Ik had me vast voorgenomen geen "corona"-stukjes
meer te schrijven, want ik heb het nu wel gehad met die hype. Maar de
communicatie die we op 27 november te slikken kregen, heeft mijn bloed een
beetje doen koken. En dus moet ik me toch nog een keer afreageren.
Het is niet zozeer de deprimerende mededeling dat we Kerst en
Nieuwjaar in eenzaamheid zullen moeten doorbrengen, die mij van streek heeft
gebracht, want al bij al was dat min of meer te verwachten. En de eenzaamheid
op Kerst of op Nieuwjaar is eigenlijk niet wezenlijk anders dan eenzaamheid op
andere dagen. "Eenzaamheid" is altijd
erg!
Maar het was vooral de bedenking dat we absoluut niet mogen
versoepelen, want "we hebben ondertussen
geleerd dat de cijfers onmiddellijk weer stijgen zodra er versoepelingen komen".
Dat wist ik al lang, maar nu wordt het ook luidop gezegd. Wat er niet bij
gezegd wordt, is dat dit impliceert dat het huidige "normaal" ook het normaal van de toekomst wordt. Deze beperkingen,
die zijn er voor altijd! We zullen nooit
een versoepeling krijgen, want zodra er versoepeld wordt, schieten de cijfers
weer omhoog. Afstand houden, mondmaskers, eenzaamheid, ... dat is voor altijd.
Want "dit is een blijver!"
En wie zijn hoop op "het vaccin"
had gevestigd, die komt ook al bedrogen uit. Het vaccin zal ons niet verlossen
van al die beperkingen, het vaccin zal ons niet terugbrengen naar "het oude normaal". Dat heeft
top-viroloog Steven Van Gucht ons ten overvloede duidelijk gemaakt: "Ook wie gevaccineerd is, kan nog altijd besmettelijk
zijn en moet dus in quarantaine na een hoog-risico contact." Er zal dus
niets veranderen door dat vaccin. Het virus zal nog altijd even massaal en vrij
circuleren. Ook als iedereen zich zou laten vaccineren, dan nog zullen we
allemaal besmettelijk zijn en besmet kunnen worden. Alléén zullen we dan,
hopelijk, niet meer zo ziek worden.
"Ook wie gevaccineerd is, kan
nog altijd besmettelijk zijn"... Die boodschap was een ferme domper op mijn
hooggespannen verwachtingen.
Ik begrijp het toch niet zo goed, nog altijd niet. Dit is niet het
eerste corona-virus dat ons overvallen heeft, toch? We hebben eerder al SARS
gehad, in 2003, en MERS, in 2012. Die beide virussen kunnen ook ernstige
longinfecties veroorzaken, en de beide zijn extreem dodelijk. En ook voor deze
virussen bestaat er (nog altijd) géén vaccin, en géén geneesmiddel. Maar in de
beide gevallen is de epidemie spontaan gestopt na enige tijd. Zonder
draconische maatregelen. Wat is er dan nu zo anders dan toen? Hoe komt het dat
de wereld toen is blijven draaien als voorheen, terwijl het er nu op lijkt dat
de wereld nooit meer dezelfde zal worden?
Helemaal witgloeiend werd ik, tijdens het marathon-journaal van 27
november, toen minister Frank Vandenbroucke aan het woord kwam. De man is
superintelligent, daar bestaat geen twijfel over. Maar hij is ook super pedant!
Hij spreekt de journalisten, en ons dus ook, altijd toe alsof hij voor een
kleuterklas staat, of voor een stel zwakzinnigen. En altijd met die "vaderlijkeglimlach" die moet tonen dat hij veel geduld en begrip heeft voor
ons gebrek aan intelligentie en ons beperkt bevattingsvermogen. En dan probeert
hij het voor de domme massa een beetje visueel voor te stellen, in de hoop dat
althans een aantal idioten onder ons het zullen snappen.
"Het virus is een gevaarlijk
beestje," zei hij, "en het zit te
wachten op een kans om van de ene naar de andere te hoppen!" En daarom
moeten we met Kerst en met Nieuwjaar eenzaam blijven.
Wel, ik heb nieuws voor de slimme minister: het virus is géén "beestje". Het is zélfs geen levend
wezen. Het is gewoon een stukje erfelijk materiaal in een eiwitklonter. Het kan
dus ook geen enkele vorm van intelligentie bezitten, en dat het geniepig zit te
wachten tot wij een fout maken, is je reinste onzin.
Ik zou het heel erg appreciëren als de heer minister zou ophouden met
ons gezond verstand te beledigen en ons als achterlijke kleuters te behandelen.
Die kleuterklas-mentaliteit had hij trouwens eerder ook al vertoond
door de winkels te laten sluiten. Niet omdat dat vanuit epidemiologisch
standpunt écht nodig was, maar gewoon om (naar eigen zeggen) een "schokeffect"
te creëren zodat we goed zouden beseffen hoe ernstig de situatie wel was. Blijkbaar zijn wij daar, volgens de minister, zélf niet verstandig genoeg voor...
Ik heb het eerder al eens geschreven: hoe gerechtvaardigd onze
verontwaardiging over het onverantwoorde gedrag van de jongeren ook is, toch
zouden we enig begrip voor hen moeten kunnen opbrengen. We zijn immers allemaal
jong geweest, en we waren zélf als jongere niet altijd een toonbeeld van
verantwoord gedrag. Of wel?
Als ik nu, als bezadigde oudere man, terugkijk op mijn studententijd,
dan moet ik alvast met een schaamrode blos toegeven dat ook ik behoorlijk
onverantwoord ben geweest. Zéker in het eerste jaar. En ik vermoed dat mijn af
te keuren gedrag van toen vandaag terug te vinden is bij nogal wat
eerstejaars studenten.
Onze ouders hadden het niet bepaald "breed", om het voorzichtig uit te drukken. Volgens de normen van
vandaag waren wij zelfs "een arm gezin".
Dat ik universitaire studies kon volgen, was dus allesbehalve evident. Jawel, ik
kreeg een studiebeurs, en de huur van mijn studentenkamer was lager omwille van
het beperkte gezinsinkomen, en de inschrijving aan de universiteit was toen nog
veel goedkoper voor "beursstudenten".
Maar toch: het kwam er wél allemaal bovenop, voor mijn ouders, die zó al
moesten schipperen om het einde van de maand te halen.
En dan zou een (jong)volwassen mens toch zeggen: "Als mijn ouders al die moeite doen voor mij, om mij te laten studeren,
dan moet ik in elk geval héél hard mijn best doen om van die studies een succes
te maken!" Dat ik niet zou slagen in mijn studies, was eigenlijk géén
optie. Ik zou trouwens hoe dan ook geen tweede kans krijgen, want dan was ik
die studiebeurs kwijt. Zo ging dat in die tijd. Er was geen sprake van "credits" en "studiepunten" of vakken die je kon overdragen. Je was voor alles
geslaagd, of je was gebuisd. De regels waren erg simpel, toen.
Maar helaas... Zó volwassen en verantwoord was ik niet. De verlokkingen
waren te groot en de wil was te zwak. Al zijn er "verzachtende omstandigheden". Ik was als achttienjarige eigenlijk
nog nooit "uit" geweest. De enige "party" waar ik in mijn jeugd ooit
naartoe was geweest, dat was het jaarlijkse Sint-Cecilia feest van de fanfare.
Ik was nog nooit "zat" geweest, ik
had nog nooit tot in de nachtelijke uurtjes op café gezeten. Ik was altijd een
doodbrave jongen geweest, en mijn sociale contacten waren beperkt tot een paar
buurjongens, en de vrienden uit mijn klas in het Atheneum. En toen, opeens,
ging een heel nieuwe wereld voor mij open: ik woonde niet meer thuis, en kon
gaan en staan waar ik wilde zonder dat iemand zich daar zorgen over maakte. En,
vooral, we waren met z'n vieren aan diezelfde verlokkingen blootgesteld. Zelfs
als één van ons sterk wilde zijn, en "verantwoord",
dan nog waren er drie anderen die je mee trokken.
En dus is er van studeren niet erg veel in huis gekomen, dat eerste
jaar aan de universiteit. Ik had tot midden december nog geen cursus ingekeken
op mijn studentenkamer. Al was ik wél naar de meeste lessen geweest, en had ik
het geluk dat ik héél veel oppikte in die lesuren zelf, en gezegend was met een
fenomenaal geheugen. Zodat ik niet helemaal van nul moest beginnen toen de
examens eraan kwamen. Waardoor ik, eigenlijk tot mijn eigen verbazing, dat
eerste jaar zelfs "met onderscheiding"
heb afgewerkt.
Maar ja, ik moet me eigenlijk wel schamen om mijn onverantwoord
gedrag. Des te meer omdat ik tegelijk moet toegeven dat ik er ontzettend van
genoten heb. Vooral onze vele avonden in "El
Gringo" waren zalige momenten, waar ik nog altijd met heel veel plezier aan
terug denk.
"El Gringo" was een typische "bruine kroeg". Maar dan écht wel
héél bruin. Van het soort dat nu niet meer bestaat, vermoed ik. Het cafeetje
was niet erg groot, maar het zat wel altijd stampvol. Je kon daar in groezelige
zetels gaan zitten, als je geluk had, of anders op ongemakkelijke stoelen aan
lage tafeltjes. We zaten daar urenlang te filosoferen en te discuteren, en
plannen te maken om de wereld te verbeteren. Ook al kon je elkaar bij momenten
nauwelijks verstaan, want "El Gringo"
had een dj: iemand die er regelmatig platen kwam draaiden. Vinylplaten waren dat
nog, elpees. Meestal met hardrock of dicht in die buurt: Led Zeppelin, Black Sabbath,
Deep Purple, Uriah Heep, CCR ook, en
af en toe een vleugje van The Eagles.
Eens we ons daar geïnstalleerd hadden, hadden we eigenlijk gewoon zin
om er te blijven zitten. Ook al was het niet direct een "gezonde omgeving", achteraf gezien: de sigarettenrook hing er in
dichte walmen rond. Voor wie zelf niet rookte, moet dat een hel geweest zijn.
Je kon dus maar beter mee roken, want als "passief"
roker kreeg je toch evenveel nicotine binnen. En ik vermoed heel sterk dat het
niet alléén maar rook van sigaretten zal geweest zijn. Ik heb zelf nooit drugs
gebruikt, maar het kan bijna niet anders dan dat ik daar ook een flinke portie
hasj of wat het ook was, moet binnen gekregen hebben. Wat misschien wel de
reden is waarom we geen zin hadden om er weer te vertrekken?
"Onverantwoord gedrag"... Ik
vrees dat dat er een beetje bij hoort, bij het pad naar volwassenheid. Laat ons
daarom misschien niet al té streng zijn voor die studenten die ondanks de
corona-richtlijnen tóch proberen om van hun studententijd een beetje "te genieten"...
Diego Armando Maradona is
onlangs gestorven. En dat zullen we geweten hebben: in het 7-uur journaal van
de VRT, op 25 november, hebben ze het minstens 15 minuten lang over Maradona gehad.
Al wist ik na dat kwartier zelfs nog altijd niet eens hoe de man precies
gestorven is. Volgens het nieuwsanker aan een hartaanval, volgens de bijhorende
reportage aan een hartstilstand, wat toch niet echt hetzelfde is. Het valt mij
trouwens op dat er in het journaal de laatste tijd meer en meer onzorgvuldigheden
of slordigheden sluipen. Vermoedelijk omdat het allemaal heel snel moet gaan,
tegenwoordig. De redacties moeten, onder druk van de concurrentie, heel "kort op de bal spelen". En dan wordt het
risico natuurlijk groter dat niet alles even goed gecheckt is eer het op de
buis komt. Zo was er ook nogal wat verwarring omtrent de oorzaak van de plotse
ziekenhuisopname van diezelfde Maradona, een paar weken vóór zijn dood: de ene
keer ging het om een hersenbloeding, een andere keer was er sprake van een klonter
in de hersenen. En ook hier: dat is niet echt hetzelfde, hee...
De halve wereld lijkt ondertussen in zwijm gevallen te zijn in een
vlaag van bewondering voor Maradona, bij dat (min of meer) plotse overlijden.
De gewone media halen alle oude filmpjes en reportages van onder het stof, de
sociale media ontploffen, en iedereen lijkt plots een heel goede vriend geweest
te zijn van de gestorven sportman. Zelfs de paus heeft al laten weten dat hij
voor de overledene zal bidden. Iets wat hij volgens mij écht niet voor iedereen
doet. Het is een kwestie van tijd eer de zaligverklaring volgt, vermoed ik. En
in Buenos Aires lag het stoffelijk overschot in het presidentieel paleis
opgeborgen, zodat de hele natie haar medeleven kon komen betuigen. De taferelen
van Argentijnen in verscheurd verdriet, ook al had geen van hen de superster
ooit zélf gekend, waren alweer goed voor enkele pakkende minuten in de
journaals.
Ik wil zeker geen afbreuk doen aan het voetbaltalent van de man, maar
wat zijn eigenlijk zijn verdiensten geweest waardoor hij tot een soort halfgod
gebombardeerd werd? Hij heeft een uniek talent meegekregen van moeder natuur,
of eerder via de genen van zijn ouders. Maar daar heeft hij zélf niets voor
moeten doen. Dankzij die talenten is hij een superster geworden, en dat is hem
binnen de kortste keren ferm naar het hoofd gestegen. Met het gekende
resultaat: hij is ten onder gegaan aan een overdaad aan drank en drugs en aan
een liederlijke levensstijl. Een brave, trouwe echtgenoot of zorgzame vader was
hij ook al niet, want hij kon niet weerstaan aan de aandacht van de vrouwelijke
fans.
En dus blijft de vraag: "Waar heeft
de man al die bewondering en wereldwijde belangstelling dan aan verdiend?"
Het doet me terugdenken aan Frank
Vandenbroucke. De wielrenner, niet de politicus. Ook die werd, althans hier
in België, tot de status van halfgod verheven. En ja, het was een supertalent,
een klasse apart op de fiets. Maar ook hij had daar zélf maar een beperkte
verdienste aan: ook hij had de genen van zijn ouders mee gekregen. En ook hij
is ten onder gegaan aan de glorie en de roem. Ook hij kon niet met die
bewonderende aandacht om gaan. En ook hij heeft zijn eigen leven kapot gemaakt
door zijn onverantwoorde levensstijl: drank en drugs. Hij heeft de talenten die
hij gekregen heeft, jammer genoeg verkwanseld en vergooid.
En dus blijf ik ook hier met de vraag: "Waaraan heeft de man al die bewondering en landelijke belangstelling
verdiend?"
De gewone man of vrouw die zich inzet voor zijn/haar familie en/of
voor de medemens... daar spreken de journaals en de sociale media niet over.
Zij die met hard werken de kost verdienen voor hun gezin, en als enige "prestatie" op hun CV kunnen vermelden
dat ze hun kinderen een veilige thuis hebben bezorgd en hen een goeie start hebben
meegegeven voor hun toekomst: daar spreekt niemand over.
Of zij die zich als vrijwilliger inzetten voor de minder bedeelden, zij
die een beetje zon brengen in het leven van kankerpatiënten, zij die de
eenzaamheid van de ouderen verlichten. En al die anderen... Zij blijven onvermeld.
En nee, de paus zal niet verklaren dat hij speciaal voor hen zal
bidden. Nochtans: dát zijn de échte helden. Dát zijn de mensen die werkelijk
bewondering verdienen. Véél meer dan een rotverwende voetballer of een coureur
die van zichzelf dacht dat hij "god"
was.
Wat moet een mens doen met al zijn geld als dat met hopen binnen komt?
Je kan het toch niet gewoon weg geven? Dus, wat doe je dan? Je denkt aan de
oude Romeinen en hoe die de bevolking rustig en tevreden hielden: met "brood en spelen". En dus investeer je al
dat overtollige geld in "entertainment":
pretparken, voetbaltempels, winkelcentra. Al wil dat niet altijd even goed
vlotten. En al helemaal niet als je een concurrent hebt die alle aandacht naar
zich toe wil trekken en die je jouw projectje niet wil gunnen.
Bart Verhaeghe, nummer 57 in de lijst van de rijkste Belgen, had een
heel mooi idee: hij zou een "winkel- en
belevingscomplex" laten neerpoten op de oude industrieterreinen in
Machelen, bij Vilvoorde. Vlak aan het befaamde viaduct. Het terrein lag er toch
maar verlaten en verwaarloosd bij, en Bart dacht dat hij het hele gebied zou
kunnen opwaarderen door er iets moois neer te zetten. Hij lanceerde het project
Uplace in 2009, na een oproep van de
Vlaamse regering om ideeën in te dienen voor reconversie van die terreinen.
Helaas... Binnen de kortste keren kwam er luidruchtig protest van langs
alle kanten. Kritiek was er onder andere op de megalomane opzet van het
project. In zijn tomeloze ambitie had Bart het allemaal toch iets té groot gezien,
en hij moest een beetje inbinden. Er kwam ook protest van de Vilvoordse
middenstand, die vreesde voor de moordende concurrentie van de winkels in dat
gigantisch shoppingcenter. Ook de milieubewegingen lieten zich horen; uiteraard.
Hoewel er bitter weinig milieu te zien was in de desolate terreinen waar ooit
onder andere Renault auto's had geproduceerd. Bart Verhaeghe had te kampen met
de ene procedureslag na de andere, de ene rechtszaak na de andere, de ene
klacht na de andere, de ene bijkomende vereiste na de andere. Maar na lang
vechten leek hij toch zijn slag thuis te halen: hij kreeg de toestemming van de
Vlaamse regering.
Opnieuw: helaas... Ook dát werd aangevochten. Vooral door de Groenen,
omwille van de mogelijke "mobiliteitsproblemen".
Het argument was dat de vele verwachte bezoekers allemaal met de auto zouden
komen shoppen, en daarmee de Brusselse Ring volledig zouden doen dichtslibben.
In april van 2020 heeft Bart, na elf jaar strijd, dan toch bakzeil moeten
halen: Uplace komt er niet. In de plaats
daarvan komt er een "werk- en winkelwijk":
Broeklin.
De heer Paul Gheysels, nummer 41 in de lijst van de rijkste Belgen,
zag dat allemaal graag gebeuren, want hij gunde zijn concurrent en rivaal Bart
Verhaeghe die glorie en dat succes niet echt. Paul had zo zijn eigen ideeën
voor een mooi project: Ghelamco, een multifunctionele voetbaltempel. In Gent
kreeg hij zijn project zonder al te veel moeite gerealiseerd. Met dank aan
burgemeester Termont die, uiteraard volkomen belangeloos, het project in
sneltreinvaart heeft laten goedkeuren zonder zich aan enige mogelijke protesten
iets gelegen te laten. Om één of andere reden werd hierbij het "mobiliteitsprobleem" volkomen genegeerd.
Hoewel de Ghelamco-bezoekers het verkeer op de Gentse Ring volkomen doen stilvallen. En er aan de Arena zelf nauwelijks parkeergelegenheid is, zodat de
bewoners van vele Merelbeekse straten elk voetbalweekend geconfronteerd worden
met sluipverkeer en willekeurig-geparkeerde auto's. Maar dat mocht blijkbaar
geen argument zijn.
De heer Gheysels had de smaak goed te pakken, en Ghelamco startte ook
een project voor een nieuw voetbalstadion in Brussel, op de terreinen van
Parking C van de Heizel: het fameuze Eurostadion,
dat België zou toelaten om gastland te zijn voor het Europees
Voetbalkampioenschap 2020. Helaas bleek dat net iets té hoog gegrepen: er kwam
van overal protest. Ook van de bewoners van de naburige gemeente Grimbergen,
die blijkbaar iets assertiever waren dan de Merelbekenaars. Er was ook geen
burgemeester Termont die een duwtje kon geven. Het project dat in 2013 gestart
was, werd in 2019 uiteindelijk weer begraven.
Tot grote vreugde trouwens van de heer Verhaeghe, want die vond dat
zo'n stadion oneerlijke concurrentie was voor zijn plannen voor een nieuwe
voetbaltempel in Brugge. Want hij had dus een nieuw projectje op het oog: een
splinternieuw stadion voor Club Brugge. Helaas voor Bart kwam ook daar dan weer
massaal veel protest tegen, en na een vernietigend vonnis door de Raad van
State mocht hij zijn ambitieus project, althans voorlopig, opbergen.
Ik ga ervan uit dat de meeste protesten en klachten wel degelijk
gegrond waren, en dat het maar goed is dat die prestigieuze projecten werden
tegengehouden. Want al bij al: "Wie heeft
daar iets aan? Wie heeft dat nodig? Waar zijn die goed voor?" Het antwoord
is simpel: die projecten dien(d)en alléén maar om het ego van de rijke
initiatiefnemers te strelen. Ik vermoed dat die rijke Belgen regelmatig een
onderonsje organiseren waarbij ze tegen elkaar zitten op te scheppen over wat
ze allemaal willen realiseren.
En ja: waar draaiden al die projecten rond? "Brood en spelen". Geef de Vlaming zijn ontspanning, zijn voetbal of
zijn shopping-namiddag, en hij houdt zich koest...
Maar aan de andere kant zou een mens toch gaan denken dat hier in
Vlaanderen niets meer kan
gerealiseerd worden. Bij elk project, of het nu nuttig is of niet, zinvol of
niet, voelen een hele reeks belangenverenigingen zich geroepen om te
protesteren, om klacht in te dienen, om naar de Raad van State te stappen.
Zélfs bij de uitbreiding van een tramlijn in Antwerpen, waar iedereen om
gesmeekt had, voelde een buurtcomité de noodzaak om te protesteren.
Dan heb ik toch de indruk dat het in Wallonië allemaal iets vlotter
gaat om een project te realiseren. En dat heeft de heer Marc Coucke, nummer 27
in de lijst van de rijkste Belgen, heel goed begrepen. Die is uitgeweken naar
Durbuy, een klein en pittoresk stadje in de Ardennen. Daar heeft hij een
viersterrenhotel gebouwd, én een vakantiepark, én een sportcomplex, én een
pretpark. Eigenlijk heeft hij er zowat alles opgekocht, en naar zijn wensen
getransformeerd. Geen mens die daartegen geprotesteerd heeft, geen mens die
bedenkingen had over de mogelijke mobiliteitsproblemen in dat piepkleine
stadje. "Coucke-land" is in alle stilte
een feit geworden.
De milieubewegingen en de Groene partijen hadden andere katten te
geselen, zeker?
Kerstmis nadert met rasse schreden. Hoog tijd om uit te kijken
naar de kerstversiering om de gepaste sfeer op te roepen.
Maar ik heb dus een serieus probleem: kerstartikelen mogen in deze
corona-tijden in geen enkele winkel verkocht worden. Overal zijn de rekken met
kerstballen, of slingers, of led lampjes, of kerstfiguurtjes, ontoegankelijk
gemaakt voor de argeloze klant. In de tuincentra, in de grootwarenhuizen, in de
buurtwinkels: nergens raak ik aan de gezochte kerstversiering. Zélfs een
plastieken of andere namaak-kerstboom is niet te krijgen dezer dagen. Allemaal "niet corona-proof", wellicht.
Het enige wat wél mag, is een échte kerstboom. (Vermoedelijk overleeft
het corona-virus beter op een boom in kunststof dan op een levende boom,
zeker?) Maar zo'n echte boom koop ik pas een paar weken voor de kerst, want
anders is hij zijn naalden al kwijt eer Jezuke geboren is.
Als versiering voor mijn boom kan ik wél kaarsen kopen. Echte kaarsen,
met een échte vlam.
Dan zal het dus gewoon een levensechte kerstboom worden, versierd met
vlammende kaarsen. Waarom ook niet? Méér hoeft het niet te zijn, zeker? Het is
in elk geval bijzonder sfeervol en warm. Ook al is de boom verder niet
versierd, en is er geen kerststal te zien. (Terwijl het eigenlijk toch precies
dáár zou moeten om draaien, niet?)
Alléén..... Is het concept met levende kerstbomen en vlammende kaarsen al
niet eerder eens uitgetest? En is dat toen niet faliekant uitgedraaid? Als ik
me niet vergis, was dat in 1994, op 31 december in het Switel-Hotel in
Antwerpen. Kaarsen en sparren of dennen: een moordende combinatie, een ware
vuurbom. En niet te blussen. Er zijn toen, op die rampzalige avond die zó
feestelijk had moeten worden, 15 dodelijke slachtoffers gevallen, en 164
zwaargewonden.
Dan kan ik misschien beter meteen ook uitkijken naar een bijkomend
brandalarm voor in onze woonkamer. Jammer genoeg: ook die behoren tot het
verboden assortiment van de plaatselijke winkels. Niet getreurd: er is altijd
bol.com.
En terwijl ik dan toch bij "de
winkel van ons allemaal" aan het shoppen ben, kan ik evengoed mijn
kerstversiering een klein beetje uitbreiden. Of niet? Wat hier in onze winkels
onbereikbaar weggestopt is voor de zoekende consument, ligt daar voor iedereen
voor het grijpen. Een stalletje met de bijhorende figuurtjes, kleurrijke ballen
en een lange slinger van led lampjes, en meer van dat fraais.
Ik weet het wel: in deze moeilijk corona-tijden moeten we de plaatselijke
middenstand steunen. Onze lokale economie een hart onder de riem steken. Winkelhieren. Ik zou wel willen, hee... Alléén
mag ik niet van onze corona-commissaris.
Er zijn natuurlijk ook onze Belgische webshops, ik weet het. Maar dan
worden mijn pakjes door Bpost geleverd. Of liever: niet geleverd, want ik moet
ze zélf gaan ophalen.
Ik heb dan toch in elk geval wél de kaarsen bij de plaatselijke
Colruyt gekocht. "Made in China"
staat op de doos...
Heb je dat ook al meegemaakt dat een onschuldig
en zelfs min of meer "terloops"
gesprek tussen twee mensen opeens ontaardt in een hevige discussie en zelfs een
regelrechte ruzie? De oorzaak is maar al te dikwijls dat de beide
gesprekspartners het met elkaar oneens zijn, en de afwijzende mening van de
ander interpreteren of aanvoelen als een "persoonlijke
aanval".
Dat komt omdat wij, of toch de meesten onder ons,
heel slecht kunnen omgaan met "kritiek"
op wat wij denken, op wat wij zeggen, op wat wij doen.
Kritiek geven of kritiek ontvangen: dat moet zo
ongeveer één van de moeilijkste dingen zijn die er bestaan. En eigenlijk zou
dat een verplicht leervak moeten zijn op school, want we hebben er allemaal
zowat dagelijks mee te maken.
Als we niet akkoord gaan met de mening van een
gesprekspartner, of als we een probleem hebben met wat een ander doet (of niet
doet), dan is het normaal dat we daar "kritiek"
op geven. Meer zelfs: het is goed dat we daar kritiek op geven, want dat maakt
deel uit van het proces om elkaar te helpen "beter" te doen in de toekomst. En het is ook gewoon eerlijker als
we daar voor uit komen, in plaats van het stilzwijgend te laten passeren.
Het moeilijke aan kritiek op iets wat een ander
zegt of doet, is dat het heel dikwijls klinkt als kritiek op de persoon zélf. Dat
kan en mag nooit de bedoeling zijn, maar het is een fout die we allemaal héél
dikwijls maken.
Als we zouden moeten zeggen: "Ik ben het niet eens met wat je zegt."
hebben we de neiging om te zeggen: "Hoe
dom kan je zijn om zoiets te beweren!" En als we zouden moeten zeggen: "Wat je nu gedaan hebt, was niet okee."
zeggen we: "Jij bent een mislukkeling!"
Het begint al van zodra we kunnen praten,
eigenlijk. Het begint thuis al, en het gaat maar al te dikwijls zo verder op
school. Kritiek op iets wat men verkeerd zegt, of verkeerd doet, wordt veel te
veel (en soms ongewild) verwoord als kritiek op de persoon zelf. Dat is
destructief voor onze persoonlijkheidsvorming! Als je elke dag te horen krijgt
hoe fout je wel bent en hoe slecht je wel bezig bent, als je elke dag te horen
krijgt dat je niets goed kan doen, dan blijft dat hangen. En dan voel je je na
enige tijd ook écht "een mislukkeling".
Of liever: dan ga je er na enige tijd vanuit dat iedereen je als een
mislukkeling beschouwt.
En dan reageer je nog feller en persoonlijker op
elke vorm van "kritiek", hoe
onschuldig of goed bedoeld ook. Want omgekeerd ervaren veel mensen kritiek op
iets wat ze zeggen of doen, inderdaad (onterecht) als kritiek op henzelf, op
hun persoonlijkheid. Heel dikwijls wordt een negatieve of afwijzende opmerking,
of tegenspraak, ervaren als een afwijzing van jezelf als mens, als persoon.
Terwijl het alléén gaat, of zou mogen gaan, over wat gezegd of gedaan werd. De
zin "Ik ben het niet eens met wat je zegt."
wordt dan ervaren als "Hoe dom kan je
zijn om zoiets te beweren."
Voor veel mensen is het erg moeilijk om kritiek
te accepteren. Heel dikwijls voelen we ons persoonlijk aangevallen bij
tegenspraak. En dan gaan we zélf in de aanval, of we trekken een verdedigende
muur op om ons af te schermen. Waardoor de communicatie blokkeert. Of erger
nog: ontspoort in pijnlijke misverstanden en een te vermijden ruzie. Of zelfs
in wederzijdse verwijten.
Dat zou allemaal te vermijden zijn als we in onze
opvoeding een degelijke "vorming"
zouden meekrijgen in het geven of krijgen van "negatieve feedback" of "kritiek".
Als ik het voor het zeggen had, dan was dit vanaf morgen een verplicht vak in
het onderwijs. Vanaf het eerste leerjaar al...
Het enige wat misschien nóg moeilijker is dan
kritiek, of negatieve feedback, geven en ontvangen, is positieve feedback geven
of ontvangen. Een complimentje, een bloemetje. Hoewel het ons niets kost...
De meeste jongere mensen kunnen zich dat vermoedelijk totaal niet
voorstellen, maar vroeger stond er in veel huishoudens, zeker als er
schoolgaande kinderen waren, een fysieke encyclopedie te blinken in de
boekenkast. Dat was in zekere zin grotendeels een "prestige object". Het was iets waar je mee kon pronken, iets waarmee
je kon uitpakken om de bezoekers te imponeren. Want het zag er ook wel
indrukwekkend uit: een serie héél dikke boeken, met een glanzend-mooie lederen kaft.
Maar het was vooral toch dé manier voor ouders om hun kinderen de kans te geven
kennis te vergaren en dingen te ontdekken. We spreken immers over de periode
toen de dieren nog konden spreken, of toch in elk geval kort daarna: de tijd
vóór het internet.
Ook wij thuis hadden een encyclopedie staan, mooi uitgestald in een
kast in onze salon: de "Tiendelige
Winkler Prins". Ik vermoed dat dit pronkstuk niet echt binnen het budget
paste, voor onze ouders, want dat was echt schandalig duur, zo'n encyclopedie.
In die tijd werd er nog deur-aan-deur geleurd met encyclopedieën, en
eigenlijk met zowat alles. Dat was zo'n beetje het equivalent van de "spam mail" van nu. Gladde verkopers
kwamen met mooie praatjes aanzetten, en de argeloze ouders werd dan een "Encyclopedia Britannica" of iets
dergelijks aangesmeerd. Bij ons thuis hadden ze de "10-delige Winkler Prins" kunnen verkopen. Waarschijnlijk waren ook
onze ouders bezweken onder de argumentatie omtrent de pedagogische waarde van
een encyclopedie en de absolute noodzaak voor schoolgaande kinderen. Ik vermoed
dat ze die aankoop in schijfjes afbetaald hebben, want wij waren "arm" en zo'n encyclopedie konden zij
zich helemaal niet permitteren. Maar ja, het was dan ook "een aankoop voor het leven". Zo werd dat toen verkocht: "een aankoop voor het leven". De
pijnlijke waarheid is nochtans dat véél van wat in zo'n encyclopedie gedrukt
stond, een paar jaar later al achterhaald was of misschien zelfs niet eens meer
klopte.
Ik was dol op die encyclopedie van ons. Ik kon daar uren in zitten
snuisteren. Lezen, uitzoeken, mijn onverzadigbare nieuwsgierigheid bevredigen.
En we hebben er al bij al toch echt ook wel veel aan gehad voor de
school. Ik herinner me in elk geval dat ik ooit eens een spreekbeurt gegeven
heb over "De Katachtigen". Toen ik
een jaar of twaalf of dertien was, geloof ik.
(Ja, wij waren thuis een "katten-familie",
zeg maar. Op honden waar wij niet zo gesteld, maar wél op katten. We hebben
thuis eigenlijk bijna altijd, zolang er nog jonge kinderen waren, minstens één
kat gehad. En daarom was ik op het idee gekomen om een spreekbeurt te geven
over "katten".)
Die uiteenzetting van mij, dat moet zowat de saaiste spreekbeurt
geweest zijn die een klas ooit te aanhoren gekregen heeft, vrees ik. Had er
toen een prijs bestaan voor het meest slaapverwekkende verhaal in de
schoolgeschiedenis, dan was die zeker voor mij geweest! Maar de zeldzame
leerlingen in de klas die wakker gebleven zijn, die wisten nadien wel alles
over "De katachtigen". Dat wil
zeggen: evenveel als ik. Wat betekent: ál wat er te vinden was geweest in de "10-delige Winkler Prins". Ik had het
allemaal uitgezocht: de onderverdeling in subfamilies,
de geslachten, de soorten en
ondersoorten, en wat nog allemaal. En ik heb dat toen allemaal mooi (nu ja)
uitgeschreven en uitgetekend op het bord. Met een krijtje. Want zo ging dat nog
in die tijd: géén slides, géén projector, géén beamer, géén scherm, en al
helemaal geen computer. Ik maar schrijven op dat bord, ijverig en
geconcentreerd. En de klas zat ondertussen te geeuwen en te hopen dat er een
einde aan zou komen...
De fysieke encyclopedie... Jammer eigenlijk dat die niet meer bestaat.
Het was héél erg mooi om te zien, en we moesten er dan ook héél voorzichtig mee
omspringen: het was, letterlijk en figuurlijk, een kostbaar goed!
Nu is er Wikipedia, en ik snuister nog altijd even graag. Maar het is
toch niet helemaal hetzelfde.
Het was met een lichte vorm van verbijstering dat ik enige tijd
geleden vernam dat "blackfacing"
voortaan verboden was, naar aanleiding van de "Black lives matter" opschudding.
Terloops: ik weet niet wie de omschrijving "black lives matter" heeft uitgevonden, ik weet wél dat het foutief
Engels is. (Het is niet eens een échte zin.) Het gaat om "black lifes", als ik me
niet vergis: "zwarte levens" die "ertoe doen".
"Blackfacing" werd verboden
wegens "vernederend". Omdat het een
karikaturaal beeld zou geven van een zwarte. Dat het om een "karikatuur" ging, klopt wel, in de
meeste gevallen. Maar dat was dan ook precies de bedoeling: een karikaturaal
beeld te tonen. Omwille van de humor. Dat is nu nét de bedoeling van een "karikatuur": bepaalde kenmerken overdrijven
en accentueren zodat het grappig wordt. Zoals bijvoorbeeld ook de Joodse
karikaturen in de Aalsterse carnavalstoet. Of zoals in de vele cartoons waarin
de "kop" van een politiek figuur of
een andere beroemdheid afgebeeld wordt met sterk uitvergrote kenmerken: een
kanjer van een neus, dikke lippen, flaporen. Dat het om een "karikatuur" gaat, ligt er altijd
vingerdik op; niemand kan zich daarin vergissen. Maar niemand komt op het idee
om dat als vernederend of beledigend te beschouwen voor het oorspronkelijk
personage.
Niemand! Behalve dan de Joden. En de voorvechters van de "black lives matter" beweging. Om één of
andere reden lijken Joden en zwarten véél vlugger beledigd en zich veel vlugger
aangevallen te voelen, en beschouwen zij elk grapje als racistisch en "discriminerend". Vandaar het verbod op
de uitbeeldingen in Aalst. Vandaar de hetze tegen "Zwarte Piet".
Bij de heisa rond "blackfacing"
heb ik me spontaan afgevraagd: "Zou de
term 'redfacing' ook bestaan?"
Ik herinner me nog de films over Old
Shatterhand en Winnetou, uit mijn
jeugd. Ik moet eerlijk toegeven: ik was verzot op de boeken van Karl May, ook
al waren de verhalen niet bepaald "politiek
correct". Ik had ze allemaal, en ik heb ze allemaal verslonden, méér dan
eens. De gelijknamige films, uit de jaren zestig van de vorige eeuw, waren
vooral grappig, zij het onbedoeld. Ze waren "grappig" omdat het Duitse films waren. De cowboys spraken Duits,
maar de Indianen ook. Het is een héél bizarre ervaring als Indianen Duits gaan
spreken. Het wringt werkelijk langs alle kanten. Maar goed: Karl May was een
Duitser, en blijkbaar was er geen internationale interesse om een film te maken
over zijn personages. Ik vermoed trouwens dat de boeken van Karl May nooit echt
internationaal succesvol geweest zijn, ook al waren ze dat wél in eigen land en
in Nederland en België.
De hoofdpersonages waren Old Shatterhand, een blanke superheld, en
Winnetou, een Apache indiaan. En de
rol van Winnetou werd gespeeld door Pierre Brice, een Fransman. Een blanke
acteur, dus. Net zomin een Indiaan als u en ik. De meeste rollen van Indianen
in een Western werden trouwens door blanke mannen of vrouwen gespeeld, al dan
niet "rood" gekleurd. Zelfs bij ons
in Vlaanderen was er een "indiaan" te
zien, Otorongo, in één van onze meest
iconische jeugdseries: "Johan en de
Alverman". Die "roodhuid" werd
vertolkt door Adolf De Winter, een rasechte Vlaming...
Tja, dan moeten we consequent zijn, hee.
Als "Little Britain"
gecensureerd werd wegens "blackfacing",
en als blanke acteurs géén zwarte personages meer mogen spelen (of zelfs
niet meer mogen inspreken), dan moet ook "Johan
en de Alverman" van het scherm gebannen worden. En de films van "Old Shatterhand & Winnetou". En alle
Westerns waar een indiaan(se) gespeeld wordt door een blanke acteur of actrice.
Het is de voorbije maanden helaas bijna dagelijkse kost geworden
(behalve wanneer Corona het nieuws nog maar eens volledig overheerste): de
beelden van betogingen die opeens "uit de
hand lopen".
Het begon altijd erg vreedzaam en kalm en gedisciplineerd, maar dan kwam
er uit het niets een kantelpunt waarbij (gemaskerde) betogers zich tegen de
politie gingen keren. Er werd met van alles en nog wat gegooid. Straatstenen en
straatmeubilair werden losgerukt en als projectiel gebruikt. De politie reageerde
gespannen en geïrriteerd: traangasgranaten, charges. En dan barstte het geweld
helemaal los: alles wat die hooligans op hun weg vonden, werd vernietigd en in
brand gestoken. Waarna ook de winkelruiten er moesten aan geloven, en dan zag
je tientallen mannen die de winkels binnen stormden en zich daarna uit de
voeten maakten met grote en kleine dozen in de armen.
Wie zouden dat zijn, die plunderaars en amokmakers? Meestal blijkt al
gauw dat het geen plaatselijke bewoners zijn, maar wel mannen die van elders
afgekomen zijn, alléén maar om rellen te veroorzaken en de boel op te hitsen.
Misschien wel speciaal om de winkels leeg te roven? Het zou best wel kunnen:
dat het gaat om georganiseerde criminele bendes die overal waar zich een
betoging aankondigt, mannen naartoe sturen met als enige bedoeling chaos te
creëren waar ze kunnen van profiteren om aan het plunderen te gaan. Het zou mij
niets verwonderen als er dan achter de hoek een paar camionettes zouden gereed
staan om alles op te laden. Ik heb nog nooit een bericht gehoord dat die
gestolen spullen achteraf gerecupereerd waren door de politiediensten.
Vermoedelijk beginnen ze er zelfs niet aan om die goederen op te sporen, omdat
ze weten dat het onbegonnen werk is. De volgeladen bestelwagens zijn vóór het
einde van de ongeregeldheden wellicht al lang het land uit, en die spullen
worden volgens mij achteraf tegen een spotprijs verkocht op websites die
gespecialiseerd zijn in online verkoop. Misschien is die nieuwe tv die ik met 70%
korting op de kop heb kunnen tikken wel enkele dagen ervoor gestolen uit een
aan diggelen geslagen winkel?
De betogingen die in geweld en rellen uitmonden, zijn gelukkig een
minderheid. Naar verluid gaat het om hooguit 5%, terwijl 95% vreedzaam en
zonder incidenten verlopen. Jammer genoeg krijgen we alléén die ontaarde
betogingen te zien op het nieuws. Hoe zou je zelf zijn als persmedium? Er is geen
enkele spektakelwaarde aan een vreedzame betoging; dat levert alléén maar
oersaaie televisie op. Dat ga je niet tonen, hee? Zeker niet als de
concurrerende zender kan pronken met spectaculaire en sensationele beelden van
brandende auto's en plunderende hooligans! Niemand kijkt naar jouw zender,
iedereen zapt binnen de kortste keren naar die andere. En dus tonen alle media
ons de gewelddadige betogingen. "De
kijkcijfers", weet je wel.
Jammer genoeg zorgt dat dan voor een totaal vertekende perceptie: die
van gewelddadige, vernielzuchtige en plunderende betogers. Waarmee de media
overal ter wereld in de kaart spelen van leiders die zich op de borst kloppen
omdat ze "orde en gezag" hoog in het
vaandel dragen.
Zo hebben de media ook in de USA (al dan niet bewust) de
Trump-campagne gesteund. Die stroom van reportages over gewelddadige betogingen
waren koren op de molen van Donald Trump die de betogers kon afschilderen als "anti-Amerikaans" en "ultra links". Het heeft hem zelfs toegelaten
om te spreken over "binnenlands
terrorisme". En vermits de Democraten altijd de kant van die betogers leken
te kiezen, tégen de (even gewelddadige) ordetroepen in, kon Donald Trump dus
zonder gêne opmerken dat de Democraten van Joe Biden de "binnenlandse terroristen" steunen. En dus anti-Amerikaans zijn.
Wie gedacht had dat Donald Trump de strijd voor het presidentschap al
bij voorbaat verloren had, ondermeer door zijn "aanpak" van de corona-crisis en door het verheerlijken van geweld,
die had geen rekening gehouden met de sensatiezucht van de media. De strijd om
de kijkcijfers heeft geleid tot een opbod van spectaculaire beelden van
brandende auto's en huizen, en vechtende en plunderende (gemaskerde) mannen. En
hoe méér gewelddadig spektakel er op tv te zien was, hoe groter de kansen van
Donald Trump werden.
Hij heeft het uiteindelijk nipt verloren, maar de grimmige sfeer in de
Amerikaanse samenleving zal wél zijn stempel blijven dragen. Voor nog vele
lange jaren! En in die zin heeft hij dus wél gewonnen: het Amerika dat hij
achterlaat, is het Amerika zoals hij het "gevormd",
zeg maar "misvormd" heeft. En de
media zijn die hele tijd zijn medeplichtigen geweest. Alle media! Ook die media
die hij steevast "fake" genoemd
heeft.
Er was eens, in een ver land,
een koning die met veel wijsheid en warmte zorgde voor de welvaart en het geluk
van de inwoners in zijn land. Hij was dan ook bijzonder geliefd en
gerespecteerd door al zijn onderdanen. Groot of klein, arm of rijk, jong of
oud... iedereen hield van de koning. En iedereen was ervan overtuigd dat hij de
beste koning was die ze ooit hadden gehad.
Toen hij iets ouder begon te
worden, besefte de koning dat hij vooruit moest kijken, en zorgen voor een goede
opvolger. Iemand die net als hij het welzijn van zijn onderdanen ter harte zou nemen.
En daarom was hij er héél erg mee bezig om zijn zoon, Prins Joe, alle principes
van rechtvaardig en eerlijk regeren bij te brengen. Hij was dan ook bijzonder
blij te merken dat de prins inderdaad sterk met zijn landgenoten begaan was, en
er hard voor werkte om zijn vader mettertijd op een waardige manier op te
volgen. De inwoners van het land zagen dit ook wel, en ze waren er allemaal opgetogen
over omdat ze wisten dat ook de troonopvolger een goede en zorgzame koning zou
zijn. De toekomst van het land zag er rooskleurig uit.
De vorst had nog een jongere
broer, oom Donald, en die had eigenlijk graag koning willen worden als zijn
oudere broer zou komen te sterven. Want hij vond dat het koningschap hém
toekwam. Maar de prins kwam uiteraard als eerste in aanmerking voor de
troonopvolging, en de broer wist dat zijn kansen miniem waren.
Oom Donald had een heel sluwe en
valse advocaat in de arm genomen om uit te zoeken hoe hij tóch zijn kansen op
het koningschap kon verbeteren. En de advocaat kwam met een briljant idee: "Als de koning geen zoon heeft, dan ben jij automatisch
de troonopvolger."
Er was één klein probleempje met
dat idee: de koning had wel degelijk een zoon. Iedereen wist dat, iedereen had
de prins al talloze keren gezien. En iedereen hield van hem. Er was geen
twijfel mogelijk over de troonopvolging. Maar ook daar had de advocaat een
oplossing voor: "Als we nu eens het nieuws zouden
verspreiden dat dat niet de zoon van de koning is, maar wel een bedrieger..."
En de lastercampagne kwam op
gang. Vooral via de sociale media: Twitter, Facebook, Instagram. Opeens
verschenen overal meldingen over "de valse prins": dat de koning helemaal geen
zoon had, maar dat hij een bedrieger in het paleis had opgenomen, met als enige
bedoeling zijn broer de kansen op de opvolging te ontzeggen.
In het begin was er niemand die
daar enig geloof aan hechtte, maar de berichten bleven komen. En ook op straat,
en in de cafés, of bij de kapper werd het verhaal keer op keer opnieuw opgedist
door de bedienden van oom Donald. Omdat dit hét onderwerp van de dag werd, en
iedereen erover begon te spreken, sprongen ook de "klassieke" media op de kar,
want dat onderwerp lokte véél kijkers en lezers (en dus veel reclame-inkomsten).
Op tv en in de kranten en tijdschriften werden, grotendeels verzonnen,
kritische reportages gebracht die er konden op wijzen dat de gedoodverfde
troonopvolger misschien toch niet de zoon van de koning was. Ook al kon niemand
ooit enig bewijs naar voor brengen om die bewering te staven.
Het venijn van de volgehouden verdachtmakingen
begon stilaan zijn werk te doen, en meer en meer mensen gingen toch aan het
twijfelen. Sommigen raakten zelfs volledig overtuigd, en hielpen enthousiast
mee om het gif te verspreiden.
Tegen de tijd dat de koning
stierf, en Prins Joe hem zou opvolgen, was het land al volledig verdeeld over
de ware herkomst van de prins. De jonge man werd bij zijn kroning uitgejouwd en
bespuwd door een groot deel van de aanwezigen die vast geloofden dat dit het
resultaat was van één groot complot om oom Donald zijn rechtmatige aanspraak op
de kroon te ontzeggen.
De raadgevers van de koning
hadden dit totaal niet zien aankomen. Zij hadden niet echt veel moeite gedaan
om de geruchten te bestrijden of te ontkrachten, omdat ze wisten dat het een
flagrante leugen was. Ze hadden verondersteld dat de bevolking toch wijs en
volwassen genoeg zou zijn om dat zelf ook te beseffen, en dus hadden ze oom
Donald en zijn handlangers laten begaan. Maar ze hadden de kracht van het gif
onderschat, en realiseerden zich te laat dat heel veel mensen ondertussen
aangetast waren. Met alle middelen die ze konden bedenken, zijn ze daarop een mediacampagne
gestart om de ware afkomst van de nieuwe koning te bewijzen. Er was geen speld
tussen te krijgen, en niemand kon nog aan de juiste toedracht twijfelen.
Maar de valse oom bleef stoken,
en volhouden dat de koning géén zoon had gehad. En dat de nieuwe koning dus een
bedrieger was en het koningschap had gestolen. Hoe hard koning Joe ook zijn
best deed om in navolging van zijn vader een goede en zorgzame vorst te zijn
voor zijn landgenoten, de helft van de bevolking bleef hem uitspuwen. En oom
Donald bleef zijn venijnig gif strooien.
Tot op een dag een fanatieke
aanhanger van de verzinsels van oom Donald besloot in actie te komen, en deed
wat onvermijdelijk vroeg of laat wel moest gebeuren. Hij slaagde erin om als
keukenhulpje in het paleis aangenomen te worden, en bij de eerste de beste kans
mengde hij een portie gif in het voedsel van de koning.
Bij het bericht van het
overlijden van de jonge koning Joe, was de valse oom de eerste om (via Twitter)
te reageren: "Zie je wel dat mijn broer geen zoon
heeft! Ik heb dat al de hele tijd gezegd, maar niemand wou mij geloven. Nu komt
de waarheid toch boven. Waar is die zogezegde troonopvolger? Er is er geen!"
Waarna oom Donald de nieuwe
koning van het land kon worden...
Nee, dit is géén "remake"
van "The Lion King". Het is wél het
verhaal van de presidentsverkiezingen van 2020 in de Verenigde Staten.
En wie nog altijd denkt dat zoiets nooit of te nimmer écht zou kunnen
gebeuren in een stabiele democratie als de Amerikaanse, die zou toch eens "Het Washington Decreet" van Jussi
Adler-Olsen moeten lezen. Het is een dikke turf, maar méér dan de moeite waard.
En het ijzingwekkende verhaal is niet eens zó vergezocht...
Soms vraagt een mens zich toch af hoe dat zit met die "Nobelprijs voor de Vrede". Wie krijgt
die prijs? En waarom? En wat zijn dat voor mensen, die bekroond worden met zo'n
prijs?
Wat te denken van Aung San Suu Kyi,
winnares van de Nobelprijs voor de Vrede in 1991, en sinds 2016 eerste minister
van Myanmar.
In Myanmar werden begin november verkiezingen gehouden. Voor de tweede
keer al sinds het einde van de militaire dictatuur. De partij van Aung San Suu Kyi heeft ook deze keer de
verkiezingen gewonnen, met een absolute meerderheid. Ze is immers héél populair
in eigen land. Althans bij de grote meerderheid van de bevolking. Bij de
etnische minderheden, voornamelijk de Rohingya,
is ze nét iets minder geliefd. De Rohingya,
dat is een islamitische minderheid in een overwegend Boeddhistisch land, en ze
zijn er absoluut niet welkom. Hun dorpen worden platgebrand, en ze worden door
de militairen opgejaagd.
Voor het imago van een Nobelprijswinnares is dat nefast, maar er zijn
wel verzachtende omstandigheden: de werkelijke macht ligt in Myanmar nog altijd
bij het leger. De burgerregering heeft er al bij al weinig in de pap te
brokken. Als de militairen dus vastbesloten zijn om de Rohingya, en andere etnische minderheden, uit te roeien of uit het
land weg te jagen, dan kan Aung San Suu
Kyi daar niet zo veel tegenin brengen. Maar toch: heeft zij niet precies de
Nobelprijs gekregen omdat zij op een vreedzame manier tegen de legerdictatuur
was durven opkomen? Heeft zij niet die prijs gekregen omdat ze haar mond durfde
open te doen om de mensenrechten en de democratie te verdedigen? Als ze nu niet
de macht heeft om de slachtpartijen van het leger te verhinderen, dan heeft ze
toch wél, méér nog dan vroeger, de macht om er iets over te zeggen. Om het te
veroordelen, om op te roepen tot een vreedzame oplossing van het conflict. Of
niet?
Het lijkt er een beetje op dat het vuur in haar ziel geblust is op het
moment dat zij aan de macht is gekomen. Zou het dan toch zo zijn dat zélfs
Nobelprijswinnaars niet immuun zijn voor het virus dat "macht" heet en dat de menselijke ziel corrumpeert?
En dus gaat de jacht en de genocide op de ongewenste etnische
minderheden onverminderd door, en zal de situatie ook met deze verkiezingen
geen positieve wending krijgen.
Ook in Ethiopië zijn ze gezegend met een premier die de Nobelprijs
voor de Vrede gewonnen heeft: Abiy Ahmed,
in 2019. De man heeft de Nobelprijs gekregen omwille van zijn inzet om de
spiraal van geweld in zijn land te stoppen, en op een vreedzame manier de
overgang naar een democratie te forceren. Dankzij premier Abiy Ahmed is Ethiopië uitgegroeid tot een voorbeeld voor alle
landen in Afrika, en tot een stabiele economische grootmacht in de regio.
Maar dat belet niet dat het land nu tóch weer geplaagd wordt door
interne ruzies en geweld. Het gaat blijkbaar om de provincie Tigray, waar een afscheidingsgroep een
opstand gestart is tegen de centrale regering. Ik vermoed dus dat de "schuld" van het escalerende conflict bij
die rebellen ligt. Maar toch: is premier Abiy
Ahmed niet de man die conflicten en onenigheid op een vreedzame manier kon
oplossen?
Om één of andere reden kan dat nu niet. Of misschien wil hij niet? In
elk geval: de centrale Ethiopische regering heeft besloten om hard op te
treden, en is begonnen met bombardementen in Tigray. Waardoor het conflict uitgegroeid is tot een ware
burgeroorlog.
Om het plaatje compleet te maken, is ook bevriend buurland Eritrea
zich komen moeien: ook zij hebben raketten afgevuurd op de opstandige
provincie. Vermoedelijk vooral uit eigenbelang. Ik vraag me hierbij toch af
waar de Eritrese regering de financiële middelen haalt voor dat oorlogstuig?
Eritrea is veruit het armste land in Afrika, en bij elke droogte komen steevast
de beelden opduiken van uitgehongerde kleine Eritreesjes omdat het land niet de middelen heeft om de eigen
bevolking te voeden. Maar ze hebben wél geld om raketten te kopen?
De Nobelprijs voor de Vrede... Blijkbaar hoef je géén onbesproken man of
vrouw te zijn om die te krijgen. Denken we maar aan Yithzak Rabin, Nobelprijswinnaar in 1994, maar in zijn jonge leven
oorlogsmisdadiger. En blijkbaar is het ook helemaal geen garantie om blijvend
de vrede na te streven.
Al bij al: Donald Trump was er dus wel de geknipte figuur voor
geweest. Alléén jammer dat die fraudeur Biden hem zijn kansen ontnomen heeft...
Ik hoop dat onze Groene vrienden trots zullen zijn: dankzij de
ontmanteling van onze kerncentrales zorgt België voor een heuse primeur. België
zal namelijk in 2030 het enige Europese land zijn dat méér "vuile" elektriciteit produceert dan nu.
En nee, dat is géén bewering van de elektriciteitsproducenten of van de
voorstanders van kernenergie, maar wél van een gerenommeerde Britse klimaat-denktank: Ember.
Bij de laatst gekende gegevens, uit 2018, stond België nog mooi in de
Top-10 van de landen met de "properste"
energieproductie: met slechts 38% elektriciteit uit fossiele brandstoffen
stonden we op een verdienstelijke zevende plaats, en scoorden we beduidend
knapper dan het Europese gemiddelde van 42%. We deden daarmee ook stukken beter
dan onze noorderburen, want Nederland was één van de slechtste leerlingen van
de klas met 80%.
Maar zie: er zijn de Europese klimaatambities, en alle landen van de
Europese Unie hebben grootse plannen om hun elektriciteit properder te maken
tegen 2030. Want dan moet de CO2-productie van de Europese Unie verplicht naar
beneden: Europa wil in 2030 tot 55% minder CO2 uitstoten dan in 1990. Alle
landen maken dus in versneld tempo werk van de "vergroening" van hun energieproductie. In Nederland bijvoorbeeld
zal het aandeel "vuile" elektriciteit
tegen 2030 met 50% verminderen, vergeleken met 2018.
Helaas... Bij ons zal dat met zowat 20% stijgen. Zodat we in 2030 met
ongeveer 59% elektriciteit uit fossiele brandstof naar de voorlaatste plaats in
het Europese peloton zullen tuimelen. Alléén Polen, waar ze nog massaal met
steenkoolcentrales werken, doet slechter.
Het resultaat: onze gemiddelde CO2-uitstoot door
elektriciteitsproductie zal in 2030 toenemen tot ongeveer 229 gram CO2 per
geproduceerde kWh, terwijl dat bijvoorbeeld in Nederland zal gezakt zijn naar
123 gram. Het Europese gemiddelde zal dan 153 gram bedragen. In plaats van
minder CO2 zal ons land dus in 2030 significant méér CO2 uitstoten dan nu. Wat
lijnrecht ingaat tegen de Europese ambities.
De oorzaak van die slechte evolutie is niet moeilijk te raden: de
vervanging van onze kerncentrales door gascentrales. Gascentrales produceren immers
40 keer méér CO2 dan nucleaire centrales, en dan is de berekening snel gemaakt.
En tóch houden de groene partijen hardnekkig vast aan die kernuitstap.
Iemand zal mij toch eens moeten uitleggen welke motieven of drijfveren daar
achter zitten. Bezorgdheid om het klimaat is het in elk geval niet, want we
gaan er alléén maar op achteruit.
Maar wat het dan wél zou kunnen zijn, daar heb ik het raden naar. Zou
het gewoon een soort "Trumpiaanse"
koppigheid zijn? Het onvermogen om het eigen ongelijk toe te geven? Een blind
vasthouden aan een "alternatieve
realiteit"? Of zouden hun motieven iets meer materialistisch van aard zijn?
Hebben ze misschien belangen in de bedrijven die die gascentrales zullen
bouwen?
Hoe dan ook... Reken alvast maar op een flink hogere energiefactuur
tegen 2030. Niet alléén zullen wij als consument mogen mee betalen voor de
subsidies van die gascentrales (waarvan we nu al weten dat die nooit rendabel zullen
zijn), bovendien zullen we mee mogen opdraaien voor de boete die ons land zal
opgelegd krijgen omdat we de vooropgestelde klimaatambities niet gehaald hebben
in 2030.
Positief aan het hele verhaal is dan weer dat we, dankzij dit Groene
voorstel, met grotere zekerheid mogen uitkijken naar lange hete zomers, de
komende jaren.
Hebt u de nieuwste plaat van Michel
Van Den Brande al gehoord?
"Michel wie?" zal u
misschien vragen...
Michel Van Den Brande, succesvol aannemer. Naar het schijnt.
Schatrijk, naar het schijnt. BV sinds enkele jaren dankzij het Vier-programma "The Sky is the Limit". Een decadent
programma waarin een aantal rijke Vlamingen kwamen provoceren door te laten
zien dat zij het geld ongelimiteerd kunnen laten rollen en zich de meest extravagante
overbodigheden kunnen veroorloven. Sinds zijn optreden in "The Sky is the Limit" komt de man regelmatig eens een korte
verschijning maken in een Vier-programma,
en wordt zijn privéleven aandachtig gevolgd "in de boekskes". Een échte BV dus. Met als enige verdienste dat hij
met veel geluk ergens een gat in de markt ontdekt heeft en daar stinkend rijk
mee geworden is. En dat hij dat ook zonder schroom aan de hele wereld wil
tonen.
Kan de man zingen? Niet bepaald. Maakt hij hoogstaande muziek? Niet
bepaald. Luister anders maar eens naar zijn nieuwste plaat. "2 Glazen Bier", heet de single. De titel
alléén al...
Maar dat geeft helemaal niet. Hij is bekend, en hij komt véél in de
boekskes. En die naambekendheid is blijkbaar voldoende garantie voor een
platenfirma om te investeren in de opname en productie van een plaatje.
Als ik me niet vergis, heeft Marc
Coucke hem dat trouwens al eerder eens voorgedaan, is het niet? Ook Marc
Coucke is een BV omdat hij stinkend rijk is door een paar slimme, en soms
behoorlijk louche, commerciële zetten. En dat is voor een platenfirma voldoende
reden om de man in een studio toe te laten en een plaat uit te brengen.
Het stoort mij niet zo erg dat die figuren een (stompzinnig) liedje
willen zingen. Het stoort me wél ontzettend dat die mannen de kans krijgen (of
kopen?) om een plaat uit te brengen, zonder ook maar enig muzikaal talent. Terwijl
talloze talentvolle musici of zangers of componisten nooit die kans krijgen.
Omdat ze onbekend zijn, en bijgevolg niemand in hen wil investeren. Want de
kans op succes is miniem als je niet "bekend"
bent.
Ik ben boos op de platenbonzen, en ik ben vooral boos op de mensen die
verslaafd zijn aan BV's. Het is zó unfair dat mannen als Michel Van Den Brande
de kans krijgen om een plaat uit te brengen, alléén maar omwille van hun
naambekendheid, terwijl ze er totaal geen talent voor hebben. Maar ik begrijp
de platenfirma's wel. Als ze zéker zijn van een succesvolle platenverkoop,
precies omwille van die naambekendheid, omdat de mensen nu eenmaal zo stom zijn
om elke BV te aanbidden, dan moeten ze dat uiteraard doen.
Hetzelfde fenomeen zie je trouwens ook in de boekenwereld. Om een
willekeurig ander voorbeeld te nemen.
Iemand als Eva Daeleman, bij
voorbeeld. Of Martine Prenen. Erg
verdienstelijke tv-figuren, omroepsters of presentatrices. Ongetwijfeld. Maar
maakt dát hen tot getalenteerde schrijfsters? Of tot gerenommeerde
levenscoaches? Hun verhalen zijn wellicht niet oninteressant, en hun meningen
zijn verdienstelijk. Ik wil zeker géén afbreuk doen aan de waarde van hun
geschrijf. Maar waarom krijgen zij hun (autobiografische) pennenvruchten
gepubliceerd? En krijgen die vele anderen die vermoedelijk beter schrijven dan
zij en die een verhaal te vertellen hebben dat minstens even interessant en
waardevol is, niet die kans? Juist: omwille van hun naambekendheid. Ook hier
weer. Het criterium voor een uitgeverij om een boek al dan niet te publiceren,
is niet het talent van de schrijver
of de inhoud van het boek, maar in de eerste plaats de naambekendheid van de
auteur. Omdat dát de grootste factor is die de kans op succes garandeert. Omdat
de consument, de lezer, nu eenmaal kortzichtig is en zich bij voorkeur vergaapt
aan "bekenden" die hij/zij kan
idealiseren en verafgoden. (Of afbreken, want dat doen we ook graag.)
Als ik de schrijftalenten van mensen als Eva Daeleman of Martine
Prenen nog enigszins kan appreciëren, dan is dat helemaal niet het geval voor
bekende sportfiguren. Zoals Zlatan
Ibrahimovic, of Usain Bolt, of Andre Agassi, of Kevin de Bruyne. Begenadigde sporters, heel zeker. Maar maakt dat hen
automatisch tot interessante en vlotte schrijvers? Volgens mij niet. En tóch
schrijven die mannen een autobiografie die niet alléén gepubliceerd maar ook
massaal gelezen wordt.
Ik verbaas me elke dag opnieuw over de ontstellende oppervlakkigheid
van de mensen, waardoor ze niet verder kijken dan de façade. Als iemand "bekend" is, dan is hij/zij automatisch
interessant en "moet" hij/zij heel
zeker iets te vertellen hebben dat de moeite waard is. Het is alsof we ervan
uit gaan dat wie bekend is op één of ander gebied, "vanzelfsprekend" ook vele andere onvermoede talenten moet hebben... Wie niet het geluk heeft "bekend" te zijn, die interesseert ons
niet. We willen zelfs de moeite niet doen om te ontdekken of die misschien een
interessant verhaal te vertellen heeft.
En de uitgevers van boeken, of de platenbonzen, die spelen het
spelletje uiteraard volmondig mee, want het is goed voor "de commerce".
Het doet me denken aan de avonturen van J.K. Rowling. Zij kreeg geen enkele uitgever zo ver om haar eerste Harry
Potter verhaal te publiceren, want zij was een "nobody", een nobele onbekende. Men nam dus niet eens de moeite om
te bekijken wat zij geschreven had. Het is enkel omdat een medewerker, puur
toevallig, uit verveling of nieuwsgierigheid, toch eens écht in het manuscript
gaan bladeren is, dat de potentiële commerciële waarde ervan ontdekt werd. Ondertussen
is dat één van de grootste literaire successen ooit. En nu krijgt zij om het
even wat gepubliceerd, ongeacht of het de moeite waard is of niet, want ze is
een bekendheid...
Ik heb zopas de jaarlijkse afrekening van mijn energieleverancier in
mijn mailbox gevonden.
Van Engie, om precies te
zijn. Voorheen was dat Electrabel.
Waarbij "bel" vermoedelijk een
verwijzing was naar de Belgische verankering. Nu is er van een "Belgische verankering" al lang geen
sprake meer: Engie is een dochter geworden van GDF-Suez, en daarmee dus
volledig in Franse handen. Dat betekent niet alléén dat alle winst naar
Frankrijk vloeit, en in 2019 bedroeg die 2,7
miljard euro. Het betekent ook dat wij eigenlijk niets meer te piepen
hebben in het beleid van Engie. Als
in Frankrijk besloten wordt dat een energiecentrale dicht moet, dan gaat die
dicht. Onze regering kan dan nog zo luid lopen roepen over "bevoorradingszekerheid", dat maakt in
Parijs geen enkele indruk meer.
Ik wil niet al te kritisch zijn, want ik krijg
geld terug van Engie. Maar toch... Is
er iemand die iets begrijpt van zo'n afrekening?
Wacht, ik zal ze er even bijhalen.
Ik lees gewoon de verschillende "posten"
op mijn factuur af:
- min "berekend
verbruik" tussen meteropname en factuurdatum (2019), exclusief 21% BTW
- plus "berekend
verbruik" tussen meteropname en factuurdatum (2020), exclusief 21% BTW
Ik heb geen idee hoe ze aan die "berekende"
min en plus komen. En ik heb al helemaal geen idee wat ik nu werkelijk aan
energie betaald heb, want om één of andere bizarre reden staat dat bedrag
nergens expliciet op mijn factuur vermeld. Ik moet het zelf uitrekenen door het
bedrag van 354 dagen te nemen, en daar een stukje af te trekken en een ander
stukje weer bij op te tellen. En dan moet ik er ook nog zelf de BTW voor
uitrekenen. Het lijkt wel alsof ze liever niet willen dat je precies weet
hoeveel het nu écht kost.
Maar grof gerekend zou het gaan om iets meer dan 25% van mijn totale factuur. En zelfs
hierin zit ook al een deel belastingen: 21% BTW.
Want pas daarna volgen nog een hele reeks mysterieuze "posten":
- Kosten groene stroom, om de certificaten en
subsidies te betalen voor de zonnepanelen van anderen.
- Kosten waterkrachtkoppeling (Wat dat ook moge
betekenen?)
- Distributiekosten
- Prosumententarief, die ik moet betalen omdat ik
zelf zonnepanelen heb, en die de winst van de zonnepanelen grotendeels
opslorpt. Ik word er lichtjes kregelig bij dat ik tegelijk moet bijdragen voor
de certificaten van de zonnepanelen van een ander, én dat ik op mijn eigen
zonnepanelen extra kosten aangerekend krijg...
- Transportkosten (Ik begrijp het verschil wel niet goed met "distributiekosten".)
- Bijdrage energiefonds
- Bijdrage op de energie (Een andere bijdrage dan
de vorige, blijkbaar?)
- Federale bijdrage (Nóg een bijdrage?)
Al die laatste puntjes zijn dus die fameuze "kosten" die eigenlijk géén deel zouden mogen uitmaken van onze
energiefactuur, want het zijn gewoon belastingen. Noch min noch meer. En het "grappige" is wel dat je ook dáár nog
eens 21% BTW op betaalt.
Om het allemaal een beetje explicieter voor te stellen, heb ik een
tabel gemaakt:
Procent
van de afrekening
Elektriciteit zelf
21,5
BTW
op die elektriciteit
4,5
Kosten
Groene Stroom (incl. BTW)
10,4
Waterkrachtkoppeling
1,4
Netwerkkosten
(transport, distributie)
23,0
Prosumententarief
36,7
Bijdragen
2,5
Gingen die "verdoken belastingen"
trouwens niet uit onze factuur gelicht worden door de nieuwe regering? Als ik
me niet vergis, was dat een eis van de Groenen en van de Socialisten. Die
zouden die posten uit de energiefactuur halen. Wellicht om die dan via een nieuwe "gewone" belasting aan te rekenen,
want die "kosten" verdwijnen niet. Op
de energiefactuur zélf zouden ze dan kunnen vervangen worden door een bijdrage
voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor de subsidies op de nieuwe
gascentrales, aangezien die niet rendabel zijn. Daarbovenop komt heel zeker ook
een milieubijdrage om de CO2-uitstoot van die gascentrales te betalen. Ik kijk
er al naar uit...
Ik heb er geen idee van of de nieuwe regering daar al mee bezig zou
zijn. In het regeerakkoord staat alléén: "De
werkzaamheden inzake de hervorming van de energiefactuur
worden verdergezet."
Misschien moeten we nog wat geduld hebben, want onze nieuwe ministers
moeten zich eerst nog kunnen inwerken, hee. Ik heb trouwens de indruk dat dát
het enige is wat ze tot nu al gedaan hebben: zich inwerken. Want véél hebben we
ze nog niet gehoord. Behalve dan onze bevlogen premier die elke week nieuwe
corona-beperkingen is komen aankondigen. En onze minister van Binnenlandse
Zaken die moest uitleggen waarom je in een tuincentrum wél nog kaarsen mag
kopen, maar géén kerstbollen, of waarom je wél een echte kerstboom mag kopen
maar geen plastieken.
Maar ik had het over mijn afrekening, en de blijde vaststelling dat ik
geld terugkrijg.
De reden hiervoor is natuurlijk dat mijn maandelijks voorschot eigenlijk
te hoog is. Ik besef wel dat ik daarmee een gratis krediet verleen aan die
energiereus, maar ergens geeft het mij een goed en positief gevoel elk jaar
iets te "krijgen", eerder dan nóg te
moeten bij betalen. Ik beschouw het als een soort belegging, waarop ik elk jaar
mag incasseren.
Ik zou het ook op een spaarboekje kunnen gezet hebben, ik weet. Dan
had het mij jaarlijks 0,11 procent opgebracht...
Maandag 9 november: de hele wereld barstte los in uitbundig gejubel. Een
historische datum. Later zal die dag in alle geschiedenisboeken opgenomen
worden als dé dag dat de wereld bevrijd raakte van de Covid-omknelling. Ik
vermoed dat dit later overal ter wereld een officiële feestdag zal worden: "Covid Liberation Day" of zoiets.
Die bewuste heerlijke dag kwam Pfizer met de aankondiging dat de
werkzaamheidsgraad van hun vaccin na uitgebreide testen op 44.000 vrijwilligers
uitkomt op ruim 90%. Dat is véél beter dan de werkzaamheidsgraad van
bijvoorbeeld een doorsnee griepvaccin, want dat is amper 40%. Dat is ook véél
meer dan iemand ooit had durven dromen. De hele wereld schoot in een
collectieve vreugdedans, en er werden méér roze brillen gedragen dan ooit
tevoren.
Alléén... er zit één klein addertje onder het gras. Het vaccin zou,
vreest men, instabiel kunnen worden als het niet gekoeld is. Bij een
griepvaccin is dat ook zo: dat moet in de ijskast bewaard worden. Maar bij dit
Covid-vaccin betekent "gekoeld" toch
nét iets anders: daar wordt gesproken over -70 à -80° Celsius. Mijn koelkast
zal dus géén goed idee zijn. Ook mijn diepvries haalt geen -70°. Geen enkele
diepvries, trouwens. De enige manier om -70° Celsius te halen, is door gebruik
te maken van "droogijs".
Wat is dat voor iets, "droogijs"?
Droogijs is CO2 in vaste vorm. Het is, althans volgens Wikipedia, "gemakkelijk" te maken: "Onder hoge druk
wordt het gas afgekoeld tot de koolstofdioxide vloeibaar wordt; door het verminderen van de druk verdampt een deel van de vloeistof,
waardoor de temperatuur daalt en de rest van de vloeistof bevriest tot een
soort sneeuw; de sneeuw kan worden
samengeperst tot korrels of blokken droogijs." (En als er iets is waar we méér dan genoeg van
hebben, dan is het wel CO2-gas.)
Droogijs heeft een temperatuur van -78° Celsius. Ideaal dus
om het nieuwe Covid-vaccin te bewaren. Meer zelfs: het lijkt zowat de enige
haalbare manier om het vaccin te transporteren bij die gewenste extreme
temperatuur. Er bestaat immers geen enkel transportmiddel met een ingebouwde
koelinstallatie die dergelijke lage temperaturen kan halen.
Maar er is
toch een klein probleem met dat transport: droogijs kan niet in grote
hoeveelheden vervoerd worden, in een vliegtuig bijvoorbeeld, omdat dat té veel
risico's meebrengt. Al was het maar omdat bij "sublimatie" (dat is de overgang van een vaste stof naar de
gasvormige fase) CO2-gas vrij komt, en de ruimte waarin het vervoerd wordt zou
kunnen gevuld worden met CO2-gas wat in hoge concentratie dodelijk is.
Het nieuwe gat in de markt, dus: "droogijs".
De firma's die droogijs of droogijs-installaties produceren, wrijven zich nu al
in de handen. Er zal in elk geval héél veel droogijs nodig zijn, want er zouden
om te beginnen al 500 miljoen dosissen geproduceerd worden.
Ik denk niet dat die dosissen door de patiënt zelf zullen moeten
afgehaald worden bij de apotheker, zoals een griepvaccin, maar dat ze gewoon
direct bij de huisarts zullen geleverd worden. Ik zie mezelf in elk geval niet
bij de apotheker buiten komen met een container droogijs waarin mijn kostbare corona-spuit
veilig weggeborgen is. En dan in de wachtzaal gaan zitten wachten, tussen al
die andere bezoekers, allemaal met hun containerke op de schoot.
Elke dokter zal dus een droogijs-installatie in huis moeten halen, om
de geleverde vaccins te kunnen bewaren. Of anders zullen de vaccins moeten
geleverd worden in een afgesloten container met bijhorend droogijs.
De dokter zal dan, denk ik zo, met zijn isolerende wanten de container
moeten open maken (want dat droogijs is levensgevaarlijk bij contact met de
blote huid), en er de spuit uitvissen. Om mij dan een spuitje te kunnen geven
met zijn vingers gevangen in die onhandige wanten. (Als dat maar goed komt!)
Ik vraag me wel af hoe mijn bloed zal reageren bij een inspuiting met
dat ijskoud vaccin? Of zou de dokter moeten wachten tot het vaccin op
kamertemperatuur gekomen is eer hij het bij mij mag inspuiten? En is het dan
wel nog werkzaam? Want het vaccin is misschien niet stabiel bij "te hoge"
temperaturen...
Misschien wacht ik toch maar even af tot er een vaccin is dat niet
ijskoud moet toegediend worden. Voorlopig houd ik het bij een Jägermeister...
Die linkerknie van mij, die heeft mij al zowat mijn halve leven, of
langer, ongemak bezorgd.
Ik herinner me nog hoe ik als twintiger eens in het UZ van Gent ben
geweest met klachten over een pijnlijk en vervelend gevoel in die knie. De specialisten
daar hebben mijn knie van alle kanten bekeken en doorgelicht, maar ze konden er
niets verkeerd aan ontdekken. Ze hebben mij toen met een cliché-geruststelling
naar huis gestuurd: "U ben perfect in
orde, meneer. U kan gerust honderd jaar worden..."
Waarop ik in stilte dacht: "Ja, op één been..."
Het is niet dat ik echt "pijn"
had in die knie. Het was eerder een knagend, rusteloos gevoel. En het leek
alsof mijn knie de hele tijd gloeide. Nee, "de
hele tijd", dat mag ik niet zeggen: het was vooral op momenten dat ik echt
héél moe was. Dan begon mijn knie te "trekken",
en het gewricht leek dan eerder op een "schurend
scharniertje".
Ondertussen ben ik al een stuk ouder. Nog geen honderd jaar, maar toch.
En mijn knie is alléén maar erger geworden: de rusteloosheid is er nu constant,
de ongewenste wrijving in mijn kniegewricht is hoorbaar, mijn linkerbeen staat
zowat de hele tijd "in brand". En in
tegenstelling tot vroeger voel ik nu wél echte pijn. De hele dag door
eigenlijk. Maar vooral 's nachts. Doorslapen is er voor mij niet meer bij: elke
nacht word ik, meestal rond twee uur, wakker van de pijn. En dan probeer ik dat
te onderdrukken met een grote tablet Paracetamol.
Onlangs ben ik bij de huisarts geweest voor mijn griepspuitje.
"Heb je verder nog vragen of
klachten?" vroeg de sympathieke man.
Ja, die had ik: over mijn linkerknie. Maar ik heb gezwegen. In deze
corona-tijden heb ik écht geen zin om naar het ziekenhuis te moeten gaan. Niet
voor onderzoeken, en al helemaal niet voor een operatie of een behandeling. Ik
blijf daar weg, en ik zal het onderwerp wel een keer ter sprake brengen als de
corona-heisa voorbij is.
Ik vermoed dat er (te) veel mensen zijn zoals ik. Mensen die eigenlijk
(dringend) eens naar een specialist zouden moeten stappen, naar het ziekenhuis.
Maar die dat nu toch liever niet doen, en uitstellen wat misschien beter niet
zou uitgesteld worden.
Het is een beetje zielig hoe die Leuvense professor, Geert Meyfroidt, in een tv-spotje de mensen
probeert te overtuigen dat ze hun dringende en hoognodige ingrepen en onderzoeken
zeker niet mogen uitstellen. Waarna hij tegengesproken wordt door "de cijfers". Want luttele minuten na
zijn oproep is het journaal daar weer met de "dagelijkse cijfers". En met de boodschappen dat de ziekenhuizen "overvol" liggen, dat het zorgpersoneel
op zijn tandvlees zit, en dat de diensten voor Intensieve Zorgen het eigenlijk allemaal
niet meer aankunnen en niet meer in staat zijn de gepaste zorgen te verlenen.
Waarmee de warme oproep van de toparts compleet naar de prullenmand verwezen wordt.
Dus wend ik me, zoals veel mensen, dan maar tot "dokter Google".
En "dokter Google" vertelt
mij dat ik "artrose" heb: mijn knie
is versleten, net als het grootste deel van mijn lichaam trouwens. Er is geen
remedie voor "artrose". Al zou Kurkuma wel heel goed helpen naar het
schijnt: "Kurkuma is een ideaal middel
voor mensen met gewrichtsproblemen," staat op de site van seniorennet.be. Ik ben dus een trouw
Kurkuma-gebruiker geworden. Zonder dat dit veel verlichting brengt, jammer
genoeg.
Er is maar één échte oplossing: een nieuw kniegewricht. Maar dat
betekent dus: een operatie. Waarmee ik het al zó zwaar beproefde
ziekenhuispersoneel nog méér zou belasten. Wat ik niet op mijn geweten wil
hebben! Ik wacht dus maar nog een beetje, tot de corona-ellende achter rug is.
Misschien komt er tegen dan wel een speciale actie bij bol.com: "Twee knieën voor de prijs van één"? Dan kan ik meteen ook mijn rechterknie vervangen...
Ondertussen verbijt ik de pijn gewoon nog een tijdje. In de wetenschap
dat er ontelbare mensen zijn die er véél erger aan toe zijn dan ik, en voor wie
dat uitstel misschien fatale gevolgen kan hebben. Hartpatiënten,
kankerpatiënten, mensen met heel zware psychische noden, en noem maar op...
Zoals ik al enkele keren geschreven heb: de meeste slachtoffers van
dit corona-virus zullen niet bezwijken door Covid-19, maar wél door de
ongewenste neveneffecten, de "collateral
damage".
Ik heb het gehad over het onthutsend pijnlijk gevoel als je kinderen
zo te zien geen fijne herinneringen hebben aan hun kindertijd, en alléén de
minder geslaagde momenten ter sprake komen wanneer er over "vroeger" gesproken wordt.
Maar misschien moet ik dat toch een beetje relativeren. Misschien is
het gewoon zo dat kinderen zich later, als volwassene, de warme en fijne
momenten niet bewust herinneren, en die herinneringen alléén in hun
onderbewuste hebben opgeslagen. En dat dikwijls enkel de pijnlijke details naar
boven komen.
Want als ik eerlijk ben: ik heb ook weinig vertederende herinneringen
aan mijn kindertijd.
En dat is héél vreemd, want ons moeder was veruit de meest
zachtaardige vrouw die ik ooit gekend heb. Ze had een eindeloos geduld, en ze
was onvoorstelbaar verdraagzaam. Ik kan me niet herinneren dat ze ooit haar
stem verheven heeft tegen ons, of ooit een bestraffende tik zou gegeven hebben.
Maar ik herinner me ook weinig warme omhelzingen of troostende knuffels.
Toen ik nog een baby was, moet ze mij nochtans veelvuldig geknuffeld
en getroost en stevig vastgehouden hebben. Heel zeker!
Al was ik niet bepaald een gemakkelijke baby, toch niet de eerste vier
weken van mijn leven. Ik ben immers geboren met slokdarm-atresie: "Oesophagusatresie
(slokdarm-atresie) houdt in dat de normale verbinding tussen mond- en keelholte
en maag is onderbroken. De slokdarm is niet goed aangelegd." Dat betekent
dat de melk ergens in mijn slokdarm bleef steken en er langs mijn mond en neus
weer uit kwam. Dat betekent ook dat ik voortdurend honger had, want ik kreeg
nauwelijks iets van voeding in mijn maag. Het gevolg was dus dat ik de hele
tijd aan het huilen en schreeuwen was. Ook 's nachts, tot grote frustratie van
mijn ouders, en dan vooral van mijn vader die 's morgens vroeg naar zijn werk
moest na alweer een slapeloze nacht. De afwijking is pas ontdekt toen ik al
drie weken oud was, waarna ik met spoed moest geopereerd worden. Ik
vermoed/hoop dat ik mijn ouders nadien toch wat meer nachtrust gegund heb.
Ondanks mijn constant gehuil, dat haar tot wanhoop moet gedreven
hebben omdat ze er geen idee van had wat er scheelde, of hoe ik kon getroost
worden, vermoed ik dat mijn moeder mij als baby heel veel zal geknuffeld
hebben. Maar die herinneringen zijn weg.
Later, als opgroeiend kind, was er, voor zover ik me herinner, weinig
tijd en plaats meer voor geknuffel. In een kroostrijk gezin was er nu eenmaal niet
veel gelegenheid om met één van de kinderen urenlang rond te lopen om troost te
geven. Ik vermoed dat dat toen ook niet de "gewoonte"
was. In de tijdsgeest van onze prille jeugd moesten kinderen ook niet al te
veel geknuffeld worden, want daar werden we alléén maar "softies" door. We moesten op tijd "gehard" worden voor het leven.
Maar ik zou ons moeder onrecht aan doen door de indruk te wekken dat
wij "hard" opgevoed werden, of dat
zij nooit eens tijd had of maakte voor elk van ons.
Ik herinner me bijvoorbeeld wél nog de tweewekelijkse bezoeken aan de
neus-, keel- en oorarts, in Kortrijk, toen ik voor het eerst met sinusitis
begon te sukkelen. Samen met mijn mama nam ik, als klein manneke, elke keer de
bus naar de grote stad, en daarna moesten we nog een eindje te voet stappen
naar de dokter. En dan zat zij bij mij terwijl ik mijn "sinusspoeling" te verwerken kreeg: met de buisjes in mijn neus en
het opvangbakje in mijn handjes onder mijn neus om alle vuiligheid op te vangen
met het spoelwater. Het was elke keer opnieuw een soort foltering, maar ik was
niet bang en ik protesteerde niet. Want mijn mama was bij mij...
Ongetwijfeld hebben we allemaal véél mooie en warme herinneringen aan
onze kindertijd. Diep verborgen in ons onderbewustzijn. En misschien moeten we,
zeker nu, in deze donkere en onzekere tijden, eens wat dieper gaan graven
om die herinneringen weer boven te halen. Het zal bij elk van ons een glimlach
op het gezicht toveren. Al dan niet verborgen achter een mondmasker...
Ik vermoed dat "evaluatiegesprekken"
in veel ondernemingen een beetje uit de mode geraakt zijn, tegenwoordig.
Begrippen als "empowerment" horen nu
tot de standaardwoordenschat van elke Human-Ressources aanpak. (Wat in veel
gevallen neerkomt op: "Trekt uw plan.")
Ergens vind ik dat wel een beetje spijtig, want het is voor een
werknemer toch nuttig en handig om af en toe te horen wat zijn/haar
leidinggevende over hem/haar denkt. Of hij/zij goed bezig is, of er dingen zijn
die beter kunnen, en vooral: wat hij/zij goed doet. Een vleugje waardering, een
pluimpje, kan wonderen doen.
De keerzijde van zo'n evaluatie is wel dat zoiets altijd, per
definitie, een "subjectief" gebeuren
is: als je bij je leidinggevende op een slecht blaadje staat, dan is de kans op
een negatieve evaluatie erg groot. Zo'n evaluatiegesprek is trouwens meestal
een ongemakkelijk gebeuren, omdat de regels van het spel gebieden dat er ook
negatieve, "te verbeteren", punten
aan bod komen, en op dat moment wordt de ontmoeting tussen evaluator en geëvalueerde
bijna altijd onaangenaam. Ik kan het weten, want ik heb véél
evaluatiegesprekken moeten voeren, en ik heb bijna geen enkele ervan als "prettig" ervaren.
Vroeger, lang geleden, bestond het evaluatie-systeem bij Het Gemeentekrediet dus wel nog. En ik
heb er nog altijd nachtmerries over.
Eén van de (veel te grote) projecten in het team waar ik de leiding
over had, was zwaar over de verhoopte planning en over het geschatte budget
gegaan. En dat was niet het beeld dat onze directeur, een beetje voortvarend,
aan het Directiecomité had voorgespiegeld. Er moest dus een zwart schaap gezocht
worden, en een "zwarte piet"
uitgedeeld. Onze directeur was niet blij met de kritiek van het Directiecomité,
en schoof bijgevolg de zwarte piet
door naar zijn ondergeschikte: mijn baas. Ook die wilde absoluut niet met die zwarte piet blijven zitten, en de zwarte piet kwam dus bij mij terecht.
(Het "management" in een grote onderneming
is al bij al echt niet zó verschillend van de kleuterschool: het komt er vooral
op aan om een ander de schuld te geven als er iets niet in orde is, en om met
het vingertje naar "de ander" te
wijzen.)
Ik had de "zwarte piet" ook
kunnen doorgeschoven hebben: naar de projectleider van dat project. Die had mij
trouwens van bij het begin gesaboteerd omdat zij nooit had kunnen en willen
accepteren dat ik haar "baas" zou
worden. Zij had die job immers zélf geambieerd. (Het "grappige" is dat ik die job eigenlijk niet eens gewild had.) Ze had
er dus haar missie van gemaakt om mij te dwarsbomen zoveel ze kon, en mij het
leven zo zuur mogelijk te maken.
Maar ik zit zo niet in elkaar, en ik heb de zwarte piet gehouden. Met als resultaat dat ik een "D"-evaluatie aangesmeerd kreeg. (Omdat mijn baas op die manier aan zijn baas hoopte te bewijzen dat hij "doortastend" kon optreden.) Bij het Gemeentekrediet
varieerden de evaluatie-scores toen tussen "A"
(boven verwachting goed gepresteerd), "B"
(wel okee, zoals mocht verwacht worden), "C"
(beneden niveau, en dringend te verbeteren) en "D" (totaal incompetent).
Ik was dat jaar trouwens van alle 5000 personeelsleden deenige
met een D-evaluatie; niemand anders
had zo'n score gekregen. Het vreemde is dat ik ondanks die blaam van "incompetentie" toch verder moest doen
met mijn (gehate) job, terwijl het logisch zou geweest zijn als iemand anders
die taak zou overnemen. Aangezien ik "onbekwaam"
was. Ik vermoed dat op dat moment geen andere kandidaten konden gevonden worden
met voldoende masochistische neigingen.
Het is later weer helemaal goed gekomen met mij, en ik heb daarna, in verschillende
functies, eigenlijk alléén maar héél positieve evaluaties gehad. Maar in die
periode ben ik wél door de hel gegaan, en ik heb heel lang héél diep in de put
gezeten. Ik heb er inderdaad nog altijd nachtmerries over. Letterlijk.
Dat is het soort ervaringen zoals een mens nooit meer hoopt te moeten
meemaken, en die ik niemand toe wens.
Maar al bij al: de beoordeling van je baas op het werk, is toch maar
van relatief belang. Het allerbelangrijkste is en blijft altijd je gezin. En als
ouder droom je er toch van dat je kinderen je ooit hetzelfde zouden zeggen als
Taylor Swift tegen haar moeder in dit prachtige liedje: "That was
the best day of my life."
Helaas blijven positieve herinneringen blijkbaar moeilijker hangen dan de
negatieve. En zo lijkt het alsof je kind zich vroeger vooral onrechtvaardig
behandeld gevoeld heeft en zwaar tekort gedaan. Het lijkt soms alsof je kind
geen enkele fijne herinnering aan zijn kindertijd en jeugd heeft overgehouden. Alléén
een hoop trauma's. Het is erg pijnlijk te horen dat er schijnbaar géén "fijne dagen" geweest zijn, of in elk
geval geen fijne herinneringen. Zeker als je naar best vermogen geprobeerd hebt
om een goede vader/moeder te zijn.
Zoiets komt véél harder aan dan een D-evaluatie van een chef die wanhopig naar een zwart schaap op
zoek was.
De speurtocht naar de beruchte "Bende
van Nijvel" heeft de vorige lente weer af en toe in het brandpunt van de
belangstelling gestaan. (Vóór Corona met alle media-aandacht ging lopen...)
De huidige generatie onderzoekers is tijdens die enkele maanden in de
eerste helft van 2020 in elk geval veel actiever geweest dan hun voorgangers in
de vele jaren voordien. Ook al omdat de tijd begint te dringen want de
verjaring nadert met rasse schreden.
Ik ben ervan overtuigd dat de huidige speurders écht wel hun best hebben
gedaan om de zaak op te lossen. In tegenstelling tot hun voorgangers, die dat
nu juist niet leken te willen. Maar
de sporen zijn na al die tijd volledig koud geworden. En dus levert al hun
moeite niets op. Wat bijzonder hilarisch zou zijn, van een Inspector Clouseau gehalte, ware het niet zo pijnlijk geweest.
Het is een beetje jammer dat het komisch duo Gaston & Leo er niet meer is, want zij hadden zeker de hoofdrollen
kunnen gespeeld hebben in een kolderfilm die binnenkort over de Bende van Nijvel
zal gemaakt worden. Want het hele verhaal begint echt wel kolderachtige trekjes
te vertonen. Ook al is de hele geschiedenis "in se" door en door intriest!
Eerst even terug naar de harde feiten van toen: de jaren 1982, 1983,
1985. Met een ongeziene brutaliteit en moordzucht werden toen in België een
reeks overvallen en inbraken gepleegd, onder andere op grootwarenhuizen. Daarbij
zijn in totaal 28 dodelijke slachtoffers gevallen. De laatste overval, op de
Delhaize in Aalst, was meteen ook de dodelijkste: 8 mensen verloren daarbij het
leven. Men vermoedt dat ook één van de bendeleden zelf bij die overval
omgekomen is, wat zou verklaren waarom de terreur even abrupt gestopt is als
die begonnen was.
Dat op die bewuste avond de voorziene rijkswachtbewaking, geheel
toevallig, kort voor de overval zonder duidelijke redenen werd weggehaald, deed
toen al veel vragen rijzen. En de, al dan niet opzettelijke, stunteligheid
waarmee het "onderzoek" naar de Bende
gevoerd werd, heeft die vragen alleen maar nog aangewakkerd. Er kan in elk
geval niet naast gekeken worden. Het dossier werd van de ene naar de andere
onderzoeksrechter overgeheveld. Van Nijvel naar Charleroi, zonder enige
motivering voor de goede zin van die ingreep, behalve dan dat het gestuntel
niet meer om aan te zien was. En van Dendermonde ook naar Charleroi, misschien
omdat ze in Dendermonde té grondig te werk gingen. Met als gevolg dat er
telkens vanaf nul kon herbegonnen worden.
Er is zelfs een heus parlementair onderzoek geweest naar de gang van
zaken. Of liever: twee onderzoeken, de "Bendecommissie"
(van 1988 tot 1990) en de "Bendecommissie
bis" (in 1996-1997). Overigens zonder dat al dat politiek gepalaver ook
maar iets heeft bijgedragen.
De laatste jaren en maanden doen ze echt koortsachtig hun uiterste
best, maar al hun moeite lijkt voor niets te zijn. En de vraag blijft hangen: "Waarom zo lang gewacht met die
onderzoeksdaden?"
- In oktober 2017 hebben magneetvissers puur
toevallig dozen met munitie en wapens ontdekt in het kanaal Brussel-Charleroi. Waarom
die nooit eerder gevonden werden bij de diverse zoekacties door professionele
duikteams, is één van de vele mysteries. Hoe dan ook: die vondst, en nog een
paar gelijkaardige vondsten in 2018 en 2019, hadden, althans volgens het Parket,
niets met de Bende te maken. Dood spoor, dus.
- Begin dit jaar (2020) was er dan een grootschalig
nieuw DNA-onderzoek, op honderden mannen en vrouwen: oude verdachten of
aanverwanten. Daar was een hoop publiciteit rond, want dit kon wel eens dé
finale doorbraak zijn. Helaas: corona kwam ertussen, en het heeft niets
opgeleverd. Dood spoor, dus.
- En dan was er in juni die spectaculaire foto op
tv van een man met een Terminator-geweer. Gevraagd werd of iemand de man op de
foto kon herkennen. Jammer genoeg dateerde de foto al van 1986, zodat ook dit
niet bepaald veel kon opleveren. De vraag is, ook nu weer, waarom die foto nooit
eerder getoond werd in een opsporingsbericht? Helaas: het wapen bleek niets met
de Bende te maken te hebben. Alweer een dood spoor.
- En kort geleden, in juli, zijn er dan nieuwe opgravingen
geweest in Pécrot waar een slachtoffer zou begraven zijn. Alsof daar nu nog
iets zou te vinden zijn, na al die tijd. Niet dus, en alweer een dood spoor.
Ik vind het zeer erg voor de nabestaanden van de slachtoffers, en voor
de overlevenden, maar de kans om nog een dader te vinden, of motieven te
ontdekken, is nihil. Ze zouden er dus beter mee stoppen, en al die mankracht
besteden aan recente zaken die wél nog kunnen opgelost worden.
De enigen die er iets positiefs aan overgehouden hebben, zijn de
schrijvers van goedverkopende boeken, en Stijn Coninx die er een succesvolle
film over heeft uitgebracht.
Een achterdochtig iemand zou kunnen gaan vermoeden dat "men" opzettelijk gewacht heeft om die "nieuwe" sporen te onderzoeken tot "men" zeker was dat het spoor "koud" was geworden.
Maar het zou natuurlijk ook allemaal gewoon toeval kunnen zijn: een
opeenstapeling van blunders en misverstanden en nalatigheden. Iets waar wij in
België ondertussen wereldberoemd om geworden zijn. Denk maar aan de
Dutroux-affaire, of aan de Corona-aanpak. Of aan FC De Kampioenen.
Voor diegenen die de spannende avonturen van de "Bende-onderzoekers" zélf van naaldje tot draadje willen uitpluizen:
er is een heuse website waar zowat alles terug te vinden is.
Grote heibel op de sociale media, begin november, toen Ella Leyers in "De slimste Mens ter Wereld" het
record van het aantal deelnames had gebroken. Velen kwamen aanzetten met boze
reacties. Over hoe het allemaal "doorgestoken
kaart" was, en dat er vals gespeeld werd, en dat ze heel zeker de
antwoorden ingefluisterd kreeg via een verborgen oortje. En méér van dat soort
verontwaardigde oprispingen.
Eerst en vooral: "Waar zijn die
mensen mee bezig, die hun energie en hun tijd (en die van anderen) verkwanselen
aan dat soort pietluttig gekrakeel?" Het gaat tenslotte maar om een
spelletje! Of niet? Het is géén ernstig tv-programma waar belangrijke zaken op
het spel staan. Het is gewoon een leuk programma, bedoeld als ontspanning. Niet
iets waar men zich druk over hoeft te maken...
Maar blijkbaar zijn er tóch mensen die dat bloedernstig nemen, en de
meest onnozele kritieken op de sociale media menen te moeten ventileren. Dat de
commentaren niet bepaald van groot intellect getuigen, mag blijken uit dit
voorbeeld (dat er letterlijk stond zoals volgt, inclusief het achterlijke
taalgebruik en de dt-fout): "Zal op
voorhand al veel antwoorden doorgeschoven krijgen, ze zit bijna mee haar gat
Blood dat lokt kijkers."
Onvermijdelijk vraag ik me dan af: "En wat als het een man zou geweest zijn die dat record had scherper
gesteld?"
Zouden de reacties en commentaren dan even hard en even negatief
geweest zijn? Of heeft één en ander iets te maken met het macho-denken van veel
Facebook-gebruikers, die het idee niet willen of kunnen accepteren dat een
vrouw, en dan nog een blonde (!), misschien wel "de slimste mens", zo niet van de wereld, dan toch van Vlaanderen
zou kunnen zijn? Ik weet niet hoe slim Ella Leyers in werkelijkheid wel is,
maar ik weet wel zeker dat ze véél slimmer is dan die achterlijke en zielige
Facebook-gebruikers die hun eigen gebrek aan intellect niet kunnen verbergen.
Is er hier inderdaad sprake van een "doorgestoken kaart"? Wordt de hele quiz gestuurd en geregisseerd,
eerder dan dat alles spontaan zou gebeuren en het resultaat zou zijn van
geniale improvisatie of "invallen van het
moment"? Dat lijkt me héél waarschijnlijk.
Het gaat tenslotte om een show, een grappig tv-programma. De bedoeling
is enkel en alléén maar om ontspanning te bieden, en ook een beetje spanning.
En dat bij voorkeur door "kandidaten"
op het voorplan te brengen die "iets"
brengen: die er knap uit zien, die grappig zijn, die een talent hebben voor het
debiteren van (nutteloze) weetjes, die sympathie opwekken bij de kijkers, die
rad van tong zijn. Als het daarbij nodig is om één en ander een beetje te "sturen", dan wordt er een beetje
gestuurd. Laten we hier niet naïef over doen. Zo'n show wordt strak
geregisseerd, en iedere scène wordt uitgeschreven en ingeoefend tot het perfect
loopt. Of dacht u dat die zogenaamde "juryleden"
écht zó ad rem zijn dat zij ter plaatse en op het moment zelf hun spitsvondige
bedenkingen improviseren? Natuurlijk niet. Zij volgen een script, net als de
presentator en de kandidaten. Een script dat zó uitgeschreven werd dat het de
meeste kijkers zal lokken en het grootste succes kan opleveren. En in dat
script hoort ongetwijfeld ook een nieuw record waar iedereen de volgende dag de
mond van vol heeft. Want dát is de maatstaf voor het succes: dat er massaal
gekeken wordt, en dat er massaal over gepraat wordt.
Dus ja: heel waarschijnlijk wordt het spel niet helemaal "eerlijk" gespeeld.
"So what?"
De essentie van de hele show is niet een realistische zoektocht naar "de slimste mens ter wereld". De essentie
is een leuk en boeiend tv-programma te maken.
Wie daarover valt, die zou beter zijn tv verkopen. En wie daar giftige
commentaren bij meent te moeten verkondigen via de sociale media, die zou beter
psychologische hulp gaan zoeken, want het getuigt alléén maar van een pijnlijk
gebrek aan relativeringsvermogen en van een erg zieke geest.
Ik ben géén fan van Ella Leyers, maar ik gun het haar om met dat
record te kunnen pronken. Tot spijt van die zielige, jaloerse en gefrustreerde
mannetjes die op Facebook hun gal willen spuwen.
Ondertussen is trouwens een einde gekomen aan de recordreeks van Ella
Leyers. En vermoedelijk was dat ook zo in het scenario voorzien.
De gefrustreerde macho's die haar succes niet konden verkroppen,
kunnen weer tot rust komen en stoppen met hun haatberichten. Hopelijk zullen ze
zich nu gaan wijden aan een nuttige bezigheid. Deftig Nederlands leren,
bijvoorbeeld...