 |
|
 |
|
Gruwelijk dwaas ben ik. Kom maar niet dichter, heb geen vertrouwen in mij. Dit is het verhaal van mijn leven. Dit is het verhaal van mijn dwaasheden. |
 |
14-07-2008 |
Jean... |
Ik was een jaar of achttien toen ik stopte met paardrijden. Ook al was ik volgens sommigen één van de "beloften", ik had net m'n eerste "serieuze" relatie, en gezien m'n vriends carrière in de eerste klasse van het voetbal, bleef hij me maar aanmanen te stoppen met paardrijden. "Dat wereldje ligt me niet." Ik bezweek, blind van verliefdheid en idioot als geen ander, en stapte in een ander wereldje, dat mij dan weer niet lag. Toen na een aantal jaar onze relatie eindigde vond ik niet meer de energie het paardrijden terug op te starten. Mijn paard was ondertussen voor flink wat geld naar het buitenland verkocht, en ik had geen zin meer een jong paard helemaal van in den beginne terug op te leiden.
Jàren later, kreeg ik de microbe toch weer te pakken, en kocht ik mijn allereerste pony terug. M'n man's dochtertje leerde ik rijden, en niet veel later kocht ik samen met m'n zus een Ierse Tinker van drie jaar. Tara, noemden we haar, op z'n iers uitgesproken want het dier was opgegroeid op de Ierse heuvels, Guinness drinkend. Wilde paarden zijn het, maar met een ingoed karakter. Halfbloeden, om eerlijk te zijn, vrij klein, gevlekt, en met haar op hun poten, te vergelijken met dat bij boerenpaarden. Terwijl je maandenlang met een driejaar bezig moest zijn alvorens het te kunnen bestijgen, zadelde ik haar eenvoudigweg op, in afwachting wat ze doen zou. Ze keek even naar dat ding dat om haar buik spande, maar verzette geen poot. Een half uur later stapte ik rond met haar, me stevig aan het zadel vasthoudend in geval ze zou beginnen bokken. Maar niks daarvan. Héél even dacht ze eraan, maar ze schrok er zelf nog meer van dan ik, en dus hield ze dat gedoe maar voor bekeken. Na een training van ongeveer een maand, was ze al zo vergevorderd dat ik zonder probleem met haar de polders in kon trekken.... urenlang wandelend. Ik genoot ontzettend van het niet-competitief omgaan met paarden, hoefde me niet meer bezig te houden met juiste voeding voor die en die wedstrijd, met uitgestippelde trainingen en met paarden die onverwacht uit de hoek konden komen omdat ze zo getraind stonden, als een atleet een week voor de olympische spelen,als het ware ontploffensklaar.
Mijn schoonbroer begon helaas meer en meer m'n man voor "zijn kar te spannen". We betaalden maandelijks een afgesproken som, maar hij kwam altijd nog wel met een extra rekening. Hij mocht m'n pony gebruiken om z'n zoon te leren rijden, maar uiteindelijk kreeg onze dochter niet meer de kans te rijden. Want elke zondag was er wel een jumping, en de dag voordien was verplichte rust voor het beest. M'n man hielp met het afmaken van weiden, het inrichten van de zadelkamer, het zetten van een schuilhok, en terwijl de ene taak nog niet klaar was, stonden al drie andere dingen te wachten, want "hey, jullie stallen hier wel anderhalf paard hé." Discussie kon niet uitblijven, en dit resulteerde dat de pony weg moest en de tinker verkocht werd. We hebben m'n pony een aantal jaren op een weide laten genieten van een welverdiende rust, hij was ondertussen al behoorlijk oud. En toen ik zwanger was werd hij vooral wegens tijdsgebrek van onzentwege, officieel op pensioen gestuurd naar een natuurlijk begrazingsgebied waar oude paarden welkom waren.
Het was dus héél wat jaren geleden dat ik nog gereden had. En dan laat ik me weer vangen door het feit dat ik vlugger iets zeg dan dat ik iets denk. Zoek in een woordenboek het woordje "ad rem" op, en je ziet een foto van mij eronder prijken. Kortom, voor er ook maar even behoorlijk over na te denken beloofde ondergetekende haar zesjarige dochter eens een keertje mee paard te rijden met haar, wat eerst groot enthousiasme opleverde, vrijwel meteen gevolgd door : "Maar je gaat er toch niet afvallen of zo hé.", bezorgd dat ik haar reputatie schenden zou.
Thuisgekomen daagde me het praktische aspect van alles : ik wurmde me in een van onder het stof gehaalde rijbroek, en begon mijn ouwe getrouwe "jodpurs" te poetsen. M'n haren op een staartje, een petje, en klaar was ik. M., de puber van het gezin, zag haar kans schoon en dook mee de auto in : "Dit moet ik zien".
Wat later, zo'n vijf minuten voor de les van start ging, stonden we te wachten in de stallen tot we een paard kregen toevertrouwd. "Ok, als ik dàt paard moet rijden, dan moet ik eerst de halve piste op een bergje gooien, anders raak ik daar in geen geval op." fluisterde ik M. toe. "Als jij die kleine knol ernaast krijgt, lach ik me een kriek." Ze keerde zich om, en begaf zich naar de kantine, zodat ze van daaruit de les kon aanschouwen.
Even later kwamen we de piste ingewandeld... F., m'n zesjarig dochtertje, op het gigantisch grote paard, en ik, ja tuurlijk op het kleine knolletje. M. verslikte zich in haar cola zodra ze ons zag. Toen F. er nog maar pas les kreeg, kwam op een keer de trainer naar me toe. "Hey, heb jij vroeger ook niet paard gereden ?" Ik ging in op zijn vragenvuur, en hij besloot met "Jammer dat je toen gestopt bent, je had het ver kunnen schoppen, hopelijk heeft F. het talent van jou." Slijmbal, dacht ik meteen. Toen hij vandaag me in rijbroek zag aankomen, lachte hij meteen : "ik schat dat het zo'n zes maanden duren zal, alvorens jij terug een eigen paard hebt." "Vergeet het maar", antwoordde ik. Hij vertelde dat hij net een nieuw paard had binnengekregen, maar dat het flink met de beginners' voeten aan het spelen was, waardoor vrijwel niemand nog met 'm wou rijden. "Iets te veel bloed om manegepaard te worden, denk ik, wil jij hem even uitproberen voor me ?" "Hey, het is wel al meer dan acht jaar geleden dat ik nog op een paard gezeten heb, hé" "Ach, paardrijden is als fietsen, je verleert het nooit." De relschopper van dienst bleek dus dat klein ding te zijn. Nu ja, klein, het was niet dat ik met m'n benen rondom z'n buik kon of zo. "O nee, die gaat op Jean rijden", hoorde ik fluisteren. Jean had dus blijkbaar zijn reputatie.
"Zet jij je maar vooraan, en F., ga jij maar achter je mama aan rijden. De anderen sluiten aan." De les was begonnen.
Ondertussen zit ik terug thuis. Het is behoorlijk moeilijk zitten met de blaren op m'n achterste, en met m'n benen in het gips. Hetzelfde verhaal met m'n armen, dus ben ik dit hele relaas noodgedwongen aan het typen met m'n neus. Over vastberadenheid gesproken ! Ik heb trouwens geen flauw idee wat ik hier neergetypt hebt, want gezien mijn zware hersenschudding ben ik gedwongen tot het spenderen van afzienbare tijd in een donkere kamer, mét zonnebril die enig zicht op het computerscherm netjes in de kiem smoort.
Niks van aan natuurlijk. In het begin van de les deed "Jean" een poging tot een verkorte les, zodat hij lekker terug de stal in kon, maar niks daarvan. Ik maakte 'm tot m'n eigen verbazing duidelijk wie er de baas was, en hij veranderde in een lammetje. Zat ik daar, natuurlijk, belachelijk te wezen bovenop een bijna-schaap. Ik dwong hem netjes tot het gebruiken van z'n rug door hem voorwaarts neerwaarts te rijden, en hij gehoorzaamde na enig verzet. Geen gips dus, geen hersenschudding, en net geen blaren op m'n achterste. Je moet weten dat ik altijd gewend was te rijden op springzadels, met een erg lage boom. Dit was helaas een prehistorisch gevalletje en een echt, nou ja, een echt kutzadel. M'n maagdelijkheid werd net niet aangetast, om het zo te stellen.
F. was ongelovelijk fier op me, achteraf. Ze had natuurlijk allerlei doemscenario's voor ogen waarbij mams haar ongelovelijk belachelijk zou maken en haar zesjarige maar o zo grote geloofwaardigheid flink zou schaden. Maar in plaats daarvan zei ze héél enthousiast dat ik volgende keer maar weer mee moet rijden.... dus dan doen we dat maar.
|
|
|
 |
Reacties op bericht (1)
15-07-2008 |
Je leven laten leven... |
Toch wel weer enkele raakvlakken.
In 1986 werd ik aangesproken door Robbe de Hert himself. Wist ik veel wie die verwaaide baardige snuiter op teensletsen was... Hij hield me tegen op straat en vertelde me dat hij film regisseerde en dat het script voor z'n nieuwe film (Blueberry Hill) klaar was. Ik was volgens hem het evenbeeld van het vrouwelijke hoofdpersonage en hij vroeg me of ik ervaring had 'op de planken'.
En dat had ik. In het Preventorium werden we immers verplicht om te zingen, piano te spelen, sketchen op te voeren of gedichten voor te dragen als het ouderfeest was. Bovendien deed ik aan yoga en aan ballet en had ik altijd veel interesse gehad voor taal.
'Ik geef je mijn kaartje, contacteer, schatjeuh. Toen ik bij m'n moeder arriveerde gooide ik het kaartje met een kwak op tafel. 'ik werd aangesproken door ne zot' zei ik haar. Ze nam het kaartje. 'Robbe de Hert ? Dé Robbe de Hert ? Had hij een baard en een handdoek rond z'n nek ?' 'Euh ja...' 'Maar schat, dan moet je bellen! da's de regsisseur van de Witte van Zichem'.
En zo geschiedde... ik belde. een paar weken nadien ontving ik een uitnodiging voor een screentest die plaatsvond in een afgedankte Antwerpse cinemazaal. Honderden jongeren krioelden door de zaal, er was een groot podium, felle lampen gericht op een barkrukje, er waren cameramannen en een lange tafel met een aantal 'belangrijken' waaronder Robbe himself.
Eén voor één werd een naam afgeroepen en werd het muisstil in de zaal. je zag jongeren als het ware sterven onder de druk van cameramensen, luidsprekers boven het hoofd, de stilte, het bekeken worden... Er gingen individuen af gelijk een gieter; die niks anders wisten uit te brengen dan 'euhh...', hun naam vergaten en in huilen schoten. 'Vertel eens een mop' 'Euh... ik ken geen mop....'
'Cavantjours!' galmde doorheen de micro. Met knikkende knietjes stapte ik resoluut het podium op, nam plaats op de barkruk en keek ik vrank de zaal in. Hoe onzelfzeker ik in het dagelijkse leven ook was (eczeem), hoe zelfzekerder voelde me ik op het podium; net alsof ik in de huid van een ander kroop.
Robbe de Hert vroeg me of ik iets had 'voorbereid'. 'Neen..' zei ik ' maar ik free-style wel iets, geen probleem. 'Ok, steek maar van wal dan.
Heel naturel, zonder stress vertelde ik een verhaal waarin ik alle emoties legde die een mens maar kan voelen: verdriet, boosheid, geluk, angst, jaloersheid, stress.... Ik lachte, ik huilde (echt tranen), ik viel op de knieën, ik danste, ik friemelde aan haren, beet op m'n nagels, deed opgefokt. Nadien was gebleken dat ik 20' nonstop had geïmproviseerd. Ik kreeg applaus van IEDEREEN in de zaal en werd geslaagd bevonden voor de eerste ronde.
Er volgde een tweede ronde. Feilloos.
Er volgede een 3e ronde en toen he popped THE question: 'Renée... wat zou je denken van dé hoofdrol?' En toen wer ik speechless en had ik vragend naar mijn vriend in de zaal gekeken, die zachtjes 'Neen' had geknikt. 'Euh... daar moet ik nog eens over nadenken.... ' had ik geantwoord. Andere meisjes in de zaal hadden met hun vinger tegen hun voorhoofd getikt 'Ben jij gek, renée zo'n aanbod te laten schieten?!'
Toen ik de zaal verliet met m'n vriend stak hij van wal. 'Luister, ik wil NIET dat jij die hoofdrol aanneemt. Er zal ongetwijfeld wat bloot in komen vermits het een romantische film is, en ik wil niet dat heel Vlaanderen jouw billen of borsten zien!'. Mijn liefde voor hem had het gehaald tegen deze droom. De volgende dag belde ik RDH en vertelde ik hem dat ik de hoofdrol niet wilde, en dat ik liever een figuratierol had. Hij was enigszins kwaad geweest.
De opnamen vonden plaats in augustus 1988. Babette Van Veen had mijn oorspronkelijk toegewezen plaats ingenomen. Ik? Ik heb 'genoegen' kunnen nemen met een kutrolletje waarbij ik amper 3 volle seconden in beeld kom.
Toch, had ik me sindsdien voorgenomen dat geen enkele vent mij m'n dromen nog zou ontnemen. Nu zijn we 20 jaar verder, en ik heb niks anders gedaan....
x
15-07-2008, 11:56 geschreven door Renée
|
|
|
 |
 |
|
|
|
 |
|
 |
|
 |