Je vroeg een geliefde, en ik deed alles voor je. Als je iemand anders wou, droeg ik een masker voor je. Wou je een partner in crime, dan hoefde je alleen maar m'n hand vast te nemen. Had je iemand nodig om boos op te zijn, dan stond ik voor je. Ik sprong voor je in de bres. Speurde je lichaam af als je je niet lekker voelde. Ging zitten waar je wou dat ik zat.
Als je zin had om met de wagen te rijden, dan was ik passagier. Wou je een chauffeur, dan nam ik het stuur over. Wou je alleen weg, dan bleef ik thuis. Had je me nodig, dan was ik er voor je.
Nu weer eens plaatste je me in een gouden kooitje, dan weer was ik je pispaal. Ik kroop voor je, ik zat op m'n kniëen voor je. Ik lag aan je voeten, en huilde voor je. Ik heb je gesmeekt. Ik leefde naar jouw normen. Altijd, onvoorwaardelijk, zonder er zelfs maar even bij stil te staan.
Maar de ketens waren te strak. De beloften die ik je maakte, probeerde ik wanhopig vol te houden, maar ik kon ze niet nakomen.
De totale controle die je had over me. Je eeuwige jaloerzie. Je wantrouwen.
Tuurlijk zag je me graag. Maar niet omwille van wie ik was. Omwille van wie ik moest zijn. Dagenlang geen woord als ik niet deed wat jij nodig achtte. Uitbarstingen wanneer m'n nood aan een fractie vrijheid me deed rebelleren. En het was niet eens dat. Ik ging niet tegen je in. Ik vroeg, en kreeg ik niet, dan zweeg ik netjes.
Je ziet het niet, je zal het nooit zien. "Ik deed het alleen maar om goed te doen, om je te beschermen. Uit liefde voor je."
Misschien zag je me te graag. Zo erg dat je me verstikte tot ik noodgedwongen de ramen insloeg.
Je angst me kwijt te raken, zorgde ervoor dat je me kwijt bent nu. Ironisch toch ? Je bent je controle kwijt. Je grabbelt om je heen, wanhopig pogend de controle terug te vinden. Maar niet meer, nooit meer.
Ik ga verder nu. Ik heb je lief gehad. Ik heb je nooit gebruikt. Ik heb je verafgood. Een emmer die overliep van liefde heb je leeggeschept. Stukje bij beetje. Tot er niks meer resteerde, niet één druppel. Financiële zekerheid, luxe en eigendom kunnen me niet overtuigen. Geluk, net als liefde, kan je niet kopen.
"Je bent zwak.", zei je vaak. Met overtuiging kan ik voor je gaan staan nu, en zeggen : "Ik ben sterker dan jij durft te vermoeden."
Voltooid verleden tijd. Bijna. Reikhalzend kijk ik er naar uit. Voor het eerst zal ik écht op eigen benen staan, met de wereld voor me, ongeduldig wachtend.
Aftellen.
Ab imo pectore, acta est fabula
|