Door in Antwerpen de finish te halen heb ik de negentiende 42-er achter mijn naam staan. Het voornaamste doel was de Grote Markt bereiken en ik ben dus in mijn opzet geslaagd, maar zo simpel was het allemaal niet. Nochtans liep het van 's morgens vroeg allemaal naar wens. Ik was op tijd wakker, een paar krentenboterhammen met Luikse stroop gegeten, de broodnodige koffie achter de kiezen gegoten en tijdig op de trein naar Antwerpen. Daar was het wel even zoeken naar een metroticket, maar toen ook dat in orde was, zoefden we met de ondergrondse richting Linkeroever. Het was vrij fris en de donkere wolken stapelden zich op, dus maar lang genoeg in de kleedkamers blijven zitten vooraleer naar de start te trekken. Nog een banaantje binnenwerken, een stuk peperkoek en een stroopwafel en dat moest volstaan. De knoop over lange of korte mouwen was snel doorgehakt, ik was mijn thermisch onderlijfke met lange mouwen vergeten. Dus moest het in korte tenue. In de start vond ik ergens een plaatsje in de achterste helft van het pak. Ik ken mijn grenzen en wist dat ik niet over benen beschikte die mee konden doen voor een scherpe tijd. Dus rustig begonnen, al is rustig relatief, want al na enkele kilometers, in de Waaslandtunnel, moest ik naar adem happen. Gelukkig geraakte ik vrij snel terug in het juiste ritme en ook het zonnetje kwam erdoor. Wat was ik blij dat ik in korte mouwen kon lopen. De eerste helft ging goed, misschien wel net iets te goed, want in het eerste uur had ik elf kilometer afgelegd, een tempo dat ik ook in het tweede uur kon aanhouden. Maar nog voor halfweg kreeg ik last van blaren op de zool van mijn voet. Wellicht heb ik de verkeerde sokken genomen, waardoor er wrijvingen ontstonden in mijn schoen. Noodgedwongen moest ik na halfweg het tempo wat laten zakken, om nog voor kilometer dertig regelmatig te stappen. De pijn door de blaren was niet te houden. Maar opgeven was geen optie, zeker niet omdat het Rivierenhof er aan zat te komen. Dit (samen met de aankomst voor het stadhuis) was voor mij zeker een uitschieter in het overigens matige parcours. Van genieten was echter geen sprake, het was werkelijk slenteren naar het einde. Een hagelbui op één van de minst gezellige stroken in de buurt van het Sportpaleis kon me op vijf kilometer van het einde niet meer deren. Het doel was in zicht en de opdracht volbracht. Over mijn tijd van 4:23:15 ben ik niet echt tevreden, maar ik ben ervan overtuigd dat ik met het oog op de Marathon van Zeeuws-Vlaanderen een goede training achter de rug heb. Nu enkele dagen rusten om dan nummer twintig voor te bereiden.
De Afstandslopers uit Vosselaar slagen er elk jaar in een geslaagde bosloop te organiseren in de buurt (en ten voordele van) het Giels Bos. Zondag was het niet anders en niet minder dan vierhonderd lopers kwamen opdagen voor een gezellige bosloop met vrij vertrek.
Zelf werd ik even over acht opgehaald en amper een half uur later stonden Rigo en ik vertrekkensklaar aan de start. We namen een rustige start en onderhielden de ganse tijd het tempo. Dit lag net iets boven de tien kilometer per uur, voor mij eigenlijk het ideale marathontempo, of toch wat ik zondag in de marathon van Antwerpen wil lopen. Het was een mooi en gevarieerd parcours in het Giels Bos zelf, aan de Lilse Bergen en omgeving en een aangenaam park aan de overkant van de weg. Er moest slechts twee keer een grote baan worden overgestoken, ook hier was dus over nagedacht. Wij liepen de vijftien kilometer en dat ging eigenlijk zonder problemen. We waren terug binnen op 1:24 uur, dus eigenlijk goed gelopen voor een rustige duurloop. Hopelijk ben ik nu klaar voor de marathon van zondag. Ik ga proberen deze week nog een rustig loopje te doen en dat moet het dan zijn.
Een ijskoude douche was zondag wel dat het water in de douche ijskoud was! Maar toen wij vertrokken werd er hard aan gewerkt om dit euvel te herstellen. Maar dat was in mijn ogen dan ook het enige wat er zondag misliep.
Zondagochtend een tochtje gedaan van twintig kilometer in de Desselse natuur. Een bosloop met vrij vertrek (altijd de moeite) is altijd leuk en als het dan nog in de bossen kan, des te beter. Enkele dagen voordien met Rigo contact opgenomen en hij zag een rustige duurloop ook wel zitten. Dus zondagochtend rond acht uur (nieuwe tijd!) pikte ik hem op om naar de sporthal van Brasel te rijden. Het was er opvallend rustig bij de inschrijvingen, maar dat is niet erg wanneer je van plan bent om een 'rustige' duurloop te doen. Slechts een handvol deelnemers waren ons voorafgegaan. Het begon in de bossen achter de sporthal met enkele pittige hellingen en veel draaien en keren. Gedeeltelijk liepen we over het MTB-pad, dus valt dit wel te begrijpen. Al na minder dan vier kilometer kwamen we aan bij een eerste drankpost, waar ook de splitsing van de toer van vijf kilometer was. Rigo liep bijna de verkeerde kant op, maar voor vijf kilometer te lopen trek ik niet naar Dessel. Dus keerde hij weer om en liepen we verder, richting Witgoor. Rond de put achter Sas 5 was het plezant lopen. De mist was nog niet helemaal opgetrokken en het was werkelijk genieten, net als toen we na de tweede bevoorrading opnieuw het bos indoken. Daarna ging het langs het kanaal een heel stuk, maar toen we met nog een kilometer of vijf te gaan het bos van Sibelco indoken, kwamen de haren recht omhoog. Smalle paadjes, kronkelend tussen de bomen, omhoog en omlaag, werkelijk schitterend! De tocht eindigde in de rustgevende weiden aan de Boeretang, waar ooit Graspop plaatsvond. Op exact twee uur hadden we er twintig opzitten en meteen hadden we de zondag met een zalig gevoel ingezet.
Het gaat de goede kant op! Ik heb zondag Scherpenheuvel bereikt al ging het niet zonder slag of stoot. Niet zo zeer de nog niet helemaal op punt zijnde conditie gooide bijna roet in het eten, wel enkele telefoontjes onderweg die me helemaal uit het ritme brachten en een serieuze inspanning vergden. Het kostte uiteindelijk bloed, zweet en tranen om een bekend citaat te gebruiken, maar het doel is toch bereikt. In kwam in Scherpenheuvel aan, weliswaar een kwartiertje na de anderen. Met een man of acht waren we in Kasterlee vertrokken en ik voelde me goed, al kwam het steeds weerkerende dipje rond kilometer vijf toch ook nu de kop opsteken. Maar eenmaal in Geel aan het station aangekomen, voelde ik me weer kiplekker en ik had ook helemaal geen problemen met het tempo van om en bij de elf kilometer per uur. Dat veranderde toen ik na een korte sanitaire pauze opnieuw was komen aansluiten bij de intussen uitgebreide groep en Eva, die ons met de fiets begeleidde, meldde dat ik een telefoontje moest doen Dat werden er uiteindelijk drie en ik zag de groep langzaam verder uitlopen. Toen ik er opnieuw aan begon hing ik toch al een kleine tweehonderd meter achter en zonder overhaasting liep ik terug tot bij de vaderdaglopers van Joggingclub Kasterlee. Nog voor we Veerle binnenkwamen had ik de aansluiting gevonden, maar ik voelde toch dat het te veel krachten had gekost. Ik dacht er zelfs aan om er in de ijskreemstraat in Averbode de brui aan te geven. In Averbode liet ik de groep gaan, maar opgeven vond ik toch jammer. En een beetje doorzettingsvermogen zou goed zijn voor de conditie. Terwijl ik de groep nog lange tijd voor me zag uitlopen zette ik op een net iets lager tempo koers verder richting Zichem. Van daaruit ging het dan verder naar Scherpenheuvel over lastige slotkilometers. Van ver zag ik de basiliek al staan, maar ik wist dat het nog een eindje was, tot ik dan even voor half één dan toch de top bereikte van de scherpe heuvel. Trots, maar tegelijk ook doodop!
Vanavond de laatste (misschien morgen nog wat loslopen en de auto gaan halen in Kasterlee) training gedaan met het oog op de Vaderdagloop van zondag naar Scherpenheuvel. Na een week gedwongen rust (wegens te druk) voelde het aanvankelijk wat stram aan, maar uiteindelijk legde ik toch zonder problemen meer dan dertien kilometer af. Natuurlijk is dat niet te vergelijken met de drieëndertig die ik zondag te verduren krijg. Maar een degelijke basis en een goed gevoel kunnen me al aardig op weg helpen, de rest zal op karakter moeten gebeuren. Zondagmiddag weten we meer!
Afgelopen zondag kreeg ik de vraag waarom ik niets meer op mijn blog zette en het antwoord hierop is vrij duidelijk. Half december wilde ik in Kampenhout een nieuwe marathon ten einde brengen en twee keer ging ik door de knie, een keer na anderhalve kilometer en even voor halfweg. Twee maanden was ik op de sukkel, maar sinds vorige week zondag ben ik terug actief en is ook de zin om iets op deze blog te schrijven opnieuw geactiveerd. De laatste zondag van februari besloot ik dus na een afwezigheid van meer dan tien weken opnieuw te lopen. Ik besloot om dit met de joggingclub van Kasterlee te doen omwille van het gezelschap en het haalbare tempo. Ik koos voor mijn (heel) oude schoenen, want ik had het gevoel dat de demping van mijn laatste paar het plots had begeven en dat daardoor de blessure de kop was komen opsteken. Maar zeker was ik hier niet van, dus toch maar de oude aangetrokken. En ik had nagenoeg geen pijn in de knie, dus ging ik twee dagen later het allernieuwste model van de Gel Nimbus halen, iets wat ik dezelfde avond nog uitprobeerde. De pijn bleef weg, dus was de trein weer vertrokken. Intussen liep ik al vijf keer, weliswaar met een maximum van een elf à twaalf kilometer, maar ik krijg steeds een beter gevoel tijdens het lopen. Enkel zondag was het iets minder, maar daar had een overdosis Orval de avond voordien wel wat mee te maken. Morgen probeer ik er eens een vijftien of zestien te lopen en dan zondag probeer ik nog eens wat ik waard ben in een halve marathon. Als dat meezit kan ik waarschijnlijk ook volgende week de trip naar Scherpenheuvel meemaken en dan lijkt een nieuwe marathon dichterbij dan tot voor enkele weken verwacht. Maar we zullen maar niet op de feiten vooruit lopen. Wel een leuke vaststelling is dat ik de jongste tien dagen al meer trainingskilometers aflegde dan twee jaar geleden in drie maanden voor de marathon van Rotterdam. Hopelijk kan ik dit volhouden!