Platanen zijn fantastische bomen: hun kleurige schors, hun gevuld bladerdak, hoe ze schaduw bieden in de zomer, hoe ze kilometerslang de weg afboorden, hun knoestigheid wanneer ze pas gesnoeid zijn. In de herfst komt een minpuntje naar boven: hun bladeren hebben niet genoeg aan een winter om te vergaan. Men zou ze kunnen verzamelen op een afgelegen veld, om ze rustig de tijd te geven tot stof en as te vergaan. Men zou, maar men doet hier iets veel grondigers: in Goudargues komt Lilian (is hier dus een jongensnaam) met zijn bezem en zijn lucifers.
Waar de blaren liggen, worden ze verbrand. Of daar nu net een auto vlakbij staat, of het nu net voor de deur van de krantenwinkel is, of het nu druk is door de plaatselijke markt op woensdag... het zal hem een zorg wezen. Hij veegt de blaren wat meer bij mekaar en steekt de hele handel in de fik. De as wordt met de schop in het kanaaltje gekieperd.