Alsof Nemesis in me heerst. Mentale pijn die zich een weg naar buiten baant, die langs al m'n poriën lijkt te ademen. Mijn geest lijdt, mijn lichaam lijdt. De weegschaal sprak boekdelen deze ochtend. De laatste keer dat ik dit woog, moet in m'n schooltijd geweest zijn. Maar samen met m'n geest weigert m'n maag halsstarrig alle voedsel. Mijn buik in staking. Helse krampen, in die mate dat ik er van moet gaan zitten. Recht staan maakt me op zo'n ogenblikken draaierig van de pijn. Rillingen, onophoudelijk. M'n huid pijnlijk bij de minste aanraking, zoals ik nog wel heb als ik hoge koorts maak. M'n haren dor en droog, doods als het ware. M'n tandvlees bloedt onophoudelijk, de voortdurende bronzen smaak van bloed in m'n mond. M'n maandstonden, want normaal gezien écht niet kan. M'n spieren, m'n rug, m'n schouders. Hades lijkt me de hand te reiken om hem te volgen naar het ondergrondse land der doden, de onderwereld, waar ik thuis zal horen. M'n man ziet hoe zwak ik ben, momenteel. Als een tijger sluipt hij dichter. Ik ben terug prooi geworden. "Wat heb jij toch een aardige man.", zei één van de andere mama's me. Z'n typische, gladde, altijd vriendelijke tweede ik. De persoon waar ik ooit, lang geleden, op verliefd werd, en waarvan later bleek dat het slechts een masker was, een masker naar de buitenwereld toe. Achter dat masker, achter gesloten deuren schuilt een heel ander iemand. Wantrouwig, achterdochtig, jaloers, controlerend en extreem dominant.
Niks lijkt nog zeker, niks lijk ik nog te weten. M'n bootje kabbelt stuurloos rond, geen land in zicht, terwijl donkere wolken de blauwe lucht inpalmen. Zal de storm me doen zinken ?
Tegenstrijdige meningen, tegenstrijdige gevoelens.
M'n ouders die me de ene dag zeggen dat ik moet doorbijten, vertellen me de dag erna het toch nog een aantal maanden uit te zweten, om me de daaropvolgende dag aan te manen te blijven waar ik ben.
M'n zus die me eerst met de grond gelijk maakte in een poging me te laten blijven. Woensdagmiddag was ze echter m'n meisjes bij m'n ouders gaan ophalen om ze mee te nemen naar McDonalds. De twee bestelden allebei alleen maar een colaatje. Ze zag dat er iets scheelde, en kreeg hen overtuigd om toch iets te eten. Maar wel moest ze hen beloven "niet tegen papa te zeggen dat ze er gaan eten waren, want dan zou hij heel boos zijn op hen, want papa vindt dat te ongezond." M'n zus vertelde het me toen ik ze kwam ophalen. "Als ze bij mij zijn, beslis ik wat ze eten, of hij dat nou leuk vindt of niet.", zei ze nog. Stilaan gaan ook haar ogen open. Want uiteindelijk, waar ben je mee bezig als je kinderen van vijf en zeven al dingen verzwijgen ? Toen ik m'n zus later op de dag opbelde met de vraag of ze eventueel even met me naar het huurhuis wou gaan kijken één van de komende dagen, haakte ze weer af.
M'n oudste. Zeven is ze. Ze voelt meer aan dan goed voor haar is. Constant zoekt ze m'n gezelschap op. Ze neemt een krukje en komt bij me zitten in de badkamer als ik bad zit. Meer dan ooit laat ze het spelen even voor wat het is om me een knuffel te geven of even op m'n schoot te klauteren. "Mama, wat scheelt er, je bent zo vaak verdrietig ?" Terwijl ik lach en zing en spring met ze, terwijl ze me nog vrijwel nooit zag huilen. "Ach, soms weet ik gewoon niet wat ik moet doen.", antwoord ik haar eerlijkheidsgetrouw. "Als jij verdrietig ben, ben ik ook verdrietig. Je moet doen wat je terug blij maakt. Mama, weet je, wij zijn precies tweelingen, zo erg lijken we op elkaar." Vandaag, in bed, zij en ik, pratend. "Mama, als je wil scheiden, vind ik dat niet zo erg hoor. Alleen wil ik dan niet een week bij jou en een week bij papa, maar om de drie daagjes of zo, want een week is te lang, dan zou ik je missen." Een donderslag bij heldere hemel was het voor me. Geen woord kon ik uitbrengen. "Zeg het maar niet tegen papa. Het is ons geheim, hé, mama. Kijk, ik ben het al vergeten !"
Wat doe ik ? Ga ik vechten, of blijf ik vluchten ?
Morgen bel ik het huis af. Leg ik m'n leven daarom terug in de handen van mijn man ? Terug naar af, het is geen optie. Maar het huis kwam te vroeg, en nu ik het overdenk zijn de redenen die m'n man opgaf op alsnog de woning te huren louter dogredenen. Dichtbij, zodat hij vlakbij is om een oogje in het zeil te houden... Neen. Ik weet dat ik vast nog behoorlijk twijfelen zal. Dat ik hier vast nog wel zal neerpennen dat ik beter blijf waar ik ben. Maar m'n echte ik wil niet meer in een doosje worden geduwd. M'n echte ik kan het vast wel aan. Ze is sterk genoeg om het alleen te redden. Tijd. Afwachten, dat moet ik doen, nu. Ik vertrek niet voor alles in orde is bij de notaris. Zodra ik de middelen heb, ga ik er voor. Want ik kan het, dat wéét ik. Volgende week is er de notaris, en dan is het aftellen. Zes maanden.
En al degenen die me het advies gaven te blijven omwille van het financiële, omwille van het gemak, al die luxepaardjes die gemakshalve in hun ouwe getrouwe stal blijven rond dralen, zal ik het nakijken geven. Nooit zullen ze het toegeven, uiteraard. Maar stiekem zullen ze het me benijden.
Het is harde taal, dat weet ik. Want uiteindelijk ben ik geen deskundige. Uiteindelijk weet ik niet veel. Maar ik weet wel wat liefde is. Liefde is iets waarop geen sleur komt. De essentie van liefde ? Een poging tot een definitie, met dank aan een dichter...
Wanneer je in iemands ogen kijkt en niets dan openheid ziet en charme, niets dan milde lieftalligheid, minzaamheid en eenvoud, niets dan sobere verwachting. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wanneer je geen vleugje reserve bespeurt, geen mespuntje van hoe je zou moeten zijn, geen rancune en wrok, geen achterdocht, geen twijfel, geen afwijzing maar de absolute en exclusieve aanvaarding van wie je bent, hoe je bent.
Wanneer je door die onbevangenheid lam geslagen, naar adem moet happen, een onmiddellijk inzicht van herkenning je overvalt, elk woord weerloos wordt, er alleen nog één naam is om te noemen .
Op de ruggengraat van die onvoorwaardelijke, oprechte blik wordt, wars van esthetiek, de vervullende huiver van het sublieme geboren, op de vele krassen en witte wonden, de verrukking over dramatische schoonheid, puur en zuiver.
|