Foto
REAGEER OP MİJN BLOG … REAGEER OP MIJN ARTIKELS
Inhoud blog
  • ga eens kijken op de nieuwe website
  • Ionië deel 1
  • Ionië deel 2
  • Ionië deel 3
  • Ionië deel 4
    Gastenboek
  • MAYA
  • tranen
  • VRIENDELIJKE GROETJES UIT ANTALYA!
  • bekir
  • reactie ivm economische crisis

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    WEBLOG VAN SEVİM EN MARC

    Image by FlamingText.com
    Image by FlamingText.com
    24-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.büyükada

    Dinsdag 17 juni 2008. Na een vroeg ontbijt, nemen we vanuit Cemberliktas de tram naar Karatas, één van de vele plaatsen van waaruit je met de ferry de prinseneilanden kan bezoeken. De Turkse benaming voor de eilanden is “kizil adalar” (wat “rode eilanden”) betekent maar men spreekt over de “adalar”. Onze bestemming is “büyükada” (het grote eiland) dat het grootste is van de negen eilandjes voor het Aziatische deel van Istanbul en tevens het eindpunt van de ferry. Deze eilanden waren vroeger de verbanningsplaatsen voor zowel Byzantijnse prinsen als politieke bannelingen.

     

    Büyükada droeg vroeger de naam Prinkipo wat zoveel betekent als “prins” en het heeft een oppervlakte van iets meer dan vijf vierkante kilometer. Vergeleken met het hectische Istanbul zijn de eilanden een oase van rust. Op geen enkel eiland zijn (behoudens enkele dienstwagens) auto’s toegelaten. Verplaatsingen doe je te voet, in een koets of met de fiets.

     

    Aan de bootterminal ligt het toeristische centrum van büyükada”. Een fiets kan je huren per uur of voor een ganse dag en de verhuurplaatsen liggen tussen de talrijke restaurantjes, ijscreamshops of plaatsen waar je een snack kan eten. Een wegwijzer geeft aan waar je een koets kan huren. Met de koets kan je kiezen voor de “grote” of de “kleine” toer (respectievelijk 45 en 30 YTL) en dit voor maximum 4 volwassenen.

     

    We kiezen voor de grote toer, die ons eerst brengt langs grote villa’s met prachtige siertuinen van de high society. Alles is groen en er zijn werkelijk juweeltjes van huizen, voornamelijk de oude Victoriaanse gebouwen. Daarna volg je de kustlijn af en toe voorbijgestoken (meestal bergaf of op de vlakkere stukken) door moedige fietsers die de warmte trotseren, want ook hier staat de thermometer iets boven de dertig graden.


    Niet alle eilanden zijn toegankelijk voor het publiek. Eentje, dat je langs de kustlijn ziet liggen (Yassiada) is militair domein en toen de militairen voor de eerste keer de macht grepen (1960) werden daar de processen gehouden van de toenmalige toppolitici. Drie van hen, waaronder de eerste minister Adnan Menderes, werden ter dood veroordeeld en op Yassiada opgehangen. Intussen is Menderes gerehabiliteerd en zijn er vele plaatsen naar hem vernoemd, hoewel dit voor betrokkene waarschijnlijk maar een magere troost kan genoemd worden.

     

    Een paar kilometer voor het einde van de grote toer, zie je de reusachtige stallingen waar de honderden paarden zijn gehuisvest. Iets verderop tentenkampen van koetsiers die schril afsteken tegen de luxe villa’s op de rest van het eiland. De koetsier (een oudere man) vertelt ons dat het leven op het eiland peperduur is, een klein appartementje vind je niet onder de 100.000 € en de huren zijn navenant.

     

    Na de rit met de koets wandelen we doorheen de straten om uiteindelijk te stoppen bij het huis waar Leon Trotsky werd verbannen in 1929. Hij verbleef hier vier jaar, omringd door zijn lijfwachten. Het huis is vandaag eigendom van een zekere mijnheer Marshall die plannen heeft om het te restaureren. Toen ik vorige keer op het eiland was, kon ik tot in het huis, maar nu is alles afgesloten.

     

    We wandelen (of liever slenteren) terug want er is zoveel moois te zien, dat je meermaals blijft staan om de villa’s of historische gebouwen van nabij te bekijken.

    Onderweg vinden we een hotel en vragen prijs. Voor een suite voor zes personen, ontbijt inbegrepen, kost het 265 YTL. Er is een zwembad en je kan tevens zwemmen in de zee. We nemen het kaartje mee, want dit lijkt een goed idee om nog eens in de toekomst te doen en dan verder het eiland te gaan verkennen.

     

    Als we terugkeren met de boot ben ik de enige die wakker kan blijven. Door mijn hoofd dwalen de slotzinnen uit Trotsky’s testament: “Het leven is mooi.Laat de toekomstige generaties het ontdoen van alle kwaad, onderdrukking en geweld en er ten volle van genieten “.

     

    Terwijl ik mijn ogen sluit hoop ik dat ze ooit werkelijkheid zullen worden.

    Omdat het niet mogelijk is op een normale manier foto's aan mijn weblog toe te voegen, heb ik er een deel gepubliceerd op het volgende internetadres:
    http://marcensevim.mijnalbums.nl




     

     

    24-06-2008 om 17:10 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    22-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Naar Istanbul

    Maandag 16 juni. Rond negen uur zijn we op de luchthaven om te proberen zo snel mogelijk mijn auto te recupereren. De bevoegde douane-ambtenaar is al ter plaatse en onmiddellijk begint hij de administratieve rompslomp af te handelen. Helaas, er is een probleem. De centrale server werkt niet en het benodigde document kan niet worden opgeroepen. De man schudt zijn schouders. Hij toont zijn computer die (bijna) een plaats kan verwerven in het museum van industriële archeologie. De telefoon hangt half uit elkaar en de bureaumeubelen zijn versleten. Uiteindelijk maakt hij zelf een formulier om ons uit de nood te helpen.

    Na een handtekening van de directeur begeven we ons naar een volgend loket. Het probleem is echter dat ik een nieuw nummer moet krijgen en dat moet komen van het centrale systeem (waarmee geen verbinding te krijgen is). Twee ambtenaren hebben hun eigen laptop meegebracht, omdat hun computers veel te traag werken. De tijd gaat voorbij maar het systeem raakt niet opgestart. De directeur wil helpen. Hij geeft toelating om toch een nummer toe te kennen. Maar zonder centrale server is dit niet mogelijk.

    Er wordt gebeld naar het douane-entrepot om mijn auto al vrij te geven (dan is dat tenminste al geregeld) maar daar heeft men hetzelfde nummer nodig. Uiteindelijk lukt het dan toch (via een laptop) en kunnen wij om mijn auto. Meer dan 100 YTL kosten, maar ach, we hebben tenminste al vervoer.

    Weer duikt een nieuw probleem op. Er moet in mijn paspoort een ander nummer geschreven worden en dat verloopt weer via het centrale systeem. Men doet alles om te helpen maar telkens valt het systeem uit. Enkele ambtenaren komen er bij staan en vertellen hoe moeilijk werken het hier is. Voor niets is geld. Vroeger had men een eigen systeem dat goed werkte, maar dat is nu uitbesteed aan de private sector. Het nieuwe programma kost veel geld, maar werkt slecht. Voor openbare diensten is geen geld. Er is geen schoonmaakpersoneel meer. Vragen om vervanging of materieel belanden in de administratieve molen en raken niet opgelost.

    Onwillekeurig moet ik denken aan Europa. Ook daar vertikt men het om in mensen en materieel te investeren als het om openbare diensten gaat. En als de zaken dan in het honderd beginnen te lopen, geeft men de schuld aan de openbare diensten. Na sanering (!) van het personeel draagt men dan het geheel of delen over aan de private sector die op deze manier weer meer winsten kan maken. Op dat vlak is Turkije een goede leerling van de EU. Alles staat te koop. De beurzen kunnen weer “boomen”.

    Hoewel enkele personeelsleden langer blijven om te helpen, blijkt het vruchteloos. We wandelen naar een restaurantje op de luchthaven, waar de taxichauffeurs bijeenkomen om te eten. Terwijl de prijzen op de luchthaven peperduur zijn, eet men hier voor een habbekrats.

    Iets na enen lukt het dan toch. De nieuwe stempel in mijn paspoort en dan op weg naar Izmir. Mijn autobanden zijn versleten en omdat de weg naar Istanbul lang is, vervangen we onze banden. Een onvoorziene kost, maar beter geen risico nemen.

    Nadat de bagage is ingeladen vertrekken we naar Istanbul. Mijn auto is goed gevuld. Met de dochters van Sevim (Hayal en Gülce), een halfbroer van Hayal (Avni) en een neef (Deniz) zijn we met zes. De weg is goed en men heeft me verzekerd dat ik op twee uur in Bandirma kan raken. Daar is een overzet die rechtstreeks naar het oude centrum van Istanbul gaat.

    Twee uur is veel te kort. Hoewel ik goed doorrij (af en toe steek ik zelfs een chauffeur uit Istanbul* voorbij wat wel iets betekent voor Turkije) doen we er bijna drie uur over. Overzet gemist. We zien de boot voor onze ogen wegvaren. Wachten op de volgende boot die pas om 20.30 vertrekt. Twee uur later komen we toe in Istanbul.

    Ik durf niet rijden in de grote steden, zeker niet ’s nachts. Sevim is ook moe maar in Istanbul neemt zij het stuur over. Via nauwe straatjes en regelmatige stops om de weg te vragen, komen we rond elven aan in ons hotel.

    Ons hotel (Sunlight hotel) ligt op stapafstand van het oude centrum in het Cemberliktas district. De kamers zijn proper en er is airco. Vanop het dakterras zie je de Bosforus die het Europese van het Aziatische deel scheidt. Het is stil en rustig. Het verschil met de drukte van de straat en de kalmte die je hier vindt is groot.

    Het gevoel dat je op de grens van twee werelden vertoeft is fascinerend. Eén land, twee continenten. Oost en West. Azië en Europa. Volle maan, een open heldere hemel en natuurlijk muggen die bijten.

    *Ter info: de nummerplaat van een Turkse wagen verwijst naar de provincie vanwaar de wagen komt (bv. 06=Ankara, 34=Istanbul, 35=Izmir …). De nummering is alfabetisch. Hoewel het verkeer in de grootsteden meestal hectisch is, kan je Izmir of Ankara niet vergelijken met Istanbul. Daar rijdt men nog een stuk gekker (volgens mijn normen althans).

    22-06-2008 om 22:09 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terug in Mordogan

    De tijd vliegt voorbij. Een week geleden zaten we nog in Izmir, de week ervoor in België. De wereld is klein geworden. Afstanden betekenen niets meer en op enkele uren tijd verander je niet alleen van land, maar zelfs van werelddeel, klimaat en cultuur.

     

    Gisterenavond kwamen we, na een vermoeiende reisdag, toe in Mordogan. De hitte, het verkeer en de lange afstanden zijn niet te onderschatten. Want wat op de kaart slechts een boogscheut lijkt is hier snel enkele honderden kilometers.

     

    Het gaf een goed gevoel weer thuis te zijn. Want zo voel ik het aan, Mordogan is mijn thuis geworden en hoewel reizen altijd leuk is, zeker in een land als Turkije, toch ben ik nog het liefste hier.

     

    Gisterenmiddag was het in Izmir 37°, geen zuchtje wind en met een heel hoge luchtvochtigheid. Puffen dus. Toen we in Mordogan toekwamen was het 27° met een fikse bries en geen luchtvochtigheid. Ook nu, rond de middag is het zalig, zonnig en winderig. Eigenlijk geen weer om te schrijven, eerder terrasjesweer.

     

    Onze voortuintjes liggen er wat verwilderd bij. De pepers en komkommers zijn fiks gegroeid, maar tegelijk is het onkruid overal opgeschoten. Het doet goed de buren terug te zien. Iedereen wil onze reiservaringen horen maar de details zullen wel verteld worden bij het drinken van thee, bij ons of op bezoek. Met de zomervakantie zijn meer buren toegekomen. Toch blijft het rustig, alleen wat levendiger.

     

    Gisterenavond gingen we in het centrum eten. Het grote Arras-hotel dat (bijna) nooit bezoekers heeft, is veranderd van eigenaar. Met een grote reclamecampagne proberen ze volk te lokken. Overnachting met ontbijt kost 30 YTL per persoon (zeg maar zo’n 15 €) en er is een zwembad, sauna en jaccuzi. Toch vermoed ik dat het niet zal lukken. Het hotel heeft immers een te grote capaciteit en eigenlijk past het hier niet. Maar misschien lukt het toch in het zomerseizoen, wie weet.

     

    Op de kustweg naar Mordogan zag ik gisterenavond iets dat je enkel hier tegenkomt. Voor mij reed een oude dogan (turks automerk) met op het dak (!) een in plastic verpakte matras of zetel. Je leest het goed, op het dak, want er was geen porte-bagage. De inzittenden, ook de chauffeur, hielden met handen de bagage tegen. Af en toe zag ik de bagage verschuiven en de chauffeur reed meer in het midden van de weg dan op de linkerrijstrook. Twee keer was de weg “veilig” maar voor ik de kans kreeg om te passeren, werd ik zelf voorbijgestoken want wat voor mij een levensgevaarlijke onderneming is, is hier voor veel chauffeurs dagelijkse kost.

     

    Maar goed, we zijn weer thuis, het is alsof we nooit zijn weggeweest. 

    22-06-2008 om 21:35 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    15-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.İzmir-Brussel-İzmir

    Het bezoek aan Belgie is voorbijgevlogen en we zijn terug in Turkije. Eerst was er het probleem met onze tickets waar we pas op 31 mei bevestiging kregen dat alles in orde was. Op 3 juni naar de luchthaven waar alles vlot verliep tot aan de controle. İk mocht pas vertrekken als mijn auto bij de douane stond dus Sevim vertrok alleen en ik kocht een nieuw ticket. Geen probleem echter zo verzekerde mij een mevrouw van de douane, morgenvroeg breng je om acht uur je auto binnen en dan kan je het land uit. Mijn vlucht vertrok om 11.30 dus ik kon inchecken tot 10.45 uur. Die nacht sliep ik slecht, geplaagd door nachtmerries, dat ook deze keer het vertrek niet vanzelf zou gaan.

     

    Om acht uur stipt waren we aan de douane maar behoudens een draaiende airco was het gebouw verlaten. Sevims broer ging dan verder informeren en het bleek dat we aan de overkant van de snelweg moesten zijn. Twee mogelijkheden, ofwel 10 tot 15 km rondrijden of de Turkse manier, dat wil zeggen mits enig risico de snelweg oversteken en gelet op de tijd koos hij voor deze manier. Over een niet geasfalteerde weg vol putten bereikten we het douane-entrepot. Hier kwam de bewaker even kijken en zei dat we terug moesten naar de luchthaven om daar eerst bij de douane alle papieren te laten invullen. De weg terug in de verboden richting en weer de snelweg over. İntussen was het bijna negen uur en een paar douane-ambtenaren verzekerden ons dat het zaakje zou geklaard worden op 5 minuten. Toch sloeg mijn maag in een knoop want het begrip tijd in Turkije is enigszins verschillend dan bij ons.

     

    Om negen uur waren de meeste ambtenaren ter plaatse behalve, je kan het al raden, de ambtenaar die verantwoordelijk was voor deze aangelegenheid. Om 9.20 uur arriveerde de man, plooide zijn krant open en zette een klein radiootje aan, waarna hij ons wenkte om binnen te komen. Eerst een reeks fotocopies waarna een papiertje door de directeur moest getekend worden (die gelukkig intussen was toegekomen). Met deze papieren naar een ander personeelslid terwijl mijn paspoort weer bij een ander personeelslid terecht kwam. Laatstgenoemde kon de stempel van binnenkomst niet lezen maar verzekerde dat dit geen probleem was, hij zou daarvoor naar Upsulla bellen. Toen begon de controle van de auto: hoeveel deuren, hoeveel banden (echt waar) enfin, alles moest op papier komen. Eens deze klus geklaard begon een andere ambtenaar (waarschijnlijk de baas van de vorige) weer alles te overlopen alvorens de vereiste handtekening werd gezet.

     

    Met deze papieren weer de snelweg over naar het entrepot. De poort bleef echter gesloten want eerst moesten ook daar weer de papieren in orde worden gebracht.


    Turkije kent nu ook zijn rookverbod en (op enkele na) stond het quasi voltallige personeel buiten een sigaretje te roken. We mochten echter onmiddellijk bij de directeur die ons verzekerde dat bijna alles afgehandeld was, enkel nog een kleine formaliteit.

     

    De directeur opende een deur rechtover hem en vroeg aan Hasan de klus te klaren. Hasan riep tegen de directeur dat hij geen ambtenaar was en dat werk niet deed en toen sloeg de deur toe! Zes keer deed de directeur vergeefse pogingen maar Hasan was niet te vermurven. İntussen liep de klok verder en voor mijn ogen zag ik reeds het vliegtuig vertrekken.

     

    Toen Sevims broer nogmaals opmerkte dat ik wel straks moest vertrekken nam de directeur zijn telefoon en belde naar Alsancak (waar je ook douane hebt). Binnen een half uur zou iemand ter plaatse komem (ik vermoed dat de douane ginds een helicopter heeft want met de wagen is dit onmogelijk). Uiteindelijk, na nog een vergeefse poging bij Hasan te hebben gewaagd, bleek een andere ambtenaar bereid de klus te klaren. Eerst nog eens alles kopieren en daarna met eenzelfde papier totale controle van de auto. Ja, het aantal deuren was nog hetzelfde en de wagen reed nog steeds op diesel. Dan werd uiteindelijk de verlossende stempel gegeven en kon mijn auto op het entrepot.

     

    Nu met de wagen van Sevims vader weer de snelweg over in de verboden richting en met topsnelheid over de luchthaven naar de douane. De eerste ambtenaar zat intussen aan de sportbladzijden en hielp ons onmiddellijk, er moest nog enkel een stempel in mijn paspoort. Betrokkene was echter ribbedebie maar gelukkig hielpen anderen mij verder. Om 10.44 uur, juist een minuut voor de balie werd afgesloten, kon ik nog inchecken.

     

    İn principe waren we op 10 juni teruggevlogen maar de datum bleek veranderd op 13 juni. Het huis verder leeggemaakt en intussen naar de dokter. Uit een gastroscopie bleek dat ik weer een fikse maagzweer had opgelopen maar met aangepaste medicatie moet dit te regelen zijn. Door de korte periode en de doktersbezoeken was het onmogelijk om iedereen terug te zien, maar dat houden we tegoed voor de volgende keer en dan komen we terug met de wagen.

     

    Morgen gaan we mijn wagen terughalen en daarna vertrekken we naar İstanbul voor enkele dagen. Het zal dus nog een weekje duren voor de weblog verder wordt aangevuld, maar dan is het weer zoals van oudsher.

     

    Toch nog even iets over de bureaucratie in Turkije. Je kan moeilijk de personeelsleden verwijten dat zij zo een ingewikkelde procedure moeten volgen en eigenlijk voelde ik in mijn binnenste wel bewondering voor Hasan. Zelfs indien ik de vlieger had gemist, dan nog zou ik het nooit verwijten aan een personeelslid dat op zijn rechten staat. Op dat vlak zal ik steeds dezelfde blijven.

    15-06-2008 om 15:33 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    31-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tussen twee werelden

    Het is zaterdagavond en het was een hete dag. Nu is het een zalig weertje om buiten te zitten, maar de gebruikelijke stilte wordt verstoord door Bekir, die de site rondwandelt met een luidruchtige motor die petroleumdampen uitstoot. Dat is zo’n beetje een ritueel in de zomer, want dan zijn de stekende beestjes present. Niet dat het zoveel uithaalt, maar het gebeurt vrijwel overal in Turkije.

     

    Nog een paar dagen en we keren voor een weekje terug naar België. Het zal dan vooral opruimen worden en hopelijk is er tijd genoeg om vrienden en familie terug te zien. Het zal varen. Na tien weken Turkije zal het deze keer een andere aanpassing zijn. En waarschijnlijk een stuk kouder.

     

    Hier gaat alles zijn gewone gang, dat wil zeggen, gans de week bezoek gehad. Veel tijd om te schrijven is er dan niet. Toch weer een paar ontdekkingen gedaan. De boerin, bij wie we onze verse eitjes gaan kopen, maakt ook elke dag verse geitenkaas. Niet te versmaden. Daarnaast hebben we een plaatsje ontdekt waar je verschillende zelfgemaakte confituren kan kopen. We hebben confituur van “vlinderthijm” gekocht en dat is echt een delicatesse. Intussen zijn de eerste pepers aan het groeien op onze planten en binnenkort zullen we die dagelijks kunnen plukken. Voor het geld moet je het niet doen, want de prijs van een kilo pikante pepers of een kilo komkommers is zo’n 40 cent. Maar het is wel plezant zelfgekweekte groenten te kunnen eten.

     

    Gisterenavond was er een soap op ATV die door iedereen hier gevolgd wordt. Het geeft een beeld van de situatie in Turkije (zestiger en zeventiger jaren, tot de staatsgreep van 80). Deze episode speelde zich af juist na de staatsgreep. Tijdens de reclame vraagt men mij of wij in België in die tijd nieuwsbeelden kregen over wat zich hier heeft afgespeeld. En eigenlijk heb ik de indruk dat er maar met mondjesmaat over gesproken werd, dit in tegenstelling tot bv. de coup in Chili of die in Argentinië. Ik heb het althans zo ervaren.

     

    Volgende week zal het constitutioneel hof uitspraak doen of de wetswijziging die toelaat dat hoofddoeken mogen gedragen worden door studentes aan de universiteit, doorgaat of vernietigd wordt. Let wel: het gaat enkel over studentes en het gaat bovendien enkel over een hoofddoek die met beide uiteinden onder de kin moet geknoopt worden. Andere hoofddoeken blijven verboden, het blijft ook verboden in de middelbare scholen, het blijft ook verboden voor ambtenaren, leerkrachten of professoren!!! Het kan raar klinken in België, waar velen Turkije afschilderen als een moslimstaat, maar hier liggen deze dingen heel gevoelig!!! Sevims moeder, die wel een hoofddoek draagt en iedere dag 5 keer bidt, is bijvoorbeeld tegenstander om het dragen van een hoofddoek voor studentes toe te laten, waar Sevim zelf, die geen hoofddoek draagt, voorstander is. Dat zegt misschien niet veel, het bewijst echter wel hoe complex de situatie voor buitenstaanders is.

     

    Leven in Turkije is niet hetzelfde als er op vakantie komen. Ik voel me deel van deze maatschappij, waar ik echt graag leef. Heb je één of twee weekjes vakantie, dan ga je de zon opzoeken, maar ik zoek al een tijdje de schaduw op. Ik verdiep me in deze wereld en probeer er zoveel mogelijk over te weten te komen. Dat is echt wel boeiend en fascinerend. Voor mij maakt dit deel uit van mijn integratieproces.

     

    Ik zal blij zijn om even terug te zijn in België, maar weet dat ik het hier zal missen. De buren, de tuin, de bergen, de zee. Daarnaast ook de eenvoud, het volkse, het dorpse. Zeker de sterrenhemel. Tegelijk hoop ik zoveel mogelijk vrienden en familie terug te zien in die korte periode. Want dat mis ik hier.

    31-05-2008 om 23:16 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    27-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.avondmijmeringen

    Het is half elf ’s avonds. Een zalige tijd om buiten te zitten. Vandaag heb ik gans de dag gelezen en geschreven. Sevim was naar Izmir en is pas ’s avonds teruggekomen, samen met haar nicht Sebahat, die hier enkele dagen zal blijven. We hebben in het centrum van Mordogan “ödemis köfte” gegeten met ayran. Daarna natuurlijk – in Turkije is dat onvermijdelijk – cay en dan naar huis.

    De vrouwen zijn naar een van de talrijke soaps aan het kijken op één van de al even talrijke Turkse zenders. Voor mij een gelegenheid om nog wat te schrijven. De meeste buren zitten buiten op het terras, maar vele huisjes zijn onverlicht. Tegelijk hoor je blokjes van “okay”, naast tavla, een van de meest gespeelde spelen. En natuurlijk, dan is men niet thuis, dan is men op bezoek.

    Met het warmer worden zijn ook de insecten gekomen. Enerzijds zijn er de vlinders, wat natuurlijk mooi is, maar ’s avonds en ’s nachts de motten en, wat een stuk minder is, de muggen die een ononderbroken aanval ingezet hebben op mijn bloed. Daarom heb ik een soort “rol” laten branden die ze moet verjagen. Maar het jeuksel doet me vermoeden dat de meeste al verzadigd zijn. Nou ja, het kan ze maar gesmaakt hebben.

    Helaas is mijn boekje om Turks te leren verdwenen. Meegegeven met de kranten. En ik was juist zo goed op weg. Of misschien is het wel een excuus om niet te laten merken hoe zwak mijn Turks nog is na twee maanden verblijf hier.

    De mix van de samenleving die je hier terugvindt op de site, maakt het hier levendig. Sommigen zijn Turken, woonachtig in Duitsland, die hier een huis gekocht hebben als vakantieverblijf. Maar dat is een kleine minderheid. De meeste komen uit Izmir, jong en oud, voor sommigen een toevlucht in de vakanties en de weekends, voor anderen een verblijf voor het hele jaar of het hele jaar, behoudens de winter. Maar er zijn ook buren die uit Ankara of Istanbul komen.

    Sevim stelt voor om binnenkort een grote mangal (barbecue) party te organiseren, hier in de grote binnentuin, om de banden nog te verbeteren. Dat lijkt me een heel goed idee. Mezzes, vlees, kip en vis. Iedereen heeft hier toch een barbecue en we kunnen gerust in het gras zitten. Vandaag hoorde ik een van de buren saz spelen (een liedje van Arif Sag) dus het kan best heel leuk worden.

    Een van de buren is afkomstig uit Hakkari, zo’n tweeduizend kilometer van hier. Het verschil met Hakkari is groot. Het stadje, gelegen in de bergen, is een kloppend hart van het Koerdisch verzet. Ik denk dat ik ooit de eerste toerist was die zonder politiebegeleiding in Hakkari kon rondwandelen. Het is een plaats waar geen toeristen komen. Het leek op een stad in oorlog. Overal politie, leger, gendarma, oproerpolitie. Zelfs voor kinderen was het verboden om met meer dan vier samen te spelen, omdat er een samenscholingsverbod was. Het blijft tekenend dat men binnen Turkije nog altijd de mening toegedaan is dat het Koerdische probleem alleen met militaire maatregelen kan opgelost worden. Dag in, dag uit, blijven de conflicten duren en vallen er slachtoffers. Als je het leger en de media mag geloven, dan zijn de “terroristen” zoals men de PKK bestempeld, al ettelijke keren vernietigd. Maar de dag erna vallen er weer slachtoffers in “conflicten” of door “langs de weg geplaatste bommen” door diezelfde PKK. De begrafenissen van de “martelaren” worden dan op alle netten vertoond. Het nationalisme wordt aangewakkerd. De tegenstellingen vergroten. De samenleving polariseert.

    Ik geloof niet dat welk soort van nationalisme ook een oplossing is voor problemen van de gewone mens. Net zomin als ik geloof in het Vlaams nationalisme, geloof ik in het Koerdisch of Turks nationalisme. Maar dat betekent niet dat ik voorstander ben van een zo groot mogelijke culturele vrijheid voor alle minderheden. Net zoals ik godsdienstvrijheid verdedig. Zij maken deel uit van universele mensenrechten die niet door staten mogen gelimiteerd worden.

    Toen ik ooit het systeem van het federalisme in België uitlegde, vroeg men mij hier wat ik nou juist was, een Belg of een Vlaming. Mijn antwoord was, geen van beide, ik voel me juist een wereldburger, want deze wereld behoort aan al zijn burgers, zonder onderscheid. En zo blijf ik me voelen, en het geeft me een goed gevoel.

    27-05-2008 om 22:50 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.godsdienst en gastvrijheid

    Ik lees in de kranten dat in België en Nederland een hittegolf op komst is. Nu ja, hier is het al volop zomer. De perziken hangen er rood bij en op de markten worden al volop kersen en pruimen verkocht. De voorbije maand heeft het nauwelijks geregend en men verwacht problemen met de drinkwatervoorziening in de grote steden. Door de droogte zijn er dan weer problemen met de groenten in het midden van het land.

    Hier in de voortuin groeien onze pikante pepers en komkommers naar hartelust, maar ze krijgen dan ook om de twee dagen water.

    Het leven gaat hier zijn gewone gang. In de weekends komen de (hoofdzakelijk uit Izmir afkomstige) toeristen afgezakt en zwemmen in de zee, die stilaan begint op te warmen. In de week blijft het rustig en eigenlijk leven we hier als in een groot dorp.

    Eergisterenavond zijn we “okay” gaan spelen bij een van de buren. Ze zijn echte “professionals” en dan kunnen amateurs hun kansen op winst wel eens doen dalen. Na een lange avond spelen, waren we bij de winnaars. Geluk, strategie, wie zal het zeggen. Het was alleszins leuk met thee, meloen, koekjes.

    Met een van de buren waren we op bezoek gegaan bij Hasan, die zo’n tien kilometer verderop woont. Hij heeft zo’n tien jaar geleden zelf zijn huis gebouwd, met uitzicht op de zee en zonder vergunning. Na tien dagen kwam de gemeente. Hij moest stoppen maar stelde dat het een “gececondu” was (een op één nacht gebouwd huisje). Met een kleine boete is hij er vanaf gekomen en sindsdien heeft hij het drukke Izmir verruild voor Kaynarpinar.

    Hasan vertelt over de verschillende soorten vis die je hier kan vangen. Wanneer en in welk seizoen je de beste soorten kan eten. Tijdens zijn verhaal, krijg ik zin in vis, maar “nu is de visvangst verboden”. Daarna voegt hij er met een lachje aan toe: “Amateurvissen mag natuurlijk.” Hij vangt juist genoeg vis voor zijn bezoekers. Niets meer en niets minder. Het blijft een hobby.

    Het gesprek komt terecht op godsdienst en raki. Hasan zegt dat hij een goede moslim is. Iedere morgen doet hij zijn gebed (namaz). Maar iedere avond, zo voegt hij eraan toe, drink ik “bir double raki”. Misschien, zo stelt hij, is dit wel “haram” (onrein) maar allah en haram zijn duidelijk van elkaar gescheiden.

    Oom Ali, die ons hierheen heeft gebracht, stemt volmondig toe. Ook hij bidt, gaat iedere week naar de moskee, maar drinkt iedere avond een “dubbele whisky”. Oom Ali (bejaarde mannen krijgen altijd het woordje “amca” wat “oom” betekent achter hun naam, bij bejaarde vrouwen is dit “teyze” wat “tante” betekent) leeft op onze site behoudens in de winter, dan verblijft hij in Ankara. Voorheen deed hij in parfums en hij is, om het zacht uit te drukken, goed bemiddeld. Als Sevim hem zegt dat whisky hier toch heel duur is, haalt hij zijn schouders op, je moet je geld toch opmaken tijdens je leven, want wat heb je eraan als je dood bent.

    Hasan vertelt dat de buurman plots is gestopt met drinken en roken. Oom Ali kan er niet bij. “Hoe kan je nu vis eten, zonder er raki bij te drinken, dat smaakt toch niet.”

    Eigenlijk zijn zo’n gesprekken leuk en geven zij een beeld over de realiteit van een onbekend Turkije. Al onze buren zijn moslims, maar lijken geenszins op het beeld dat soms van moslims wordt afgeschilderd in het Westen. Ik ben juist bezig in een boek over de islam in Marokko, geschreven door Fatima El Mernissi en vertel dat de islam hier toch anders is dan in Marokko. Onmiddellijk krijg ik te horen dat zij “laiklik” zijn en absoluut geen “islamstaat” willen. Dat is zo sinds Atatürk en dat moet zo blijven.

    Het is vreemd, maar van sommige buren weet ik dat zij op de AK-partij hebben gestemd (die staat voor gematigd conservatief islamitisch) en toch beklemtonen zij die scheiding. Ook hoor ik regelmatig grapjes over de islam, wat je nu toch niet direct verwacht.

    Wat ook typisch is, is de voortdurende vriendelijkheid en beleefdheid van de mensen. Je wandelt, of wandelaars passeren, je doet een babbeltje en je nodigt uit of wordt uitgenodigd. Dingen als “familie”, “vrienden” en “gastvrijheid” zijn heilig in Turkije. Die sfeer heerst hier overal.

    Toen we bij Sevims ouders gingen barbecuën vertelde haar vader over zijn jeugd. Hij woonde toen nog in Selendi en in het huis van zijn vader waren twee plaatsen voorzien voor reizigers. Iedereen die op reis was (ook wildvreemden), kon er blijven logeren, slapen, eten. Ook de paarden kregen voedsel en alles was gratis. Hij vindt dat de gastvrijheid vroeger toch nog een stuk groter was dan nu. Tja, wat moet je dan zeggen…

    Ik vind het hier al zo’n groot verschil met België, hoe moet het in die tijd dan zijn geweest. Binnenkort keren we voor een weekje terug. Het zal wennen worden. Maar toch ben ik blij omdat ik dan de gelegenheid heb vrienden en familie terug te zien. Dat mis ik het meeste aan België.

    27-05-2008 om 18:21 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.integratie

    Het is heet geweest vandaag. Een paar dagen geleden hebben we een groot zonnescherm aangeschaft dat tot zes uur ’s avonds bescherming biedt tegen de zon, maar daarna staat de zon een stuk lager en dan is er geen beschermen meer aan. De avonden zijn zalig, zacht met een licht briesje en een volle sterrenhemel.

    Gisterenavond ontdekte ik een egel in de voortuin en toen ik ging kijken leek het of het diertje dood was. Enkele minuten later echter was het spoorloos verdwenen.

    Turkije kent nu ook zijn rookverbod. Veel merk je er niet van want het wordt gefaseerd ingevoerd. Maar een paar dagen geleden (na de invoering van het rookverbod) waren ze op een open plaats al het grof vuil aan het verbranden. Dat kan dan weer wel!

    Eigenlijk zou ik niets negatief willen schrijven over Turkije, omdat ik hier echt veel liever leef dan in België. Spijtig genoeg zijn de grootste kritikasters van Turkije in ons land, zeker niet diegenen die bekommerd zijn om de eigen democratie, integendeel. Ze misbruiken dikwijls de terechte kritiek om hun enge (en hier mag het woord in de twee betekenissen worden gelezen) racistische mening te verkondigen.

    Ik probeer genuanceerd te zijn, in die zin dat ik zeker niet wil zwijgen over de dingen die hier fout gaan zonder echter te vergeten dat er ook bij ons veel dingen fout lopen!

    Daarenboven is het altijd moeilijk om landen met elkaar te vergelijken. Turkije heeft een heel andere geschiedenis gekend dan België en vanuit die geschiedenis kan je dingen die vandaag gebeuren begrijpen.

    Maar begrijpen betekent niet automatisch goedkeuren! Als je hier met de mensen praat, dan leeft de overtuiging dat Europa zich wil moeien in Turkije. Dan vragen zij of een republiek niet een meer democratische staatsvorm is dan een monarchie? Een andere veelgehoorde reactie: “het is omdat wij moslims zijn dat Europa ons niet wil. Maar wij hebben toch een lekenstaat en zijn een seculiere samenleving.”

    Het is, zeker als je de taal niet machtig bent, niet makkelijk om te discussiëren, maar het lukt. Als je het karikaturale beeld, dat Belgen over Turkije en Turken over België hebben, afbouwt en je spreekt over wat er echt gebeurt in de samenleving, dan krijg je begrip. Dat is belangrijk. Op dat vlak lukt de integratie aardig. De taal blijft natuurlijk heel belangrijk en is nog steeds een obstakel, maar het lukt beter en beter, zeker met Sevim in de nabijheid.

    27-05-2008 om 18:16 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    22-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.problem yok

    Ooit werkte ik op de automatiseringsdienst en toen vertelde ik aan de gebruikers om regelmatig hun bestanden op te slaan. Had ik deze raad opgevolgd, dan was er eergisteren een vrij uitgebreide tekst gepubliceerd op deze weblog. Maar, zoals de meeste gebruikers dacht ik, het zal mij nooit overkomen.

     

    De voorbije week was ik druk in de weer met verschillende teksten over de geschiedenis van het Ottomaanse Rijk en het nieuwe Turkije, die ik na het lezen van boeken en teksten, tot een samenhangend geheel probeerde samen te brengen.

     

    Eergisteren was het dan zover. Knippen, plakken, herschrijven en mijn oude teksten opnieuw opslaan, behalve mijn hoofdtekst. En toen viel de stroom dezelfde dag een drietal keer na elkaar uit. Weg dus die hoofdtekst, ik moet helemaal opnieuw beginnen.

     

    Maar niet geklaagd, de zon schijnt en ik heb veel bijgeleerd. Langzaamaan begin ik een inzicht te krijgen in de complexe geschiedenis van dit land. Tegelijk is mijn Turks aan het verbeteren en begrijp ik steeds meer, dus dat gaat ook op de goede weg.

     

    Nog even geduld dus, problem yok.

    22-05-2008 om 17:46 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    11-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ionische statenbond

    Na een daguitstap naar Kusadasi, sta ik even stil bij het verleden van deze regio. Zo’n 2700 jaar geleden was de provincie Izmir (en een stukje van de provincie Aydin) de bakermat van de Ionische beschaving.

     

    De Ionische nederzettingen zijn ontstaan door inwijking, voor het merendeel Grieken, op vlucht voor de invallen van de Doriërs (3200 jaar geleden).Stilaan groeiden die nederzettingen uit tot steden (12 in totaal) die zich aaneensloten in de Ionische Statenbond. Door hun ligging waren het belangrijke handelscentra, die snel macht verworven in de toenmalige wereld. Het bekendste centrum was Milete, dat zo’n 90 kolonies telde.

     

    Het kan vandaag misschien raar klinken, maar de oorsprong van het Westerse denken is afkomstig van de wetenschappers en filosofen die Milete voortbracht. De Griekse natuurfilosofen Anaximander, Anaximines en natuurlijk Thales hebben hier hun leven doorgebracht. Ook de “duistere” filosoof Heraclitos, van wie de bekende zin “pantha rei” (alles is voortdurend in beweging) afkomstig is, werd hier geboren. Hij was een dialecticus “avant la lettre”.

     

    De natuurfilosofen trachten de wereld te verklaren vanuit de natuurelementen (water, vuur, lucht en aarde) en zijn als dusdanig in hun wereldbeschouwing materialisten (in tegenstelling tot de latere – meer bekende – Griekse filosofen zoals Socrates, Plato en Aristoteles).

     

    De Ionische statenbond zal gedurende  400 jaar een bloeiperiode kennen en wordt daarna door de Perzen onder de voet gelopen. De steden zullen zich herstellen, maar nooit meer hun vroegere macht evenaren en later, door de verzanding, hun handelsrol verliezen en verlaten worden. Later zal Efeze de meest belangrijke stad van de regio worden.

     

    In de toeristische reisgidsen kan je voldoende info vinden over deze regio en vanuit de hotels in Cesme, Kusadasi en Didim worden regelmatig uitstappen georganiseerd naar bv. Efese, Priëne en Milete. Maar eigenlijk is de streek heel makkelijk bereikbaar en zelf heb ik vroeger de streek verkend vanuit Selçuk.

     

    Selçuk is een klein provinciestadje, op loopafstand van de site van Efese. Je vindt er makkelijk een klein en proper pension of hotelletje voor geen geld. Het stadje zelf is zeker de moeite waard omdat het een aantal belangrijke bezienswaardigheden heeft. Eerst en vooral natuurlijk Efeze en het museum dat je moet gezien hebben. Daarnaast is er de Sint-Johannes basiliek, gebouwd op het grondplan van een kruis en gewijd aan de apostel Johannes, die hier met Maria naar toe zou zijn gekomen. 

     

    Daarnaast is er de citadel (niet toegankelijk) en de resten van de Artemistempel. In feite is er niet veel meer overgebleven van deze tempel, eigenlijk staat er zelfs maar één zuil meer overeind en de kans is groot dat je er in het voorjaar een ooievaar ziet die er zijn nest op heeft gemaakt. Maar ooit was het één van de zeven wereldwonderen met een oppervlakte van meer dan vijfduizend vierkante meter en meer dan honderd marmeren zuilen.

     

    De Artemistempel verwijst naar de godin Artemis, die in Anatolië de erfgename wordt van de moedergodin Kybele. De eerste tempel die er werd opgericht was dan ook gewijd aan deze moedergodin. De Kybelecultus zal overgaan in de verering van Artemis en deel uitmaken van het volksgeloof. Maar de tempel wordt verwoest en heropgebouwd, mooier en groter dan voorheen.

     

    Zoals altijd zijn er gekken in de geschiedenis, zo stak ene Herostratus (eigenlijk zou ik zijn naam niet mogen vermelden) de tempel in brand om aldus naam te maken in de geschiedenis. Maar de Efezers bouwden de tempel terug op, nog groter en mooier dan voorheen. Alexander de Grote wou het project financieren, maar de Efezers wezen dit af, door te stellen dat het niet paste dat “de ene god” (verwijzend naar Alexander) een tempel voor een andere god (verwijzend naar Artemis) zou bouwen. Vanaf dan staat de tempel bekend als een der zeven wereldwonderen. Tenslotte zullen de Goten (in de derde eeuw) de tempel volledig verwoesten en het marmer zal (later) overgebracht worden naar Istanbul (in de Aga Sofia).

     

    De Artemisverering zal nog heel lang blijven voortbestaan. Dat moest ook Paulus ondervinden, die hier probeerde het jonge christendom uit te dragen. Efeze was een tolerante wereldstad met verschillende religies en zo’n 250000 inwoners. Maar toen Paulus een aanval lanceerde op de verkoop van de  Artemisbeeldjes, was het hek van de dam en moest hij de stad ontvluchten, terwijl de bewoners scandeerden “groot is de Artemis van Efeze”.

     

    Zelfs tijdens het concilie van Efese (het derde concilie in het jaar 431) waar een breuk ontstond met de Nestorianen, zou men (zo stellen althans bepaalde bronnen) onder druk van de bevolking van Efeze Maria (die dan weer de erfgename wordt van Artemis) als moeder van god (en niet alleen van “menselijke Jezus” zoals Nestorius voorstond) erkennen.

     

    En dan zijn er toch nog altijd mensen of politieke partijen die beweren dat Turkije geen binding heeft met Europa!!!

     

    Vanuit Selçuk kan je makkelijk met de dolmus naar Sirince en ook de sites van Priëne en Milete zijn (via Söke) bereikbaar. Wie er echt de tijd voor wil nemen, kan makkelijk overnachten in Priëne, er is een goedkoop pension en het eten (forel) is zeker niet te versmaden. Ook in Didim kan je makkelijk een goedkoop hotel of pension vinden.

     

    Ik baseerde me vroeger op volgende reisgidsen: de rough guide, de trotter en lonely planet. Op één of twee weken kan je zo makkelijk de Ionische beschavingen verkennen op eigen ritme en wil je een duik in de zee nemen, ook daarvoor is kans genoeg.

     

    Tenslotte nog dit. Het beste seizoen om te gaan is de maand mei, dan ben je bijna zeker van goed weer, zonder de hitte van de zomer te hebben en alles staat in bloei.

     

    De onderstaande foto's zijn geplukt van het net en geven een beeld hoe Milete en de Artemistempel eruitzagen.





    11-05-2008 om 21:59 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sirince

    De voorbije dagen zijn we een beetje afgeweken van ons programma waardoor we enkel naar Kusadasi zijn gereden om Olivier’s moeder te bezoeken. De afstand is zo’n 175 km en daar deden we zo’n twee uurtjes over, goed doorgereden dus.

    Vera logeert in een van de vele all-in hotels (Ephesia) en betaalt voor drie weken, inclusief de vlucht, 600 €. In feite is dit geen geld en het hotel zit dan ook vol met Belgen. Het weer is hier een stuk kouder en we besluiten naar Sirince te rijden, een (vroeger Grieks) bergdorpje dat we van vroeger kennen.

    Als we toekomen regent het pijpenstelen en we moeten een kwartier wachten voor de bui is opgehouden. Sirince is een voorbeeld van de veranderingen in Turkije. Jaren geleden was het er rustig en kwamen er relatief weinig toeristen, maar vandaag is het één grote markt geworden. Overal staan kraampjes en er zijn tientallen wijnhuizen waar je de lokaal gemaakte fruitwijnen kan proeven. Op dat vlak zal men dus wel de Griekse tradities hebben overgenomen.

    Het voordeel van het toerisme is dat vele huizen zijn opgeknapt en naar buiten uit lijkt het een echt Grieks dorpje. Het interieur is echter Turks.

    We eten gözleme in één van de vele restaurantjes en gaan dan het gerestaureerde kerkje bezoeken. Voor de kerk is een wensput. Je gooit er een geldstuk in en als het in een koker verdwijnt mag je een wens doen. Ooit kwam ik hier met Sevim, we gooiden elk een geldstuk en het verdween onmiddellijk in de koker. Nu raakt echter geen enkele munt in de koker. Maar de “kurussen” zijn dan ook heel klein en wegen weinig misschien ligt het daaraan.

    In een gerestaureerd huis drinken we Turkse koffie. Het huis is vol met antieke meubelen (ja Dirk, je zou hier je gading vinden) en overal zijn blaadjes van rozen rondgestrooid. Het uitzicht is prachtig. Overal mooi gerestaureerde huizen geplakt op een bergflank.

    Aan één van de vele kraampjes kopen we confituur, gemaakt van granaatappelen. Tijdens het wandelen denk ik terug aan Sirince vroeger. Ik heb hier ooit eens een week gelogeerd, betaalde toen zo’n 5 euro voor een kleine propere kamer in een pensionnetje in een zijstraatje. Er kwamen toen ook toeristen, maar veel minder en eigenlijk bleef er zelden iemand overnachten. Iedere dag ging ik naar dezelfde lokanta, waar ik las en schreef. En op een avond, ik wou terugkeren naar mijn pension, waren ze rechtover de lokanta wijn aan het inladen. De baas vroeg mij of ik zijn wijn niet wou proeven. Nou ja, wat doe je dan? Hij beweerde de beste wijn van het dorp te hebben en stond erop dat ik naar binnen kwam. Het was intussen redelijk fris geworden (was nog het voorjaar en in de bergen koelt het flink af) en binnen brandde een open haard. De “helper” van de baas kreeg opdracht mij zijn wijnen te laten proeven terwijl de baas zelf naar Antalya vertrok. Ik heb veel wijnen geproefd, niet in de kleine glaasjes die men nu gebruikt, maar nog in gewone wijnglazen. Na een tijdje moet de combinatie van de open haard en de wijn me toch teveel zijn geworden, want ik ben er in slaap gevallen en pas om vier uur ’s morgens werd ik wakker. Geen enkel probleem? Helaas, voor mij was het wel een probleem, ik vond namelijk de weg naar mijn pensionnetje niet terug (de straatjes lijken erg op elkaar) en ben toen maar teruggekeerd naar de wijnwinkel (die ik wonder boven wonder wel nog kon terugvinden). Ook dat was geen probleem en kon rustig tot de morgen voor de open haard blijven slapen.

    Turkije is voor mij (hoe raar het ook klinkt) een land van het heden en een land van herinneringen. Veel dingen heb ik zien veranderen en om eerlijk te zijn, niet altijd ten goede. Het massatoerisme laat een stuk van de eigenheid verloren gaan. Dat is spijtig, maar niet te vermijden. De toeristische sector is immers een bron van inkomsten voor Turkije en men doet er alles aan om buitenlandse toeristen aan te trekken. Het proces dat zich vroeger in Spanje en Portugal heeft afgespeeld, herhaalt zich nu hier, maar in een versneld tempo. En voor de macht van het grote geld moet alles wijken.

    We keren terug om Vera bij haar hotel af te zetten, nog een koffietje en dan de terugreis. Vera heeft duidelijk genoten van deze dag. Het is iets anders dan een all-in hotel en Sirince blijft de moeite waard. Op de terugweg zie ik nog verlaten baaien liggen en ik vraag me af, hoelang zal het nog duren voor ook deze plaatsen worden ingenomen door het grote toerisme?

    De duisternis valt in als we op de bekende kustweg naar Mordogan zitten. De weg is hier een stuk slechter en we zien een gekantelde auto liggen. Het verkeer is hier een stuk gevaarlijker, zeker in het donker. In het dorp gaan we Odemis köfte eten, met thee en ayran. Het kost ons 6,5 YTL maar de uitbater zegt dat 5 genoeg is. Dat willen we natuurlijk niet maar het zegt iets over de mentaliteit die heer heerst. Ja, we hebben echt een klein paradijs gevonden.

     

    11-05-2008 om 21:55 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    06-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laat jullie eens gaan ...

    Hi familie, vrienden, kennissen,

     

    Jullie lezen regelmatig mijn weblog en zenden me dikwijls e-mails waarvoor dank. Maar ik stel mezelf vragen over mijn weblog. Zou graag hebben dat jullie de artikels beoordelen (gebeurt bijna nooit) en, indien jullie vragen hebben, stel die dan ook via de weblog, is interessant voor iedereen. Alle opmerkingen, ook inzake opmaak en inhoud zijn welkom.

     

    Groetjes,

     

    Sevim en Marc.

    06-05-2008 om 23:31 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (15 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een doodgewone dag

    Sinds eergisteren heb ik vliegende tandpijn. Gelukkig enkel als ik eet of drink. En net zoals in België heb ik niet direct zin om naar de tandarts te stappen. Er is wel een tandarts in Mordogan, maar ja, als ik dan toch moet gaan, ga ik liever in Izmir. Misschien zoek ik wel weer een excuus om toch niet te moeten gaan !!!

     

    Deze morgen was het marktdag. We zouden samen gaan met Sevims ouders (die nu logeren in hun illegaal gebouwd huisje zo’n 10 km van ons), maar als we toekomen op de “halk pazari” (volksmarkt) zie ik nergens hun auto staan. Als alle inkopen gedaan zijn, zie ik Sevims vader. Haar moeder, die slecht te been is, zit voor een “marktwinkeltje” dat zorgt voor thee en gözleme (een soort pannenkoek).

     

    Een oudere man die haar vader kent, komt erbij staan. Hij nodigt ons uit om bij hem thee te komen drinken. Het gesprek (dat ik stilletjesaan beter kan volgen) blijft duren en ik ben beladen als een klein ezeltje. Ik ga dus al onze inkopen in de auto leggen en kom dan terug, waar het gesprek nog steeds aan de gang is. Iedereen nodigt iedereen uit. Dat is zo’n beetje het motto. Gastvrijheid is in Turkije heilig en daar kan je niet omheen.

     

    Sevims vader heeft een lijstje gemaakt. Wij gaan de inkopen doen. Om een idee te geven van de prijzen. We kopen een halve kilo verse yoghurt, een halve kilo olijven, een halve kilo tulum kaas, een halve kilo ricotta, een halve kilo pikante pepers, twee kilo tomaten, een kilo appels, een kilo peren, een kilo verse komkommers en een halve kilo bonen. Samen is dat zo’n 17 euro. Dan mag je niet vergeten dat de kazen nog het duurste zijn. Verse groenten zijn hier werkelijk spotgoedkoop.

     

    Daarna gaan we naar “Mortan”, een grootwarenhuis, waarvan de baas een Nederlander is. De “Mortan” heeft een “service”, dat wil zeggen, als je er inkopen wil gaan doen dan kan je gewoon bellen en dan komen ze je ophalen met de auto en na je inkopen word je met de wagen teruggebracht.

     

    In de namiddag rijden we samen naar het huisje van Sevims ouders. Haar vader, die voorop rijdt, is dit keer een trage chauffeur (doet het waarschijnlijk voor mij). Plots stopt hij langs de bochtige weg met smalle rijstroken. Het uitzicht is hier prachtig en diep beneden tussen de rotsen is een klein huisje. Daar kan je “wilde” vis kopen. Zowel Sevim als haar vader fluiten op hun vingers, maar er is niemand. Dus geen vis vandaag, de visser zal uit vissen zijn.

     

    Iets verderop wordt weer gestopt, nu langs de overkant van de baan. Daar is immers een bron, en de lege waterflessen worden gevuld met water uit de bergen.

     

    Daarna rijden we naar Kaynarpinar om thee te gaan drinken. Sevims vader wil dat ik film met zijn nieuwe camera die hij in België heeft gekocht. Ik doe mijn best tot ik bemerk dat er geen cassette in zit. Maar gelukkig heb ikzelf mijn camera bij zodat ik dit kleine dorpje met vissershaven kan filmen.

     

    Op het terras van het café staan moerbeibomen. Sommige moerbezen zijn al rijp. Weerom een “vriend” komt erbij zitten. Weer is het uitnodigen om eens op bezoek te komen. Thee en koekjes. Voor ons een paar vissers die in het jachthaventje bezig zijn om hun netten in orde te brengen.

     

    Dan rijden we naar Sevims ouders huisje. Juist voor de inrit zijn gemeentepersoneelsleden bezig asfalt aan te brengen. Sevims vader stopt en wij parkeren iets verder langs de weg. Hij gaat praten met de toezichter en die belooft om de toegangsweg een stuk te asfalteren. Ja, hier is nog geen deontologische code. En de werkers zullen “in het zwart” wat bijkrijgen. Onze politici zouden hier moord en brand over schreeuwen. Want vandaag worden werkers van de overheid toch goed betaald? Dus, geen gefoefel meer!!!

     

    Ik denk terug aan mijn beginjaren op het stadhuis. In 1976 verdiende ik netto zo’n 425 €, ik was toen 21. Mijn huishuur bedroeg (voor een werkmanshuisje) 50 €. Een pintje kostte 25 cent, een pakje sigaretten 40 cent. Weet je, ik kwam, met de beginwedde van opsteller, ruim rond.

     

    Vandaag verdient een administratief medewerker die begint nauwelijks 1200 € netto. Een werkmanshuisje huur je niet onder de 400 €. Een pintje kost 1,5 € en sigaretten 5,30€. Ik zwijg dan nog over de andere prijzen.

     

    Dan denk ik “arm Vlaanderen”!!!

     

    Het huisje van Sevims ouders is een éénkamerhuisje maar het heeft iets. Het uitzicht is prachtig. In de verte de zee en Eski Foça (het oude Foça), daarvoor de druivenstruiken en fruitbomen en niet te vergeten de olijfbomen die dit jaar massa’s olijven zullen geven.

     

    Ik heb beloofd de olijven te plukken. Vanaf dit jaar is het verboden om met een stok de olijven uit de bomen te slaan, het moet nu gebeuren met een machine, omdat anders de opbrengst verkleint. Hoe dat werkt, dat zullen we wel zien, want het is pas in het najaar dat de olijven geplukt worden.

     

    We drinken zoete Turkse koffie en er is een fel windje. Ik draag enkel een korte broek en een t-shirt zonder mouwen. Sevims ouders kunnen niet begrijpen dat dit weekend in België de mensen massaal naar de kust kwamen en gingen zwemmen. Het water moet toch veel te koud zijn geweest. Hier warmt het water op en vanaf augustus kan je zeggen dat het zelfs warm is om in de zee te zwemmen. Maar ik heb nog niemand zien zwemmen hier. Voor de Turken is dit nog veel te koud.

     

    Ik geniet van het uitzicht. De cypressen, de zee, de tuin. Hier zou ik uren kunnen zitten en wegdromen.

     

    In de late namiddag rijden we naar Kösedere, een deelgemeente van Mordogan. De weg, die klimt, ligt tussen de olijfbomen en overal langs de weg vind je thijm. De lucht is zuiver, geen industrie of vervuiling. Langs de weg, een olijfoliefabriekje. Verder enkel natuur. Tot we toekomen in Kösedere.

     

    Voor het dorpshuis zitten enkele oudere mensen. Allemaal mannen. Maar onmiddellijk krijgen we gezelschap. De uitbater van een “volkscafé” in Mordogan herkent ons. Hij is op zoek naar zijn broer die in Nederland woont. We beloven hem te helpen. We drinken (natuurlijk) thee. Het dorpsplein van Kösedere ligt aan de moskee en ook hier is de bevolking meestal oud. De jongeren zijn weggetrokken. Sevim moet een afspraak maken voor haar vader met “de tractorman”, maar die is er nog niet. Iedereen komt langs. Mensen die je van haar of pluimen kent geven je een hand. “Hos geldeniz”, welkom. Dit is het Turkije waar ik zo van hou, de vriendelijkheid en de gastvrijheid. Mensen komen bijzitten, gaan weer weg.

    Na onze thee brengt de “baas” nog eens “ada cay” (een kruidenthee, zeer goed tegen verkoudheden). Dan komt de “tractorman” toe. Afspraken worden gemaakt.

     

    Uiteindelijk gaan we afrekenen. We hebben 5 thees op onze rekening. De baas wil niet meer dan “één miljoen”(oude turkse lira), dat is een halve euro.

     

    De smalle straatjes, huizen opgetrokken uit natuursteen, ezeltjes, vrouwen met de hoofddoek. Iedereen is vriendelijk. Niet bang wanneer ik aan het filmen ben, integendeel. In de verte zie je Eglenhoca (een andere deelgemeente van Mordogan) en de zee.

     

    Nog een paar foto’s en dan terug naar huis. We rijden over Eglenhoca waar ze nog zelf wijn maken. Bewoners die buiten zitten roepen “hos geldeniz”. De weg leidt nu naar beneden. Ook hier weer de olijfbomen en de druiven.

     

    Thuis maak ik op eigen wijze mijn spaghetti. Dat doe ik één keer per week. En deze avond drinken we wijn. “Majestik”, een wijntje van de Egeïsche regio. Smaakt een beetje naar “beaujolais”, maar heeft niet de rijpheid ervan. Een dieprode kleur, maar weinig aroma die snel vervliegt. Sevim vindt het heerlijk. En romantisch. We zitten buiten tot de duisternis valt en het blijft, voor de eerste keer, echt heel zacht.

     

    Morgen vertrekken we, op zoek naar tickets voor België. Het zal pas maandag zijn voor wij terugkeren naar Mordogan.

     

    Groetjes.



















    06-05-2008 om 21:55 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    03-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een schande voor de democratie!!!

    De krantentitels liegen er niet om: “feestdag voor de politie”, “politiestaat”. De teneur is bijna overal hetzelfde, wat een “dag van de arbeid en de solidariteit” moest worden, is ontaard in een ongekende repressie tegen de georganiseerde arbeidersbeweging. Istanbul was op 1 mei een bezette stad. Overal uit het land waren “robocops” (tussen de 20 à 30.000) opgetrommeld om alle toegangswegen tot het Taksimplein in Istanbul af te zetten.

     

    Het “gasfestival” startte in de vroege morgen, toen een vijfhonderdtal arbeiders die zich voor de lokalen van de Disk (één van de grote vakbonden) in het district Sisli hadden verzameld, zonder enige aanleiding of verwittiging aangevallen werden door de politie met waterkanonnen en traangas. Van toen af aan gingen de poppen aan het dansen. Zonder onderscheid werd brutale repressie gebruikt, ook tegen nietsvermoedende voorbijgangers. Straten vol gas en pepperspray. Zelfs in een ziekenhuis belandden gasgranaten en moesten de patiënten naar buiten.

     

    De AK-partij van Erdogan toont hier haar ware gezicht. Dat is, getrouw het programma uitvoeren van het IMF. In dat kader werd een nieuwe wet op de sociale zekerheid gestemd die toekomstige werknemers verplicht om tot hun 65 te werken. De weinige sociale verworvenheden die er waren, worden verder afgebroken.

     

    Turkije, dat de laatste jaren een sterke economische groei kende, ondervindt nu de gevolgen van de wereldcrisis. De nieuwe Turkse lira komt onder druk en de inflatie laait op. In het land, met de grootste schuldenlast ter wereld aan het IMF, lopen de buitenlandse investeringen terug.

     

    Voor de buitenwereld is de AK-partij nochtans de partij die Turkije wil democratiseren en omwille van de comfortabele meerderheid in het parlement heeft de Europese Unie zijn vertrouwen geschonken aan deze partij. Maar de economische realiteit achterhaalt het werkelijke programma van deze volkspartij, dat is getrouw uitvoeren wat het IMF vraagt. En dat gaat in tegen de belangen van de werknemers. Het is dus vanzelfsprekend dat de vakbonden van 1 mei een strijddag wilden maken en daarom wilden opmarcheren naar het symbolische Taksimplein!

     

    Tot één week voor 1 mei was er binnen de regering nog discussie of 1 mei al dan niet een feestdag zou worden. Het werd een officieuze feestdag, dat wil zeggen, men erkent vanaf nu 1 mei als de dag van de arbeid en de solidariteit, maar … om de economie geen schade toe te brengen, wordt het geen betaalde feestdag!!!

     

    31 jaar geleden greep op 1 mei op het Taksim plein een manifestatie, georganiseerd door de vakbonden met meer dan een half miljoen aanwezigen. Toen werd vanuit verschillende appartementen geschoten in de massa. Hierbij vielen meer dan dertig doden. De schoten werden (naar alle waarschijnlijkheid) afgevuurd door extreem rechts, maar de daders zijn nooit gegrepen!!!  Van toen af is Taksim verboden terrein voor de vakbonden. Na de staatsgreep van 1980 was het zelfs verboden 1 mei nog te vieren.

    "http://www.youtube.com/v/1mldbOJmkh0&hl=en&rel=0"

    Syndicale rechten zijn zo goed als onbestaande in Turkije. Toen op 15 maart de DISK en de KESK een stakingsactie organiseerden vanaf 14 uur, noemde Erdogan de stakingen illegaal.

     

    De oude bureaucratische elite (ook wel de Kemalisten genoemd) die nog steeds de controle heeft over het staatsapparaat (leger, ambtenarij, administratie, universiteiten en het gerecht), wil geen afstand doen van haar privilegies en komt in botsing met de AK-partij. Maar voor Europa is dat geen alternatief. Ze vrezen dat er dan weer chaos komt zoals in het verleden.

     

    Het is dan ook ironisch dat de procureur generaal  van het grondwettelijk hof (die natuurlijk deel uitmaakt van de Kemalistische elite) een verzoek tot sluiting van de AK-partij heeft ingediend, juist op dezelfde dag dat de eerste minister Erdogan(van de AK-partij) de stakingen van DISK en KESK illegaal noemde.

     

    Ondanks de herhaalde verzoeken van de vakbonden om 1 mei te kunnen vieren op het Taksim plein, weigerde Erdogan. Hij verwees telkens naar de gouverneur van Istanbul en stelde dat Turkije een rechtsstaat was.

     

    Turkije is inderdaad een rechtsstaat, maar dan wel een rechtsstaat gebaseerd op de grondwet die de militairen in 1982 doorvoerden, met andere woorden een totaal anti-democratische grondwet.

     

    Het is vreemd maar waar. De dubbelzinnige houding van de Europese Unie blijkt ook weer uit de verklaringen na 1 mei. Geen woord over de brutale repressie, blijkbaar is dat geen punt voor Europa. Dit in tegenstelling met hun standpunten over een eventueel verbod van de AK-partij. De Europese commissaris Rehn werpt een pluim naar de AKP en wijst op de extreme nationalisten. Heeft de commissaris dan geen commentaar op de gebeurtenissen in Istanbul op 1 mei. Neen, hier zijn de Europese lippen verzegeld! Wel wordt een pluim gegeven aan de AK-regering omdat zij het beruchte artikel 301 heeft gewijzigd.

     

    De wijziging aan artikel 301 van de strafwet is echter toilettage, zonder de inhoud te veranderen. Dat is typisch voor de AK-partij. Werkelijke democratie is de afschaffing van de oude militaire grondwet en de vervanging door een normale burgerlijk democratische grondwet. Maar de AK-partij wordt steeds meer een machtspartij. Met een comfortabele meerderheid in het parlement en de president willen zij duidelijk maken aan het leger dat zij in feite weinig of niets verschillen van de gevestigde partijen. Het is trouwens tekenend dat in Istanbul op 1 mei ook het leger (weliswaar discreet) aanwezig was.

     

    Turkije kenners stellen dat er een politiek vacuüm is in Turkije door het ontbreken van een sociaal democratische partij. De DSP en de CHP noemen zich weliswaar sociaal democratisch, maar zijn eerder neo-nationalistisch en formuleren geen geloofwaardig alternatief.

     

    De voorzitter van de DISK wees op de dubbelzinnigheid van AK-partij. Hij stelde dat de AK-partij blijkbaar alleen bekommerd is om de religieuze vrijheid (hierbij verwijzend naar de afschaffing op het verbod om met een hoofddoek naar de universiteit te komen) maar dat syndicale vrijheden onbelangrijk zijn.

     

    Erdogan toont zijn spierballen. Hij zegt dat de gouverneur gedaan heeft wat moest gedaan worden. Geen enkele verontschuldiging over het brutale politieoptreden.

     

    Verder laat ik de beelden voor zich spreken. Volgens de mensenrechtenorganisatie IHD werden 3000 mensen opgepakt, volgens de gouverneur slechts iets meer dan 500.

     

    Wat zich nu heeft afgespeeld in Istanbul, is de zoveelste schandvlek op het democratiseringsproces.

     

    http://video.google.com/videoplay?docid=-1550044129741893933&q=1+may+2008+turkey&ei=1MYcSIuKEpKIjQLrj-jKAQ&hl=nl

    03-05-2008 om 23:32 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    30-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meiavond bij Feyaz

    Meiavond, hoe kan je dat vieren in Mordogan? Er zijn geen speciale activiteiten voorzien dus besluiten we maar naar restaurant Marina te gaan en daar eens lekker te gaan tafelen.

    Buiten is de hemel bezaaid met sterren, een voorbode van zonnige dagen zonder enige bewolking. Het is iets voor negenen als we toekomen in het restaurant waar niemand aanwezig is. Geen goed teken, maar het restaurant ligt dan ook aan de nieuwe haven, een stukje buiten het centrum van ons stadje.

    We gaan van start met mezzes. Ik ben verslingerd op mezzes, voorgerechtjes die van streek tot streek verschillen, maar dikwijls een nieuwe ontdekking zijn en die je bovendien zin doen krijgen in het hoofdgerecht. Dit keer wordt het een yoghurtsla met aubergines en dan een bord met koude gekookte diverse groenten. Alles is overgoten met olijfolie en bovendien staat er nog een extra kannetje bij, kwestie van smaak.

    Sevim drinkt Efes, ik drink raki. Omdat de prijs van de raki gelijk is aan de prijs in de winkel bestel ik een flesje van 35 cl. De rest kan ik later meenemen naar huis. Een grote fles water en een gekoelde kan met ijsblokjes wordt erbij gebracht.

    De aubergines zijn niet slecht, maar er is heel kwistig omgesprongen met look (om het zachtjes uit te drukken). Voor mij ietwat overdreven, maar de groentensla is overheerlijk.

    De kelner ziet dat we weinig gegeten hebben van de auberginesla en vraagt de reden. Teveel look. Ok, dan breng ik iets anders. Hij brengt nu een slaatje van bonen, fava genaamd. Het smaakt een beetje naar aardappelen, maar is toch lekker.

    Intussen telefoneert mijn oudste dochter Maya. Ze heeft onze mail gelezen en kon geen verbinding krijgen. Het doet deugd haar stem te horen. Dat zijn de dingen die ik mis in België, de vrienden en de familie.

    Ze is ook een beetje bezorgd. Sinds ik een drietal weken geleden eens serieus ziek was, zijn we beiden direct heel moe. En ja, de geneeskunde hier is niet wat ze in België is. We zullen ons bloed eens moeten laten onderzoeken, maar ja, daarvoor moeten we naar Izmir, want hier zijn geen labo’s. We spreken af om eens over het internet te chatten, want intercontinentale verbindingen zijn duur.

    Feyaz, de papegaai, houdt zich stil. Ondanks verwoede pogingen van Sevim om het beestje “iyi aksamlar” te doen zeggen, houdt Feyaz zich op de vlakte. Tot hij uiteindelijk, raar maar waar, “miauw” zegt. En dat voor een papegaai.

    Na de mezzes brengt de kelner een grote versierde sla. Ja, dit is een restaurant, geen gewone lokanta en dus zijn de gerechten ook mooi versierd. Aan de randen van de slaschotel zitten reepje citroen gestoken en lange smalle repen wortel zijn in baantjes over de sla gelegd.

    De vis, levrek (dorade), is op vraag gefileerd, kwestie van niet teveel last te hebben met de graten. Goed gegrild en gesneden prijkt de dorade op een ovale schotel met sla en rode kool. Overheerlijk.

    We praten over 1 mei. Zijn benieuwd wat er morgen in Istanbul zal gebeuren. Sevim vertelt over haar studententijd. Ze was toen lid van de “jonge revolutionairen”, één van de talrijke extreem linkse bewegingen die toen bestonden. In de universiteit waar ze studeerde waren er dagdagelijks incidenten met de fascisten (de grijze wolven) die alles wat links was aanvielen. Turkije was toen een verdeeld land. Afhankelijk van de stad waar je leefde voelde je de invloed van extreem links of extreem rechts. In Erzurum, waar Sevim studeerde, was dat extreem rechts.

    De zeventiger jaren in Turkije. Ook hier ondervond men de gevolgen van mei ’68 en waren extreem linkse groepjes als paddestoelen uit de grond geschoten. De linkerzijde was sterk, maar enorm verdeeld. Zelfs binnen de politie was er een linkse vakbond, Pol-Der. Op sommige politieburelen hingen zelfs de posters van Che.

    Hoe verschillend met nu. De linkerzijde lijkt monddood. De staatsgreep van 1980 was effectief. Honderdduizenden verloren hun job, duizenden belandden in de gevangenissen waar foltering en verkrachting schering en inslag waren. Bijna tweehonderd mensen werden gedood door de militairen. Het is een erfenis die zijn gevolgen heeft. Ook onze buurman was lid van een revolutionaire organisatie. Nu stemt hij, zoals zovelen hier, op de CHP. De generatie van mei ’68 is monddood. Zo’n beetje als bij ons, alleen, hier had men de keuze niet, bij ons had men die keuze wel, maar de meesten kozen voor het geld en de macht.

    Regelmatig komt de kelner de asbak verversen. Het is gezellig en romantisch hier. Een echte meiavond.

    Als we gedaan hebben met eten wordt de tafel afgeruimd en komt de kelner met een verrassing. Warme helva. Nog nooit gegeten (ook Sevim eet het nu voor de eerste keer). Niet goed voor de calorieën maar ah, het is immers maar één keer in het jaar meiavond.

    We besluiten met Turkse koffie. Heel licht gesuikerd. Het is een mooie afsluiter van een lekker etentje. De rekening. 50 YTL, zeg maar 25 €. Ik neem de rest van raki mee, goed voor als er bezoek komt. In de auto vragen we ons af hoeveel we hiervoor in België zouden betalen. Eigenlijk onbelangrijk, want we leven hier, niet meer in België. Bovendien is het meiavond, dus geen gesprekken over geld.

    Als we toekomen in onze site blijven we staan om naar de sterrenhemel te kijken. Overal sterren. Dit is iets dat men ons nooit kan afnemen. Gelukkig maar dat sterren geen prijs hebben. Anders waren ze allang opgekocht.

    Al bij al, een geslaagde meiavond.

    30-04-2008 om 23:46 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het district Karaburun

    Het district Karaburun is één van de districten van de provincie Izmir, waarvan Izmir de belangrijkste stad is.

    Izmir is de derde grootste stad van Turkije en welvarend in vergelijking met de andere steden. Met zijn meer dan 3 miljoen inwoners (officieel 2,5) kent het echter de problemen van alle grote turkse steden (massale inwijking van het platteland en gececondus(= krottenwijken) waar ongeveer een derde van de bevolking leeft). Toch is het een open stad en de enige grote stad in Turkije die nog niet onder controle is van de AKP (huidig regerende partij, gematigd islamitisch).

    Er is een groot onderscheid tussen de districten. Sommige (bv. Bornova, Narlidere, Konak, Balcova, …) zijn eigenlijk de stadsgewesten van Izmir. Andere daarentegen zijn meer arrondissementen (bv. Karaburun, Selçuk, Bergama, Odemis, …). Zij worden bestuurd door een gouverneur.

    Het district Karaburun is een schiereiland dat begrensd wordt door de districten Urla en Cesme. Het schiereiland heeft een oppervlakte van 436 km2. Het ligt rechtover het district Foca, waarmee het de toegang tot de baai van Izmir vormt. Foca ligt op zo’n twintig km. In tegenstelling tot het verstedelijkt gebied van Izmir is de waterkwaliteit, zowel in Foca als rond het schiereiland zeer goed.

    De Griekse eilanden Lesbos (32 km) en Chios (24 km) liggen op korte afstand van Karaburun. Boten naar de Griekse eilanden zijn er echter enkel in Cesme.

    Anderzijds kan je vanuit het stadje Karaburun (zie verder) sinds juli 2007 met de boot naar Izmir (Uçküylar in het stadsdistrict Bornova). De tocht duurt zo’n anderhalf uur en je betaalt zo’n 12,5 YTL (6 euro). Dit jaar zou er ook een bootverbinding komen vanuit het stadje Mordogan. Feit is dat er in Mordogan een nieuwe jachthaven is gebouwd, waarschijnlijk voor de grotere schepen en de boot naar Uçküylar.

    In tegenstelling tot Cesme is het schiereiland nog niet ingepalmd door het grote toerisme. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de bereikbaarheid. De hoofdweg volgt de omtrek van het eiland waardoor je bijna letterlijk elke baai en elk kustdorpje ziet.

    Het voordeel hiervan is dat je kennis kunt maken met het echte Turkije. Niet dat er geen toerisme is, integendeel, maar dat komt hoofdzakelijk van de Turken zelf.

    De twee belangrijkste plaatsen zijn Mordogan (met drie afhangende dorpen) en Karaburun (met zes afhangende dorpen). Daarnaast zijn er nog een viertal zelfstandige gemeenten, die hogerop het eiland en aan de andere kant liggen.

    De plaatselijke bevolking van het schiereiland (zo’n kleine 14.000 inwoners) leeft hoofdzakelijk van de landbouw (olijven, olijfolie, honing, artisjokken). Hun dorpen liggen meestal een stuk hogerop en niet aan de kust. Dat heeft een historische betekenis. Vroeger zochten dorpelingen plaatsen om zich te beschermen tegen vijandige invallen. De kust was dus geen ideale plaats om zich te vestigen, vandaar.

    Dit is vandaag wel anders. Langs de kust liggen nu verschillende vakantiedorpen en Karaburun en Mordogan leven voor een stuk van het toerisme. Kleinschalig toerisme, dat wel, met leuke betaalbare pensions en hotelletjes. Daarnaast kan je er terecht in verschillende lokanta’s of visrestaurants. Vooral in de weekends zakken de weekendtoeristen af uit Izmir, om hier vis te komen eten.

    Tot voor de volkerenruil van 1923 waren er verschillende Griekse dorpen waarvan de meeste nu verlaten zijn. Enkel de oude ruïnes getuigen nog van dat verleden.

    In de lente is Karaburun een wilde bloemenzee. Naast salie en thijm groeit overal wilde lavendel en zijn de velden bezaaid met klaprozen. Ook narcissen zijn er in overvloed.

    Op de laaggelegen plaatsen is de begroeiing laag, waar op hoger gelegen plaatsen dennen overheersen. De echte kruidenliefhebber komt hier ook aan zijn trekken, want er zijn diverse variëteiten die ook nog door de dorpelingen worden gebruikt en waarvan verschillende geneeskrachtige eigenschappen bezitten.

    De “monachus monachus” (mediterrane zeehond), waarvan er ter wereld nog slechts zo’n 430 resten heeft hier zijn broedplaats en ook de zeldzame “Laris Audouinni” meeuw komt hier voor.

    Andere, veel voorkomende dieren zijn het wilde zwijn, de marter, de otter en de das. Regelmatig zie je roofvogels (arenden, valken, uilen) en in het water zitten nog rivierkrabben en waterschildpadden. Wat ook niet ontbreekt zijn hagedissen, kameleons en slangen en natuurlijk een grote variatie aan insecten (waarvan sommige nijdige prikken kunnen toebrengen).

    Bijen, schapen en geiten zijn voor een groot deel gedomesticeerd maar vind je ook nog terug in het wild.

    Daarnaast heb je de zee met een grote variëteit aan vissen, vooral zeebaars, sardienen en dorade. Veel van deze vis wordt gekweekt in zeeboerderijen en de vrij gevangen vissen zijn een stukje duurder dan de gekweekte.

    Het district heeft een geschiedenis die eeuwen teruggaat. Bewoning was er al vanaf de prehistorie (de eerste bewoners zouden er al zo’n 6.000 jaar geleden geleefd hebben) en Homerus noemt het eiland “het windeiland Mimas”. Op sommige plaatsen vind je er nog windmolens en ook in de hete zomers maakt de wind de temperaturen draaglijk. Volgens de Griekse mythologie vroeg de godin Hera (de vrouw van Zeus) aan de godin Iris (de godin van de regenboog) om vanop de toppen van Mimas haar echtgenoot te bespioneren naar zijn liefdesaffaires met godinnen en stervelingen.

    Zo’n drieduizend jaar geleden (na de val van het Hittitische Rijk) ontstaat er rondom deze regio de Ionische statenbond. Erytrai (waarvan de resten nog terug te vinden zijn op het schiereiland) is één van de twaalf Ionische staten en het eiland kent een sterke bloei gedurende deze periode. Erytrai was ook bekend omdat hier één van de sybilles leefde (dat waren waarzegsters die de wil van de goden voorspelden en dikwijls door toenmalige heersers voorafgaand aan één of andere oorlog werden geraadpleegd). De voorspelling van de sybille kwam altijd uit, omdat ze telkens op een verschillende manier konden geïnterpreteerd worden.

    2500 jaar geleden komt het schiereiland onder controle van de Perzen en in het jaar 334 voor onze jaartelling krijgt het, na de overwinning van de Alexander de Grote op de Perzen, de onafhankelijkheid. 200 jaar later werd het dan weer door de koning van Bergama geannexeerd en maakte het deel uit van het Oost-Romeinse Keizerrijk.

    Daarna kwam het onder controle van het Byzantijnse Rijk om vanaf de 15° eeuw deel uit te maken van Ottomaanse Rijk.

    Eén van de grote historische gebeurtenissen is de opstand op het eiland onder leiding van sjeik Bedrettin (zo’n 600 jaar geleden) als reactie op de zware uitbuiting van de plaatselijke bevolking. Deze man had een sterk gevoel voor sociale rechtvaardigheid en koos de kant van de arme Turken, Joden en Grieken in Anatolië. Zijn slogan was “deel alles wat je hebt, behalve de wang van je geliefde”. Eén van zijn volgelingen, Börklüce Mustafa ging op het schiereiland de strijd aan met de troepen van de sultan, maar moest zich, na enkele overwinningen in het begin, met zijn 10.000 strijders terugtrekken. De opstandelingen werden tot de laatste man verslagen in de “vallei van de straf”, de sjeik werd opgehangen en Mustafa gekruisigd. Blijkbaar had de beweging een grote indruk gemaakt op de sultan, want gedurende 80 jaar werd iedere vorm van bewoning op het schiereiland verboden.

    En met dit stukje sociale strijd nemen we afscheid aan de vooravond van 1 mei.

     

     

     

     

     

     









    30-04-2008 om 19:40 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    26-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meigroetjes

    Gisteren was het 25 april. Voor mij is deze datum altijd de herinnering aan de anjerrevolutie van 1974. De anjer in de loop van het geweer. Ik heb de anjerrevolutie op de voet gevolgd en raakte gefascineerd door Portugal. Maar dat is alweer 34 jaar geleden, een teken dat ik ouder aan het worden ben.

     

    Het doet me ook altijd stilstaan bij 1 mei. En dit jaar is het 40 jaar geleden dat het “verboden was te verbieden” in Frankrijk. Ja, ik ben één van de kinderen van mei ’68, hoewel ik toen nog niet zo sterk in maatschappelijke problemen was geïnteresseerd. En in tegenstelling tot vele van mijn companen in die tijd, ben ik een product van mei ’68 gebleven.

     

    Naïef, zullen velen zeggen. Maar de gedachten zijn vrij. Ik voel me er goed bij dat ik nooit in mijn leven te koop ben geweest. Eigenlijk ben ik daar fier op.

     

    Hoe graag ik hier ook zou wegdromen, toch blijf ik de actualiteit volgen. Ook in Turkije.

     

    De AK-partij ligt opnieuw in conflict met de vakbonden. Dit keer niet over de hervorming van de sociale zekerheid, maar in verband met de erkenning van 1 mei als officiële feestdag. De regering heeft besloten 1 mei uit te roepen tot dag van de arbeid en solidariteit. De solidariteit is echter heel beperkt. 1 mei wordt geen vrije dag want dat kost de economie teveel. De vakbonden zijn woedend. Erdogan, die zich opwerpt als de grote democraat is zeker geen vriend van de vakbonden. Stakingen noemt hij illegaal. En de vakbonden krijgen geen toelating om hun 1 mei viering te houden op Taksim, waar 31 jaar geleden 40 mensen werden doodgeschoten tijdens een grote vakbondsmanifestatie.

     

    Democratie. Het is inderdaad een hoog goed. Een politieke partij verbieden heeft weinig met democratie te maken. In die zin is het verbod dat men wil opleggen aan de DTP (Koerdische partij die verweten wordt het separatisme te steunen), de AK-partij van Erdogan (die verweten wordt het secularisme in gevaar te brengen) en nu zelfs de CHP (die illegale financiering aan een nationalistische zender verweten wordt), weinig democratisch te noemen.

     

    Maar ook in ons land zie ik hoe dikwijls de grootste verdedigers van democratie en vrijheid, de eersten zijn democratische vrijheden te beperken, inzonderheid het stakingsrecht. Als ik lees dat een beeldhouwwerk van Delphine Boël wordt weggenomen om prinses Astrid niet voor het hoofd te stoten, als ik lees dat een karikatuur van Patrick Janssens wordt verwijderd uit de bibliotheek, als ik lees dat een toneelstuk in Temse wordt verboden, dan sta ik stil bij het begrip democratie.

     

    Dan denk ik met weemoed terug aan mei ’68, toen het “verboden was te verbieden”. Naïef, misschien wel, waarom ook niet. Ik heb nooit mijn keuze betreurd. Alvast onze meigroeten.

    26-04-2008 om 21:46 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verlaten ruïnes van Catalkaya.

    Hier, op het schiereiland Karaburun, leefden op verschillende plaatsen Grieken. Onder andere in Mordogan en Karaburun. Als je het eiland rondrijdt dan vind je ook de zwarte resten van wat vroeger een vrij groot Grieks dorp moet zijn geweest en soms vind je dorpen waar resten van oude Griekse woningen staan tussen de nieuwe (zo nieuw zijn ze nu ook niet) huizen.

     

    Alles heeft zijn geschiedenis en voor ik over Catalkaya wou schrijven, ging ik op zoek naar de wijze waarop de volkerenruil was gebeurd. Want zomaar je dorp verlaten, dat doe je niet.

     

    En de werkelijkheid is veel minder romantisch dan de ruïnes deden vermoeden. Het nieuwe Turkije met zijn huidige grenzen is tot stand gekomen door de onafhankelijkheidsstrijd die voor een stuk na de eerste wereldoorlog werd uitgevochten. Op dat moment was het Ottomaanse Rijk op sterven na dood. Wat nog overbleef van wat eens een imperium was dat zich uitstrekte over drie werelddelen, was het verpauperde midden Anatolië waarin niemand nog geïnteresseerd was. De sultan kalief was met andere woorden een heerser over een papieren rijk, dat voor een groot stuk werd bezet door andere grootmachten (Frankrijk, Italië, Groot-Britannië en Griekenland). De verbrokkeling, die zich in een versneld tempo had doorgezet in de 19° eeuw, ging nu nog sneller door. En de sultan kalief deed concessie na concessie. Het Ottomaanse Rijk was een verarmde edelman, zwaar onder de schulden, die bereid was alle stukken land af te staan, zolang hij maar een edelman kon blijven.

     

    Tegen die verbrokkeling komen er diverse opstanden. Het verdrag van Sèvres, dat in 1919 wordt afgesloten, legt naast een verdere opdeling van wat nog rest van het Ottomaanse Rijk, ook de rechten vast van de minderheden. Overwinnaars bepalen immers het lot van de geschiedenis en Turkije had in de eerste wereldoorlog de kant gekozen van Duitsland. De minderheden kozen voor een groot deel de kant van de bezetters omdat dit in hun voordeel uitkwam. En die minderheden waren niet klein. Zo bestond in 1919 in Istanbul slechts 47% van de bevolking uit ethnische Turken , de rest bestond uit andere ethnische minderheden.

     

    Verschillende groepen kwamen in opstand tegen deze verdere verbrokkeling. Toen de sultan opdracht gaf aan Mustafa Kemal om de opstanden in Anatolië te onderdrukken, en toen diezelfde Mustafa Kemal zag dat zijn vrienden (de “jonge Turken”, een bondgenootschap met verschillende strekkingen die én hun nationalisme én modernisering van het land tot doel hadden) in de gevangenis terecht kwamen, stelde hij zich aan het hoofd van de opstanden in plaats van ze te onderdrukken. En uiteindelijk kwam het tot een eenheidsfront, onder leiding van Mustafa Kemal Pasja, een militair die reeds in het verleden bewezen had een zeer goed militair strateeg te zijn.

     

    In 1919 hadden de Grieken Izmir bezet (toen nog bekend onder de naam Smyrna) en bij die bezetting waren honderden, hoofdzakelijk Turkse burgers, omgekomen. De Egeïsche kust werd bijna volledig gecontroleerd door de Grieken omdat het toenmalige Griekse staatshoofd een “groot Griekenland” tot stand wilde brengen.

     

    Wat niemand had verwacht, gebeurde. De opstandelingen, meestal Koerden en Turken, die als gemeenschappelijke basis hun godsdienst hadden (de islam), verenigden zich en boekten voor het eerst gebiedswinst. Voor de moslims in het Ottomaanse Rijk moet dit een geweldige opsteker zijn geweest. Maar Mustafa Kemal was geen dommerik. Integendeel. Hij liet tegelijk onderhandelingen starten tussen zijn opstandelingenbeweging en de imperialistische grootmachten. In een nieuw Turkije zouden de schulden van het Ottomaanse Rijk worden afgelost en bleven de concessies van buitenlandse bedrijven behouden.

     

    Onderhandelingen voer je echter op basis van een machtspositie, en toen de imperialistische grootmachten zagen hoe de opstandige nationalisten er in slaagden de Grieken tot stilstand te brengen en terug te slaan, kozen zij waar voor hun geld. Liever een nieuwe leider waar men vanop aan kon, dan een sultan die eieren voor zijn geld koos, maar die geen kippen meer had die eieren legden!

     

    De nederlagen die de Grieken leden, waren een teken aan de wand. Enkel Groot-Britannië stribbelde nog wat tegen, maar de andere grootmachten erkenden al de facto de opstandelingen.

     

    In 1922 heroverden de Turken Smyrna. Het was het symbool van de Grieken, maar het werd ook hun ondergang. Grote delen van de stad (het Armeense en het Griekse deel werden in brand gestoken). Duizenden sneuvelden. Waren het de Turken die het vuur hadden aangestoken of waren het de nationalistische Grieken die niets wilden overlaten aan de Turken, de geschiedschrijving is hierover verdeeld. Feit is dat de grootmachten niets deden. Feit is ook dat Izmir een rijke stad was en dat de opstandelingen die rijkdom nodig hadden. Het was het einde voor de Grieken en het verdrag van Sèvres werd dode letter.

     

    Ook Groot-Britannië wilde nu een akkoord met de opstandelingen en de nieuwe grenzen werden vastgelegd. Dit alles in het akkoord van Lausanne (1923). Datzelfde akkoord voorzag slechts heel beperkt rechten voor de minderheden en tegelijk werd er een clausule in opgenomen dat er een volkerenruil zou gebeuren tussen Grieken in Turkije en Turken in Griekenland. Twee gebieden bleven uitgesloten van deze ruil, Istanbul enerzijds (langs Turkse kant) en Thracia anderszijds (langs Griekse kant), daarnaast waren er nog twee Turkse plaatsen (Gökcada en Bozcaada) die aan de ruil ontsnapten. Het zal wel toeval zijn dat ik in het verleden deze twee plaatsjes bezocht heb. Twee paradijsjes tussen haakjes. Maar toen had ik geen besef dat zij waren opgenomen in het verdrag van Lausanne.

     

    De Grieken verloren hun Turkse nationaliteit en hun eigendomsbewijzen. Voor hen zat er niets anders op dan te vertrekken. Hetzelfde gebeurde in Griekenland waar duizenden moslims (niet alleen Turken) in uitvoering van het verdrag van Lausanne gedwongen waren hun dorpen en steden te verlaten.

     

    Sommige Grieken branden hun dorpen af nadat ze ze moesten verlaten maar soms gebeurde het ook dat de Turken na hun vertrek de dorpen afbranden.

     

    De ruïnes mogen dan romantisch lijken, ze zijn in feite de tragedie van een verleden. Nu wordt me ook duidelijk waarom de mensen in Inecik (dat wel een Turks dorp was) opnieuw hun eigendom moesten aankopen.

     

    We spreken over volkerenruil, maar in feite waren het gedwongen volksverhuizingen. Ik denk, bij het zien van de ruïnes van Catalkaya nog steeds aan de enkele mensen die nu nog moeten leven en daar toen hebben gewoond. De schuld ligt echter niet bij de bevolkingsgroepen zelf, veeleer bij de grootmachten die de kant kozen van de overwinnaar. Met de volkerenruil was de facto het nieuwe Turkije een feit. Mustafa Kemal werd de nieuwe president, de grenzen van het huidige Turkije lagen vast in een internationaal verdrag.

     

    Toch zou ik graag nog van iemand het verhaal horen die leefde in het vroegere Catalkaya. Helaas zijn het niet de gewone mensen die de geschiedenis schrijven, maar de overwinnaars. Het blijft dus gissen. Toch zal ik vanaf nu anders aankijken tegen de ruïnes van het oude Griekse dorp.

     

    Hieronder volgen enkele foto’s van het “Griekse” Catalkaya (Dirk heeft deze foto's getrokken). Toen Dirk en Marina op bezoek waren, zijn we tot daar gereden. Het lijkt inderdaad een sprookje, een vergeten fantasie. Helaas, de werkelijkheid is geen sprookje, ze is hard en onverbiddelijk. Maar het blijft een ervaring om tussen de ruïnes te wandelen en van daaruit de kuststrook van Mordogan te zien. De gemeente heeft beslist om delen van deze site te verkopen. Maar waarschijnlijk zul je daarvoor Turk moeten zijn om de aankoop te kunnen doen. Dat is bepaald bij wet.

     

    Positief is wel dat het stadje Mordogan een uitwisselingsprogramma met Grieken heeft. Op dat vlak zijn er kleinschalige initiatieven waar gezamenlijk culturele activiteiten beoefend worden. En bovendien schijnt het succes te hebben. Zo'n initiatieven kan men enkel steunen.  Soms moet men het verleden laten voor wat het was, om de toekomst uit te kunnen bouwen.



















    23-04-2008 om 02:48 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    22-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eén week na de werken

    Een week geleden waren de werken aan buitenramen en –deuren gestart. Ik zit buiten op het terras en zie in de verte de ruines van het verlaten Griekse dorp in de bergen liggen. Ik hou ervan naar die ruines te kijken en dan weg te dromen. Hoe zag de omgeving er hier uit zo’n honderd jaar geleden. Hoe leefden de mensen ginder, hoog in de bergen. Hadden zij er enig besef van dat twintig jaar later hun dorp er verlaten zou bijliggen, nadat er een grote volkerenruil tussen Turken uit Griekenland en Grieken uit Turkije zou hebben plaatsgegrepen?

     

    Ik denk terug aan de oude man uit Inecik die vertelde dat het dorp een grote geschiedenis had gekend. Gans Turkije herinnert aan het verleden, een verleden dat duizenden jaren teruggaat, een verleden dat ik wil kennen om het heden te kunnen begrijpen.

     

    Het weer is overtrokken maar warm. Al meer dan een week zitten de temperaturen tussen de 25 en 30 graden, soms erover. De bewolking heeft het voordeel dat ik buiten kan zitten om mijn weblog aan te vullen want dat is alweer een tijdje geleden.

     

    Vandaag deden we op de plaatselijke markt onze inkopen. Overal hingen Turkse vlaggen omdat het “çocuk bayram” (kinderfeest) is. Tijdens zulke bayrams zie je nog meer Turkse vlaggen dan normaal.

     

    Hier hoor je, behalve de wind, niks. De stilte is totaal en de enige beweging bestaat uit het wiegen van de bladeren. Op zo’n momenten kom ik echt tot rust en lijkt het of ik deel uitmaakt van een foto.

     

    Woensdagnacht zijn de werkers van Odemis gestopt. Het was rond twaalf uur ’s avonds toen ze eindelijk stopten. Maar ze bleven buiten zitten om koffie te drinken. Nescafé, iets wat ik als koffiedrinker totaal niet begrijp. Zeker een uur hebben we nog gepraat. Wist ik dat ze in Odemis ook wijn maakten? Ja, dat wist ik wel maar ik heb hem nog nooit geproefd. Mehmet, de jongste zegt dat het heel zware wijn is. Twee glazen en je bent canard. Hoewel de werkers allemaal stemmers zijn op de AK-partij drinken ze af en toe alcohol. Dat dit botst met de officiële partijlijn zal hun een zorg wezen. Het behoort tot hun tradities. In Odemis maken verschillende boeren nog zelf hun wijn.

     

    Ook hier, in de dorpen rondom, wordt nog wijn gemaakt. Vorig jaar zijn wij bij zo’n amateur wijnbouwer op bezoek geweest en hebben er de plaatselijke wijn geproefd. Om eerlijk te zijn, de wijn smaakt meer naar een aperitief dan naar wijn. De druiven hier hebben een te hoog suikergehalte en zijn niet geschikt om wijn van te maken, daarvoor moet je iets verder naar het noorden van het eiland. Bovendien had de wijn een te hoog alcoholgehalte. Ik vermoed zo’n 18 graden en van alcoholmeters had de amateurwijnbouwer nog nooit gehoord.

     

    Op zoek naar het verleden van deze streek las ik dat de “Karaburuni-druif” ten tijde van het Ottomaanse Rijk gebruikt werd voor zeer goede wijnen. Het was zelfs de favoriete wijn van één van de sultans. Ik vermoed dat met het verdwijnen van de Grieken, ook een stuk van de wijncultuur is verloren gegaan. Maar wie weet, misschien komt de Karaburuni wijn wel ooit terug tot leven.

     

    Turkije heeft verschillende goede druivensoorten en er wordt wel degelijk goede wijn gemaakt. Het probleem is echter de kost. Niet om wijn te maken, maar om te verkopen. De AK-regering heft enorm zware taksen op wijn. Trouwens, alle alcohol is in vergelijking met tien jaar geleden enorm in prijs gestegen. Maar wijn is extra duur, degelijke wijn zelfs duurder dan raki !!!

     

    De dag na het vertrek van de werkers is het opkuisen geblazen. Alles ligt onder het stof en op verschillende plaatsen moet wat bijgeschilderd worden. Maar verder dan het gelijkvloers zijn we niet gekomen.

     

    Onderbreek nu eventjes mijn weblog, want Gülce en Sevim zijn er komen bijzitten. Ze hebben twee schoteltjes meegebracht met çilek (aardbei), erik (jonge pruimen), komkommer en wortels. Gezond en de mengeling van zoete en zure smaken is lekker.

     

    Vrijdag zijn we naar Izmir getrokken, want ik moet mijn verblijfsvergunning in orde brengen. We gaan niet met de wagen, want parkeerplaats vinden in Izmir is een ramp. Bovendien zijn we moe en dan van de ene naar de andere kant van Izmir met de auto, dat is voor mij een ware beproeving. We hebben geluk want hoewel we de dolmus misten, krijgen we onmiddellijk een lift tot in Konak. Dat is zowat het administratieve centrum van Izmir.

     

    Verblijfsvergunningen worden afgeleverd door de “emnyet müdürlügü”, zeg maar het politiedepartement. Ik hoop dat er niet teveel administratieve rompslomp bij komt kijken. Zes pasfoto’s, kopies van trouwboekje, paspoort en een attest uit de bevolkingsregisters van Sevim. Hiervoor moeten we naar Alsançak, zowat het uitgaanscentrum van Izmir, maar met een taxi is dat rap geregeld. Als we terugkomen moet er ook nog een betaling van 60 YTL gebeuren en dat is dan weer in een ander gebouw. Daarna betalen we aan het bureau nog eens 80 YTL en dan moeten we met alle papieren, die nu vol met stempels staan, naar boven.

     

    Weerom een pakje stempels en dan terug naar beneden. De politiebeambte in kwestie is weg om thee te gaan drinken. Maar alles komt in orde. Binnen tien dagen heb ik mijn verblijfsvergunning. Al bij al viel alles mee. Ik had erger verwacht.

     

    We keren met de bus terug naar Hifzissiha (zal wel verkeerd geschreven zijn en kan het woord eigenlijk nog altijd niet goed uitspreken). Vandaar met de taxi naar Sevims ouders. De afstand is niet zo groot, maar het is bergop en de zon brandt ongenadig. Gelukkig vind je makkelijk een taxi en voor korte afstanden is dat heel goedkoop.

     

    Buitenlanders die Izmir bezoeken komen meestal terecht op Konak waar je ook de bazaar hebt en het museum. Vandaar kan je overzetten naar Karsiyaka met de ferry, een modern stadsgedeelte. En van Konak kan je naar Alsançak wandelen waar je overal terrasjes vindt. Dat zijn dan ook de delen die buitenlandse bezoekers meestal kennen.

     

    Maar Izmir is een miljoenenstad. De Egëische zee verdeelt de stad in twee delen en alles is volgebouwd. Toch zie je nog overal appartementen gebouwd worden en de weinige stukjes groen die op de heuvels overschieten, zullen binnenkort ook wel bossen van steen en beton worden.

     

    Je bewegen door Izmir kan je op verschillende manieren. Er zijn de grote bussen die alle delen van de stad doorkruisen. Een rit, onafgezien van de afstand, kost 1,5 YTL tenzij je een abonnement hebt, maar dan betaal je nog 1 YTL per keer, wat eigenlijk niet goedkoop is. Zeker omdat je daarna nog een andere bus of dolmus moet nemen. Op verschillende plaatsen vind je overzetboten, die evenveel kosten als de stadsbussen.

     

    Daarnaast heb je een net van  dolmussen (kleine busjes) die op vaste lijnen rijden. Hier is de prijs afhankelijk van de afstand.

     

    Tenslotte heb je de taxis, maar voor grote afstanden zijn die duur geworden. Je hebt ook de “dolmustaxi”, die deel je met een paar mensen, zodat je maar een stuk van de prijs hoeft te betalen. De dolmustaxi rijdt ook op vaste lijnen maar is slechts beperkt beschikbaar.

     

    Momenteel is men bezig een metrolijn aan te leggen die loopt van Bornova (noorden van Izmir) tot Uçküylar (zuiden van Izmir). Een deel is nog in aanbouw en daar is de verkeerschaos daar nog groter.

     

    Het is nu een stuk heter geworden, want de zon is door de wolken gebroken en dat voel je onmiddellijk. Ga dus eerst mijn petje opzetten, alvorens verder te schrijven.

     

    Zaterdagavond gaan we met de ouders van Sevim en haar jongste dochter eten in een lokanta, waarvan de uitbaters afkomstig zijn uit Urfa en je dus het voedsel van daar kan eten. Vroeger, toen Sevim nog in Izmir woonde, waren we er regelmatige klanten, maar nu is het alweer een tijdje geleden.

     

    We starten met hiçli köfte en çi köfte. Köfte is gehakt. Hiçli köfte wordt eigenlijk gebakken in olie en bestaat uit gehakt en rijst in een bruingebakken deegmanteltje. Ik eet het er altijd, want daar is het ongelooflijk goed. Çi köfte is rauw gehakt met veel kruiden, bulgur en look. Niet bepaald mijn meug, maar voor de meeste Turken is het een lekkernij. Het wordt gegeten met citroen en daarna in een vers slablaadje gewikkeld.

     

    Ondertussen brengt de kelner ook nog twee kleine ronde pizza’s met kaas en daarbij een speciaal gerechtje (tomaten, pepers, ui, allemaal heel fijn vermalen en overgoten met granaatappelsaus), wel heel pikant.

     

    Sevims vader en dochter eten als hoofdgerecht iskender kebab met yoghurt en saus, wij eten lahmacun (ook een soort pizza, maar dunnere deeg en met een heel fijne mengeling van gehakt, kruiden en groenten). Ik vraag nog enkele pikante pepers mee te grillen in de oven. Daarbij nog een salade en ayran. Alcohol kan je (zoals in de meeste lokanta’s) niet krijgen, maar met dit voedsel smaakt de ayran dubbel zo goed.

     

    Daarna nog koffie en thee. Alles samen voor zo’n 50 YTL, 25 € zeg maar en dat voor vijf personen.

     

    In de duisternis keren we terug naar huis. Sevims vader is de chauffeur en hij is een echte Turkse chauffeur, dat wil zeggen, hij neemt overal zijn voorrang, aarzelt niet om af en toe door het rode licht te rijden en zodra er tussen hem en zijn voorganger twintig meter ruimte is, duwt hij het gaspedaal in. Ik sta doodsangsten uit (ja hoor) en dan vraagt Sevim hem om nog eens te stoppen om dondurma (ijskreem) te gaan kopen. Enfin, ook met dondurma in zijn ene hand, het andere wordt gebruikt om te schakelen en te sturen, raakt haar vader zonder problemen thuis.

     

    De volgende dag is het weer reizen in Izmir. We gaan onze ramen betalen en nemen dan de metro naar Bornova. Ik ben doodmoe. We gaan de plannen bekijken voor inrichting van de keuken en na een tijdje zou ik zo in slaap kunnen vallen. We keren terug met een dolmus. De chauffeur raast door het verkeer en gebruikt meer de claxon dan de remmen. Het duurt zo’n 45 minuten omdat je eigenlijk naar de andere kant van de stad moet.

     

    Langs de weg zie je verschillende gececondu’s (krottenwijken). Alles raast voorbij als in een amerikaanse film want de dolmuschauffeur verspeelt geen seconde. De gececondu’s worden afgewisseld met de gewone stadsdelen. De nieuwe stadsdelen (of rijkere stadsdelen) zijn modern. Hoofddoeken zie je daar bijna nooit. Je kan er zonder problemen bijna overal alcohol krijgen en veel verschil met de Antwerpse Meir is er niet. De oudere stadsdelen en gececondu’s daarentegen zijn totaal verschillend. Kleine krotten, waar verdiepingen bovenop worden gebouwd, slecht onderhouden wegen, huisjes zonder ramen, ingevallen daken. Hier zie je een andere bevolking en is de hoofddoek veel meer aanwezig in het straatbeeld. Dit is ook meestal de bevolking die uit het midden en oosten van Anatolië komt, afkomstig van het platteland. Zij kwamen met miljoenen naar de grote steden in de hoop werk te vinden, maar dikwijls is het zwartwerk, behorend tot de “informele economie” van Turkije.

     

    Het is in deze wijken waar de AK-partij via haar mantelorganisaties zorgt voor gratis kolen in de winter, gratis schoolboeken, goedkoop brood en elementaire sociale voorzieningen. Kinderen uit de sloppenwijken die goed studeren kunnen gratis terecht in private islamitische scholen (Himan hatip lisesi). Is het te verwonderen dat de AK-partij van deze mensen massaal stemmen krijgt? Deze mensen vinden het niet erg dat de AK-partij de prijzen van alcohol evenals de prijzen van de benzine enorm laat stijgen. Zij drinken immers geen alcohol en hebben geen wagen. Zij maken zich ook geen zorgen over de door het IMF uitgewerkte hervormingsplannen van de sociale zekerheid die een regelrechte aanval zijn op de beperkte sociale verworvenheden van de reguliere werkers, zij hebben immers geen regulier werk.

     

    Dit staat in schril contrast met de andere stadsdelen van Izmir waar je een bevolking hebt die het beter heeft, mensen die regulier werk hebben. Onder hen vind je ook heel veel aanhangers van de Kemalistische ideologie (de ideeën van Atatürk). Hier haalt de AK-partij veel minder stemmen. Izmir is de laatste grootstad waar de AK-partij nog geen meerderheid heeft behaald, maar ze zijn in opmars zeker in de armere stadsdelen.

     

    Zaterdagavond gaan we op bezoek bij Hayal die in Balçova woont. Het is één van de rijkere stadsdelen van Izmir, je hebt er de “teleferik” en de omgeving is bosrijk. Weer is Sevims vader de chauffeur en we gaan mezzes en vis op de barbecue eten. Ik weet dat Sevims vader dan alcohol drinkt en een beetje bang vraag ik me af hoe we moeten terugkeren.

     

    Ali lacht dit weg. Er is geen alcoholcontrole hier, dus niemand moet bang zijn (als ik later op het internet lees dat Flor Koninckx gepakt werd bij een alcoholcontrole moet ik hier nog even aan denken). Als aperitief is er whisky (hier peperduur), daarna raki en wijn. Sevims vader en moeder keren vroeger terug en wij blijven bij Hayal slapen. Het werd laat (of liever, vroeg) en ik moet ondervinden dat mij “eens laten gaan”, zich de volgende dag verschrikkelijk wreekt. Doodziek ben ik.

     

    Zondagmiddag keren we met Sevims ouders terug naar Mordogan. Het huis is fris hoewel het buiten meer dan dertig graden is. De isolatie van de ramen en deuren werkt dus perfect.

     

    Maandag gaan Sevims ouders naar hun tuin en komen ’s avonds terug. Voor ons is het ondertussen opkuisen en nog eens kuisen.

     

    ’s Avonds vind ik de tijd om mijn mail na te lezen en te beantwoorden en ook nog even de actualiteit te volgen. Dat heb ik wel nodig. Want de verleiding is groot om je hier van de buitenwereld af te sluiten.

     

    Goed zo, heb mijn weblog tot vandaag kunnen aanvullen. De zon is verdwenen en het is een beetje afgekoeld. Er waait een fris windje en ik zal straks perfect kunnen surfen op het net.

     

    Hieronder volgen nog enkele foto’s van ons terras en huis, het uitzicht vanop ons terras en enkele foto’s vanop het marktje van Mordogan. Het laatste fotootje is het gezonde tussendoortje waarvoor ik eventjes mijn schrijven heb onderbroken.



















    22-04-2008 om 19:01 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inecik ... een dorp dat leegloopt

    Zondag vandaag, ik heb pas gelezen dat Tom Boonen Parijs-Roubaix heeft gewon­nen. Dat was iets waar ik vroeger wel voor zou zijn thuisgebleven. De grote wieler­wedstrijden vond ik altijd een spannende bedoening, zeker de Ronde van Vlaande­ren, Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik.

     

    Maar ja, geen Parijs Roubaix dus maar de “ronde van Inecik”. Inecik is een klein dorpje in de bergen, een goede tien kilometer van ons verwijderd. Vandaag was het (net zoals gisteren trouwens) een zwoele dag. Je zou het “doef” kunnen noemen, want de zon zie je bijna niet, maar toch loopt het tegen de dertig graden.

     

    Inecik is één van de weinige dorpen in de omgeving die we nog niet bezocht hadden en de weg naar Inecik ligt er slecht bij. Smal en kronkelend, maar tussen de bomen en velden en plots ben je er. Het dorpsplein ligt eigenlijk voor de moskee. Als er een tiental auto’s parkeren staat het er vol. Buiten, onder de schaduw van een boom, zitten enkele oude mannen te praten. Een oldtimer volkswagen siert het plein en ik weet dat Dirk hier onmiddellijk een foto van zou nemen.

     

    Het dorpje zelf is klein, sommige huizen zijn gerestaureerd in natuursteen en verder zijn er enkel een paar smalle straatjes. Een oude vrouw gooit wat voedsel buiten voor zwerfkatten en maakt een praatje met Sevim. Ze toont waarlangs we moeten gaan. Niet dat er veel keuze is, er zijn eigenlijk maar twee straten maar toch blijft ze staan kijken of we de goede weg volgen. De straat verandert hier in een pad, van­waar je een prachtig panoramisch zicht hebt op de omgeving. Alles staat in bloei en Sevim kan het niet nalaten om enkele wilde bloemen uit te graven om in ons tuintje te planten.

     

    Iets verderop staat een oven langs de weg. Maar geen mensen. Het is overal stil en verlaten.

    Terug op het dorpsplein wandelen we rond de moskee. Aan de achterzijde heb je zicht op het havendorpje Kaynarpinar. Als we terugkeren is er nog slechts één man op het dorpsplein. Hij begint onmiddellijk te vertellen dat Inecik een heel belangrijke geschiedenis heeft. Dewelke? Ja, dat weet hij zelf niet maar wel dat Inecik vroeger heel belangrijk was. Voor ons liggen een hoop maalstenen die volgens de man vroe­ger gebruikt werden om olie uit de olijven te persen.

     

    We gaan zitten aan het dorpscafé. Dat is enkel ’s avonds open. Maar de deur staat open en wie wil kan gerust naar binnen gaan. Een paar minuten later komt een an­dere oude man erbij zitten. Hij was vroeger postbode in Izmir in het stadsgedeelte waar Sevim woonde. Een derde ouderling, met een halve fles water in de ene, een stok in de andere hand, komt er ook bijzitten. En geen minuut later komt de vroe­gere muhtar (de dorpsoverste) er ook bij. De man is 84 jaar. Zijn gezicht is door­groefd maar hij kent de geschiedenis van het dorp. De meeste mensen hier zijn ou­derlingen. De jeugd is weggetrokken en er is geen school meer. Vroeger was het een levendig dorp dat vooral van landbouw leefde, maar vandaag is het stil geworden. Een aantal oudere bewoners trekt in de winter naar Izmir en komt dan terug van zodra het weer beter wordt. Hij leeft hier winter en zomer.

     

    De man vertelt ons dat hier altijd Turken hebben gewoond. De Grieken leefden in Mordogan en Karaburun, ook in Kaynarpinar, maar hier waren het Turken. Na de val van het Ottomaanse rijk kwamen er ambtenaren van de nieuwe Turkse staat en ver­klaarden de eigendomsbewijzen van Ottomaanse rijk ongeldig. Iedereen moest hier zijn grond terugkopen om een “tapu” (eigendomsbewijs) te hebben.

     

    Ja, het is hier een schone omgeving. Maar heel weinig mensen leven hier nog. In de buurt wordt wel wijn gemaakt. Soms worden er nog huizen verkocht. Onlangs werd een kleine woning verkocht voor 15 miljard (de Turken spreken nog altijd in oude Turkse lira, dus het gaat nog altijd over miljoenen en miljarden), maar het is 15000 YTL, dus laat ons zeggen zo’n 7500 €. En ja, de kinderen komen ook wel op bezoek dus in de zomer is het wel drukker.

     

    Waarvandaan komt de “yabanci”, want ja, ze zien natuurlijk dat ik geen echte Turk ben. Van België. Belgika. Het duurt even om uit te leggen waar België ligt, maar één van de ouderlingen heeft een zoon die in Nederland woont. Hij heeft een andere zoon die 9 jaar met een vrouw in Antalya samenleefde voor hij ermee trouwde. En een dochter die niet wil trouwen.

     

    Ja, er is geen cay. Het is nog te vroeg. Daarvoor moeten we wachten tot ’s avonds. Enkele van de ouderlingen kennen Sevims vader omdat zijn grond niet ver van Kay­narpinar ligt. Ze moet hem zeker de groeten doen.

     

    De vrouw die het dorpscafé openhoudt komt ook even langs. Maar voor cay is het nog te vroeg. De muhtar blijft herinneringen ophalen uit het verleden. Ondertussen steekt er een vleugje wind op en wappert de Turkse vlag naast het borstbeeld van Atatürk.

     

    We keren terug naar Mordogan. De mannen vragen ons om terug te komen. En dat zullen we zeker doen. Ik ben benieuwd naar de geschiedenis van het oude Inecik. Zal eens moeten praten met de amateurarcheoloog van Mordogan. Die moet er meer over weten. Maar dat is dan voor een volgend bericht.

     

    Groetjes van Marc en Sevim.

     

    PS: let op het kenteken van de volkswagen (begint met 34, dus uit Istanbul). Moet volgende keer vragen of dit de dolmus Inecik-Istanbul was.

     

     



















    13-04-2008 om 00:00 geschreven door marc  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Archief per week
  • 22/06-28/06 2015
  • 13/07-19/07 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 15/09-21/09 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 16/06-22/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 26/05-01/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 05/05-11/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 26/09-02/10 2005

    Email-mij
    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs