Ik typ mijn woorden deze keer niet met m'n lichaam of m'n handen. Ik typ mijn woorden met m'n hart. Ik kan het niet helpen maar ik heb hem lief. Meer dan goed voor me is. Hij is de aarde en de lucht die ik adem. Maar de aarde is hier niet, en waar leef ik dan ? Ik weet niet wat er gebeuren zal. Ik leef niet meer, ik leef van z'n gemis, alsof ik een wonde ben, onstelpbaar. Alles is geweest. En wat nu ?
Vasalis schreef het voor me neer :
Als je een landschap was waar ik doorheen kon lopen stil staan en kijken met mijn ogen open en languit op de harde grond gaan liggen er mijn gezicht op drukken en niets zeggen Maar 't meeste lijk je op de grote lucht erboven waar ruimte is voor buien licht en donkere wolken en op de vrije wind daartussen die in mijn haren woelt en mijn gezicht met kussen bedekt, zonder te vragen, zonder te beloven.
|