Zondag vandaag, ik heb pas gelezen dat Tom Boonen Parijs-Roubaix heeft gewonnen. Dat was iets waar ik vroeger wel voor zou zijn thuisgebleven. De grote wielerwedstrijden vond ik altijd een spannende bedoening, zeker de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik.
Maar ja, geen Parijs Roubaix dus maar de ronde van Inecik. Inecik is een klein dorpje in de bergen, een goede tien kilometer van ons verwijderd. Vandaag was het (net zoals gisteren trouwens) een zwoele dag. Je zou het doef kunnen noemen, want de zon zie je bijna niet, maar toch loopt het tegen de dertig graden.
Inecik is één van de weinige dorpen in de omgeving die we nog niet bezocht hadden en de weg naar Inecik ligt er slecht bij. Smal en kronkelend, maar tussen de bomen en velden en plots ben je er. Het dorpsplein ligt eigenlijk voor de moskee. Als er een tiental autos parkeren staat het er vol. Buiten, onder de schaduw van een boom, zitten enkele oude mannen te praten. Een oldtimer volkswagen siert het plein en ik weet dat Dirk hier onmiddellijk een foto van zou nemen.
Het dorpje zelf is klein, sommige huizen zijn gerestaureerd in natuursteen en verder zijn er enkel een paar smalle straatjes. Een oude vrouw gooit wat voedsel buiten voor zwerfkatten en maakt een praatje met Sevim. Ze toont waarlangs we moeten gaan. Niet dat er veel keuze is, er zijn eigenlijk maar twee straten maar toch blijft ze staan kijken of we de goede weg volgen. De straat verandert hier in een pad, vanwaar je een prachtig panoramisch zicht hebt op de omgeving. Alles staat in bloei en Sevim kan het niet nalaten om enkele wilde bloemen uit te graven om in ons tuintje te planten.
Iets verderop staat een oven langs de weg. Maar geen mensen. Het is overal stil en verlaten.
Terug op het dorpsplein wandelen we rond de moskee. Aan de achterzijde heb je zicht op het havendorpje Kaynarpinar. Als we terugkeren is er nog slechts één man op het dorpsplein. Hij begint onmiddellijk te vertellen dat Inecik een heel belangrijke geschiedenis heeft. Dewelke? Ja, dat weet hij zelf niet maar wel dat Inecik vroeger heel belangrijk was. Voor ons liggen een hoop maalstenen die volgens de man vroeger gebruikt werden om olie uit de olijven te persen.
We gaan zitten aan het dorpscafé. Dat is enkel s avonds open. Maar de deur staat open en wie wil kan gerust naar binnen gaan. Een paar minuten later komt een andere oude man erbij zitten. Hij was vroeger postbode in Izmir in het stadsgedeelte waar Sevim woonde. Een derde ouderling, met een halve fles water in de ene, een stok in de andere hand, komt er ook bijzitten. En geen minuut later komt de vroegere muhtar (de dorpsoverste) er ook bij. De man is 84 jaar. Zijn gezicht is doorgroefd maar hij kent de geschiedenis van het dorp. De meeste mensen hier zijn ouderlingen. De jeugd is weggetrokken en er is geen school meer. Vroeger was het een levendig dorp dat vooral van landbouw leefde, maar vandaag is het stil geworden. Een aantal oudere bewoners trekt in de winter naar Izmir en komt dan terug van zodra het weer beter wordt. Hij leeft hier winter en zomer.
De man vertelt ons dat hier altijd Turken hebben gewoond. De Grieken leefden in Mordogan en Karaburun, ook in Kaynarpinar, maar hier waren het Turken. Na de val van het Ottomaanse rijk kwamen er ambtenaren van de nieuwe Turkse staat en verklaarden de eigendomsbewijzen van Ottomaanse rijk ongeldig. Iedereen moest hier zijn grond terugkopen om een tapu (eigendomsbewijs) te hebben.
Ja, het is hier een schone omgeving. Maar heel weinig mensen leven hier nog. In de buurt wordt wel wijn gemaakt. Soms worden er nog huizen verkocht. Onlangs werd een kleine woning verkocht voor 15 miljard (de Turken spreken nog altijd in oude Turkse lira, dus het gaat nog altijd over miljoenen en miljarden), maar het is 15000 YTL, dus laat ons zeggen zon 7500 . En ja, de kinderen komen ook wel op bezoek dus in de zomer is het wel drukker.
Waarvandaan komt de yabanci, want ja, ze zien natuurlijk dat ik geen echte Turk ben. Van België. Belgika. Het duurt even om uit te leggen waar België ligt, maar één van de ouderlingen heeft een zoon die in Nederland woont. Hij heeft een andere zoon die 9 jaar met een vrouw in Antalya samenleefde voor hij ermee trouwde. En een dochter die niet wil trouwen.
Ja, er is geen cay. Het is nog te vroeg. Daarvoor moeten we wachten tot s avonds. Enkele van de ouderlingen kennen Sevims vader omdat zijn grond niet ver van Kaynarpinar ligt. Ze moet hem zeker de groeten doen.
De vrouw die het dorpscafé openhoudt komt ook even langs. Maar voor cay is het nog te vroeg. De muhtar blijft herinneringen ophalen uit het verleden. Ondertussen steekt er een vleugje wind op en wappert de Turkse vlag naast het borstbeeld van Atatürk.
We keren terug naar Mordogan. De mannen vragen ons om terug te komen. En dat zullen we zeker doen. Ik ben benieuwd naar de geschiedenis van het oude Inecik. Zal eens moeten praten met de amateurarcheoloog van Mordogan. Die moet er meer over weten. Maar dat is dan voor een volgend bericht.
Groetjes van Marc en Sevim.
PS: let op het kenteken van de volkswagen (begint met 34, dus uit Istanbul). Moet volgende keer vragen of dit de dolmus Inecik-Istanbul was.
Donderdag kregen we een telefoontje van Hayal, zij is de oudste dochter van Sevim en werkt in een winkelcentrum aan de autostrade van Izmir. Vrijdag is haar vrije dag en dus komt ze straks op bezoek.
Ik worstel nog steeds met maagkrampen maar in tegenstelling tot gisteren ben ik al een stuk beter, alleen voedsel kan ik met moeite binnenkrijgen. Het is rond negenen s avonds dat Hayal toekomt. Samen met Sevim zijn ze pide gaan eten in het dorp, pide waar ik mijn ziel (???) voor zou verkopen, maar ik kan geen voedsel zien.
Hayal is 26 jaar en volgde een opleiding in keramiek. Ze is een paar jaar geleden gehuwd met Ali die werkt als vertegenwoordiger voor een farmaceutische firma. Tijdens de thee en de koekjes (met moeite kan ik er eentje opeten) vraagt ze volop over België. Zij zou graag op bezoek komen als wij in juni terugkeren naar België, maar het probleem is dat zij geen groen paspoort heeft en dus een visa moet krijgen. Van hieruit kan ik dit moeilijk aanvragen in België en dus zullen we dit proberen via familie in Oostenrijk.
Hayal is niet hoopvol over de situatie in Turkije. Zij zou liefst stage doen in een paar grote bedrijven en hoeft daar zelfs niet voor betaald te worden. Het is moeilijk om uit te leggen hoe onze dierbare Europese Unie zijn grenzen heeft afgesloten maar het lukt toch. Ze is ontgoocheld.
Ali, haar man, is van opleiding kok en zou graag een restaurant openen in Turkije. Hij heeft voldoende attesten, heeft zelfs nog in het Hilton gekookt, maar vreest dat door de economische situatie hier, de kans groot is dat zijn opzet zal mislukken. Hoeveel kost het om een restaurant te openen in België? Tijdens het gesprek voel je aan hoe moeilijk het is om vergelijkingen te maken tussen ons systeem en Turkije. Hier zijn weinig of geen regels, maar hoe leg begrippen als vestigingswet, arbeidskaart, zelfstandigenstatuut, uit. Af en toe moet ik afhaken. Ik versta wel een beetje Turks maar het is vermoeiend omdat je telkens woorden moet vertalen, soms dingen verkeerd begrijpt en ik voel dat mijn hersens dan vermoeid raken. Maar moeder en dochter hebben genoeg nieuwtjes te vertellen aan elkaar zodat ik me regelmatig op de achtergrond kan houden.
Na de thee volgt nespresso. Als koffieverslaafde hebben we een senseo- en een nespresso machine meegenomen. Het zal wel niet het beste effect op mijn maagsappen hebben maar de ristretto is zalig. Ja, turkse koffie lust ik best, maar nescafé is niet aan mij besteed.
Later op de avond, het is al na twaalven, vraag ik Hayal hoeveel uren per week ze moet werken. Dat varieert. Ze werkt zes van de zeven dagen en begint s morgens meestal om half negen tot half zeven s avonds. Dikwijls loopt dat nog uit. Iedere weekend moet ze werken. Dus, gemiddeld zon zestig uur per week minimum. Haar job bestaat erin om de verhuur te regelen van winkels in het winkelcentrum en de promotiecampagnes te verzorgen. Dus ik ben benieuwd hoeveel haar maandelijks inkomen is. Turkije heeft immers een minimumloon, volgens de officiële cijfers is dit sinds 1 januari van dit jaar 435 YTL, zeg maar omgerekend zon 220 per maand.
Hayal verdient een stuk meer, 800 YTL, aan de huidige koers zon 400 . Ze heeft ook sociale zekerheid maar op basis van het minimumloon. Dat wil zeggen, op basis van 435 YTL. De rest wordt zwart uitbetaald. En haar functie is zeker geen lage functie, veel van haar collegas verdienen een stuk minder dan haar. Per jaar heeft ze één week vakantie en tijdens de vakantieperiodes (bayrams) moet ze dikwijls komen werken als er promotiecampagnes zijn. Ze vreest voor de toekomst.
En de vakbonden dan? Natuurlijk stel ik vanuit mijn verleden die vraag. Stakingsrecht is er niet of nauwelijks. Ze vertelt dat ze vroeger naar een restaurant ging waar twaalf personeelsleden werkten. Die gingen alle twaalf in staking. De dag daarop waren ze ontslagen en nam de patroon nieuwe werknemers aan.
Officieel is de wekelijkse maximum werkduur in Turkije 48 uur, Hayal werkt gemiddeld zestig uur, maar haar baas (die 1100 YTL verdient, zeg maar zon 550 ) werkt twaalf uur per dag. En zij mag dan nog niet klagen. Meer dan 40 % van de Turkse werknemers verdient juist het minimumloon, zij zit er dus nog een stuk boven. Het IMF en de TUSIAD (werkgeversorganisatie) vinden bovendien dat het minimumloon dringend naar beneden moet. De loonkost is te hoog in Turkije. Waar hebben we dat liedje nog gehoord???
Ze zou wel kinderen willen hebben, maar vreest hierdoor haar job te verliezen. Een collega heeft na de geboorte van haar kind twee jaar het werk onderbroken en vindt geen job meer. Ze is te oud, namelijk dertig jaar. Is er dan geen kinderopvang? O ja, die is er. Een collega van haar doet haar kindje naar de kinderopvang. Maandelijkse kost hiervoor is 550 YTL, terwijl ze 750 YTL verdient. Wordt er rekening gehouden met het inkomen van de ouders als je je kinderen naar de kinderopvang brengt? Nee. Het is voor iedereen hetzelfde. Ook dit is Turkije, het werkelijke Turkije dat leeft achter de prachtige stranden en vijfsterrenhotels waarop velen hun oordeel van het land geven. Voor vele mensen hier is het echt de struggle for life.
Maar Hayal houdt van Turkije. Alleen maakt ze zich zorgen over de toekomst. Over haar toekomst. Keuzes maken is niet makkelijk in zon situatie. Zij wijt de dingen voor een stuk aan de grote bevolkingstoename in Turkije. De Koerden hebben gemiddeld zon zes à zeven kinderen en Koerdische werkgevers willen geen Turken in dienst nemen. Ze vertelt over een buur, een Koerd die het gemaakt heeft en een groot bedrijf bezit. Hij vertelt dat hij steeds in armoede en ellende heeft geleefd, folteringen heeft meegemaakt en dat hij in Erzurum geen leefbaar bedrijf kon oprichten. Nu heeft hij het gemaakt met een bedrijf in Istanbul. Hij zegt dat de Turken op de mooiste plaatsen in Turkije leven, maar dat hij nu appartementen zal opkopen in Cesme. Ze vreest dat de Koerden binnen twintig jaar misschien wel de macht zullen krijgen in Turkije, want de VS steunen de Koerden.
Het lijkt me onwezenlijk, zon discussie. Niet dat Hayal iets tegen de Koerden heeft, integendeel, maar vooroordelen zijn er wel. Net zo goed als die bij ons bestaan, dan niet zozeer tegen de Koerden, wel tegen de allochtonen. Het gesprek komt als vanzelf op de AK-partij. De meerderheid van de bevolking steunt de AK-partij omdat zij nog de meest democratische is. Ze hoopt dat er geen militaire interventie komt van het leger. Maar alles lijkt zo onzeker in Turkije. Ze vindt dat Turken en Koerden moeten samenwerken. Ze voelt hoe de twee bevolkingsgroepen steeds meer frontaal tegenover elkaar komen te staan. Maar is dit haar schuld? Is het de schuld van de Turken, de schuld van de Koerden of de schuld van de regering? En wat is de rol van de VS???
Het wordt nog een lange discussie, tot half vijf s morgens. We spreken over democratische vrijheden, de rol van Europa, de toekomst van de economie. Hoewel het niet goed is voor mijn maag, drink ik nog meer koffie. En eigenlijk voel ik nu het gemis dat ik totaal onvoldoende Turks ken. De koffie houdt me wakker en eigenlijk is niemand moe als we gaan slapen. We hebben allemaal iets bijgeleerd en dat is altijd verrijkend aan een discussie.
Na een korte nacht gaan we buiten ontbijten. Het is bewolkt maar absoluut niet koud en mijn maag is iets beter. Toch volstaan een klein sneetje brood en een eitje van de boer met enkele koppen thee als ontbijt, voor mij althans. Het ontbijt is toch altijd een belangrijk begin van de dag, zeker in Turkije. Je blijft praten, niet gehaast. Het is een ritueel dat ik niet meer zou kunnen missen. Dat had ik ook al in België.
Na het ontbijt (het is intussen al na de middag) wandelen we naar café Marina om een Turkse koffie te gaan drinken. Na één minuut zie je de zee, de bergen en de lente. Alles staat in bloei. Ik neem enkele fotos van de omgeving. De wilde rozen, de velden met paarse bloemen waaruit juist een kudde geiten komt gelopen. Café Marina ligt aan de nieuwe haven van Mordogan. Deze is bestemd voor de grotere schepen en waarschijnlijk ook voor de overzetferry die naar Izmir zal gaan. Er is wat wind en Sevim is boos omdat ik te licht gekleed loop. Waarschijnlijk was ik nog niet ziek genoeg. Als ik vanavond terug koorts heb, moet ik niet klagen. Nou ja, dat zien we dan wel, ik weet dat ze toch steeds goed voor me zorgt.
In café Marina is ook een sprekende papegaai. Natuurlijk Turks maar het beestje (Feyaz is de naam) is opvallend stil vandaag. Het restaurant heeft ook een zwembad. De eigenaar heeft al gezegd dat we gerust mogen komen zwemmen (hoewel, daar is het nu wel te koud voor). De prijzen zijn goedkoop. Een hoofdgerecht heb je voor 3,5 à 5 . De prijzen van de dranken zijn iets duurder dan in het dorp van Mordogan, maar nog steeds goedkoop. En de prijs van raki is de prijs van de fles in de winkel.
We keren langs een andere weg terug naar huis. Hier stappen we voorbij ons geliefkoosd plekje aan het rotsstrand. Nog een laatste fotootje. Rond zes uur vertrekken Hayal en Sevim. Ze gaan eten. Ik kan nog steeds geen eten zien en vul de weblog aan. Juist één maand geleden zaten we nog in Europa, op weg naar Mordogan. Deze maand is voorbijgevlogen en het lijkt pas gisteren. Ik hoor juist Sevim vertellen dat het morgen en overmorgen dertig graden wordt. Dat mag wel na een overtrokken dag als vandaag. Maar het zal zalig zijn. De groetjes van Sevim en Marc. Volgend bericht zal na het weekend zijn.
Bijna een maand geleden vertrokken we naar Turkije. Het was een hectische week van afscheid nemen en inpakken. We kwamen tijd tekort en het leek of we nooit alles wat we wilden meenemen in dozen en koffers konden krijgen. Spanning, weinig slaap en zenuwen.
Het reisverslag zelf kan je lezen op onze weblog. De bedoeling was daar dagelijks of wekelijks wat nieuws over onszelf en onze belevenissen in te zetten, maar helaas, de internetverbinding hier laat het wel regelmatig eens afweten. We hebben een draadloze modem, maar die zit wel ingeplugd, anders werkt de computer niet. Onze laptop daarentegen is draadloos. Een droom zou je kunnen zeggen. Als het weer meevalt dan kan je lekker buiten internetten. Het is echter een langzame droom. De specialist van ons dorp (er blijkt er maar ééntje te zijn) kent blijkbaar nog minder van computers dan ik en na vier uur werk (ja hoor, vier uur, we moesten de man immers dezelfde dag nog terugroepen omdat niets meer werkte), kan je de laptop gebruiken. Alleen, je moet geduld hebben. Het opstarten verloopt tergend langzaam (en dat bedoel ik dan letterlijk), daarna blijkt de laptop onvoldoende geheugen te hebben (het programma word opent na zeven minuten) en dan, met wat geluk, kan je starten. Enfin, niet alles kan perfect verlopen en we zoeken nu een nieuw talent om aan dit euvel te verhelpen.
De dag van onze aankomst in Turkije hielden we een laatste stop om een koffie te drinken. Daar zagen we op het scherm dat een aanklacht was ingediend om de AK-partij (de regerende partij) te sluiten. Het was dan ook het gespreksonderwerp (en nu nog) onder de bevolking.
De dag na onze aankomst sliepen we in Izmir, bij Sevims ouders. s Avonds was er een verjaardagsfeest voor Gülce, de jongste dochter en dat vergde wat voorbereiding. Overdag gingen we op zoek naar prijzen voor een airco. Eerst naar een vriend van Sevims vader ergens in Izmir. Ik zeg ergens want hij neemt nog steeds de oude routes van Izmir en dat wil wat zeggen in een miljoenenstad. Toch trekt hij flink zijn plan en weet zich overal een weg te banen. Het weer was goed en dat doet je de moeheid van de reis vergeten, maar toch, Izmir is niet direct een stad om tot rust te komen. Nu ze een metro aan het aanleggen zijn, is het zeker een prestatie om nog overal te geraken. Maar ja, ik heb nu eenmaal een duivelse schrik van het verkeer in steden en ook al dacht ik Izmir te kennen, het is en blijft een stad die voortdurend in verandering is.
In dolunay pastanesi (een bakker die taarten maakt) kregen we afslag op de verjaarsdagstaart en bovendien wilde men ons nog gratis thee geven. Ja, dat is wel een verschil met België en dat voel je. Bij ons is alles geregeld tot op de cent maar in Turkije loopt dat allemaal wel los. Een andere cultuur, een andere mentaliteit.
Vanuit het appartement van Sevims ouders zie je Limontepe. Het is ook een stadsdeel van Izmir en was vroeger een gececondu. De gececondus zijn de sloppenwijken van de grote steden. Het principe was: wie op één nacht een huis op een stuk grond kon bouwen mocht er blijven wonen. De reusachtige migratie van het platteland naar de grote steden heeft dit principe wel uit de wereld geholpen. Maar de naam is gebleven. Als de gececondu voldoende groot geworden is komen de speculanten. Wegen worden aangelegd, appartementen gebouwd en na een tijd lijkt het een normaal stuk van de stad. Maar tussen de appartementen zie je nog slordig opgetrokken gebouwtjes staan en af en toe zie je er zelfs nog een geit of een schaap rondlopen.
Het feest verliep zoals de meeste feesten. Veel meer volk dan voorzien, maar daar wordt steeds een mouw aangepast. Ook wordt één van de kamers in beslag genomen als rookkamer. Het wordt als ongepast beschouwd als je rookt in de aanwezigheid van je vader, zeker voor vrouwen. Je gaat dus uit beleefdheid naar een andere kamer en dat is dan ook snel een echt rooklokaaltje, want roken als een Turk is nog altijd van toepassing.
O ja, het doet zon deugd als je in een restaurant nog een sigaretje kan aansteken. Sorry voor de niet rokers, maar voor ons is dat een verademing.
De volgende dag weer bezoek. Wij waren doodmoe, maar op bezoek gaan of bezoekjes brengen is dagdagelijkse kost in Turkije. En natuurlijk, met mijn pover Turks kan ik me moeilijk uit de slag trekken. Maar Sevim voelt zich natuurlijk in haar sas. Voor haar is het een weerzien van vrienden en familie.
Op maandag vertrokken we dan naar Mordogan. Eens je de stad uitbent kom je op een mooie autostrade richting Cesme. Iets minder dan een euro voor zon tachtig kilometer. Maar de weg is mooi en regelmatig zie je de bosrijke omgeving en natuurlijk de zee.
We stoppen in Urla en gaan dan terug op de oude weg. Na een tiental kilometer is er de afslag naar Karaburun en dan volg je letterlijk de zee. Het voordeel is dat het uitzicht prachtig is. Het nadeel dat de weg smal en kronkelend is en dikwijls omhoog en omlaag gaat. Maar het zicht van de zee, de kleine dorpjes langs de weg, de vakantiewoningen. Tegelijk het gevoel dat je weer thuis bent, weg uit de drukte. Het is zalig.
Op onze site zijn er toch al enkele bewoners. We hadden gedacht bijna alleen te zijn, maar dat blijkt dus anders. Dan begint het uitladen van de wagen. Een hectische klus nadat de Zwitserse douane zijn werk had gedaan. Het huis moet bovendien dringend worden opgekuist want zaterdag komen Dirk en Marina op bezoek en moet alles in orde zijn.
Het is een week van werken, maar ook een week waar de zon schijnt. Alleen vrijdag is het regenweer. In het dorp van Mordogan herkent men ons direct. De aile cay bahcesi (de volkstuin zeg maar) is grondig veranderd. Vroeger was alles in openlucht maar nu is in PVC een groot gebouw opgetrokken, waar het leven doorgaat zoals vroeger. Hoofdzakelijk mannen (maar niet uitsluitend) en die drinken hun cay, spelen tavla of ok, kaarten of lezen gewoon de krant. We eten er döner (ja die is hier een heel stuk beter dan bij ons) drinken ayran en daarna een theetje en dat voor de gezamenlijke prijs van zon 4 euro.
Ook ons visrestaurantje is verbouwd. Het is een stuk sjieker geworden maar de prijzen zijn hetzelfde gebleven. We kopen onze vis in de viswinkel en daarna wordt de salade met het brood gebracht door de eigenaar van het restaurant. Natuurlijk is de vis iedere dag vers. Mordogan is immers een vissersdorp. Het enige nadeel aan de vis zijn de graten. Bij ons in de supermarkt ontdekte ik dat je ook cupra (baars) kan kopen (cultuur-cupra uit Griekenland). Diepgevroren kost die 16 euro voor twee stuks. Hier betalen wij zon 2 à 3 euro voor twee grote verse cupras.
Wat ook opvalt is het toegenomen nationalisme. Je voelt dat Turkije duidelijk in kampen opgesplitst wordt en hier in de streek (hoofdzakelijk CHP) zijn er veel voorstanders om de AK-partij te sluiten. Ook hoofddoeken zie je hier heel weinig en dan zijn het nog meestal oudere vrouwen. Zeker geen çarsafs (die alles bedekken) en ook zeer uitzonderlijk de turban (hoofddoek die volledig het haar en de nek bedekt). De turban is zowat het politieke symbool van de AK-partij en zelfs vrouwen die de hoofddoek dragen zijn hier dikwijls tegenstander van de AK-partij. Daartegenover staat natuurlijk Atatürk. Grote doeken van de vader des vaderlands duiken op tot in de kleinste winkels. Turkse vlaggen en Atatürk, ze waren altijd aanwezig maar zeker in Izmir nog veel prominenter dan vroeger.
Iedere dinsdag is er volksmarkt en daar staan de kraampjes met verse kazen, olijfolie, olijven, de diverse groenten (waarvan je er hier een aantal niet kan vinden). Het is er spotgoedkoop, zeker als je dat met België vergelijkt. Hier in Mordogan zijn het vooral de boeren uit de omgeving die hun waren komen verkopen en de prijzen van groenten en fruit zijn een stuk goedkoper dan in Izmir. Zelden betaal je voor groenten of fruit meer dan één euro per kilo.
De bewaker van de site is Bekir. De man is afkomstig uit Sivas en is een duiveltje doet al. Hij is getrouwd, heeft drie kleine kinderen en leeft van het minimumloon. Dit is natuurlijk niet voldoende en bijgevolg klust hij volop bij. Ik versta al slecht Turks maar Bekir kan ik absoluut niet verstaan, hij spreekt op zon speciale manier dat hij een deel van zijn woorden inslikt. Onze voortuintjes, die natuurlijk na zon lange periode overwoekerd zijn van het onkruid, spit hij op een uurtje om en daarna is hij weer elders aan de slag. s Avonds, rond bedtijd, horen we zijn fluitje waarmee hij zijn spelende kinderen zoekt.
Ook tijdens de week krijgen we bezoek. Sevims vader en moeder hebben een stuk grond gekocht, een tiental kilometer voorbij ons. Het ligt langs de baan en heeft een prachtig panoramisch zicht op de zee en de bergen ervoor. De tuin staat vol met olijfbomen en verschillende fruitbomen. Na het kopen van de grond had Sevims vader een klein huisje gebouwd, weliswaar zonder vergunning. De gendarma gaf hem bevel de werken te stoppen, wat hij ook deed en hij trok de zaak in proces. Intussen had hij het huisje gedeeltelijk laten afbreken. De rechter gaf hem ongelijk en intussen heeft hij het huisje, iets beter, opnieuw laten opbouwen. Die week komen Sevims ouders een watertank installeren, want er is geen bron op de grond. s Middags komen ze op bezoek en ze hebben verse kefal gekocht, een heel lekkere vis recht uit de zee (dus geen cultuur-vis wat men hier boerenvis noemt). De kefal wordt grondig gekuist en op stukken gesneden. Daarna gedrenkt in de olijfolie en dan op de steengrill. Als de zon schijnt kan je telkens buiten zitten. De dag daarna komen haar ouders met twee werkers op bezoek om de watertank verder te installeren. Toen haar vaders advocaat hem vertelde dat hij nu wel risico liep in de gevangenis te belanden zei hij laconiek dat het hem te gek leek om los te lopen om een man van over de tachtig nog in de bak te steken.
Sevims vader is heel principieel. In Turkije valt immers veel te regelen met rusvet wat zoveel betekent als smeergeld. Betaal je dat niet, dan komen er regels en ja, dan draai je ervoor op. Ook in de pers lees je regelmatig artikels over het smeergeld maar de minister van binnenlandse zaken heeft al laten weten dat dit tips zijn, geschenkjes en dat dat deel uitmaakt van de Turkse cultuur al van in het Ottomaanse Rijk. Van deontologische codes heeft men hier nog nooit gehoord en er zal nog veel water door de Egeïsche, Zwarte en Middellandse Zeeën stromen voor men deze dingen hier op papier zet.
Sevims vader is prominent voorstander van een verbod van de AK-partij. Als groot aanhanger van Atatürk vindt hij de scheiding van godsdienst en staat een noodzaak. Dank zij Atatürk is er verandering gekomen en is Turkije gemoderniseerd. Nu wil men de klok terugdraaien en daarom wil hij dat de invloed van de islam op het politieke leven aan banden wordt gelegd. Bovendien is de AK-partij een partij die de openbare diensten privatiseert, iets waar hij ook tegenstander van is, hoewel hij politiek conservatief kan genoemd worden. Ja, soms lijken de dingen niet wat ze zijn. Want iedere vrijdag gaat hij naar de moskee. Tegelijk zal hij het echter ook niet laten om af en toe eens een rakietje te drinken.
Na de eerste week gaan wij op zaterdagmorgen Dirk en Marina afhalen op de luchthaven in Izmir. Door wegenwerken raken wij in een omleiding terecht waar de chaos troef is. Maar we zijn er op tijd en na het inladen van de bagage vertrekken wij naar Mordogan. Dirk en Marina zijn moe. s Nachts op de luchthaven, nog een tussenlanding in Bodrum, dat kruipt in je kleren.
We doen het rustig aan. Het dorp verkennen, de omgeving van het eiland, een daguitstap naar Izmir, maar tegelijk is het iedere dag feestmenu. Voor de lijn is dat natuurlijk niet ideaal, maar vakantie heb je niet iedere dag. Het is plezant en leuk om eens vrienden uit België terug te zien. Het weer is wel niet iedere dag zonnig, maar als de zon doorbreekt, dan is het een droom. De beschrijving van het schiereiland zelf, zal ik op een andere keer toelichten. Wel is het zo dat het grote toerisme hier nog geen poot aan de grond heeft gekregen en dat de autenticiteit behouden is. Dirk zegt dat hij, moest hij hier wonen, direct een zeilbootje zou kopen. De bijna steeds aanwezige wind moet voor zeilers een droom zijn.
Een week vliegt voorbij. De laatste dag voor hun vertrek gaan we nog eens naar Izmir. Daar gaan we gözleme eten aan de teleferik, die helaas in de week is gesloten. Daarna wandelen we aan de zee in Güzelyali (één van de stadsgewesten van Izmir) om de avond af te sluiten met een etentje in Acemoglu, een lokanta waarvan de uitbaters afkomstig zijn uit Urfa.
De volgende morgen is het zover. Dirk en Marina vertrekken terug en we keren terug naar Izmir, op zoek naar een aannemer om onze ramen en deuren te vervangen. Izmir is echter superdruk en ik verlang al bijna direct terug naar Mordogan, naar de rust en de zee.
s Maandags is het weer zomers, maar daarna is het dikwijls overtrekken en bewolkt. We laten onze internetaansluiting maken, maar zoals ik vooraf al had uitgelegd is de installatie een ramp. Ook nu nog.
Sevim en ikzelf voelen nog steeds de moeite van de reis en een echt vakantiegevoel hebben we nog niet. Als het weer dan weer eens omslaat voel je je plots terug in België. Ondertussen vergelijken we de offertes voor ramen en deuren en regelmatig telefoneren we voor bijkomende informatie. Uiteindelijk blijkt één firma aangewezen en de vertegenwoordigers komen berekeningen maken. Ja, je voelt je een beetje als bouwheer en bouwvrouw en dat is niet direct mijn stijl. Maar ja, de werken zijn uiteindelijk noodzakelijk, dus is het beter er niet te lang mee te wachten.
In het weekend gaat Sevim alleen naar Izmir. Ik moet nog steeds de rust vinden en in de stad is dat moeilijk. Gans het weekend regent het en heb ik problemen met het internet. Als Sevim terugkeert ben ik dolgelukkig.
Maandag en dinsdag was het prachtig weer. We hebben een overeenkomst met de aannemer voor de ramen en deuren en gans de dinsdag heb ik onder een stralende zon gezeten.
Helaas, ik heb me waarschijnlijk veel te weinig beschermd en in de nacht van dinsdag of woensdag ben ik zo ziek als een hond. Vandaag is het donderdag. Ik maak de tekst af die ik een paar dagen geleden begonnen ben, maar voel me nog steeds ziek en doodmoe.
Verder is het weer zonnig, echt zomers en het is zonde om in je bed te moeten liggen bij zulke temperaturen. Maar ik zal eerst moeten uitzieken om er terug wat door te komen.
Vanaf nu hoop ik regelmatig op de weblog te kunnen schrijven. We zien nog wel. Tot ziens en reageer maar.