De
hele mensheid lijkt wel op de vlucht. Voor honger, kou, natuurramp, oorlog,
armoede, voor een heleboel mogelijke redenen
Ieder
mens is op zoek naar liefde, vriendschap, geluk, veiligheid, vreugde, gezelschap,
geborgenheid, zinvolle bezigheid
Elk
levend wezen is bang voor pijn, ziekte, dood, ellende
In
plaats van allen tezamen te strijden tegen alle onrecht, haat, geweld ,
bestrijden we elkaar en maken het nog veel erger.
Het
bekrompen beschermen van de eigen zekerheid en van materialistisch bezit
ontaardt in een wereldwijde verslechtering van de situatie.
En
toch, het bewustzijn groeit dat enkel door samen te werken op basis van
volledige gelijkwaardigheid een oplossing mogelijk is voor iedereen. Solidariteitsacties, bewustmaking van
ecologisch en vredevol leven, rechtvaardige verdeling van gronden en goederen,
oog hebben voor verdrukten, daklozen, kansarmen Er groeit een hoopgevend Licht
van Liefde onder de mensheid dat almaar meer schijnt en tedere warmte brengt.
Vrede op aarde is geen utopie, oorlog en geweld en al wat daar mee te maken
heeft is daarentegen juist een illusie. Nog nooit in de geschiedenis van de
mens hebben wapens en geweld ook maar iets opgelost. Integendeel, oorlog en bloederige
revoluties hebben alles alleen maar erger gemaakt en onrecht bestendigt.
Laten
we de vrede en het inspirerend Licht van Kerstmis het hele jaar door schijnen
in ons hart. Het leven kan zoveel mooier zijn met op tijd een bemoedigende
glimlach, een vriendelijk woord, een warme knuffel te schenken.
Nog steeds brengt het Kindje zijn
boodschap van vree, voor alle goedwillenden onder ons mee .
Zijn hele leven lang had
de professor gestreden tegen al wat met geloof te maken had. Zelf had hij een streng
katholieke opvoeding gehad en zelfs even met de gedachte gespeeld om
missionaris te worden. Maar na een traumatisch incident met een pater tijdens
een bezinningsweekend met de school, wees hij resoluut elk geloof af en zette
zich af tegen alles wat met religie en spiritualiteit te maken had.
Hij doceerde politieke en
sociale wetenschappen maar was vooral gekend omwille van zijn vele boeken en
lezingen waarin hij heel hard van leer trok tegen elke godsdienst. Vlijmscherp
was zijn kritiek en weinigen durfden het aan met hem in debat te gaan.
Zijn lessen, boeken en
voordrachten waren allemaal heel goed voorbereid en dat was ook nodig. Want de professor
had altijd zoveel in gedachten dat hij verschrikkelijk verstrooid kon zijn in
praktische zaken. Gelukkig had hij een vrouw die alles en nog wat voor hem regelde;
het huishouden, administratie- en bankzaken, zij deed dat allemaal. Kinderen
had hij niet want “deze wereld was al overbevolkt en zeker niet geschikt om nog
meer mensen erop te zetten”, zo beweerde hij altijd.
Toen hij op
pensioenleeftijd was, bleef hij met nog meer ijver zijn “vrijzinnige
kruistocht” zoals hij dit met enig cynisme omschreef voortzetten. Tot hij op
een dag te horen kreeg dat hij Alzheimer had. Met veel ruchtbaarheid gaf hij
iedereen te kennen dat hij euthanasie wilde plegen want dat zijn leven nu geen
zin meer had. Hij “geloofde toch niet dat er na de dood nog iets is, dus kon
hij er maar beter een einde aan maken”. Nadat hij dit met veel pathos in de
laatavondshow op televisie verkondigd had, gebeurde er echter iets totaal onverwachts.
Op weg van de studio naar huis reed een wagen met dronken bestuurder hem
frontaal aan en de professor was op slag dood.
***
Hij voelde zich als het
ware uit zijn lichaam glijden en van bovenaf zag hij zijn stoffelijke resten
liggen, de zwaargewonde aanrijder, de autowrakken… De scene werd weldra een hallucinant
filmfragment met loeiende sirenes, zwaailichten, drukdoende politieagenten en
hulpverleners. Stilaan vervaagden die beelden echter en de professor voelde
zich almaar lichter worden en steeds verder weggetrokken van het aardse
schouwspel. Het leek alsof hij door donkere wolken voortgedreven werd tot hij
ineens in de verte een schitterend licht ontwaarde. Supersnel naderde dit en nu
voelde hij zich helemaal omgeven door dat stralend licht. De intensiteit van
het licht was als van duizenden zonnen maar toch was het niet verblindend of
verschroeiend. Een onbeschrijflijk gelukzalig gevoel doorstroomde de professor.
Het was dus toch waar! Datgene wat hij zijn hele leven zo bestreden had, bleek
toch werkelijkheid te zijn. Hij was niet dood, hij leefde verder voorbij dat
vermeende eindpunt! Met verwondering en vreugde ervoer hij iets waar hij geen
woorden voor had. De allerschoonste muziek, het prachtigste landschap of
natuurfenomeen, het verrukkelijkste gevoel van blijheid of liefde op aarde kon
in de verste verte niet tippen aan dit hemels zalig gevoel. Hij begreep nu dat
mensen die een zogenaamde bijna-doodervaring of lichaamsuittreding meegemaakt
hadden daar zo lyrisch over waren en waarom allen getuigden dat ze niet terug wilden
naar de aarde. Ook hij voelde niet de minste drang om opnieuw in zijn
stoffelijk lichaam te gaan. Het speet hem nu enorm dat hij zo negatief gestaan
had tegenover al wat met religie en spiritualiteit te maken had. Zijn leven kon
zoveel beter en interessanter geweest zijn indien hij het geleefd had vanuit
het inzicht dat hij nu had. Hij verlangde er nu oprecht naar om hier in deze
gelukzalige omgeving te mogen blijven.
Een ongelooflijk mooie
wereld zag hij hier om zich heen. Wat hij ook maar bedacht van kleurrijke
bloemen, besneeuwde bergtoppen, kronkelende rivieren, diepblauwe meren of
uitgestrekte wouden: het manifesteerde zich allemaal ogenblikkelijk voor zijn
ogen. Wonderschone muziekklanken kon hij doen opwellen in zichzelf en die
overheerlijke symfonie weergalmde in de hele ruimte rondom hem. Honger of dorst
had hij niet maar indien hij dit wenste, kon hij drinken uit fonteinen van
licht of eten van wat hij maar in gedachten had. Al zijn zintuigen konden alles
opnemen; het was meer een intuïtief aanvoelen van wat zich rondom hem voordeed.
Enthousiast wou hij zich begeven naar wat hem een ster of planeet leek, ginder
heel ver weg. Maar zie, ogenblikkelijk was hij al daar ter plaatse. Reizen kon
hier blijkbaar sneller dan het aardse licht.
Hij voelde naast zich de
aanwezigheid van iemand. Een engelachtige jongeling keek hem mild glimlachend
aan. Ze wisselden geen woord maar brachten hun gedachten geluidloos over.
“Is dit nu de hemel?”
“Dit is de astrale sfeer.
Met verschillende “gebieden” waartoe je ziel aangetrokken wordt naargelang uw
karma uit je vorig leven. Wie veel kwaad deed in zijn aardse leven komt in de laagste,
duistere atmosfeer terecht en moet na verloop van tijd weerkeren naar de aarde
om er te leren en te verbeteren zodat hij bij het overgaan in een hogere
astrale sfeer kan terechtkomen. Dit is zeker geen straf, maar een leerproces
waarbij de mens zelf de oorzaak is van wat onvermijdelijk moet volgen”.
“Moet ik dan ook terug?”
“Zeer zeker. je hebt
weliswaar uit vroegere levens een redelijk goed karma en in jouw jeugd was je
gelovig, sociaal en vol medeogen en liefdevol tegenover anderen.Ook nadat je afstand deed van je geloof en
het zo vurig bestreed, leefde je toch bewust en plichtvol. Je hield je aan de
grote universeel spirituele waarden zonder ze als dusdanig te benoemen. Maar
enkele fundamentele zaken moet je nog leren en beleven om dan nog hoger te
komen, overeenkomstig je spirituele evolutie. Je moet jezelf volledig
verwezenlijken om als je Ware Zelf één te zijn met Al-wat-Is. Dan pas zal je de
staat van altijd nieuwe gelukzaligheid bereiken, waar jenu al een voorproefje van krijgt.”
”Dus God bestaat toch?”
“Sterker nog: God is al
wat bestaat. Alles en iedereen maakt onlosmakelijk deel uit van die ene Bron
van Liefdesenergie. Een Bron van vreugde en gelukzaligheid, onvoorwaardelijk en
grenzeloos. Oneindige Liefde die in elke levensvorm te vinden is. Al wat geschapen,
gemanifesteerd is komt uit de Ene Eeuwige Bron, wordt erdoor in stand gehouden
en keert er weer –gelouterd- naar toe om er alsmaar meer en intenser te
genieten.”
“En als iemand slecht
blijft leven of volharden in ongeloof? Is die dan eeuwig verdoemd in de hel”
“Neen, dat kan niet.
Uiteindelijk moet iedereen zich bewust worden van zijn ware aard en terugkeren
naar de allergrootste Geliefde. Al kost het miljoenen incarnaties. Definitief
verloren kan een ziel nooit zijn want net als God is de ziel zelf volmaakt, ook
al verblijft deze tijdelijk in illusie van materiële, zintuiglijke
onvolmaaktheid”
“In een volgend leven wil
ik deze wijsheid aan iedereen kenbaar maken”
“That’s the Spirit!”
***
De vrouw stapte naar de
doornloze rozenstruik toe, helemaal achterin in de tuin van hun weekendhuisje
aan zee, ergens aan de Vlaamse kust. Hij had die rozen geplant, verzorgd en
gekoesterd met veel toewijding. Oorspronkelijk stonden die bloemen in de tuin
van zijn moeder. Hij had altijd gezegd dat hij wilde dat na zijn overlijden
zijn as hier bij deze rozenstruik zou uitgestrooid worden. Net op het ogenblik
dat zij de urne omkeerde, kwam een plotse felle rukwind opzetten en de as
verspreidde zich over een groot deel van het grasperk. Even schrok ze maar dan
kwam een weemoedige glimlach over haar gelaat. “Daar ligt hij nu, mijn
professor, verstrooid zoals altijd”.
Het is nu al meer dan 35
jaar geleden dat je heenging maar nog dagelijks ben jij in mijn gedachten en
voel ik je zo nabij. Wanneer ik het even moeilijk heb, hoor ik weer jouw
bemoedigende stem. Of wanneer ik alweer een zoveelste stommiteit dreig uit te
halen, herinner ik me jouw wijze raad of waarschuwing. Bij een of andere
misstap ervaar ik jouw milde vergevende houding. Bovenal voel ik jouw
onvoorwaardelijke, intense liefde. Jouw leven was een voorbeeld van diep en
oprecht geloof, dienstbaarheid en medeleven, altijd eenvoudig en liefdevol.
Nooit heb ik jou een kwaad woord horen zeggen over iemand en wanneer iemand
anders een bepaalde persoon veroordeelde of belasterde, wist jij altijd een
positief tegenbeeld te schetsen of een vergoelijkend woord te plaatsen. Niemand
heeft ooit een negatief antwoord gekregen op een vraag naar jou toe. Je was
steeds in de weer voor anderen, jezelf volledig wegcijferend.
Vele mooie herinneringen
heb ik aan jou. Dunkelrote Rosen zingend in de keuken terwijl je
overheerlijke tomatensoep met ballekes maakte Of al die feestelijke
gebeurtenissen zoals Sint-Maarten of Nieuwjaar waar je voor elk kleinkind (30:
vijftien meisjes en vijftien jongens) geschenken had. En nog zovele herinneringen
meer
Toen ik als kind eens
vroeg hoe het kwam dat jij je nooit kwaad maakte, antwoordde je rustig: Wat
voor zin heeft het om je kwaad te maken? Het kost veel energie en tijd en je
bent er zelf niet goed van. En dan moet je het daarna toch weer goed maken wat
alweer veel tijd, energie, en pijnlijke emoties vergt. Je kan dus maar beter
niet kwaad zijn. Dit en vele andere wijsheden heb ik van jou geleerd.
Je gaf me ook een
godsbeeld dat verschilde van wat wij op school meekregen. Niet die strenge,
straffende God maar eerder een liefdevolle, meelevende God. Als hooggevoelig
jongetje dat bang was om s avonds in te slapen omdat wie in staat van doodzonde sterft voor eeuwig en altijd in de hel zou
moeten branden, was dat een hele opluchting. Niet dat ik zo een grote
zondaar was maar zoals elk kind haalde ik natuurlijk wel eens kattenkwaad uit
en ik had sowieso een overdreven groot schuldgevoel wanneer ik niet aan de
normen en regels voldeed.
Overigens was jij in die
grote, beangstigende wereld rondom mij een baken van rust en vrede. De vele
gevaren en angsten van het leven schenen bij jou in het niets te verdwijnen. Ik
voelde me geborgen en innerlijk rustig in jouw aanwezigheid.
Jouw leven was één en al
geven. Ik ben zo dankbaar jouw petekind te mogen zijn en kan alleen maar hopen
dat ik kan slagen in mijn schamele streven te leven naar jouw voorbeeld.
Tevreden en zelfgenoegzaam
bekeek de generaal vanuit het raam van het hoofdkwartier zijn
spiksplinternieuwe speelgoed dat daar in volle glorie stond uitgestald. De
gevechtsvliegtuigen hadden uiteindelijk het driedubbele gekost van de
oorspronkelijk aanbiedingsprijs maar dat was geen zorg voor hem. De
belastingbetaler had niet enkel de werkelijke aankoopprijs maar ook de daarin
verrekende verdoken smeergeldpremies en al even verborgen persoonlijke
voordelen opgehoest. Onvrijwillig en onwetend weliswaar, maar het is toch maar
zo. Het was altijd al zo geweest, wie ook het leger of het land leidde.
Een gemeen lachje kwam om
zijn lippen. Hij droomde al van het riante buitenverblijf in Toscane en de vele
snoepreisjes naar New York, zogezegd om de updates te bespreken. Luxehotel en
alle mogelijke aangename bijkomstigheden als privè-feestjes en dergelijke
zouden hem ten deel vallen, volledig gratis natuurlijk, als gast van de
wapenfirma.
Het moeilijkst te overtuigen
waren zijn collegas-militairen geweest; die wisten immers dat dit tuig
minderwaardig was en totaal niet geschikt voor louter defensieve taken. Enkel
het platbombarderen met kernwapens van hele streken, zonder onderscheid tussen
militaire en burgerdoeleinden was mogelijk. Met de verschrikkelijk dood van
vele burgerslachtoffers, ook vrouwen en kinderen tot gevolg. Maar dat was nu
eenmaal niet te vermijden. De generaal trachtte deze donkere gedachten even opzij
te zetten. Die collegas waren uiteindelijk toch bereid zijn advies aan de
Minister van Oorlog te ondersteunen. Ze konden allen een graantje meepikken van
de compensaties. Naar buiten toe werd wijsgemaakt dat de economie hier beter van
zou worden maar ze wisten uiteraard wel beter. Zij en zij alleen zouden profiteren
van deze miskoop. De wapenindustrie lag op apegapen en was sowieso grotendeels in
handen van de grote wapenproducerende landen, tevens veto-houdende leden van de
permanente Veiligheidsraad. Hooguit wat kruimels kon de plaatselijke industrie
hier aan overhouden.
De verantwoordelijkheid
voor de eventuelenegatieve gevolgen
die dingen stortten vaak neer en konden makkelijk per vergissing- kernbommen
droppen boven scholen en ziekenhuizen- zouden voor de Minister van Oorlog zijn.
Die zou dan wel moeten aftreden maar kon allicht nog wel ergens burgemeester of
zo worden.
Eén ding zat de generaal
die verder weinig of geen last had van een geweten behoorlijk dwars. Om
deze gevechtsvliegtuigen te kunnen aankopen waren enorme bezuinigen nodig
geweest, vooral in onderwijs en sociale zekerheid. Hij had tenslotte ook
kleinkinderen. Eén van hen was gestorven omdat de kostelijke behandeling voor
haar zeldzame ziekte niet kon betaald worden. Een ander kleinkind dat eigenlijk
aangepast onderwijs nodig had, kon dit niet krijgen vanwege het scherp
verlaagde budget. Ook onderwijs moest immers flink besparen om aan het nodige
geld te komen voor de aankoop van de gevechtsvliegtuigen. Maar ja, dat was nu
eenmaal de prijs die men moest betalen voor de vrijheid, besloot de generaal
zijn troebele gedachten. Maar hij besefte dat dit in feite onzin was. Die
moordtuigen zouden helemaal geen vrijheid kunnen verzekeren. Terroristische
aanslagen hou je met die ondingen niet tegen, integendeel. En de buitenlandse
missies hadden nog nooit vrede, welvaart en welzijn gecreëerd, ook integendeel.
Maar goed, onze Grote Bondgenoot moest tevreden gesteld worden. De grote leugen
van een rechtvaardige en veilige wereld te verzekeren door zijn Bondgenootschap
in stand te houden deed het nog steeds goed. Multinationals en zogenaamde
wereldleiders voeren er wel bij en tja, waarom zou een generaal uit een klein
landje daar niet mee van mogen profiteren?
De generaal zuchtte even
en focuste dan op het computerscherm voor hem. Rood alarm! De vijand van de
Bondgenoot moest onmiddellijk aangevallen worden! Rechtstreeks bevel van de President
en Opperbevelhebber van de Verenigde Strijdkrachten! De generaal besefte dat
dit een zoveelste uitgelokte provocatie was maar kon niet anders dan het bevel
te geven om al dienieuwe
gevechtsvliegtuigen met kernwapens en al naar het gebied van de vijand te
sturen. Hij besefte dat daar niets overeind zou blijven, geen gebouw, geen
natuur, geen mens Hun afweergeschut kon niets tegen deze super-moordtuigen.
Wat onze generaal en zijn
Bondgenotenniet wisten was dat de
vijand in plaats van te investeren in wapentuigen de hersens had gebruikt en
een subliem computerprogramma ontwikkeld had om het bestuurssysteem van vijandige
vliegtuigen ogenblikkelijk te hacken en te herprogrammeren. Zodra de toestellen
zowat halfweg waren op hun oorlogsmissie werden ze gehackt en werd hun
gesofisticeerde computerprogramma aan boord gewoon in reverse mode geplaatst.
Dit betekende dat de gevechtsvliegtuigen onmiddellijk hun koers wijzigden en
terug naar het land van oorsprong vlogen om daar hun allesvernietigende bommen
te droppen. Het target werd gewijzigd en beperkt tot één doel.
Van de gewetenloze generaal
en zijn militair hoofdkwartier bleef niets over
Zowat elke
levensbeschouwing bevat volgende leefregel:
“doe nooit een ander aan wat je zelf niet aangedaan wil worden”. Vandaar
ook de Bijbelse uitspraken (in essentie ook in andere religieuze Geschriften en
humanistische, vrijzinnige morele teksten weer te vinden): “Oordeel niet opdat
jij ook niet geoordeeld zou worden”, “Wie zonder zonde is, werpe de eerste
steen”, “Met de maat waarmee je veroordeelt, zal je zelf veroordeeld worden”
enzovoort…
Ieder weldenkend mens kan
bovenstaande uitspraken onderschrijven. Toch is het in de realiteit niet altijd
zo vanzelfsprekend. In gesprekken worden we algauw verleid tot het bekritiseren
van anderen en doen er liefst nog een schepje bovenop naarmate de conversatie
vordert. Zo zijn we nu eenmaal; we willen bevestigd worden in de groep, de
samenleving en volgen daarom graag de door media en opiniemakers (politici,
journalisten, professoren, zelfverklaarde specialisten) opgelegde zogenaamde
politieke en morele correctheid. Andersdenkenden of zelfs gewoon maar mensen
die iets in vraag willen stellen of nuanceren worden algauw de mond gesnoerd,
weggehoond, publiek afgeschilderd als extremist, asociaal, ondemocratisch,
gevaarlijk voor de maatschappij of zelfs als onmens, monster.
De onverdraagzaamheid
tegenover iemand die niet de eigen (lees: opgedrongen) mening verkondigt is erg
groot. Vooral op sociale (?) media vindt men de meest verschrikkelijke, gore,
onmenselijke commentaren. Argumenten leest men er zelden of nooit, hoogstens
wat gemeenplaatsen of dooddoeners naast de kwestie. Er is blijkbaar een opbod
in de reacties om de strafste uitlating te posten. Vaak door mensen die niet
eens weten waarover het gaat maar die zich verplicht voelen hun afkeer tegen
een bepaalde persoon, een stroming of organisatie of een bepaald standpunt
grondig en op schabouwelijke manier te uiten. Je herkent dat soort mensen
meestal aan de vele spellings- en andere taalfouten en aan het gebruik van hun
woordenschat die beperkt blijft tot scheldwoorden en steeds terugkerende sofismen
en dogma’s. Zo zal bijvoorbeeld extreem links zich altijd keren tegen
(vermeend) extreem rechts en omgekeerd. Een redelijk debat met zinvolle
argumenten is onmogelijk, het blijft bij verwensingen en verwijzingen naar historische
gruweldaden van linkse, respectievelijk rechtse misdaden tegen de mensheid. Ook
andere tegengestelde opvattingen, geloof, politieke overtuiging of wat dan ook;
men werpt met stenen, modder en andere viezigheid naar de boodschapper.
Toch kan het anders.
Wanneer je de drang voelt om heftig te reageren op iets of iemand, adem dan
eerst even heel diep in en uit. Bedenk dan rustig wat je zo stoort of ergert.
Weet dan dat wat je het meeste tegenzat juist datgene is waar je zelf mee
worstelt, bewust of onbewust. Denk dan rustig na en formuleer in beleefde
bewoordingen jouw mening met eventueel grondige argumenten of suggesties. Zo
kan een verrijkend debat ontstaan waarbij iedereen iets kan opsteken en
waardoor een bepaald probleem effectief kan opgelost worden. Speel nooit op de
man (of vrouw of transgender J) maar bekijk de
uitspraak of daad als op zichzelf staand en reageer uitsluitend daarop. Sta
open voor wederwoord en opbouwende kritiek.
Verzorg je taal en
provoceer niet. Wees ook kritisch voor jezelf want niemand heeft de wijsheid in
pacht en je kan immers nooit alle achtergrondfeiten of juiste omstandigheden
kennen. En vooral, denk aan de universele leefregel: schrijf of zeg nooit iets
waarvan je niet zou willen dat dit over jou gezegd of geschreven wordt. En laat
je niet langer opjagen of een mening opdringen door invloed van buitenaf. Neem
nooit klakkeloos iets over van een ander (ook niet van mij ). Vorm je eigen
mening, in alle rust en kalme overpeinzing.
Alle mensen zijn volkomen
gelijkwaardig, wat hun woorden of daden ook mogen zijn. We zijn allen één en
onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze spirituele, kosmische wet is absoluut,
geldt voor iedereen en altijd en wordt dus (gelukkig maar) niet door politici
gemaakt. Wat is, is. Indien je iemand anders beschimpt en veroordeelt, doe je
dit dus eigenlijk ook tegenover jezelf. Nogmaals, wat jou zo prikkelt heeft te
maken met –al dan niet verborgen- problemen of hoedanigheden die jij diep
vanbinnen zelf hebt. Vandaar inderdaad: wat je zegt over een ander ben je zelf!
Blijf lief voor elkaar
(liefde is het beste antwoord op alles) en respecteer elkaar, ook al ben je het
grondig oneens. Wedden dat het (sociale!) medialandschap er dan een stuk mooier
en interessanter zal uitzien? En wie weet, ook de hele samenleving – hier en
elders in de wereld?
Verhaal: Het sprookje dat (niet) begon met: "Er was eens"
HET SPROOKJE DAT (NIET) BEGON MET: ER WAS
EENS .
Er
was eens zo beginnen alle sprookjes, behalve dit. Hoewel, ik besef nu dat ook
ik die beginwoorden als aanvang heb gebruikt. En toch begint dit sprookje
anders, namelijk: Er is . Ik weet dat het beetje eigenaardig klinkt, maar
daar wen je maar best aan als je dit sprookje verder wil horen of lezen. Zoals
alle sprookjes is ook dit een waar gebeurd verhaal en nog wel met deze
bijzonderheid: dit sprookje is het allereerste dat ooit verteld werd! Het gaat
immers over de oorsprong van al wat bestaat en over de zin ervan. Een
spiritueel sprookje dus. De slimste onder jullie of beter gezegd; de meest
wijze- begrijpt meteen waarom ik niet kan beginnen met Er was eens . Ons
bestaan speelt zich nu af, is dus nog niet voorbij en kan niet omschreven
worden als iets dat was. Ook niet als iets dat ooit zal zijn. Het is wat
het is. We kunnen wel terugkijken naar het verleden, naar dat wat was (en
nooit weer weerkeert) maar we kunnen niet zeggen dat het bestaan van al-wat-is
zich enkel in het verleden afspeelt. Maar laat ik het niet te ingewikkeld
maken. Uiteindelijk is het allemaal juist heel eenvoudig. Laat ik dus maar
beginnen bij het begin.
Maar
hier rijst al een eerste moeilijkheid: er is niet echt een begin. Het sprookje
van het leven situeert zich in het oneindige. Ik vertel het zoals het mij
werd doorgegeven: intuïtief, in diepe meditatie. Het is dus geen louter
verzinsel of hersenspinsel van mij. Het is de waarheid zoals iedereen ook jij
deze kan ervaren. Wanneer men in de stilte gaat, zich geconcentreerd naar
binnen begeeft, ziet men in alle rust en helderheid datgene wat waar is. Het
vertellen van dit sprookje dient enkel om je ertoe aan te zetten zelf deze
bevrijdende waarheid te (her)ontdekken en te beleven.
Maak
het even stil, haal diep en rustig adem en geniet van dit heerlijke sprookje.
Er is
een Koningin die nooit geboren werd omdat ze er altijd al was. Ze is ook
onsterfelijk omdat ze eeuwig bestaat. Voor ons stervelingen is dit niet te
vatten omdat we nu eenmaal in een wereld leven waar alles een begin en een
einde heeft en alles zich in tweevoud manifesteert. Geboorte en dood, leven en
sterven, goed en kwaad, licht en donker, groot en klein, man en vrouw
enzovoort . De Koningin van Alwatis leeft niet in een duale wereld maar is
gewoon. Haar zijn is onbegrensd want ruimte en tijd hebben geen vat op haar.
Sterker nog, zij is het die onze wereld en zelfs het hele heelal gemanifesteerd
heeft. Dat kan ook niet anders want zij is één. Er is niets anders dan zij.
Of misschien moet ik zeggen dan hij. Want de Koningin is geen vrouw. Ook geen
man. Toch heeft zij/hij zowel mannelijke als vrouwelijke aspecten. Koningin
is dan ook slechts een naam. Geen enkele menselijke taal of omschrijving is in
staat het hele wezen van de Koningin van Alwatis werkelijk weer te geven.
Gelukkig hebben sprookjes zo hun eigen terminologie, anders was het niet
mogelijk dit verhaal te vertellen.
Het
koninkrijk van de Koningin kent dus geen grenzen. Het lijkt leeg maar is in
feite boordevol energie. Ook is al wat je maar kan bedenken in haar rijk aanwezig.
In potentie weliswaar, dat wil zeggen: elke gedachte, elk gevoel, elke droom is
in theorie mogelijk en kan in de praktijk omgezet worden. Mits wilskracht en
bewustzijn van de Koningin kan zich om het even wat manifesteren. En dat is
precies wat gebeurd is. Hoewel de Koningin kan beschreven worden als oneindige
Liefde, Licht, Vrede Vreugde, Kalmte, Kracht, Wijsheid en Geluid en hoewel dit
eeuwige, zich altijd vernieuwende gelukkig Zijn een ongelooflijk en
onvoorstelbaar zalig gevoel met zich meebrengt, toch droomde de Koningin ervan om
dit alles te kunnen delen met anderen. Omdat er niemand anders is, kon ze niet
anders dan een deel van haar zijn in beweging te brengen. Dat zijn is immers
volledig stil en bewegingloos. Door de beweging ontstond de schepping van
al-wat-is. In eindeloze variaties manifesteerden zich naargelang de vibratie
alle schepsels, heel de schepping. Dit kon enkel door van één bewustzijn een schijnbare
wereld van tweevoudig zijn te maken. De Koningin zelf bleef tegelijkertijd in
haar grenzeloze, eeuwige Zijn. Probeer het maar niet te begrijpen, ons verstand
is daar gewoon te klein voor. Wij kennen enkel een wereld van ofwel dit, ofwel
dat terwijl de Koningin regeert in een koninkrijk van zowel dit, en zowel
dat.
Voor
de Koningin is niets onmogelijk. Haar kosmisch bewustzijn is onbeperkt, zonder
welke grens dan ook. Ze maakte al haar dromen waar en maakte een schitterende
schepping. Een kosmos vol sterren en planeten. Heel divers, met eindeloze
mogelijkheden. De allerhoogste bergen, de diepste oceanen, de meest
fabelachtige landschappen en levensvormen. De bekroning van al dat moois was:
de mens. Op verschillende planeten liet ze deze levende wezens ontstaan. Opdat
zij ook zouden genieten van de gelukzaligheid die haar te beurt viel, liet ze
de mens volledig vrij om hen spontaan, vanuit hun innerlijke zelf, de kans te
geven om haar en dus het Zijn te beminnen en zo zelf ook de eeuwige gelukzaligheid
te kunnen ervaren. Een andere mogelijkheid was er niet want liefde kun je
natuurlijk niet opleggen; dan is het geen echte liefde meer. Wel was in elk
wezen en in al wat leeft een glimp van haar gelukzalige zijn weerspiegeld. In
elk stofje, elk deeltje van het universum zit het wezenlijke van de Koningin en
haar rijk van eeuwige vreugde verborgen. Zo was de Koningin zeker dat wat er
ook gebeurde en hoezeer de mens zijn vrijheid ook zou misbruiken, er uiteindelijk
altijd een onomkeerbare weg terug zou zijn naar haar gelukzalige zijn.
Het
leven op aarde en elke andere bewoonbare planeet - is als een leerschool. Elk
leven is een kans om te leren en zo uiteindelijk volmaakt gelukkig te kunnen
zijn. Telkens weer, leven na leven krijgt de mens de kans om zich verder te
vervolmaken. Ook al sterft het lichaam af, de geest en de ziel gaan verder om
opnieuw geboren te worden in een nieuw lichaam en verder te leren. Iedereen
wordt zo tenslotte eeuwig gelukzalig, ook al duurt het miljoenen incarnaties.
De Koningin wil geen enkele van haar schepsels, haar kinderen, verloren laten gaan. In wezen zijn
ze al één met haar en met de bron van al-wat-is want ze komen daarvandaan en
gaan er hoedanook uiteindelijk weer naartoe. Sterker nog: ze zijn er al, ze
hoeven er zich enkel nog maar bewust van te worden. Door de weerspiegeling van
haarzelf in de hele schepping, niet in het minst binnenin de mens zelf, verzekert
de Koningin zich van het lukken van haar goddelijk plan.
Zij
stuurt ook, wanneer dat het meeste nodig is, reeds volledig bevrijde en
ontwaakte zielen terug naar de aarde of andere planeten om er de onwetende
mensen te doen ontwaken uit hun valse droom van ellende. Om hun de weg te tonen
naar wie ze werkelijk zijn en hoe ze zichzelf kunnen verlossen van alle kwalen
en van schijnbare onsterfelijkheid. Niet langer zal zij alleen de eeuwige
gelukzaligheid genieten maar alle zielen die zij geschapen heeft zullen ooit
dit onbeschrijflijk geluk met haar delen.
Het
enige wat de mens verhindert dit geluk reeds in zijn bestaan op aarde te beleven
is onwetendheid. Dat kan nu eenmaal niet anders omdat de mens de vrije keuze,
de vrije wil heeft. Kiest de mens voor een denkbeeldig afgezonderd bestaan dan
kan hij niet waarlijk gelukkig zijn. Niets in zijn tijdelijke, vergankelijke
wereld kan immers duurzaam geluk waarborgen. Alle materie moet ooit opgegeven
worden, tot het eigen lichaam toe. Al
waant hij zich een kikker die ooit met een kus van een prinses wordt omgetoverd
tot een prins, dat zal niet baten. Al verwerft hij kastelen, hele koninkrijken
en al het goud van de wereld, dat is net als zijn aards lichaam niets anders
dan stof dat ooit zal vergaan. Een mooi einde van het levenssprookje kan dus
enkel verzekerd worden wanneer de mens zichzelf bewust wordt van zijn onsterfelijkheid,
van zijn ware Zelf, die onlosmakelijk verbonden is met de Koningin, met haar
Koninkrijk, de Bron van Al-wat-is. Dan leeft hij eeuwig lang en gelukkig, in
een zijnstoestand van immer intensere zaligheid
Stilte betekent niet altijd het volledig
ontbreken van welk geluid dan ook. Natuurgeluiden bijvoorbeeld benadrukken
juist het heerlijk gevoel van rust en stilte. Een kabbelend beekje, het vrolijk
gefluit van een vogeltje, het ruisen van de wind door de bomen . Als extreem
hooggevoelige heb ik wel vaak last van mechanische geluiden. Dat gaat van
gesuis in de buizen van de centrale verwarming tot het oorverdovend lawaai van
harde muziek of van miljarden verspillende gevechtsvliegtuigen. Bij dat
laatste komt ook het verschrikkelijke besef kijken dat massas geld gebruikt
wordt voor vernietigend wapentuig met onnoemelijk menselijk lijden tot gevolg en
dat omwille van de hebzuchtige eigenbelangen van enkele machtswellustelingen.
Terwijl datzelfde geld zoveel beter besteed kan worden aan werkelijke noden die
tegelijk veel doeltreffender zijn om oorlog en ellende te voorkomen. Om stil
van te worden .
Alleen in diepe meditatie vind ik
werkelijke stilte en innerlijke vrede en rust. Maar ook hier liggen kapers op
de loer: rusteloze gedachten overvallen me veelvoudig en verhinderen me bij het
begin van de meditatie meestal om mijn geest te kalmeren. Enkel krachtige
technieken, goed geoefend, kunnen ook deze lawaaierige indringers verdrijven.
En dan komt uiteindelijk een oceaan van stilte, van oneindige sereniteit, van
diepe gelukzalige stilte. Onbeschrijfelijk want woorden schieten tekort voor
deze bovenmenselijke ervaring. En al is het niet altijd makkelijk, iedereen kan
het! Een beetje discipline en oefening volstaan. Te beginnen met een paar
minuten per dag in de stilte te gaan. Gaandeweg kom je tot een dagelijkse
gewoonte die zo ontspannend en rustgevend is dat je op den duur naar deze
vreugdevolle momenten uitkijkt en beseft dat deze zalige meditatietijd de
gelukkigste van je leven is. Je bent dan verbonden met de bron van Al-wat-is,
met je ware zelf. Een liefdeservaring die alle levensmomenten ver overtreft.
De mooiste stilte is die op zondag. Tenminste
als je je niet laat verleiden tot jachtige inkopen of rumoerige evenementen.
Neen, gewoon genieten van het heerlijk niets doen. Niets hoeft, alles mag.
Volledig tot jezelf komen. De rust en stilte opzoeken. Tijd maken voor jezelf
en voor je geliefden. Een mooie wandeling in de natuur of een fietstocht maken.
Een goed boek lezen. Luisteren naar prachtige muziek. Zoveel mogelijkheden om
de stilte te vieren; iets waar je anders nooit toe komt.
Mijn meest dierbare stilte-herinnering
is die van de zondagen uit mijn kindertijd. Thuis helemaal jezelf mogen zijn en
tot rust komen in het warme gezinsnest. Geen school, geen verplichtingen
(behalve de zondagsmis), lekker lang uitslapen, een heerlijke zondagse
maaltijd. Niks stress, alles peis en vree. Geen winter of zomertijd, gewoon je
bioritme mogen volgen. Iedereen vriendelijk en goedgezind. Bij gelegenheid
logeren bij grootmoeder die zong terwijl ze ongelooflijk lekkere tomatensoep maakte
met soepvlees en met veel balletjes (wist ik veel dat ik later vegetariër zou
worden J) . Een stilte
die resoneert met de diepe, innerlijke stilte van je hart, je ziel. Ach, wat
verlang ik naar die gelukzalige stilte!