Alweer een hele tijd geleden sinds m'n laatste bericht. Misschien voornamelijk uit tijdsgebrek. Misschien voornamelijk omdat het me redelijk goed gaat. Hout vasthouden.
Want terwijl deze maanden voor mij normaal gezien de meest duistere zijn van het jaar, lijkt het me nu wel te lukken. Ik heb zo'n vermoeden dat het komt omdat ik me de tijd niet geef om me slecht te gaan voelen; vandaar ook dat ik enige tijd dit blog gemeden heb. Ik maakte me eerst de bedenking dat het voornamelijk lag aan het nieuwe anti-depressiva dat ik had voorgeschreven gekregen van m'n professor. Wellbutrin. Vreemd genoeg heb ik me neergelegd bij het feit dat er bepaalde periodes zijn gedurende het jaar waarin ik niet voldoende "vitamines" kan opdoen. Stoffen die je lichaam gaat produceren in de lichte periodes. In de donkere periodes kan de meerderheid van ons overleven op de reserves hiervan, maar aangezien ik constant teer op reserves, is mij dat niet gegund. Dus neem ik ze maar, die medicatie. Maar eerlijk gezegd voel ik niet echt een verschil. Mijn leven kabbelt verder, z'n gewone gangetje, en ik laat me meevaren.
Ik voelde wel al langer dat ik de duistere periodes die m'n leven teisterden beter "aan" kan. Ik schrijf ze hier van me af, geef ze een plaatsje. Dat doet al veel. Misschien heb ik mijn zijn gewoonweg geaccepteerd. Misschien is acceptatie de eerste stap naar een betere manier van leven. Ik heb zoveel dingen overboord gegooid onderweg. Het niet naar concerten gaan omdat m'n man het niet graag heeft bijvoorbeeld. Ik heb me neergelegd bij mijn bestaan. Omdat het goed is. Mijn kinderen, eindelijk de job waarvan ik jaren droomde, mijn vrienden.
Geen tijd voor hobby's, voor zelfontplooiing. Dus heb ik van m'n oudste dochtertje's hobby ook de mijne gemaakt.
Gezinsuitbreiding op verschillende manieren.
Eerst met het ponytje dat we kochten voor de oudste, waarmee ze ondertussen zich volledig heeft ingeburgerd in de ponyclub waarbij we haar lid maakten.
Daarna eentje met meer impact. M'n man's zoon uit z'n eerste huwelijk woonde bij z'n moeder, en kwam tweewekelijks een weekend bij ons. We voelden het wel al een tijdje aankomen, maar toch is het schrikken. Ik kreeg een telefoontje dat hij niet meer naar huis wou, dat hij beslist had om bij ons te komen wonen. Je kan op dat ogenblik natuurlijk geen verwarde dertienjarige aan de schoolpoort laten staan. Dus wat doe je ? Zoals je een aantal jaren voordien deed bij z'n zus. Je haalt 'm op, praat met hem, vangt hem op, en integreert hem in het gezin. Je start alweer een procedure om de boel officieel te maken. Een gevecht wordt het weer, zeker nu, want hij is een pak jonger dan z'n zus toen ze wegliep bij haar moeder. Urenlange gesprekken, pogingen z'n zelfvertrouwen op te krikken, ontdekken hoezeer hij niet meer terugwil, uitzoekend wat er allemaal gebeurd moet zijn, het schept een band. Hij heeft nooit een knuffelmama gehad. Z'n moeder was koel en afstandelijk. Dat wist ik al van de oudste. Maar die had er zelf minder nood aan. Hij wel. Hij vleit zich tegen me aan als we televisie kijken, geeft me knuffels en ligt in m'n arm, troost opzoekend. Alweer begrijp ik het niet. Alweer moet ik voor haar de kastanjes uit het vuur halen. Zijn faalangst wegwerken omtrent school omdat zij erin geslaagd was hem te doen geloven dat hij niks kon, dat hij onhandig was en wat nog allemaal. Alweer pretendeert ze niet te weten wat er is misgegaan. Ik probeer de ragfijne, verziekte band tussen hem en z'n moeder terug te verstevigen, maar elke keer ik hem overtuigd kreeg te bellen met z'n moeder, kreeg hij dusdanig geroep en getier naar z'n hoofd dat hij telkens urenlang van streek is. Dus heb ik dat voorlopig maar, in zijn belang, opgegeven. Hoe kan een moeder haar eigenbelang nu in godsnaam toch voor dat van haar kinderen plaatsen ? Ik zou m'n kinderen niet eens een dag kunnen missen...
Ach, laat het leven maar op deze manier verderkabbelen. Uiteindelijk heeft het niet veel zin al te veel stil te staan bij de zaken die je eigenlijk anders wil zien. Waarom verderdromen als je weet dat ze toch nooit uitkomen ? Waarom je niet gewoon verzoenen met het leven zoals dat je aangereikt wordt, terwijl je ergens in je achterhoofd denkt : mijn tijd komt nog wel... Het duurt nog een hele tijd, maar komen zal ze. Ooit leef ik m'n leven zoals ik het aanvoel, niet zoals hij me dirigeert. Maar eerst mijn levensdoel : die twee meisjes van me, eigenlijk alle vier m'n kinderen, want dat zijn ze, een goede startbasis geven. Een tarmak waarop het vliegtuig van hun leven rustig snelheid kan maken, zonder horten of stoten, om uiteindelijk zelf het eigen leven in te vliegen. En als de laatste opstijgt, zet ik m'n vliegtuigje vertrekkensklaar... Dan is het mijn beurt...
|