Mijn dag verliep volledig anders dan gepland, vandaag. De aanleiding daartoe was een telefoontje van m'n zus gisterenavond. M'n moeder moest voor een kleine ingreep naar het ziekenhuis en er werd me gevraagd haar er heen te brengen. Dus deed ik dat, vanochtend. Ik belde snel nog even m'n baas op, om te melden dat m'n planning enigszins veranderd was. "Waarom doe je het vandaag eens niet een dagje op je gemak. Je hebt geen vaste afspraken, dus plan je bezoeken maar volgende week in. Je werkt al hard genoeg." Dus deed ik dat. Het was niet eens middag toen ik onderweg was naar huis, met twee klantenbezoeken achter de rug. Ik was van plan thuis afspraken te bellen, maar hoe dichter ik bij m'n huis arriveerde, hoe meer ik het gevoel kreeg dat ik er niet meer thuishoor. Een huis vol herinneringen die ik zo graag achter me zou laten.
Niet vandaag, K., dacht ik. De zon schijnt. Ik stopte bij een bakker, en reed naar een park in de buurt. Ik zocht mezelf een bankje in een uithoekje waar niemand me zou storen.
Ik. M'n gedachten. Het bankje. Een broodje. De zon.
Ik viste m'n fototoestel uit m'n handtas. Een goedkoop dingetje, waarmee je nauwelijks deftige foto's kan maken, maar ach wat. Indrukken vastleggen.
Hey, wordt eens wakker... Stilletjes port de zon moeder natuur aan. Het is tijd. Iedereen heeft er nood aan. Laat eens zien wat je kunt. Laat heel zachtjes de bruine tinten voor wat ze zijn, laat groen en een oneindig kleurenpalet het nu maar overnemen. Ik warm je, moeder aarde. Zodat heel stil, onopvallend, al het leven z'n hoofd naar boven wagen durft. Ssssshhhht, héél zachtjes.
Ik wandel rond, in het park. Zie hoe de zon schaduwen werpt voor m'n voeten, en speelt met de glanzend groene bladeren die ontluiken. Ik voel de warmte, en voel hoe alles uit z'n winterslaap ontwaakt. Overmoedige bijen die zich zoemend wagen aan de eerste meeldraden van de vroege bloesem-bloemen. Bloemen, bijna te perfect, te mooi, om echt te zijn. Ik laat m'n ogen rondglijden. Een treurwilg, die in tegenstelling tot de andere bomen, zich verzet, en geen aanstalte lijkt te maken om zich door groen te laten omringen. Hij valt vast later wel voor de charmes van de zon. Tegelijkertijd valt m'n oog op m'n schaduw op de grond. Ben ik de treurwilg's schaduw ? Wandelend door het park, herbeleef ik gesprekken. Met m'n man, met m'n moeder, met m'n vrienden.
M'n melancholische bui houdt me het mes aan de keel. Realistisch blijven. Het doet pijn, te weten dat er een zee van afstand is tussen realiteit en gedachten. ... en de boer, hij ploegde verder...
Een amateuristische blik op de dag van vandaag, door een amateur in het leven : http://www.slide.com/r/SOVMgMj_wD9pCoXGoc9qN9iOKswFCPIO?previous_view=mscd_embedded_url&view=original
|