Damien Rice. Ten days to Barcelona. Het concept : Een mini, volgepropt met dingen die je op reis nodig hebt, én met een halve opnamenstudio en z'n gitaren. Doel : tien dagen later aankomen in Barcelona om daar het concert van Radiohead mee te pikken. Geen planning omtrent waar of wanneer te stoppen. "We zien wel". Tien dagen, tien liedjes. De ene geschreven op een rots in een niemandsland, de andere dan weer tijdens één van de ellenlange autoritten.
Beirut. Een jonge snaak die rugzakgewijs rondtrekt in de wereld, en hier en daar prachtige liedjes maakt vergezeld door één of ander plaatselijk orkestje of zelfs een half fanfare-gezelschap.
De bende van Wim. Drie kereld die rondreizen met hun motors. Tussenstopjes in ontzettend mooie plaatsjes. Plaatsen die je in niet één Neckerman-folder terugvindt. Echte mensen, echte cultuur, nog gevrijwaard van het commercieel toerisme.
Met enige melancholie denk ik terug aan de tijd dat ik rond Amerika reisde. Met rugzak, zonder een uitgestippeld traject. We vertrokken of bleven waar we wilden. Hielden het maar één dag uit in Vegas, maar waren na een week nog steeds verknocht aan New Orleans. Heerlijk gewoon. Het ene groezelig cafeetje naast het andere, de ene met een oude man die hemelse klanken uit een nog oudere bruine piano wist te halen. De andere dan weer met wat jongere muzikanten, onstuimig tokkelend op hun gitaren. Of eentje met een "goei struise negerin" met een stem waarvan je stil werd. We leerden mensen vanuit alle hoeken van de wereld kennen. We kwamen op plaatsen, onvoorzien, gewoon omdat iemand ons dat onderweg had aanbevolen. Miami bekoorde ons niet, de Keys des te meer. Piepkleine eilandjes, door een brug met elkaar verbonden. Hemmingway groeide er op, en misschien daarom leek het alsof je de creativiteit er zo kon opsnuiven...
Een tijdje geleden, bij één van m'n vrijwel wekelijkse bezoeken aan m'n maatje, m'n romanist. We begonnen luidop te dagdromen over de toekomst. Op een ludieke manier dan. "Ik zie...", zo begon hij, "zo'n twintig jaar in de toekomst iemand zitten in een huisje tussen de wijngaarden, een plaats waar rust heerst." Hij doelde op mij. En ik ging er op in. "Er zit een man bij haar." En we wisten allebei dat dat niet m'n man was. Een anonieme vlek, m'n ridder op z'n nobele viervoeter... Uiteindelijk klopte er een oude man op krukken aan. "Moet je nu wat weten, ik hoorde net op de radio dat Nick Cave op zoveel-jarige leeftijd overleden is... en ons Erna voelt zich ook niet zo lekker." We proestten het uit. "Nick Cave, goh, die ben ik ooit, nog in België, gaan bekijken, samen met m'n gekke vriendin. We gooiden een gigantische onderbroek op het podium...Wat was dat een goed concert..."
Misschien. Misschien zit ik daar ooit wel. Misschien reis ik de wereld nog wel eens terug rond. Misschien...
|