uitsluiting is,
honger en werkloosheid, waar migranten en vluchtelingen zijn (vaak afgewezen
door de huidige consumptiecultuur), en slachtoffers van drugshandel,
mensenhandel en hedendaagse vormen van slavernij.
Vandaag smeken we om vruchten
van vrede over de hele wereld, te beginnen met het geliefde en door lijden
getroffen Syrië, wiens volk afgemat is door een schijnbaar eindeloze oorlog. Moge
op dit Pasen het Licht van de verrezen Christus het geweten van alle politieke
en militaire leiders verlichten, zodat een natuurlijk einde kan komen aan het
bloedbad, dat de humanitaire wetgeving kan worden gerespecteerd en dat er
voorzieningen worden getroffen om de hulp die onze broeders en zusters zo
dringend nodig hebben, te vergemakkelijken, en dat er ook passende voorwaarden geboden
worden voor de terugkeer van de ontheemden.
We smeken om vruchten van
verzoening voor het Heilig Land, die ook in deze dagen de wonden van
aanhoudende conflicten ervaren die de weerlozen niet sparen, voor Jemen en voor
het hele Midden-Oosten, zodat dialoog en wederzijds respect de bovenhand halen
over verdeeldheid en geweld. Moge onze broeders en zusters in Christus, die dikwijls
onrecht en vervolging moeten verdragen, stralende getuigen zijn van de verrezen
Heer en van de overwinning van het goede op het kwade.
We bidden op deze dag voor vruchten
van hoop voor diegenen die verlangen naar een waardiger leven, vooral in die
gebieden van het Afrikaanse continent die diep getroffen zijn door honger, binnenlandse
conflicten en terrorisme. Moge de vrede van de verrezen Heer wonden in
Zuid-Soedan genezen en harten openen voor dialoog en wederzijds begrip. Laten
we de slachtoffers van dat conflict niet vergeten, vooral de kinderen niet!
Moge er solidariteit zijn met al degenen die gedwongen zijn om hun geboorteland
te verlaten en de noodzakelijke levensbehoeften missen.
We smeken om vruchten van dialoog
voor het Koreaanse schiereiland, dat de lopende onderhandelingen harmonie en
vrede in de regio kunnen bevorderen. Mogen degenen die direct verantwoordelijk
zijn handelen met wijsheid en onderscheidingsvermogen om het welzijn van de
Koreaanse bevolking te bevorderen en om vertrouwensrelaties op te bouwen binnen
de internationale gemeenschap.
We smeken ook om vruchten van
vrede voor de Oekraïne, dat de stappen die worden genomen om harmonie te
bevorderen, kunnen worden versterkt en geholpen worden door de humanitaire
initiatieven die zijn inwoners nodig hebben.
We bidden ook om vruchten van
troost voor het Venezolaanse volk, die, zoals hun bisschoppen hebben
geschreven, in een soort 'vreemd land' in hun eigen land leven. Moge die natie,
door de kracht van de opstanding van de Heer Jezus, een rechtvaardige, vredige
en humane manier vinden om snel de politieke en humanitaire crises te boven
komen die het land in zijn greep heeft. Moge steun en acties ervoor zorgen dat zijn
zonen en dochters niet gedwongen worden hun thuisland te verlaten.
Moge de verrezen Christus
vruchten van nieuw leven brengen voor die kinderen, die als gevolg van oorlogen
en honger opgroeien zonder hoop, zonder onderwijs en gezondheidszorg; en aan
die ouderen die worden verbannen door een zelfzuchtige cultuur, die degenen die
niet "productief" opzij zet.
We smeken ook om vruchten van
wijsheid voor degenen die politieke verantwoordelijkheden in onze wereld
hebben, dat ze altijd de menselijke waardigheid respecteren, zich actief
inzetten voor het nastreven van het algemeen welzijn en zorgen voor de
ontwikkeling en veiligheid van hun eigen burgers.
Beste broeders en zusters,
De woorden die de vrouwen bij
het graf horen, zijn ook aan ons gericht: "Waarom zoekt u de levenden
onder de doden? Hij is niet hier, maar is opgestaan "(Lk 24: 5-6). Dood,
eenzaamheid en angst zijn niet het laatste woord. Er is een woord dat hen
overstijgt, een woord dat alleen God kan spreken: het is het woord van de
opstanding (Johannes Paulus II, conclusie van de kruisweg, 18 april 2003). Door
de kracht van Gods liefde, verdrijft het "goddeloosheid, wast het fouten
weg, herstelt het de onschuld voor de gevallenen, en vreugde aan rouwende
mensen, verdrijft het haat, bevordert het eendracht en brengt het de machtige
ten val".
Jullie zullen Mijn lantaarns van leven zijn - Noskewicz 22/3
Jullie zullen Mijn lantaarns van leven zijn
Linda Noskewicz 22/3
Ik wou dat ik als een kangoeroe in Uw zak kon
zitten.Dan kon ik alles door Uw ogen zien.
God de Vader : Wacht niet, Mijn Geliefde
Kinderen, want Mijn Liefde is een Licht dat jullie leidt en Mijn vergeving is
wat jullie redt, en jullie kunnen niet leven zonder Mij.Jullie zijn voor Mij zoals Ik ben voor jullie,
maar toch verraden Mijn Geliefde Kinderen Mij elke keer. Geloof of
denk niet dat jullie gebrek aan Liefde voor Mij Mijn Hart niet doorboort zoals
een stekende wesp.
Geliefde Kinderen, waarom verachten
jullie Liefde?Waarom
verheerlijken jullie de duisternis?Zien jullie niet dat dit pad vol kommer en kwel is?Kunnen jullie je overtredingen niet zien
omdat jullie niet langer meer weten wat goed en kwaad is?Kinderen, Ik ben een Liefdevolle God en een
God van Vergeving.Kom tot
Mij en jullie zullen de GROOTSTE LIEFDE leren kennen.Waarom keren jullie je af van datgene wat
jullie Nieuw Leven geeft?Waarom
weigeren jullie de vreugde en Goddelijke Glorie van Eeuwig Leven. Zijn
jullie zo zeker van jezelf dat jullie dood je geen angst inboezemt? Koesteren jullie
geen verwachting van immense Vreugde in plaats van eeuwig verdriet
en ellende?
Geliefde Kinderen, blijf dicht bij Mij.
Vertrouw jullie Liefde aan Mij toe en laat al wat werelds is buiten je Hart en
Ziel. In verlatenheid, zullen jullie enkel troost in Mij vrienden. Wanneer
jullie walgen van jullie zonden, zullen jullie enkel vergeving en vrede vinden in
Mij. Ik ben en zou altijd jullie Ene Grote Liefde moeten zijn.
Geliefde Kinderen, er zijn zulke
scherpe en pijnlijke doornen die het Hart van Christus Jezus, Mijn Meest Dierbare
en Geliefde Zoon doorboren.Hij
heeft Zijn leven opgeofferd opdat jullie het Eeuwig Leven zouden kunnen hebben.Ik gaf jullie Mijn Geliefde Zoon om de
diepten van Mijn Verlangen en behoefte aan jullie Liefde, Kinderen, te
demonstreren.Wie van
jullie zou zijn kind laten sterven om het leven van een ander te redden?Hoe grenzeloos is Mijn Liefde voor jullie,
Kinderen, en toch wenen jullie nog steeds voor tijdelijke geneugten en
hartstochten van deze Wereld.Als jullie het verschil kenden, de gapende kloof tussen de geneugten
van deze Wereld en de geschenken die Ik voor jullie heb, zouden jullie blozen van
schaamte.
O Kinderen, jullie zijn zo erg
dierbaar voor Mij.Ik
geniet van jullie lach en verlang om jullie tranen van wanhoop en pijn te
drogen.Ik verlang ernaar
om jullie Liefdevolle Vader te zijn die zweeft over Zijn Kinderen met zoveel
Liefde en aandacht.Ik
verlang ernaar om voor jullie te zorgen als jullie het absolute vertrouwen van
een kind in Mijn Liefde voor jullie plaatsen.
Weet dat dit waar is, Mijn kinderen.Mijn liefde is alomvattend en kent geen
grenzen.Mijn uitnodiging
om in Mijn Allerheiligste Hart te komen is een Goddelijke en hoopvolle
uitnodiging.Mijn GROOT
VERLANGEN is oneindig en toch keert de Mens zich steeds van Mij af en van het
Heilig Mysterie van de Christus Jezus, Mijn Veelgeliefde Zoon. De harten van
Mijn Kinderen brengen niet langer hulde aan Hem, Degene die redt.
Kinderen, waarom zouden jullie water
weigeren als jullie dorst hebben in de droogste woestijn? Waarom verhongeren
als Ik jullie voedsel geef? Geliefde Kinderen, Ik kan dit niet duidelijker maken. Door Mijn
uitnodiging af te wijzen, verhongeren jullie jezelf.Door jullie van Mij en Mijn Liefde en
Vergeving af te keren, sterven jullie van dorst.
Kinderen, geloof Mij als Ik zeg dat
jullie geen Eeuwig Leven kunnen hebben zonder Mij.Jullie kunnen geen Eeuwig Leven hebben met
een hart gevuld met zonden die niet zijn vergeven.Ik ben hier, Kinderen.Ik bied jullie alle diepten van alle Liefde
aan.Ik wens jullie te
omhelzen als de zondaar, Ik vergeef jullie zonden, en stuur jullie de Wereld in
vol vrede en in vereniging met Mij en Mijn Liefde. Vrede hoeft geen vluchtig
iets te zijn, want wanneer jullie Liefde in het midden van jullie leven
plaatsen, is de vrede van jullie, zelfs in tijden van chaos en verdriet.Jullie worden ondersteund door Mijn Liefde
en Vrede.
Nu is het Mijn Tijd van Grote
Barmhartigheid en Ik ben van plan om over deze Wereld Mijn Open Hart en Vergeving
te gieten, voor het geval dat een van Mijn Geliefde Kinderen het niet weet.Mijn Barmhartigheid is van jullie als jullie
het vragen.Verlaat je
geloof niet in deze dagen die lang worden. Richt jullie blik op Mij in alle dingen en zoek om je hart met het
Mijne te verzoenen zodat jullie Ziel rein is en in grote vreugde om zich te
verenigen met Mijn Veelgeliefde Zoon, de Christus Jezus.
Maak Zijn bed in jullie hart en
verwelkom Hem om in jullie te verblijven.Met ieder Kind dat Hem zo graag in hun Hart brengt, wordt de pijn van de
doornen verlicht en gekalmeerd. Geloof dat dit waar is, Mijn Geliefden, wat
jullie aan de Zoon geven, geven jullie aan de Vader. Wanneer jullie de Zoon verwerpen,
dan verwerpen jullie de Vader.
Het is niet jullie Heilige God die jullie
zouden moeten verwerpen, maar de zonde.Verwerp de zonde, want het is de afval van het kwaad of de duisternis.
Het is besmet en niet bedoeld voor jullie hart. Wanneer jullie tere en
veelgeliefde Zielen besmet zijn door zonden die niet vergeven zijn, dan duikt
de duisternis op en wordt jullie hart ziek. Kom dus naar Mij om vergeving en
bevrijd jullie van de wormen van duisternis.
Kinderen van het Licht, Ik ben Liefde
en Ik wenk jullie naar Mij.Ik
straal het Licht van Liefde zo helder voor jullie ogen en zend de bazuinen om jullie
aandacht te trekken.Ik
doe alles wat mogelijk is om jullie aandacht te trekken.Open jullie hart voor Mij.Open jullie ogen voor Mijn Geschenken.Hoor Mijn Bazuinen dat Ik zend zodat jullie
zouden weten. Laat jullie Heer niet diepbedroefd achter en zonder
erover na te denken.
Kinderen van het Licht, jullie zullen
Mijn Lantaarns van Leven zijn wanneer deze Wereld donker wordt.Jullie zullen de vaten zijn waardoor Mijn
Kinderen boven blijven in de woeste zeeën. Geliefde Kinderen, jullie gebeden
zullen Mijn Kinderen ondersteunen. Degene, die zichzelf in duisternis verloren
hebben. Toon hen het Licht om naar Mij terug te keren.Kinderen, jullie zijn bewapend voor een
grote strijd door jullie zelfverzekerd vertrouwen en geloof in Mijn Liefde.Hoewel dit Leven moeilijk voor jullie is,
zal jullie beloning overvloedig zijn.
Kinderen, vertrouw op Mijn Woorden en
wees geduldig in je verlangen om voorwaarts te gaan.Mijn Tijd is van Mij en Ik wil dat al Mijn
Kinderen bij Mij zijn. Daarom doe Ik alles en doe het snel om Mijn Kinderen tot
Mij te brengen. Rust vandaag, Mijn Kinderen Mijn trouwe Gelovige en
Gehoorzame Kinderen, want jullie geloof en gebed en toewijding zullen Mij
morgen van dienst zijn. Geliefde Kinderen, geloof in Mijn
liefde voor jullie.Geloof
dat Mijn Wil voor jullie het beste is en dat alles wat Ik geef of niet geef,
alles wat Ik toesta en niet toesta, alles wat gemakkelijk is en alles wat
moeilijk is reden is voor vrede en vreugde in jullie hart.Ik laat niemand van Mijn Kinderen in de
steek.Mijn GROOTSTE wens
is dat jullie altijd bij Mij zijn.Wees dus zelfverzekerd in Mijn Wil voor jullie en heb geduld in jullie
geloof.Ik zegen jullie
allemaal op deze dag en roep eenieder van jullie op je te verzoenen met de
Christus Jezus.Verlaat de
zonde en geef jezelf over aan Liefde en genade.Zoek Mijn Liefde en Genade, want dit zijn de
dagen dat de deuren wijd open staan.
4/12 : Hou van elkaar. Verspreid goedheid. Geef anderen
vreugde en vrede zodat ze de vreugde van de Heer kennen door jullie. Dit is
niets nieuws voor jullie, Mijn kinderen, en toch zorgt het huidige tijdperk
voor vele verstrooiingen en verkeerde prioriteiten. De hoogste prioriteit voor
jullie is liefde. Doe je taak en betoon liefde. Mogen al jullie gedachten,
woorden en daden demonstraties zijn van Mijn liefde. Dit is eenvoudig, Mijn
kinderen, maar het is niet gemakkelijk. Vraag om Mijn hulp en Mijn leiding en
je zult het krijgen. Ik leef elke dag bij jullie. Wees liefde en barmhartigheid
voor iedereen, vooral degenen in jullie gezin. Soms lijkt het gemakkelijker om
geduldig en goed te zijn voor degenen die je niet kent, maar liefde begint bij
jullie thuis en met jullie gezinsleden. Geef hen de gave van Mijn vrede, kinderen.
Goede ouders zien niet graag dat hun kinderen onderling ruzie hebben. Mijn
Vader en Ik zien het ook niet graag. Het is vooral moeilijk voor Mijn
Allerheiligste Moeder Maria als Haar kinderen ruzie hebben met elkaar.
Ik geef jullie Mijn vrede. Geef Mijn vrede aan anderen. Wees
mild met je tijd en je liefde. Wees niet bezorgd want Ik zal je elke keer
vullen als je terugkeert naar Mij, de Prins van Vrede. Zoek Mijn genade in de Sacramenten. Bereid Mijn komst
voor op Kerstdag. Bereid jullie harten voor. Sta Mij toe opnieuw geboren
te worden in jullie harten. Ik klop aan de deur van jullie hart. Ga je Mij
laten binnenkomen en er laten wonen? Het is Mijn verlangen om in het hart van
elk van Mijn kinderen te wonen. Zo groot is Mijn liefde voor hen. Open jullie
hart, Mijn kinderen. Wees
zoals kleine kinderen. Accepteer Mijn Heiligste Moeder die zoveel
beminde dat de liefde kwam wonen in Haar, niet enkel geestelijk, maar fysiek
wanneer Zij Haar rol als Moeder van de Messias aanvaardde. Bereid jullie hart voor
door gebed, zodat je de missie kunt accepteren die Ik voor jullie en jullie
gezinnen heb. Elke persoon die geschapen werd heeft een missie, een doel in het
Plan van de Hemelse Vader. Bid om meer over je rol te weten te komen in het
bouwen van het Koninkrijk van God. Bid voor de zielen. Bid, Mijn kinderen, bid.”
“Het is enkel door gebed dat Mijn kinderen hun missie
zullen kennen. Ik leid Mijn kinderen niet allen op dezelfde manier. Elk heeft
verschillende gaven en verschillende niveaus van begrip in het geestelijk
leven, maar Ik zal antwoorden en Ik antwoord altijd. Sommigen horen het in hun
hart, anderen door tekenen en door mensen die Ik naar hen zend. Sommigen zullen
het weten door de H. Schift, anderen door de inspiratie van Mijn H. Geest, en
door hun gedachten en ideeën. Elk kind van Mijn Hart is uniek en daarom
ontvangt elk Mijn leiding op verschillende manieren. Blijf bidden en hopen op Mij. Ik zal
jullie tonen wat er elke dag nodig is. Er zijn vele zielen die gekwetst zijn.
Jullie lopen hen voorbij zonder hen op te merken. Vraag dat Ik jullie bewust
doe worden van degenen met gewonde zielen en vraag voor de genade om hen Mijn
liefde te brengen. Ik zal jullie de kansen tonen voor ondersteuning. Vraag en jullie zullen krijgen.”
27/11 : “Dank jullie, Mijn kinderen voor jullie vertrouwen
in Mijn barmhartigheid. Zoals Ik jullie verteld heb door Mijn H. dochter
Faustina, worden alle verzoeken ter ere van Mijn Lijden verleend. Mijn
kinderen, wanneer Mijn kinderen bidden tot Mij gedurende het Uur van
barmhartigheid (15.00u), en als hun gebeden volgens Mijn Wil zijn, zullen ze
verleend worden. Dank jullie om Mij op Mijn woord te geloven, en voor de
eenvoud van jullie vertrouwen. Jullie kinderlijk vertrouwen raakt Mijn hart en
doet Mij veel plezier. Al wat jullie vragen wordt dicht bij Mijn Heilig,
Barmhartig Hart gehouden en zal ten gepaste tijde worden verhoord. Dit is de
tijd voor groot vertrouwen en volledige overgave aan Mij. Deze tijd van wachten
brengt ware bekering voort want jullie worden op de proef gesteld en getest in
het vuur van Mijn Heilige Liefde. Er is geen andere weg voor jullie, Mijn
geliefde kinderen. Deze nieuwe weg van het volgen van Mijn
Allerheiligste en Allerzuiverste Moeder Maria voor de rest van jullie dagen,
vraagt een sterven aan jezelf. Het
sterven aan jezelf is noodzakelijk, Mijn lieve kinderen. Het
wordt gevraagd, want enkel dan zullen jullie met open hart komen, met een open
geest om gevuld te worden met alles wat nu nodig is en nodig zal zijn voor de
toekomst. Dit is de best manier, want het is de manier dat Ik gekozen heb om te
leven, Mijzelf totaal overlatend aan de Wil van Mijn Hemelse Vader, Jullie
allen, gaan naar de voet van Mijn kruis en bieden jullie mooie zelf aan, aan
Mijn Vaders Wil. Enkel degenen die zich willen vernederen zullen geschikt zijn
voor Mijn Koninkrijk en wat Ik aan jullie allen vraag is om levende voorbeelden
te zijn van deze nederigheid.”
“Mijn lieve Apostelen van Mijn Moeder moeten meer zijn dan
boodschappers, omdat jullie opgeroepen worden om brengers te zijn van Mijn
liefde, Mijn vrede, Mijn barmhartigheid en Mijzelf, aan de wereld. Dit is een enorme taak, een enorme missie. Jullie
moeten eerst door de vallei gaan waar jullie getest worden, gezuiverd en
gesterkt. Om werkelijk Mijn vrede te kennen, moeten jullie zelf de Vrede
hebben. Ik spreek niet over de vrede dat de wereld geeft, of troost en
zekerheid dat de wereld wenst. Nee, Ik spreek van ware vrede. Jullie moeten
eerst ervaren wat anderen, die Mij niet kennen ervaren. Dit is hoofdzakelijk
dat jullie in ellende leven en dat jullie op de proef gesteld worden. Het
verschil is dat jullie met Mij leven. Ik laat jullie nooit in de steek. Ik heb
echter velen onder jullie in jullie zintuigen, een nieuwe diepte van
eenzaamheid toegelaten, en een gevoel dat jullie totaal geen controle hebben
over de omstandigheden rond jullie. Ik doe dit omwille van Mijn grote liefde
voor jullie, zodat jullie op jullie knieën vallen en uitdrukken aan Mij dat
alle goeds, alle successen, genezing, alles van Mij afhangt.”
“Blijf vasten, bidden en kom naar Mijn Sacramenten en
vooral, vertrouw altijd op Mij, ondanks alles. Ik weet dat jullie dit doen,
maar Ik roep jullie op tot een dieper niveau van vertrouwen in Mij en in Mijn
Allerheiligste en Allerzuiverste Moeder. Ik zal jullie tot nieuwe hoogtes
van heiligheid brengen, maar eerst moeten jullie Mij dieper vertrouwen. Ik ben
de Enige die al jullie problemen kan oplossen. IK BEN. Berust hierin. Er is een grote vrede
te weten dat Ik, de God van het Universum en al dat was, is en zal komen, bij
jullie leeft, en dat Ik in alles voorzie. IK BEN de perfecte Vader, vriend en Redder. Ik zal in
alles voorzien. Rust in Mij en neem de hand van Mijn Moeder. Dagelijks,
wanneer jullie opstaan, plaats al jullie gedachten en handelingen in Mijn
Goddelijke Wil. Kom naar buiten in vertrouwen, nederigheid en in vertrouwen dat
Ik al jullie stappen die jullie nemen beveel. Steun niet op jullie eigen gaven. Steun op Mij. Ik zal
door jullie werken en Ik zal jullie gaven gebruiken. Bid voor alles, ongeacht
hoe onbeduidend ook, en vraag dat Ik door jullie werk in alle zaken. Kom naar
buiten in geloof en in de wetenschap dat Ik jullie leid en als jullie Mijn
Moeders hand vastnemen, zal Zij ervoor zorgen dat jullie stappen volgens Mijn
Wil gebeuren. Maak jullie geen zorgen over hoe de dingen tot stand zullen
komen. Ze zullen gebeuren.
Mijn Wil zal geschieden. Vertrouw en leef elke dag in vreugde. Ik weet dat
jullie gewond zijn. Jullie hart ondergaat groot lijden. Sta dit toe
om jullie te dienstig te zijn en jullie te kunnen inleven met de Moeder van
Smarten. Haar Hart was en is nog altijd gewond uit liefde voor Haar kinderen.
Zie je, Mijn kinderen, er is geen manier om liefde te waarderen zonder het
kruis. Ik herinner jullie eraan dat door het kruis de verrijzenis komt. Ik zal
jullie wonden op zijn tijd genezen. Vertrouw op Mijn liefde. Vertrouw in Mijn
Moeders liefde. Op Ons kunnen jullie vertrouwen. Onze liefde faalt nooit. Ik
adem Mijn Geest van vrede op jullie. Dompel jullie onder in Mijn vrede. Geef
Mij jullie verdriet. Dompel het onder in Mijn Heilig Barmhartig Hart. Alleen
dan zal er ruimte in jullie hart komen voor vreugde. Ik houd van jullie. Ik herinner jullie eraan dat Ik
geen fouten maak, noch Mijn Moeder.”
“Al Mijn kinderen
die Mij liefhebben en Mij volgen worden bespot en belachelijk gemaakt. Jullie
moeten alleen zorgen om Mijn Wil te doen. Jullie zullen vervolging te lijden
hebben, zelfs van degenen die jullie beminnen en respecteren. Mijn kinderen, Ik
houd van jullie. Dat jullie doen wat Ik vraag is het enige dat telt. Ik ben bij
jullie. Alles komt in orde. De waarheid behaalt altijd de overwinning. Het
speelt geen rol wie je in de steek laat, want Ik zal je nooit in de steek
laten. Jullie zullen Mij ook niet in de steek laten. Ik weet dat dat hetgeen is
waar jullie je meest zorgen over maken. Jullie vertrouwen Mij, maar
jullie vertrouwen jezelf niet. Dit is goed, want dat is nederigheid, maar
jullie moeten meer in Mij vertrouwen dan jullie op jezelf vertrouwen. Wanneer
jullie meer op Mij vertrouwen dan alle anderen (ook jezelf), dan zullen jullie
niet langer bezorgd zijn over Mijn Wil in de steek te laten omdat jullie zullen
zien dat een ziel die eens aan Mij verbonden was, reeds haar vrije wil aan Mij
gegeven heeft en daarom gewild heeft het gezelschap van God niet te verlaten. Op deze manier, bescherm Ik jullie ziel. Ik eer
de toewijding die jullie gedaan hebben tot Mij en Ik eer Mijn toewijding aan
jullie en daarom is er geen gevaar dat jullie Mijn Wil verlaten. Mijn kinderen
als jullie lijden ervaren wordt het gebruikt voor de zielen. Ik dank jullie en vraag jullie om deze kruisen wat
langer te dragen.”
“Mijn kinderen, Ik ben niet teleurgesteld in jullie, maar
jullie staren je erop blind en het steelt jullie vreugde. Laat jullie zonden achter je. Eens ze beleden zijn in
de biecht, zijn ze zoals stro dat weggeblazen wordt door de wind. Ik zie ze
niet. Jullie zoeken echter dit stro. Jullie nemen ze één per één vast
en onderzoeken ze met zoveel verdriet. En dan veroordelen jullie jezelf steeds
opnieuw. Dit is een grote verspilling van tijd, Mijn kinderen, omdat ze voor
Mij verdwenen zijn. Doe dit niet, smeek Ik jullie, want jullie beroven
jezelf van de grote vreugde van Mijn barmhartigheid en Mijn vergeving. Het
hangt rond jullie nek zoals een last en jullie slepen deze zonden met jullie
mee zoals ketenen en wanneer anderen iets doen dat jullie normaal zouden over
het hoofd zien, zijn jullie gemakkelijk erom verveeld omdat jullie jezelf niet
vergeven hebben. Mijn kinderen,
Mijn kinderen. Zien jullie niet dat jullie als rechters zijn
over jullie ziel. Ik ben de rechter van jullie ziel en Ik zeg ‘Ik geef jullie de
absolutie van jullie zonden.’ Ik ben de enige die het recht heeft te oordelen,
maar Ik geef jullie barmhartigheid. Doe niet alsof jullie je ziel beter kennen
dan Ik. Alsjeblieft, Mijn kinderen. Aanvaard Mijn vergeving en Mijn barmhartigheid
en verheug jullie, want jullie zonden zijn jullie vergeven. Laat toe dat ze
wegwaaien door de wind van Mijn vergeving en kijk niet om je heen om ze te
onderzoeken. Ze zijn niet langer
hier. Ze zijn er werkelijk niet meer. Probeer niet te herscheppen wat er niet
meer is. Ik houd van jullie. Ik accepteer jullie. Accepteer
jezelf, Mijn kinderen en wees bevrijd want Ik heb jullie reeds jullie vrijheid
gegeven wanneer jullie Mij ontvingen en wanneer Ik jullie ontvangen heb in Mijn
Heilige Katholieke Kerk.
Verheug jullie. Jullie
zijn Mijn kinderen. Ik ben van jullie en jullie zijn van Mij. Vertrouw
erop. Mijn Moeder heeft jullie genaden voor vreugde gegeven, Jullie moeten deze
ontvangen genaden laten groeien. Mijn Jozef zal jullie helpen. Hij was een man
van grote vreugde, toch had hij de zwaarste last van de hele mensheid, om te
zorgen voor de Zoon van God, om Hem op te voeden, Hem te leren, om zuiver te
blijven voor Hem end at alles wetend dat Hij er niet zou zijn in Mijn uur van
nood, Mijn Kruisiging. Ondanks dat, speelde Hij toch met Mij en wanneer we
werkten, zongen we, praatten we en deelden we vreugde. Ja, we deelden ook
verdriet, maar de vreugde en liefde deden alles vergeten. Mijn kindertijd was
zo vol liefde en vreugde dat het Mij droeg door Mijn Lijden en dood. Mijn
Moeder Maria is de Moeder van Vreugde en de H. Jozef is de vader van vreugde.
Vreugde is de aanvaarding van liefde en barmhartigheid. Leef in Mijn liefde en
verheug jullie. Ik zal door jullie gaven werken op de meest effectieve manier.
Wanneer jullie de gave van vreugde accepteren uit Mijn Moeders zuivere handen
zal Ze Haar handen uitstrekken naar jullie. Jullie zullen je handen openen en
jullie hart en deze grote gave ontvangen. Jullie zijn Mijn kinderen.”
Het blauwe Kruis is het levende symbool van de aanwezigheid
van Emmanuel, en het bevat de verdiensten die werden verkregen door de Zoon van
God gedurende Zijn verblijf op aarde.
Ik zal bij degenen zijn die
rechtvaardig zijn, met degenen die leren om Mijn Werk verder uit te dragen, met
degenen die ja gezegd hebben tot Mijn Heilig Hart. In hen zal Ik niet het
kruis van bitterheid en lijden leggen, maar het Kruis van Emmanuel, dat het
Kruis van overwinning is en het verheffen van het menselijke bewustzijn tot het
Koninkrijk van God.
Deel van het geheim van Akita over de Kerk dat ook
voorkomt in het 3de geheim van Fatima is :
Het werk van de duivel zal de Kerk op een
zodanige manier infiltreren dat men zal zien dat kardinalen tegen kardinalen
opstaan, bisschoppen tegen bisschoppen. De priesters die de H. Maria aanbidden
zullen gehoond worden en tegengewerkt door hun medepriesters. Kerken zullen
gesloten worden en altaren zullen verwijderd worden. De Kerk zal vol van
degenen zijn die compromissen zullen aanvaarden en de demon zal vele priesters
en geestelijken ertoe aanzetten de dienst van de Heer te verlaten.
De vrijgevigheid van de H. Maria - Maria van Agreda
De
vrijgevigheid van de H. Maria - Maria van Agreda
“Zij heeft haar hand geopend voor de arme en haar had naar
de behoefte uitgestrekt.” De voorzichtige vrouw en moeder van het gezin toont
grote moed door vrijgevig te zijn tegenover de armen, nooit toe te geven aan
inzinkingen van de geest of lafhartig gebrek aan vertrouwen te koesteren uit
vrees, dat wegens haar aalmoezen haar eigen gezin iets zou moeten ontberen;
want het krachtigste middel tot vermeerdering van alle bezittingen is daarvan
afstand te doen aan de behoeftigen van Christus, die weet, hoe Hij deze daden
in dit leven, honderdvoudig kan belonen. De allerheiligste Maria gaf aan de
armen en aan de tempel van de erfenis van haar ouders, verder gaf Zij de vrucht
van haar handen voor de werken der barmhartigheid, want zonder de bijdrage van
haar persoonlijke inspanning en haar werk had Zij haar tedere en vrijgevige
liefde voor de armen niet kunnen bevredigen. Het is geen wonder, dat de
vrekkige wereld van heden gebrek en armoede lijdt in wereldse zaken, want de
mensen schieten veel te kort in vriendelijkheid en medelijden met de armen: zij
gebruiken datgene, wat God schiep voor het onderhoud der behoeftigen en voor de
redding der rijken slechts voor de bevrediging van hun ijdelheden.
Degenen die bij het Laatste Oordeel zullen gezeten zijn - Maria van Agreda
Degenen
die bij het Laatste Oordeel zullen gezeten zijn – Maria van Agreda
“Haar echtgenoot wordt geëerd bij de poorten der stad, als
hij temidden der groten van het land verkeert.”
Juist zoals vroeger de rechters tezamen kwamen onder de
poorten der stad tot het vellen van hun oordeel, zo zal onder de poorten van
het eeuwige leven over ieder afzonderlijk het oordeel geveld worden, terwijl
wij op de laatste dag het algemeen oordeel over de hele wereld kunnen verwachten.
In het laatste oordeel zal de H. Jozef, een der mannen van de allerheiligste
Maria, zijn zetel onder de edelen van het Koninkrijk Gods innemen, want hij zal
met de Apostelen oordeel vellen over de wereld. Dit privilege zal hij genieten
als de echtgenoot van de heldhaftige Vrouwe, de Koningin van allen, en als de
voedstervader van de Opperste Rechter. De andere man van deze Vrouwe is Haar
Zoon, en Hij is de aangewezen en erkende oppermachtige Heer en waarachtige
Rechter, zowel in het bijzonder oordeel als in dat oordeel, dat geveld zal
worden over de engelen en de mensen. Deze hoge macht straalt ook af op de allerheiligste
Maria, want Zij was het, die Hem vlees gaf, waarmee Hij de wereld verloste.
Maria geeft uitleg over de bekoring van Jezus door Lucifer - Maria van Agreda
Maria
geeft uitleg over de bekoring van Jezus door Lucifer – Maria van Agreda
U moet steeds de drie beweegredenen van de Heer in
gedachten houden, welke Hij had toen Hij het gevecht met Lucifer begon. Dit
begrip zal u bovendien veel kracht geven tegen Satan en zijn demonen. Zijn
eerste beweegreden was de zonde en het zaad van de zonde, in de menselijke
natuur door satan bij de eerste overtreding van Adam ingeplant, te verdelgen.
Deze zaden zijn de zeven hoofdzonden: trots, gierigheid, wellust en de andere
zonden, tezamen vormen zij de zeven koppen van de draak. Lucifer stelde een duivelse
kapitein aan over elk van deze zonden in de strijd van de Hel tegen het
menselijk geslacht, en de slechte geesten werden over deze leiders in eskadrons
verdeeld.
Daarom bond mijn Zoon met elk van deze demonen de strijd
aan, overwon ze en vernietigde hun macht. In het evangelie worden slechts drie
verleidingen genoemd, dat zijn degenen die het duidelijkst de zintuigen
aanspreken, maar de veldslag en de triomf was veel groter, want Christus
overwon al deze demonen en hun boosaardigheden. Trots overwon Hij door zijn
nederigheid, nijd door zijn minzaamheid, gierigheid door zijn verachting voor
rijkdommen, en alle andere zonden door hun tegengestelde deugden. De grootste
nederlaag en verwarring echter overviel deze vijanden aan de voet van het Kruis,
toen ze er zeker van waren, dat het het Mensgeworden Woord was, dat hen
overwonnen en verpletterd had. Vanaf die tijd zijn ze niet meer zo gretig om de
strijd aan te binden met die mensen, die zich op de kracht en triomf van mijn
Zoon verlaten.
De tweede beweegreden tot deze aanval was gehoorzaamheid
aan het bevel van de eeuwige Vader, die niet slechts wilde dat Hij voor de
mensen zou sterven en hen zou verlossen door zijn Lijden en Dood, maar ook om
het gevecht aan te binden met de duivels en hen te overwinnen door de kracht
van zijn onvergelijkelijke deugden. Het derde motief, voortvloeien uit het
tweede, was het geven van een voorbeeld aan de mensen hoe ze moeten triomferen
over hun vijanden en alle mensen erop attent te maken, dat ze kunnen worden
bekoord door de duivels.
Hij wilde, dat allen deze troost bij hun bekoringen zouden
hebben, dat hun Verlosser en Leraar deze eerst in eigen Persoon heeft
ondergaan. Want hoewel in sommige opzichten Zijn bekoringen anders waren dan
die van ons, waren ze in wezen toch hetzelfde, alleen van grotere kracht en
boosaardigheid. Jezus stond Lucifer toe al zijn krachten tegen Hem in het veld
te brengen, om door zijn goddelijke kracht de Hel te verpletteren en te verzwakken
in haar strijd tegen de mensheid en het voor ons gemakkelijker te maken om hen
te overwinnen, wanneer wij ons maar in het bezit willen stellen van de
voordelen door onze Verlosser in dit gevecht behaald.
Mensen: voor alles dient u uw vlees onder bedwang te hebben
en moet u zorgen, dat de wereld op u geen invloed kan uitoefenen. Uw lichaam in
bedwang, en de wereld ontvluchten door u terug te trekken van het geschapene
naar het innerlijk van uw ziel, dan overwint u beide vijanden en behoudt u het
gezegende licht van de genade, dat u daar ontvangt, niets liefhebbend voorzover
goed geregelde naastenliefde dit toestaat. Tot dit doel moet u het nauwe pad in
herinnering brengen, want de Heer heeft u een natuurlijk vermogen tot vurige
liefde gegeven en het is Onze wens, dat u dit vermogen in zijn geheel zult
inzetten voor het liefhebben van God. Sta uw lusten nooit iets toe, hoe gering
dit ook mag zijn, geef uw zinnen geen vrije teugel, behalve als het gaat om de
verheffing van de Allerhoogste, of tot het lijden of weldoen en de liefde voor
uw naaste. Indien u Mij gehoorzaamt in alle dingen, dan zal Ik zorgen dat u
beschermd wordt en gesterkt wordt tegen de wrede draak, zodat u de veldslagen
van de Heer zult vechten.
Duizend schilden zullen u omringen, zowel voor uw
verdediging als om te kunnen aanvallen. Maat er uw gewoonte van tegen de duivel
steeds woorden uit de H. Schrift te gebruiken en wees niet welsprekend
tegenover deze geslepen vijand. Zwakke schepselen moeten er geen gewoonte van
maken lange gesprekken en veel argumenten met deze dodelijke vijand en deze
meester der leugens te houden, want zelfs mijn Zoon, die toch Almachtig was, deed
dit niet. Hiermee gaf Hij de zielen een voorbeeld van de voorzichtigheid,
waarmee men moet optreden tegen de duivel. Wapen uzelf met levend geloof,
onwankelbaar vertrouwen en liefde tot de nederigheid, want dat zijn de deugden,
waardoor de draak vertrapt en overwonnen wordt, waartegen hij niets durft in te
brengen. Daarvoor vlucht hij, omdat ze machtige wapens zijn tegen zijn trots en
arrogantie.
Hoe de
Almachtige het decreet over de Ontvangenis van de Allerheiligste Maria aan de
H. engelen bekend maakte
God, de Vader, de Zoon en de H. Geest
De drie goddelijke Personen spraken tot de H. Engelen:
Wij hebben, in onze goedheid, besloten dat de Persoon van
het Woord mens zal worden, en dat door Hem het hele menselijke ras een
geneesmiddel zal vinden. Wij hebben dit reeds geopenbaard aan onze dienaren, de
Profeten, opdat zij dit aan de hele wereld bekend zouden maken. De zonden en de
boosaardigheden van de mensen hebben zon afmetingen aangenomen, dat Wij als
het ware in bedwang worden gehouden door Onze strikte rechtvaardigheid. Maar
onze goedheid en barmhartigheid is groter dan hun euveldaden, die niet in staat
zijn onze liefde voor de mensheid te doden. Wij zullen met mededogen neerzien
op de werken van Onze handen, die Wij naar ons beeld en gelijkenis hebben
geschapen, zodat zij erfgenamen en deelgenoten kunnen worden van onze eeuwige
glorie. Wij zullen grote aandacht schenken aan de diensten, door onze dienaren
en vrienden, tot Onze vreugde, aan Ons bewezen, en het grote aantal van
diegenen bekijken, die zich zullen onderscheiden in Onze vriendschap en Onze
lofspraak.
En boven alles willen wij Haar voor ogen hebben, die de
Uitverkorene is, aanvaardbaar boven alle schepselen voor Onze verlustiging en
verrukking, omdat Zij degene zal zijn, die de Persoon van het Woord in Haar
schoot zal ontvangen, en Hem met het menselijk vlees zal bekleden. Er dient een
begin te worden gemaakt met het werk, waardoor Wij de schatten der Godheid
zullen gaan openbaren aan de wereld, en nu is het passende en aanvaardbare
ogenblik daartoe gekomen. Joachim en Anna hebben in onze ogen genade gevonden.
Wij zien met welgevallen op hen neer en zullen hen met uitgezochte gaven en
genaden verrijken. Zij zijn steeds trouw geweest, standvastig in hun
moeilijkheden, en hun zielen zijn door hun eenvoud en eerlijkheid welgevallig
geworden aan Ons. Laat Gabriel, als onze afgezant, hen de vreugdetijding gaan
brengen, voor hen, maar ook voor het hele menselijk geslacht. Laat hij hen
verkondigen, dat Wij hen in onze goedheid hebben uitverkoren.
Zo werden de engelen ingelicht over de wil en het decreet
van de Almachtige. ( )
Er is voor God geen verleden of toekomst omdat alle dingen
aanwezig zijn in Zijn goddelijk oneindig groot verstand, en Hij doorgrondt alle
dingen in 1 eenvoudige daad. Maar we kunnen zeggen dat Zijne Majesteit zich de
decreten over de schepping van een Moeder die waardig zou zijn voor het
mensgeworden Woord, herinnerde. Toen de passende tijd aangebroken was,
beraadslaagden de drie goddelijke Personen met elkaar en zeiden:
Nu is de tijd gekomen, waarop Wij het Ons welgevallig werk
kunnen beginnen, en Wij dat zuivere Schepsel, dat genade zal vinden in Onze
ogen, boven al het andere geschapenen, in bestaan kunnen roepen. Laten Wij de
rijkste gaven in Haar storten en Haar vervullen met de schatten van Onze
genade. Nu alle anderen, die Wij geschapen hebben zich tegen Onze wensen, verzet
hebben en ondankbaar zijn voor Onze gaven. Nu zij het bereiken van Ons doel,
namelijk hen in die verheerlijkte staat te bewaren, waarin hun eerste
voorouders geschapen werden, door eigen schuld verijdeld hebben en Wij niet
kunnen toestaan, dat onze Wil op deze wijze niet tot verwezenlijking kan komen,
laat ons nu dit Wezen scheppen in volkomen heiligheid en volmaaktheid, zodat
Zij geen deel zal hebben aan de wanorde, welke de erfzonde met zich meebrengt.
Laat Ons een ziel scheppen overeenkomstig Ons welbehagen, een vrucht van Onze
eigenschappen, een wonder van Onze eeuwige macht, zonder smet of blaam van Adams
zonde.
Laat Ons dit werk, hetwelk het doel is van Onze Almacht
voltooien. Laat dit het voorbeeld zijn van de volmaaktheden, die Onze kinderen
kunnen bereiken en de kroon van Onze schepping. Allen hebben gezondigd door de
vrije wil en het vrije besluit van de eerste mens. Laat Zij het enige schepsel
zijn, waarin Wij herstellen en opbouwen wat de mensheid in hun verdwazing
verlorenheeft. Laat Haar een bijzonder
beeld en gelijkenis van Onze Godheid zijn, en laat Haar tot in alle eeuwigheid,
in Onze nabijheid het hoogtepunt van Onze welwillendheid en welbehagen zijn. In
Haar leggen Wij alle voorrechten en genaden, die Wij allereerst echter onder
voorwaarde voor de engelen en mensen bestemd hadden, indien zij in hun eerste
staat waren gebleven. Wat zij verloren hebben, herstellen Wij in dat Schepsel,
en Wij voegen daar nog vele gaven aan toe.
Zo zal Ons eerste decreet niet zonder uitwerking zijn, maar
het zal door deze Enige door Ons gekozene, op meer verheven wijze tot zijn
recht komen. Wij maakten de kostelijkste giften voor de schepselen gereed en
bewaarden ze voor hen, maar zij verloren het recht daarop. Nu zullen Wij de
stroom van Onze overvloed naar Onze Welbeminde leiden. Wij stellen Haar buiten
de normale wet, waaronder de rest van de stervelingen in bestaan komt, want
het zaad van de slang zal in Haar geen deel hebben. Ik zal van de hemel dalen
in Haar schoot en Mijzelf daarin met de menselijke natuur, die zal opgebouwd
worden uit de substantie van Haar wezen, bekleden. Wij zijn het aan de
oneindige goedheid van Onze Goddelijkheid verschuldigd, dat Zij gevormd wordt
uit de meest uitgelezen materie, dat Zij omgeven wordt door vlekkeloze, geheel
reine stof. Het zou ook niet goed zijn indien Onze Voorzienigheid en
eerlijkheid het meest geschikte, volmaakte en heilige zouden voorbijzien en Ons
zouden tevreden stellen, met datgene wat minderwaardig is.
Dit zou Ons zelfs niet mogelijk zijn, want niets kan Onze
wil weerstaan. Het Woord, dat mens zal worden, zal als Verlosser en Leraar de
basis voor de volmaakte liefdeswet dienen te leggen. Daaruit zal voortkomen,
dat vader en moeder gehoorzaamd en geëerd dienen te worden, als de tweede
oorzaak van het natuurlijk bestaan van de mens. De eerste, die deze wet zal
eerbiedigen, is het goddelijk Woord zelf, die Haar als Zijn gekozen Moeder zal
eren door Haar te verheffen met Zijn machtige arm en Haar te overstelpen met de
meest bewonderenswaardige, de allerheiligste en uiterst verheven giften en
genaden. Daaronder staat voorop de uitzonderlijke eer en zegening, Haar vrij te
stellen voor elke nederlaag van de kant van onze vijand, Haar te behoeden voor
zijn boosaardigheid. Daarom zal Zij immer vrij zijn van de zondedood. Op aarde
zal het Woord een Moeder hebben, echter geen vader. In de hemel zal Hij een
Vader hebben, en geen moeder.
H. Maria
Opdat er een juiste aansluiting, verhouding en harmonie
dient te bestaan tussen de naam van de Vader, die het Woord aan God
verschuldigd is, en die van Moeder, de Hij aan deze Vrouwe dient te geven,
wensen Wij, dat in Haar de grootst mogelijke aansluiting en de grootste
toenadering, waartoe een schepsel en zijn God kan komen, worden bewerkstelligd.
Daarom zal de draak zich nooit kunnen beroemen op een overwinning over Haar, de
ware Moeder van God, aan Wie Hij gehoorzaamheid verschuldigd is. De
waardigheid, die het vrij zijn van de zonde met zich brengt, komt voort uit het
Moederschap van het Woord, en het is in zichzelf nog achtenswaardiger dan dit
moederschap. Heilig zijn is een groter goed dan slechts moeder zijn, maar toch
is alle heiligheid en volmaaktheid afkomstig van het moederschap van God. Het
menselijk vlees, waaruit Hij gevormd zal worden, moet zonder zonden zijn.
Aangezien Hij in dat vlees de zondaars zal verlossen, mag Hij niet genoodzaakt
worden Zijn eigen Vlees te verlossen zoals dat met het vlees der zondaars moet
geschieden.
Verbonden met de Godheid vormt Zijn menselijkheid de prijs
van de Verlossing, daarom moet Zij in de eerste plaats bewaard blijven voor de
zonde, en Wij hebben reeds de verdiensten voorzien van het Woord in ditzelfde
vlees, en met Zijn menselijke natuur. Wij willen, dat door alle eeuwen heen het
Woord zal geëerd worden door dit tabernakel en woonoord van de menselijke
natuur. Zij zal een dochter van de eerste mens zijn, maar in de orde van de
genade zal Zij op bijzondere wijze vrij en vrijgesteld zijn van schuld en in de
natuurlijke orde zal Zij zeer volmaakt zijn. Zij zal gevormd worden volgens Onze
speciale Voorzieningen. En omdat het mensgeworden Woord de Leraar van de
nederigheid en heiligheid zal zijn en daartoe veel zal moeten verduren,
waardoor Hij de ijdelheid en de bedrieglijkheid van de stervelingen aan de kaak
zal stellen, omdat Hijzelf het lijden zal kiezen, wetende, dat dit onschatbare
waarde heeft in Onze ogen, wensen Wij, dat ook Zij, die Zijn Moeder zal worden,
dezelfde moeilijkheden zal ondervinden, dat Zij zich zal onderscheiden in
geduld, bewonderenswaardig zal zijn in het lijden, en dat Zij, in vereniging
met het Eniggeborene, al dit lijden aan Ons zal opdragen, tot Haar meerdere
eer.
Dit decreet, dat de drie goddelijke Personen werd aan hun
heilige engelen meegedeeld. De engelen eerden Hen en bejubelden Hun hoge en
onnaspeurlijke raadsbesluiten. En aangezien de Godheid werkt als een spiegel,
waarin Hij nieuwe geheimen aan hen, die Hem gehoorzamen, openbaart, bracht deze
uiteenzetting tevens de bewonderenswaardige orde en wondere harmonie van Zijn
werken aan het licht. God vervolgde:
Nu is de tijd gekomen, dat Wij gekozen hadden door onze
Voorzienigheid om het Schepsel, dat Ons het meest welgevallig zou zijn, tot bestaan te roepen. Dat Schepsel, waarin de menselijke natuur is bevrijd van de
erfzonde, dat de kop van de draak zal verpletteren, dat uitgebeeld was door dat
zeer bijzondere teken, die Vrouwe, die in Ons bijzijn in de hemelen verscheen,
en die het eeuwige Woord zal kleden in het menselijk vlees. Het uur zal weldra
slaan, zo gezegend voor alle stervelingen, waarin de schatkamers van onze
Godheid zullen worden opengesteld, en de poorten van de hemel zullen worden
ontsloten. Laat de striktheid van onze rechtvaardigheid verzacht worden door de
kastijdingen, die Wij tot nu toe over de mensheid hebben toegepast, laat de
eigenschap van Onze barmhartigheid hoogtij vieren, laten de schepselen zich
kunnen verrijken en laat het goddelijk Woord voor hen de schatten van genade en
van eeuwige glorie verdienen.
Laat nu het menselijk ras de Hersteller, de Leraar, de
Broeder en Vriend ontvangen, Hij zal het leven voor de stervelingen zijn, een
Geneesmiddel voor de zieken, een Trooster voor de bedrukten, balsem voor de
gewonden, een Gids en Metgezel voor hen, die in moeilijkheden zijn. Laat nu de profetieën
van Onze dienaren en de beloften, die Wij hen gegeven hebben, namelijk dat Wij
een Redder zouden zenden om hen te verlossen, vervuld worden. En opdat alles
zal uitgevoerd worden volgens Onze Wil, en Wij een begin kunnen maken met de
uitvoering van dit mysterie, verborgen sinds de schepping der wereld, stellen
Wij vast, dat Wij voor de vorming van Onze Welbeminde Maria de schoot van Onze
dienares Anna hebben gekozen, waarin de allergezegendste ziel geschapen zal
worden. Hoewel Haar totstandkoming en vorming zal verlopen volgens de gewone
orde in de natuurlijke voortplanting, zal dit in de orde der genade op
afwijkende wijze geschieden, in overeenstemming met Onze Almacht.
De oude slang
Gij weet reeds, hoe de oude slang, vanaf het ogenblik, dat
hij het teken van deze wondere Vrouw gezien had, alle vrouwen, te beginnen bij
de eerstgeschapene, probeert te verleiden, en hoe hij het speciaal gemunt heeft
op diegenen, die door hun werken en levenswijze boven alle anderen uitsteken,
in de hoop diegene te vinden, die zijn kop zal verpletteren. Als hij dit allerzuiverste
en smetteloze Schepsel zou ontmoeten, zou Haar heiligheid hem tot het uiterste
opzwepen om Haar te vervolgen, aangezien hij weet, wat hij van Haar te vrezen
heeft. Maar de aanmatiging van de draak zal groter zijn dan zijn macht en het
is Onze wil, dat gij bijzondere zorgen besteedt aan deze heilige Stede en
Tabernakel van het mensgeworden Woord, en dat gij Haar voorlicht, versterkt en
troost met de Haar toekomende zorgzaamheid en eerbied, zolang Zij een pelgrim
zal zijn onder de stervelingen.
Toen de Allerhoogste Zijn wensen had kenbaar gemaakt,
wierpen de heilige engelen zich neer voor de koninklijke troon van de H.
Drie-eenheid en gaven blijk van hun bereidheid en geneigdheid het goddelijk
mandaat te gehoorzamen. ( )
Toen koos de Allerhoogste uit elk van de 9 koren van
engelen, diegenen uit, die zouden belast worden met de bescherming van Maria en
stelde hen in die verheven dienst aan. Uit elk der koren koos Hij er honderd,
dus negenhonderd in totaal. Bovendien wees Hij 12 andere engelen aan, die Maria
onder lichamelijke en zichtbare vorm zouden helpen. Deze zouden de symbolen of
wapenschilden van de Verlossing dragen. Dit zijn de 12 die in de Apocalyps
genoemd worden als de bewakers van de poorten der stad. Daarnaast werden nog 18
engelen van zeer hoge rang uitgezocht die op zouden stijgen en neer zouden
dalen langs die mystieke ladder van Jakob met de boodschappen van de Koningin
naar Zijne Majesteit en met Zijn boodschappen aan Haar. Vele keren zou Zij die
opzenden naar de eeuwige Vader opdat Zij bij al Haar daden geleid zou worden
door de H. Geest. Zij deed niets dan dat, wat aangenaam was aan de Almachtige
en Zijn welbehagen werd door Haar gezocht in de meest onbeduidende dingen.
Telkens wanneer Zij geen bijzondere verlichting had ontvangen, zond Zij deze
heilige engelen naar de Heer om Haar twijfel uit te spreken en te vragen naar
datgene, wat Zijn goddelijke wil het meest zou behagen, evenals on Zij
welbehagen in alles te leren kennen.
Bovendien wees de Almachtige nog 70 Serafijnen aan, die uit
de hoogste rangen, zeer dicht bij de Godheid gekozen werden. Zij zouden deze
Prinses tot gezelschap dienen, met Haar omgaan en converseren, op dezelfde wijze
als zij dit onder elkaar deden, en de hogere rangen zich met de lagere rangen
onderhouden. Dit was een bijzonder privilege voor de Moeder van God, omdat Zij
als pelgrim op aarde moest verblijven, in natuur ondergeschikt, maar in
waardigheid en genade ver verheven boven alle serafijnen. Het aantal van 70 had
betrekking op het aantal jaren van haar leven. In dit aantal zijn de 60 sterken
begrepen, die in het Hooglied genoemd worden als bewakers van het verblijf en
de rustbank van Salomon, hun lendenen met zwaarden omgord, om hen te beschermen
tegen de verschrikkingen van de nacht. Deze machtige prinsen en officieren
werden uit de hoogste rangen van de hiërarchieën der engelen gekozen om de
Koningin des Hemels te bewaken. Zij immers hadden als de gewapende voorvechters
van de Heer der Schepping in het oude gevecht van de gehoorzame engelen tegen
de trotse draak, Lucifer ontmoet en hem met al zijn afvalligen overwonnen door
het zwaard van hun deugd en van het goddelijk Woord. ( )
Ook de andere 10 serafijnen, die het getal van 70 vol
maakten, werden op dezelfde wijze uit die leiders gekozen, die zich tijdens de
strijd met de draak op bijzondere wijze hadden onderscheiden door grote eerbied
voor de Godheid, voor de menselijkheid van het Woord en voor Zijn
allerheiligste Moeder, want dit alles vond zijn oorsprong in die korte strijd
tussen de engelen. Er werden in totaal 1000 engelen uit de Serafijnen en lagere
rangen gekozen zodat de Stad Gods (Maria) allerovervloedigdst versterkt zou
zijn tegen de aanvallen van de duivelse horden. Opdat deze onoverwinnelijke krijgsmacht goed
zou functioneren, werd de H. Michael, de prins der hemelse heirscharen, tot hun
Chef benoemd. Michael was niet doorlopend in het gezelschap van de Koningin,
maar Hij was dikwijls bij Haar en vertoonde zich dan aan Haar. De Almachtige
had hem tot bijzonder ambassadeur van Christus, Onze Heer, bestemd, evenals tot
verdediger van Zijn allerheiligste Moeder, in speciale omstandigheden. Zo was
ook de H. Prins Gabriel benoemd als gezant van de eeuwige Vader met betrekking
tot de zaken van de Prinses van de hemel. Zo zorgde de allerheiligste
Drie-eenheid voor de bewaring en de verdediging van de Moeder van God. ( )
Over
de Onbevlekte Ontvangenis van de Moeder van God
De goddelijke wijsheid had nu alles gereed gemaakt om te
kunnen overgaan tot het in bestaan roepen van de smetteloze beeltenis van de
Moeder van God, vanuit de verdorven natuur. Het getal van de oude Patriarchen
en Profeten was compleet en de bergen waarop deze mystieke Stad Gods (Maria) zou
gebouwd worden, waren bevestigd. Door de kracht van Zijn rechterhand had Hij
reeds onvergelijke schatten van de Godheid uitgezocht tot Haar verrijking en
als Haar geschenk. Duizend engelen waren uitgerust tot Haar bewaking, Zij
zouden als getrouwe vazallen hun Koningin en Vrouwe dienen. Hij had gezorgd
voor een edel en koninklijk voorgeslacht, waaruit Zij zou voortkomen. Hij had
voor Haar allerheiligste en volmaakte ouders uitgezocht, geen ouderpaar, dat
heiliger of volmaakter was, kom op de wereld gevonden worden. Want als die
zouden bestaan hebben, laat het geen twijfel, dat God die zou hebben uitgezocht
voor Haar, die gekozen zou worden als Zijn Moeder.
Hij schonk deze ouders overvloedige genaden en zegende hen
met Zijn rechterhand. Hij verrijkte hen met alle deugden, met de verlichtingen
der goddelijke wijsheid en met de gaven van de H. Geest. Na aan de beide
heiligen, Joachim en Anna, te hebben aangekondigd, dat Hij hen een Dochter,
bewonderswaardig en gezegend onder de vrouwen, zou schenken, deed Hij het werk
geschieden van de eerste Ontvangenis, namelijk dat van het allerzuiverste
lichaam van Maria. De leeftijd van Anna was toen zij met Joachim in het
huwelijk trad 24 en Joachim 46. Zij leefden 20 jaar verbonden in de echt,
zonder een kind ter wereld te brengen, zodat ten tijde van de Ontvangenis van
haar Dochter, Anna 44 en Joachim 66 was.
H. Anna
Hoewel de ontvangenis helemaal volgens de natuurlijke weg
verliep, bevrijdde de Allerhoogste deze toch van onvolmaaktheden en
ongeregeldheden. Hij liet slechts toe, wat volgens de natuur strikt noodzakelijk
was opdat het juiste materiaal aanwezig zou zijn om het meest volmaakte wezen,
binnen de grenzen van een gewoon schepsel, te kunnen vormen. God beperkte de
natuurlijke activiteiten in de twee ouders, en verhinderde door Zijn genade
elke fout of onvolmaaktheid. Hij stelde daarvoor deugd en verdienste in de
plaats en volledige gepastheid in de wijze van ontvangenis, welke hoewel geheel
natuurlijke en volgens de gewone orde, en zonder in het minst effect aan de
wetten van de natuur te ontnemen, geleid en vervolmaakt werd door deze daad van
goddelijke genade. De goddelijke kracht was ten aanzien van de H. gade Anna,
zeer duidelijk wegens haar natuurlijke onvruchtbaarheid. De Ontvangenis werd in
haar op wonderbaarlijke wijze tot stand gebracht. ( )
Hoewel Joachim bij deze Ontvangenis niet van nature steriel
was, waren zijn natuurlijke krachten door zijn leeftijd zowel als door zijn
matigheid tot op bepaalde hoogte onderdrukt en verzwakt, daarom werd hij
opgewekt, en zijn krachten werden hersteld om hem in staat te stellen met volmaaktheid
in de volheid van zijn vermogens, met inachtneming van de onvruchtbaarheid van
Anna, te kunnen handelen. In beiden werkten het natuurlijke en bovennatuurlijke
samen. Het natuurlijke kort en met mate, uitsluitend voor zover noodzakelijk.
Het bovennatuurlijke uitbundig, krachtig en overvloedig zodat de natuur als het
ware geabsorbeerd, doch niet gehinderd werd. Zij werd verheven en vervolmaakt
op wonderbare wijze. Zo was genade de oorsprong van deze Ontvangenis omdat zij
de werkzaamheid der natuur in haar dienst bracht voor de geboorte van deze onuitsprekelijke
Dochter uit Haar natuurlijke ouders. ( )
De Heer werkte op wonderbare wijze met haar steriele
eigenschappen om te geraken tot de vorming van het lichaam uit het materiaal,
door de natuur geschonken. Zodoende ware de eigenschappen, zowel als het
materiaal van natuurlijke orde, maar de wijze, waarop zij ageerden, werd geleid
door de wonderbare kracht van de Drie-eenheid. Zodra het wonder van deze Ontvangenis
geschied was, keerde in Anna de vroegere steriliteit terug. Zij zou nooit meer
kunnen ontvangen aangezien geen nieuwe hoedanigheid aan het natuurlijke werd
toegevoegd of onttrokken. ( )
De ouders werden zo geheel door genade geleid, en hadden
zozeer afstand genomen van wellust en genot, dat de bijkomstige
onvolmaaktheden, die normaal een ontvangenis vergezellen als gevolg van de
erfzonde, helemaal ontbraken. Zo werd een materiaal geleverd, vrij van
tekortkomingen, en op een wijze, welk in zichzelf verdienstelijk was. Zelfs als
de goddelijke Voorzienigheid niet op voorhand elke bijzonderheid zou geregeld
hebben, zou deze daad zeker zonder zonde zijn verlopen. Dit wonder reserveerde
de Almachtige slechts voor Haar, die een Moeder Zijner Zoon waardig zou zijn.
Want als het al passend was, dat het stoffelijke deel van zijn wezen zijn
oorsprong zou vinden volgens de voor de kinderen van Adam bepaalde orde, zou
het tevens zeer passend zijn, dat zonder de natuur geweld aan te doen, de
genade daarbij zou meewerken met al haar effect en kracht, en dat deze in Haar
zou schitteren, en in Haar probater zou zijn dan in alle anderen kinderen van
Adam, groter zelfs dan in Adam en Eva, die de oorzaak waren van onze bedorven
natuur en ongeregelde hartstochten. ( )
Dit lichaam, op de wijze in de schoot van de H. Anna gevormd,
was nog niet geschikt om geestelijke gaven te ontvangen totdat de ziel het zou
doen leven maar het kon de natuurlijke gaven ontvangen. En deze werden aan dit
lichaam in bovennatuurlijke mate gegeven door bovennatuurlijke kracht teneinde
het in gereedheid te brengen voor het hoge doel, waarvoor het gevormd was. En
in natuurlijke gaven en gratie ging het alle anderen te boven. Het lichaam
verkreeg gelaatstrekken en hoedanigheden, die de hele natuur geen tweede keer
zonder hulp zou kunnen voortbrengen. Zoals de hand van de Heer de eerste
ouders, Adam en Eva, vormde, helemaal aangepast aan de oerrechtvaardigheid en
de staat van onschuld, waarin zij zich zouden bevinden, en zodoende ook schoner
dan hun nakomelingen (want de werken, welke rechtstreeks van de Heer stammen
dienden volmaakter te zijn dan die welke door tweede oorzaken ontstaan zijn),
zo werkte zijn Almacht, op een meer verheven en hoogstaande wijze bij het
vormen van het maagdelijke lichaam van de allerheiligste Maria.
En dit deed Hij met grotere nauwkeurigheid en overvloedigheid
omdat dit Schepsel niet alleen het eerste ouderpaar, dat zo snel in zonde zou
vallen, maar ook alle andere schepselen in lichamelijk zowel als geestelijk
opzicht zou overtreffen. God besteedde meer zorg aan de samenstelling van dit
kleine lichaam van Zijn allerheiligste Moeder, dan aan alle hemellichamen en
het hele heelal tezamen. Deze maatstaf moeten wij ook gebruiken als wij de
gaven en privileges zien, die aan deze Stad Gods (Maria) geschonken zijn, vanaf
haar eerste begin en fundament tot aan haar hoogste torenspits, vlak naast de
oneindigheid van de Allerhoogste. Daarom was ook de afstand tussen haar
wonderbare Ontvangenis en de oorzaak van de zonde: de wellust, zo onmetelijk
groot. Want niet alleen, dat Zij gelijk was aan de dageraad der genade, geheel
vrij van zonden, en steeds al zodanig door de Heer voorgesteld en behandeld,
ook in haar ouders werden zonde en wellust in toom gehouden met het oog op haar
Ontvangenis, opdat de natuur niet verstoord zou worden en dit werk niets van
zijn volmaaktheid zou inboeten. Hier begon de Almachtige met de uitroeiing van
zonde, hier legde Hij het fundament waarop het kasteel van de Ene Sterke die
het kwaad zou ondergraven en het uit de onderworpen stelling zou verdrijven,
gebouwd zou worden.
De dag, waarop de eerste Ontvangenis, van het lichaam van
de allerheiligste Maria plaats had, was een zondag. Dit kwam overeen met de dag
van de week, waarop de engelen, wier verheven Koningin en Vrouwe Zij zou zijn,
geschapen werpen. Voor de vorming en groei van andere menselijke lichamen zijn
volgens de natuurlijke orde, vele dagen nodig om hen gereed te maken voor de
ontvangst van de met rede begaafde ziel. Zo zijn voor een mannelijk kind
ongeveer 40 en voor een vrouwelijk kind 80 dagen nodig, afhankelijk van de
natuurlijke warmte en gesteldheid der moeders. Bij de vorming van het
maagdelijk lichaam van Maria versnelde de Allerhoogste deze natuurlijke tijd
zodat datgene wat eigenlijk volgens de wet der natuur 80 dagen zou gevergd
hebben, in Haar binnen 7 dagen plaatsvond.
Baby
Binnen deze 7 dagen werd door versnelde groei, in de schoot
van de H. Anna dat prachtige lichaam voorbereid om de allerheiligste ziel van
haar Dochter, en van onze Vrouwe en Koningin te ontvangen. Op de zaterdag
volgend op deze eerste Ontvangenis bracht de Almachtige God de tweede
Ontvangenis tot stand door het scheppen van de ziel van Zijn Moeder, en deze in
te storten in het lichaam. Zo kwam dat zuivere Schepsel in de wereld, zuiverder
en aangenamer voor Zijn ogen, dan welk ander schepsel ook, dat Hij geschapen
had of zou scheppen tot het einde van de wereld, en door alle eeuwigheden heen.
God regelde de uitvoering van dit werk, in een geheimnisvolle relatie met het
werk der schepping van de rest van de wereld, welke eveneens in 7 dagen verliep
zoals ons wordt verteld in het boek Genesis. Daarna rustte Hij waarlijk, zoals
ons de H. Schrift in beeldspraak doet weten, want het meest volmaakte Schepsel
van allen was nu geschapen, en er was daardoor een begin gemaakt met het werk
van het goddelijk Woord en de Verlossing van het menselijk geslacht.
Zo was deze dag als een Paasfeest voor God, zowel als voor
alle schepselen. Aangezien de Maagd Maria op een zaterdag de grootste zegening
ontving door de vereniging van haar ziel met het lichaam, zonder dat dit een
nasleep van zonden en de gevolgen daarvan met zich bracht, heeft de H. Geest
het zo geregeld, dat de zaterdag in de H. Kerk toegewijd is aan de H. Maagd. De
gedenkdag van de Onbevlekte Ontvangenis, die de Kerk nu viert, is niet een
herinnering aan haar eerste ontvangenis, die slechts de ontvangenis van het
lichaam was, maar het is de dag van haar tweede Ontvangenis ofwel de dag van de
instorting van haar ziel. Lichaam en ziel verbleven 9 maand in de schoot van de
H. Anna. Dit zijn de dagen, welke verlopen tussen de Ontvangenis en de Geboorte
van de Koningin.
Gedurende de eerstgenoemde 7 dagen, die de bezieling van
het lichaam vooraf gingen, werd alles zo beschikt en geregeld door de
goddelijke kracht, dat het zou overeenkomen met het scheppingsverhaal, waarin
Mozes de vorming van de hele wereld in het allereerste begin beschrijft. Op het
moment van de schepping en de instorting van de ziel in de allerheiligste
Moeder, herhaalde de H. Drie-eenheid met grotere tederheid en liefde de
woorden, door Mozes opgetekend, en toen betrekking hebbend op de mens: Laat
Ons Maria maken volgens Ons beeld en gelijkenis. Laat Zij Onze ware Dochter en
Bruid en een Moeder voor de Eniggeborene van de Vader zijn. Door de kracht van
deze goddelijke uitspraak en door de liefde, waarmee deze uit de mond van de Almachtige
vloeide, werd de meest gezegende Ziel in het lichaam van de allerheiligste
Maria ingeschapen en ingestort.
Op hetzelfde ogenblik werd zij vervuld van genaden en gaven
in een mate, die zelfs de hoogste serafijn niet bezat. Er was nooit een moment,
waarin Zij tekort schoot of verstoken was van het licht, de vriendschap en de
liefde van de Schepper, of waarin Zij besmet werd met het verderf van de
erfzonde. Zij bezat een zeer volmaakte gerechtigheid, verhevener nog dan die
van Adam en Eva in hun geluksstaat. In overeenstemming met de genadegaven welke
Zij ontvangen had, werd Haar ook het volmaakte gebruik van het licht der rede
toegestaan. Zij was nooit zonder bezigheid, altijd gespannen die dingen te
doen, die aangenaam waren in de ogen van haar Schepper. ( )
Ik zie de natuurlijke orde losbreken uit zijn eigen wetten
teneinde opnieuw te worden geordend. Ik zie nieuwe wetten tegen de zonde
instellen, welke niets met gewone wetten gemeen hebben, krachtiger zijn dan de
wetten der schuld, de wetten van de natuur overwinnen, en zelfs de wetten van
de genade aanvullen. Ik zie de wording van een nieuwe aarde en van een nieuwe
hemel dit is de schoot van een zeer nederige vrouw, waarheen de ogen van de
Allerheiligste Drie-eenheid zich wenden, waar de Godheid regeert, waar de
hovelingen van de oude hemelen zich verzamelen en waarheen een duizendtal
engelen zich spoeden om de wacht te betrekken rond een nietig, levend
lichaampje, niet groter dan een kleine bij. In deze nieuwe Schepping is met groter
kracht de stem van Haar Maker te horen, die verheugd over het werk van zijn
Almacht, zegt, dat het zeer goed is.
Laat de mens in zijn zwakheid, in nederige vroomheid tot
dit wonder naderen. Laat hem de grootheid van de Schepper belijden en laat hij
zich verblijden over deze nieuwe weldaad, welke het hele menselijk ras in deze
Herstelster is geschonken. Tijdens de instorting van de ziel in het lichaam van
deze hemelse Vrouwe, wenste de Almachtige, dat haar moeder, de H. Anna, de
aanwezigheid van de Godheid op zeer verheven wijze zou bemerken en herkennen.
Zij werd vervuld van de H. Geest en werd innerlijk door een buitengewone
vreugde en godsvrucht bewogen. Zij bevond zich in verheven extase, waarin haar
veel licht werd geschonken over verborgen mysteries. Zij prees de Heer met
nieuwe vreugdezangen. Deze uitwerking bleef haar bij gedurende heel haar leven,
maar zij waren het grootst gedurende de 9 maand waarin zij in haar schoot de
hemelse Schat mocht dragen. Want gedurende die tijd werden deze zegeningen
doorlopend vernieuwd en herhaald, gepaard met blijvend inzicht in de H. Schrift
en Haar geheimen. (De H. Joachim wist pas op het einde van zijn leven wie zijn
Dochter werkelijk was, dat door Haar de Goddelijke Zoon zou geboren worden.)
Maria over het Hemels voedsel dat ze kreeg - Maria van Agreda
Maria
over het Hemels voedsel dat ze kreeg – Maria van Agreda
In de Hemel is geen materieel voedsel of voeding. Het
voedsel dat de engelen aan mijn heilige Zoon en mij brachten was zeer zeker een
hemels voedsel. Ik heb u deze naam ingefluisterd, omdat de kracht ervan hemels
en niet van de aarde is, waar alles ruw, materieel en begrensd is. Het zal u
tot enig begrip brengen over de aard van dit voedsel en de wijze waarop het
geschapen is, als Ik u zeg, dat de heer om ons te verschaffen wat zij nodig
hadden in de regel gebruik maakte van de reeds geschapen materialen, meestal
gewoon water, wegens zijn helderheid en eenvoudige samenstelling, want de Heer
heeft geen ingewikkelde dingen nodig voor zijn wonderen. Soms nam Hij ook brood
of een bepaalde soort vruchten. Deze materialen gaf Hij een dusdanige kracht en
smaakkwaliteiten, dat ze alle delicatessen hier beneden ver overtroffen. Er is
in de wereld niets wat daarmee kan vergeleken worden, want alle ander voedsel
is smakeloos en krachteloos in vergelijking met dit hemelse voedsel.
Om dit beter te begrijpen moet u de voorbeelden in de H.
Schrift genoemd eens overwegen zoals bv het voedsel dat Elias ontving, waardoor
hij in staat was 40 dagen en nachten te lopen en de berg Horeb te bestijgen.
Het manna, dat het brood der engelen genoemd werd, omdat zij het bereidden door
de dampen van de aarde te condenseren in de vorm van zaadkorrels die ze over de
aarde strooiden. Het bezat een grote variatie aan smaken en was zeer voedzaam
voor het lichaam, zoals de H. Schrift ons zegt. Ook het water, dat door Jezus
op de bruiloft van Kana in wijn veranderd werd, was van een dusdanige goede
smaak en een zodanige kracht, dat het de bewondering van de gasten opwekte.
Op dezelfde wijze als de Heer een bovennatuurlijke kracht
gaf aan het water en het in een zoete, aangename drank veranderde, zo gaf Hij
ook een geestelijke kracht aan het brood en het fruit. Dit soort voedsel
herstelde het verval van lichaamskrachten en bracht op wonderbaarlijke wijze
vreugde aan de zintuigen, hernieuwde hun kracht en rustte hen uit tot zwaar
werk en tot overwinnen van moeilijkheden, zonder ook maar de minste tegenzin of
ongemak met zich mee te brengen. Dit soort voedsel werd door de heilige engelen
aan mijn Zoon na Zijn vasten verstrekt, en dit ontvingen mijn echtgenoot Jozef
en Ik bij verschillende gelegenheden. De Almachtige schonk dezelfde gunst aan
enige van zijn vrienden en dienaren, waardoor ze verblijd werden met hemels
voedsel, maar niet zo dikwijls en op zo’n wonderbaarlijke wijze zoals Hij het
voor ons deed.
De
Heer staat Lucifer toe na zijn vasten Hem te bekoren. Christus overwint hem en
Maria wordt van alles wat er gebeurd is op de hoogte gehouden – Maria van
Agreda, Mystieke stad Gods
Lucifer is uit de hellekrochten tevoorschijn gekomen om Jezus
te gaan zoeken en Hem te bekoren. De Heer had zich in de woestijn verborgen en
na een vasten van 40 dagen stond Hij toe dat Lucifer Hem benaderde. Toen
Lucifer in de woestijn kwam en Jezus alleen aantrof, was hij daarover zeer
verheugd. Want Jezus’ Moeder werd door hem en zijn trawanten als hun Vijand
beschouwd wegens de nederlagen die zij door Haar toedoen hadden geleden. Omdat
hij nog nooit een aanvaring had gehad met de Heer, en bovendien Maria niet
aanwezig was, beschouwde de draak zich in zijn hoogmoed reeds als overwinnaar.
Maar toen Lucifer en de andere duivels hun Tegenstander nauwkeuriger
bestudeerden, werden ze bevangen door grote vrees en een zware ontmoediging.
Niet omdat ze een idee hadden van Zijn Godheid, want volgens hen was die niet
te combineren met Zijn verlatenheid en armzalige staat, ook niet omdat ze reeds
eerder ondervinding hadden opgedaan met Hem, want tot dat moment hadden ze hun
krachten alleen met de hemelse Koningin gemeten, maar omdat zij in Zijn
uiterlijk een zo grote reserve en een zo grote majesteit zagen, en omdat Zijn
daden zo volmaakt en heldhaftig waren, dat deze hen grote angst en vrees
inboezemden.
Zijn gedrag en Zijn toestand waren helemaal verschillend van
deze van andere mensen die zij bekoord hadden en waarover zij de overwinning
hadden behaald. Lucifer beraadslaagde hierover met de andere duivels en vroeg
hen: “Wat is dit voor een soort mens, dat zo afkerig is van de bekoringen
waarmee we andere mensen aanvallen? Indien Hij werkelijk zo afkerig is van de
wereld en zijn vlees zo onder bedwang en controle heeft, hoe zullen we dan een
opening vinden om Hem aan te vallen? Hoe kunnen zij op een overwinning hopen,
nu Hij ons de wapens waarmee wij gewoonlijk de mensen verslaan, heeft ontnomen?
Ik zie dit geval zeer donker in.”
Zo groot is de waarde en de kracht van de minachting van de
wereld en de onderwerping van het vlees, dat ze de duivel en de hele hel met
angst vervullen. De duivels zouden nooit zo zelfverzekerd op ons afkomen,
indien ze wisten dat wij niet onderworpen waren aan dit soort tirannen.
Christus stond Lucifer toe de verkeerde opvatting te huldigen, dat Hij een
gewone mens was, dat alleen zeer heilig en zeer rechtvaardig was. Hij wilde dat
zijn moed en zijn boosaardigheid zouden toenemen voor de aanvaring, want zo is
nu eenmaal de uitwerking van elke voordeel, dat de duivel opmerkt, voordat hij
zijn slachtoffers met zijn bekoringen overvalt. De duivel sprak zich moed in
door zijn eigen arrogantie en begon aan deze strijd met grote overmoed en
onstuimigheid dan ooit in de strijd met mensen werd aangewend. Lucifer en zijn
demonen spanden al hun krachten en boosaardigheden in en zweepten zich op tot
grote woede tegen de overmacht, die zij meteen in Christus aantroffen.
Jezus had al Zijn handelingen met goddelijke wijsheid en
goedheid getemperd, en in gerechtigheid en rechtvaardigheid de geheime bron van
Zijn oneindige macht verborgen, en daarvan maar zoveel getoond om het te doen
voorkomen, alsof Hij een mens was, die zover gevorderd was op het pad van
heiligheid dat Hij in staat was overwinningen te behalen op Zijn helse
vijanden. Om de strijd als mens te beginnen richtte Hij een gebed tot de
eeuwige Vader vanuit het binnenste van Zijn Ziel, waarin de duivel niet kon
binnendringen.
Mijn Vader en eeuwige God, Ik sta op het punt de strijd te
aanvaarden met de vijand om zijn kracht te vernietigen, zijn trots te
vernederen en zijn boosaardigheid tegen mijn geliefde zielen te bestrijden.
Voor Uw glorie en tot voordeel der zielen onderwerp Ik mij aan de gedurfde
onbeschaamdheid van Lucifer. Het is Mijn bedoeling in deze strijd zijn kop te
vertrappen, opdat wanneer de mensen zonder dat zij daar schuld aan hebben, door
zijn bekoringen worden aangevallen, zij zien dat zijn arrogantie reeds gebroken
is. Ik smeek U, mijn Vader, mijn gevecht en mijn overwinning indachtig te zijn
ten voordele van de stervelingen, die door de duivel belaagd worden. Sterk hun
zwakte door mijn overwinning, laat ze overwinnen. Laten zij bemoedigd worden
door mijn voorbeeld en laten ze van Mij leren, hoe ze hun vijanden kunnen
weerstaan en hoe zij hen kunnen overwinnen.
Gedurende deze strijd waren de engelen, die Christus dienden,
verborgen voor Lucifers ogen, opdat hij de goddelijke kracht van Jezus niet zou
herkennen. De engelen brachten lof en glorie aan de Vader en de H. Geest, die
welbehangen hadden in de werken van Jezus. De Maagd Maria was getuige van de
strijd vanuit haar bidvertrek. De bekoring begon op de 35ste dag van
Zijn vasten in de woestijn en duurde tot het einde van de vasten. Lucifer nam
de vorm aan van een mens en verscheen voor de Heer als een vreemdeling, die Hem
nog nooit had ontmoet. Hij was gekleed in een schitterend licht, gelijk dat van
de engelen, en vermoede dat de Heer na Zijn lange vasten wel grote honger zou
hebben en zei:
Indien U de Zoon van God bent, beveel dan dat deze stenen
brood worden. (Matt 4:3)
Door zijn suggestie te baseren op het Zoon-van-God zijn
probeerde de duivel op het punt wat hem de meeste zorg baarde enige informatie
te verkrijgen. Maar Jezus antwoordde slechts met weinig woorden:
De mens leeft niet van brood alleen, maar van elk woord dat
uit Gods mond tot hem komt.
Christus gebruikte de woorden uit Deuteronomium 8. Maar de
duivel drong niet door in de diepste bedoeling, welke Christus aan deze woorden
gaf en meende, dat hij bedoelde dat God het leven eens voor de mensen ook
zonder brood of welk ander voedsel zou kunnen in stand houden. Maar hoewel dit
ook in deze woorden opgesloten lag, wilde Jezus hier toch een veel diepere
betekenis aan toevoegen, waardoor hij met deze woorden aan de duivel meedeelde:
Deze Man waar je nu met spreekt, leeft in het woord Gods, dat is goddelijk
Woord, hypostatisch verenigd met Zijn menselijkheid. Hoewel dit nu juist
hetgeen was dat Lucifer zo graag wilde weten, verdiende hij niet de woorden van
de Godmens te begrijpen, omdat Hij Hem niet als ware God wilde aanbidden.
Lucifer voelde zich teruggeslagen door de kracht van dit
antwoord en door de verborgen macht welke dit vergezelde, maar hij wilde zijn
zwakte niet tonen en ook niet afzien van de tweestrijd welke hij was begonnen.
Jezus liet toe, dat de duivel doorging met zijn verleiding en Hij liet Zich
gewillig door de duivel, in het lichaam, naar Jeruzalem brengen en op de tempel
neerzetten. Van deze plek zag de Heer veel volk, maar Hij werd door niemand
gezien. Lucifer probeerde in Jezus de ijdele mens te doen ontwaken om Zich
vanaf die hoge plaats naar beneden te werpen, zodat de massa’s mensen bemerkten
dat Hij zonder letsel beneden aankwam en Hem zouden uitroepen als een grote en
wonderdadige man Gods. Lucifer gebruikte terug de woorden van de H. Schrift en
zei:
Indien U de Zoon van God bent, werp U dan naar beneden,
want er staat geschreven (Ps 90:11) dat Hij Zijn engelen bevolen heeft om over
U te waken. Zij zullen U op de handen dragen, opdat U Uw voet niet zal stoten
aan een steen. (Matt 4:6)
De engelen die Jezus begeleidden waren zeer verbaasd, dat
Hij Lucifer toestond Hem in zijn handen te dragen, uitsluitend en alleen ten
voordele van de mensen. De duivel was omgeven door ontelbare demonen, want bij
deze gelegenheid was de hel bijna helemaal leeg gemaakt om zoveel mogelijk hulp
te hebben bij deze onderneming. Jezus antwoordde:
Er staat ook geschreven, U zult de Heer Uw God niet op de
proef stellen. (Deut 6:16)
Toen deze antwoorden door Christus werden gegeven,
vertoonde Jezus een onvergelijkbare nederigheid en een majesteit die zover
boven alle krachten van satan waren verheven, dat dit alleen al voldoende was
Lucifers arrogantie te verpletteren en hem kwellingen en verwarring te doen
doorstaan, zoals hij nog nooit ervaren had. Hij voelde zich gedwarsboomd, maar
wilde nog niet inbinden en probeerde de Heer nog op een derde wijze te
verleiden. Hij probeerde Zijn begeerte op te wekken door Hem een deel van zijn
rijk aan te bieden. Tot dit doel bracht hij de Heer naar een hoge berg, vanwaar
men een goed overzicht had over vele landen en hij sprak met grote durf:
Dit alles zal ik U geven, indien U neerknielt en mij
aanbidt. (Matt 4:9)
Waanzinnige durf en trouweloze dwaasheid! Hij bood de Heer
dingen aan, die hijzelf niet bezat, noch ooit zou kunnen weggeven, omdat de
aarde, de sterren, de koninkrijken, prinselijke heerlijkheden, rijkdommen en
schatten allemaal van de Heer zijn en Hij alleen kan die uitdelen of weigeren
te geven, wanneer het Hem schikt en Zijn welbehagen heeft. Lucifer kan niets
geven, zelfs niet de dingen van deze aarde en daarom zijn al zijn beloften
waardeloos. De Heer antwoordde met soevereine majesteit:
Ga weg van mij, satan, want er staat geschreven: U zult de
Heer Uw God aanbidden en Hem alleen dienen.
Op dit bevel ‘Ga weg, satan’, nam Jezus Lucifer de
toestemming af Hem nog ooit te bekoren en slingerde Hij hem met al zijn
legioenen in de diepste hellekrochten. Daar verbleven zij totaal verpletterd en
begraven in de diepste afgronden, en zij konden zich gedurende drie dagen niet
bewegen. Toen werd hen toegestaan zich terug op te richten en zij begrepen dan
hoe groot hun nederlaag wel geweest was. Ze begonnen eraan te denken, dat Hij
die hen zo overwonnen had wel eens de mensgeworden Zoon van God zou kunnen
zijn. Maar deze twijfel werd voor hen niet opgehelderd tot het moment van de
dood van Jezus. Lucifer was helemaal terneergeslagen door zijn nederlaag en
soms werd hij bijna totaal verteerd door zijn woede.
Onze goddelijke overwinnaar, Christus, zong lofgezangen en
dankhymnen tot de eeuwige Vader, omdat Hij Hem de kracht gegeven had over de
vijand van allen, van God zowel als de mensen, te zegevieren. Te midden van een
grote schare engelen werd Hij teruggebracht naar de woestijn. Zij droegen Hem
op hun handen, hoewel Hij hun hulp niet nodig had en Zijn eigen goddelijke
kracht had kunnen gebruiken, maar deze dienst van de engelen kwam Hem toe als
beloning voor Zijn toestemming aan Lucifer de heilige menselijkheid van
Christus naar de tempel en de bergtop te dragen.
Nadat de Heer naar de woestijn was teruggebracht, dienden
de engelen Hem, want bij het einde van zijn bekoring en zijn vasten gaven zij
Hem hemels voedsel, waardoor Zijn heilig lichaam opnieuw versterkt werd. En
niet alleen de engelen waren aanwezig bij dit goddelijk feestmaal, ook de vogels
uit de woestijn kwamen en drogen bij tot de ontspanning van Jezus, hun Schepper
door hun harmonieuze liedjes en sierlijke bewegingen, en op hun manier toonden
ook de wilde beesten uit de woestijn zich verheugd, door hun eigenlijke
wildheid te onderdrukken en in vrolijke buitelingen en met allerlei geluiden de
overwinning van hun Heer te vieren.
In Nazareth was Maria vanuit haar bidvertrek getuige
geweest van de veldslagen van haar Zoon. Zij had alles gezien door het
goddelijk licht evenals door de ononderbroken mededelingen van haar engelen,
die zich heen en weer bewogen tussen Jezus en Maria. Zij herhaalde dezelfde
gebeden als de Heer en deed dit op dezelfde tijd als Hij. Ook Zijn streed met
de draak, hoewel dit onzichtbaar en slechts geestelijk gebeurde. Vanuit haar
teruggetrokkenheid vervloekte Zij Lucifer en diens demonen en verpletterde Zij
hen, steeds met alle handelingen van Christus meewerkend, in ons belang en voor
ons heil. Toen Zij gewaar werd dat de duivel de Heer van de ene plaats naar de
andere droeg, weende Zij diepbedroefd, omdat de boosaardigheid van de zonde
Jezus tot deze dingen dwong. Ter ere van alle overwinningen, welke Hij over de
duivel wegdroeg, componeerde Zij lofliederen tot de Godheid en de menselijkheid
van Christus, terwijl de engelen die op muziek zetten en tot Hem zonden om Hem
geluk te wensen met de zegeningen, welke Hij voor het menselijk ras gewonnen
had. Christus zond van Zijn kant de engelen met zoete troostwoorden naar Haar
toe en liet Haar meegenieten in Zijn triomfen over Lucifer.
En omdat Zij Zijn trouwe metgezellin en deelgenote was
geweest aan zijn zwoegen en vasten, zond de Heer zijn engelen met iets van dat
hemelse voedsel om Haar toe te dienen. Het is heerlijk te mogen optekenen, dat
de grote menigte vogels, die zich rond Jezus verzameld hadden met deze engelen
meevlogen met volle vaart en de woning van Maria binnentrokken. En terwijl
Maria iets van het voedsel dat haar Zoon had gezonden, tot Zich nam, zongen en
tjirpten zij voor Haar zoals ze voor Jezus hadden gedaan. Maria proefde van het
Hemelse voedsel en Zij werd daardoor weer gesterkt met nieuwe kracht na haar
lange en strenge vasten. Zij dankte de Almachtige en vernederde zich. Zij
verrichtte zoveel heldhaftige daden van deugd, dat onze menselijke woorden bij
de beschrijving ervan tekort schieten. We zullen ze waarderen wanneer wij bij
de Heer zullen zijn aangekomen en dan zullen wij Hem kunnen danken en Hem eer
kunnen bewijzen voor deze onuitsprekelijke zegeningen, zoals het alle mensen
betaamt.