17H00. Je zou me moeten zien zitten momenteel. Op de achterbank van de wagen van mn baas, met mn laptop op mn schoot. Vooraan zitten mn baas en mijn collega naarstig te roddelen over mensen die ik niet ken. Een monsterfile ter hoogte van Rotterdam, daar bevinden we ons in. Al héél vroeg vertrokken deze ochtend, want we hadden vergadering met een leverancier ergens diep in Nederland. Ondertussen zijn we dus op de terugweg, en het wil maar niet vorderen. Ik besloot dan maar mn Ipod op te zetten, en een word-documentje te openen om wat woorden op te gooien.
Vanavond zal ik dan vlug het gepalaver dat ik hier neergetypt heb converteren naar mn blog, want veel tijd zal er niet zijn. Ik word nog verwacht op het verjaardagsfeestje van één van mn nichtjes. Hiep hiep hoera, in de gloria.
Gisteren regeerde een gevoel van onrust zodra ik thuis kwam. Mn man had een rotbui, zo kwam M. me al vlug melden toen ik de voordeur binnenstapte. Een waarschuwing, in feite. Opletten geblazen dus. Want op zon momenten kan het allerkleinste hem doen ontploffen. Tik tak tik tak. Je kan maar beter op de tippen van je tenen lopen. Toen het huis aan de kant lag en de kinderen sliepen, vroeg ik hem of ik even naar mn vriendin T. mocht. Ik had nog één en ander voor haar in mn wagen liggen. Het zinde hem geenszins, maar hij liet me gaan.
Ze heeft goede lijm. Mogelijk Velpon, of Tech7. Want ik bleef plakken tot een uur of elf. Eigenlijk heel erg vreemd, dat gesprek. Zij, haar man en ik. Over mn plannen om te vertrekken en over wat ze écht van mn man vinden. T.vreest dat ik het geen twee jaar meer zal volhouden, zoals momenteel vooropgesteld.
Onderweg naar huis dacht ik er nog even over na. Tuurlijk zou ik sneller weg willen gaan. Maar weggaan is iets anders dan het huis uitsluipen en zacht de deur achter je bestaan dicht trekken om niet meer terug te keren. Ik ga zeker niet ontkennen dat ik hongerig ben. Hongerig naar de toekomst. Naar het terugvinden van mezelf. Naar een zekere vorm van vrijheid en zelfstandigheid. Maar hoe hongerig dat hart van me wel is, mijn fanfare van verlangen heeft nog een heel eind af te leggen. Trom bom bom. Ik blijf nog wel even op mn honger zitten.
En dat terwijl ongeduld mijn tweede natuur is. Ik wil alles graag meteen, en wel gisteren ! Deze keer niet. Mijn rusteloosheid is verdwenen, vreemd genoeg. 23H00 Ziezo, word-documentje geconverteerd, en klaar om gepost te worden. Maar snel nog even kort. Of kort nog even snel. Wat maakt het uit. Ook vanavond zag ik dat z'n bui weer niet je-dat was. M. draaide met d'r ogen zodra ik binnen was. Tik tak tik tak. Maar vreest niet voor detonatie, mega-K. heeft namelijk het lontje uit de bom gehaald en het onding onschadelijk gemaakt. Nou ja, misschien net niet onschadelijk. Een slechte bui blijft een slechte bui. Enkel een blikje "Andras Pandy" zou kunnen helpen, maar helaas waren die alweer uitverkocht in onze plaatselijke supermarkt. Er wordt wat afgemoord tegenwoordig. Zou het aan de crisis liggen ?
Gedachtengang van de gemiddelde Belg ten tijde van crisis :
"Hmmm, de hypotheek moet nog betaald worden deze maand. Tiens, juist ja, die schuldsaldo-verzekering van m'n partner. Even denken. Blikje Andras Pandy, even het handeltje door de gootsteen jagen, en hops, géén hypotheek meer te betalen... ik denk dat ik maar even richting Delhaize trek..."
Sjonge, m'n hersenkronkels zijn weer behoorlijk aan het kronkelen. Soit, bij gebrek aan blikjes Andras Pandy dan maar een blikje interesse geopend. "Bol, wat scheelt er ? Ge zijt weer zo goed gezind de laatste dagen." Binnensmonds gemonkel. "ok, goed dan, als je er niet over praten wil... maar kom achteraf niet zeggen dat ik het niet gevraagd heb, hé." Wat meer binnensmonds gemonkel, waarna ik te horen kreeg dat z'n contract op z'n werk, dat afloopt eind februari, niet meer verlengd wordt. Crisis, overal crisis. Maar hij ligt er niet meteen wakker van. Z'n grote plan, juist, wat het ook moge zijn. "Ga je terug zelfstandig in hoofdberoep ?" "Zou kunnen, weet ik nog niet." "Wil je dat ik je CV doorstuur naar een aantal andere chemische bedrijven ?" "Misschien, weet ik nog niet."
Hiermee had ik het vast vroeger behoorlijk moeilijk mee, met dergelijke opmerkingen kreeg hij me vroeger klein. Maar niet meer... K. is groot geworden... maar niet volwassen, dat nooit. Slaapzacht !
|