ma yo yon aise easy
glij je over lippen klak je kelen vol verwondering toonloos zoemend
over naar gesmeerd genot
hoewel
ooit was je dooier dikke
olie zurig zijn apart
op hetzelfde bord gestrand begon het
schiften onvermijdelijk
er moest gestaag geroerd de lepel kraste
cirkels op glazuren
zo
liggen culturen naast elkaar te
vechten om of voor of tegen tot...
er wordt gestaag
geroerd
Categorie:Over mensen
Ik en Chloë
de witte neushoorn heette Chloë had een schild van verse
mortel- specie hier en daar nog soepel en zich schikkend naar het
leven
binnenin
wij getweeën waren zwanger in die zengend-rode
zomer zonnen tussen kladden lommer zogen weelde naar mijn
wangen
zij verkleurde niet
maar het oogje in haar stenen stilte
liet me innig delen met wat zij ook had ervaren in het splijten van de
rotsen
en daarna de bron
zoveel groter werd het weten van het
ongeboren zijnde dat genesteld in gelijke bloeddoorlopen zachte vliezen
onderhuids begon
*Chloë was de witte neushoorn in de Zoo van Antwerpen
Categorie:Over dieren
Geode
het is het zoete van de weemoed niet dat mij kan breken
het is het
vuur onder mijn huid en dat ik toch met water speel
een steen
splijt zijn kristallen bloot van jaren
ik
was daar maar heb het
nooit geweten
Categorie:Ik-verzen
De trek
zie mijn liefste zomerjurk gewassen in de lauwe regen zedig aan de
lijn
de wind erin een lijf van lucht dat tegen knijpers
danst maar hangt en niet ontkomt
hoewel ik het zou willen
mijn
zomer mee zou willen geven met de trek het nest bewaren tot hij
wederkeert
nu moet ik hem binnenhalen uitgewoond
Categorie:SeiZoenen
Identiteit
ze zag hem achter glas de heilige birmaan hij had net iets wat zij ook
had
ze dacht aan hem terwijl ze met de kater sliep
en
tussendoor ook nog
ze liep van straat naar straat leefde zich uit in
vele worpen
gevlekt gestreept een pootje wit van toen die keer de
albino of van de siamees een blauwig oor
en zo verloor zij zich na
al het vreemdgaan eindelijk geïntegreerd haar nageslacht een
naam:
de lapjeskat
Categorie:Over dieren
Huilen op de plee
laat ons pal in het midden staan waar geen krachten
meer van invloed zijn
trillend zullen wij tot stof vergaan zo
los zo hunkerend naar samenhang
een nevelvlek
gelijk ongrijpbaar onbegrijpbaar veel te dood
gedaan
*geschreven n.a.v. van de moord op Theo van Gogh en wat er kort
op volgde
Lijkje is gevonden...
...zei de
nieuwslezer
zo lag zij daar
gelijk een losgelaten blad
de kastanjes keken glimmend door hun
stekelige wimpers ze herkenden haar als een
van hen met haar
vijf gespreide vingers op haar ingedommeld lijfje vijf maal vijf ze
gingen tellen vingers tenen en de zin
van haar vreemde glazen
ogen van haar oortjes nog zo rood en haar bramenblauwe lippen om haar
mond waarin haar tong nog scheen te lonken naar de vlinder op haar neusje.
zie je wel
ze herkenden haar als een van hen
Categorie:Over mensen
Nostalgie
voor Martijn Benders
je zei toen
dat ik op witte sokjes liep zacht
klinkt dat met roze pomponnetjes eraan vieux rose vermoed ik
zo
dichtte ik staand daar waar we nog samen waren in de heer die poëzie
is
de sokjes, benders, zijn versleten met de pomponnetjes in
boorwater gedrenkt dep ik mijn ogen
eli eli lama sabachtani
Categorie:Waar is de tijd
De haptische misleiding
kijk mevrouwtje kom maar dichter dit is
poëzie meneer u ziet nog niets?
dit is dan ook het
allerlaatste snufje adem in en bla ha aas! daar komt de vis
die op
het droge leeft van stoten
hap
toe leg je hand maar op zijn
buik de maan is vol
*gepubliceerd in het tijdschrijft Digther 2009 - 10e jaargang 1 *gepubliceerd in het boek WaterMerk - een doorslag van 10 jaar literaire passie - Literair Tijdschrift DIGTHER - oktober 2010
Categorie:Gepubliceerd
Goed van toen?
Het scheurkalendertje dat lang geleden werd
opgehangen bleef onaangeroerd: de gangen, het menu van toen. De leden, die
hebben nooit eens oergezond geboerd.
Nooit is hun maag gekeerd, werd het
verleden verteerd. Een pittig glaasje Underberg, ze hebben het als
rattengif gemeden. Dat oude smaken rotten lijkt niet erg,
niet op hun
tongen. Elke vreemde gast die even na het ooit-festijn verscheen met
nieuwe snaren of een ander lied,
gezette heren doopten hem tot
last. Ze kregen krampen in hun grote teen en tjokken nu op jichtig-oud
verdriet.
*gepubliceerd in het tijdschrift Digther 2009 - 10e jaargang 1
Categorie:Gepubliceerd
Nurks fruit
aan de laatste winterpeer
daar zit hij dan
dik
meneertje uitgezakt rond het roosje van zijn anus
buik en
billen, heupen bol koppie smal gebleven
steeltje overbodig in zijn
hersenpan verdord
buiten, mijlenver van hem in de voortuin van de hemel staat een perelaar
in bloei
*gepubliceerd in het tijdschrift Digther 2009 - 10e jaargang 1
Categorie:Gepubliceerd
Het bad loopt leeg
een derwisj draait met wazigwitte rok de dode schilfers huid van dagen weg
het water keert terug terug terug terug
ik zorg niet meer
straks legt de nacht zijn wijde schaduw neer zo vriendelijk bewaart hij alles uit de wind
zo licht dekt hij de tafel toe de boeken blijven open naast de kruimels en
de kringen van mijn honger en mijn dorst mijn toegaan in
herinnering een naam een blad een pen
Liefste,
- - - -
- - - -.
+
de morgen is een altaar
*gepubliceerd in het tijdschrift Digther 2009 - 10e jaargang 1
Categorie:Gepubliceerd
Overzomer
zitverdriet spant draden over tafelzeer de spelers lachen niet
hun tamme donderbeesten waken poot aan pols
ze springen op wanneer een dobbelsteen bolhoekig even wichtig staat en alle ogen toont
er is geen winst er is niet eens verlies
*gepubliceerd in het tijdschrift Digther 2009 - 10e jaargang 1