Met
dank aan Antoine de Saint-Exupéry en zijn voortreffelijk en inspirerend boek De
Kleine Prins.
DE PRINSES VAN ASTRALA
De
kleine prins zuchtte verveeld. Sinds zijn avonturen op aarde in een boek
verschenen waren, had hij niets meer bijzonders beleefd. Hij leefde hier
helemaal alleen op zijn planeetje en had geen zin meer om buren te bezoeken
want dat liep altijd verkeerd af. De schrijver van het boek had hij uiteindelijk
meegenomen naar deze uithoek van het heelal omdat deze dat zelf zo wou. Op
aarde had hij schoon genoeg van al die doffe ellende en die onwetende mensen
die hem toch niet geloofden, laat staan dat ze zouden begrijpen wat hij zei of schreef.
De kleine prins had hem echter al lang niet meer gezien want de man was
voortdurend bezig met telepathische boodschappen naar de aarde te sturen in de
hoop alsnog enkele medemensen te kunnen bereiken met waarheidsgetrouwe en
nuttige informatie. Slechts zelden kon die wijsheid de aardbewoners bereiken
want grote geheime satellieten bewaakten constant de ruimte en controleerden
alle info die binnenkwam. Een automatisch censuurprogramma wiste alle
informatie die inging tegen de belangen van de geheime Grote Machten. Toch bleef
de goede schrijver het proberen want hij miste ondanks alles de aarde en wou
absoluut zijn medemensen helpen.
De
kleine prins zuchtte nog een keer diep. Hij kon zijn vriend de schrijver niet
helpen want hij had al zorgen genoeg op zijn eigen planeet. Het schaap dat zijn
vriend voor hem getekend had, kon vanwege een geheimzinnig virus niet zoveel
apenbroodboomplantjes meer opeten en dus moest hij zelf aan de slag om de
wildgroei in te perken. Het werk was eentonig en redelijk vermoeiend.
Net toen
hij even een pauze nam en zuchtend zijn eenzaam leventje overschouwde, klonk
een kristalhelder stemmetje achter hem.
Dag
kleine prins, mag ik er even komen bijzitten?
Stomverbaasd
draaide de prins zich om en zag een klein lief meisje met goudgeel haar en een
zilveren kroontje op. Haar manteltje was hemelsblauw met allemaal sterretjes.
Ze lachte hem zo lief toe dat hij even duizelde.
Wie
ben jij in s hemelsnaam? stamelde hij.
Mijn
naam is Angelica, ik ben een prinses uit Astrala. antwoordde ze zacht. Ik kom
je opbeuren voegde ze er teder aan toe.
Astrala?
Die planeet ken ik niet sprak de kleine prins achterdochtig. Hij had al zovele
nare ontmoetingen gehad dat hij vreemde wezens niet meteen vertrouwde.
Natuurlijk
niet antwoordde het prinsesje onverstoord Ik kom niet van een planeet maar uit
een andere dimensie: Astrala. Daar zijn ook wel planeten maar heel anders en
groter dan hier in dit heelal. Wij kunnen er ook heel snel van de ene naar de andere
planeet reizen, sneller dan het licht, gewoon op wilskracht.
En
waarom kom je dan helemaal hierheen gereisd, vroeg de prins nieuwsgierig.
Dat
is enkel in reactie op jouw liefde fluisterde ze zachtjes.
Mijn
liefde? Ik was juist aan het zuchten en aan zelfbeklag aan het doen bekende de
prins kleintjes.
Maar
je helpt toch je schaapje en dacht bezorgd aan je vriend en bovendien straal je
elke dag weer van liefde voor je roos.
Deze bemoedigende
en troostende woorden troffen de kleine prins diep. Ze kende hem blijkbaar heel
goed.
Hij
voelde meteen een warme sympathie voor dit beeldschone en lieve prinsesje.
Zou
je .. misschien
als je dat wilt
hier bij willen blijven wonen? hakkelde hij verlegen.
Nu
schaterde Angelica het uit. Nee, dat kan helemaal niet, ik kom je enkel wat opvrolijken
en om jouw vragen omtrent het leven te beantwoorden zodat je wijsheid verwerft
en gelukkiger kunt worden.
De
kleine prins keek even verslagen en teleurgesteld. Het leek alsof hij de unieke
kans van zijn leven om een levensgezellin te hebben al meteen had vergooid. Hoe
gelukkig zouden ze niet kunnen geworden zijn hier met zijn tweetjes op zijn
planeet. Met die prachtige roos, en het schaap en
allicht wat kleine prinsjes
en prinsesjes. Maar meteen stopte zijn droom want de planeet was immers veel te
klein voor een gezin, zelfs met hun beidjes zou het al te krap zijn. En toch,
zo een lieve prinses aan zijn zij
Opnieuw
lachte Angelica luid, maar wel vrolijk. Ik kan al je gedachten lezen. Heel
lief van je trouwens en ik begrijp je wel, hoor. Maar ik beloof je dat na ons
gesprek je een heel ander wezen zult zijn, of beter gezegd: meer je ware zelf
zult zijn. Dan zal je weten dat je enkel gelukkig kunt zijn wanneer dat geluk
duurzaam is, onbegrensd door wat dan ook. Hier op je planeet is net als op alle
andere planeten alles vergankelijk, jouw lichaam inbegrepen. Maar je ware zelf helemaal
binnen in jou is eeuwigdurend, onvergankelijk. Je kan voor altijd zielsgelukkig
zijn. Sterker nog, je bent dat al maar je bent je daar nog niet van bewust.
Daarvoor ben ik hier; ik zal je de wijsheid doorgeven die je nodig hebt om
bewust te worden van je oneindige gelukzaligheid.
De
kleine prins was overweldigd. Hij voelde aan dat dit een heel bijzondere
ontmoeting was.
Is
die gelukzalige toestand bij jou in Astrala te vinden? Neem je mij dan mee naar
daar? vroeg hij hoopvol.
Prinses
Angelica glimlachte hem vol tederheid toe en zei zachtjes: Luister naar mijn
woorden van wijsheid en dan zul je het allemaal begrijpen, lieve prins.
We
komen allemaal uit éénzelfde Bron, die er altijd al was en altijd zal zijn. In
die Bron zijn alle mogelijke scheppingen en gedachten potentieel aanwezig.
Vanuit die Bron komt ook alle energie; een onuitputtelijke Liefdeskracht die werkelijk
alles kan verwezenlijken. Uiteindelijk is al wat is ontstaan, dus ook Astrala
en het Heelal waar jij nu leeft afkomstig van die ene Bron. Deze houdt ook
alles in stand; zoniet zouden alle planeten en sterren voortdurend botsen. De
Bron is alwetend en bezit een wijsheid waar ons verstand absoluut niet bij kan.
Toch kunnen wij de Bron ervaren.
Hoe
dan? onderbrak de prins die één en al oor was. Hij voelde aan dat hij ingewijd
ging worden in de grote geheimen van het leven zelf.
Ik
zal het je leren sprak Angelica.
Ga rechtop
zitten, sluit je ogen en haal heel diep en langzaam adem. Concentreer je
volledig op je in- en uitademing en kijk met gesloten ogen! naar boven.
Blijf zo in stilte zitten en neem rustig waar wat je ervaart.
Na een
poosje zo samen gemediteerd te hebben vroeg Angelica de kleine prins hoe hij
zich nu voelde.
In
het begin schoten allerhande gedachten door mijn brein en had ik moeite om
geconcentreerd te blijven. Maar ik focuste telkens weer op mijn ademhaling en
werd zo stilaan rustiger. Een onbeschrijflijk goed gevoel kwam toen over mijn heen.
Ik zag even een helder licht, sterk stralend maar toch niet hinderlijk.
Integendeel, het licht gaf mij een warm en vredig gevoel. Ik hoorde ook een
zacht zoemend geluid.
Dit
is inderdaad een mogelijk effect. Wat je ook ziet, hoort, ervaart in
meditatieve stilte is een glimp van de kracht die uitstraalt vanuit de Bron.
Na lang en diep mediteren zul je inzicht krijgen in alle aspecten van het
leven. Alle vragen zullen beantwoord worden. Je zal troost en kracht vinden
maar ook rust en vrede.
Kan
ik zo ook naar jouw Astrala reizen? vroeg de kleine prins hoopvol.
Angelica
glimlachte. Je bent daar immers al, in je astraal lichaam dat je zonet ervaren
hebt. Ook in jouw dromen vertoef je in Astrala. En in vorige levens was je er
ook al.
De
kleine prins begreep het niet. Een vorig leven? Nu al in een astraal lichaam in
Astrala?
Jouw
ziel heeft drie lichamen: een vast materieel lichaam zoals je daar nu zit, een
fijnstoffelijk astraal lichaam en een nog fijnstoffelijker gedachtenlichaam.
Naarmate de diepte van je bewustzijn kun je dit waarnemen. In de allerhoogste
graad van bewustzijn kan jouw ziel zelfs het drievoudig lichaamsbewustzijn
afwerpen en opgaan in de Bron van altijddurende Gelukzaligheid. Dit kan vele wedergeboorten
en evenvele levenslessen vergen. Door totale Zelfverwezenlijking zul je uiteindelijk
voor altijd immermeer gelukkig zijn.
Onvoorstelbaar.
Wat een groots en ingenieus concept! riep de kleine prins enthousiast uit. Maar
waarom kan ik niet meteen in die eeuwige gelukzalige toestand komen?
Dat
kan zeker. Dat ben je immers al.
Maar
nee. Ik zit hier op mijn planeetje met mijn roos en schaap en met die dekselse
apenbroodboomplantjes. riep de prins vertwijfeld uit.
Precies.
glimlachte Angelica. Je beperkend bewustzijn houdt je alsnog hier. Je hebt nog
heel wat te leren, ondanks de inzichten die ik je nu gegeven heb. Je moet vertrouwen
op je ware Zelf en geduldig de lessen leren die je hier nog te leren hebt. Pas
dan kun je voor altijd gelukkig zijn. Tot dan kun je altijd nog terugvallen in
twijfel en onrust zoals je zonet deed. Je krijgt wel altijd opnieuw kansen tot
het uiteindelijk helemaal lukt. Blijven mediteren en streven naar een leven van
vreugde, vrede en liefde; dan kom je er wel.
De
kleine prins zweeg even beduusd. Het was wel veel en diepzinnig allemaal om dat
alles te verwerken.
Angelica
lachte hem bemoedigend toe. Je bent uniek. Je hebt alles in je om gelukkig te
zijn. Bedenk dat de Bron één en al Liefde is die jou altijd blijft aanmoedigen,
beschermen en liefhebben. En ik ben er ook nog altijd knipoogde ze.
Is de
Bron God? vroeg de kleine prins opeens.
Vele mensen
noemen de Bron inderdaad God of Allah of Jahweh of de Grote Geest. Of vaagweg iets
dat groter is dan ons of zelfs de Kosmos of het Nulpuntveld. De benaming
op zich is niet zo belangrijk aangezien het hier om het Onnoembare gaat. De
aspecten en eigenschappen van de Bron zijn alleszins universeel:
onvoorwaardelijke Liefde, onuitputtelijke Kracht, enthousiaste Vreugde, innerlijke
Vrede, onovertreffelijke Wijsheid, allesscheppend Licht, grenzeloze Kalmte,
allesomvattend Geluid: de oerklank die alomtegenwoordig trilt in al wat is. Een
onpersoonlijke Persoonlijkheid die alle aspecten in zich draagt: mannelijk,
vrouwelijk, vaderlijk, moederlijk
boven alle dualiteit verheven. Welk
godsbeeld je ook hebt, weet dat het altijd een godsbeeld van Liefde is die/dat
je met hart en ziel mag en kunt liefhebben. Jij bent alleszins voor altijd en
onvoorwaardelijk geliefd.
Ontroerd
en dankbaar keek de kleine prins prinses Angelica aan. Kun je echt niet
blijven? smeekte hij terwijl hij diep in haar hemelsblauwe ogen keek.
Ze
glimlachte vol tederheid en gaf hem een kusje op het voorhoofd terwijl ze met
haar hand over zijn hart streek. Een onbeschrijflijk gelukzalig gevoel
doorstroomde zijn hele lichaam.
Toen
vervaagde langzaam haar beeltenis tot ze helemaal verdwenen was.
Het
gelukzalig gevoel bleef nog heel lang nazinderen in het hart van de kleine
prins.
Yogannes
|