Een uurtje geleden uit bed gekropen, douchke gepakt en stuutje gegeten. Gisteren personeelsfeestje. Eerst apero en cadeautjes in d'oude garage en dan gourmetten aan de statie. Met z'n allen, eega's, voor zij die er nog één hebben, incluis. De baas aan t'ene eind van de tafel en de roodgelipte aan de andere kant. Venten links van hem, wijven aan de rechterkant. En niet over het werk praten! Anders geen eten. Het is een rare kwibus. De 'Pindar' moest aan de kant van de wijven, tegen zijn goesting. En tegen die van zijn gebuur, Dany's sckoon madam. Marylin Monroe verbleekt bij haar. Ik denk zelfs dat het bazinneke en beetje zaloes is. En dat den Dany mag oppassen.
En ik moest naast Poeze, zo noemt de baas haar, zitten. Hij betrouwt mij. En heeft gelijk ook. Ik ga er met mijn tengels afblijven. Tenzij de goedgeschapene er naar vraagt. Of wat denk je.
Na 't eten aan de overkant in de bazen hun stamcafé drank a volonté. Tot ten énen. Het is een spel waar ik anders nie veel kom. Te veel koper en te veel prèten, kakvolk, voor de slechte verstaander. Onze baas is zot van de cafébazin en gaat altijd aan de uitgang van de toog staan. In het passéren schuurt haar balkon tegen zijn rug. Iedere keer. Ze ziet hem waarschijnlijk ook wel zitten. Soorte zoekt soorte zeker? De cafébaas schenkt er geen aandacht aan, zijn serveuse zit meer aan hem te frunniken dan dat ze besteld. En onze bazinne? Ze zat bijna op den aannemer zijn schoot tegen dat het twaalf was. Is dat daar een hoereboel. Ten énen deed 'Poeze' teken dat we konden doordrinken op hun kosten. Zo lang er volk is kijken ze niet naar elkaar, de hete boulie's. Schitterende avond gehad.
|