Hoewel Hakkari één van de armste streken van Anatolië is geldt dat niet voor iedereen. De heer Mustafa Zeydan, hoofd van de Pinyasi familie en voormalig volksvertegenwoordiger van de regerende AK-partij organiseerde in het Yuksekova district het huwelijksfeest van zijn zoon en schoondochter. Er waren zomaar eventjes 15.000 gasten uitgenodigd, waaronder veel politici en zakenlui. Het feestje duurde 3 dagen en 3 nachten lang.
Voor de maaltijd werden dertig schapen en geiten en zeventig koeien geslacht. Daarbij een ton rijst, een ton tomaten, een ton komkommers en vijfhonderd kilo pepers, die door tien verschillende chef koks werden bereid.
De giften aan het bruidspaar waren echter, volgens de bezoekers, aan de schaarse kant. De bruid kreeg ongeveer 18 kilo goud en zo'n 320.000 YTL. Volgens de bezoekers had men minstens op zo'n vijftig kilo goud gerekend, wat erop wees dat papa waarschijnlijk in een financiële crisis zat.
Ter info: Yuksekova ligt in bergachtig gebied, dicht bij de grens met Iran. Regelmatig zijn er conflicten tussen het leger en de PKK. In het voorjaar van 2006 braken er zware rellen uit in de regio tussen oproerpolitie en de overwegend Koerdische bevolking, naar aanleiding van de dood van 14 vermoedelijke PKK-leden. 8 mensen kwamen hierbij om het leven. 3 van hen (in Diyarbakir) waren kinderen (9, 7 en 3 jaar oud). Hierop verklaarde de eerste minister dat de oproerpolitie niet zou aarzelen om geweld te gebruiken tegen vrouwen en kinderen die als schild van de terroristen werden gebruikt. (berichtgeving BBC 01.04.2006)
Rond deze periode grijpen op het schiereiland verschillende festiviteiten plaats. Zo was er dit weekend het druivenfestival van Kösedere, een van de bergdorpen in de omgeving.
Zaterdagavond rond 8 uur begint het festival. Het is een probleempje je auto ergens kwijt te raken, want echte parkings zijn er niet en de toegangswegen zijn smal. Hoe men het klaarspeelt, ik weet het niet, maar toch lukt het om een plaatsje te vinden én tegelijk nog ruimte genoeg te laten om autos te laten doorrijden.
Langsheen de straat, verschillende standjes van de plaatselijke bevolking. Alomtegenwoordig zijn de druiven, meestal wit, klein, zonder pit en vrij zoet. Af en toe vind je echter ook andere soorten, minder zoet, iets groter, maar ook zonder pitten. Daarnaast verschillende kruiden, groenten, olijfolie in alle soorten flessen, en natuurlijk fruit. De verko(o)p(st)er(s) zijn overvriendelijk, iedereen is in feeststemming.
Het centrum van het dorp, dat normaal een oase van rust is, zit volledig vol. Het plaatselijk dorpscafé is leeg, alle stoelen staan buiten. Naast de moskee is een groot podium opgericht, met natuurlijk de foto van Atatürk en het programma van het festival. De muziek is luid en de micros worden telkens opnieuw getest. Ook de bewoners van de omringende dorpen zijn toegestroomd en van overal worden stoelen aangesleept. We hebben geluk een vrij tafeltje te vinden want meestal moet men zich tevreden stellen met alleen een stoel.
In de zijstraten wordt linnen, katoen, sjaals, lakens en zijde verkocht. Meestal handgemaakt en van goede kwaliteit. Ook is er veel kantwerk, van kleine lapjes tot heuse tafeltapijten. Mooi en waarschijnlijk naar onze normen heel goedkoop.
In de hoek van het pleintje is er een klein openluchtrestaurantje. Hier word icli köfte gemaakt, gözleme, pannenkoeken met gegrilde kip en gewone köfte. De reuken en kleuren doen je zin krijgen om van alles iets te proeven.
Intussen is de eerste groep op het podium verschenen. Het is een soort Turkse pop maar oorverdovend luid. Wij doen ons intussen te goed aan de druiven, versgeplukt, zoet en bovenal lekker.
Daarna komt een klassieke groep. Violen en contrabas en voorwaar ze starten (heel gepast) met de zomer van Vivaldi. Daarna zijn er folkloredansen en volkstheater en worden de kinderen bij spelletjes betrokken. Het is pikkedonker als we naar Sevims ouders rijden. Hier gaan we nog een laatste koffietje drinken. Onder een reusachtige sterrenhemel, hoor je niets. Enkel onze stemmen. De rust van de natuur.
De volgende morgen, volksbazaar. Dit keer staan we wat langer stil. We kopen het speciale dorpsbrood, zwaar maar o zo lekker, ook de mordomates (roze!!! tomaten), verschillende druiven, Hurma olijven (ja, ik heb ze gevonden, olijven die je rechtstreeks van de boom kan trekken). Speciale confituren van onder andere artisjokken. Zon kleine markt heeft veel te bieden en alles is vers en komt van de bewoners zelf.
Eten kan je gratis. Er is rijst met keskek, best te vergelijken met koninginnehapje. Rijen schuiven aan. Iedereen komt wel een of meerdere keren eten. We zoeken schaduw en vinden dit onder Atatürks erepaviljoen. Het is een echt volksfeest, geen tralala of chichi, maar eenvoudig en simpel. De bevolking is kleurrijk. De sjaaltjes van de dorpsvrouwen zijn hun feestelijke sjaals, maar de overgrote meerderheid is in korte broek en zonder sjaaltje. Dit is Izmir. Of althans een deel ervan.
s Avonds eten we een salata van mordomates met pikante pepers, vis en versgebakken dorpsbrood. Lekker.