Maandagskind heeft een lief snuitje maar o, wat is 't een ijdeltuitje Dinsdagskind dans heel net polka, wals of menuet Woensdagskind vindt steeds een traan immer heeft men 't kwaad gedaan Donderdagskind maakt reizen fijn met de boot of met de trein Vrijdagskind deelt gulweg rond wat het zelf ook lekker vond Zaterdagskind wordt heel gauw groot en wil werken voor zijn brood Maar 't kindje, dat 's zondags werd geboren is 't liefste schatje dat altijd lacht.
Is de wind die door de bomen giert De regen valt in een lange sliert Sneeuwvlokken vallen op klei en zand Dan is de maand maart in 't land. Plotseling komt de eerste lentedag die je met blijdschap begroeten mag.
Dagen worden langer de aarde is zwanger Een trilling doet de aarde beven om door te laten het jonge leven Zie om je heen deze wondere natuur. Adem de lucht in, zuiver en puur
De zon brandt niet maar streelt; zachte warmte waar iedereen in deelt Hou dit vast met intense blijheid geniet enorm in alle vrijheid Morgen jagen de wolken weer in snelle vaart Want het is en blijft nog altijd maart!
"Hé komaan" roept het beddengoed "De nacht raast door met haastige spoed Als je morgen fris op wil raken dan moet je nu maar alles staken Allé kom op slapen komen diepe rust en zalige dromen" We gaan maar stilaan alles doven en gaan naar bed toe daarboven.
Een kandelaar een licht op een steunpilaar goedkoop mij toch dierbaar een natuurlijke warmte in het duister een oase vergeten in de tijd van lampen en lompen bedriegen en spijt vergeet de tijd maar niet de kandelaar in plaats van te vliegen wordt een wandelaar geniet van de schoonheid van het licht van de kandelaar
Jij
mooie witte bloem Je meeldraden ontspruiten als
sieraden op je blanke huid En je witte bladeren glanzen
als satijn Zijdezacht Als ik me niet
vergis Amaryllis ben jij de mooiste bloem die er
is.