Duizendblad, citroenmelisse, bilzenkruid... Je overgrootmoeder had ze ongetwijfeld in haar medicijnmandje zitten. En ze wist perfect wat ze ermee aan moest: een kwaaltje verhelpen, een gerecht opfleuren of haar keukenspullen oppoetsen. Duizenden jaren kruidenkennis komen vandaag langzaam weer bovendrijven. Goed Gevoel kiest elke maand een kruid dat perfect past in jouw natuurlijke huisapotheek.

Bieslook

Een bieslookplantje heeft veel zon nodig, maar komt desondanks overal in Europa in het wild voor.

Bij ons leerde men dit kruid pas in de 16de eeuw naar waarde schatten. In China was bieslook 5000 jaar geleden al geliefd. Men ging er heftige bloedingen mee tegen en het hielp ook bij vergiftigingen.

In de keuken wordt het kruid vooral geapprecieerd omwille van zijn milde uiensmaak.

Koeien in de wei mogen niet te veel bieslook eten want dan krijgen hun vlees en melk een vage, maar heel vervelende uiengeur.

Bieslook oogst je door het tot 3 cm boven de grond af te knippen. Dat kan gemiddeld zo'n 4 keer per jaar.

Zelf bieslook kweken kan heel gemakkelijk. Het plantje stelt amper eisen aan de grond maar heeft wel veel zon nodig. Geef geregeld water, het plantje mag eigenlijk nooit helemaal droog staan.

Bieslook doet het goed in potten op de vensterbank en staat heel decoratief. Ook hier hebben de plantjes uiteraard veel water nodig.

Knip nooit alles van het plantje, want de bolletjes onder de grond hebben wat blad nodig om voedsel aan te maken voor een volgend bloei-jaar.

Bieslook mag je pas in laatste instantie aan je gerechten toevoegen want door het koken zou het zijn aroma verliezen.

Gesnipperde bieslook bevordert de eetlust en de stoelgang.