Volgens Klasse.be lijdt 1 op de 10 kinderen eraan. Negeren of verwijten maken is niet de boodschap, als ouder kan je er zelf wat aan doen.
Signalen Faalangst herken je aan heel wat signalen. Denkt je kind enkel aan wat kan mislopen, klaagt het over hoofdpijn, maag- of darmen of begint het opnieuw te nagelbijten, mag er een belletje rinkelen. Ook kan je kind plots verlegen, gesloten zijn of hangt het net de clown uit, zoekt het uitvluchten, liegt of huilt het.
Faalangst vraagt een aanpak. -Rust kan redding brengen. Panikeer niet mee als je kleine in paniek slaat. Emotionele scènes zijn helemaal uit den boze. Luisteren is wel belangrijk.
-Tracht er samen aan te werken en vertel het zo aan je kind. Dat geeft hem vertrouwen en zo stel je hem gerust. Mislukken mag en hoort bij het leven. Zelf maak je ook al eens fouten.
-Belicht zijn of haar positieve eigenschappen.
-Negatieve gedachten buig je om. Ga op zoek naar wat je kind echt angstig maakt en koppel die angst los van de taak. "Als je je les goed geleerd hebt, is papa blij"
-Ga niet in op vermijdingsgedrag. Laat hem zijn opdracht toch uitvoeren. Er is geen weg terug.
-Geef structuur. Help een planning op te stellen. Ga naar wat haalbaar is en zeg dat het mag mislukken. Wat telt is zijn of haar inzet.
Spiekbriefje Als ultieme tip stelt Klasse het spiekbriefje voor. Geen briefje met de inhoud van de les, wel met regeltjes die de kleine kunnen motiveren en zelfzekerder maken.
1. - Ik heb mijn les geleerd (Ik kan het!) 2. Ik blijf rustig en haal diep in. (Zo kan ik me meer herinneren en beter antwoorden.) 3. Als ik een vraag niet meteen kan oplossen, sla ik niet in paniek. (Ik sla hem over en doe eerst de andere vragen.) 4. Ik mag fouten maken. (Iedereen maakt fouten, ook mama, papa en de juf!) 5. Ik heb het goed geprobeerd! (Ook al is het minder goed gegaan!) (lvl)
|