De nacht was zwoel en warm. De dag belooft zwoel en warm te worden. Een vroege ochtendzon, en iedereen rondom ons lijkt nog niet ontwaakt te zijn. We wandelen door het gras, nog nat van de ochtenddauw. Op een padje kust hij mij nog maar eens. Zijn lippen branden op de mijne. Daar in de ochtendzon.
's Nachts hadden we afscheid willen nemen. We waren er niet in geslaagd, en hadden de hele nacht genoten van elkaars aanwezigheid. We dansten de nacht in en uit, terwijl hij zachtjes "ik zie je graag" fluisterde. Hij hield me stevig vast, en ik wilde dat de tijd stil bleef staan. Voor altijd verliefd, voor altijd liefde.
Zelfs de maan en enkele sterren zijn nog van de partij. We wandelen een heuvel op, en bekijken de wereld vanop veilige afstand. We gaan zitten, op onze eigen ster, en dromen luidop, over verlangens, over hoe het is, en over hoe het worden zal. Op onze ster, met zicht op de wereld, vertel ik hem wat hij voor me betekent, en vertelt hij me wat ik voor hem beteken. De wereld.
Liggend in het gras, een zacht briesje. Mijn hoofd op zijn schoot, genietend van de stilte, genietend van elkaar. Stilte kan vaak meer zeggen dan duizend woorden. Alsof we in gedachten een gesprek voeren. Sssshhht. Dromen zo zoet en zacht als engelenvleugeltjes.
Hij maakt me sterk, ik maak hem sterk. Nooit meer hoef ik nog bang te zijn, nooit meer hoeft hij nog bang te zijn.
Hij brengt me aan het lachen. Zo vaak. Plagend, aandacht eisend. We kwikkelen, en lijken nooit genoeg te krijgen van elkaar. Na een "robbertje vechten" neemt hij de bovenhand, kijkt me diep in de ogen (kijkt hij door me heen ?), zoent me met een ongekende passie, en doet me meteen verlangen naar zoveel meer.
We wandelen terug de realiteit in, samen. Een ontbijt op een terrasje, met heerlijk ruikende koffie, vers geperst sinaasappelsap, en nog warme croissants. We keren huiswaarts, en nemen de dag voor de nacht. Ik bekijk hem, stiekem, en zie hoe de slaap hem overmant. Een drukkende warmte buiten, maar wij liggen lekker koel, de ramen open, en de wind die in de gordijnen speelt.
Ook vanavond zullen we samen zijn. Ik zal de sterren kunnen tellen die in zijn ogen schijnen, en ik zal intens gelukkig zijn. Een heerlijk deuntje op de achtergrond, een lichte schemering, waardoor we elkaars contouren nog perfect kunnen waarnemen. Hij komt tegen me aan staan, ik voel z'n adem in mijn hals. Zijn hand streelt mijn gezicht, en zijn vingers gebaren zachtjes dat ik m'n ogen sluiten moet. Muisstil en tergend traag ontkleedt hij me... Een dagdroom, zonder echter een bepaalde persoon in gedachte... een sprookje, misschien...maar o zo mooi, (helaas te mooi om waar te zijn...)
|