't Is hier ook koud hoor. Al kan het zonnetje ferm goed haar best doen, en voor ambiance zorgen op het terras, zo tegen de middag en enkele uurtjes daarna. Gegarandeerd dat wij dan de enigen zijn die buiten zitten. Een échte inboorling houdt zich schuil in de diepten van zijn woning, bij kachel of haard neergevleid. En zo komt het dat wij ons afvragen of deze pracht exemplaren van het ras Krekel (niet te verwarren met de cigales), ook buitenlanders zijn, zoals wij. Of ze ons Vlaams verstaan (vertaling: ons Nederlands begrijpen). Of ze net zo hard van het zonnetje genieten zoals wij... Geen idee. Vooraleer we de vraag kunnen stellen zijn ze al weg, met grote sprongen, richting groen.
Ze zijn dan toch geplukt geraakt, de olijven van de gemeente. Een tiental vrijwilligers, voorzien van manden in allerlei formaten, ging aan de slag voor een vrij teleurstellende activiteit. Teleurstellend wat resultaat betreft. Bevroren olijven zijn nu eenmaal niet goed voor consumptie. Niet alle olijven waren bevroren, dus werd het een secuur karwei. Het kwam er op neer dat elke olijf gekeurd werd, alvorens ze te plukken! Meer dan de helft bleef aan de bomen hangen, of werd gewoon weggegooid. Te lang laten hangen, of te vroege vorst. Tja, sommige olijfeigenaars waren al vroeger de pineut. Niet door bijtende kou, maar door bijtende Vlaamse Gaaien (hé Johan). 't Is van uw eigen volk dat je het moet hebben, zegt het spreekwoord. Op 1 nacht, alle olijven weg. Gelukkig hebben we nog een foto van die veelbelovende bessen. Tegen volgend jaar, haak ik een netje om erover te leggen, zodat het recept voor olijvenconfituur dan wel dienst kan doen.