Misschien al goed dat ik deze ochtend een drukke dag voor de boeg had. Het bracht me minder in de gelegenheid al te veel stil te staan bij m'n dipje van gisterenavond en -nacht. Ook al zinderde het in m'n lichaam na. Toen ik m'n moeder in de late namiddag zag, merkte ze het meteen op, en ook m'n schoonbroer gaf me een "het-komt-wel-goed-met-je-knuffel".
Naar gewoonte al vroeg wakker, maar ik had geluk : mijn man was de hele dag uit werken. Hij was al vertrokken rond zessen en kwam deze avond pas rond half acht terug thuis. Zwart geld waar ik natuurlijk alweer geen cent van zien zal, maar ach, dat hij het steekt waar het zonlicht nooit komt. Want ook vandaag werd ik weer wat wijzer; voor de derde keer op rij deze week had hij me zitten slecht maken. Helaas voor hem bij de verkeerde personen, en dan nog over een onderwerp waardoor hij zichzelf in de vingers sneedt : hij had bij m'n schoonbroer zitten kankeren dat ik het huishouden laat voor wat het is, en dat z'n oudste dochter de meeste taken op zich neemt. Oerdom van zijnentwege, want het is een algemeen gegeven : iedereen die bij ons komt vind dat het huis er altijd krakend net uitziet. En met een stiefdochter die zelf bevestigd dat ze de afgelopen maanden geenszins tijd had gevonden om in het huishouden bij te springen omdat ze zoveel tijd in haar studies diende te steken, zette hij zich in feite voor aap. Maar m'n bloed kookte, toegegeven. En dat merkte hij zodra hij thuiskwam. Op kousevoetjes kwam hij af. "Is er iets." "En nu is het aan mij", moet ik gedacht hebben. Hij is niet gewoon om tegengesproken te worden, hij duldde het voorheen simpelweg niet. "Kijk, G., je ligt voortdurend me te beschuldigen dat ik je overal ga zwartmaken. Je mag van mijn part nu, op dit eigenste moment, iedereen aanspreken die op de hoogte is van onze situatie. Vraag het hen op de man af, en stuk voor stuk zullen ze je zeggen dat ik dat nog op geen enkele moment gedaan heb. Dat je paranoïde bent, wist ik al. Maar als dan nu blijkt dat jij degene bent die mij overal gaat slecht maken, wel daar begrijp ik eerlijk gezegd de ballen van. En dan nog met zaken waarmee jij jezelf voor schut zet, omdat iedereen weet dat het zaken zijn die absoluut niet kunnen." Ik kaatste de voorbeelden zijn richting uit. Over het feit dat ik dus blijkbaar flink klote ben in het huishouden, en over mijn zogenaamd spendeerprobleem, want klaarblijkelijk was hij gaan rondbazuinen dat ik zopas twee jassen van 300 euro elk had gekocht. Maar zoals altijd waste hij z'n handen in onschuld. De anderen hadden hem verkeerd begrepen. Ik counterde zijn opmerking : "Vreemd dan toch, dat verschillende mensen je dan verkeerd begrijpen, want dezelfde verhalen komen bij verschillende mensen terug. Weet je, doe gewoon verder op die manier, je bent goed bezig." Hij sloeg nog met een aantal deuren en doet sindsdien alsof ik er niet ben. Een herkenbaar patroon, maar vroeger liep ik er ziek van, en nu raakt het me zelfs niet meer. Het heeft in feite mijn allerlaatste twijfel weggenomen. Alsook die van m'n familie. Want zij doorzien nu zijn altijd vriendelijke, gladde omhulsel. "Tja, wat moet ik doen, ze loopt zich vast in d'r ongeluk, en ik wil er alles aan doen om dat te voorkomen, want ik zie haar zo graag. En na al die jaren, na alles wat ik voor haar gedaan heb, moet ik me maar neerleggen bij het feit dat ze gewoon weg omdat ze me niet meer graag ziet. Ik begrijp het niet, want er is nooit iets gebeurd, ze is gewoon veranderd..." En het ergste is, hij begrijpt het ook écht niet, hij ziet het probleem niet, hij is zo'n meester in het omzeilen van zaken dat hij zichzelf omzeilt. Mijn liefde voor hem is weg, maar dat dit enigszins zou kunnen te maken hebben met hem, met de manier waarop hij me jarenlang behandelde, neen, in geen geval. Vanaf vandaag slaap ik in het bed van de kinderen. Ik kan zelfs dat niet meer, ik word zelfs ongemakkelijk als hij de badkamer binnenkomt terwijl ik in bad zit.
Al vroeg wakker dus, maar ik bleef nog ruim een uur in bed liggen, met m'n meisjes bij me. Tijgertje spelen, de buurman maakte zich vast zorgen, want we visten uit wie er het best brullen kon. Dolle pret. Rijkleren aan, ontbijten, en richting m'n zus. Pony klaargemaakt, en de oudste wat les gegeven. Gewoon, lekker ontspannen, grapjes verkopend.
De dochter van m'n zus viert morgen haar communie. Ik had m'n zus al beloofd haar te helpen met alles klaar te zetten. "Decoreer jij de boel maar." Een grote witte tent op het gazon. Ik nam een schaar en m'n meisjes vergezelden me, ietwat verder de straat in. Op jacht naar klimop en "fluitekruid". Witte tafellakens, waar ik klimop legde, netjes in elkaar gevlochten. Hier een daar toefjes fluitekruid ertussen, en wat ranonkeltjes in witte en feibel roze kleuren. Zilverkleurige lintjes. Ik was bijna fier op mezelf, zo geslaagd was het resultaat. Het was ruim drie uur in de namiddag toen we huiswaarts vertrokken.
Thuis schakelde ik mezelf een versnelling hoger. Terwijl de kinderen buiten speelden, poetste ik m'n wagen en m'n huis. Ik waste de kinderen, föhnde hun haren en smeerde hun snoetjes in , legde één en ander alvast klaar voor morgen, vouwde nog een was op, om uiteindelijk rond half tien neer te ploffen op m'n stoeltje voor m'n laptop. Tot zowat elf uur zat ik wat werkgerelateerde dingen te doen. En nu ? Nu ga ik slapen.
Slaapzacht wereld. Another day... Elke dag nu, is een stapje dichter naar m'n echte ik.
|