Gepeperd, zalvend of komisch autogezever. Deze blog leest van onder naar boven.
Vriend worden op Facebook? https://www.facebook.com/vroum.vrouumm?ref=tn_tnmn
17-01-2011
The A-team.
Gans het weekend bezig geweest aan de Ben zijn bak. Zaterdagnamiddag samen met mijn collega de boel eens goed bekeken. Diagnose: Versleten, mooi afgestoomd origineel blokske, dito boitje en voortreintje. Niks andere nokkenasjes, uniballetjes en andere pagitjes. Gewoon de volledige mekaniek uit een oude doos in een mooi kaske.
Natuurlijk niet meer terug te vinden op het net. Advertentietje mooi gedeletet. Benneke was de wanhoop nabij.
Om drie uur kwam Mariette een kijkje nemen. Ik noem Ben zijn nieuw lief, pardon zijn nieuwe vriend, zo. Maar alleen tegen mijzelf. Luidop is nog iets te vroeg. Copain moet er eerst nog aan wennen.
En hij bracht redding! Zijne co is een soort boekhoudertje dat alles en nog wat opslaat, afdrukt en stockeert. Zoals de advertentie en de bijhorende mails van de verkoper. Copain en ik zijn de mens zaterdag nog een bezoekje gaan brengen. Het homokoppel mocht niet mee. In het slechtste geval kon het wel eens uit de hand lopen en zou het niet geschikt zijn voor hun ogen.
Rond tienen gisteren stopte er een rokende auto voor mijn deur. Een auto met buuzen. De Ben en zijn vader arriveerden met de miskoop. Ik moet zeggen, het is een mooie miskoop. Ziet er vanbuiten piekfijn uit. Vanbinnen ook. Ik moest het ook tegen hen toegeven, mooi karretje. Ik stelde voor om het te laten afkoelen en er s'namiddags aan te beginnen. 't Was bijna elf en ik kreeg dorst. Benneke was zodanig content dat hij driemaal trakteerde. Twee rondjes Jupiler en 's noens met frieten. Ik denk dat het was om zeker te zijn dat we naar zijn tuut zouden kijken.
'Aachh, nonkel Vroum. En, hebt ge hem gekocht?' Copain zijn zoon noemt me enkel nonkel als èm iets moet hebben van me. De gluiperd. ' Ne Jupiler vo de rallymannen, patron' Nu trakteert hij nog ook. De treitzak. Hij zal van een koele reis terugkomen.
Rond vijven waren we terug in de heimat. In de café, dus. De Capri gaan bekijken. Dat was het oorspronkelijke idéé. Hebben we gedaan ook. Na een aantal pitstops. Mooie auto. Van buiten. Maar motor vast. Muurvast. En van binnen, leeg. Zoals de bovenkamer van copain's zoontje. Ik heb de verkoper mijn telefoonnummer gegeven. Ben er toch een beetje zot van.
'En nonkel, nu ge nog altijd niks hebt voor jezelf, zou je een aankomend talent zoals ik geen beetje helpen?' Om zo een volzin in één keer uit te spreken moet hij hard getraind hebben, de puistekop. Ik gebaarde van piekens en liet hem de uitleg doen over zijn mank karretje dat hij gekocht heeft. Toen hij gedaan had zei ik dat hij hem morgen maar een keer moest naar mijn garagetje brengen. 'Ik ga er wel eens naar kijken.' Mijne maat zijn bakkes viel open. Op die van zijn zoon verscheen een brede smile. Zo van ' ziet ge wel.'
Geen van beiden hadden de grijns op mijn smoel gezien. Kon niet ook. Zoals die clown die Dakar rijdt, zingt. Hij zat vanbinnen.
Weeral gedaan met werken. De baas en de wulpse vertrekken voor het weekend naar het autosalon. Ik moet geen orders hebben van de gespierde stilo en heb een achternoentje genomen. Mijn copain komt me straks ophalen en we gaan naar de Capri kijken. Sorry voor de mens die een Escort voorstelde maar van de deze lopen er toch al genoeg denk ik. Toch bedankt voor de reactie.
Niet veel beweging op de rallysites. Geen schallende trompetten van gasten die iedereen naar huis gaan rijden met hun nieuw machien. Geen uitgebreide verslagen van piloten die uitleggen hoe ze het vandejaar eens zullen doen . Nee kalm. Het is te hopen dat het kalmte voor de storm is. Anders wordt het een slappe bedoening.
Ben vroeg op vandaag. Slecht geslapen. Dat rallygedoe is toch een dure aangelegenheid, mijn gedacht. Om te starten heb je al een hele kleerkast nodig. En een paardenstal om je gareel op te hangen. Mijn maat zijn hekse heeft haar veto gesteld. Die mag het al vergeten.
En toch moet ik zo'n bak hebben. Ik ga mijn eerste gedacht doen. Een oude machien weer leven in blazen. Daar ben ik een tijdje zoet mee. En weer gaan kijken. Dat mag copain dan wel weer. Als èm maar weg is. De Jupilerstand op de rally's zal weer gouden zaken doen.
Mijne copain is gisteren nog langs geweest. Hij had van zijn zoon enkele reglementen en prijzen mee. Prijzen van dingen die ge moet kopen als ge rally rijdt. Ja dadde! Ik dacht dat mijn brommerhelm die ik gespaard heb wel zou goed zijn. Hij is als nieuw. Ik heb hem maar enkele keren gedragen toen ik rijverbod had. Achteraan op de Mobilette van mijn vriend. Gelukkeg hebben er dat niet veel gezien!
Niet dus. En om het erger te maken zei de Ben dat ge moet oppassen wat ge koopt want volgend jaar moet ge een soort gareel dragen. Gelijk een paard. Wat gaan ze nog uitvinden om de mens zijn courage af te pakken? En zijn euro's.
De Ben is ook bij zijn kloten gepakt! Volgens copain scheelt er iets aan de motor. Hij is gaan kijken en zegt dat het wel een mooi ding is maar dat het na enkele kilometers begint te roken. Ik dacht 'Joupie!' en zei dat we die kerel die hem verkocht had eens een lesje gingen leren. Kwestie van mijne maat niet te schofferen. 't Is tenslotte nog altijd zijn zoon.
Gans de dag pissed rondgelopen. Pissed op die puistensmoel van een Ben. Pissed op mijn bazin. Dat ze nog eens vraagt om een depanageke te doen, de pot op! Pissed op mijzelf wegens weer een dag naar de kloten. Na 't eten een commissietje gedaan en vaneigens de café niet kunnen passeren. Mij kar remt daar vanzelf. Afgericht gelijk ne hond. Zoals het scharminkel van mijne copain. Die schijt al jaren bij de buren. Nee niet zijn wijf.
Zitten er daar toch twee over de koers te klappen zeker. 't Is al genoeg dat den televisie aan staat als dat geklooi met velo's uitgezonden word. Dat ze er voor de rest van over zwijgen. Of naar een andere café gaan. Of komen als ik er niet ben. Ik heb me er een secontje of twee mee gemoeid. De baas was niet content. Ik mocht blijven als ik zweeg. En wat doet ge als ge zwijgt in een café? Juist. Drinken. En balen. Die kerel die gewonnen heeft is van Balen. Dat zegt genoeg.
'Ha, de Vroum en zijn copiloot!' De zoon van mijne copain kwam breed lachend op ons toe. We zaten gisteren, zoals gewoonlijk de zondagmorgen, in 't café van een frisse pint te genieten. Genieten was nu ook de meest treffende benaming niet, de eerste twee smaakten naar dweilwater. Bon, hij kwam breed lachend op ons toe. ' Koopt ge geen steunkaart voor onze souper?' Hij duwde een groen stuk karton onder mijn neus met in grote letters ' Rallyteam De korte bocht'. Het duurde eventjes voordat ik het doorhad. De Ben heeft een rallyauto gekocht! Zonder dat wij het wisten. De puistekop. Ik voelde mij niet goed. En het was niet van de Jups. Achteraan het vodje stonden de sponsors vermeld. Waaronder het gourmetkot van aan de statie en mijn baas! Ik viel bijna van mijn stoel. 'Patron, twee nieuwe graag!'
Alles werd duidelijk toen ik de naam van zijn co las. De Ben trekt al een aantal maanden op met de zoon van de aannemer waar de bazin een boontje voor heeft. Zeg maar boon. Ik noem hem smalend mijne copain zijn toekomstige schoonzoon. Hij heeft dat niet graag. Mijn copain wel te verstaan want de Ben ziet het wel zitten. Die potschijters gaan nog trouwen, alleen weten ze het nog niet.
En ik die dacht dat autosport voor 'Echte' mannen was.
Na ons avontuurtje vandeweek hebben we besloten om het over een andere boeg te gooien. We gaan geen rallykot kopen. We hebben al duizend kilometer rond gereden en ofwel zijn ze te duur of is het van bedriegt de boel. Goendag als dat mijn collega-rallypiloten worden. Dan word ik liever imker. Of glasblazer, je verbrandt je mond misschien wel eens, maar niet je gat. En ik zit niet graag op blaren.
We hebben gisteravond onze plannen uitvoerig besproken in het café. Uitvoerig besproeit ook. Ik moet straks eens naar mijn maat bellen om te weten wat. En hoe. En wanneer.
Godmiljaar! Ik begin een heel ander idéé te krijgen van rallymensen. Wij, mijne copain en iemand die wel wat van rally afweet en dat autootje kent, en ik, werden eergisteren aanzien als de grootste dommekloten die er op deze aardkluit rondlopen. Die garagist was nog te doen maar de eigenaar en copiloot van dat stukje verdriet dacht dat hij ons alles kon wijsmaken. Ik zag direct dat er aan gewerkt was. Er lagen andere wielen op, de zetels waren dezelfde niet en de boite was vervangen. Toen ik hem erop wees dat er een andere versnellingsbak in zat ontkende hij in alle talen. Zelfs toen ik hem toonde dat ik, op aanraden van de mens die mee was, alle onderdelen gemerkt had probeerde hij het nog te ontkennen. De garagist kwam hem te hulp en zei dat hij waarschijnlijk de verkeerde boite er in geplaatst had toen hij de ambreyage verving. 'Hoe die was toch goed toen ik kwam kijken?' Ik was pas binnen en al kregelig. Geen goed teken. Zij kenden me niet. Nog niet. De zetels waren ook vervangen en die klootzak zei dat we zo overeengekomen waren. Toen hij bleef volhouden is mijne maat tussen ons komen staan. Hij kent me. Ik wilde daar geen minuut meer blijven en blies de deal af. Begon dat ettertje mij en mijn maten niet te beledigen zeker. Zo van ' Dat wil rallyrijden en heeft geen Euro in zijn zak' en ' Ze waren beter in hun boerenhol gebleven, de achterlijken' en nog iets over puisten. Ik ben rustig op hem toegestapt en hem beleefd de hand gedrukt. Gedrukt is een understatement. Hij zal in de eerste dagen geen stilo moeten hanteren. Nu kent hij me wel.
'k Ga vandaag eindelijk om mijn rallykotje gaan. Denk ik. Zojuist met die garagist gebeld en het staat daar zoals ik het achter gelaten heb. Zegt èm. Straks de remorque van 't werk halen, moet toch gans de week doppen, en mijne copain uit zijn lijden verlossen. Gisteren gevraagd of hij mee kon. Hij kan altijd mee, als hij maar van thuis weg is. Heeft me in't café, ik genees rap, wel de puiten uit mijn neus gevraagd maar ik heb niets losgelaten. Ben benieuwd hoe hij gaat reageren.
Goe noene. Juist uit mijn bed. Drie dagen perte total. En nie vant zuipen! De griep zegt den doktoor.
Ik moet het maar weten. Op één januari moet ik persé naar het café. Gaan nieuwjaren. Gratis aperitieven en een hoop gefrituurde hapjes naar binnen werken. En een bricet (aansteker, voor de Nederlandstaligen) als cadeau. Moest het enkel dat zijn dan zou het geen probleem zijn. Maar al de wijven die binnenzijn willen pieperen. De deze met de meest stinkende adem het eerst. Jèckes. En na den énén als ze teut beginnen te worden, nog een keer. Tegen drieën zitten we in de dans en om zessen wandelt Bibi in bloot bovenlijf naar huis. Wroed van coleire. Mirza, ze heet eigenlijk Patsy, heeft met haar zatte kloten mijn mouw van mijn zondags hemd gescheurd en ik heb het naar haar kop gesmeten. Ze kan een nieuw betalen, de magere tienke. Nadien nog teruggeweest, met nieuw hemd, en voor Brigit gezorgd. Heel den avond. Te veel gezweet zeker? 'Met mijn gat bloot gelegen.' Zegt de kleine. Ze moest het een keer weten.......
'Dingdong' ' Gelukkig Nieuwjaar van Dries en Greet' Who the fuck zijn Dries en die groeze? En waarmee houden veel mensen zich bezig? Dat ze mijn kop gerustlaten. Baf, gsm uit. Ik moest niks meer weten. Gisteravond rond elf zat ik thuis, alleen, mijn koeietoenge in Maderasaus naar binnen te spelen toen het berichtje binnenkwam. Het was de eerste oudejaar sinds mijn kleine het pand heeft verlaten en ik was veel te nuchter. Het café was om drie al gesloten en er was niemand om mee op kroegentocht te gaan. Dan maar thuis enkele Jups soldaat gemaakt maar ze smaakten niet echt. Mijn humeur verbeterde er niet veel op toen ze mijn eten bracht. Ze gingen naar één of andere megafuif en was er naar gekleed. Of beter gezegd; ontkleed. Met een vierkante meter stof, wat zeg ik, visnet maken ze vier van die dingen die ze aan had. Ze kon miljaar evengoed in haar bloten lopen. Ze lachte mijn ouderwetse opmerkingen weg en gaf me een kus. Ik werd er niet goed van. Toen ze wegging kreeg ik een krop in de keel. Verdomme, zo mooi, heb ik dat gemaakt?
Gisteren bijna een jager omvergereden. Express. Je kent ze wel, een bende roode koppen in kaki jassen met veel te veel zakken, die samenkomen om beestjes dood te schieten. Ze rijden bijna allemaal met een Engelse 4x4 die de rest vant jaar, in panne, in de garage staat. Ik heb een hekel aan dat soort gasten. Dat ze naar de beenhouwer gaan zoals wij.
Beestjes doodschieten. Met loden balletjes. Wij mogen geen lood in onze benzine en die luls verschieten elk een paar kilo, per dag, op onze akkers. Waar onze prei op gekweekt wordt en onze koeien grazen. Ze zouden dat beter eens aanpakken bij de milieudienst.
'k Heb hem toch goed doen verschieten. Hij liep op de zijkant baan de baan en ik op zo een meter of tien goed op de remmen. Jammer van de bandjes, maar fuck, ik heb het ervoor over. De panikeurs lagen met twee in de graskant. Vant verschot of de drank? Geen haas die het weet.
Een uurtje geleden uit bed gekropen, douchke gepakt en stuutje gegeten. Gisteren personeelsfeestje. Eerst apero en cadeautjes in d'oude garage en dan gourmetten aan de statie. Met z'n allen, eega's, voor zij die er nog één hebben, incluis. De baas aan t'ene eind van de tafel en de roodgelipte aan de andere kant. Venten links van hem, wijven aan de rechterkant. En niet over het werk praten! Anders geen eten. Het is een rare kwibus. De 'Pindar' moest aan de kant van de wijven, tegen zijn goesting. En tegen die van zijn gebuur, Dany's sckoon madam. Marylin Monroe verbleekt bij haar. Ik denk zelfs dat het bazinneke en beetje zaloes is. En dat den Dany mag oppassen.
En ik moest naast Poeze, zo noemt de baas haar, zitten. Hij betrouwt mij. En heeft gelijk ook. Ik ga er met mijn tengels afblijven. Tenzij de goedgeschapene er naar vraagt. Of wat denk je.
Na 't eten aan de overkant in de bazen hun stamcafé drank a volonté. Tot ten énen. Het is een spel waar ik anders nie veel kom. Te veel koper en te veel prèten, kakvolk, voor de slechte verstaander. Onze baas is zot van de cafébazin en gaat altijd aan de uitgang van de toog staan. In het passéren schuurt haar balkon tegen zijn rug. Iedere keer. Ze ziet hem waarschijnlijk ook wel zitten. Soorte zoekt soorte zeker? De cafébaas schenkt er geen aandacht aan, zijn serveuse zit meer aan hem te frunniken dan dat ze besteld. En onze bazinne? Ze zat bijna op den aannemer zijn schoot tegen dat het twaalf was. Is dat daar een hoereboel. Ten énen deed 'Poeze' teken dat we konden doordrinken op hun kosten. Zo lang er volk is kijken ze niet naar elkaar, de hete boulie's. Schitterende avond gehad.
Vanmorgen iets gemist in de garage. De rattesmoel kwam om negen, zo wit als een hotellaken, binnen en ging direct naar de bureau. Hij had een gazet bij zich en toonde die aan onze breedgeborste. Bij de personeelsadvertenties stond. ' Gemotiveerde autoverkoper voor merkgarage. Goede basisvoorwaarden en mooie bonussen. Dringend! Cv opsturen naar postbus nr zoveel in die gemeente' Het postnummer was dit van onze gemeente en laat onze baas nu toevallig de enige merkverdeler zijn. Het panikeurtje had waarschijnlijk al een paar keer op het potteke gezeten. En tegen zijn kloten gehad van zijn spieringk. Want hij is getrouwd met een messcherpe. Letterlijk en figuurlijk Lesbisch volgens de tamtam. Hij moet het maar weten, de kwijlebabbe.
Tien minuten later was de bazin in de carrosserie geweest met een grijns van hier tot ginder om tegen het jolige trio te zeggen dat het moest gedaan zijn met het verkopertje te pesten. Volgens de Pat, die wel van meer zal geweten hebben, kon ze zich niet inhouden van't lachen. Spijtig dat ik er niet bij was.
Gisteren al vroeg uit mijn bed gebeld door 't bazinneke. Ze begint er een gewoonte van te maken. De baas doodziek en er moesten twee auto's afgehaald worden in de hoofdstad van ons kloteland. 'Of ik het zag zitten?' Natuurlijk, ik weet uit ervaring dat het een leuke dag kan worden. Met de rondborstige in het camionneke. Moet eerlijk zijn. Het is geen lelijke en ze heeft altijd veel te warm. Ze kan ook niet recht naar huis. Daarin zijn we gelijk. Dus, vroeg vertrekken, potje koffie langs de baan, autootjes ophalen en goe restaurantje zoeken. Zoeken moeten we niet veel doen. De overspelige weet ze allemaal zijn. Om een lang verhaal kort te maken; 'k heb goe gegeten, mooi verdiend en ben weer wat slimmer geworden. Ze mag me nog bellen.
Vanmorgen weer eens naar Pitstop gekeken. Van moeten. Mijne copain mocht weer niet binnen. Is gisteren met zijn nieuwe rammelkar tegen de pilaster gereden. Bloednuchter! Volgens hem. Volgens zijn adem, niet. Stond om acht uur al aan mijn deur. Gelukkig was 't café gisteren gesloten anders had èm wel eens onderkoeld kunnen geweest zijn. Klotedag gisteren. En Pitstop ook klote. Je bent dat toch beu gezien na enkele minuten? Geef mij maar die oude bakken op You Tube.
We hebben afgesproken om vandenamiddag den uil te gaan uithangen in de sneeuw op het industriepark. Als hij weg mag. Ik zou dat kreng al lang vermoord hebben. En vrijgesproken geweest zijn.
Prettig Kerstfeest. Tegen wie zeg je het. Ben ik gisteren al een kwartier in Kortrijk aan't wachten toen ik berichtje kreeg. ' Mijne vent voert mij. Sorry. Ik bel je als ik kan'.
Snok, de prize dr uut. Mijn dag voor de kloten. 'Patron! Geef mor een pintje'
En vandaag met heel de familie een dagje verveeltherapie bij ons moe. Mijn sixpack zit al gekoeld in mijn tuut. Want daar is bier den duivel. 't Is nie moeilijk dat ons pa vroeg naar de eeuwige jachtvelden vertrokken is. Hopelijk is het voor hem een plek waar ze Jups hebben want van rijstpap was hij ook nie zot.