Er staat me iets te wachten. Hij wil me niet zeggen wat, en dat verontrust me. Toen ik hem vroeg wanneer hij van plan is me meer te vertellen over wat er op stapel staat antwoordde hij : "Zodra ik merk dat je me terug graag ziet." Ik gunde hem m'n nieuwsgierigheid niet. In ieder geval weet ik ondertussen wel al dat het werkgerelateerd is. Hij heeft grote plannen, maar wil ze duidelijk niet kwijt. Hij probeert weer grip over me te krijgen, dat staat vast. Vlak voor hij de badkamer verliet zei hij nog : "Jullie "wijven" zijn uiteindelijk allemaal hetzelfde. Als ik je elke maand vijfhonderd euro geef die je helemaal aan jezelf mag spenderen, dan is er tussen ons weer geen vuiltje meer aan de lucht." Een onmiddellijke herinnering aan het feit dat hij me totaal niet kent. Het materiële kan me gestolen worden. Want geld maakt niet gelukkig. Nooit, in heel m'n leven niet, heb ik me daardoor laten leiden. Vriendinnen die me toen ik jong was aanporden om in te gaan op de avances van één of andere rijke kerel, want "dan zit je goed, die zit er dik in." Eigenlijk kon ik ze niet eens vriendinnen noemen. Kennissen, alhoewel leeghoofden een betere benoeming was. - "Hoe kun je in godsnaam iets beginnen met iemand waarvoor je niks voelt, alleen omdat hij veel geld heeft." Ik vroeg het hen meermaals. - "Het went wel, trouwens het geld maakt veel goed." - "Maar je kan toch écht niet zomaar naar bed gaan met iemand waarvoor je geen liefde of op z'n minst affectie voelt ?" - "Kwestie van tien minuten je verstand op nul te zetten." En daar zitten ze nu. In hun luxueuse villa, gehuld in dure merkkleren, geluk veinzend. Ze weten vast wel van de ontrouw van hun echtgenoot, maar weggaan ? In geen geval, want hun wekelijks bezoek aan de manicure of de kapper, o nee, dat zouden ze niet kunnen missen. Laatst nog kwam ik toevallig één van hen tegen. En meteen voelde ik medelijden met haar, want het feit dat ze ongelukkig was kon je zo doorheen haar façade van dure kledij en perfect kapsel zien. Het feit dat ik een gevoelsmens ben, dat ik leef en handel op basis van wat ik voel, bezorgt me soms behoorlijk wat hartzeer, maar ik zou geenszins willen ruilen.
Hij was de hele dag uit werken vandaag. Om acht uur begon ik het huis te poetsen. Een losse slobberbroek, zwarte t-shirt met lange mouwen en daarover een t-shirt van een hardrockgroep. Iron Maiden, ik vind hun muziek eigenlijk maar niks, op enkele luttele uitzonderingen na misschien. Maar "Ed", het monster dat prijkt op elk album van hen, en dat zijn er wat, vind ik wel iets hebben. Vandaag prijkte "Ed" dus op mijn t-shirt. Mijn haren in een losse knot, waarvoor het eigenlijk nog te kort is en er aldus een aantal lokjes zich niet lieten bedwingen. Het kon me worst wezen. De muziek op, aan de luide kant. Vrolijke muziek. In die mate dat ik af en toe stopte met poetsen om even te dansen, al dan niet samen met de kids. Al bij al een fijne dag dus, ook al vreesde ik er gisteren zo voor. Het hele huis lag aan de kant, de heerlijke ouderwetse geur van boenwas. Een grote pot soep stond te pruttelen en de spaghettisaus was nagenoeg klaar. Een geur van vanille en kaneel steeg op vanuit de oven alwaar een appelcake zachtjes bakte. De geur vermengde zich met de boenwas, een vreemd mengsel, maar o zo vertrouwd en rustgevend.
|