Kunt
u mij vertellen waar deze waterweg naartoe stroomt, mijnheer? Ik was voor het
eerst in deze streek op vakantie en liep al een tijdje langs het wandelpad op
de oever toen ik een oude man op een bank zag zitten.
Zeker,
dit is de Hemelvaart die van Stuit naar Ajna stroomt. Via de steden Sacra,
Manipoer, Anahat, Visjoeda en Medoella. In Ajna mondt deze vaart uit in de
Grote Stille Zijnzee.
Vreemd,
van deze plaatsnamen had ik nog nooit gehoord. Maar ik woon hier dan ook niet.
Bent u van hier?
Neen,
toch niet. Maar ik heb deze vaart al meermaals bevaren. In beide richtingen.
Wanneer je wil, neem ik je mee met mijn bootje; het ligt hier vlakbij.
Graag!
Misschien kun je mij de vaarroute beschrijven om al een idee te hebben wat ik
zoal kan zien en verwachten onderweg.
De
oude man sloot even de ogen en bleef geruime tijd zo stilzitten. Dan begon hij
te vertellen.
In Stuit
ontspringt deze stroom temidden van donkerrode aarde waar een heel moderne stad
is opgebouwd, met veel beton. Alles staat er in het teken van werken en
materialisme. Wie even wil ontspannen en de rust opzoeken vaart naar de
nabijgelegen bruisende stad Sacra. Daar is weliswaar veel vertier maar erg op
zichzelf gericht en niet echt bevredigend.
De
volgende halte is Manipoer, een overgangsgebied zou je kunnen zeggen. Je kan er
goed krachten opdoen en met vurig enthousiasme de tocht verderzetten.
Vanaf
dan gaat het veel vlotter en sneller. In Anahat ervaar je veel liefde en
vriendschap. Werkelijk hartverwarmend.
In
Visjoeda krijg je de neiging om je vreugde uit te zingen en je stem te
verheffen op markten en pleinen. De reis maakt je alsmaar meer gelukkig en
geeft je kracht.
Medoella
behoort in feite tot Ajna maar ligt er even van weg. De meeste mensen blijven er
hangen omdat er schijnbaar enkel zintuiglijk verlangen te verkrijgen is. Elke
wens lijkt er in vervulling te gaan. Er is ook een rechtstreeks kanaal vanuit
Visjoeda naar Ajna maar weinigen zijn zich daarvan bewust. Ze denken overigens
dat Medoella het eindpunt van de reis is.
Ajna
is de heerlijkste en schoonste plek om te vertoeven. Hier ervaar je pas echt de
allergrootste liefde. Hier stroomt de Hemelvaart ook in de Grote Stille Zijnzee.
Dat is een oceaan van oneindig gelukzalig bewustzijn.
Van
hieruit kun je weerkeren de hele weg terug tot Stuit. Ik heb dat meermaals
gedaan, zoals zovelen.
Hoezo?
Waarom van het allergrootste geluk terug naar af? onderbrak ik verbaasd.
Tja,
zo zit een mens nu eenmaal in mekaar. Verlangen naar voorbijgaand genoegen, dat
weliswaar uiteindelijk naar ellende lijdt maar toch zo verleidelijk is. Eenmaal
op de terugweg vergeet de mens algauw hoe goed het was stroomopwaarts. Pas in
Stuit beseft hij dit en keert zijn levensboot om toch maar weer met de stroom
mee te varen. Hij voelt zich daar zelfs toe aangetrokken en hoe dichter bij de
Zijnzee, hoe sneller het gaat. Uiteindelijk zullen we allen ooit in de
oneindige oceaan verblijven, voor altijd.
Ik
wandelde dronken van wijsheid en geluk terug langs de Hemelvaart, dromend van
de paradijselijke bootreis met mijn nieuwe vriend
In
India spreken we graag over God als zijnde de Goddelijke Moeder, omdat een ware
moeder zachter en meer vergevingsgezind is dan een vader.
De
moeder drukt de onvoorwaardelijke liefde van God uit. Moeders werden door God
geschapen om ons te laten zien dat Hij van ons houdt, met of zonder reden [Goed of stout, wij blijven Zijn/Haar
kinderen).
Elke
vrouw is voor mij een vertegenwoordigster van de Moeder. Ik zie de Kosmische
Moeder in alles en allen.
Wat ik
het meeste in de vrouw bewonder is haar moederlijke liefde.
De
Bron was er altijd al. De Bron is eeuwig, zonder begin of einde.
Alomtegenwoordig,
een en al onuitputtelijke energie.
Al
wat bestaat komt uit de Bron en wordt erdoor in stand gehouden.
De
Bron is onvoorwaardelijke, gelukzalige Liefde.
Stralend
Licht waaruit alles is gemaakt.
Diepe
Vrede vol zoete harmonie.
Onuitputtelijke
Vreugde, intens teder en hartverwarmend.
Een
Kalmte die heilzaam en helend is.
Een
enorme Kracht, met onbegrensde mogelijkheden.
Alwetende
Wijsheid; alle kennis is in de Bron aanwezig.
De
Bron heeft een trillinggevende Klank die scheppend is, in stand houdend en
ondersteunend.
Ontelbare
sterren en planeten, oneindige zonnestelsels in een almaar uitdeinend heelal.
Geen mens kan de grootsheid van het universum echt bevatten. De Bron is met
geen woorden te beschrijven. De Bron is een 'Zijn' in al zijn aspecten. Alle
mogelijkheden zitten in de Bron.
Je
kan en mag de Bron benoemen zoals je wil. God, Allah, Jahweh, Jehova, de Grote
Geest, de Kosmos,... De naam doet er niet toe. De Bron is niet in een woord te
omvatten.
Onze
wereld is - zoals alles- uit de Bron ontstaan. Stel je voor dat er een oneindige
oceaan van bewuste energie is. Wanneer vanuit die oceaan een beweging komt, als
door een stormwind bewogen, zullen golven ontstaan. Hierdoor blijft de oceaan
zelf in essentie ongewijzigd. Elke golf moet uiteindelijk - hoe hoog ook
opgeklommen- weer tot volledige rust in de oceaan neerkomen.
Zo
zou je ook elk mensenleven kunnen beschouwen als een golf in de oceaan. De golf
heeft identiek dezelfde hoedanigheden als de oceaan zelf. Maar de golf is
beperkter en kan niet anders dan uiteindelijk weer volledig op te gaan in de
oceaan.
Zoals
gezegd is de Bron: Zijn. Vanuit dit grenzeloos Bewustzijn is alles geschapen.
Het ultieme kroonjuweel van de hele schepping is de mens. Deze is immers
"naar beeld en gelijkenis" identiek aan de Bron. Als enig schepsel
kreeg de mens de gave van een hoog bewustzijn dat in staat is weer één te
worden met de Bron. Maar enkel uit eigen vrije wil. Een opgelegde liefde is
natuurlijk geen echte liefde. Daarom heeft de goddelijke Bron de vrije wil
geschonken aan de mens.
In
al wat leeft is de Bron aanwezig, weerspiegeld in alles en allen. Alle kansen
worden liefdevol aangeboden aan de mens om de gelukzalige staat van één-zijn
met de thuisbron te ervaren. Toch verkiest de mens vaak zijn eigen vrije wil te
gebruiken om zijn liefde te verspillen aanverlangens van zintuiglijk genot. Dit is echter nooit blijvend en altijd
teleurstellend en oorzaak van veel lijden.
De
goddelijke Bron straft nooit! De mens - in zijn onwetendheid- verleid door het
valse genot van aardse 'genoegens' is zelf de oorzaak van ziekte, pijn en
ellende. Indien de mens zich richt op de Bron en streeft naar harmonisch
één-zijn ermee dan ervaart hij hier en nu én voor altijd een grenzeloos
gelukzalig gevoel.
Het
lichaam van de mens is enkel een tijdelijk voertuig van zijn eeuwige ziel.
Wanneer dit lichaam ophoudt te bestaan, blijft de ziel verder leven want net
als de Bron is de ziel onsterfelijk, eeuwig. Na de lichamelijke dood heeft de
ziel geen voertuig meer, geen materieel omhulsel en verblijft in een subtielere
wereld: de astrale sfeer. De ziel kan dan opnieuw geboren worden op Aarde of op
een andere planeet in een grovere vorm, een ander lichaam. Zo krijgt de ziel
altijd weer een nieuwe kans om te leren. De Aarde en andere planeten zijn er
enkel om zielen te laten leren hoe zij kunnen terugkeren naar de Bron. Alleen
in de Bron is immers een blijvend geluk te ervaren. De Liefde vanuit de bron is
er altijd en blijft onvoorwaardelijk aangeboden. De ziel hoeft enkel deze
liefde te beantwoorden om voor eeuwig in gelukzaligheid te vertoeven. Dit kan
vele levens en dus evenveel wedergeboortes duren omwille van het schijn-zijn.
Het
schijn-zijn is de bedrieglijke waan die elke mens ondergaat. De zintuigen geven
een beperkt, onvolmaakt en dus verkeerd beeld van de werkelijkheid. Ogen zien
lang niet alles evenmin als ons gehoor scherp genoeg is om alles waar te nemen.
Dit geldt evenzeer voor tast-, reuk- en smaakzin. Het allerkleinste
stofdeeltje, in feite een lichtdeeltje, een snaartje, een stukje energie zeg
maar, is niet met onze beperkte zintuigen waar te nemen. Nauwelijks te meten
zelfs met gesofistikeerde hulpinstrumenten.
Zo
is een schijnwereld opgebouwd waarin de mens ingaat op foutieve informatie. Hij
zoekt het ware geluk maar wordt telkens bedrogen door zijn zintuigen die
schadelijke geneugten doen uitschijnen als gelukbrengende zaken. Zo maakt de
mens zichzelf ziek en ongelukkig.
Om
het ware geluk te (her)vinden in de Bron van eeuwige vreugde en gelukzaligheid
moet de mens de zintuigen als het ware even uitschakelen en zich dan richten
naar de Bron.
In
de bedrieglijke zintuiglijke wereld bestaat alles in tweeheid. Dit in
tegenstelling tot de ene, eeuwige Bron. Onze menselijke wereld kent goed en
kwaad, liefde en haat, geluk en ongeluk, leven en dood... Het ene wordt altijd
gecompenseerd door het andere. Oorzaak en gevolg. Elke positieve energie moet
in evenwicht komen met negatieve energie en omgekeerd. En elke uitgaande
positieve kracht komt evenredig terug. Hetzelfde geldt voor negatieve kracht.
Deze
dualiteit kun je maar ontstijgen door in een andere bewustzijnsdimensie te
komen. Het bovenbewustzijn brengt je in de Brondimensie. De enige manier om
daar te komen: in stilte gaan.
In
stilte gaan betekent alle zintuiglijke hindernissen opruimen evenals de
innerlijke onrust die door blokkades wordt veroorzaakt, weg te werken. Yoga is
hiervoor een uitstekende methode. Let wel. Yoga betekent eenheid met de
goddelijke Bron en die bekom je niet zomaar. Lichaamshoudingen vormen maar 1
aspect van Yoga. Het gaat evenzeer om een juiste levenshouding, oprechte
toewijding en om veelvuldige, diepe meditatie. Het beheersen van de
levensenergie door het controleren van de adem is ook essentieel. Dit is
allemaal niet onoverkomelijk en zelfs vrij eenvoudig toe te passen. Wel vraagt het
een zekere discipline en veel liefdevolle toewijding.
Want
uiteindelijk gaat het leven om LIEFDE.
Om
tot de eeuwige Bron van gelukzaligheid te komen, moet je liefhebben met heel je
hart, heel je ziel, heel je verstand en uit al je kracht.
Heb
de goddelijke Bron zo lief en je medemens als jezelf; dan ben je volmaakt
gelukkig in dit leven en ook daarna, voor altijd.
Dagen-
en nachtenlang hadden de ministers zich samen met experten over het grote
probleem gebogen. Zou de regering hier ooit nog uitkomen? Voorstellen en
tegenvoorstellen werden uitvoerig gewikt en gewogen maar men bereikte maar geen
akkoord. De KVP wilde in publiciteit, media, school of waar dan ook alleen nog
Paasklokken zien. De SVP wilde echter enkel overal de Paashaas en dan nog een
fel roodgekleurde. De LVP wenste zelfs de afschaffing van het hele Paasgebeuren
en wilde dat hele gedoe rond de paaseieren maar blauw-blauw laten. De coalitie
stond op springen want ieder bleef hasstarrig op zijn standpunt staan. Maar de
tijd dringde want de Goede Week kwam er stilaan aan.
Het
geruzie en gekibbel bleef niet binnenskamers aan de onderhandelingstafel. Een
vakkundig uitgebracht lek deed de gemoederen hoog oplaaien en publieke
verwijten, ja ordinaire scheldpartijen vlogen heen en weer. De hele bevolking
was verdeeld in 3 kampen die elkaar hard tegen onzacht bestreden. Talloze
actiegroepen kwamen op straat en de onrust nam zienderogen toe. De sfeer werd
almaar grimmiger en gewelddadiger.
Toen
besloot een volksvergadering de kwestie naar zich toe te trekken en stelde een
bijzondere commissie samen om na te gaan hoe voortaan Pasen, paaseitjes en al
wat daarmee te maken heeft mocht beleefd worden. Vooral de kernvraag: waar
komen de paaseieren vandaan? moest nu maar eens en voorgoed beantwoord worden.
Een
vermaard theoloog werd opgeroepen om zijn mening te geven. Hij bracht het
aloude verhaal dat de paaseieren door de klokken uit Rome gehaald werden en dan
thuis verspreid onder de kinderen. Op Witte Donderdag vertrokken de klokken tijdens
de avonddienst vanuit de lokale kerken naar het vaticaan waar ze via de Heilige
Vader op miraculeuze wijze de paaseitjes toebedeeld kregen. Dan vlogen ze daarmee
naar huis en met Pasen strooiden ze dat lekkers in de tuinen van alle brave
kindjes die ze dan konden zoeken en oprapen. Toen men de theoloog vroeg hoe hij
dit kon bewijzen, verklaarde deze plechtig dat mirakels nu eenmaal niet kunnen
en hoeven bewezen te worden juist omdat ze wonderbaarlijk en dus buiten-gewoon
zijn. Het is een dogma, hoeft niet uitgelegd te worden en duldt geen
tegenspraak besloot hij plechtig en ietwat hoogmoedig, arrogant zelfs. Het was
al in de vroege ochtend en ergens in de verte kraaide een haan
De
volgende getuige die werd opgeroepen was de Paashaas. Hij had een knalrood
kostuum aan en stonk een beetje naar Hasseltse jenever. Enkele commissieleden
verdachten activisten ervan een valse getuige opgetrommeld te hebben en dat was
inderdaad zo. Uiteindelijk werd de enige echte Paashaas gevonden en deze stond
de commissie te woord. Hij gaf meteen toe dat hij flink gesponsord werd door
vele bedrijven en dat zijn veelvuldig verschijnen in de media hem geen
windeieren had opgeleverd. Het woordgrapje ontging menig commissielid. Op de
vraag waar hij al die paaseieren vandaan haalde en hoe hij die allemaal kon
verdelen onder alle kinderen wou hij niet antwoorden. Dat is een
bedrijfsgeheim stelde hij resoluut. Ik kan en mag mijn bronnen niet
prijsgeven. Namen van grote chocoladeconcerns, warenhuizen en
distributieketens werden genoemd maar de Paashaas hield de lippen stijf op
elkaar. Hij beriep zich op het recht tot stilzwijgen.
Er
kwamen nog vele getuigen aan het woord. De meeste kloegen dat ze zich gekwetst
en beledigd voelden door onverdraagzame andersgelovigen of juist andersom dat hen
een of ander geloof of opinie werden opgedrongen. Polarisatie en intolerantie
troef.
Het
probleem werd nooit opgelost. De ene regering na de andere struikelde erover.
Het gekibbel en de oeverloze discussies bleven duren.
Maar
zie, op Paaszondag stonden de kinderen op, wreven zich de slaap uit de ogen en renden
blij verwachtingsvol de tuin in. Op zoek naar Paaseieren. En die lagen er, elk
jaar weer. Geen enkel kind vroeg zich af hoe die daar nu precies gekomen waren.
Ze waren vrolijk en gelukkig. En dankbaar. Ze smulden van al dat lekkers en
genoten met volle teugen van het Paasfeest en het leven.
En
boven in de kerktoren keken klokken gelukzalig en tevreden naar beneden, naar
al dat jong enthousiasme.
En
hoog boven de wolken zag de Schepper van Al-wat-is dat het goed was. Alweer was
het wonder geschied. Hoe kunnen die grote mensen toch zo snel vergeten wat ze
als kind spontaan wisten en deden. Zo vaak heb ik mijn zelfverwezenlijkte zonen
en dochters naar de aarde gestuurd om hen te leren het kind in zichzelf te
bewaren en spontaan en positief ingesteld te blijven. Heel mijn schepping
getuigt van mijn liefde, wijsheid en vrede. Toch zien ze het niet en hebben tal
van incarnaties nodig om inzicht te krijgen in mijn droom van eeuwige Liefde en
er voor altijd deel van uit te maken
En God
kwam vanuit de sluiers van het verborgene en nestelde zich in de harten van al
die vreugdevolle kinderen en in alle mensen die zich openstelden voor het Licht
van de Verrezen Heer.
Op 7
maart 1952 verliet Paramhansa Yogananda bewust zijn lichaam (mahasamadhi); hij
kwam in 1893 weer op aarde om de ware leer van Jezus Christus en die van
Krishna in Oost en West een nieuw elan te geven o.a. door middel van lezingen,
boeken, yoga- en meditatietechnieken. Zijn Autobiografie van een Yogi en
andere boeken zijn spirituele meesterwerken en een inspiratiebron voor elkeen
die een zinvol en gelukkig leven nastreeft. Naar aanleiding van de mahasamadhi
van Paramhansa Yogananda heb ik volgend artikel geschreven waarin het begrip
goeroe dat zo vaak verkeerd begrepen is duidelijk omschreven en verklaard
wordt.
EEN
WARE GOEROE
Vele mensen vooral in het Westen hebben een totaal
verkeerd beeld van een goeroe. Men denkt dan aan een charlatan, een profiteur
die naïeve volgelingen uitbuit, manipuleert en zich laat overladen met geld,
dure luxegeschenken, kortom zich laat vereren als een soort halfgod. Helaas
zijn er daadwerkelijk zulke individuen.
Een echte goeroe is niets van dit alles, integendeel. Hij
zet zich volledig belangeloos in voor zijn toegewijde die zelf in alle vrijheid
voor hem kiest en ook volledig zijn vrije wil behoudt. Een ware goeroe wil
enkel zijn leerling begeleiden en ondersteuning geven in de belangrijkste taak
van elke mens: zichzelf volledig verwezenlijken; dit wil zeggen: lichamelijk,
mentaal en spiritueel optimaal functioneren zodat uiteindelijk volledige Zelfverwezenlijking
wordt bereikt om zo voor altijd volmaakt gelukkig te zijn. De goeroe heeft deze
opperste staat van bewustzijn bereikt en wil zijn volgelingen dit ook helpen realiseren.
Hij reikt daartoe leringen, inzichten, leefregels en methoden aan die de
toegewijde helpt dit hoog bewustzijnsniveau te halen.
Voor alle duidelijkheid: de toegewijde moet eerst zelf
oprecht verlangen naar spirituele ontwikkeling en bereid zijn daar met
enthousiasme en een zekere discipline aan te werken. Dan pas komt een goeroe op
je levenspad om je hierbij te ondersteunen. Je kan eerst ook vele gewone
leermeesters hebben en andere inspiratiebronnen. Eenmaal je vanuit het diepste
van je hart verlangt naar een blijvende bewustzijnstoestand van volmaakte vrede
en opperste gelukzaligheid zal je goeroe verschijnen. Hij zal dan altijd bij
jou blijven in meditatie, gebed, levenshouding in wat je ook doet en denkt.
Met veel liefde, in alle vriendschap en zo nodig ook met discipline.
Gehoorzaamheid aan de goeroe betekent niet zich schikken naar zijn wil maar
naar datgene wat jij zelf ( je ziel) nodig hebt om spiritueel te vorderen en
uiteindelijk eeuwig geluk te bekomen. Door open te staan voor goede raad, juist
handelen, diepe meditatie, intens bewust leven laat je de goeroe toe jou te
leiden naar goddelijke gelukzaligheid. Jouw liefde voor de goeroe geeft deze
aan God. God is uiteindelijk de echte goeroe die communiceert en handelt via de
bemiddeling van de aardse goeroe.
De verhouding tussen goeroe en toegewijde is er geen van
meerdere, machtige of overheerser tegenover mindere, onderdanige of
onderdrukte. Er is juist een bijzondere band van wederzijdse liefde,
vriendschap en respect. Deze speciale relatie is ook voor eeuwig. Wanneer een
ziel het lichaam ooit verlaat zal de goeroe deze blijven begeleiden doorheen
eventuele verdere incarnaties tot aan de volledige bevrijding, het één-zijn met
Al-wat-is.
Mijn goeroe, Paramhansa Yogananda, (net als alle grote
meesters en wijzen) leert dat in elke godsdienst of levensbeschouwing een
universele kern van waarheid zit. Wij zijn allen kinderen van éénzelfde God,
volkomen gelijkwaardig. Of we nu christen, jood, hindoe, moslim of humanist
zijn, we komen allen uit dezelfde Bron van Liefde en blijven daar voor altijd
één mee. Enkel in het bewustwordingsproces kan enige gradatie zitten maar ook
dit is irrelevant want uiteindelijk moet elke ziel zich bewust worden van
totale eenheid in eeuwig bestaande gelukzaligheid. Het is geen competitie; elke
mens zal vroeg of laat volledig Zelfverwezenlijkt en bevrijd worden/zijn. Iedereen
bepaalt zijn of haar ritme van zelfverwezenlijking door de levenswijze in deze
en vorige incarnaties. Telkens opnieuw worden kansen geboden, in elke nieuwe
incarnatie kan men leren en vorderen. Tot het uiteindelijke doel wordt bereikt.
Een levensschool met onuitputtelijke herkansingsmogelijkheden en met een
garantie op een diploma van Zelfrealisatie.
De liefde en het oneindig geduld waarmee de goeroe zijn
volgeling bejegent is onbeschrijflijk groot. Wanneer de toegewijde in de val
loopt van de constant aanwezige materialistische verleidingen van deze wereld
en even geen zin heeft in de goede raad en steun van de goeroe dan zal deze
zich in alle nederigheid stil terugtrekken. Wanneer dan de toegewijde opnieuw
hulp en raad vraagt en zich afstemt op de goeroe zal deze onmiddellijk en
accuraat reageren. Uiteraard is er nooit sprake van wrevel of straf, dat is een
louter werelds, menselijk concept dat in het geheel niet past in het goddelijke
waar enkel liefde, mildheid, vergeving en barmhartigheid aan de orde zijn. Een
vaderlijke/moederlijke berisping of een psychologische tik kan uiteraard wel
eens nuttig zijn De wet van oorzaak en gevolg (karma) blijft natuurlijk altijd
gelden. De goeroe kan de karmische gevolgen wel verzachten of zelfs geheel
tenietdoen indien de noodzakelijke levensles maar geleerd wordt.
Zo zorgt een ware goeroe al dan niet in levende lijve-
voor een voortdurend aanwezige steun en toeverlaat voor al wie zich op hem
afstemt. Wie oprecht verlangt naar een optimaal zinvol leven en blijvend geluk,
die krijgt een goeroe toegewezen die liefdevol en succesvol het pad effent naar
altijddurende gelukzaligheid.
Een
frisse februariochtend. Na mijn yogaoefeningen en meditatie wandel ik even in
de tuin. De zon komt schuchter piepen en zie Een bosje van sneeuwklokjes
troept tesamen, alsof ze zich willen warmen aan elkaar. Iets verderop komen
warempel dwergnarcisjes dapper hun kopje opsteken. Hun grotere broers en zussen
(of welke genderhoedanigheid ze ook hebben) houden zich nog wat in maar staan
eveneens duidelijk klaar om de lente welkom te heten. Meesjes, roodborstjes,
mussen doen zich tegoed aan vetbollen en ander vogelvoer. Ik ga weer naar
binnen en voel mij geïnspireerd om een haiku te schrijven.
Wie had ooit gedacht dat ik hier
in deze eindeloze sneeuwvlakte in de diepvrieskou zou ronddwalen op weg naar
een vrouw die weldra moet bevallen? Tot voor kort werkte Goedele als
vroedvrouw in een ziekenhuis in een grote Vlaamse stad maar omwille van een
ernstig persoonlijk conflict met de autoritaire directeur werd ze daar
ontslagen. Volgens hem hield ze zich niet strikt aan de instructies en
tijdsduurbepalingen van het hospitaal; ze gaf voorrang aan sociale contacten
met patiënten en familie in plaats van zich strikt aan de reglementen te
houden. De directeur was razend toen ze ook nog weigerde zich te laten inenten
met een vaccin waarvan ze wist dat dit niet efficiënt en zelfs gevaarlijk was.
Hij ontsloeg haar op staande voet en zorgde er niet enkel voor dat ze niet
langer in zijn ziekenhuis kon blijven werken maar ook dat ze nergens anders nog
terecht kon als vroedvrouw.
Een vriendin die bij het Vlaams
Kruis actief was vroeg of ze soms niet als vrijwilligster naar Grensland wou
gaan dat in oorlog was met Grootberië, een grootmacht die zomaar het buurland
was binnengevallen en er dood en ellende zaaide. Het was zeker niet zonder
gevaar maar het Internationale Kruis dat alle hulp coördineerde, garandeerde
zoveel mogelijk de veiligheid van de medewerkers. Goedele nam de uitdaging aan
en vertrok meteen. Ze kwam in een afgelegen dorp terecht en moest vaak naar de
dichtst nabijgelegen stad om medicatie en hulpmiddelen te halen. Ze had een
speciale pas om de controleposten voorbij te komen en door haar badge kon ze
zich meestal ongehinderd verplaatsen.
Maar vandaag het was de dag voor
Kerstmis - was Goedele op de terugweg van de stad naar het dorp door een hevige
sneeuwstorm overvallen. Ze trachtte zich te concentreren en zocht naar
herkenningspunten maar er was enkel een dikke laag sneeuw te zien, kilometers
in het rond. Ze was hopeloos verdwaald en haar mobiele telefoon had geen
bereik. Het ergste vond ze dat Mariska, de zwangere vrouw uithet dorp, één van de medicijnen die ze bij
had dringend nodig had. Tot overmaat van ramp hoorde ze heftige bombardementen;
de vijand bleef de bevolking bestoken en vele dorpen werden totaal verwoest.
Ze zakte steeds dieper weg in de
sneeuw en uiteindelijk viel ze uitgeput en totaal radeloos neer. Ze sloot de ogen
en dacht: Dit is het einde. Een helder wit licht doorstraalde haar en ze zag
een goudgeel veld voor zich waar ze naartoe getrokken werd. Toen werd ze zo
licht dat ze begon te zweven, steeds hoger in een hemelsblauwe lucht. Boven
haar merkte ze nu een stervormige witte poort waar ze doorheen gezogen werd. Nu
bevond ze zich in een schitterend zonnig landschap met veel bloemen en ze
voelde zich heel gelukkig en vrij van alle zorgen. Iemand kwam naar haar toe Grootmoeder!
Hoe komt gij hier? Rustig maar, kind. Geniet een tijdje van dit paradijs, de
innerlijke vrede en de tedere warme geborgenheid. Kom op krachten en ga dan
weer naar de aarde om er je taak verder te zetten. Vrees niet, je wordt
beschermd en ondersteund. Tot ziens. Goedele werd wat later in een fractie van
een seconde weer teruggebracht naar de koude sneeuw van Grensland. Ze voelde
eerst enorme teleurstelling dat ze niet langer op die zalige plaats van daarnet
kon blijven maar ze besefte dat ze op één of andere manier gered werd van de
vriesdood en dat ze moest voortleven om haar roeping in dit leven te
volbrengen. Het ijskoude gevoel was verdwenen en een warme gloed vulde haar
hart en verder haar hele lichaam. Ze had weer de energie om verder te gaan. Een
stralende ster verscheen aan de hemel en wierp een zilveren lichtstraal naar
beneden. Ze ontwaarde een groot bos en aarzelde geen moment om er in te lopen.
Een smal bospaadje leidde naar een open plek waar ze mensen bezig zag tenten op
te zetten en kampvuren aan te leggen. Ze herkende enkele dorpsbewoners en vroeg
naar Mariska. Een oude vrouw wees naar een tent iets verderop. Iemand vertelde
haar dat de vijand hun dorp volledig had vernietigd maar dat alle inwoners
tijdig konden ontsnappen aan de bombardementen omdat een stralende ster hen
aangetrokken had en allen naar dit bos geleid had.
Goedele haastte zich naar Mariska
en verzorgde haar. Om middernacht hoorden ze in de hele omtrek klokken luiden.
En kort daarop het gehuil van de pasgeboren baby van Mariska. Een bloem van een
kindje dat iedereen intens ontroerde. Er ging een ongelooflijk krachtige
uitstraling uit van dit kleine wezentje.
Plots hoorden ze luide voetstappen
naderen. Soldaten van Grootberië! Alle dorpsbewoners gingen beschermend rond de
jonge moeder en het kindje staan. Maar de militairen werden ten diepste geraakt
door dit bijzonder lieflijk tafereel en legden meteen hun wapens neer. Eén van
hen vertelde met tranen in de ogen dat hij zijn vrouw en hun pasgeboren baby
had moeten achterlaten om naar het front te gaan. De soldaten gaven wat
voedselpakketten en enkele geschenken vanuit hun voorraad aan Mariska en de dorpsbewoners.
Zij waren tenslotte ook nu veel liever thuis geweest dan hier te vechten voor
ja waarvoor eigenlijk! Hoe zinloos al dit leed en absurd geweld.
Ondertussen bleven de klokken
luiden in het hele land. Onder druk van de internationale gemeenschap was een
Kerstbestand afgesproken en omdat de gelovigen van Grensland Kerstmis vierden
op 25 december en die van Grootberïe dat op 6 januari deden werd die hele
periode niet gevochten! Ondertussen werd er druk diplomatiek overleg gepleegd
om de oorlog na het bestand definitief te beëindigen. De wapens moesten zwijgen
en beide partijen moesten aan de onderhandelingstafel gaan zitten om een
akkoord te bereiken.
De soldaten en de dorpsbewoners
verbroederden en bezwoeren dat ze voortaan niet meer vijanden waren maar
vrienden zouden blijven, ook na het bestand, wat er ook gebeure. De stralende
ster die ze gezien hadden bleef aldoor schijnen. Goedele bedacht dat alle
mensen waarlijk gelijkwaardig waren; allen broeders en zusters met éénzelfde
verlangen: gelukkig en in vrede te mogen leven, zonder geweld, haat of pijn. Dit
hier was een uiting van de essentie van Kerstmis: het Licht en de Liefde van
het Christusbewustzijn dat in alle harten troont en elke mens heel maakt.
Er werden vele kerstliederen
gezongen die ze allemaal kenden want zoveel verschil was er niet tussen cultuur
en taal van beide volkeren. Plots begon een jonge soldaat een lied te zingen
in het Nederlands! Goedele herkende dat lied meteen Susa Nina - want dat zong
haar grootmoeder ook altijd met Kerstmis. De jongeman had blijkbaar nog in Vlaanderen
gestudeerd en daar bij het studentenkoor dit lied geleerd. Met tranen van
ontroering zong Goedele mee en de anderen neurieden tijdens het refrein Stille
Nacht want dat kwam precies zo uit. Zo had de componist Armand Preudhomme het
ook bedoeld. In die koude Kerstnacht klonk het hemels gezang wonderschoon en de
trillingen spreidden zich ver uit, over bergen, heuvels, dalen, meren en zeeën.
En een diepe vrede daalde over alle mensen die het hoorden neder.
Na een hels leven van honger en ellende, opgejaagd,
verstoten en voortdurend belaagd kwam Poessie na een verschrikkelijke dood
opnieuw bij de Maker van Al-wat-is terecht.
Wat heeft u mij toch aangedaan! Zo een miserabel
leven dat u mij gegeven heeft! klaagde ze miauwend.
Maar daar had jij toch zelf voor gekozen, niet?
weerlegde de Maker zacht en lief, zoals altijd.
Nu ja, ik wilde een leven in volle vrijheid,
ongebonden zodat ik kon doen wat ik maar wilde. Maar er kwamen onophoudelijk
narigheden en moeilijkheden op mijn levensweg.
Zozo. Wat wil je dan in een volgend leven? Je weet
dat je zelf mag kiezen waar en in welke omstandigheden je wil herboren worden.
Ik wil nu bij mensen in een gezin terechtkomen.
Daar zal ik zeker veilig en comfortabel kunnen leven, zonder zorgen of angst.
En zo geschiedde. Poessie kwam als huisdier bij de
familie Pestjens terecht. Als verjaardagsgeschenk voor het jongste zoontje.
Maar deze beschouwde de kat als een stuk speelgoed waarmee hij kon doen wat hij
wou. Hij trok hard aan haar staart, schopte en sloeg en gooide met van alles en
nog wat naar het arme dier. Op een keer had de zoon haar zo erg toegetakeld dat
ze het leven liet en zo opnieuw bij haar Schepper belandde.
Kon je mij niet in een goede familie laten leven?
vroeg ze verwijtend. Had dat dan gezegd, jij mag altijd kiezen maar je moet
wel zorgvuldig en precies zeggen wat je wil antwoordde de Maker bedaard.
Bovendien speelt het karma van je vroegere levens mee; je moet immers leren
uit jouw levenservaringen om zo uiteindelijk volmaakt gelukkig te kunnen worden.
En zo werd Poessie geboren in een nest bij de
familie Liefvrint. Ze speelde er met de kinderen, werd prima verzorgd en kreeg
er lekker eten. Het leek wel een paradijs. Maar op een dag brachten ze haar bij
de dierenarts die haar voorgoed beroofde van de mogelijkheid zelf een gezin te
stichten, tot haar groot verdriet. Tot overmaat van ramp kwam er een grote hond
als tweede huisdier bij en die maakte haar het leven zo zuur dat het
paradijselijk bestaan tot een hel werd. Poessie was zeker geen katje om zonder
handschoenen aan te pakken maar tegen zo een groot vervaarlijk monster kon ze
echt niet op. Die enorme loebas zat haar op een keer zo bedreigend grommend
achterna dat ze pardoes de straat op liep en onder een vrachtwagen terechtkwam
Een volgende keer wil ik weer in vrijheid leven,
maar wel in een beschermde omgeving opperde Poessie en de Maker vervulde zoals
altijd die wens.
In haar vierde leven woonde Poessie aldus in een
groot woud, ver van alle mensen vandaan. Geen honden in de buurt en voldoende
voedsel en zuiver water uit de beek. Eindelijk leek ze een mooi en gelukkig
bestaan te kunnen leiden. Maar helaas, door uitzonderlijke droogte ontstond er een
reusachtige bosbrand en Poessie werd een prooi van de ongenadige vlammen
Over haar vijfde leven kan ik kort zijn. Ze koos
een dorp op grote afstand van enig woud of bos als verblijfplaats. Na een grote
wolkbreuk overstroomde de nabije rivier en het ganse dorp verdween met man en
muis (en kat) in de zondvloed
Geef mij maar een nieuw leven, deze keer als
woestijnkat sprak Poessie zelfverzekerd. Geen mensen, geen honden, geen bos,
geen rivier wat kan er dan nog misgaan? De Maker stemde stilzwijgend toe. Hij
wist dat ze uiteindelijk van dorst zou omkomen maar zij had nu eenmaal de vrije
keuze en kon enkel leren uit haar levenservaringen
Deze keer wil ik precies omschrijven hoe ik mijn
zevende leven wil doorbrengen sprak Poessie beslist. Ik wil geboren worden op
een plaats en in omstandigheden waar de ellende uit mijn vorige levens niet
kunnen geschieden. De Maker knikte prijzend en stond de gunst welwillend toe.
Ons katje begint wijzer te worden dacht hij.
In een land met een gematigd klimaat, met lieve en
diervriendelijke mensen zwierf Poessie gelukkig en tevreden rond. Ze had nooit
honger of dorst en niemand viel haar lastig. En toch, er leek iets te ontbreken
in dit anders zo zalig leventje. Ze ontmoette nooit een geschikte levenspartner
en haar kittenwens werd dus niet vervuld. Ze stierf van eenzaamheid en verdriet
om het gemis van een kroostrijk kattengezin.
Ze vroeg de Maker een gelijkaardig leven als het
vorige maar dan mèt een kater aan haar zij. En voor de achtste maal incarneerde
Poessie met de zegen van de Maker van Al-wat-is.
Aanvankelijk was alles rozengeur en maneschijn. Tomkat
was de ideale gezel voor Poessie en schonk haar veel liefde en talrijke nesten
schattige kittens. Maar op een dag merkte ze dat hij nog een heleboel andere katjes
had die hij maar al te graag in het donker kneep Na een hoogoplopende ruzie
verliet Tomkat haar en bleef ze verweesd en eenzaam achter. Ze stierf van
liefdesverdriet.
En, welk leven wil je nu? vroeg de Maker.
O neen! Nu is het genoeg geweest. Het draait toch verkeerd
uit, wat ik ook kies. Wat doe ik toch altijd verkeerd? Waarom wordt ik telkens
weer gestraft met een ellendige incarnatie? Ik wil voortaan een leven waarbij
ik telkens weer jouw raad en steun kan krijgen, zonder daarvoor eerst iets
onaangenaams te moeten tegenkomen of in miserie te moeten sterven.
Goed, dat kan. Een heel wijs besluit, lieve
Poessie. Overigens treft jou geen enkele schuld, jouw zogezegde fouten of
zonden zijn enkel te wijten aan vroeger karma of aan onwetendheid. Zoals ik al
eerder zei word je niet gestraft maar juist geholpen om door leerrijke
ervaringen in het vervolg het juiste te doen en volmaakt gelukkig te zijn. Je
weet toch dat ik zielsveel van je houd zoals van al mijn schepselen, zonder
onderscheid. Ik zou jullie nooit kunnen straffen of op enigerlei wijze pijn
doen of laten lijden Voortaan mag je mij altijd aanroepen wanneer je dat nodig
vindt of wenst. Het volstaat stil te worden, je ogen te sluiten en in gedachten
naar boven te kijken. Je zal mij dan kunnen zien en vragen wat je maar wil.
En zo gebeurde het dat in haar negende leven
Poessie van begin tot einde gelukkig was. Voor elk probleem dat zich aandiende
zocht ze raad en hulp bij de Maker van Al-wat-is. Al haar wensen werden vervuld
en als er toch iets tegenviel, dan leerde ze daar uit en ging welgemoed verder.
Hoe het verder met haar ging? Na haar negen levens
als kat, incarneerde ze nog vele malen als een ander dier en uiteindelijk ook
als mens. En zoals elke mens reisde haar ziel na vele leerrijke incarnaties in
alle sferen tenslotte voorgoed naar haar Schepper, de Maker van Al-wat-is in
zijn immer uitdijende oceaan van gelukzalig liefde-bewustzijn.
Tussen
berg en dal zwevend spiedde de reuzearend de omgeving af. Daar beneden zag hij
plots een piepklein geel donzig bolletje in het gras rollen. Bij nader inzien
was het helemaal geen bolletje en het rolde ook niet. Het was een jong
kuikentje dat vliegensvlug door het groen rende, op zoek naar moeder hen. Helaas,
de onfortuinlijke kip was zojuist doodgereden door een dwaze motorrijder die
ondanks het duidelijk aangegeven verbodsbord toch het natuurgebied was binnengereden
en met oorverdovend lawaai snoeihard de bospaadjes doorscheurde. Spijtig,
dacht de roofvogel, die kip is helemaal platgereden, daar is geen eten meer
aan. Dat kuikentje daarentegen kon hij wel meenemen voor zijn eigen jong dat
thuis hongerig zat te wachten op vaders terugkeer van de rooftocht.
Pijlsnel
naar beneden duiken en het kuikentje met de klauwen oppikken zou niet lukken
want dat kleine ding was heel wendbaar. De grote roofvogel besloot sierlijk
vlak voor het kuikentje te landen en dat diertje zodanig te imponeren met zijn
reusachtige verschijning dat het - verlamd van angst - makkelijk te pakken zou
zijn.
Het
kleine kuikentje stopte inderdaad abrupt zijn hardlopen toen die enorme vogel
ineens voor hem neerdaalde en zich in al zijn glorie oprichtte. Met donderende
stem beval de roofvogel het kuikentje halt te houden en mee te komen naar het
arendsnest ginds boven in de bergen. Mijn zoontje zal heel graag met jou
spelen lachte hij vals.
Kan
nu niet, moet mijn moeder zoeken piepte het kuikentje en wou weer verderlopen.
De roofvogel was ontstemd en werd ongeduldig. Hoor eens, kleintje, ik heb
ginds van boven in de lucht gezien hoe jouw moeder er vandoor ging met een
jonge haan. Ze heeft jou verlaten en je ziet haar nooit meer terug. Een
leugentje om bestwil dacht hij binnenin tenslotte zou de waarheid veel te
hard zijn voor dit jonge ding en nu kon hij er meteen profijt uit slaan. Ik
bied je mijn nest als nieuwe thuis aan; ik zal goed voor je zorgen en zoals
gezegd krijg je er met mijn zoon een speelkameraadje bij.
Niets
van! Je liegt! Dat zie ik zo. Ik weet dat het niet klopt wat je daar allemaal
vertelt. Mijn moeder zou zoiets nooit doen. Ik ken jouw soort wel vanuit mijn
vorige levens. Toen ik geboren werd als vlieg heb jij mij als spin in je web
ingesponnen, verdoofd en opgegeten. En toen jij een reiger was heb je mij als
jonge kikker opgepeuzeld. Ik weet intuïtief dat jij mij nu ook zal willen
verorberen of aan je zoon voeren. Neen hoor, deze keer zal het je niet lukken,
ik ga beslist niet mee!
O
jeetje, een spiritueel kuikentje, ook dat nog. zuchtte de roofvogel. Luister
eens hier, klein mormel, ik geloof niet in jouw gezwets. Ik weet dat ik veel
groter, sneller en sterker ben dan jij en dat ik je sowieso zal meenemen.
Dat
kan, maar dat zal je heel duur te staan komen. sprak het kuikentje kalm maar
vastberaden. De wet van oorzaak en gevolg is onverbiddelijk en heel precies.
Wat je een ander aandoet zal in gelijke mate ook jouzelf overkomen. Als je mij
op enerlei wijze krenkt, zal jou of je zoon wel eens iets gelijkaardigs kunnen
geschieden.
Zozo,
profeet, filosoof, politicus en dat allemaal in dat kleine, jonge lijfje. En
nog dreigen ook! De roofvogel was razend en kwam gevaarlijk naderbij.
Neen,
dit is geen dreiging maar een waarschuwing. Ik weet wat er gaat gebeuren en wil
juist verhinderen dat je in je ongeluk loopt.
De
roofvogel stond even perplex. Iets in hem zei hem dat dit geen gewoon kuikentje
was. Het intrigeerde hem en in plaats van brutaal toe te slaan vroeg hij dit
wonderbaarlijk wezentje om meer uitleg. Waar kwam al die wijsheid en
zelfzekerheid vandaan?
Het
is moeilijk met woorden uit te leggen maar ik zal je leren hoe je zelf kunt
ervaren wat je wil weten. Sluit je ogen en luister stil naar je adem. De
roofvogel keek eerst eens snel om zich heen of niemand dit vreemd tafereel kon
gadeslaan en deed toen wat gevraagd werd.
Stel
je voor dat je ineens kleiner wordt. En beeld je dan in dat ik juist steeds
groter wordt De roofvogel schrok van wat hij zag: het kuikentje was nu
tientallen keren groter dan hij en kon hem zo opslokken Vlug de ogen openend
zag hij tot zijn ontsteltenis dat het kleine kuikentje daadwerkelijk reusachtig
groot voor hem stond! Angstig smeekte hij om vergiffenis.
Meteen
nam het kuikentje weer een normale afmeting aan. Glimlachend sprak het: Het is
allemaal illusie, in werkelijkheid bestaan we allemaal uit dezelfde grondstof:
licht. Alles is één, verbonden met al wat is. Elkaar bestrijden en vernietigen
is dus absurd. Leef voortaan in Liefde en je bent voor altijd gelukkig.
De
grote roofvogel was nog altijd sterk onder de indruk. Het is me allemaal wat
te veel, te overweldigend. Ik voel me helemaal anders dan normaal.
Neen
hoor, je bent nu juist helemaal je ware zelf. reageerde het kuikentje. Sluit
nogmaals je ogen, neem langzaam, diep en rustig adem en blijf dan onbeweeglijk
stil.
Het
roofdier volgde de aanwijzingen precies op en na een poosje zag hij een groot,
helder licht. Zelf scheen hij ook enkel licht te zijn en zweefde boven alles
heen; niet zoals bij zijn dagelijkse vluchten in de bergen maar werkelijk
boven, onder, langs en door alles heen. Ontelbare planeten zoefde hij voorbij
en hij zag talloze landschappen en wezens. Onbeschrijflijk mooie zonnestelsels
badend in kleurrijk licht. Hij voelde zich immens gelukkig, een vreugde die hem
euforisch maakte.
Plots
dacht hij aan de wreedheden die hij allemaal had uitgehaald in zijn leven en
meteen verdween het extatisch visioen.
De
grote roofvogel keek het kuikentje verontschuldigend aan en beloofde zijn leven
te beteren. Hij zou nooit nog een dier doden en verslinden. Hij zou vegetariër
worden en ook zijn kroost enkel nog groenten, fruit, noten, zaden en pitten te
eten geven
Zacht
sprak het kleine kuikentje. Troost je, het komt allemaal goed. Het Licht zal
je helpen en beschermen. Vrede en alle goeds!
En
weg was het kuikentje, schijnbaar verdwenen in het niets. De grote roofvogel
bleef even beduusd en verwezen achter. Dan steeg hij sierlijk op, op zoek naar
een lekkere vrucht voor zijn zoontje
In een klein dorpje in Vlaanderen werd
een nieuw klokje geboren. De klok Nele uit de Ijzertoren dat grote
vredesmonument waarop in 4 talen Nooit meer oorlog staat was de doopmeter.
Zij drukte bij de doopviering de wens uit dat dit klokje overal vrede zou
brengen. De nieuwgeborene kreeg de naam Godfried en kreeg een plaatsje in de
kerktoren vanwaar men een prachtig zicht had op de licht glooiende heuvels en
de weiden als wiegende zeeën.
Tegen Pasen zou het vredesklokje voor
het eerst de grote tocht naar Rome meemaken. Toen ze over Ieper vlogen, dook Godfried
speels onder de Menenpoort door, tot ontsteltenis van de oudere grote klokken
die dit veel te riskant vonden. Een beetje oneerbiedig ook tegenover de vele gesneuvelden
die hier herdacht werden, vonden zij. Maar het klokje wilde met deze actie
juist de aandacht trekken op de vele jongens die hier gestorven waren. En op de
verschrikkelijke gevolgen van alle zinloze oorlogen. Nele verdedigde haar petekindje
tegenover de andere klokken door hem volkomen gelijk te geven.De intentie van dit manoeuvre was goed en de
uitvoering vlekkeloos.
Na een verder incidentloze reis
kwamen de klokken in Vaticaanstad aan. Nadat ze gevuld werden met paaseitjes
vertrokken ze opnieuw huiswaarts. Maar een grote storm waaide hen volledig
uiteen. Godfried kwam heel ver voorbij Italië terecht en was volkomen verdwaald.
Uiteindelijk bevond hij zich in een totaal onbekend land. Het klokje moest wel
zeer goed oppassen want voortdurend vlogen er bommen en kogels langszij.
Beneden zich zag Godfried een enorme chaos van mensen die op de vlucht waren
voor het geweld. Soldaten, tanks, bommenwerpers wat een verschrikkelijke
taferelen. Vrouwen en kinderen leefden in bunkers. Er was grote hongersnood,
angst, ziekte en overal lag de dood op de loer
Wat kon het kleine vredesklokje hier
nu tegen beginnen? Het zocht een zeldzaam rustig plekje op. Meter Nele had hem
geleerd dat elke klok zich kon richten tot een grote krachtbron. Daartoe moest
in alle stilte de aandacht gericht worden op het punt waar de klepel net de
bovenkant van de klok raakte.Dan kwam
in een schitterend licht een groot energieveld vrij waaruit kracht kon geput
worden. Een warme tedere stroom van liefde doorstroomde dan de hele klok en
deze kon dan supersterke prestaties leveren. Die liefdesenergie kon dan ook
doorgegeven worden aan al wie zich daarvoor openstelde.
Godfried paste deze bijzondere
meditatietechniek toe en voelde zich inderdaad reuzesterk worden. Een intens
gevoel van liefde zinderde door het hele klokje heen en straalde uit naar de
wijde omgeving. De trillingen van het klokgegalm verspreidde zich tot in de
verre omgeving en veroorzaakten een weldoende en vredebrengende sensatie bij al
wat leeft.
Het vredesklokje strooide al zijn
eitjes over de kinderen uit en deze werden daardoor ook sterk en gezond. De
volwassenen zagen dit en aten ook de energierijke paaseitjes. Godfried kreeg een
idee en vloog luid beierend over het slagveld zelf. Bij het horen van de
vredeliefelijke klanken stopten de soldaten met vechten en vielen hun eerdere
vijanden als broeders in de armen. Tot verbazing en woede van de generaals kwam
zo de oorlog bijna tot een abrupt einde.
De aanstokers en belanghebbenden van
de oorlog wilden het land nu totaal vernietigen door bombardementen met
kernwapens. Maar zie, een grote hoeveelheid klokken van over de hele wereld
kwamen plotseling aangevlogen, ze hadden de trillingen van Godfried gevoeld en
kwamen ter hulp. Ze vulden nu het hele luchtruim zodat geen enkel
gevechtsvliegtuig nog in actie kon komen.De energetische trillingen verspreiden volop vredelievende gedachten en
gevoelens bij alle mensen die dit hoorden, in alle landen. Zo kwam wereldwijd een
lange periode van duurzame vrede.
Het vredesklokje Godfried vloog dan eindelijk
terug naar Vlaanderen na een ommetje via Rome voor een nieuwe lading
paaseitjes voor de kindjes van zijn dorp natuurlijk
Elke mens die spiritueel actief is,
kan zich in stille meditatie ook richten naar het derde oog, het punt tussen de
wenkbrauwen. Kijk ernaar met gesloten ogen. Volg gewoon je rustige, diepe
ademhaling. Ervaar een innerlijke vrede en rust. Put liefde en kracht uit de
bron van al wat leeft. Verwezenlijk door dagelijkse meditatie jezelf zo
helemaal: lichamelijk, mentaal en spiritueel. Verspreid je innerlijke vrede en
wees zo een vredesklok in de wereld om je heen.
Neen,
dit gaat niet over berichtjes op Twitter, maar wel over een bijzonder fenomeen:
de datum van vandaag bestaat uit allemaal tweetjes, 2tjes dus. 22/2/22. Of
anders genoteerd: 22/02/2022, een palindroom. Een volgend tweetjesfestival
komt er pas op 22/2/2222.
Je had
allicht wel gemerkt dat we in een duale context leven. Alles in de schepping komt
tweemaal voor. Mannelijk en vrouwelijk, donker en licht, goed en kwaad, dag en
nacht, groot en klein, warm en koud, yin en yang enzovoort. Alles komt ook
vroeg of laat in evenwicht; dat is tenminste het ideaal: een harmonisch
evenwicht tussen twee tegengestelde elementen die samen één worden. Denk
bijvoorbeeld aan het klimaat. In grote en kleine cyclussen houden hitte en
koude, droge en vochtige perioden elkaar in evenwicht. De natuur doet dit normaal
gezien op een vrij rustige, ordelijke en gematigde wijze maar soms wordt het
extreem, vooral als gevolg van extreem menselijk gedrag. Dan tracht de natuur
het verstoorde evenwicht zo snel mogelijk te herstellen en zien we alom hevige
overstromingen, aardbevingen, stormen, vulkaanuitbarstingen Al speelt hier ook
de reactie op negatieve trillingen mee, veroorzaakt door oorlog, geweld en
ander kwaadaardig gedrag van de mensheid. De universele wet van oorzaak en
gevolg karma- werkt heel precies met als enig doel: orde op zaken brengen
zodat alles peis en vree wordt en iedereen uiteindelijk gelukkig. Geloof het of
niet, het is zuivere weten-schap!
De
mens zelf is ook vaak een vat vol tegenstrijdigheden en tegengestelde aspecten.
Die in evenwicht houden of brengen is een moeilijke maar noodzakelijke
levensopgave. Elke man zou zijn mannelijke hoedanigheden in evenwicht moeten
brengen met zijn vrouwelijke kant. Het strikt rationele moet gecompenseerd
worden met het meer gevoelige. Zoals elke vrouw haar meer sensitieve aard moet
aanvullen met de mannelijke rede. Elke persoon is uiteraard verschillend maar
alleszins heeft iedereen respectievelijk meer mannelijke of vrouwelijke
eigenschappen die dan best met elkaar in harmonie gebracht worden. Het maakt spiritueel
gezien absoluut niets uit welk geslacht of geaardheid je hebt. Ben je eerder
geneigd de dingen louter verstandelijk aan te pakken, dan is het niet slecht om
ook eens te luisteren naar je hart. Het omgekeerde is evenzeer waar.
Alle
mensen zijn gelijkwaardig en komen uit éénzelfde bron van bewustzijn.
Incarnatie na incarnatie leert de ziel om het duale te overstijgen, volkomen te
onthechten aan het materiële en zo te verrijzen in de éne, het ware Zelf.
Zichzelf volledig verwezenlijken en opgaan in de allesomvattende Geest is het
enige levensdoel van de mens. Het is in feite een proces van bewustwording van
datgene wat al is. Het paradijs van eeuwige gelukzaligheid is reeds in ons. In
diepe meditatie kan elkeen deze onbeschrijflijke vreugde ervaren. Dan zijn er
geen tweetjes meer; enkel het absolute alomtegenwoordige en allesomvattende
Ene.
Geen
mens die een geschenk krijgt, zal verrukt en enthousiast enkel met de
verpakking hoe mooi ook het papier en de strik bezig blijven en het
geschenk zelf niet eens bekijken, laat staan het gebruiken. En toch, het
merendeel van de mensen doet precies dat: het aardse leven met al het materiële
en lichamelijke verafgoden tot in het absurde. Om dan telkens weer ontgoocheld
te worden door het vergankelijke, de pijnlijke gevolgen of zelfs het op den
duur vervelende. Terwijl het ware leven, het spirituele, alles-vervullend en
gelukzaligmakend is en dat voor altijd. Dat godsgeschenk wordt vaak niet
gewaardeerd, zelfs niet gekend. Deze onwetendheid is dramatisch voor mensen die
lijden. Een beetje openstaan voor de liefdevolle energie van de Bron van
Al-wat-is zou al een wereld van verschil maken. Wie regelmatig mediteert en
leeft in dienstbare harmonie met de medemens, kan hier op aarde al gelukkig
zijn.
Het
mooie is dat we telkens weer een nieuwe verpakking krijgen met hetzelfde geschenk.
Aan ons de keuze om ofwel enkel aandacht te hebben voor de verpakking of dan
toch het unieke, volmaakte geschenk aan te nemen: eeuwige gelukzaligheid.
Eenmaal dat geschenk in bezit, doet de verpakking er niet meer toe.
De
tijdelijke zintuiglijke genoegdoeningen bezorgen ons hoogstens heel even
plezier maar uiteindelijk leiden ze allemaal tot teleurstelling, verdriet en
pijn. Verlangen en verleiding zijn suikerzoet maar eens het begeerde in bezit
komt algauw ellende of gemis. Onverzadigbaar zijn de wereldse verlangens; men
lijkt er nooit genoeg van te krijgen maar spoedig komen de symptomen van
overdaad. De avond van schransen, zwelgen en wellust mag zo heerlijk lijken, de
ochtend van indigestie, kater en bittere spijt volgt onverbiddelijk. Men
ervaart dit als een straf maar het is enkel een les, een uitdaging om het
voortaan beter te doen.
In
meditatie en in dienstbaarheid wordt alle verpakking en ballast afgeworpen en
komt men in een dimensie van louter vreugde en geluk. Deze unieke ervaring van
wel-zijn is voor iedereen bereikbaar. Je hoeft het geschenk van het ware
leven alleen maar te ontdoen van de verhullende en misleidende verpakking om
het echte geluk te vinden. Je kan het pakmateriaal ook recycleren in een nieuw
leven maar uiteindelijk kies je best metten voor het geschenk zelf. De keuze is
vrij maar je zal altijd verantwoordelijk zijn voor de gevolgen van wat je
kiest. Bedenk dat je de slavernij van de verpakking altijd achter je kunt (en
alleszins ooit moèt) laten om voor altijd vrij en gelukkig te zijn. Laat je
niet strikken door begoocheling, kies voor de ware liefde van het echte leven
door volledige Zelfverwezenlijking.
Yogannes
(gebaseerd op de leringen van Paramhansa Yogananda)