Woensdagnacht. Iedereen slaapt. Muisstil ben ik naar beneden geslopen, de donkerte waar ik normaal o zo bang voor ben, trotserend. Alles is beter dan boven blijven liggen, op mijn rug starend naar het plafond, of op mijn linkerzij, of op mijn rechterzij, of eender hoe. Alles is beter dan de slaap die niet komen zal af te liggen wachten. Insomnia. Alweer. De derde nacht op rij.
De derde nacht op rij, en dan daagt het me: een plots besef dat het niet goed gaat met me. Een duikvlucht waar enkel een zware crash op volgen kan. Waar gaat dit weer heen ? Drie dagen : maandag, dinsdag, woensdag. Hetzelfde patroon, drie dagen lang:
Ik vertrek nog voor de meesten wakker worden. Belachelijk vroeg. Ik rijd al rond, terwijl de stad nog slaapt, enkel vergezeld door mijn muziek en door de oranje gekleurde lampen, voorbij flitsend licht in de duisternis. De hele dag luister ik als bezetene naar dezelfde CD, zeventien nummers, keer op keer op keer. En telkens sla ik twee nummers over, telkens weer dezelfde twee nummers. En keer op keer op keer vraag ik me af waarom ik die twee nummers op het CDtje gebrand heb als ik er toch niet naar luisteren wil. De hele dag eet ik niet. Ik leef op sigaretten, suikervrije frisdrank en pepermuntjes. S'avonds, thuis, hou ik de schijn hoog, eet netjes mee, en begeef me even later naar het toilet om alles er terug uit te halen. S'avonds slaat de onrust toe, meedogenloos hard en koud. Ik krijg mezelf niet tot rust. In plaats daarvan stel ik iedereen gerust, en vertrek ik. 16 minuten zonnebank, en daarna richting zwembad, waar ik baantjes trek tegen een tempo dat mijn conditie helemaal niet aan kan, hopend dat mijn lichaam het even begeven zal. De 16 minuten zonnebank in combinatie met het chloorvervangend middel dat men nu in zwembaden gooit werkt in op mijn huid, en op mijn geest. Ik vind rust, maar niet lang genoeg, dus stap ik na het zwemmen het turkse stoombad in, waar de temperatuur zo hoog wordt dat het lijkt alsof mijn huid verbrandt, en ik moeite moet doen om niet van mijn stokje te gaan.
Datzelfde patroon, drie dagen lang. Het eten en de muziek is in feite al weken aan de gang, besef ik. Terwijl ik hier zit te typen, in alle stilte, de kamer enkel verlicht door het computerscherm, begin ik de gevolgen van drie dagen zonnebank te ondervinden : het truitje van mijn pyama voelt op mijn rug pijnlijk ruw aan, en ik heb een kussen op mijn stoel moeten plaatsen. Mijn schouders werken tegen, moegetergd van het baantjes trekken. Alsof ze nu wraak nemen op me. Ik vind geen reden voor deze gevoelens. Ik heb het raden naar de oorzaak van deze duikvlucht... De oorzaak vind ik vaak pas als het in feite reeds te laat is.
|