Ik was ruim vroeg, in Leuven. Een heerlijk zonnetje, en ik wou van de gelegenheid gebruik maken even doorheen het stadscentrum te kuieren. Ik miste het gezelschap van m'n partner in crime, T. Ze maakt de ritten minder lang, en samen ontdekken we er keer op keer wel weer een leuk plekje. Ze had andere bezigheden; moest werken. Zo zei ze althans. Het zou natuurlijk net zo goed kunnen dat ze een nieuwigheidje aan het uitproberen is geweest, de hele dag lang. Een nieuwigheidje waar ik voor iets tussen zit... :twisted:
Ik liep langs een bloemenmarktje, en genoot van moeder natuur's kleurenpracht. Kleine smalle straatjes, met piepkleine winkeltjes waar je nog schatten vinden kunt. Een écht oude bakker, waar je heerlijke koffie drinken kan, op kramikkelige houten stoeltjes en dito tafeltjes. Even waande ik me in het zuiden van Frankrijk. Vroeger kon ik niet in m'n eentje iets gaan drinken. De omgeving speelde een te bedreigende rol, ik zat alleen aan een tafeltje en wilde meteen weg, omdat ik het gevoel had bekeken te worden. In die mate dat ik alles met uiterste voorzichtigheid deed, bang op te vallen. Héél voorzichtig drinken, niet morsen, niets omgooien, want dan zou iedereen nog meer gaan kijken. Nu heb ik dat niet meer. Nu kan ik zelfs genieten van in m'n eentje even tot rust te komen. Ik laat alles op me af komen, absorbeer de ruimte waar ik me bevind, tot de geur die er hangt aan toe. Ik bekijk mensen die passeren. Ik laat m'n latte machiatto net iets langer in m'n mond rondhangen wanneer ik drink. Laat m'n tong de warmte, de textuur en de smaak exploreren. Meer en meer ontdek ik mezelf.
Tegen elven belde ik aan. Mijn professor. En ik weet dat het bezitterig klinkt, maar het is wel zo. Meteen de spreekkamer binnen. Ik duwde hem als het ware onder een douche van gevoelens die in me heersten de afgelopen weken. Hij vraagt me zaken, en wanneer ik begin te antwoorden, daagt me meteen waarom hij die vraag stelde : hij laat me zelf antwoorden op de vragen die in me ronddwalen. Ik vertelde hem over het feit dat heel wat mensen in m'n omgeving me trachten te doen twijfelen om toch maar niet uit m'n huwelijk te stappen.
Ik ga me niet meer laten leiden door twijfel die anderen zaaien omtrent m'n stap naar zelfstandigheid, de stap weg van m'n huwelijk. Ik wéét heel goed waarom, en ik wéét dat die redenen gegrond zijn. Als anderen daaraan twijfelen, dan is dat hun probleem. Niet meer het mijne. Het gaat goed met me, voor het eerst in m'n leven lijkt m'n leven de juiste richting uit te gaan. Waarom dan nog twijfelen, waarom dan nog onzeker zijn ? Met de bots en de buil, uiteraard. Want het vergt behoorlijk wat kracht om vanachter m'n muurtje te komen. Als je heel je leven al dergelijke gevoelens had, dan zet je die niet meteen uit. Ik heb me al rot gezocht achter het schakelaartje daarvoor, maar helaas. De schakelaar in m'n hoofd is omgeklikt, dat wel, maar m'n hersenmassa durft er wel eens terug een duwtje tegen te geven. Het is aan mij het telkens terug te klikken tot het vastroest en ik me niet langer in onzekerheid hoef te baden. Het is alsof ik me aan het einde van de wereld bevind, de wereld zoals ik die kende. En ik voel me er goed bij. Een nieuwe wereld opent stilaan z'n poorten. Vreemd genoeg laat ik door zekerheden los te laten ook heel wat onzekerheden los.
Het is zinloos te wachten op mirakels. Mirakels maak je zelf. Ze liggen voor me, grijpensklaar. Ik ben onderweg. Onderweg naar een nieuw leven.
Je kan iemands hand vasthouden en tonen hoe je huilt. Je kan je zwakheden voor die persoon uitspreiden, in de hoop dat die het begrijpt. Je kan moedige beslissingen nemen, terwijl je binnen in je afbrokkelt. Je kan iedereen toestemming vragen, om vervolgens weg te lopen en je te verstoppen. Niemand hoeft te weten wat je doet, en waarom, zolang jij er zelf achter staat. Rekening houden, ja; permissie vragen, neen. Alsof een bovennatuurlijke kracht is neergedaald, me m'n zonden heeft vergeven en me verlicht heeft van m'n twijfels.
Tot de volgende, Leuven.
|