hij had een vrouw een koe een lapje koren vijf kippen en een haan het schaap vulde elk jaar
de diepgeslapen peluw bij
een herdershond bewaakte gouden eieren die
hij kon ruilen voor wat hij al had verloren de stier de ram de molen en de
smederij
hij kweekte later cijfers uit de eieren verruilde zijn twee
paarden voor hun kracht hij waste zich niet meer met groene zeep
maar
tooide zich met geuren die zijn dochters op zijn verjaardag voor hem hadden
meegebracht en die tot in zijn bed het zweet
de okselwarmte de
vertrouwde tekens van begeren wisten met de zweem van onherkenbaar-vreemd
verbloemen
hij vroeg zich af waardoor zijn onrust kwam kortstondig
maar, voor hij een slaappil nam
*gepubliceerd op deKlos
Categorie:Gepubliceerd
Happy Mealâ¢
Happy Meal
McDonald's stijf en dun in fluo-pack zwaait
met plastic armpjes bovenop de microwave waarin ik Mc Cain
verwarm
vijf minuten maar
genoeg om weer te weten hoe ik
vroeger in de iris van een wortelschijfje keek, in de structuur van
rode kool naar ongekende wetten zocht
met bij me op het
rekje die éne uit de korf geredde wonderbare aardappel want 'mama,
kijk, een hartje' gekoesterd dan tot aan zijn schrompelende dood
nu
is de brooddoos zelfs te groot
*gepubliceerd op deKlos
Categorie:Gepubliceerd
Kliederen
een dichter had een kleven lang gerichterd en
gedichterd
toen werd hij los klaps niemeer bang en werd zijn
schrijven lichter
hij gaf aan al 't gedoe de brui en kwinkelde
en maakte alleen nog kliederen voor lui die ook zover
geraakten
Categorie:Dichten & zo
...die zo sierlijk zijn
de dichter is een
mens met zweetvoeten desnoods pokkenpuisten weke handjes kolenschoppen kunnen ook
en de pen hield hij enkel voor de foto elegant tussen
zijn vingers die voor een keer niet onrustig wriemelden neusbeesten
rolden noch aan korstjes pulkten
hij weet ánders
daar zijn
wereld wentelt wankelt gyroscopisch zoekt naar waarden woorden maar er zijn geen
woorden
God!
de dichter is god
*de titel komt uit het gedicht 'Jong landschap' van Paul van Ostaijen
Categorie:Dichten & zo
Akkefietje
het strand is vuil en moegespeeld gedaan
het schelpjes rapen papieren bloemen zijn verdeeld de kinderen zijn gaan
slapen
de zee nipt aan een zandkasteel en krijgt de smaak te
pakken zij likt de stoutste muren weg de torens gaan verzakken
de
vlag-van-op-het-ijsje drijft toevallig in de klauwen van een vijandig
action-man
komt daar nu oorlog van? niet hier, o nee! de zee
neemt alles mee
Categorie:Korte verzen
Amen en uit
nu heb ik weer
geen binnenwaartse
streelpoes meer
geen zachte kracht
opent de roze poort
de grote adem-tocht
doorhuivert mij niet meer
de boeken toe
zelfs dit gedicht
schrijf ik niet voort.
Categorie:Korte verzen
Tegendraads
vertelde ik al van het meisje dat zeer
stoute borstjes had het was zomer de dauw lag in nevels te
wachten
ze wilde zo graag naar het wijde gaan ver achter het
huis van haar moeder vandaan
de draad die hen bond hield ze niet in
gedachten
ze schudde haar warme pantoffeltjes uit en holde
gekleed in alleen maar haar huid en iets tégen
de stroom op de
draad en die schok door haar heen had ze zwaar onderschat
Categorie:Over mensen
Dichtersverdriet
de honingboom hoe geurde hij mij
dronken toen en al die hommels in hibiscuskelen vol teveel
de
hazelaar discreet laat hij zijn vruchtjes zien hun eerste jurkje teder
dons
op maïsvelden staan rekruten rij aan rij nog groen maar
toch de baard al in de keel
en hoe ik later op vroegtijdig
losgelaten jonge eikels trapte alle aangetast
en mijn zo
moedige kastanje zeer
dat ik bij alles deed alsof ik zwijgen
kon
nu stotter ik er zwemmen loze woorden in mijn hals te
dwaas om dood te gaan
Categorie:Dichten & zo
38° Celsius
'gedachten zijn krachten'
de nacht was koeler ik droomde na
over een
huis van fruitsap-ijs
de zon dat kreng begon te likken aan
de gevel
onschuldig eerst maar straks wanneer het laatste
zuchtje nachtschemer is opgelost smelt mijn droom en wordt het
huis een oven
naar boven rennen alle ramen dicht gordijnen
schuiven ademen en schuilen in het roosje van een diep-roze
frozen framboos
Categorie:SeiZoenen
De clown
hij was een poëet
het was niet zijn wens
hij werd zo geboren
eerst bloot als een mens
hij zei nog geen woord
maar huilde om 't zijn
hij zoog aan zijn moeder
haar borst heelde pijn
die herinnering bleef
in het kind van nooit weer
het kan nog niet vergeten
het weet altijd weer
de dichter een koe
herkauwen nooit moe
een up en een down
hij is maar een clown
*op de tonen van Ben Cramer's "De clown"
Categorie:Op rijm gezet
Zorba
opaatje zei ze de slet van één nacht. de
lont vatte vuur aan de schenen.
ze aaide zijn haren een ietsje te
zacht. het bliksemde dwars door hem heen en
hij wist het hij was
het maar wilde 't niet zijn niet nu en niet hier niet met
haar
hij zoog aan de donkere gloed in het glas gaf haar het
geld dat zijn fierheid was
ma yo yon aise easy
glij je over lippen klak je kelen vol verwondering toonloos zoemend
over naar gesmeerd genot
hoewel
ooit was je dooier dikke
olie zurig zijn apart
op hetzelfde bord gestrand begon het
schiften onvermijdelijk
er moest gestaag geroerd de lepel kraste
cirkels op glazuren
zo
liggen culturen naast elkaar te
vechten om of voor of tegen tot...
er wordt gestaag
geroerd
Categorie:Over mensen
Ik en Chloë
de witte neushoorn heette Chloë had een schild van verse
mortel- specie hier en daar nog soepel en zich schikkend naar het
leven
binnenin
wij getweeën waren zwanger in die zengend-rode
zomer zonnen tussen kladden lommer zogen weelde naar mijn
wangen
zij verkleurde niet
maar het oogje in haar stenen stilte
liet me innig delen met wat zij ook had ervaren in het splijten van de
rotsen
en daarna de bron
zoveel groter werd het weten van het
ongeboren zijnde dat genesteld in gelijke bloeddoorlopen zachte vliezen
onderhuids begon
*Chloë was de witte neushoorn in de Zoo van Antwerpen
Categorie:Over dieren
Geode
het is het zoete van de weemoed niet dat mij kan breken
het is het
vuur onder mijn huid en dat ik toch met water speel
een steen
splijt zijn kristallen bloot van jaren
ik
was daar maar heb het
nooit geweten
Categorie:Ik-verzen
De trek
zie mijn liefste zomerjurk gewassen in de lauwe regen zedig aan de
lijn
de wind erin een lijf van lucht dat tegen knijpers
danst maar hangt en niet ontkomt
hoewel ik het zou willen
mijn
zomer mee zou willen geven met de trek het nest bewaren tot hij
wederkeert
nu moet ik hem binnenhalen uitgewoond
Categorie:SeiZoenen
Identiteit
ze zag hem achter glas de heilige birmaan hij had net iets wat zij ook
had
ze dacht aan hem terwijl ze met de kater sliep
en
tussendoor ook nog
ze liep van straat naar straat leefde zich uit in
vele worpen
gevlekt gestreept een pootje wit van toen die keer de
albino of van de siamees een blauwig oor
en zo verloor zij zich na
al het vreemdgaan eindelijk geïntegreerd haar nageslacht een
naam:
de lapjeskat
Categorie:Over dieren
Huilen op de plee
laat ons pal in het midden staan waar geen krachten
meer van invloed zijn
trillend zullen wij tot stof vergaan zo
los zo hunkerend naar samenhang
een nevelvlek
gelijk ongrijpbaar onbegrijpbaar veel te dood
gedaan
*geschreven n.a.v. van de moord op Theo van Gogh en wat er kort
op volgde
Lijkje is gevonden...
...zei de
nieuwslezer
zo lag zij daar
gelijk een losgelaten blad
de kastanjes keken glimmend door hun
stekelige wimpers ze herkenden haar als een
van hen met haar
vijf gespreide vingers op haar ingedommeld lijfje vijf maal vijf ze
gingen tellen vingers tenen en de zin
van haar vreemde glazen
ogen van haar oortjes nog zo rood en haar bramenblauwe lippen om haar
mond waarin haar tong nog scheen te lonken naar de vlinder op haar neusje.
zie je wel
ze herkenden haar als een van hen
Categorie:Over mensen
Nostalgie
voor Martijn Benders
je zei toen
dat ik op witte sokjes liep zacht
klinkt dat met roze pomponnetjes eraan vieux rose vermoed ik
zo
dichtte ik staand daar waar we nog samen waren in de heer die poëzie
is
de sokjes, benders, zijn versleten met de pomponnetjes in
boorwater gedrenkt dep ik mijn ogen
eli eli lama sabachtani
Categorie:Waar is de tijd
De haptische misleiding
kijk mevrouwtje kom maar dichter dit is
poëzie meneer u ziet nog niets?
dit is dan ook het
allerlaatste snufje adem in en bla ha aas! daar komt de vis
die op
het droge leeft van stoten
hap
toe leg je hand maar op zijn
buik de maan is vol
*gepubliceerd in het tijdschrijft Digther 2009 - 10e jaargang 1 *gepubliceerd in het boek WaterMerk - een doorslag van 10 jaar literaire passie - Literair Tijdschrift DIGTHER - oktober 2010