Bijna een maand geleden vertrokken we naar Turkije. Het was een hectische week van afscheid nemen en inpakken. We kwamen tijd tekort en het leek of we nooit alles wat we wilden meenemen in dozen en koffers konden krijgen. Spanning, weinig slaap en zenuwen.
Het reisverslag zelf kan je lezen op onze weblog. De bedoeling was daar dagelijks of wekelijks wat nieuws over onszelf en onze belevenissen in te zetten, maar helaas, de internetverbinding hier laat het wel regelmatig eens afweten. We hebben een draadloze modem, maar die zit wel ingeplugd, anders werkt de computer niet. Onze laptop daarentegen is draadloos. Een droom zou je kunnen zeggen. Als het weer meevalt dan kan je lekker buiten internetten. Het is echter een langzame droom. De specialist van ons dorp (er blijkt er maar ééntje te zijn) kent blijkbaar nog minder van computers dan ik en na vier uur werk (ja hoor, vier uur, we moesten de man immers dezelfde dag nog terugroepen omdat niets meer werkte), kan je de laptop gebruiken. Alleen, je moet geduld hebben. Het opstarten verloopt tergend langzaam (en dat bedoel ik dan letterlijk), daarna blijkt de laptop onvoldoende geheugen te hebben (het programma word opent na zeven minuten) en dan, met wat geluk, kan je starten. Enfin, niet alles kan perfect verlopen en we zoeken nu een nieuw talent om aan dit euvel te verhelpen.
De dag van onze aankomst in Turkije hielden we een laatste stop om een koffie te drinken. Daar zagen we op het scherm dat een aanklacht was ingediend om de AK-partij (de regerende partij) te sluiten. Het was dan ook het gespreksonderwerp (en nu nog) onder de bevolking.
De dag na onze aankomst sliepen we in Izmir, bij Sevims ouders. s Avonds was er een verjaardagsfeest voor Gülce, de jongste dochter en dat vergde wat voorbereiding. Overdag gingen we op zoek naar prijzen voor een airco. Eerst naar een vriend van Sevims vader ergens in Izmir. Ik zeg ergens want hij neemt nog steeds de oude routes van Izmir en dat wil wat zeggen in een miljoenenstad. Toch trekt hij flink zijn plan en weet zich overal een weg te banen. Het weer was goed en dat doet je de moeheid van de reis vergeten, maar toch, Izmir is niet direct een stad om tot rust te komen. Nu ze een metro aan het aanleggen zijn, is het zeker een prestatie om nog overal te geraken. Maar ja, ik heb nu eenmaal een duivelse schrik van het verkeer in steden en ook al dacht ik Izmir te kennen, het is en blijft een stad die voortdurend in verandering is.
In dolunay pastanesi (een bakker die taarten maakt) kregen we afslag op de verjaarsdagstaart en bovendien wilde men ons nog gratis thee geven. Ja, dat is wel een verschil met België en dat voel je. Bij ons is alles geregeld tot op de cent maar in Turkije loopt dat allemaal wel los. Een andere cultuur, een andere mentaliteit.
Vanuit het appartement van Sevims ouders zie je Limontepe. Het is ook een stadsdeel van Izmir en was vroeger een gececondu. De gececondus zijn de sloppenwijken van de grote steden. Het principe was: wie op één nacht een huis op een stuk grond kon bouwen mocht er blijven wonen. De reusachtige migratie van het platteland naar de grote steden heeft dit principe wel uit de wereld geholpen. Maar de naam is gebleven. Als de gececondu voldoende groot geworden is komen de speculanten. Wegen worden aangelegd, appartementen gebouwd en na een tijd lijkt het een normaal stuk van de stad. Maar tussen de appartementen zie je nog slordig opgetrokken gebouwtjes staan en af en toe zie je er zelfs nog een geit of een schaap rondlopen.
Het feest verliep zoals de meeste feesten. Veel meer volk dan voorzien, maar daar wordt steeds een mouw aangepast. Ook wordt één van de kamers in beslag genomen als rookkamer. Het wordt als ongepast beschouwd als je rookt in de aanwezigheid van je vader, zeker voor vrouwen. Je gaat dus uit beleefdheid naar een andere kamer en dat is dan ook snel een echt rooklokaaltje, want roken als een Turk is nog altijd van toepassing.
O ja, het doet zon deugd als je in een restaurant nog een sigaretje kan aansteken. Sorry voor de niet rokers, maar voor ons is dat een verademing.
De volgende dag weer bezoek. Wij waren doodmoe, maar op bezoek gaan of bezoekjes brengen is dagdagelijkse kost in Turkije. En natuurlijk, met mijn pover Turks kan ik me moeilijk uit de slag trekken. Maar Sevim voelt zich natuurlijk in haar sas. Voor haar is het een weerzien van vrienden en familie.
Op maandag vertrokken we dan naar Mordogan. Eens je de stad uitbent kom je op een mooie autostrade richting Cesme. Iets minder dan een euro voor zon tachtig kilometer. Maar de weg is mooi en regelmatig zie je de bosrijke omgeving en natuurlijk de zee.
We stoppen in Urla en gaan dan terug op de oude weg. Na een tiental kilometer is er de afslag naar Karaburun en dan volg je letterlijk de zee. Het voordeel is dat het uitzicht prachtig is. Het nadeel dat de weg smal en kronkelend is en dikwijls omhoog en omlaag gaat. Maar het zicht van de zee, de kleine dorpjes langs de weg, de vakantiewoningen. Tegelijk het gevoel dat je weer thuis bent, weg uit de drukte. Het is zalig.
Op onze site zijn er toch al enkele bewoners. We hadden gedacht bijna alleen te zijn, maar dat blijkt dus anders. Dan begint het uitladen van de wagen. Een hectische klus nadat de Zwitserse douane zijn werk had gedaan. Het huis moet bovendien dringend worden opgekuist want zaterdag komen Dirk en Marina op bezoek en moet alles in orde zijn.
Het is een week van werken, maar ook een week waar de zon schijnt. Alleen vrijdag is het regenweer. In het dorp van Mordogan herkent men ons direct. De aile cay bahcesi (de volkstuin zeg maar) is grondig veranderd. Vroeger was alles in openlucht maar nu is in PVC een groot gebouw opgetrokken, waar het leven doorgaat zoals vroeger. Hoofdzakelijk mannen (maar niet uitsluitend) en die drinken hun cay, spelen tavla of ok, kaarten of lezen gewoon de krant. We eten er döner (ja die is hier een heel stuk beter dan bij ons) drinken ayran en daarna een theetje en dat voor de gezamenlijke prijs van zon 4 euro.
Ook ons visrestaurantje is verbouwd. Het is een stuk sjieker geworden maar de prijzen zijn hetzelfde gebleven. We kopen onze vis in de viswinkel en daarna wordt de salade met het brood gebracht door de eigenaar van het restaurant. Natuurlijk is de vis iedere dag vers. Mordogan is immers een vissersdorp. Het enige nadeel aan de vis zijn de graten. Bij ons in de supermarkt ontdekte ik dat je ook cupra (baars) kan kopen (cultuur-cupra uit Griekenland). Diepgevroren kost die 16 euro voor twee stuks. Hier betalen wij zon 2 à 3 euro voor twee grote verse cupras.
Wat ook opvalt is het toegenomen nationalisme. Je voelt dat Turkije duidelijk in kampen opgesplitst wordt en hier in de streek (hoofdzakelijk CHP) zijn er veel voorstanders om de AK-partij te sluiten. Ook hoofddoeken zie je hier heel weinig en dan zijn het nog meestal oudere vrouwen. Zeker geen çarsafs (die alles bedekken) en ook zeer uitzonderlijk de turban (hoofddoek die volledig het haar en de nek bedekt). De turban is zowat het politieke symbool van de AK-partij en zelfs vrouwen die de hoofddoek dragen zijn hier dikwijls tegenstander van de AK-partij. Daartegenover staat natuurlijk Atatürk. Grote doeken van de vader des vaderlands duiken op tot in de kleinste winkels. Turkse vlaggen en Atatürk, ze waren altijd aanwezig maar zeker in Izmir nog veel prominenter dan vroeger.
Iedere dinsdag is er volksmarkt en daar staan de kraampjes met verse kazen, olijfolie, olijven, de diverse groenten (waarvan je er hier een aantal niet kan vinden). Het is er spotgoedkoop, zeker als je dat met België vergelijkt. Hier in Mordogan zijn het vooral de boeren uit de omgeving die hun waren komen verkopen en de prijzen van groenten en fruit zijn een stuk goedkoper dan in Izmir. Zelden betaal je voor groenten of fruit meer dan één euro per kilo.
De bewaker van de site is Bekir. De man is afkomstig uit Sivas en is een duiveltje doet al. Hij is getrouwd, heeft drie kleine kinderen en leeft van het minimumloon. Dit is natuurlijk niet voldoende en bijgevolg klust hij volop bij. Ik versta al slecht Turks maar Bekir kan ik absoluut niet verstaan, hij spreekt op zon speciale manier dat hij een deel van zijn woorden inslikt. Onze voortuintjes, die natuurlijk na zon lange periode overwoekerd zijn van het onkruid, spit hij op een uurtje om en daarna is hij weer elders aan de slag. s Avonds, rond bedtijd, horen we zijn fluitje waarmee hij zijn spelende kinderen zoekt.
Ook tijdens de week krijgen we bezoek. Sevims vader en moeder hebben een stuk grond gekocht, een tiental kilometer voorbij ons. Het ligt langs de baan en heeft een prachtig panoramisch zicht op de zee en de bergen ervoor. De tuin staat vol met olijfbomen en verschillende fruitbomen. Na het kopen van de grond had Sevims vader een klein huisje gebouwd, weliswaar zonder vergunning. De gendarma gaf hem bevel de werken te stoppen, wat hij ook deed en hij trok de zaak in proces. Intussen had hij het huisje gedeeltelijk laten afbreken. De rechter gaf hem ongelijk en intussen heeft hij het huisje, iets beter, opnieuw laten opbouwen. Die week komen Sevims ouders een watertank installeren, want er is geen bron op de grond. s Middags komen ze op bezoek en ze hebben verse kefal gekocht, een heel lekkere vis recht uit de zee (dus geen cultuur-vis wat men hier boerenvis noemt). De kefal wordt grondig gekuist en op stukken gesneden. Daarna gedrenkt in de olijfolie en dan op de steengrill. Als de zon schijnt kan je telkens buiten zitten. De dag daarna komen haar ouders met twee werkers op bezoek om de watertank verder te installeren. Toen haar vaders advocaat hem vertelde dat hij nu wel risico liep in de gevangenis te belanden zei hij laconiek dat het hem te gek leek om los te lopen om een man van over de tachtig nog in de bak te steken.
Sevims vader is heel principieel. In Turkije valt immers veel te regelen met rusvet wat zoveel betekent als smeergeld. Betaal je dat niet, dan komen er regels en ja, dan draai je ervoor op. Ook in de pers lees je regelmatig artikels over het smeergeld maar de minister van binnenlandse zaken heeft al laten weten dat dit tips zijn, geschenkjes en dat dat deel uitmaakt van de Turkse cultuur al van in het Ottomaanse Rijk. Van deontologische codes heeft men hier nog nooit gehoord en er zal nog veel water door de Egeïsche, Zwarte en Middellandse Zeeën stromen voor men deze dingen hier op papier zet.
Sevims vader is prominent voorstander van een verbod van de AK-partij. Als groot aanhanger van Atatürk vindt hij de scheiding van godsdienst en staat een noodzaak. Dank zij Atatürk is er verandering gekomen en is Turkije gemoderniseerd. Nu wil men de klok terugdraaien en daarom wil hij dat de invloed van de islam op het politieke leven aan banden wordt gelegd. Bovendien is de AK-partij een partij die de openbare diensten privatiseert, iets waar hij ook tegenstander van is, hoewel hij politiek conservatief kan genoemd worden. Ja, soms lijken de dingen niet wat ze zijn. Want iedere vrijdag gaat hij naar de moskee. Tegelijk zal hij het echter ook niet laten om af en toe eens een rakietje te drinken.
Na de eerste week gaan wij op zaterdagmorgen Dirk en Marina afhalen op de luchthaven in Izmir. Door wegenwerken raken wij in een omleiding terecht waar de chaos troef is. Maar we zijn er op tijd en na het inladen van de bagage vertrekken wij naar Mordogan. Dirk en Marina zijn moe. s Nachts op de luchthaven, nog een tussenlanding in Bodrum, dat kruipt in je kleren.
We doen het rustig aan. Het dorp verkennen, de omgeving van het eiland, een daguitstap naar Izmir, maar tegelijk is het iedere dag feestmenu. Voor de lijn is dat natuurlijk niet ideaal, maar vakantie heb je niet iedere dag. Het is plezant en leuk om eens vrienden uit België terug te zien. Het weer is wel niet iedere dag zonnig, maar als de zon doorbreekt, dan is het een droom. De beschrijving van het schiereiland zelf, zal ik op een andere keer toelichten. Wel is het zo dat het grote toerisme hier nog geen poot aan de grond heeft gekregen en dat de autenticiteit behouden is. Dirk zegt dat hij, moest hij hier wonen, direct een zeilbootje zou kopen. De bijna steeds aanwezige wind moet voor zeilers een droom zijn.
Een week vliegt voorbij. De laatste dag voor hun vertrek gaan we nog eens naar Izmir. Daar gaan we gözleme eten aan de teleferik, die helaas in de week is gesloten. Daarna wandelen we aan de zee in Güzelyali (één van de stadsgewesten van Izmir) om de avond af te sluiten met een etentje in Acemoglu, een lokanta waarvan de uitbaters afkomstig zijn uit Urfa.
De volgende morgen is het zover. Dirk en Marina vertrekken terug en we keren terug naar Izmir, op zoek naar een aannemer om onze ramen en deuren te vervangen. Izmir is echter superdruk en ik verlang al bijna direct terug naar Mordogan, naar de rust en de zee.
s Maandags is het weer zomers, maar daarna is het dikwijls overtrekken en bewolkt. We laten onze internetaansluiting maken, maar zoals ik vooraf al had uitgelegd is de installatie een ramp. Ook nu nog.
Sevim en ikzelf voelen nog steeds de moeite van de reis en een echt vakantiegevoel hebben we nog niet. Als het weer dan weer eens omslaat voel je je plots terug in België. Ondertussen vergelijken we de offertes voor ramen en deuren en regelmatig telefoneren we voor bijkomende informatie. Uiteindelijk blijkt één firma aangewezen en de vertegenwoordigers komen berekeningen maken. Ja, je voelt je een beetje als bouwheer en bouwvrouw en dat is niet direct mijn stijl. Maar ja, de werken zijn uiteindelijk noodzakelijk, dus is het beter er niet te lang mee te wachten.
In het weekend gaat Sevim alleen naar Izmir. Ik moet nog steeds de rust vinden en in de stad is dat moeilijk. Gans het weekend regent het en heb ik problemen met het internet. Als Sevim terugkeert ben ik dolgelukkig.
Maandag en dinsdag was het prachtig weer. We hebben een overeenkomst met de aannemer voor de ramen en deuren en gans de dinsdag heb ik onder een stralende zon gezeten.
Helaas, ik heb me waarschijnlijk veel te weinig beschermd en in de nacht van dinsdag of woensdag ben ik zo ziek als een hond. Vandaag is het donderdag. Ik maak de tekst af die ik een paar dagen geleden begonnen ben, maar voel me nog steeds ziek en doodmoe.
Verder is het weer zonnig, echt zomers en het is zonde om in je bed te moeten liggen bij zulke temperaturen. Maar ik zal eerst moeten uitzieken om er terug wat door te komen.
Vanaf nu hoop ik regelmatig op de weblog te kunnen schrijven. We zien nog wel. Tot ziens en reageer maar.
De eerste week van maart was hectisch te noemen. Op zoek naar alle materiaal dat we wilden meenemen naar Turkije, telefoontjes naar de ambassade, stapelen, sorteren, afscheid nemen. De spanningen namen toe want op 9 maart was het zover en er was zoveel te doen. De avond voor ons vertrek was het moeilijk om in slaap te raken. De autokoffer was tot de laatste millimeter toe volgestapeld, meestal in dozen verpakt en op ons dak was een extra bagagekoffer gemonteerd. Ook deze zat stampvol.
's Morgens, iets na vijven,vertrokken we uit Steendorp. Nog even de sleutel bij Dirk binnensteken, tanken en dan ging de grote trip van start.De routewas mooi uitgedrukt op papier, gehaald van het internet op de site van Michelin. Er was nog weinig verkeersdrukte en we gingen goed vooruit. Ja, de Belgische autowegen, er wordt veel over geklaagd, maar van ons zal je dat niet horen. Koekjes, regelmatig stoppen onderweg, een versterkend drankje drinken en langzaamaan, we hadden immers tijd genoeg.
In tegenstelling tot Sevim ben ik een "trage" chauffeur. Zelfs op de autosnelweg zal ik zelden 120 rijden, meestal zo'n 90 à 100, dat volstaat. En na enkele jaren autoloos te zijn geweest, is dat er niet op verbeterd.
In Luxemburg nog even getankt, de prijs weet je wel, maar de benzinetank bleek nog bijna vol. Nu ja, ik ben geen snelle chauffeur en 90 km per uur is de perfecte snelheid voor een zuinig verbruik. Ook nog enkele sloffen sigaretten gekocht, want Belga, ja dat vind je nu eenmaal niet in Turkije.
Sevim was cockpitchauffeur en zorgde regelmatig voor een sigaretje of een drankje. Dan gingen we verder over Frankrijk, ook uitstekende wegen, richting Colmar. Een verzusteringsstad van Sint-Niklaas waar we nog nooit zijn geweest, maar tijdens zo'n reis is het reisdoel belangrijker dan de route onderweg.
Helaas bleken de gegevens van Michelin niet helemaal overeen te stemmen met de werkelijkheid. En zonder kaart is het een beetje gissen. We moesten over Zwitserland, maar dachten dat we op de verkeerde weg zaten (ik panikeer nogal snel), dus even de weg af om te vragen. Ja hoor, we zaten juist en waren nog maar enkele kilometer van de grens verwijderd.
Voor het eerst zagen we douane. Ik stopte om te vragen of we op de correcte weg zaten, maar de douanier verwees ons door naar een jongere collega. De man zei dat we juist zaten en vroeg toen wat we allemaal bijhadden. Ik zei dat we naar Turkije reden, enkel in transit waren en morgen in Italië moesten zijn. Tevens zei ik dat we van alles bijhadden. De man vroeg ons de koffer bovenaan open te maken en nam onze paspoorten. Hij opende de koffer achteraan en zag toen de sigaretten uit Luxemburg liggen.
Blijkbaar dacht de man dat we grote smokkelaars waren, want we moesten opzij gaan staan en in een garage rijden.
Toen pas ontdekte ik wat "Zwitserse gründlichkeit" is. De douanier had er een collega bijgehaald ensamen openden ze alle dozen. Alles, maar dan ook alles werd uitgeladen, grondig dooreen gehaald en toen holder de bolder in de auto teruggepropt, wat natuurlijk niet zo best lukte. De schone stapelplaats van voorheen was niets minder geworden dan een nest waarin een kat haar jongeren niet meer kon terugvinden.
De sigaretten werden gewogen, de boete werd opgemaakt. Er was geen "maren" aan. Toen ik vertelde dat ik naar de Zwitserse ambassade had gebeld en dat die me gezegd hadden dat er voor transit geen problemen waren, kreeg ik te horen dat ik moest verteld hebben dat ik sigaretten bijhad. Naast een boete van 160 euro nog een borg van 200 Zwitserse frank, die ik bij het buitenrijden van Zwitserland zou terugkrijgen.
Het oponthoud bij de douane had zomaar eventjes anderhalf tot twee uur geduurd, en met een wagen waarin alles dooreen lag reden we doorheen de bergen. Een rechte weg, telkens door tunnels. Misschien is Zwitserland een mooi land, maar na zulk een ervaring heb je er snel de buik van vol. Na de Goddard tunnel stopten we om een koffietje te gaan drinken. Hier wasalles in het Italiaans. Buiten vielen de sneeuwvlokken en het was donker. Daarom besloten we door te rijden tot in Italië. De afdaling was gevaarlijk hoewel de weg goed was, maar de kamions rijden aan constante snelheid en natuurlijk rapper dan ikzelf.
Bij de grens weerom stoppen. De douanier daar was een stuk vriendelijker. Hij begreep het zelf ook niet goed en zei dat je voor transit enkel een deposito moest doen die je bij het uitrijden weer terug kon ophalen. Enfin, met tweehonder zwitserse franken erbij (maar die waren natuurlijk al van de rekening gehaald) de grens over.
Het was donker en we stopten op de eerste italiaanse parking. Vroeger sprak ik nog een paar woorden Italiaans, maar nu bleek ik alles te zijn vergeten, hoewel ik het meeste wel verstond. Het was een mooie zomernacht. Raar, enkele uren tevoren nog sneeuw enplots warm. Daar zal het hoogteverschil wel mee te maken hebben.
Ik was doodop. Een eerste fout. We hadden beter afgewisseld met rijden, maar ja, zolang je jezelf goed vindt, doe je dat niet. Ik had natuurlijk mijn krachten overschat, want eigenlijk ben je steeds geconcentreerd op je weg en voor je het weet ben je veel te vermoeid. Sevim vond snel een plaatsje op de voorzetel, maar ik kon mijn benen niet strekken. Dus, geen slaap. Rond één uur vonden we de oplossing, we gebruikten de twee voorzetels als slaapbank en zo kon ik toch indommelen.
10 maart, 7 uur 's morgens, vertrokken we na een ontbijt. Zo zaten we in de spits in Milaan. En het rijgedrag van de Italianen, pfff, ik zal er maar niet teveel over zeggen, maar het is zeker niet mijn stijl. Dit keer was het Sevim die reed. Zij is "abnormaal verkeer" gewend en veel rustiger dan ik. We stopten af en toe in gingen regelmatig een koffietje drinken. Ik weet nu dat een normale koffie in Italië een klein expressootje is. Iets na de middag waren we in Ancona en juist voor we de haven binnenreden zagen we twee auto's in panne waardoor aan beide zijden ellenlange files ontstonden.
Het inchecken verliep vlot en we kochten wat brood en kaas. Het was immers wachten tot 5 uur in de namiddag voor we aan boord konden. Het schip van Mineoan lines was 8 verdiepingen, waarvan de onderste voorbehouden waren voor de kamions en auto's. Veel passagiers waren er niet, vooral kamions en we konden rusten in pullman seats. Maar ja, met je geld in je zakken (want we hadden alles uit de auto meegenomen), slaap je natuurlijk niet gerust. Ik althans niet.
Aan boord waren er restaurants, taxvrije winkels tot zelfs een cinema toe. In de zomer moet het een droom zijn om met zo'n boot te reizen want dan kan je er ookop hetbovendekzwemmen. Het was pure luxe. Maar van slapen kwam weer niets terecht. Dan voel je wel de leeftijd. Moest ik nog jong geweest zijn, zou ik waarschijnlijk een stuk snellergerecupereerd hebben,maar nu begon de reis door te wegen.
Om 9 uur 's morgens kwamen we aan in Igounemitsa. Op de kaart (of liever, op de afgedrukte route) van Michelin leek het een fluitje van een cent, zo'n 800 km goede weg, maar dat bleek een ferme misrekening. Er zijn twee wegen naar Thessaloniki. De "goede" en de "verschrikkelijke" en je raadt het al, we zaten na een half uurtje midden in de bergen. Hoewel de weg er goed bij lag, dat op zich was geen probleem, waren er maar twee rijvakken en je doet werkelijk ieder bochtje. Pas zo'n honderd kilometer voor Thessaloniki kwamen we op de nieuwe baan met 4 rijvakken.
Helaas, nergens langs de weg een benzinestation of iets om te eten. Rond vier uur in de middag besloten we van de weg te gaan om een hotel te zoeken. We kwamen echter terecht in het hol van Pluto, er was niets en men stuurde ons op de oude baan naar Thessaloniki. Mijn nachtmerrie was om daar terecht te komen en ze werd natuurlijk werkelijkheid.
Doodop vonden we een hotel dat er op het eerste zicht redelijk uitzag. Weliswaar redelijk duur (60 euro) maar ja, om een nachtje te slapen heb je uiteindelijk veel over. Van slapen kwam er echter niets terecht, een kraan die drupte, een wc die doorliep en dan het lawaai van het verkeer. Het ontbijt was ook al niet veel soeps, twee toastjes en beschuit met confituur.
Om uit de stad weg te raken zou het (volgens de man van het hotel) een fluitje van een cent zijn. Nou ja, meer dan een uur hebben we rondgetoerd en telkens we de weg vroegen kregen we een tegengesteld advies. Ik was op van de zenuwen. Het was mijn eerste keer dat ik een land was waar ik geen jota van de taal verstond. Na een uur kwamen we dan op de goede weg en toen ging het in sneltreinvaart naar Turkije.
Hoe dichter we bij Turkije kwamen, hoe sneller ze begon te rijden. Raar maar waar, de ervaring in Griekenland was tegengevallen en in tegenstelling tot Italië vond ik de Grieken niet direct vriendelijk.
Rond de middag kwamen we aan de grens. Sevim wuifde naar de Turkse soldaten (zo blij was ze dat we er eindelijk geraakt waren) en toen gingen we eerst taxfree shoppen. De controle verliep zonder problemen en een klein uur later zaten we op de overzet om zo de weg naar Izmir te volgen.
Eerst eens goed gaan eten. Ayran en pide. Je kan het geloven of niet, maar plots schoot ik vol energie en zei tegen Sevim dat we zouden rijden tot we te moe waren. Langs de weg de zee, met plaatsjes vol herinneringen. Toen het donker werd waren we in Ayvalik en toen nam Sevim weer het stuur over. En ja, vrijdagavond rond 10.20 uur waren we bij haar ouders. Doodop, dat wel, maar ook tevreden dat we er waren.
De volgende morgen lag Izmir onder een stralende zon. Een normaal (Turks) ontbijt en de zon doen wonderen. Het begin van onze nieuwe toekomst hier.
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.