Vriendschappen komen en gaan. Al is vriendschap misschien een te groot woord op dat moment. Zou ik tien jaar geleden T. tegen het lijf gelopen hebben, we hadden elkaar vast gewoon voorbij gelopen. Maar waar kinderen goed voor zijn. Haar jongste en mijn oudste zitten bij elkaar in de klas, en van wat eerst een aangename kennis was is ze ondertussen m'n partner in crime, een top-vriendin geworden. Eéntje van het soort dat ik nooit eerder ervaarde. We kunnen praten zonder ophouden, en ze is de enige persoon tegen wie ik vrijwel alles vertel, de enige die zo dicht tegen m'n échte leven staat, tenminste. Ik kan bij haar m'n hart luchten, ze weet alle duistere zaken uit m'n huwelijk en toch kan ze het opbrengen vriendelijk te zijn tegen m'n man, in mijn belang dan. Terwijl ik weet dat ze zich doodergert aan de situatie, terwijl ze me al honderd keer verteld heeft dat ik m'n eigen leven te zeer opzij zet door in dit huwelijk te blijven omwille van m'n kinderen. "Ook al is het natuurlijk erg nobel..." Ik weet wel dat ze gelijk heeft, maar ze veroordeelt me niet omdat ik haar raad hierin niet volg. Meer en meer laat ze me dingen uit haar leven zien. Want niet alles is wat het lijkt. Het zou me erg zwaar vallen als om één of andere reden deze vriendschap zou eindigen.
|