Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    30-07-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11/7 Over Spanje en Frankrijk - Troy Black

    11/7 Over Spanje en Frankrijk - Troy Black

    De Heer: Zowel Spanje als Frankrijk hebben opnieuw grote problemen. Deze keer is hun gans gekookt. Ze zullen, de ene na de andere op zoek zijn naar hulp op ongewenste plaatsen. Ze zullen worden geminacht door degenen rond hen, die het dichtst bij hun staan. Maar hoop komt van binnenuit. Uit de as ontstaat hoop. Je gaat een geweldige bevrijder zien die machtige wonderen verricht, geweldige daden van bevrijding van hun vijanden, degenen die ze willen zien gaan. Terwijl de doek hun gezichten bedekt van nu tot volgend jaar en een maand.

    Net als een man die zich verstopt uit angst om te worden gezien, zullen ze een tijdje onopgemerkt terug krimpen en sterke mensen zullen opstaan ​​om te vechten voor hun zaak en nieuwe strategieën ontwikkelen om  ongedaan te maken wat de afgelopen drie jaar aan deze twee naties heeft gedaan. Vreemde kreten tot verzamelen worden gehoord in deze landen. (Benjamin) Franklin's hamer zal vallen. (De Heer: iemand van buitenaf gaat komen en onderzoeken wat er gaande is in deze landen. Ze zullen werken als ambassadeur, een assistent maar ook als een rechter die degenen steunt die hij beoordeelt. Dit is een ondersteunend werk)

    Papieren en documenten die de verkeerd beheerde fondsen tonen, ze probeerden ze te verbergen, maar ze zullen naar boven komen, versnipperd maar weer tot leven gebracht om een ​​verhaal te vertellen dat niemand wilde horen, ook al zochten ze ernaar.

    De Heer: Ik bereken de tijd die het zou duren om deze situaties te herstellen als Ik niet zou ingrijpen.

    De H. Geest: 100 Jaar. Dit is hoe lang het zou duren als Hij niet tussenbeide kwam om deze situaties op te lossen.

    Ik zal in anderhalf seizoen doen wat veel langer had moeten duren. Namens mijn volk in deze naties die Mij trouw dienen, komt er een verlossing en zijn einde is hier. Ik hoor je kreten en ik zie je frustratie. Vrede, vrede, wees kalm, storm. Schud niet gewelddadig meer en zie dat ik God ben. Ik ben de god van verlossing. (Matt 11: 28-30)

    30-07-2022 om 11:53 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voorbereiding op de drie daagse duisternis

    27/7 Padre Pio: hoe je voor te bereiden op de drie daagse duisternis. Daarom heb je (gezegende) bijenwas-kaarsen nodig.

    De drie daagse duisternis is een eschatologische profetie van toekomstige gebeurtenissen, in het die vele Katholieke als waar beschouwen. De profetie voorspelt drie dagen en nachten van "een intense duisternis" over de hele aarde, waar het enige licht zal komen van gezegende bijenwaskaarsen, en waarin "alle vijanden van de Kerk zullen vergaan."

    De H. Anna-Maria Taigi was een vrouw, moeder en mystica en ze leidde een voorbeeldig Christelijk leven dat haar de reputatie bezorgde van één van de  grootste Heiligen aller tijden. Ze is ook de mystica die het meest wordt gecrediteerd voor de Katholieke profetie van de drie daagse duisternis. Ze ervoer frequente extases, voerde wonderbaarlijke genezingen uit, las harten, voorspelde sterfgevallen en voorspelde de komst van toekomstige gebeurtenissen. Pr Goring sprak over deze grote Heilige: De H. Anna-Maria Taigi had een opmerkelijke gave van profetie. Ze is bijna ongeëvenaard onder de Heiligen in haar fenomenale gave van profetie. Ze profeteerde de drie daagse duisternis. Pr Goring zegt dat er Bijbelse onthullingen zijn over de 3 dagen. De profetie loopt parallel aan de tien plagen van Egypte in het boek Exodus. De Openbaring van Johannes vermeldt ook een plaag van onnatuurlijke duisternis als een effect van het zesde zegel.

    Temidden van lofprijzingen verklaarde Paus Benedictus XV haar op 20 mei 1920 Heilig. Het volgende is haar openbaring over de drie daagse duisternis. God zal twee straffen sturen: de eerste in de vorm van oorlogen, revoluties en andere kwaden en ze zullen op aarde ontstaan. De andere zal vanuit de Hemel worden gestuurd. Er zal over de hele aarde een intense duisternis komen, die drie dagen en drie nachten duurt. Men zal niets kunnen zien en de lucht zal worden beladen met ziekten die velen zullen treffen, maar vooral de vijanden van religie.

    Het zal onmogelijk zijn om door de mens gemaakte verlichting te gebruiken tijdens deze duisternis, behalve gezegende kaarsen. Hij, die uit nieuwsgierigheid zijn raam opent om naar buiten te kijken, of zijn huis verlaat, zal ter plekke dood vallen. Gedurende deze drie dagen moeten mensen in hun woning blijven, de rozenkrans bidden en God om genade smeken.

    Alle vijanden van de Kerk, bekende of onbekende, zullen over de hele aarde vergaan tijdens die universele duisternis, met uitzondering van enkelen die God binnenkort zal bekeren, de lucht zal besmet worden door demonen die onder alle soorten afschuwelijke vormen zullen verschijnen. De Heilige Vader zal verplicht zijn Rome te verlaten.

    Padre Pio gaf een zeer specifiek plan om zich voor te bereiden op de drie daagse duisternis. Jezus zei hem: Houd je ramen goed bedekt. Kijk niet naar buiten. Steek een gezegende kaars aan, die voor vele dagen zal volstaan. Bid de rozenkrans. Lees spirituele boeken. Bid Geestelijke Communie, ook akten van liefde, die Ons zo aangenaam zijn. Bid met uitgestrekte armen, uitgestrekt op de grond liggend, zodat veel zielen kunnen worden gered. Ga niet buiten het huis. Zorg dat je voldoende voedsel bij je hebt. De natuurkrachten zullen in beweging komen en een regen van vuur zal ervoor zorgen dat mensen beven van angst. Heb moed! Ik ben in jullie midden.

    30-07-2022 om 11:17 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Syllabus Errorum: verzameling van dwalingen in Kerk en maatschappij

    Syllabus Errorum: Verzameling van dwalingen die in de verschillende publicaties van Paus Pius IX bestreden werden - 8 december 1864

    1 Pantheïsme, naturalisme en absoluut rationalisme

    Er bestaat geen goddelijk opperwezen, alwijs en alvoorziend, van dit heelal onderscheiden, en God is hetzelfde als de natuur en daarom aan verandering onderhevig. God wordt inderdaad in de mens en in de wereld en alles is God en bezit de eigenlijke zelfstandigheid van God; God is dus een en hetzelfde als de wereld en evenzo is geest en stof, noodzakelijkheid en vrijheid, waarheid en valsheid, goed en kwaad, recht en onrecht, een en hetzelfde.

    Elke inwerking van God op de mens en de wereld moet ontkend worden.

    De menselijke rede is, zonder in het minst rekening te houden met God, de enige scheidsrechter over waarheid en valsheid, goed en kwaad; zij is zichzelf tot wet en zij is uit haar eigen natuurlijke krachten in staat, om het welzijn van de mensen en volken te verzorgen.

    Alle godsdienstwaarheden komen voort uit de aangeboren kracht van de menselijke rede; vandaar is de rede de hoogste norm, waardoor de mens de kennis van alle waarheden, van welke aard ook, kan en moet verwerven.

    De goddelijke openbaring is onvolkomen en daarom onderworpen aan een voortdurend en onbeperkte vooruitgang, die aan de vooruitgang van de menselijke rede moet beantwoorden.

    Het Christelijk geloof druist in tegen de menselijke rede; de goddelijke openbaring, wel verre van bevorderlijk te zijn voor de vervolmaking van de mens, belemmert deze juist.

    De profetieën en wonderen, in de H. Schrift meegedeeld en verhaald, zijn dichterlijke verzinsels en de geheimen van het Christelijk geloof zijn de som van wijsgerige onderzoekingen; de boeken van het Oud en Nieuw Testament bevatten mythische vindingen en de persoon van Jezus Christus zelf is een mythische schepping.

    2 Gematigd rationalisme

    Daar de menselijke rede gelijk staat met de godsdienst zelf, daarom moet de theologische wetenschap op dezelfde wijze behandeld worden als de wijsgerige.

    Alle dogma's van de Christelijke godsdienst zijn zonder onderscheid het voorwerp van de natuurlijke wetenschap of wijsbegeerte; de enkel historisch gevormde menselijke rede kan met haar natuurlijke krachten en beginselen tot de ware wetenschap aangaande alle, zelfs de meer verborgen, dogma's geraken, als deze dogma's maar als voorwerp aan de rede zijn voorgesteld.

    Iets anders is de wijsgeer, iets anders de wijsbegeerte; daarom heeft eerstgenoemde het recht en de plicht zich te onderwerpen aan een door hem als werkelijk erkend gezag, maar de wijsbegeerte kan noch moet zich aan enig gezag onderwerpen.

    De Kerk, wel verre van ooit de wijsbegeerte terecht te wijzen, moet veeleer de dwalingen van de wijsbegeerte dulden en aan haar zelf overlaten, zich te verbeteren.

    De besluiten van de Apostolische Stoel en van de Romeinse congregaties belemmeren de vrije vooruitgang van de wetenschap.

    De methode en beginselen, volgens welke de oude scholastieke leraren de theologie ontwikkeld hebben, stemmen geenszins overeen met de behoeften van onze tijd en de vooruitgang van de Wetenschappen.

    De wijsbegeerte moet beoefend worden, zonder enige rekening te houden met de bovennatuurlijke openbaring.

    N.B.: Met het stelsel van het rationalisme hangen voor het grootste deel samen de dwalingen van Anton Günther, die veroordeeld worden in de brief Eximiam tuam van 15 juni 1847 aan de kardinaal-aartsbisschop van Keulen en in de brief Dolore haud mediocri van 30 april 1860 aan de aartsbisschop van Breslau.

    3 Indifferentisme, latitudinarisme

    Het staat iedereen vrij, die godsdienst te omhelzen en te belijden, welke hij onder voorlichting van de rede voor de ware houdt.

    De mensen kunnen in het volgen van elke godsdienst de weg tot de eeuwige zaligheid vinden en de eeuwige zaligheid bereiken.

    Men moet tenminste goede hoop koesteren ten opzichte van de eeuwige zaligheid van hen allen, die op generlei wijze behoren tot de ware Kerk van Christus.

    Het protestantisme is niets anders dan een verschillende vorm van een en dezelfde ware Christelijke godsdienst, waarin men evengoed als in de katholieke Kerk God kan behagen.

    4 Socialisme, communisme, geheime genootschappen, bijbelgenootschappen, clericaal-liberale verenigingen

    Deze verderfelijke stelsels en verenigingen zijn herhaalde malen en in de ernstigste bewoordingen verworpen in de encycliek Qui pluribus van 9 november 1846, in de allocutie Quibus quantisque van 20 april 1849, in de encycliek Noscitis et Nobiscum van 8 december 1849, in de allocutie Singulari Quadam van 9 december 1854 en in de encycliek Quanto conficiamur moerore van 10 augustus 1863.

    5 Dwalingen over de Kerk en haar rechten

    De Kerk is geen ware en volmaakte, geheel vrije maatschappij en bezit niet eigen en blijvende rechten, haar door haar goddelijke Stichter geschonken, maar het komt aan de staatsmacht toe te bepalen, welke de rechten zijn van de Kerk en welke de grenzen, waarbinnen zij die rechten kan uitoefenen.

    De Kerkelijke macht behoort haar gezag niet uit te oefenen zonder verlof en instemming van de regering van de staat.

    De Kerk heeft niet de macht, om als dogma te verklaren, dat de godsdienst van de katholieke Kerk de enig ware godsdienst is.

    De verplichting, waardoor Katholieke leraren en schrijvers onvoorwaardelijk gebonden zijn, is slechts beperkt tot datgene, wat door de onfeilbare uitspraak der Kerk als dogma door allen te geloven wordt voorgesteld.

    De Pausen van Rome en de algemene Concilies hebben de grenzen van hun macht overschreden, zich de rechten van de vorsten aangematigd en zelfs bij hun definities over zaken van geloof en zeden gedwaald.

    De Kerk bezit niet de bevoegdheid om geweld te gebruiken noch enige directe of indirecte tijdelijke macht.

    Behalve de macht, aan het episcopaat inherent, is daaraan een andere, tijdelijke macht toegekend, die door de staat hetzij uitdrukkelijk hetzij stilzwijgend is verleend en dus door de staat naar goeddunken kan ontnomen worden.

    De Kerk heeft geen haar van nature eigen en Wettig recht, om bezit te verwerven en te hebben.

    De geestelijke dienaren der Kerk en de paus van Rome moeten geheel uitgesloten worden van alle beheer en eigendom van tijdelijke zaken.

    Het is aan de Bisschoppen zonder verlof van de regering niet geoorloofd zelfs apostolische brieven af te kondigen.

    Gunsten door de Paus van Rome verleend moeten als ongeldig beschouwd worden, als deze niet door de regering zijn aangevraagd.

    De immuniteit van de Kerk en kerkelijke personen heeft haar oorsprong in het burgerlijk recht.

    De Kerkelijke rechtbank voor tijdelijke rechtszaken van geestelijken, hetzij dit burgerlijke rechtsvorderingen hetzij strafzaken zijn, moeten geheel opgeheven worden, zelfs zonder de H. Stoel te raadplegen en ondanks zijn protest.

    Zonder dat de natuurwet of de billijkheid in het minst geschonden worden, kan de persoonlijke immuniteit, waardoor geestelijken van dienstplicht en krijgsdienst vrijgesteld zijn, afgeschaft worden; deze afschaffing is een eis van de staatkundige vooruitgang, vooral in een maatschappij met een meer vrije regeringsvorm.

    Het komt niet uitsluitend aan de Kerkelijke rechtsmacht toe, volgens haar van nature eigen recht het onderwijs van de theologie te regelen.

    De leer van hen, die de Paus van Rome met een vrije in de gehele Kerk regerende vorst vergelijken, is een leer, die in de middeleeuwen de overhand heeft gekregen.

    Niets belet door een besluit van een algemeen Concilie of door een feitelijke daad van alle volkeren het pausschap over te brengen van de Bisschop van Rome en van de stad Rome op een andere Bisschop en een andere stad.

    De uitspraak van een nationaal Concilie laat geen verdere gedachtewisseling toe en het staatsbestuur kan met deze als norm een beslissing nemen.

    Er kunnen nationale kerken opgericht worden, die aan het gezag van de Paus onttrokken en geheel daarvan gescheiden zijn.

    De willekeurige beslissingen van de Pausen van Rome hebben de scheiding van de Kerk in een oosterse en westerse bevorderd.

    6 Dwalingen over de burgerlijke maatschappij, beschouwd zowel op zichzelf als in haar betrekking tot de Kerk

    De staat bezit, als zijnde de oorsprong en de bron van alle rechten, een door geen grenzen omschreven recht.

    De leer van de Katholieke Kerk staat het welzijn en de belangen van de menselijke maatschappij in de weg.

    Aan de burgerlijke macht, zelfs wanneer deze berust bij een ongelovig heerser, komt indirecte negatieve macht toe in godsdienstzaken; aan dezen komt dus toe niet alleen het zg. recht van exequatur, maar ook het zogenaamde recht van appellatio ab abusu (appèl comme d'abus).

    Wanneer de wetten van beide machten met elkaar in strijd komen, heeft het recht van de staat de voorrang.

    De wereldlijke macht bezit de bevoegdheid plechtige overeenkomsten (concordaten), die met de H. Stoel zijn aangegaan over de uitoefening der rechten betreffende de kerkelijke immuniteit, te verbreken, nietig te verklaren en buiten werking te stellen zonder de toestemming, ja zelfs ondanks het protest van de H. Stoel.

    Het burgerlijk gezag kan zich mengen in zaken, die op godsdienst, zeden en geestelijke leiding betrekking hebben. Vandaar kan het zijn oordeel uitspreken over de aanwijzingen, die de herders der Kerk volgens hun ambt als richtsnoer voor het geweten uitvaardigen, het kan zelfs beslissingen nemen over de toediening der heilige sacramenten en over de gesteltenis, vereist tot het ontvangen daarvan.

    De gehele leiding van de openbare scholen, waarop de jeugd van een Christelijke staat gevormd wordt, alleen de bisschoppelijke seminaries in enig opzicht uitgezonderd, kan en moet aan het burgerlijk gezag opgedragen worden, en wel in die mate, dat aan geen ander gezag, welk dan ook, enig recht wordt toegekend, om zich te mengen in de schooltucht, de leiding van de studiën, het verlenen van graden en de keuze of goedkeuring van de leraren.

    Ja zelfs is het op de seminaries voor geestelijken te volgen studieplan aan het burgerlijk gezag onderworpen.

    De beste inrichting van de burgerlijke maatschappij vordert, dat de volksscholen, die toegankelijk zijn voor alle kinderen van iedere volksklasse, en in het algemeen de openbare instellingen, bestemd voor de hogere wetenschappelijke vorming en de opvoeding der jeugd, geheel aan het gezag, de leiding en inmenging van de Kerk onttrokken en aan de volledige macht van het burgerlijk en staatkundig gezag onderworpen worden volgens het goeddunken van het staatsbestuur en overeenkomstig de algemeen heersende opvattingen van de tijd.

    Katholieken kunnen hun goedkeuring hechten aan die vorm van jeugdopleiding, die los staat van het Katholiek geloof en de macht der Kerk en slechts het weten van natuurlijke dingen en de doeleinden van het maatschappelijk leven op aarde alleen of tenminste hoofdzakelijk beoogt.

    Het burgerlijk gezag kan beletten, dat de bisschoppen en de gelovigen in vrij en onderling verkeer staan met de Paus van Rome.

    Het wereldlijk gezag heeft uit zichzelf het recht, om bisschoppen voor te stellen en kan van hen eisen, dat zij het beheer van hun bisdommen aanvaarden, voordat zij de canonieke aanstelling en het apostolisch schrijven van de H. Stoel ontvangen hebben.

    Ja zelfs heeft het wereldlijk bestuur het recht om bisschoppen te ontzetten uit de uitoefening van hun herderlijke bediening en het is niet verplicht aan de Paus van Rome te gehoorzamen in zaken betreffende de oprichting van bisdommen en de aanstelling van bisschoppen.

    De regering kan krachtens haar eigen recht de leeftijd, door de Kerk vastgesteld voor het afleggen van de religieuze geloften zowel door mannen als vrouwen, wijzigen en aan alle religieuze families opleggen om niemand zonder haar verlof toe te laten tot het afleggen van de plechtige geloften.

    Men moet de wetten afschaffen, welke strekken tot bescherming van de kloosterlijke staat en betrekking hebben op de rechten en plichten daarvan; zelfs kan het staatsbestuur aan hen allen bijstand verlenen, die de door hen aanvaarde kloosterstaat zouden willen verzaken en hun plechtige geloften verbreken; insgelijks kan het deze kloosterfamilies evenals collegiale kerken en eenvoudige beneficies, zelfs als deze vallen onder het patronaatsrecht, geheel opheffen en hun goederen en inkomsten aan het beheer en de beschikking van de burgerlijke macht onderwerpen en toewijzen.

    Koningen en vorsten zijn niet slechts ontheven van de jurisdictie van de Kerk, maar staan zelfs bij het beslissen over jurisdictie-kwesties boven de Kerk.

    De Kerk moet van de staat en de staat van de Kerk gescheiden worden.

    7 Dwalingen over de natuurlijke en Christelijke zedenleer

    De zedenwetten behoeven geen goddelijke bekrachtiging en het is helemaal niet nodig, dat menselijke wetten met het natuurrecht in overeenstemming zijn of bindende kracht van God ontvangen.

    De wijsgerige en zedenkundige wetenschap, evenals ook de staatswetten, kunnen en moeten zich aan het goddelijk en kerkelijk gezag onttrekken.

    Men moet geen andere krachten aannemen dan die, welke in de stof voorhanden zijn, en zedelijke vorming en deugd moeten alleen gezocht worden in het opeenhopen en vermeerderen, hoe dan ook, van rijkdom en in het bevredigen van lusten.

    Recht bestaat in het materiële feit en mensenplicht is een zinledig woord en alle menselijke feiten bezitten rechtskracht.

    Gezag is niets anders dan de som van getal en stoffelijke krachten.

    Een feitelijke, maar met succes bekroonde onrechtvaardigheid doet geen afbreuk aan de heiligheid van het recht.

    Het beginsel van non-interventie moet alom verkondigd en toegepast worden.

    Men mag aan wettige vorsten de gehoorzaamheid weigeren, ja zelfs tegen hen opstaan.

    Zowel het schenden van iedere, ook de heiligste eed als onverschillig welke met de eeuwige wet strijdige lage misdaad is niet alleen niet af te keuren maar zelfs alleszins geoorloofd en hoogst lofwaardig, als het gedaan zou worden uit liefde tot het vaderland.

    8 Dwalingen over het Christelijk huwelijk

    Het is volstrekt onaannemelijk, dat Christus het huwelijk tot de waardigheid van een Sacrament verheven heeft.

    Het Sacrament van het Huwelijk is slechts iets bijkomstigs van het contract en kan er van gescheiden worden, en het Sacrament zelf bestaat slechts in de huwelijksinzegening alleen.

    Krachtens het natuurrecht is de huwelijksband niet onverbreekbaar en in verschillende gevallen kan echtscheiding in de eigenlijke zin door het burgerlijk gezag gewettigd worden.

    De Kerk heeft niet de macht om beletselen, die het huwelijk ongeldig maken, vast te stellen, maar die macht komt aan het burgerlijk gezag toe, waardoor de bestaande beletselen moeten opgeheven worden.

    De Kerk is in later eeuwen de ongeldig-makende beletselen gaan invoeren, niet krachtens eigen recht, maar gebruik makend van het recht, dat zij aan de burgerlijke macht ontleend had.

    De canons (geloofsregels) van Trente , die de banvloek uitspreken over diegenen, die de bevoegdheid van de Kerk om ongeldig-makende beletselen vast te stellen durven loochenen, zijn of niet leerstellig of moeten verstaan worden van die ontleende macht.

    De vorm (van de huwelijksvoltrekking), voorgeschreven door het Concilie van Trente , verlicht niet onder straffe van niet-geldig-zijn, waar de burgerlijke wet een andere vorm vast zou stellen en verlangen, dat het huwelijk, gesloten volgens deze nieuwe vorm, geldig is.

    Bonifacius VIII heeft het eerst verklaard, dat de gelofte van zuiverheid, bij de wijding afgelegd, het huwelijk nietig maakt.

    Krachtens het louter burgerlijk contract kan er tussen Christenen een huwelijk in de ware zin des woords bestaan; en het is niet waar, dat of het huwelijkscontract tussen Christenen altijd een Sacrament is of dat het geen contract is, als het Sacrament wordt uitgesloten.

    Huwelijkszaken en huwelijksbeloften vallen uiteraard onder de burgerlijke rechtspraak.

    N.B.: Hier kunnen nog twee dwalingen genoemd worden over de afschaffing van het celibaat der geestelijken en over de voorrang van de huwelijksstaat boven de maagdelijke staat. Zij worden veroordeeld, de eerste in de encycliek Qui pluribus van 8 november 1846, de laatste in het apostolisch schrijven Multiplices Inter van 10 juni 1851.

    9 Dwalingen over de wereldlijke macht van de Paus van Rome

    Over de vraag, of het wereldlijk bestuur te verenigen is met het geestelijke, verschillen de kinderen der Christelijk-Katholieke Kerk onder elkaar van mening.

    De afschaffing van de wereldlijke macht, die de H. Stoel bezit, zou ten zeerste bijdragen tot de vrijheid en bloei der Kerk.

    N.B.: Behalve deze uitdrukkelijk aangegeven dwalingen worden verscheidene andere als er in begrepen verworpen, door de uiteenzetting en vaststelling van de leer over de wereldlijke macht van de Paus, welke leer alle katholieken onwrikbaar vast moeten houden. Deze leer wordt duidelijk weergegeven in de allocutie Quibus quantisque van 20 april 1849, in de allocutie Si semper antea van 20 mei 1850, in het apostolisch schrijven Cum catholica Ecclesia van 26 maart 1860, in de allocutie Novos van 28 september 1860, in de allocutie Iamdudum van 18 maart 1861 en in de allocutie Maxima quidem van 9 juni 1862.

     10 Dwalingen betrekking hebbend op het huidig liberalisme

    In onze tijd heeft het geen nut meer de Katholieke godsdienst als enige staatsgodsdienst te laten gelden met uitsluiting van alle andere erediensten.

    Daarvandaan verdient het lof, dat in sommige katholieke streken aan allen, die zich daar vestigen, wettelijk de vrijheid is gewaarborgd, om openlijk hun eigen eredienst, welke deze dan ook is, uit te oefenen.

    Het is immers niet waar, dat de door de staat erkende godsdienstvrijheid, alsook de aan allen toegekende volledige bevoegdheid om zonder uitzondering alle meningen en denkbeelden openlijk en publiek te verkondigen, leidt tot gemakkelijker bederf van de zeden en de mentaliteit der volkeren en tot het verbreiden van de pest van het indifferentisme.

    De Paus van Rome kan en moet zich met de vooruitgang, het liberalisme en de moderne beschaving verzoenen en verstaan.

    Nawoord (website Vaticaan):

    Het geloof leert ons en de menselijke rede toont aan dat er een dubbele orde van dingen bestaat, en dat we daarom onderscheid moeten maken tussen de twee aardse machten, de ene van natuurlijke oorsprong die zorgt voor seculiere zaken en de rust van de menselijke samenleving, de andere van bovennatuurlijke oorsprong , die de Stad van God presideert, dat wil zeggen de Kerk van Christus, die door God werd ingesteld ter wille van de zielen en van het eeuwige heil…. De plichten van deze tweevoudige macht zijn zo wijselijk geordend dat aan God wordt gegeven wat van God is (Matt. 22:21), en vanwege God aan Caesar wat van Caesar is, die groot is omdat hij kleiner is dan de Hemel. Zeker, de Kerk is nooit ongehoorzaam geweest aan dit goddelijke gebod, de Kerk die de gelovigen altijd en overal opdraagt het respect te tonen dat zij onschendbaar zouden moeten hebben voor het hoogste gezag en zijn seculiere rechten.

    …Eerwaarde broeders, u ziet duidelijk genoeg hoe droevig en vol met gevaren de toestand van Katholieken is in de regio's van Europa die we hebben genoemd. Noch zijn de dingen beter of omstandigheden rustiger in Amerika, waar sommige regio's zo vijandig staan ​​tegenover Katholieken dat hun regeringen door hun acties het Katholiek geloof dat zij beweren te belijden, lijken te ontkennen. In feite woedde er de laatste afgelopen jaren een woeste oorlog tegen de Kerk, zijn instellingen en de rechten van Katholieke Kerk. Eerwaarde broeders, het is verrassend dat in onze tijd zo'n grote oorlog wordt gevoerd tegen de Katholieke Kerk. Maar iedereen die de natuur, verlangens en bedoelingen van de sekten kent, of ze nu vrijmetselaars worden genoemd of een andere naam dragen, en ze vergelijkt met de aard van de systemen en de uitgestrektheid van de obstakels waarmee de Kerk bijna overal wordt aangevallen, kan niet twijfelen dat het huidige ongeluk voornamelijk moet worden toegerekend aan het bedrog en machinaties van deze sekten.

    Het is van hen dat de synagoge van Satan, die zijn troepen tegen de Kerk van Christus verzamelt, zijn kracht ontvangt. In het verleden hadden onze voorgangers, waakzaam zelfs vanaf het begin in Israël, hen reeds aan de kaak gesteld aan koningen en natie en ze keer op keer veroordeeld, en we hebben niet gefaald in deze plicht. Als degenen die zo'n dodelijke plaag hadden kunnen afwenden, alleen maar meer vertrouwen hadden gehad in de Allerhoogste Herders van de Kerk! Maar deze plaag, kronkelend door bochtige grotten, die velen bedriegt met scherpzinnige valsheid, is eindelijk aangekomen op het punt waar het onstuimig voortkomt uit zijn schuilplaatsen en triomfeert als een krachtige meester. Omdat de menigte van zijn propagandisten enorm is gegroeid, denken deze slechte groepen dat ze al meesters van de wereld zijn geworden en dat ze bijna hun vooraf vastgestelde doel hebben bereikt.

    Na soms te hebben verkregen wat ze wilden, en dat is macht, in verschillende landen, wenden ze zich stoutmoedig tot de hulp van machten en autoriteiten die zij hebben verzekerd om de Kerk van God te onderwerpen aan de meest wrede dienstbaarheid, om de grondslagen te ondermijnen waarop het rust, om zijn prachtige kwaliteiten te besmetten; En bovendien, om de Kerk met frequente slagen te slaan, ze te schudden, ze omver te werpen, en, indien mogelijk, om ze volledig van de aarde te laten verdwijnen. Daarom, eerbiedwaardige broeders, doe er alles aan om de gelovigen, die u worden toevertrouwd, te verdedigen tegen de verraderlijke besmetting van deze sekten en om degenen, die zich helaas in dergelijke sekten hebben ingeschreven, van verdoemenis te redden. 

    Maak degenen, die onder het bedrog lijden of mee plannen, bekend en val hen aan. Wees niet bang om te bevestigen dat deze organisaties die in het verborgene handelen, enkel gericht zijn op winst (ten koste) van de samenleving en op vooruitgang. Leg het dikwijls uit en druk diepgaand de Pauselijke wetten op hun ziel in verband met dit onderwerp en leer hen dat de vrijmetselaarsverenigingen anathema (in banvloek) zijn, niet alleen in Europa maar ook in Amerika en waar ze zich ook in de wereld bevinden.

    30-07-2022 om 10:27 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-07-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Encycliek tegen het modernisme van Paus Pius X (4)

    Wij echter voor wie de waarheid één en enig is en die de Heilige boeken beschouwen als onder "inspiratie van de Heilige Geest geschreven en God tot auteur hebben", Wij verklaren eveneens dat zij God een leugen om nut of bestwil toeschrijven. Wij halen hier de woorden van de H. Augustinus aan: "Als men bij het allerhoogste gezag slechts één leugen om bestwil aanneemt, dan blijft geen enkel fragment van die boeken over dat niet valt onder die allerverderfelijkste regel, volgens welke men een bepaald doel of plan van de auteur aan kan nemen, als een passage handelt over een moeilijk te volbrengen zaak of moeilijk te aanvaarden geloofspunt". Dezelfde Kerkvader voegt daar aan toe: "Van deze lieden zal ieder geloven (uit de H. Schrift) wat hij wil en wat hij niet wil zal hij ook niet geloven".

    Maar de modernistische apologeten gaan vrolijk hun gang. Zij geven bovendien toe dat in de H. Schrift redeneringen voorkomen om een of ander leerstuk te bewijzen die geen enkel fundament hebben, zoals bv. redeneringen die steunen op profetische voorspellingen. Maar ook dat verdedigen zij als kunstmatige oratorische vormen van de prediking die door het leven gerechtvaardigd worden. Wat wil men eigenlijk nog meer? Ook veroorloven zij aan Christus zelf, en zij zeggen ook dat het zo is, dat Hij het bij zijn uitspraak over de tijd van de komst van het Rijk Gods heel duidelijk mis gehad heeft. Naar hun zeggen moet dat niet zo verwonderlijk schijnen, want ook Christus was gebonden door de wetten van het leven!

    Wat blijft er na dit alles nog over van de leerstellingen van de Kerk? Ook deze krioelen van openlijke tegenstrijdigheden. Maar behalve dat zij door de logica van het leven geduld worden, zijn zij niet in strijd met de symbolische waarheid. Deze toch heeft betrekking op het oneindige en de aspecten daarvan zijn oneindig. Dit bewijzen zij dan allemaal en verdedigen het zo vernuftig dat zij niet aarzelen te verkondigen dat men aan de Oneindige geen uitstekender eer kan bewijzen dan door tegenspraken omtrent Hem te bevestigen! Als men zelfs de tegenspraak aanvaarden kan, wat zou er dan al niet meer bewezen kunnen worden?

    2. De subjectieve methode

    Als iemand evenwel nog niet met objectieve argumenten alleen tot het geloof gebracht kan worden dan kan men ook nog tot subjectieve zijn toevlucht nemen. Met dit doel voor ogen keren modernistische apologeten terug naar de "immanentie-leer". Zij doen hun best de mens duidelijk te maken dat in hemzelf, in het diepste van zijn natuur en het meest verborgene van zijn leven een werkelijk verlangen en behoefte naar godsdienst verscholen ligt. En dit niet maar naar een willekeurige godsdienst, maar precies gezegd naar de Katholieke godsdienst. Deze godsdienst wordt naar hun zeggen beslist vereist voor een perfecte verklaring van het leven.

    Er moet ons noodzakelijk een nieuwe klacht van het hart. Onder Katholieken worden mensen gevonden die de immanentieleer wel verwerpen, maar deze toch benutten voor de apologetiek. Zij doen dit zo onbezonnen dat zij in de menselijke natuur niet slechts de aanleg en geschiktheid voor de bovennatuurlijke orde schijnen te aanvaarden, zoals Katholieke apologeten dat altijd met de nodige omzichtigheid gedaan hebben, maar zij houden deze geschiktheid voor een strikte eis van de natuur.

    Om het beter uit te drukken wordt deze eis van de natuur in het Katholicisme door die modernisten gevorderd welke voor gematigd willen doorgaan. Dezen immers, die "integralisten" kunnen genoemd worden, willen aan de mens die nog niet gelooft aantonen dat de in hem verborgen kiem dezelfde is welke in het bewustzijn van Christus geweest is en door Hem aan de mensen werd doorgegeven.

    De modernist als hervormer

    Wij moeten hier nog aan toevoegen de modernist ook als hervormer te tonen. Wat wij tot nog toe gezegd hebben laat ons overduidelijk zien door welke verbeten ijver deze mensen worden gedreven naar hervorming. Deze verbetenheid strekt zich uit tot alles wat Katholiek is. Zij willen vooral de filosofie in de God gewijde seminaries hervormen. Zij willen de scholastieke filosofie een plaats toewijzen in de geschiedenis der wijsbegeerte, naast al die andere achterhaalde stelsels. Aan de jongeren moet de moderne filosofie onderwezen worden, die alleen de ware is en aangepast is aan onze tijd.

    Voor de vernieuwing van theologie, die wij de rationele noemen, eisen zij dat deze gegrondvest wordt op de moderne filosofie. De positieve theologie moet naar hun eis steunen op de geschiedenis van het dogma. Ook de geschiedenis moet geschreven en gedoceerd worden volgens hun methode en naar moderne voorschriften. Het dogma en de ontwikkeling daarvan willen zij aangepast zien aan de wetenschap en de geschiedenis. Wat catechese aangaat verlangen zij dat in de catechismus slechts de dogma's worden opgenomen die herzien zijn en aangepast zijn aan het bevattingsvermogen van het volk. Voor de eredienst willen zij dat de uiterlijke godsdienstige vormen worden besnoeid en aangroei moet worden verhinderd. Men vindt echter sommigen die gesteld zijn op symbolisme en een gematigder houding aannemen.

    Zij eisen dat het bestuur van de Kerk in alle opzichten hervormd moet worden, vooral wat de tucht en de leer betreft. Naar hun eis moet het bestuur zich innerlijk en uiterlijk aanpassen aan wat zij het moderne bewustzijn noemen en dat geheel democratisch gericht is. Derhalve moet aan de lagere clerus en aan de leken de hun toekomende inspraak gegeven worden en het al te centrale gezag moet gespreid worden. Zij verlangen ook hervorming van de Romeinse Congregaties, vooral van het Heilig Officie en van de Congregatie van de Index. Ook moet de houding ten opzichte van de politiek en de maatschappij herzien worden. Het bestuur moet zich afzijdig houden van wereldlijke aangelegenheden, maar zich niettemin aanpassen om op deze wijze een geestelijke invloed te kunnen uitoefenen.

    Op zedelijk gebied hangen zij de leer aan van het Amerikanisme. De actieve deugden moeten voorrang hebben op de passieve en de beoefening van de actieve moet ten zeerste worden bevorderd. De clerus moet weer terug naar de vroegere eenvoud en armoede. Hij moet bovendien in gedachte en daad de modernistische leringen aanhangen. Tenslotte zijn er nog die protestantse leraars zeer hoog aanslaan en zij verlangen dat het celibaat voor de priester wordt afgeschaft. Wat laten zij in de Kerk nog ongemoeid? Wat moet al niet volgens hen of hun leer hervormd worden?

    Oordeel over het stelsel

    Bij deze uiteenzetting van de leer der modernisten kan het de schijn hebben, dat Wij ons daar misschien te lang mee hebben bezig gehouden. Toch was dit nodig om niet, zoals gewoonlijk, door hen beschuldigd te worden alsof Wij niet goed op de hoogte zouden zijn van hun leer en anderzijds ook om duidelijk te maken dat het bij het modernisme niet gaat om vage leerstellingen zonder onderlinge samenhang. Het gaat hier over een compacte eenheid, waarin men, als men een onderdeel aanneemt, ook noodzakelijk al het andere moet aanvaarden. Daarom zijn Wij enigszins didactisch te werk gegaan en hebben hun vreemde terminologie niet geheel veronachtzaamd.

    Het stapelt alle ketterijen opeen

    Als Wij hun hele systeem nu als het ware in één blik overzien, zal het niemand verwonderen als Wij het omschrijven als de verzameling van alle ketterijen. Als iemand zich ertoe gezet zou hebben alle dwalingen die er in de loop der tijden tegen het geloof in omloop geweest zijn, kernachtig samen te vatten, dan zou hij daar nooit zo goed in geslaagd zijn, als modernisten hebben gedaan.

    Het doet allen godsdienst te niet

    Zij zijn zelfs nog veel verder gegaan. Hun stelsel is er niet alleen op gericht de hele Katholieke godsdienst te gronde te richten, maar ook, zoals Wij reeds opmerkten, om elke vorm van godsdienst onmogelijk te maken. Vandaar de loffelijke instemming der rationalisten; vandaar dat rationalisten die vrij en openlijk spreken de modernisten gelukwensen en hen prijzen als hun beste en doeltreffendste bondgenoten.

    Door het agnoticisme

    Laat Ons nu in het kort terugblikken op de allerverderfelijkste leer van het agnosticisme. Dit stelsel snijdt voor het verstand elke weg af die naar God leidt omdat het een hechtere steun zou vinden in een zeker aanvoelen en handelen. Wie ziet echter niet hoe verderfelijk dit alles is? Wat verstand of zinnen doen heeft zijn terugslag op het gevoel. Schakel het verstand uit en men zal zijn zinnen volgen waardoor de mens toch al zo sterk wordt getrokken. Nogmaals, het is verderfelijk: alle gefantaseer over godsdienstig aanvoelen zal het verstand niet in verwarring brengen. Het gezond verstand zegt ons dat elke innerlijke beroering geen hulp biedt, maar veeleer nadelig is bij het zoeken naar de waarheid. We bedoelen hier de waarheid zoals ze is, dus de objectieve waarheid. De subjectieve waarheid is de vrucht van innerlijke mening. Zij kan wel dienen om ermee te spelen, maar geeft de mens geen houvast. Voor de mens is het echter van het allerhoogste belang te weten of buiten hem al dan niet de God bestaat in wiens handen hij eens zal vallen.

    Door uitsluitend op gevoel en ervaring te steunen

    Bij dit belangrijk werk roepen zij de ervaring te hulp. Maar wat zou deze kunnen toevoegen aan dat aanvoelen van de ziel? Klaarblijkelijk niets anders dan dit aanvoelen versterken. De overtuiging omtrent de waarheid wordt vaster naarmate de ervaringssterkte toeneemt. Maar dat alles kan niet bewerken dat het gevoel ophoudt gevoel te zijn. Het wezen of de natuur van het gevoel wordt hierdoor niet veranderd. Steeds loopt het op teleurstelling uit als het gevoel niet geleid wordt door het verstand. Door versterking wordt het gevoel niet tot waarheid: Het wordt alleen een intenser gevoel.

    Maar Wij, spreken over het godsdienstig gevoel met de daarin aanwezige versterking. Het is u welbekend hoe voorzichtig men hier moet zijn en hoeveel bezinning er nodig is om de voorzichtigheid te betrachten. U weet dat uit de zieleleiding, vooral van hen die gevoelig van aard zijn. Gij weet dat ook uit de houding van hen die zich verdiepen in ascetische werken. Modernisten slaan die boeken niet hoog aan, maar zij bevatten een leer, die heel wat solider is dan wat zij zich aanmatigen te zeggen. Het lijkt Ons dwaas of tenminste heel onvoorzichtig om zonder verder onderzoek het innerlijk gevoel of ervaring voor objectieve waarheid te houden, zoals modernisten dat willen.

    Terloops willen wij ook dit nog opmerken: Indien die ervaring dan zo krachtig en sterk is, waarom kent men diezelfde waarde dan niet toe aan het gevoel dat zoveel duizenden Katholieken verklaren te bezitten en dat hun zegt dat modernisten op de verkeerde weg zijn? Zou dan alléén het aanvoelen der Katholieken verkeerd zijn? Zou dàt alleen bedrieglijk zijn? De overgrote meerderheid van mensen is overtuigd en zal dat altijd blijven, dat men door aanvoelen en ervaren alleen, zonder leiding en voorlichting van het verstand, nooit zal kunnen komen tot de kennis van God. Dan rest het atheïsme, maar geen godsdienst.

    Door het symbolisme

    Modernisten moeten ook niets beters verwachten van de beweringen van het "symbolisme". Want als volgens hun zeggen verstandelijke elementen niets anders zijn dan symbolen van God, is dan het godsbegrip of de naam van een goddelijke persoonlijkheid ook geen symbool? En als dit zo is dan kan ook omtrent de persoonlijkheid van God twijfel bestaan en daarmee ligt de weg open naar het pantheïsme.

    Door de immanentie

    Zo komt men ook tot louter pantheïsme door de leer van de "goddelijke immanentie". Want Wij vragen: Wordt door deze immanentie God onderscheiden van de mens, ja of neen? Als dit onderscheid bestaat, welk verschil is er dan met de Katholieke leer of waarom wordt de leer van een van buiten komende openbaring verworpen? Als er geen onderscheid tussen God en mens bestaat, dan hebben we het pantheïsme. Welnu: de immanentieleer van modernisten wil en aanvaardt dat elk verschijnsel van het bewustzijn uitgaat van de mens in zijn hoedanigheid als mens. Uit deze redenering kunnen Wij dan ook met recht besluiten dat God en mens één en hetzelfde zijn. En dit is pantheïsme.

    Door zijn leer omtrent geloof en wetenschap

    Ook het onderscheid dat zij aannemen tussen wetenschap en geloof laat geen andere conclusie toe. Het voorwerp van de wetenschap stellen zij in de realiteit van het kenbare. Het voorwerp van het geloof in het feit van het onkenbare. Maar het onkenbare is juist onkenbaar omdat er tussen voorwerp en verstand geen enkele verhouding bestaat. Welnu, dat gemis aan verhouding kan nooit, ook niet door de leer van het modernisme worden weggenomen. Dus het onkenbare blijft altijd onkenbaar, zowel voor de gelovige als voor de filosoof. Als er dus een godsdienst bestaat dan is dat er één van een onkenbare realiteit. Nu zien Wij niet goed in waarom dat onkenbare ook niet een wereldziel zou kunnen zijn, zoals sommige modernisten aannemen.

    Dit is wel voldoende om duidelijk aan te tonen hoe langs velerlei wegen de leer der modernisten naar het pantheïsme afbuigt, en zo leidt naar vernietiging van elke godsdienst. De eerste stap op deze weg deed de dwaling der protestanten; de dwaling der modernisten volgt; daarna komt het pantheïsme.

    2e hoofdstuk: Oorzaken van het modernisme

    Om een dieper inzicht in het modernisme te krijgen en om beter de remedies te kunnen vinden voor een zo grote wonde, zullen Wij in het kort nagaan waar dit kwaad vandaan komt en waardoor het wordt gevoed.

    Morele oorzaken: Zucht naar nieuwigheden en hoogmoed

    De naaste en meest opvallende oorzaak moeten Wij stellen in een dwaling van het verstand. Dit staat buiten twijfel. Als meer verwijderde oorzaken kunnen Wij er twee opnoemen: Zucht naar iets anders en hoogmoed.

    Als de zucht naar iets anders, naar nieuwigheden, niet wijs in toom wordt gehouden is dit op zich alleen reeds voldoende om alle dwalingen te verklaren. Daarom schreef onze voorganger, Gregorius XVI, terecht: "Het is zeer bedroevend te moeten zien waartoe de verdwazing van het menselijk verstand al niet komt bij zijn streven naar nieuwigheden en tegen de vermaning van de Apostel in meer wil weten dan goed is en teveel op zichzelf vertrouwend er op uit is de waarheid te zoeken buiten de Katholieke Kerk, terwijl zij in de Kerk zonder de minste smet van dwaling te vinden is". 

    Maar de verblinding van de geest en de dwaling hebben het meest hun oorsprong in de hoogmoed. Deze heeft bij het modernisme als het ware zijn thuis waar hij ook rijkelijk zijn voedsel vindt en onder velerlei gedaanten verblijft. Uit hoogmoed vinden zij dat brutaal zelfvertrouwen waardoor zij zichzelf als de norm houden van allen. Uit hoogmoed pralen zij met de grootste ijdelheid alsof zij alleen de wijsheid zouden bezitten. Trots en opgeblazen zeggen zij: "Wij zijn niet zoals de anderen". En om niet met anderen vergeleken te worden fantaseren zij allerlei nieuwigheden en omhelzen die, al zijn ze ook nog zo absurd.

    Uit hoogmoed verwerpen zij alle onderdanigheid en eisen dat gezag en vrijheid met elkaar overeen moeten stemmen. Uit hoogmoed zien zij niet meer naar zichzelf, maar denken alleen aan de hervorming van anderen. Zij erkennen geen enkele rang, zij hebben geen eerbied, zelfs niet voor het hoogste gezag. Er bestaat geen kortere en geschikter weg naar het modernisme dan hoogmoed. Als een Katholieke leek, als een Priester, zich niets meer gelegen laat liggen aan de voorschriften van het Christelijk leven, waardoor wij onszelf moeten verloochenen als wij Christus na willen volgen, en de hoogmoed niet verwijderd houden uit het hart, dan is zo iemand naar waarheid helemaal gereed en het meest gepredisponeerd om de dwaling van het modernisme aan te hangen.

    Daarom moet het uw eerste zorg zijn om dergelijke hoogmoedige lieden te weerstaan, hun des te minder vertrouwen schenken en klein houden naarmate zij zich meer verheffen, opdat zij door hun geringere positie minder in staat zijn om kwaad te stichten. Ook moet gij zelf, en door de bestuurders der seminaries, de seminaristen grondig examineren. Zo gij er mocht vinden met een hoogmoedig karakter, dan moet gij hen met alle kracht van het priesterschap verwijderd houden. Had men dit altijd maar met de nodige waakzaamheid en standvastigheid gedaan!

    Intellectuele oorzaken

    1. Onbekendheid met de scholastiek

    Noot: Scholastiek is de middeleeuwse filosofie met een sterk metafysisch karakter die in de 11e eeuw als onderwijsmethode tot ontwikkeling kwam in de stedelijke scholen en verder uitgebouwd werd in de 12e en 13e eeuw aan de universiteiten. Het is een logische manier van denken in tegenstellingen, een vorm van dialectiek. De belangrijkste scholastici waren Petrus Abaelardus, Albertus Magnus, Duns Scotus, Willem van Ockham, Bonaventura en Thomas van Aquino. Het werk Summa Theologiae van Thomas van Aquino wordt meestal gezien als het grootste werk van de scholastiek.

    Net als de methodiek van het onderricht aan de middeleeuwse kloosterscholen wilde de scholastiek God vinden door middel van de wetenschap. De scholastieke theologie werd mettertijd een zelfstandige wetenschap die steeds meer betekenis ging toekennen aan rationele processen van het denken. De kloostercultuur daarentegen bleef bij haar meer mystiek georiënteerde methode.

    De scholastiek vond haar belangrijkste monument in de summa's van de 13e-eeuwse Dominicaanse filosoof en theoloog Thomas van Aquino. De thomistische filosofie werd eerst bekritiseerd, maar in 1323 werd haar grondlegger heilig verklaard en later zelfs tot kerkleraar uitgeroepen (1568). De tijd was rijp voor een rationele aanpak. In 1879 riep paus Leo XIII het thomisme uit tot de officiële filosofie van de Kerk.

    Scholastiek systeem

    Het scholastieke systeem wordt in de middeleeuwen gebruikt voor de studie van de zeven vrije kunsten of artes liberales en de overige wetenschappen. De artes liberales bestonden uit:

    Het trivium

    1. Grammatica (literatuur en tekstanalyse)
    2. Retorica (argumenteren)
    3. Dialectica (logica)

    Het quadrivium

    1. Aritmetica (rekenkunde)
    2. Astronomie (sterrenkunde)
    3. Muziek (harmonieleer)
    4. Geometrie (meetkunde)

    In de middeleeuwen bestond theologie vooral uit het verklaren van teksten, allereerst de Bijbel, met aanhalingen uit de commentaren en andere werken van gezaghebbende Kerkvaders. De zeven vakken die bestudeerd werden ten behoeve van de theologie, werkten vooral met teksten van Plato en steeds meer ook van Aristoteles. Toen de contacten tussen de domscholen groeide door de toenemende politieke stabiliteit, wilde men theologie en wijsbegeerte in één stelsel verenigen. Op beide terreinen moest dezelfde methode toegepast worden: dezelfde scholastiek. Men wilde aantonen dat het logisch denken van de oudheid niet in strijd was met de Bijbelse boodschap.

    Later werd de sleutelwetenschap binnen de theologie de dialectica, de kunst van het redeneren. De basis van de theologie bleef echter nog altijd de lectio divina, het lezen van heilige teksten, in concreto allereerst de Bijbel. Stilaan werden eigen commentaren bij de Schrift toegestaan, en werd wetenschap beoefend aan de universiteit, tegen betaling van een salaris.

    In zijn Summa Theologiae probeerde Thomas van Aquino alle verworvenheden van de scholastiek ten dienste te stellen van de theologie. Abaelardus was eveneens een leraar van de scholastiek. Dankzij Thomas werd de scholastiek de basis voor het empirisch denken en de kritische wetenschapsbeoefening van latere eeuwen. 

    De scholastiek was een grote stap voorwaarts in de ontwikkeling van de logica en een poging tot het oplossen van de tweespalt tussen geloof en rede. Maar uiteindelijk vereerde ze de tekst zelf in plaats van het voorwerp van de tekst, de boeken in plaats van de wereld: verba, non res.

    De scholastieke methode

    De scholastieke methode steunt op gezaghebbende teksten. Er ontstonden in de middeleeuwen voor de artes liberales en overige wetenschappen vaste rangordes voor de relevante autoriteiten op een bepaald terrein. De scholastiek wordt verder inhoudelijk gekenmerkt door een vaste werkwijze om problemen en teksten te bestuderen. Eerst poneerde men een quaestio, een vraagstelling waarover twijfel heerste. Die werd onderverdeeld in verschillende articula met stellingen. Vervolgens kwamen de tegenwerpingen aan de orde, ingeleid met bijvoorbeeld sed contra. Hierop volgde een antwoord (responsio), waarna per articulum van de quaestio de argumenten kort besproken werden. Ook de variant waarbij men op willekeurige vragen -niet op een vooraf bekend thema- moest antwoorden, het zogeheten quodlibet, had dezelfde opbouw. Ook het onderwijs aan de middeleeuwse universiteiten richtte zich naar deze methode. Het eindproduct van de scholastiek waren de grote summae.

    Als wij nu van de morele oorzaken tot de intellectuele overgaan komen wij als eerste en voornaamste de onwetendheid tegen. Er zijn immers modernisten die leraren in de Kerk willen zijn en ook als zodanig gezien willen worden en heel hoog opgeven van moderne filosofie, maar scholastieke wijsbegeerte verachten. De reden hiervan is dat zij misleid door vertoon en bedrog het modernisme hebben omhelsd, terwijl zij van de scholastiek hoegenaamd niets afweten. Daarom missen zij elke mogelijkheid om een einde te maken aan de verwarring van hun begrippen en de sofismen te weerleggen. Uit de verbintenis van een valse filosofie met hun geloof is dat systeem ontstaan dat overloopt van zovele en zware dwalingen.

    2. Hun propaganda-methodes
    Legden zij maar wat minder ijver en zorgen aan de dag voor het propageren van hun stelsel! Zij doen dat echter met zoveel overgave en onvermoeide inspanning dat het wel erg jammer is dat zoveel krachten worden aangewend om de Kerk te verderven, die als zij juist waren gebruikt, de hoogste hulpverlening zouden betekend hebben.

    Zij spelen een dubbel spel om de geesten te bederven. Op de eerste plaats trachten zij alles op te ruimen wat hun in de weg staat. Vervolgens zetten zij zich met de grootst mogelijke verbetenheid in om te verkrijgen wat zij nuttig achten. Dat streven zij na, onvermoeid en met groot geduld.

    Zij houden het ervoor dat het vooral drie dingen zijn die hun streven in de weg staan: De beoefening van de scholastieke filosofie, het gezag en de traditie der Kerkvaders en het Kerkelijk leergezag. Daartegen richten zij hun verwoede aanvallen.

    a. Minachting van de scholastiek
    Zij spotten daarom met de filosofie en theologie van de scholastiek. Zij hebben er niets dan verachting voor over. Of ze dit nu doen uit onwetendheid of vrees, of zelfs om beide redenen, zoveel is zeker dat hun drang naar nieuwigheden altijd samengaat met haat tegen de scholastiek. Er bestaat geen duidelijker aanwijzing dat iemand voor het modernisme begint te voelen dan dat hij blijk geeft van beginnende afkeer van de scholastiek. Modernisten en hun supporters moeten zich de veroordeling in het geheugen roepen, welke Pius IX heeft uitgesproken over de stelling: "De methoden en beginselen, waarmee de oude scholastieke geleerden de theologie beoefenden, passen allerminst bij de noden en vooruitgang der wetenschappen van onze tijd". 

    b. Afbraak van de overlevering
    De kracht en het wezen der traditie trachten zij met grote sluwheid te ontzenuwen opdat zij haar belang en gezag zou verliezen. Maar voor altijd blijft voor Katholieken het gezag bestaan van het Tweede Concilie van Nicea dat de veroordeling uitsprak over "hen die het wagen ... met de misdadige ketters de kerkelijke tradities te ontwrichten en een of andere nieuwigheid te bedenken ... of kwaadaardig en listig te verzinnen om aldus iets uit de ware traditie van de katholieke Kerk omver te werpen ..." 

    Ook blijft de belijdenis van het Vierde Concilie van Constantinopel van kracht: “Daarom belijden en verklaren wij alle voorschriften welke aan de Heilige Katholieke en Apostolische Kerk overgeleverd werden door de Heilige en roemrijke Apostelen en door de algemene en plaatselijke wettige en orthodoxe Concilies, alsook door een verlichte Kerkvader en leraar, vast te houden en te bewaren". Daarom wilden de pausen Pius IV en Pius IX dat aan de geloofsbelijdenis werd toegevoegd: "Ik aanvaard zeer vast en omhels de Apostolische en Kerkelijke tradities en de overige verordeningen en voorschriften van deze Heilige Kerk". 

    Niet anders dan over de traditie oordelen de modernisten over de Heilige Kerkvaders. Met zeer grote lichtvaardigheid beweren zij dat de Kerkvaders eerbied en lof waardig zijn, maar dat deze zelfde Kerkvaders op kritisch en historisch gebied volslagen onwetend waren, iets wat alleen door de tijd waarin zij leefden verontschuldigd kan worden.

    c. Bestrijding van het Kerkelijk leergezag
    Tenslotte trachten zij met alle mogelijke middelen het gezag van het Kerkelijk leerambt te verkleinen en te verzwakken. Dit doen zij door de oorsprong, de natuur en het recht daarvan op heiligschennende wijze vals voor te stellen en ook door allerlei lasteringen van tegenstanders opnieuw voor de dag te halen. Betreffende de groep modernisten zijn de woorden van kracht, welke onze Voorganger met grote droefheid geschreven heeft: "Om de mystieke Bruid van Christus, die het ware Licht is, veracht en gehaat te maken, zijn de kinderen der duisternis gewoon de Kerk bij het volk met hatelijke laster te treffen en met verdraaiing van feiten en gezegden haar krenkend voor te stellen als vriendin der duisternis, als steun der onwetendheid en als vijandin van het licht der wetenschappen en van de vooruitgang". 

    d. Kwaadwillige bestrijding van de verdedigers van de Kerk
    Daar dit zo is, is het niet verwonderlijk, dat Katholieken die met kracht opkomen voor de Kerk door modernisten met de grootste kwaadaardigheid en bitterheid worden aangevallen. Geen enkel soort smaad wordt geschuwd om hen te treffen. Meestal beschuldigen zij hen van onwetendheid en stijfkoppigheid. Als zij hen vrezen om hun geleerdheid en invloed, maken zij hen machteloos door hen als bij afspraak dood te zwijgen. Deze handelwijze blijkt voor Katholieken des te kwaadaardiger naarmate zij anderzijds aan allen die het met hen eens zijn, altijd weer buitensporige lof toezwaaien. Hun boeken, die overlopen van nieuwigheden, worden met veel instemming ontvangen en verbreid. Hoe gedurfder iemand oude waarden omver haalt, de traditie en het Kerkelijk leergezag veracht, des te meer houdt men hem voor wijs. 

    Tenslotte - en ieder oprecht mens zal het verafschuwen - als iemand van hen door een Kerkelijke veroordeling getroffen wordt, dan wordt hij niet alleen openlijk en uitbundig geprezen, maar zij vereren hem bijna als martelaar voor de waarheid. Al dat tumult van lof en smaad dat het gemoed der jongeren aanspreekt en waardoor zij worden beroerd bewerkt dat deze zich gewonnen geven en naar het modernisme overlopen omdat zij niet voor dom willen doorgaan en omdat zij voor intelligent gehouden willen worden. Zij worden evenwel innerlijk gedrongen door vernieuwingszucht en hoogmoed.

    e. Reclame-methodes
    Dit behoort echter al tot de reclame waardoor modernisten hun waar aan de man willen brengen. Wat ondernemen zij al niet om het aantal volgelingen te vermeerderen? Op de geheiligde seminaries en universiteiten maken zij zich meester van leerstoelen die geleidelijk aan tot zetels van verderf worden. Zij dringen hun leer op tijdens preken in kerken, misschien nog wel bedekt, maar op congressen doen zij het meer openlijk en in openbare instellingen drijven zij ze door en geven haar de hoogste plaats. Zij geven boeken, kranten en tijdschriften uit onder eigen- of schuilnaam. Soms dient een en dezelfde schrijver zich onder meerdere namen aan om argeloze lezers wijs te maken dat ze met meerdere auteurs te doen hebben. Kort gezegd: in woord en daad en in de pers laten zij geen enkele poging onbenut hun leer te verspreiden, zodat men kan zeggen dat zij door een bepaald soort krankzinnigheid getroffen zijn.

    Het bedroevende resultaat

    En welk gevolg heeft dit alles? Met droefheid moeten Wij vaststellen dat veel jongeren met behoorlijke aanleg en van wie veel hulp voor de Kerk verwacht kon worden, van de goede weg zijn afgedwaald. Wij betreuren ook tallozen die wel niet zover gegaan zijn, maar door de bedorven atmosfeer zijn aangestoken en nu veel vrijer gaan denken, spreken en schrijven dan passend is voor Katholieken. Onder hen zijn leken, maar ook Priesters en ook kloosterlingen. Zij bedrijven de bijbelwetenschap in modernistische trant. Onder voorwendsel de waarheid te willen dienen vermelden zij in hun geschiedschrijving met onverholen genoegen feiten waarmee zij de Kerk het best kunnen bekladden. Met grote inspanning trachten zij geheiligde volksgebruiken zo spoedig mogelijk op te ruimen. Door ouderdom eerbiedwaardige relikwieën vinden zij bespottelijk. Zij worden verteerd door ijdel verlangen dat over hen zal worden gesproken. Dat kan niet bereikt worden als zij alleen zeggen wat anderen reeds altijd gezegd hebben. Intussen maken zij zich ook nog wijs God en de Kerk te dienen, maar in werkelijkheid beledigen zij beiden zeer ernstig, niet zozeer alleen met de daad, maar meer nog door hun geestelijke instelling en omdat zij door hun daden zeer grote steun verlenen aan het gedoe der modernisten.

    3e hoofdstuk: Remedies (werd weggelaten, maar is terug te vinden in rk-documenten)

    4e hoofdstuk: Besluit

    (…) Intussen smeken Wij u, eerbiedwaardige Broeders, op wier hulp en steun Wij het volste vertrouwen hebben, van ganser harte om overvloed van goddelijk licht, opdat gij het grote gevaar voor de zielen wegens de overal rondsluipende dwalingen moogt onderkennen en weten hoe te handelen, en dat gij alles met kracht en sterkte moogt volbrengen. Moge Jezus Christus, de grondlegger en voltooier van ons geloof u bijstaan met zijn kracht; moge de onbevlekte Maagd, de overwinnares van alle dwalingen, u met haar gebed en bijstand helpen. Als onderpand van onze liefde en van de goddelijke troost in tegenspoed, verlenen Wij aan allen, aan u, aan de geestelijkheid en aan al uw gelovigen met de grootste welwillendheid de Apostolische Zegen.

    Rome, bij Sint Pieter, 8 september 1907, in het vijfde jaar van Ons Pontificaat. Pius X, Paus.

    29-07-2022 om 22:22 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Encycliek tegen het modernisme van Paus Pius X (3)

    Een voorbeeld van modernistische ketterij: van de website van Remonstranten

    Godsdienstwetenschap

    God mag zich dan wel niet laten kennen in direct contact of in tekenen, gelovigen laten zich wel kennen. Zij zijn dan ook een dankbaar onderzoeksobject en bron van kennis voor godsdienstwetenschappers.

    Waar gaat moderne godsdienstwetenschap over?

    Godsdienstwetenschap bestudeert godsdienst vanuit wetenschappelijk perspectief. Het doel daarvan is inzicht verkrijgen over oorsprong, functie en betekenis van religieus denken. Daarbij wordt niet gezocht naar de waarheid van godsdienstige opvattingen.

    Het onderzoek van de godsdienstwetenschap richt zich op de vraag welke geschiedenis, functie en betekenis religieuze opvattingen hebben voor de gelovigen die deze aanhangen. De manier waarop dit wordt onderzocht wordt ‘intersubjectief’ onderzoek genoemd. Er wordt dus gekeken naar de betekenis van geloof voor en de beleving van een groep mensen (die eenzelfde religieuze overtuiging aanhangen). Want gelovigen laten zich kennen: ze uiten zich in religieus gedrag en religieuze ideeën. Zo laten ze zien wat ze geloven en welk godsbeeld ze hebben. Dat is wat godsdienstwetenschap onderzoekt.

    Theologie

    Die invalshoek maakt ook het verschil met de theologie als wetenschappelijke discipline. In de theologie is niet de gelovige mens onderwerp maar is de bijbel uitgangspunt en onderwerp van onderzoek.

    Toch is er een overeenkomst tussen moderne theologie en godsdienstwetenschap: namelijk dat er zoveel mogelijk gevaren wordt op de rede, op feitelijkheid en dat het metafysische -‘de openbaring’- zoveel mogelijk buiten de wetenschappelijke beschouwing wordt gehouden.

    De bijbel wordt binnen de moderne theologie dan ook volgens de kritisch-historische methode gelezen. Godsdienstwetenschap laat dat bijbelonderzoek buiten beschouwing en richt zich op de politieke en culturele context van religie. Bovendien houdt ze zich ook bezig met niet-westerse en niet-christelijke religies. Interessant is dat er zich in de ontstaanstijd van de godsdienstwetenschap een aantal wetenschappers op beide vakgebieden bewogen. Zij waren zowel als (modern) theoloog als godsdienstwetenschapper actief.

    Moderne theologie

    De moderne theologie ontwikkelde zich in de 19e eeuw in een tijd dat de moderne wetenschap ontstond en technologische en industriële ontwikkelingen een vlucht namen. In een tijd dus, waarin het moderne leven en het moderne denken zich ontwikkelde.

    Binnen de moderne theologie gold toen het inzicht dat godsdienst ofwel religie een algemeen-menselijke behoefte is. Gelovigheid moest zodanig ook als een natuurlijk verschijnsel worden gezien. Waarheidsclaims werden daarbij losgelaten. Ook speelde het verschil tussen ‘leken-gelovigen’ en theologen. De manier waarop beide groepen hun kennis over God vergaarden en hun interpretatie van de bijbel liepen steeds meer uiteen. De kwestie was of de (moderne) theologie de gelovige leken moest onderwijzen in de moderne theologie en de historische bijbelkritiek om zo het christelijk geloof te behouden? Of zou deze wetenschappelijke waarheid de gewone gelovigen juist de kerk uit jagen? (…) https://www.remonstranten.nl/

    De oorzaken van de ontwikkeling

    Om nog eens stil te staan bij de evolutieleer, moet opgemerkt worden dat, hoewel behoeften of noodzaak stuwen naar evolutie, deze niettemin toch gemakkelijk de perken der overlevering te buiten kunnen gaan als alleen deze stuwende drang aanwezig is, waardoor de evolutie zou kunnen worden afgebogen van haar levensbeginsel en veeleer de ondergang tegemoet zou gaan dan de ontwikkeling dienen. Om nu de opvatting van modernisten weer te geven moeten we de ontwikkeling van de strijd tussen twee machten verklaren: de ene macht is progressief, de andere conservatief. De conservatieve kracht in de Kerk leeft uit de traditie. Zij wordt gehanteerd door het Kerkelijk gezag. Dit geschiedt "de jure" en "de facto" (rechtens en feitelijk). Dit gebeurt "rechtens" omdat het in de lijn ligt van een gezag om het overgeleverde te beschermen. "In feite" gebeurt dit omdat het gezag buiten de levenswisselvalligheden staat en de prikkels van de vooruitgang (evolutie) niet of nauwelijks voelt. De progressieve kracht beantwoordt echter aan de meest innerlijke behoeften. Zij ligt verborgen en is werkzaam in het bewustzijn van de enkelingen, speciaal bij hen die het meest met het leven in contact staan.

    Ziedaar deze allerverderfelijkste leer, die, zoals we gezien hebben, de kop opsteekt. Zij stelt de leken in de Kerk als de elementen van vooruitgang voor. Een zeker samenspannen en bondgenootschap van deze twee krachten, van conservatieven en progressieven, het gezag namelijk, en het bewustzijn der enkelingen of van sommigen, werkt in op het bewustzijn van de meerderheid. Dit werkt dan weer aanstekelijk op de gezagsdragers. Dezen worden dan tot een compromis gedwongen waaraan zij zich moeten houden.

    De houding van de modernisten verklaard

    Hieruit valt gemakkelijk op te maken waarom de modernisten zo verbaasd zijn als zij een berisping ontvangen en gestraft worden. Wat hun verweten wordt, beschouwen zij zelf als een heilige te vervullen opdracht. Niemand kent immers beter dan zij de behoeften van het bewustzijn, omdat zij daarmee inniger te maken hebben dan het Kerkelijk gezag. Al die behoeften liggen immers als het ware bij hen opgestapeld. Daarom eisen zij het recht op om daarover openlijk te kunnen spreken en schrijven. Laat het gezag dan maar straffen als zij menen te moeten handelen, zij worden gesteund door de gedachte dat zij hun plicht vervullen. Door innerlijke overtuiging weten zij geen blaam maar lof te verdienen. Zij weten heel goed dat vooruitgang zonder strijd niet mogelijk is en dat in een strijd ook slachtoffers vallen. Zij moeten dan maar de slachtoffers zijn zoals de profeten en Christus dat geweest zijn. Tegen de overheid hebben zij dan ook geen rancune of wrok wegens de ondervonden slechte behandeling. De overheid meent immers te moeten doen wat zij doet. 

    Zij klagen alleen dat men niet naar hen luisteren wil. Want daardoor wordt de vooruitgang der geesten vertraagd. Maar het uur zal komen dat men een einde aan het dralen zal maken. Dat staat vast. De wetten der evolutie kunnen wel worden gehinderd, doch het is absoluut onmogelijk ze definitief te stoppen. Zij gaan dus verder op de ingeslagen weg, ondanks berisping of veroordeling, terwijl zij hun ongelofelijke vermetelheid verbergen onder de dekmantel van geveinsde onderwerping. Zij buigen aldus in schijn het hoofd, doch gaan onvervaard met inspanning van alle krachten door met wat zij begonnen zijn. Zij handelen zo uit wel overwogen tactiek. Vooreerst omdat zij houden dat het gezag niet omver geworpen, doch geprikkeld moet worden en verder ook omdat zij in de Kerk willen blijven om van binnen uit het collectief bewustzijn geleidelijk aan om te buigen.

    Met deze bewering geven zij zonder het op te merken toe, dat het collectief bewustzijn anders is dan het hunne en zij dus allerminst het recht hebben zich als vertolkers daarvan aan te dienen.

    Hun opvattingen zijn reeds veroordeeld

    Zo kan dan op gezag van de modernisten, in de Kerk niets standvastig en onveranderlijk zijn. In deze leer hebben zij hun voorgangers gehad. Het zijn degenen waarover Paus Pius IX reeds schreef: "Deze vijanden van de goddelijke openbaring, die de hoogste lof hebben voor de menselijke vooruitgang, willen die ook vermetel en met heiligschennende durf invoeren in de katholieke godsdienst, alsof deze niet het werk was van God, doch van mensen of een wijsgerig bedenksel, dat op menselijke wijze tot ontwikkeling kon komen". 

    Vooral wat de openbaring en het dogma betreft brengt de leer der modernisten hier niets nieuws. Het is hetzelfde wat wij door Pius IX in de Syllabus Errorum reeds veroordeeld vinden in de woorden: "De goddelijke openbaring is onvolmaakt en derhalve voortdurend en onbepaald onderworpen aan de vooruitgang die parallel loopt met de vooruitgang van de menselijke rede". 

    Noot: Syllabus Errorum (Latijn voor lijst van dwalingen) is een lijst van 80 opvattingen en principes die de Rooms-Katholieke Kerk ten dele reeds eerder als dwalingen veroordeeld had. Paus Pius IX heeft hem samen met de encycliek Quanta Cura op 8 december 1864, het hoogfeest van Maria Onbevlekte Ontvangenis, aan alle Bisschoppen werd toegezonden. De veroordeelde overtuigingen betreffen onder andere het pantheïsme, het naturalisme, het rationalisme, het indifferentisme, het socialisme, het liberalisme, een aantal ethische kwesties, de politieke rechten van de Kerk en de secularisatie.

    Inhoud:

    1. Pantheïsme, naturalisme en absoluut rationalisme
    2. Gematigd rationalisme
    3. Indifferentisme, latitudinarisme
    4. Socialisme, communisme, geheime genootschappen, bijbelgenootschappen, klerikaal-liberale verenigingen
    5. Dwalingen over de Kerk en haar rechten
    6. Dwalingen over de burgerlijke maatschappij, beschouwd zowel op zichzelf als in haar betrekking tot de Kerk
    7. Dwalingen over de natuurlijke en Christelijke zedenleer
    8. Dwalingen over het Christelijk huwelijk
    9. Dwalingen over de wereldlijke macht van de Paus van Rome
    10. Dwalingen betrekking hebbend op het huidig liberalisme

    Op plechtige wijze geschiedde dit op het Eerste Vaticaans Concilie met de woorden: "De geloofsleer welke God heeft geopenbaard wordt niet voorgehouden als een wijsgerige vinding door menselijk vernuft te vervolmaken, maar als een goddelijke schat van Christus aan Zijn Bruid, die deze getrouw moet bewaren en onfeilbaar verklaren. Vandaar dat die betekenis van de heilige dogma's voor altijd behouden moet blijven welke onze Moeder, de Heilige Kerk eenmaal heeft vastgesteld; nooit mag, onder voorwendsel of naam van beter inzicht, van deze betekenis worden afgeweken". 

    Hierdoor wordt allerminst afbreuk gedaan aan het werk van het verstand, ook niet wat het geloof betreft. Het menselijk verstand wordt hierdoor niet gehinderd, doch veeleer gesteund en veilig verder geholpen. Daarom vervolgt het Vaticaans Concilie dan ook: "Moge daarom het inzicht, de wetenschap, de wijsheid tot grote bloei komen en een machtig hulpmiddel zijn voor ieder afzonderlijk en voor allen, zowel voor de enkeling als voor heel de Kerk van alle tijden en opeenvolgende eeuwen, naar hun eigen aard, maar toch binnen hetzelfde dogma, in dezelfde betekenis en in dezelfde opvatting". 

    Het modernisme in de beoefening van geschiedenis en kritiek

    Nadat wij nu in de aanhangers van het modernisme de wijsgeer, de gelovige, de theoloog bestudeerd hebben, rest nog om in hen de historicus, de criticus, de apologeet, de hervormer te zien.

    Sommige modernisten die als historicus werkzaam zijn schijnen erg bezorgd te zijn om voor filosoof te worden aangezien. Naar hun zeggen hebben zij geen verstand van filosofie. Dit is wel buitengewoon sluw bedacht. Bij niemand mag de mening opkomen dat zij besmet zouden zijn met wijsgerige vooroordelen en dat zij daarom, naar hun zeggen, niet volkomen objectief zouden zijn. Niettemin is hun geschiedschrijving of kritiek helemaal in wijsgerige termen vervat. Wat zij beweren is duidelijk afgeleid uit hun wijsgerige beginselen. Voor een oplettend toeschouwer is dit duidelijk.

    De toepassing van het agnosticisme en aanvullende beginselen daarvan

    In de geschiedenis

    De drie eerste grondregels van dit soort geschiedschrijvers of critici zijn precies dezelfde beginselen die wij boven hebben aangehaald als zijnde die van hun filosofen:

    1 Het "agnosticisme", 2 De theorie van de "omvorming" der dingen door het geloof en 3 Hetgeen wat men "vervorming" schijnt te kunnen noemen.

    Laten wij hier de gevolgtrekkingen daarvan eens wat nader bezien:
    Krachtens het agnosticisme is de geschiedenis, zoals de wetenschap, enkel en alleen een zaak van verschijnselen. Daarom moeten God alsook elke goddelijke tussenkomst in de mens, naar het gebied van het geloof verwezen worden. Daar alleen hoort dit thuis. Als er dus iets voorvalt dat uit een tweevoudig element bestaat, een goddelijk en een menselijk, zoals Christus, de Kerk, de Sacramenten en meer dingen van deze aard, moeten zij zo van elkaar gescheiden en losgemaakt worden, dat het menselijk element aan de geschiedenis wordt overgelaten, het goddelijke aan het geloof. Daar vandaan treffen wij bij de modernisten het onderscheid aan tussen de historische Christus en de Christus van het geloof, de historische Sacramenten en de Sacramenten van het geloof. Zo moet men ook handelen bij andere zaken.

    Als men dus dit menselijk element apart neemt, wat de historicus voor zich reserveert, zoals dit element zich uit de historische gegevens doet kennen, dan moet men bedenken dat dit element door het geloof door "omvorming" verheven is boven zijn historische omstandigheden. De door het geloof aangebrachte toevoegsels moeten noodzakelijk verwijderd worden. Zij moeten terug verwezen worden naar het gebied van het geloof en naar de geschiedenis van het geloof. Handelt men dus over Christus dan moet alles verwijderd worden wat boven het menselijke uitgaat. Alles wat zijn natuurlijke conditie als mens te boven gaat, zoals de psychologie dat leert en ook de omstandigheden van plaats en tijd waarin Hij leefde, waarmee zijn situatie verweven was.

    Bovendien moeten volgens het derde wijsgerig beginsel ook die dingen welke binnen het bereik van de geschiedenis liggen als gezeefd worden. Alles moet naar het gebied van het geloof gebracht worden wat volgens hen niet ligt in de lijn van de zogenaamde logica der feiten of wat niet passend geacht wordt bij de persoonlijke aard. Zo zou volgens hen Christus de woorden niet gesproken hebben die het bevattingsvermogen van zijn toehoorders te boven gingen. Daarom worden alle allegorische voorstellingen die men in zijn onderrichtingen aantreft uit zijn werkelijk levensverhaal verwijderd en naar het geloofsgebied verwezen.

    We zullen misschien vragen waarom deze elementen van elkaar gescheiden worden? Antwoord: uit de aard van de persoon, uit de positie die deze persoon in de maatschappij inneemt, uit zijn opvoeding, krachtens de samenhang van de gebeurtenissen en de samenloop van omstandigheden. In één woord: als we goed begrijpen, krachtens een norm, die per slot van rekening helemaal subjectief is. Zij trachten de persoon van Christus te doorgronden en als het ware zelf te beleven: Wat zij nu in zijn omstandigheden zouden gedaan hebben, dat laten zij Christus doen.

    Daaruit leiden we af: Zij leren dus a priori, uitgaande van wijsgerige beginselen, die zij niettemin beweren niet te kennen, dat in de ware geschiedenis Christus geen God is en ook niets goddelijks gedaan heeft of gezegd. Als mens heeft Hij niets anders gedaan en gezegd wat zij, zich in die tijdsomstandigheden verplaatsend, Hem veroorloven te doen en te zeggen.

    In de kritiek

    Zoals nu de geschiedenis haar gevolgtrekkingen ontvangt uit de wijsbegeerte, zo haalt de kritiek deze uit de geschiedenis. De uitspraken van de geschiedenis volgend komt de criticus tot twee groepen van gegevens. Wat na de drievoudige geciteerde verminking nog overblijft wordt aan de authentieke geschiedenis overgelaten, het andere aan de geschiedenis van het geloof, ook wel interne geschiedenis genoemd. Want zij maken nauwkeurig onderscheid tussen deze tweevoudige vorm van geschiedenis: van het geloof en de echte geschiedenis, in zoverre deze reëel is. Vandaar de tweevoudige Christus: de ene is de echte Christus; de andere heeft in werkelijkheid nooit bestaan, maar behoort tot het geloof. De ene heeft op een bepaalde plaats en tijd geleefd; de andere wordt alleen gevonden in vrome geloofsoverdenkingen. Dit is bv. de Christus welke het Evangelie van Johannes ons voorhoudt. Dit Evangelie is, naar hun zeggen, heel en al bespiegeling.

    De toepassing van de vitale immanentie

    Maar de voogdij van de filosofie over de geschiedenis is hierdoor nog niet compleet. Na de historische gegevens in twee groepen verdeeld te hebben, is de filosoof er weer met zijn dogma van de "vitale immanentie". Hij verzekert dat alles wat tot de geschiedenis van de Kerk behoort, verklaard moet worden door de "vitale emanatie" (emanatio = uitvloeisel of voortkomst). De oorzaak evenwel of voorwaarde van elke levende voortkomst moet men zoeken in een zekere noodzaak of behoefte. Een feit of gebeurtenis moet men dus zien als de vrucht van een behoefte, en geschiedkundig gezien is het feit later dan de behoefte.

    Wat moet de historicus nu doen? Hij moet de gegevens uit de Schrift of van elders aangebracht onderzoeken. Hij moet dan een lijst opmaken van alle noodzakelijkheden (behoeften) die betrekking hebben op het dogma, de eredienst, de andere in de Kerk aanwezige en elkaar opvolgende elementen. Deze lijst geeft hij aan de criticus. De criticus bekijkt nu de elementen die bestemd zijn voor de geschiedenis van het geloof. Hij rangschikt ze afzonderlijk naar tijd in overeenstemming met de ontvangen lijst. Hij moet daarbij altijd de regel voor ogen houden, dat de noodzaak of behoefte vooraf gaat aan het feit en dat dit feit weer vooraf gaat aan het verhaalde. Nu kan het soms wel voorkomen dat sommige delen van de Bijbel, bv. de brieven, het feit zelf zijn dat uit noodzaak ontstaan is. Maar wat er ook van zij: de wet blijft van belang, dat de tijd van het ontstaan van een document of gegeven, niet anders mag worden vastgesteld dan vanuit het tijdstip waarop een bepaalde behoefte ontstond in de Kerk.

    De toepassing van het beginsel van de ontwikkeling

    Bovendien moet onderscheid gemaakt worden tussen het ontstaan van een feit en de verdere ontwikkeling van dat feit. Wat op één dag kan ontstaan komt pas na langere tijd tot ontwikkeling. Daarom moet de criticus de gegevens die hij naar tijd geordend had, opnieuw in twee groepen verdelen. Hij moet de gegevens welke betrekking hebben op het ontstaan van een zaak scheiden van de gegevens die behoren tot de ontwikkeling van die zaak. Daarna moet hij ze weer chronologisch ordenen.

    Nu komt de filosoof weer aan het woord: Hij geeft aan de historicus opdracht zijn studie zo in te richten als de voorschriften en wetten van de evolutie dat willen. Tot dit doel moet de historicus de gegevens opnieuw aan een onderzoek onderwerpen. Hij moet scherp nagaan hoe de situatie en toestand van de Kerk in de verschillende tijdvakken was, haar conservatieve kracht, welke de innerlijke en uiterlijke behoeften waren die haar stuwden naar vooruitgang, de hindernissen die zich voordeden, in één woord: Hij moet alles nagaan wat invloed uitoefende op de mogelijkheid de evolutiewetten te handhaven. Vervolgens schetst hij de geschiedenis van de ontwikkeling. De criticus is daarbij behulpzaam en past de overige gegevens in het geheel. Dit alles nu wordt tot eenheid gemaakt: De geschiedenis is geschreven.

    Nu vragen we: Aan wie moet deze geschiedenis worden toegeschreven? Aan de historicus of aan de criticus? Klaarblijkelijk aan geen van beiden, maar aan de filosoof. Alles wordt hier aprioristisch behandeld en wel met een apriorisme dat wemelt van ketterijen. Deze mensen zijn wel te beklagen. De Apostel zegt van hen: "Al hun denken is op niets uitgelopen ... Zij beweerden wijs te zijn maar werden dwazen" (Rom. 1:21-22). Zij roepen echter ook verontwaardiging op omdat zij de Kerk verwijten de gegevens zo door elkaar te werpen en te schikken dat ze in haar voordeel spreken. Zij dichten aan de Kerk toe wat hun geweten aan hen zelf met de grootste klaarheid verwijt.

    Hun methode toegepast op de Heilige Schrift

    Uit deze over tijdvakken verdeelde documenten volgt van zelf dat de H. Boeken niet aan de auteurs kunnen worden toegeschreven, aan welke dat in feite gedaan wordt. Daarom aarzelen modernisten niet om steeds te verzekeren dat deze boeken, vooral de Pentateuch en de synoptische Evangeliën, uit een aanvankelijk kort verhaal zijn gegroeid door geleidelijke toevoegsels in de vorm van aanvullende verklaringen van theologische of allegorische aard of simpelweg door verbindingen tussen de verschillende delen. Om het kort en duidelijk te zeggen: Wij moeten een vitale evolutie van Heilige boeken aannemen, voortgekomen uit de evolutie van het geloof en daarmee in overeenstemming.

    Zij beweren dat de sporen van deze evolutie zo duidelijk zijn dat men er bijna een geschiedenis van zou kunnen schrijven. Zij doen dat dan ook inderdaad met zoveel overtuiging, dat men zou menen dat zij zelf met eigen ogen de schrijvers bezig gezien hebben bij hun werk van de uitbreiding van de Heilige Boeken in de verschillende tijdperken.

    Om dit te bevestigen roepen zij wat wij noemen de "tekstkritiek" ter hulp. Zij trachten duidelijk te maken dat een of ander feit of gezegde niet op de goede plaats staat. Zij gebruiken meer van dergelijke redeneringen. Men zou zeggen dat zij zich een bepaalde trant van verhalen of spreken hebben eigen gemaakt, waaruit zij met grote zekerheid oordelen wat op de goede en wat op de verkeerde plaats staat.

    Hoe zij op deze wijze mensen vinden die het begrijpen: Oordele wie kan! Maar wie hen zo met kennis van zaken over de Heilige Boeken hoort redeneren, waarin het hun gegeven is zoveel onjuistheden te ontdekken, zal wel denken dat voor hen niemand de Heilige Boeken heeft ingezien. Men zou kunnen vergeten dat een groot aantal zeer geleerde exegeten met een veel groter inzicht, geleerdheid en Heiligheid dan zij de Heilige Boeken op alle mogelijke wijzen hebben bestudeerd. Bij deze uiterst competente geleerden kwam het niet op om misprijzend over een of ander deel van de H. Schrift te oordelen. Integendeel: Naarmate zij dieper inzicht kregen in de Schrift, des te grotere dank brachten zij aan God, omdat Hij zich gewaardigd had zo tot mensen te spreken. Het is wel spijtig: Die geleerden hadden niet dezelfde hulpmiddelen als de modernisten. Zij hadden geen godloochenende filosofie als lerares en leidsvrouwe en zij stelden zich ook niet zelf aan als norm om te oordelen.

    Het gevaar van de richting

    Wij menen hiermee duidelijk gemaakt te hebben welke methodiek modernisten volgen op geschiedkundig gebied. De filosoof gaat voorop, de historicus vangt hem op, daarna leren ze volgens schema wat de tekstkritiek zegt. En omdat de twee oorzaken hun kracht putten uit de gevolgen van de eerste oorzaak is het duidelijk dat een dergelijke kritiek niet zo maar een kritiek is zonder meer. Zij wordt terecht een agnostische immanentistische en evolutionistische kritiek genoemd. En als iemand een dergelijke kritiek onderschrijft en daar gebruik van maakt, geeft hij blijk ook haar dwalingen te volgen en stelt hij zich op tegen de Katholieke leer.

    Daarom kan het zeer verwonderlijk schijnen, dat zich ook bij Katholieken van onze tijd dit soort kritiek zo sterk doet gelden. Hiervoor bestaat een dubbele oorzaak; daar is vooreerst de nauwe band tussen historici en critici. Hier wordt niet gelet op nationale en godsdienstige verschillen. Vervolgens hebben wij te doen met een verregaande aanmatiging. Als iemand naar hun leer handelt wordt hij door de overigen hoog geprezen en wordt hij voor een bevorderaar van de wetenschap gehouden. Maar als iemand zijn bezorgdheid over dat nieuwe laat blijken, wordt hij in gesloten gelederen aangevallen. En als iemand die leer durft te ontkennen wordt hij van onwetendheid beschuldigd. Maar een voorstander wordt uitermate geprezen. In dat laten velen zich afschrikken, die als zij de zaak eens wat nader onderzochten, zich zouden distantiëren. Uit deze overweldigende arrogantie der dwaalleraren en de niet-nadenkende aanhang van oppervlakkige lieden ontstaat een zekere bedorven atmosfeer die alles doordringt en de besmetting verspreidt. Gaan we nu echter over tot de apologetiek.

    Noot: Apologetiek: De christelijke apologetiek verdedigt de leer die uit de natuur en de Schrift verkregen zou kunnen worden. Het wil een aanvulling, bevestiging van de kennis van God uit de Schrift vormen. Apologetiek is het verdedigen van levensbeschouwelijke, vaak religieuze, standpunten door middel van redenering. Apologetiek kan naast de verdediging van het geloof ook de theologische onderbouwing aanduiden van geloofsverdediging en de geschriften waarin geloofsverdediging voorkomt.

    De modernistische apologetiek

    Haar afhankelijkheid van de modernistische wijsbegeerte

    Ook de apologeet is bij de modernisten op tweevoudige wijze afhankelijk van de filosoof. Vooreerst indirect: Hij ontleent zijn stof aan de historicus, waarvan, zoals wij gezien hebben, de filosoof de richtlijnen bepaalde. Direct: Hier bestaat afhankelijkheid daarin dat de apologeet van de filosoof diens dogma's en uitspraken ontvangt. Daarom is in de modernistische school de stelling van kracht: de nieuwe apologie moet de godsdienstige controversen oplossen door historisch en psychologisch onderzoek. Derhalve beginnen de modernistische apologeten hun werk met een waarschuwing aan de rationalisten: Zij verdedigen de godsdienst niet met een beroep op de Schriftuur, ook niet door argumenten te ontlenen aan de gebruikelijke kerkhistorische stukken die in de oude trant geschreven zijn, maar overeenkomstig de "ware" geschiedenis en volgens de moderne richtlijnen, naar de moderne methode opgesteld. Zij doen dat niet omdat zij zich naar hun tegenstander willen richten, maar omdat zij overtuigd zijn dat deze geschiedenis alleen de waarheid weergeeft. Bij het schrijven van wat zij betogen zijn zij zich van hun eerlijkheid bewust. Bij de rationalisten zijn zij bekend. Onder hun vaandel strijdend hebben zij hun sporen verdiend en oogsten hun lof. Een waar Katholiek zou die lof afwijzen, maar zij achten zich daarmee gelukkig en stellen hem tegenover de berispingen van de Kerk.

    Haar methodes

    Laten we eens zien hoe iemand van hen de apologetiek samenstelt. Het doel wat hij zich voorstelt te bereiken is dit: Een mens die nog zonder geloof is moet ertoe gebracht worden om dit geloof te verkrijgen uit de ervaring van de Katholieke godsdienst. Deze godsdienst is, naar zij leren, het enige fundament voor het geloof. Om daartoe te komen ligt een dubbele weg open: een objectieve en een subjectieve.

    1. De objectieve methode

    Wat wordt aangetoond
    De objectieve is afkomstig van het agnosticisme. Hier tracht men duidelijk te maken dat in een godsdienst, speciaal de Katholieke, een vitale kracht aanwezig is die de psycholoog en de historicus van goede wil tot de overtuiging brengt dat het niet anders kan of er moet in de geschiedenis iets verborgen liggen dat onbekend is. Om dit aan te tonen is het noodzakelijk in te zien dat de huidige Katholieke godsdienst precies dezelfde is welke Christus gesticht heeft.

    Zij is evenwel niets anders dan de geleidelijke ontwikkeling van de oorspronkelijke kiem welke Christus gelegd heeft. Men moet dus eerst vaststellen hoedanig deze kiem was. Zij willen dat in de volgende termen doen: Christus heeft de komst van het Rijk Gods aangekondigd. Dit Rijk zou spoedig komen. Hij zou daarvan de Messias zijn, nl. de stichter en inrichter door God daartoe aangesteld. Daarna moet uiteengezet worden hoe deze kiem, altijd innerlijk (immanens) en blijvend (permanens) bij de Katholieke godsdienst aanwezig is, zich geleidelijk in de loop der geschiedenis ontwikkeld heeft en aangepast werd aan de veranderende omstandigheden, waaruit hij met vitale kracht opnam wat nuttig was voor de doctrinaire, de cultische en de kerkelijke vormen. Als zich moeilijkheden voordeden konden deze worden uit de weg geruimd, tegenstanders werden uitgeschakeld. De godsdienst hield zich staande bij alle tegenwerking en vervolging. Bij het opruimen van al deze hindernissen, te weten: tegenstanders, vervolging, strijd, bleven het leven en de vruchtbaarheid der Kerk bestaan terwijl daarbij de evolutiewet en het verloop der geschiedenis onaangetast bleven. Dit alles kan toch niet voldoende duidelijk zijn door een geschiedkundige verklaring alleen. Een "onbekende" factor moet aanwezig zijn. Hij dient zichzelf aan.

    Aldus deze apologeten. Bij deze redenering zien zij een kapitaal punt over het hoofd: De ontwikkeling van de aanvankelijke kiem wordt uitsluitend verklaard met het apriorisme van de agnostische en evolutionistische filosofie. De kiem zelf beschrijven zij naar willekeur, zoals het in hun stelsel van pas komt.

    Wat wordt toegegeven aan de rationalistische kritiek op de leer van de Kerk en op de Heilige Schrift
    Terwijl de nieuwe apologeten met de aangehaalde argumenten het Katholieke trachten aanvaardbaar en overtuigend te maken, geven zij grif toe, dat daarin veel te vinden is wat aanstoot geeft. Met niet verborgen genoegen zeggen zij openlijk dat in dogmatische stellingen dwalingen en tegenspraken voorkomen. Zij voegen daar echter aan toe, dat hiervoor niet alleen verontschuldigingen aan te voeren zijn, maar dat deze toch terecht en wettig zijn uitgesproken. Zo staan er volgens hen ook in de Heilige boeken nogal veel wetenschappelijke en historische dwalingen. Maar, zeggen zij, in die boeken gaat het ook niet over wetenschappelijke en historische vraagstukken, maar alleen over godsdienst en zeden. De wetenschap en geschiedenis zijn daar alleen maar een soort kleed, waarin de godsdienstige en zedelijke vraagstukken gehuld zijn.

    Zo kunnen zij gemakkelijker ingang vinden. Als een volmaaktere wetenschap of geschiedenis aanwezig was, zou het volk er niets van begrijpen en zouden deze wetenschap en geschiedenis veeleer tot nadeel dan tot voordeel strekken. Daar voegen zij nog aan toe dat de Heilige boeken, van nature godsdienstig, ook noodzakelijk levend zijn. Maar aan dit leven komt een eigen waarheid en logica toe die anders is dan de waarheid en de logica van het verstand. De waarheid en de logica van het leven behoren tot een heel andere orde: een waarheid van vergelijking en verhouding (volgens hen) met het levensmilieu en het levensdoel. Tenslotte gaan zij zover dat zij zonder enige restrictie beweren dat alles wat uit het leven verklaard wordt waar is en ook rechtmatig.

    29-07-2022 om 21:58 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Encycliek tegen het modernisme van Paus Pius X (2)

    De modernistische theologie

    1. De beginselen

    Immanentie en symbolisme: Hier nu wordt ons de toegang vrijgemaakt om de modernisten in het theologisch strijdperk gade te slaan. Het is een kwalijke zaak. Wij zullen het echter kort maken. De bedoeling is derhalve om geloof en wetenschap met elkaar in overeenstemming te brengen. Maar dat moet zo zijn dat het geloof ondergeschikt blijft aan de wetenschap. Maar over het algemeen maakt de modernistische theoloog gebruik van dezelfde beginselen, ook gehanteerd worden door de wijsgeer. De theoloog maakt ze pasklaar voor de gelovige. Het gaat, zeiden Wij, over de beginselen van "immanentie" en "symbolisme". Deze zaak wordt heel eenvoudig verklaard. Door de filosoof wordt geleerd dat het geloofsbeginsel immanent of innerlijk is. De gelovige voegt daaraan toe dat God zelf dit beginsel is. Dit houdt in dat God innerlijk is voor de mens. Dat is de theologische immanentie. En verder; voor de wijsgeer staat het vast dat de voorstellingen van het geloofsvoorwerp enkel en alleen symbolen zijn. Voor de gelovige staat het eveneens vast dat God door zichzelf het voorwerp is van het geloof. De theoloog vat het aldus samen: De voorstellingen van de Goddelijke realiteit zijn symbolen. Vandaar de naam "theologisch symbolisme".

    Dit zijn zeker heel grote dwalingen. Hoe uiterst verderfelijk deze dwalingen zijn zal duidelijk worden als men de gevolgen daarvan gaat inzien.

    Beginnen we met het "symbolisme": Met betrekking tot het geloofsvoorwerp zijn het voorstellingen van goddelijke symbolen, maar ten opzichte van de gelovigen zijn het instrumenten. De gelovige moet dus allereerst, zeggen zij, er goed voor zorgen, dat hij zich niet al te zeer vastklampt aan de formulering (dogma) als zodanig. Deze dient alleen om te komen tot het aanvaarden van de absolute waarheid, welke door de formulering ontsluierd maar tevens bedekt wordt. De formulering tracht de absolute waarheid te ontsluieren, maar zal daar nooit in slagen. De modernisten voegen daar bovendien aan toe dat de gelovige gebruik moet maken van de formuleringen naar gelang het van pas komt. Zij zijn immers gegeven als een hulpmiddel en niet als een hinderpaal. Maar de eerbied welke aan de formuleringen gegeven wordt mag niet wegvallen vanwege hun sociaal karakter, aangezien het openbaar leergezag ze geschikt bevonden heeft om het gemeenschappelijk bewustzijn te verwoorden, tenminste zolang dit leergezag er niet anders over gaat denken.

    Het is moeilijk te beoordelen wat de modernisten nu feitelijk bedoelen met "immanentie". De meningen hierover lopen nogal uiteen. Sommigen zien daarin dat de handelende God inniger tegenwoordig is dan de mens in zichzelf. Wel verstaan is dit onberispelijk. Anderen zeggen dat Gods activiteit als eerste oorzaak samenvalt met die van de natuur als tweede oorzaak. Deze opvatting sluit een bovennatuurlijke orde uit. Anderen weer geven een verklaring die een pantheïstische uitleg doet vermoeden. Dit strookt ook beter met hun andere leerstellingen.

    Noot: Pantheïsme is een levensbeschouwing die ervan uitgaat dat alles (en iedereen) goddelijk is. Het goddelijke is immanent en alomvattend; universa, natuur en God zijn identiek. Pantheïsten geloven dus niet in een persoonlijke of antropomorfe god. In de meest strikte zin betekent het: gelijkstelling van God aan de wereld en al het bestaande. In elk van zijn verschijningsvormen is het dus monistisch, al is monisme daarom niet steeds pantheïsme.

    Pantheïsme werd populair in de moderne tijd vanwege het theologische en filosofisch werk van de 17de-eeuwse filosoof Baruch Spinoza, wiens Ethica (1678) een antwoord was op René Descartes' beroemde dualistische theorie dat het lichaam en de geest zijn te scheiden. Spinoza had de opvatting dat geest en stof één zijn, en beide attributen zijn van een oorspronkelijke substantie, God.

    In het pantheïsme is er geen grens tussen het goddelijke en het natuurlijke. In plaats van  transcendentie te bezitten - los van alles - bevindt god zich in alles (immanentie). Volgens het pantheïsme kan men zich god niet persoonlijk indenken. Elk object én elk subject is in wezen goddelijk. Pantheïsme verschilt bijgevolg op twee belangrijke punten van de theïstische opvatting:

    1. Pantheïsten ontkennen meestal het bestaan van een "persoonlijke" God, een wezen dat de karakteristieke eigenschappen van een 'persoon' bezit, zoals de mogelijkheid om beslissingen te nemen.
    2. Pantheïsten ontkennen dat wat ze bedoelen met God volledig transcendent is: zij ontkennen dat God "totaal anders" is dan de wereld. God en de wereld zijn bij hen niet 'ontologisch onderscheiden'.

    De Goddelijke permanentie: Aan de "immanentieleer" voegen zij nog iets toe waardoor men kan spreken van een "goddelijke permanentie". Immanentie en permanentie verschillen ongeveer van elkaar zoals een individuele ervaring verschilt van een door de traditie overgeleverde ervaring. Een voorbeeld zal het duidelijk maken. Het is ontleend aan de Kerk en de Sacramenten. Dat de Kerk door Christus zelf gesticht is en ook de Sacramenten door Hemzelf zijn ingesteld is niet aan te nemen, zeggen zij. Het agnosticisme kan dat niet aanvaarden, het ziet in Christus niets anders dan een mens, wiens godsdienstig bewustzijn, zoals dat van andere mensen, geleidelijk aan gevormd werd. Ook de wet van de immanentie kan dat niet aannemen. Naar hun zeggen staat deze wet geen van buiten komende bijvoegsels toe. Ook de evolutiewet kan daar geen geloof aan hechten: voor de ontwikkeling van de kiem is tijd nodig en een bepaalde reeks veronderstelt opeenvolging van bijkomstigheden. Tenslotte moet ook de geschiedenis hier een afwijzende houding aannemen. Zij laat zien dat de dingen inderdaad zo verlopen zijn. Maar men moet vasthouden dat de Kerk en de Sacramenten "middellijk" door Christus zijn gesticht en ingesteld. 

    Hoe is dat zo? Zij beweren dat het Christelijk bewustzijn van allen in zekere zin ligt opgesloten in het bewustzijn van Christus, zoals de plant virtueel ligt opgesloten in het zaad. Daar nu de spruiten hetzelfde leven leiden als het zaad of de kiem, zo moet men ook zeggen dat alle Christenen het leven van Christus beleven. Maar het leven van Christus is volgens het geloof goddelijk. Het leven der Christenen is dat dus ook. Als nu in de loop der tijden dit leven het ontstaan gegeven heeft aan de Kerk en aan de Sacramenten, dan kan men ook met het volste recht zeggen dat dit begin in Christus zijn oorsprong heeft en goddelijk is. Op gelijke wijze beweren zij dat de H. Schrift en de dogma's goddelijk zijn. Dit is zo ongeveer de samenvatting van de theologie der modernisten. Hun bagage is zeker niet groot. Er is evenwel ruimschoots voldoende voor hem die belijdt dat men altijd moet gehoorzamen aan de wetenschap, wat deze ook voorschrijft. De toepassing van dit alles op wat wij nog zullen zeggen zal iedereen wel gemakkelijk kunnen vatten.

    2. Opvattingen omtrent bepaalde punten

    Tot nu toe ging het over de oorsprong en het wezen van het geloof. Het geloof heeft echter vele loten. De voornaamste zijn de Kerk, de dogma's, de eredienst, godsdienstoefeningen en boeken die wij Heilig noemen. Wij moeten nu onderzoeken hoe de modernisten daarover denken.

    Het dogma

    Beginnen wij bij het dogma. Over de oorsprong en het wezen daarvan werd reeds gesproken . Het komt voort uit een zekere impuls of noodzaak. Dit brengt de gelovige tot nadenken om daardoor zijn eigen bewustzijn en dat van anderen nog meer te verhelderen. Dit werk bestaat in een nauwkeurig onderzoek en het vaststellen van de rudimentaire formuleringen. Dit geschiedt door het verstand, maar niet op de wijze van een logische uiteenzetting, maar naar de aanwezige omstandigheden, of, zoals zij niet duidelijk zeggen "op vitale wijze". Zo komt het dat de primaire formuleringen geleidelijk aan evolueren tot secundaire formuleringen. Deze worden dan tot één geheel geordend of tot een bouwwerk van lering samen gevoegd. Als dit nu door het openbaar leergezag is aanvaard als zijnde in overeenstemming met het algemeen bewustzijn, dan heten die formuleringen dogma's. Een en ander moet wél onderscheiden worden van de bespiegelingen der theologen. Hun overpeinzingen, hoewel verstoken van dogmatisch leven, zijn toch niet helemaal nutteloos. Ze kunnen dienen om godsdienst en wetenschap met elkaar in overeenstemming te brengen en tegenstellingen tussen beide weg te nemen. Ook kunnen zij van buiten af een licht werpen op de godsdienst en zijn in staat deze te verdedigen. Zij kunnen misschien ook wel dienstig zijn om de stof te verzamelen en gereed te maken voor een toekomstig dogma.

    De eredienst

    Over de eredienst zou niet veel te zeggen zijn, ware het niet dat ook de Sacramenten daaronder vallen. Over de Sacramenten verspreiden de modernisten zeer grote dwalingen. Zij beweren dat de eredienst voortkomt uit een dubbele drang of noodzaak. Volgens hun systeem komt immers alles voort uit innerlijke drang. Men voelt vooreerst de behoefte om de godsdienst zintuiglijk waarneembaar te maken; vervolgens ook om hem bekend te maken. Dit kan echter in het geheel niet plaats vinden zonder uiterlijk waarneembare vormen en Heiligmakende handelingen. Dit noemen we dan Sacramenten. Voor de modernisten zijn de Sacramenten louter symbolen of tekenen. Zij zijn echter niet helemaal verstoken van kracht. Om deze kracht aan te tonen gebruiken zij het voorbeeld van bepaalde uitdrukkingen, die, naar men zegt, wel eens succes hebben omdat in die uitdrukkingen de (suggestieve) kracht zit om sommige denkbeelden te propageren. Dit geschiedt vooral als de uitdrukkingen een zeker machtsvertoon inhouden en zo spreken tot de verbeelding. Zoals deze termen zich verhouden tot denkbeelden, zo zijn ook de Sacramenten geordend op het godsdienstig aanvoelen. Verder niets. Zij zouden het veel duidelijker kunnen zeggen door vol te houden dat de Sacramenten enkel en alleen zijn ingesteld om het geloof te voeden. Dit is echter veroordeeld door het Concilie van Trente : "Indien iemand zegt dat de Sacramenten alleen zijn ingesteld om het geloof te voeden, hij, zij in de ban" 

    De Heilige boeken en de inspiratie

    Wij hebben reeds iets gezegd over de natuur en de oorsprong van de Heilige Boeken. In de trant der modernisten zou men deze kunnen omschrijven als een verzameling van "ervaringen", die niet door iedereen worden opgedaan, maar van buitengewone en uitzonderlijke ervaringen, die in elke godsdienst hebben plaats gevonden. Zo denken de modernisten over onze boeken, zowel van het Oude- als van het Nieuwe Testament. In hun denkbeelden merken zij echter zeer geslepen op: Ofschoon de ervaring ligt in de tegenwoordige tijd kan ze haar stof toch ontlenen aan het verleden alsook aan de toekomst, in zover de gelovige het verleden door herinnering in het tegenwoordige beleeft en het toekomstige door vooruit te zien. Dit verklaart dan tevens hoe historische en apocalyptische boeken tot de H. Schrift kunnen behoren. Zo spreekt God dus in deze boeken door een gelovige, maar volgens de theologen van de modernisten alleen door "immanentie" en door "vitale permanentie".

    Nu vragen we: Wat is dan de inspiratie? Hun antwoord is: De inspiratie is geenszins onderscheiden van de drang naar het godsdienstige, tenzij wellicht door de hevigheid ervan, waardoor de gelovige aangezet wordt om zijn geloof in woord en geschrift kenbaar te maken. Iets dergelijks vindt men ook in de dichterlijke inspiratie. De dichter Ovidius heeft daarvan gezegd: "Er is een god in ons; als deze werkzaam is raken wij in gloed". Op deze wijze noemt men God het begin der inspiratie van de Heilige Boeken.

    Overigens, zo voegen de modernisten daaraan toe, staat er niets in de H. Schrift wat niet onder de inspiratie valt. Daar zij dit bevestigen zou men hen rechtzinniger kunnen achten dan hedendaagse andere auteurs die de inspiratie willen beperken omdat zij bv. niet uitgesproken citaten invoeren. Maar wat de modernisten feitelijk zeggen zijn alleen loze woorden en veinzerij. Want als wij de Bijbel beoordelen naar agnostische maatstaven als een alleen door mensen en voor mensen geschreven werk, al heeft ook de theoloog het recht de Schrift door "immanentie" goddelijk te noemen, hoe kan de inspiratie dan nog beperkt worden? De modernisten nemen dus een algemene inspiratie van de Bijbel aan, maar zij doen dat niet in Katholieke zin.

    De Kerk

    Oorsprong en wezen van de Kerk en van het Kerkelijk leergezag: De modernisten geven ons meer stof ter overweging in wat zij fantaseren over de Kerk. Zij stellen dat de Kerk uit een tweevoudige behoefte is ontstaan.

    1 De ene is te zoeken bij alle gelovigen en dan vooral bij hem die een oorspronkelijke en bijzondere ervaring heeft opgedaan. Het is een drang om zijn geloof aan anderen mede te delen.

    2 De tweede behoefte ontstaat als meerderen eenzelfde gemeenschappelijk geloof hebben en samen ertoe overgaan een gemeenschap te vormen en daarin het algemeen geloofsgoed verdedigen, het uitbreiden en verder willen propageren.

    Wat is dan de Kerk? Zij is de vrucht van het collectief bewustzijn of van het bij elkaar voegen van het bewustzijn van ieder afzonderlijk. Dit alles heeft nu weer plaats krachtens de "vitale permanentie", welke afhankelijk is van een eerste gelovige. Voor een Katholiek is dat Christus.

    Nu heeft elke gemeenschap een leidend gezag nodig dat tot taak heeft allen te leiden naar een gemeenschappelijk doel en met wijs beleid de samengebrachte elementen te beschutten. In een godsdienstige gemeenschap bestaan deze in de leer en in de eredienst. Daar vandaan vinden wij in de Katholieke Kerk: een wetgevend gezag, een leerstellig gezag en een gezag voor de eredienst.

    De natuur van dit gezag is te zoeken in zijn oorsprong en uit dit karakter van het gezag komen dan de rechten en plichten te voorschijn. In het verleden dacht men algemeen ten onrechte dat het gezag van buitenaf aan de Kerk gegeven was: God schonk dit gezag onmiddellijk. Daarom werd de Kerk dan ook "autocratisch" genoemd. In onze tijd wordt dat niet meer aanvaard. Precies zoals de Kerk, naar hun zeggen, voortgekomen is uit een collectief bewustzijn, zo vloeit ook het gezag voort uit de collectieve gemeenschap die de Kerk is. Het gezag heeft derhalve, evenals de Kerk, zijn oorsprong in het godsdienstig bewustzijn en is dus daaraan ook ondergeschikt. (Noot: dat Christus Zijn Kerk gebouwd heeft op Petrus, de allereerste Paus, klinkt voor modernisten als gevloek.)

    Wanneer het gezag deze afhankelijkheid miskent, dan wordt het tirannie. Wij leven nu in een tijd waarin de zucht naar vrijheid tot een hoogtepunt is uitgegroeid. In de burgerlijke maatschappij heeft het algemeen bewustzijn een democratisch bestel in het leven geroepen. Maar leven en bewustzijn vormen in de mens een eenheid. Wil men dus in dit bewustzijn geen innerlijke onrust oproepen en aanwakkeren, dan is het voor het Kerkelijk gezag noodzakelijk om democratische vormen aan te nemen. Dit vooral omdat bij gebreke daarvan de gevolgen rampzalig zijn. Het zou toch onzinnig zijn om bij deze algemeen heersende zin voor vrijheid te menen dat men de tijd weer terug zou kunnen draaien. Als men deze zin voor vrijheid aan banden zou willen leggen en opsluiten zou hij met te meer kracht een weg naar buiten banen en Kerk en godsdienst wegvagen. Aldus redeneren de modernisten. Daarom zoeken zij uit alle kracht naar mogelijkheden om het gezag van de Kerk met de vrijheidszin van de gelovigen te verzoenen. (Noot: zolang de mens niet beseft dat alleen in God de ware vrijheid ligt, en niet door zijn eigen opinie over vrijheid, zal hij blijven dwalen in slavernij van de duivel.)

    De betrekkingen tussen Kerk en staat: De Kerk heeft niet alleen binnen haar muren huisgenoten waarmee zij gemeenschappelijk moet leven in vriendschap. Buiten de Kerk zijn ook nog mensen. Niet de Kerk alleen bewoont de wereld: er zijn ook medebewoners in de vorm van andere gemeenschappen waarmee omgang en betrekkingen noodzakelijk zijn. Wij moeten dus vaststellen welke de rechten en plichten zijn van de Kerk ten overstaan van de staten. Wij moeten daarbij uitgaan van het wezen der Kerk. Een ander uitgangspunt is er niet. Zo denken tenminste de modernisten. (Noot: de modernisten zien alleen een scheiding tussen Kerk en staat zitten. En een suprematie van de staat over de Kerk, waarbij Gods eeuwige Geboden het zwijgen moet worden opgelegd.)

    Zij maken hier weer duidelijk gebruik van de regels die voor de wetenschap en het geloof worden gehanteerd. Daar ging het over het voorwerp van beide; hier echter over de doelstellingen. Zoals we omwille van het voorwerp geloof en wetenschap als losstaande van elkaar gezien hebben: zo staan ook Kerk en staat los van elkaar wegens de doelstellingen die zij nastreven. De staat streeft naar een tijdelijk, de Kerk naar een geestelijk doel. Vroeger was het tijdelijke ondergeschikt aan het geestelijke (Noot: en eeuwige). Bij gemengde vraagstukken trad de Kerk op als meesteres en koningin omdat werd aangenomen dat zij rechtstreeks door God was ingesteld, de bewerker van de bovennatuurlijke orde. In onze tijd wordt dat echter door wijsgeren en historici afgewezen. Kerk en staat moeten dus van elkaar gescheiden worden, zoals de Katholiek van de staatsburger. Daarom heeft ieder Katholiek, omdat hij ook staatsburger is, het recht en de plicht om het welzijn van de staat te bevorderen, eventueel met afwijzing van het Kerkelijk gezag, van de wensen van dit gezag, van raadgevingen en voorschriften, zelfs met minachting van berispingen. Onder welk voorwendsel dan ook aan een staatsburger een gedragslijn te willen voorschrijven is Kerkelijk machtsmisbruik, waartegen men zo sterk mogelijk dient op te treden.

    Dit alles vloeit uit dezelfde opvattingen voort, welke onze voorganger, Pius VI, in de Apostolische Constitutie "Auctorem fidei - Errores Synodi Pisoriensis " plechtig veroordeeld heeft. 

    Het kerkelijk bestuursgezag: Voor de modernistische richting is het echter niet genoeg Kerk en staat van elkaar te scheiden. Zoals het geloof, volgens hen, wat de verschijnselen aangaat onderworpen moet zijn aan de natuurwetenschap, zo moet ook in goddelijke aangelegenheden de Kerk onderworpen zijn aan de staat. Het is mogelijk dat dit nog niet zo sterk door hen openlijk beweerd wordt, maar krachtens hun redeneringen moeten zij het wel aannemen. Neemt men aan dat alleen de staat in tijdelijke zaken te beslissen heeft, dan moet bv. de toediening en het ontvangen van de Sacramenten onder de competentie van de staat vallen als de gelovige niet tevreden is met alleen innerlijke godsdienstige akten en deze daarom ook met uiterlijke daden wil tonen. Dit moet dan noodzakelijk tot de staatsbevoegdheid behoren. (Noot: in de coronacrisis was het de staat die ging beslissen wat er met de uitreiking van de H. Communie ging gebeuren en hoe het ging gebeuren. Priesters moesten met handschoenen de Hosties consacreren.) En waar blijft dan het Kerkelijk gezag? Daar dit gezag niet verder gaat dan uiterlijke daden is het in zijn gehele omvang onderworpen aan de staat. Door deze conclusie gedwongen, hebben veel vrijzinnig protestanten elke uiterlijke eredienst, zelfs elke uiterlijke kerkelijke groepering afgewezen. Zij trachten een individuele godsdienst in te voeren.

    Als de modernisten niet openlijk zover gaan vragen zij toch dat de Kerk uit eigen beweging toegeeft aan wat zij verlangen en zich aanpast aan de civiele vormen. Dit is hun opvatting van het disciplinaire- of bestuursgezag.

    Het kerkelijk leergezag: Wat zij houden over het leer- en dogmatisch gezag is nog veel erger en verderfelijker. Het leergezag verklaren zij als volgt: Een godsdienstige gemeenschap kan nooit tot eenheid worden als daar niet het gemeenschappelijk bewustzijn is en niet dezelfde formulering gebruikt wordt. Deze dubbele eenheid vraagt echter een eenheid van denken. Deze moet de formulering vinden en vaststellen welke het beste met de opvattingen van allen overeenstemt. Dit verstandelijk inzicht moet ook voldoende gezag hebben om de eenmaal aangenomen formule op te leggen aan de gemeenschap. Het Kerkelijk leergezag is naar modernistische opvatting nu niets anders als de verbinding en de samensmelting van deze twee elementen: 1. het verstand dat de formule opstelt en 2. de macht om deze dwingend te doen aanvaarden.

    Omdat het leergezag primair dus voortkomt uit het individuele bewustzijn en de openbare taak ten voordele van het bewustzijn van ieder afzonderlijk vervult, moet daaruit wel volgen dat het leergezag afhankelijk is van het individuele bewustzijn en zich dus ook naar democratische vormen te voegen heeft. Als het leergezag nu aan het individuele bewustzijn verbiedt om van eigen drang openlijk te getuigen en aan de kritiek belet het dogma tot noodzakelijke evoluering te brengen, dan doet het leergezag verkeerd en maakt een tiranniek gebruik van zijn macht, die het ontvangen had voor het algemeen belang.

    Bij het gebruik van die macht moet ook grote gematigdheid in acht worden genomen. Het grenst aan dwingelandij het geschrift van een auteur buiten diens weten zonder verklaring of bespreking met hem toe te laten, te veroordelen en te verbieden (volgens modernisten). Hier moet men (volgens hen) dus zoeken naar een middenweg om de rechten van het gezag en ook de vrijheid te waarborgen. Een Katholiek moet intussen zo handelen dat hij in het openbaar het gezag eerbiedigt zonder echter zijn eigen zienswijze te moeten prijsgeven.

    In het algemeen schrijven zij aan de Kerk voor: Aangezien het doel van het Kerkelijk gezag uitsluitend geestelijk is, moet het alle uiterlijk vertoon van praal en pronk afleggen, waardoor het zijn zelfverheerlijking dient. Zij vergeten hier echter dat de religie, al heeft deze allereerst betrekking op het heil der zielen, toch niet heel en al in de ziel besloten blijft en dat de eer welke aan het Kerkelijk gezag bewezen wordt, uiteindelijk alleen toekomt en bewezen wordt aan Christus, die dit gezag heeft ingesteld. (Noot: Het feit dat Christus Koning is, is voor modernisten een gruwel.)

    3. De ontwikkeling

    Het beginsel en zijn toepassingen

    Om dit onderwerp over het geloof en wat daaruit voortvloeit te besluiten, moeten Wij, nog nagaan welke verklaring de modernisten hieromtrent brengen. Hun algemeen beginsel in deze is: In een levende godsdienst is niets onveranderlijk en deze moet daarom veranderlijk zijn. Als men hiervan uitgaat komt men tot wat men wel het hoofdpunt van heel hun stelsel kan beschouwen: "De evolutie". Dogma, Kerk, eredienst, Heilige boeken, ja ook het geloof, dat alles is onderworpen aan de wet der evolutie, tenzij men aanneemt dat alles in een staat van ontbinding verkeert. Dat kan niet verwonderlijk schijnen als men voor ogen houdt wat modernisten over al deze dingen beweren.

    Aangenomen dat de wet der evolutie juist is, dan geven de modernisten het verloop van deze evolutie als volgt weer; vooreerst wat het geloof betreft. Volgens hun leer was het geloof aanvankelijk grof van vorm. Het was gemeenschappelijk aan alle mensen daar deze geloofsvorm ontsproot aan de menselijke natuur en aan het leven zelf. (Noot: zie het artikel hieronder over de gave van geloof) Met de levensontwikkeling kwam de vooruitgang. Dit gebeurde niet door bijvoegsels die van buiten gekomen zouden zijn, maar doordat het godsdienstig aanvoelen sterker naar voren kwam in het bewustzijn. Deze evolutie voltrok zich op tweevoudige wijze: Negatief, door uitsluiting van alle vreemde elementen, zoals verwantschap en stamgebruiken. Verder positief: De grotere verstandelijke ontwikkeling en cultuur gaven aan het godsbegrip een bredere inhoud en brachten meer licht in het godsdienstig aanvoelen dat hierdoor meer verfijnd werd.

    De gave van geloof

    Eén van de geestelijke gaven die we gisteren tegenkwamen in 1 Korintiërs 12 is de gave van geloof. Deze onderscheidt zich van de andere vormen van geloof (geloof als vrucht en geloof waar je uit leeft) doordat het een soevereine, bovennatuurlijke manifestatie is van de Heilige Geest die door de gelovige heen werkt. De twee sleutelwoorden zijn soeverein en bovennatuurlijk.

    In Matteüs 21 en in Marcus 11 lezen we hoe Jezus met Zijn discipelen bij een vijgenboom komt die langs de weg staat. Jezus zocht naar vruchten. Toen Hij zag dat de boom alleen maar bladeren had en geen vruchten, sprak Hij een vloek over de boom uit en zei: Laat niemand meer vrucht van u eten in eeuwigheid! (Mar. 11:14). De volgende dag, toen ze langs dezelfde boom kwamen, waren de dis­cipelen verbaasd toen ze zagen dat de boom binnen 24 uur vanaf de wortels verdord was. Rabbi, kijk, was het commentaar van Petrus, de vijgenboom, die U vervloekt hebt, is verdord (Mar. 11:21).

    Jezus antwoordde: Heb geloof in God (Mar. 11:22). Dat is althans de gebruikelijke Nederlandse vertaling. Maar wat Jezus letterlijk zei, was: ,,Heb Gods geloof'' of ,,Heb het geloof van God.'' Deze opmerking brengt het speciale soort geloof naar voren waar we hier in Korintiërs 12 over spreken, namelijk geloof als een gave. Geloof heeft zijn oorsprong niet in de mens, maar in God. Het is een aspect van Gods eigen eeuwige natuur. Door de gave van geloof legt de Heilige Geest een deel van Gods eigen geloof op een directe en bovennatuurlijke wijze in de gelovige. Dit is geloof op een Goddelijk niveau, net zo hoog verheven boven gewoon menselijk geloof, als de hemel verheven is boven de aarde. Door te zeggen: ‘Heb Gods geloof’, wekte Jezus Zijn discipelen op om dit soort geloof te ontvangen en uit te oefenen, precies zoals Hij dit Zelf had gedaan. Hij vertelde hun verder dat ze met dit soort geloof niet alleen zouden kunnen doen wat ze Hem met de vijgenboom hadden zien doen, maar door het spreken van een woord zouden ze een berg kunnen verplaatsen: Voorwaar, Ik zeg u: als u geloof had en niet twijfelde, zou u niet alleen doen wat er met de vijgenboom is gedaan, maar zelfs als u tegen deze berg zou zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, dan zou het gebeuren (Matt. 21:21).

    Overigens sprak Jezus hier in Matteüs 21:21 niet alleen tegen de daar aanwezige discipelen, want als we hetzelfde verhaal opslaan in het evangelie van Marcus, hoofdstuk 11:23, dan lezen we:

    Want, voorwaar, Ik zeg u: wie tegen deze berg zou zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven dat wat hij zegt, gebeuren zal, het zal hem gebeuren wat hij zegt.

    Met het woord 'wie' geeft Hij aan dat deze belofte geldt voor alle gelovigen. Jezus stelt aan het bereik van deze genadegave van geloof geen grenzen. De uitdrukkingen die Hij gebruikt omvatten alles en iedereen: er is geen beperking ten aanzien van de persoon die spreekt, noch aan de woorden die gesproken worden en de dingen die daardoor zullen gebeuren. Het enige waar het op aankomt, is de aard van het geloof. Het moet Gods eigen geloof zijn. (derekprince.nl)

    Met de evolutie van het geloof ging het niet anders als met de hierboven beschreven oorsprong van het geloof. Hierbij doet zich echter ook de invloed gelden van buitengewone mensen, die wij profeten noemen en waarvan Christus de grootste was. Hun leven had iets geheimzinnigs en het geloof schreef dit toe aan goddelijke inwerking. Vervolgens deed men tot dusver onbekende ervaringen op die aangepast waren aan de eigentijdse behoeften.

    De evolutie van het dogma moet men toeschrijven aan door het geloof te overwinnen tegenstand: vijanden moesten worden verslagen; tegenspraak moest worden weerlegd. Hieraan is nog toe te voegen een onaflaatbaar streven om steeds dieper door te dringen in de mysteries van het geloof. Andere voorbeelden achterwege latend beperken we ons tot één feit: Christus. Het bepaald goddelijke dat het geloof in Hem zag groeide geleidelijk meer en meer aan totdat Hij uiteindelijk voor God zelf werd gehouden.

    De evolutie van de eredienst is vooral het gevolg van de noodzaak zich aan te passen aan de gewoonten en overleveringen der volkeren. Ook deed zich hier de behoefte gelden om voordeel te halen uit de waarde welke bepaalde daden krijgen als zij tot gewoonte geworden zijn.

    Voor de evolutie der Kerk moet men de oorzaak uiteindelijk zoeken in de noodzaak zich aan te passen aan historische omstandigheden en de gegeven vormen van het burgerlijk bestuur. Zo spreken zij over bepaalde punten.

    Vooraleer verder te gaan moeten Wij met nadruk wijzen op hun zogenaamde leer der "noodwendigheden of behoeften". Bij alles wat Wij besproken hebben is deze leer als de grondslag en basis en zo ook van de merkwaardige methode, die door hen de geschiedkundige methode genoemd wordt.


    29-07-2022 om 21:13 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Encycliek tegen het modernisme van Paus Pius X (1)

    PASCENDI DOMINICI GREGIS

    Inleiding

    De taak van de Paus: Met de aan Ons toevertrouwde opdracht de kudde des Heren te weiden bedoelde Christus op de allereerste plaats, dat Wij het aan de Heiligen overgeleverde geloofsgoed met de grootste waakzaamheid zouden bewaren met verwerping van profane nieuwigheden en tegenspraak, die zich onder de valse naam van wetenschap aandienen. Deze waakzaamheid van de Paus is zeker ten allen tijde voor de Katholieke gelovigen noodzakelijk geweest: steeds werden op aansteken van de vijand van het menselijk geslacht mensen gevonden "die verkeerde dingen leren" (Hand. 20:30), "holle praters en verleiders"(Titus 1:10), "anderen misleidend blijven ze zelf in dwaling" (2 Tim. 3:13). Wij moeten echter vaststellen dat het aantal vijanden van het Kruis van Christus in onze dagen aanzienlijk is toegenomen. Zij trachten met heel nieuwe en vol sluwheid bedachte middelen de levende kracht der Kerk uit te schakelen en indien zij konden zouden zij heel het Rijk van Christus totaal vernietigen. Wij mogen niet langer zwijgen, willen Wij niet de schijn wekken dat Wij in onze Heiligste opdracht tekort schieten en de welwillendheid die Wij tot nu toe in de hoop op inkeer betracht hebben als nalatigheid wordt aangerekend.

    Noodzakelijkheid van onmiddellijk en streng optreden: Dat Wij niet langer mogen dralen is allereerst vereist door het feit dat de kwaadstichters niet zozeer te zoeken zijn onder de openlijke vijanden, maar schuilen binnen de eigen boezem, in de Kerk zelf. Zo zijn zij des te verderfelijker naar mate zij minder opvallen. Wij spreken hier over velen onder de Katholieke leken en  over een aantal priesters, die onder voorwendsel van liefde voor de Kerk, zonder een degelijke kennis van filosofie en theologie, maar van vergiftigde leerstellingen doortrokken, geïndoctrineerd werden door leraren die de Kerk haten, zich schaamteloos aandienen als vernieuwers van deze Kerk. In vermetelheid tot één groep aaneengesloten tasten zij de Heiligste zaken aan in het werk van Christus. Zij laten zelfs de Persoon van de Goddelijke Verlosser niet ongemoeid en in vermetele Heiligschennis maken zij Hem tot een gewoon mens zonder meer.

    Dat Wij zulke lieden als vijanden van de Kerk beschouwen kan niemand verwonderlijk vinden, indien men kennis neemt van hun wijze van spreken en van hun leerstellingen. Men late hun bedoeling, waarover het oordeel alleen aan God toekomt, buiten beschouwing. Het is echter niet naast de waarheid als iemand hen tot de verderfelijkste vijanden van de Kerk rekent, want zij handelen niet van buitenaf, maar binnen de Kerk zelf beramen zij haar vernietiging. Het onheil is daarom des te erger naarmate zij een intiemer begrip van de Kerk hebben. Zij hanteren niet de bijl tegen de takken en twijgen, maar tasten de wortel van het geloof aan en de diepste wortelvezels. Als de wortel van onsterfelijkheid is doorgehakt laten zij de kiemen van verderf in heel de boom zó doordringen, dat geen enkel deel van de Katholieke leer nog onaangetast blijft. Zij laten geen enkele waarheid intact. Daarvoor gebruiken zij duizenden streken; niets is voor hen te sluw of te kwaadaardig.

    Zij voegen rationalisme en Katholicisme samen en dat op zo’n geslepen manier, dat zij zelfs iedereen als hij niet op zijn hoede is in de dwaling meeslepen. Zij schrikken voor geen enkele gevolgtrekking terug en verkondigen deze botweg met de grootste zelfverzekerdheid. Om de geesten nog des te beter te kunnen misleiden komt daar bovendien bij dat zij zeer actief optreden, vol belangstelling voor alle vormen van wetenschap en bij hun streven naar roem meestal een strenge levenswijze betrachten. Zij hebben door hun wetenschap een gesteltenis aangekweekt waarin zij alle gezag verachten, geen enkele beperking aanvaarden en steunend op een bepaald soort vals geweten schrijven zij aan hun liefde voor de waarheid toe, wat in feite alleen toegeschreven kan worden aan hoogmoed en halsstarrigheid.

    Wij hebben nog hoop gehad dit soort mensen tot inkeer te brengen; allereerst door met zachtheid te handelen als met kinderen; daarna met strengheid; tenslotte, ofschoon met tegenzin, door hen openlijk te berispen. Gij weet echter hoe Wij dit tevergeefs hebben gedaan. Soms hebben zij voor een korte tijd het hoofd gebogen, maar zij staken het spoedig weer trotser omhoog. Als het nu nog ging om een enkele zaak, hadden Wij kunnen doen alsof Wij niets zagen. Maar de veiligheid van het Katholicisme is hier aan de orde. Daarom moet het stilzwijgen, dat bij voortduring misdadig zou zijn, noodzakelijk worden verbroken om deze kwaadaardige lieden in hun ware gedaante aan heel de Kerk te tonen.

    Indeling van de Encycliek
    Daar het nu tot de zeer geslepen tactiek van de modernisten behoort om hun stellingen niet op de gebruikelijke manier voor te dragen in een ordelijk geheel, maar los van elkaar alsof ze met elkaar niets hadden uit te staan, alsof ze nog naar vastere formuleringen zochten, terwijl ze in tegendeel, vaststaan en onwrikbaar, is het van belang dat Wij hier vooreerst die leerstellingen samenvatten; dat wij vervolgens wijzen op hun onderling verband en tenslotte de middelen voorschrijven om deze afschuwelijke dwaling te overwinnen.

    1e hoofdstuk:  Uiteenzetting van het modernistisch stelsel

    Onderverdeling van het 1e deel
    Om echter in deze ingewikkelde zaak orde te scheppen moeten Wij voor alles vaststellen dat ieder modernist als 't ware meervoudig is en meerdere personen in één vertegenwoordigt: Hij treedt op als filosoof, gelovige, theoloog, historicus, criticus, geloofsverdediger, hervormer. Het is noodzakelijk deze apart te onderscheiden wil men hun systeem goed leren kennen en de veronderstellingen en gevolgtrekkingen van hen doorzien.

    De godsdienstwijsbegeerte van de modernisten

    1. Het agnosticisme: Het fundament van de godsdienst-wijsbegeerte leggen de modernisten in het zo genaamde "Agnosticisme". Krachtens deze leer is het menselijk verstand helemaal begrensd door verschijnselen, d.w.z. door klaarblijkelijke dingen en alleen in de gedaante waarin ze zich aan het verstand voordoen. De rede heeft noch het recht noch het vermogen om de grenzen daarvan te overschrijden. Daarom kan het verstand niet opstijgen tot God en Zijn bestaan niet aantonen en door het waargenomene gekend worden. Hieruit leidt men af dat God nooit als zodanig voorwerp van wetenschap kan zijn; geschiedkundig gezien kan God geen historische persoon zijn, geen onderwerp van geschiedenis.

    Noot: Het agnosticisme is de filosofische bedenking dat kennis van (een) hogere macht(en) niet zeker kan zijn, omdat deze niet (met de wetenschappelijke methode) te bewijzen is. Een atheïst ontkent het bestaan van een godheid.

    Na deze vooropstelling kan iedereen gemakkelijk zien wat er nog overblijft van de natuurlijke Godsleer, van de geloofsmotieven, van de uiterlijke Openbaring. Dit alles wordt door de modernisten geheel en al ter zijde geschoven en overgelaten aan het intellectualisme: een, naar men zegt, belachelijk stelsel, een systeem dat al lang dood is. Zij worden in het geheel niet weerhouden door het feit dat de enormiteiten van deze dwalingen zo scherp mogelijk door de Kerk veroordeeld zijn. Het Vaticaans Concilie deed dit met de uitspraak: "Indien iemand zegt, dat de ene en ware God, onze Schepper en Heer, uit het geschapene met het natuurlijk licht van het menselijk verstand niet met zekerheid gekend kan worden, hij zij in de ban".  Eveneens: "Indien iemand zegt dat het niet mogelijk is of van geen nut, dat de mens door goddelijke openbaring over God en de Hem te brengen eredienst wordt onderricht, hij zij in de ban".  En ten slotte: "Als iemand zegt dat de goddelijke openbaring door uiterlijke tekenen niet geloofwaardig kan worden gemaakt, en dat derhalve alleen door een individuele ervaring of persoonlijke inspiratie de mensen tot het geloof bewogen moeten worden, hij zij in de ban". 

    Op grond van welke reden de modernisten van uit het agnosticisme, dat alleen bestaat uit het "niet weten" overgaan tot een wetenschappelijk en historisch atheïsme, dat alleen berust op ontkenning - hoe men derhalve, juist redenerend, uit "niet-weten" of God in de geschiedenis der mensheid al of niet heeft ingegrepen - niettemin diezelfde geschiedenis wil verklaren met algehele uitschakeling van God, alsof Hij in feite niet heeft ingegrepen, moet ieder die het kan maar zien te begrijpen. Toch staat het voor hen onomstotelijk vast dat de wetenschap, zoals ook de geschiedenis, Godloos moet zijn. Binnen hun grenzen kan er alleen maar plaats zijn voor "verschijnselen"; God en al wat goddelijk is zijn er totaal uit verbannen. Wij zullen zien wat men in deze uiterst onzinnige leer moet denken van de Allerheiligste Persoon van Christus, van de geheimen van Zijn leven en dood, van Zijn Verrijzenis en Hemelvaart.

    2. De vitale immanentie: In de leer der modernisten moet dit agnosticisme uitsluitend als een negatief deel gezien worden. Het positief deel bestaat naar hun zeggen in een "vitale immanentie". Om van het negatieve tot het positieve deel te komen gaan zij als volgt te werk.
    De godsdienst, hetzij natuurlijk of bovennatuurlijk, of welk feit dan ook, moet één of andere verklaring toelaten. Men zoekt echter tevergeefs naar een verklaring buiten de mens, omdat ze met het opzij schuiven van de natuurlijke theologie de toegang tot de Openbaring hebben gesloten vanwege het verwerpen van de geloofwaardigheidargumenten en ze ook elke uiterlijke openbaring afwijzen. Een verklaring moet dus in de mens zelf gezocht worden. En aangezien de godsdienst een zekere vorm van leven is, dient men deze uitsluitend te zoeken in het leven van de mens zelf. Met dit beginsel heeft men het beginsel van de "godsdienstige immanentie".

    Noot: Immanent (letterlijk: 'er in blijvend') en transcendent (letterlijk: 'er boven verheven') zijn twee begrippen uit de godsdienstfilosofie die worden gehanteerd om het godsbegrip binnen een bepaald geloof of levensbeschouwing te beschrijven.

    3. Het aanvoelen, oorsprong van de godsdienst: De eerste drijfveer van elk levensverschijnsel en ook van godsdienst, dient men te zoeken in een zekere behoefte of drang. Het eerste beginsel is te vinden in een zekere beweging van het hart, dat "aanvoelen" (sensus) wordt genoemd. Omdat God het voorwerp is van godsdienst moeten wij dus wel aannemen, dat het geloof, de aanvang en het fundament van elke godsdienst, gezocht moet worden in een bepaald innerlijk "aanvoelen" dat ontstaat uit een behoefte aan het goddelijke. Deze "behoefte" aan het goddelijke kan evenwel niet behoren tot het gebied van het bewustzijn. Die behoefte wordt immers uitsluitend ervaren in bepaalde, passende en samengestelde gevallen. Aanvankelijk ligt deze behoefte verborgen in het onderbewustzijn. Daar ligt ook de wortel ervan verborgen en blijft onopgemerkt.

    Nu kan men vragen: hoe wordt deze behoefte aan het goddelijke dat de mens in zich ervaart uiteindelijk tot Godsdienst? Hierop geven de modernisten het volgend antwoord: De wetenschap en de geschiedenis hebben een tweevoudige beperking: De ene grens ligt buiten de mens. Zij wordt gevormd door de waarneembare wereld; de andere grens is innerlijk: het bewustzijn. Als deze grenzen eenmaal bereikt zijn kan men niet meer verder. Men staat dan voor het "onkenbare". Geconfronteerd met dit "onkenbare", of dit nu buiten de mens ligt en uitgaat boven de waarneembare natuur, ofwel verborgen ligt in zijn onderbewustzijn, dáár is het waar men aan het punt komt waar de behoefte aan Godsdienst naar boven komt. Dit gebeurt zonder een voorafgaand verstandelijk oordeel, zoals het "fideïsme" leert. Dit "aanvoelen" omvat in zich zowel de goddelijke realiteit als voorwerp, alsook de diepste en innerlijke oorzaak van de mens. Dit nu bewerkt in zekere zin een band tussen de mens en God. Hier hebben we dit "aanvoelen" dat door de modernisten "geloof" wordt genoemd. Voor hen is dit het beginsel van godsdienst.

    Noot: Fideïsme is in de Christelijke theologie  de naam voor een aantal opvattingen die, op verschillende gronden, beweren dat de rede niet relevant is voor het geloof. Volgens sommige versies van fideïsme is de rede een antithese van geloof. Volgens anderen, heeft het geloof meer gezag dan de rede, en omdat rede dus ondergeschikt is aan geloof kan het geloof niet bewezen of ontkracht worden door de rede. Het woord is afgeleid van het Latijnse fides (= geloof) en kenschetst de houding van de gelovige die zegt: "Ik geloof nu eenmaal, God heeft mij dit geschenk gegeven. Ik aanvaard het, belijd en beleef het en denk er verder niet over na." Fideïsten verdedigen hun geloof niet volgens de lijn van de apologetiek.

    Een veelvoorkomend fideïstisch leerstuk is dat redelijke of wetenschappelijke bewijzen voor het bestaan van God niet ter zake zijn en ondeugdelijk, deze godsbewijzen hebben geen enkele reden van bestaan in de fideïstische theologie.

    De redenering is vaak als volgt: de christelijke theologie leert dat de mens door het geloof in God wordt gered (dat wil zeggen door te vertrouwen op het empirisch onbewijsbare). Maar als het bestaan van God bewezen kan worden, dan wordt het geloof overbodig. Dus, als de Christelijke, fideïstische theologie juist is, kan er geen direct bewijs voor het bestaan van God zijn.

    4. De Openbaring: Maar aldus filosoferend, of beter gezegd raaskallend, zijn zij nog niet aan het einde. Want onder dit "aanvoelen" verstaan de modernisten niet alleen het "geloof", maar houden ze bovendien vast dat daarin ook de "openbaring" ligt besloten. Noemen we het godsdienstig "aanvoelen", dat in het bewustzijn naar boven komt niet in bepaalde zin "openbaring" of tenminste het begin daarvan? Zou men dit opkomend godsdienstig "aanvoelen" - al is het vaag - zelf niet als een openbaring van God aan de mensen kunnen beschouwen? Volgens de modernisten is deze openbaring omtrent God ook van God afkomstig, omdat God zowel de oorzaak als het voorwerp is van het geloof. De openbaring heeft God zowel als de zich openbarende als de geopenbaarde tot inhoud. Vandaar het absurde van de stelling der modernisten, dat elke godsdienst van verschillend standpunt bezien zowel natuurlijk als bovennatuurlijk genoemd moet worden. Daar vandaan de verwisselbare betekenis van bewustzijn en openbaring. Beide woorden zijn synoniem en kunnen dus hetzelfde betekenen. Vandaar ook dat het "godsdienstig-bewustzijn" als algemene wet gegeven heel en al samenvalt met de openbaring, waaraan alles moet worden ondergeschikt gemaakt, zowel het hoogste Kerkelijk gezag, het leergezag, als de regeling van de eredienst en de Kerkelijke tucht.

    5. Het geloof tegenover de verschijnselen: We mogen bij deze gedachtegang (van modernisten) met betrekking tot geloof en openbaring een belangrijk punt niet uit het oog verliezen: de historisch-kritische gevolgtrekkingen, die zij daaruit trekken. Het "onkenbare", waarover zij spreken, is in het geloof innig samenhangend met een verschijnsel, dat hoewel het behoort tot het gebied van wetenschap en geschiedenis, toch in bepaald opzicht buiten dit gebied valt. Dat verschijnsel kan van natuurlijke aard zijn. Het kan ook wel een bijzonder mens zijn, wiens buitengewone aanleg, daden en woorden niet te verenigen zijn met de gewone wetten der geschiedenis. Het geloof nu, opgeroepen door het "onkenbare" en verbonden met dat "verschijnsel" doordrenkt het in zekere mate met zijn eigen leven. Hieruit vloeien twee dingen voort: 1. Een zekere "gedaanteverandering" van het "verschijnsel", dat namelijk door een verheffing boven zijn ware aard geschikt wordt gemaakt om drager of subject te zijn van een goddelijke vorm. Deze wordt door het geloof aangebracht in het "verschijnsel". 2. Een bepaalde "vervorming" van hetzelfde verschijnsel op. Dat komt omdat het geloof aan het verschijnsel, ontdaan van plaatselijke en tijdelijke bijkomstigheden, daaraan iets toevoegt, wat er in wezen niet bijhoort. Dit heeft in het bijzonder plaats als het gaat over verschijnselen uit het verleden en dit te meer naarmate zij dieper in het verleden liggen. Dit tweevoudig gebeuren wordt door de modernisten uitgedrukt in twee nieuwe wetmatigheden.

    Met de eerste wet, welke het agnosticisme reeds bracht, vormen deze twee nieuwe wetten samen de grondslag van de historisch-kritische gevolgtrekking. Ter verduidelijking hier een voorbeeld, wij nemen daarvoor de Persoon van Christus. Wetenschap en geschiedenis, zeggen de modernisten, ontdekken in de Persoon van Christus niets anders dan een mens. Daarom moeten wij, overeenkomstig de eerste wet van het agnosticisme, uit geschiedkundig oogpunt alles uitschakelen wat op iets goddelijks zou wijzen. Maar volgens de tweede wet is de Persoon van Christus door het geloof van gedaante veranderd; men moet deze Persoon dus ontdoen van alles wat boven zijn historische werkelijkheid uitgaat. Door een derde wet is de Persoon van Christus enigszins vervormd door het geloof. Wij moeten derhalve van zijn Persoon alle woorden en daden losmaken; in één woord alles, wat niet overeenstemt met zijn aanleg, staat, opvoeding, omstandigheden van tijd en plaats. Dat is wel een heel vreemde vorm van redeneren, maar zo is nu eenmaal de modernistische "kritiek".

    6. De verschillende godsdiensten en het Christendom: Het "godsdienstig aanvoelen" dat door de "vitale immanentie" uit het onderbewustzijn te voorschijn komt is de kiem van elke godsdienst en tevens de reden van alles wat ooit in welke godsdienst dan ook geweest is of later zijn zal. Dit "aanvoelen" was aanvankelijk nog vrij vaag en vormeloos. Geleidelijk aan en beïnvloed door dat geheimzinnig beginsel waaruit het voortkwam, is het tot verdere ontwikkeling gekomen, samen met de vooruitgang van het menselijk leven, waarvan het een zeker vormgevend beginsel is.

    Hier hebben wij dus de oorsprong van elke godsdienst, of hij nu bovennatuurlijk is of niet. Alle godsdiensten zijn immers slechts pure ontplooiingen van een "godsdienstig aanvoelen" (godsdienstige ervaring). Nu moet niemand denken dat het Katholicisme daarop een uitzondering maakt. In tegendeel: daarmee is het precies zo gesteld als met de andere godsdiensten: deze godsdienst is immers opgekomen in het bewustzijn van Christus, een man met uitzonderlijke begaafdheid, zoals er nooit een geweest is noch ooit gevonden zal worden: en dat alles alleen door de ontplooiing van de "vitale immanentie". (Noot: dus de ontkenning van het Goddelijke)

    Velen die dit horen zullen verbaasd staan en met verbijstering kennis nemen van deze ongehoorde en schandelijke heiligschennis! En toch zijn dit niet alleen vermetele uitingen van ongelovigen; Katholieken, zelfs meerdere priesters, hebben dit openlijk verkondigd. En zij verbeelden zich nog dat zij met deze waanzin vernieuwers zijn van de Kerk. Het gaat hier niet meer om een oude dwaling, welke de bovennatuurlijke verheffing van de mens als een zeker hem toekomend recht beschouwde. Hier is men veel verder gegaan: zij beweren dat onze allerheiligste godsdienst in de mens Christus, zoals ook bij ons, spontaan en van nature is opgekomen. (Noot: dus geen openbaring van God uit aan de mens) Er bestaat zeker niets dat meer geschikt is om elke bovennatuurlijke orde weg te vagen. Daarom heeft het Vaticaans Concilie met het volste recht gesproken en vastgesteld: "Indien iemand beweert dat de mens door God niet verheven kan worden tot een kennis en volmaaktheid, welke zijn natuur te boven gaat en hij door gestadige vooruitgang en inspanning tot volledig bezit van alle waarheid en goedheid kan komen en moet komen: hij zij in de ban". 

    7. De rol van het verstand: Tot nu toe hebben Wij nog geen aandacht besteed aan het verstand. Ook dit heeft echter volgens modernisten, zijn aandeel in de geloofsdaad. Daarom hierover enige opmerkingen. In het reeds genoemde "aanvoelen" ("ervaring") zeggen zij - omdat het "aanvoelen" en geen kennis is - plaatst God zich weliswaar tegenover de mens, maar zo vaag en zozeer vermengd, dat Hij door het gelovig subject nauwelijks of niet wordt opgemerkt. Het is dus noodzakelijk dat dit zelfde aanvoelen door een of ander licht verhelderd wordt, waarin God dan duidelijker te voorschijn komt en beter onderscheiden wordt. Dit nu behoort tot het gebied van het verstand, welks taak het is te denken en te analyseren. Door het verstand vat de mens zijn levensverschijnselen eerst in begrippen samen. Daarna drukt hij deze begrippen in woorden uit. Vandaar de bekende uitspraak der modernisten: "De godsdienstige mens moet het geloof in zijn denken omzetten".

    De geest neigt zich behulpzaam naar dit "aanvoelen" en gaat daar te werk als een schilder die in een dof geworden schilderij de lijnen naspeurt en scherper naar voren haalt. Op ongeveer deze wijze legt een modernistisch geleerde deze zaak uit. Bij deze bezigheid gaat het verstand op tweevoudige wijze te werk. Eerst wordt, door een natuurlijke en spontane denkhandeling, een zaak op een eenvoudige en populaire wijze uitgedrukt. Daarna graaft het verstand dieper, of drukt het verstand zich nauwkeuriger uit door zijn denken te verfijnen en het overdachte in wel overwogen zinnen te formuleren. Dit dieper denken is wel afgeleid uit het eerste eenvoudige denken, maar het is nauwkeuriger en scherper. Als deze secundaire gedachten uiteindelijk door het hoogste leergezag der Kerk worden erkend, dan is een dogma tot stand gekomen.

    8. Oorsprong en wezen van het dogma: In de leer der modernisten is dit een hoofdpunt: de oorsprong en het wezen van het dogma zelf. De oorsprong van het dogma ligt volgens hen in die aanvankelijk eenvoudige uitdrukkingen, die in zekere zin noodzakelijk zijn voor het geloof. Want wil men kunnen spreken van een openbaring dan is een duidelijke kennis van God in het bewustzijn noodzakelijk. Een dogma zelf schijnen zij echter te zoeken in de secundaire, de uitgedachte formuleringen.

    Om het wezen van het dogma te vatten moet men allereerst nagaan welke betrekking bestaat tussen godsdienstige formuleringen en het godsdienstig "aanvoelen" door de ziel. Men zal dit gemakkelijk inzien als men overtuigd is dat het doel van die godsdienstige formules van deze soort niets anders is dan de gelovige het middel te verschaffen waarmee hij zich rekenschap geeft van zijn geloof. Wat hun betrekking tot het geloof aangaat zijn het geen volledige kenmerken van het geloofsvoorwerp. Zij worden meestal symbolen genoemd. Wat de gelovige betreft zijn ze (de dogma's) louter hulpmiddelen.

    Betreffende deze hulpmiddelen kan verstandelijk op geen enkele wijze worden aangetoond dat zij absolute waarheid bevatten. Als symbolen zijn het immers alleen maar afbeeldingen van de waarheid en moeten derhalve aangepast zijn aan het godsdienstig "aanvoelen" ("ervaren") in zover dit betrekking heeft op de mens. Als instrumenten zijn de dogma's voertuigen van de waarheid en moeten dus ook aangepast zijn aan de mens waar deze betrokken is bij het godsdienstig "aanvoelen".

    Het voorwerp echter van het godsdienstig "aanvoelen" heeft, het absolute bevattende, een onbeperkt aantal aspecten, waarvan nu eens dit, dan weer een ander op de voorgrond kan treden. Evenzo kan de gelovige mens telkens in andere omstandigheden geraken. Daarom moeten ook de formules, die wij dogma's noemen, aan deze wisselvalligheid onderworpen zijn en derhalve ook vatbaar zijn voor verandering. Zodoende ligt de weg open voor de innerlijke evolutie van het dogma.

    Dit is waarlijk een eindeloze opeenhoping van drogredenen, die elke godsdienst aantast en ten gronde richt!

    9. Veranderlijkheid van het dogma: Dat het dogma niet alleen een evolutie kan doormaken en veranderlijk is, doch dat zulks ook moet gebeuren, dit is een stelling die de modernisten uitdrukkelijk vasthouden. Het is het gevolg van hun leer. Tot hun voornaamste stellingen behoren wat zij afleiden uit het beginsel van de "vitale immanentie". De godsdienstige formules moeten, willen zij werkelijk godsdienstig zijn en niet alleen verstandelijke verzinsels ook werkelijk levend zijn en deelnemen aan het leven van het godsdienstig "aanvoelen". Men moet dit niet zo verstaan als zouden deze formules - vooral als ze zuiver imaginair zijn - speciaal voor het godsdienstig "aanvoelen" zijn uitgedacht. Hun oorsprong, aantal en kwaliteit doen weinig ter zake. Het moet echter zó zijn dat het "godsdienstig aanvoelen" deze formules, desnoods enigszins gewijzigd, in zijn "levenssfeer" betrekt. Anders gezegd: het is noodzakelijk dat de oorspronkelijke formulering door het hart wordt aanvaard en bevestigd. Onder leiding van het hart moet ook het werk verricht worden waardoor de secundaire of doordachte redeneringen tot stand komen. Vandaar dat deze formules, willen zij vitaal zijn, aan de gelovigen moeten zijn aangepast en dat ook moeten blijven. Als derhalve om een of andere reden deze aanpassing ophoudt, dan verliezen de formules hun aanvankelijke betekenis en moeten dus veranderd worden. (Noot: volgens modernisten zijn deze dogma’s onderhevig aan wat door ‘het hart van de mens’ wordt aanvaard)

    Daar nu de kracht en het lot van de dogmatische formules zo onstandvastig zijn, is het niet verwonderlijk dat zij voor de modernisten zozeer een voorwerp vormen van spot en minachting. Zij spreken daarentegen over niets anders en met meer lof dan over het "godsdienstig aanvoelen" en godsdienstig leven. Vandaar ook dat zij de Kerk de grofste verwijten maken alsof deze de verkeerde weg heeft ingeslagen, dat zij de godsdienstige en zedelijke kracht allerminst onderscheidt van de innerlijke betekenis der formuleringen en door koppig vast te houden aan zinledig geworden formules de oorzaak is dat de godsdienst zelf te gronde gaat.

    Het zijn "blinden" en ook "leiders van blinden" (Mt. 15:14) , die opgeblazen van hoogmoed in naam van de wetenschap zoveel dwaasheden uitkramen dat zij het eeuwig begrip der waarheid en de zuivere zin van godsdienstigheid vervalsen. Met hun zelfbedachte vinding, "waarmee zij met hun verzinsel en met een blinde begeerte naar nieuwigheden de waarheid niet zoeken waar deze te vinden is, verachten zij de Heilige en Apostolische tradities en komen met onzinnige, nietswaardige, onzekere, en niet door de Kerk aanvaarde leerstellingen aandragen. En deze verdwaasde lieden menen dan op de waarheid te steunen met hun stelsel en dat de waarheid door hen in stand wordt gehouden". 

    Het geloof van de modernist

    1. Religieuze ervaring: Tot zover de modernist als filosoof. Als iemand weten wil, nu Wij de gelovige modernist gaan beschouwen, hoe deze bij de modernisten onderscheiden is van de filosoof, moet hij het volgende niet uit het oog verliezen. Hoewel de filosoof de realiteit van het goddelijke als voorwerp aanvaardt, zoekt hij toch de werkelijkheid van het goddelijke uitsluitend in de ziel van de gelovige als object van zijn "aanvoelen" en "aanvaarden". Dit reikt dus niet verder dan het gebied der verschijnselen. Of dit goddelijke nu ook buiten de waarneming en aanvaarding bestaat, daarvan heeft hij als filosoof geen weet en daaraan gaat hij voorbij. Bij de modernist als gelovige is daarentegen de overtuiging aanwezig dat de realiteit van het goddelijke op zich bestaat en niet helemaal afhangt van de gelovige. Als men vraagt waarop de zekerheid van de gelovige uiteindelijk steunt, krijgt men ten antwoord: In de privé-ervaring van ieder mens afzonderlijk. Met dit antwoord wijken zij wel af van de opvatting der rationalisten, maar komen overeen met de zienswijzen van protestanten en met die van pseudo-mystici.  Zij stellen de zaak zo voor: In het godsdienstig aanvaarden moet men een zekere intuïtie van het hart zien. Hierdoor komt de mens in onmiddellijk contact met de goddelijke realiteit en put daaruit zo'n sterke overtuiging omtrent het bestaan van God en Gods werking in en buiten de mens, dat hij elke overtuiging welke van de kant der wetenschap zou kunnen komen heel ver achter zich laat. Zij nemen dus een echte ervaring aan en wel een zodanige dat zij elke verstandelijke ervaring overtreft. Als iemand dit afwijst - zoals de rationalisten doen - dan wordt als reden daarvoor opgegeven dat men zich niet wil schikken naar de zedelijke omstandigheden die voor het opdoen van de ervaring noodzakelijk zijn. Deze ervaring maakt iemand tot een waar gelovige zodra die ervaring is opgedaan. Hoever verwijderd staan wij hier van de Katholieke leer! Wij hebben reeds gezien dat deze verzinsels door het Vaticaans Concilie veroordeeld werden.

    Dit eenmaal vastgesteld, samen met de reeds gesignaleerde dwalingen, gaan Wij nu zeggen hoe door dit alles de weg naar het atheïsme open ligt. Het is evenwel goed nu reeds te bedenken dat uit deze ervaringsleer samen met die van het symbolisme volgt, dat elke godsdienst, ook het heidendom, waar moet zijn. Vindt men zulke ervaringen niet in elke godsdienst? Meerderen nemen dit aan. Met welk recht kunnen de modernisten de waarheid van een ervaring afwijzen, die een Islamiet beweert te hebben en hoe kunnen zij de echte ervaring alleen opeisen voor Katholieken? In feite geven de modernisten dit dan ook toe en zeggen heel duidelijk dat alle godsdiensten waar zijn. Het spreekt vanzelf dat zij vanuit hun standpunt niet anders kunnen denken. Welke godsdienst zouden zij immers vals kunnen noemen die toch volgens hun stelling uit hetzelfde beginsel stamt?

    Dat zou slechts mogelijk zijn als het "godsdienstig aanvoelen" vals zou blijken te zijn ofwel doordat de door het verstand geformuleerde uitspraak foutief zou zijn. Welnu: het "godsdienstig aanvoelen" is altijd een en hetzelfde, hoewel misschien hier en daar wat onvolmaakter. Opdat de door het verstand opgestelde formulering juist is, is het voldoende dat zij is aangepast aan het godsdienstig aanvoelen en ook aan de gelovige, wat er ook zij van diens verstandelijke aanleg en kunnen. Op zijn hoogst zouden modernisten bij de tegenstrijdigheden der religies kunnen zeggen, dat het Katholicisme, omdat het levenskrachtiger is, meer waarheid bevat. Zo ook dat het waardiger is de naam van Christelijk te dragen omdat het vollediger beantwoordt aan zijn oorsprong.

    Niemand zal betwisten dat deze conclusies getrokken kunnen worden uit de gegeven premissen. Het meest verbazingwekkende is echter dat er Katholieken en zelfs priesters gevonden worden die, deze ongerijmdheden wel afwijzen, doch er niettemin naar handelen en ze onderschrijven. Zij zijn immers zo vol lof voor de leraars van dergelijke dwalingen en bewijzen hun openlijk zoveel eer dat men gemakkelijk tot het inzicht moet komen dat het niet zozeer de bedoeling is om die mensen te eren, maar dat zij veeleer de dwalingen zelf aanhangen. Zij verkondigen deze openlijk en trachten ze met alle kracht te verspreiden.

    2. De religieuze ervaring en de overlevering: Er is bovendien in deze leer nog iets dat helemaal in strijd is met de Katholieke waarheid. Het ervaringsbeginsel wordt overgedragen op de traditie, die door de Kerk tot vandaag toe wordt vastgehouden en nu totaal vernietigd wordt. Want modernisten verstaan de traditie als een mededeling aan anderen van hun oorspronkelijke ervaring, opgedaan door de prediking met behulp van verstandelijke formules. Daarom, schrijven zij aan deze formuleringen, behalve de voorstellende kracht ook een suggestief vermogen toe en dit enerzijds om bij een zwak geworden gelovige het godsdienstig "aanvoelen" weer op te wekken en de vroegere ervaring te hernieuwen en anderzijds om ook bij iemand die nog niet gelooft het godsdienstig "aanvoelen" eerst op te wekken en daarna de "ervaring" te laten ondervinden. 

    Zo wordt de religieuze ervaring onder de volken wijd en breed verspreid, niet alleen onder de levenden door  prediking, maar ook voor het nageslacht bewaard, doorgegeven door boeken, geschriften en woorden van het ene geslacht aan het andere. Deze overdracht van ervaring schiet soms wortel en gaat dan groeien. Maar ze veroudert ook wel en sterft dan aanstonds af. Wanneer ze wortel schiet is dat voor de modernisten een argument voor de waarheid. Waarheid en leven zijn voor hen synoniem. Men is gerechtigd hier weer opnieuw uit af te leiden, dat alle bestaande godsdiensten waar zijn, anders zouden zij niet leven.

    3. Geloof en wetenschap
    a. Scheiding van geloof en wetenschap:
    Nu Wij zover gekomen zijn weten we goed welke verhouding de modernisten zien tussen geloof en wetenschap. De geschiedenis sluiten zij in bij het begrip wetenschap. Vastgesteld moet worden dat de voorwerpen van wetenschap en van geloof geheel los van elkaar staan. Het geloof beoogt alleen wat de wetenschap voor zich als onkenbaar houdt. Vandaar het verschil van betekenis van beiden. De wetenschap houdt zich bezig met verschijnselen, waarbij voor het geloof geen plaats is; het geloof daarentegen houdt zich bezig met het goddelijke, dat voor de wetenschap totaal ontoegankelijk is. Daaruit kan men dan opmaken dat er tussen geloof en wetenschap nooit een botsing kan bestaan. Want als ieder zijn eigen plaats bewaard kunnen zij elkaar nooit ontmoeten en elkaar dus ook nooit tegenspreken.

    Maakt men hier de opmerking dat er in de zichtbare natuur dingen zijn die ook tot het geloof behoren, zoals het menselijk leven van Christus, dan zullen zij dat ontkennen. Zij nemen wel aan dat dit dingen zijn die tot de verschijnselen behoren. Maar doortrokken als zij zijn door het geloofsleven en daardoor van gedaante zijn veranderd en vervormd, zijn ze onttrokken aan de zintuiglijk waarneembare wereld en behoren ze tot het gebied van het goddelijke. En als men verder vraagt of Christus werkelijk wonderen gedaan heeft, of Hij kennis heeft gehad van de toekomst, of Hij waarlijk verrezen is en ten Hemels is opgestegen, dan zal de agnostische wetenschap dat ontkennen. Het geloof zal echter een bevestigend antwoord geven. Dit heeft echter geen strijd tussen beiden tot gevolg. Want de een ontkent als filosoof, daar hij Christus alleen ziet als een historische realiteit. De gelovige echter zal het bevestigen als hij spreekt tot gelovigen en het leven van Christus beschouwt als opnieuw beleefd door en in het geloof.

    b. Ondergeschiktheid van het geloof aan de wetenschap:  Men zou echter een grote vergissing begaan indien men van mening was dat geloof en wetenschap op geen enkele wijze van elkaar afhankelijk zouden zijn. Wat de wetenschap betreft is dat zo. Met het geloof is het evenwel anders gesteld. Het is niet in één, maar in drievoudig opzicht ondergeschikt aan de wetenschap.

    Vooreerst moet men opmerken dat in elk godsdienstig feit, de Goddelijke realiteit waarvan de gelovige de bekende ervaring heeft buiten beschouwing gelaten, al het overige, vooral de godsdienstige formuleringen, binnen het gebied der verschijnselen valt en dus ook voorwerp is van wetenschap. Als een gelovige dat wenst kan hij de wereld verlaten, maar zolang hij in de wereld is zal hij, mét of tegen zijn zin, nooit kunnen ontkomen aan de wetten, het toezicht en de oordelen van de wetenschap.

    Als God verder alleen het voorwerp is van het geloof moet dit wel worden toegegeven voor de goddelijke realiteit, niet echter voor het godsbegrip. Dit valt onder de wetenschap. Het wijsgerig denken behandelt naar hun zeggen in de logische orde ook het absolute en het gedachtelijke. De wijsbegeerte of wetenschap heeft dus het recht dat Godsidee kenmatig te onderzoeken, leiding te geven bij verdere evolutie en het te zuiveren van ingeslopen vreemde bijvoegsels.

    Vandaar de modernistische uitspraak: "De godsdienstige ontwikkeling moet zowel aan de zedelijke als aan de verstandelijke aangepast zijn". Dit betekent - aldus een van hun leiders - dat het godsdienstige onderworpen is aan het verstandelijke. Daar komt tenslotte nog bij dat de mens geen innerlijke dualiteit heeft. Daarom ondervindt de gelovige een innerlijke drang om geloof en wetenschap met elkaar zodanig in overeenstemming te brengen, dat het geloof niet afwijkt van het door de wetenschap algemeen aanvaarde wereldbeeld. Hieruit volgt dan dat de wetenschap helemaal vrij staat van het geloof, maar dat het geloof, ook al zegt men dat het vrij is, toch aan deze wetenschap onderworpen is.

    Dit alles is helemaal in strijd met wat onze voorganger, Pius IX, geleerd heeft: "In alles wat de godsdienst betreft komt het aan de wijsbegeerte niet toe te overheersen, maar om te dienen; niet om voor te schrijven wat men geloven moet, maar om met redelijke volgzaamheid te aanvaarden en niet om de diepte van Gods geheimen te willen doorgronden, maar om deze in vroomheid en nederigheid te vereren". 

    De modernisten draaien de rollen helemaal om. Daarom is op hen van toepassing wat onze andere voorganger, Gregorius IX, over sommige theologen van zijn tijd schreef: "Men vindt er onder u, die gedreven door hoogmoed opgeblazen, de grenzen door God de Vader gesteld met profane nieuwigheid trachten te verleggen. Het begrip van de H. Schrift ... schikken zij (naar een wijsgerige leerstelling met vertoon van een wetenschap die niet dienstig is voor de toehoorders.... Door verschillende en valse opvattingen misleid keren zij alles om en willen de koningin dienstbaar maken aan de dienstmaagd".

    4. Hun opvattingen belicht door hun handelwijze: Dit alles wordt een toeschouwer nog duidelijker als hij ziet hoe modernisten precies in overeenstemming met hun leer handelen. Veel geschreven of gesproken stellingen van hen schijnen met elkaar in strijd, zodat men hen gemakkelijk als weifelend en onzeker zou kunnen beschouwen. Zij doen dat echter opzettelijk en wel overwogen. Die handelwijze komt voort uit hun mening dat geloof en wetenschap totaal van elkaar gescheiden zijn. Daarom treffen wij in hun boeken bepaalde gedachten aan die een Katholiek kan aannemen. Maar aan de andere kant van de bladzijde krijgt men de indruk dat ze gedicteerd is door een rationalist. Als zij geschiedenis schrijven vermelden zij niets over de Godheid van Christus; bij hun preken in de kerken benadrukken zij deze echter zeer sterk. Zo ook als zij het hebben over geschiedenis, de Concilies, de Kerkvaders. Daar besteden zij niet veel ruimte aan. In de catechese zijn ze echter vol lof voor dat alles. Vandaar dat zij ook de theologische en pastorale verklaring van de Heilige Schrift scheiden van de wetenschappelijke en historische exegese.

    Zo leren zij ook, dat de wetenschap in geen enkel opzicht afhangt van het geloof, als zij kritisch over wijsbegeerte en geschiedenis handelen. Zij aarzelen hier niet Luther te volgen, spreken hun onverholen afkeer uit over Katholieke voorschriften, van de H. Kerkvaders, de oecumenische Concilies, van het Kerkelijk leergezag. Worden zij daarover berispt dan beweren zij dat hen de vrijheid ontnomen wordt. En als zij tenslotte belijden dat het geloof onderworpen moet zijn aan de wetenschap verwijten zij de Kerk steeds en openlijk dat zij haar dogma's stijfkoppig weigert te onderwerpen en aan te passen aan wijsgerige meningen. Als zij tot dit doel de oude theologie hebben opgeruimd willen zij een nieuwe invoeren, die gewillig de ongerijmdheden der wijsgeren zal volgen.

    29-07-2022 om 18:49 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De nieuwe religie

    26/7 Medjugorje: de nieuwe religie - Mystic Post TV

    Aartsbisschop Jose Gomez van het Aartsbisdom van Los Angeles, waarschuwde onlangs Katholieke gelovigen dat nieuwe ideologieën die zich vormen uit progressieve, cancelcultuur, "Woke" denken niets minder zijn dan een nieuwe religie, gebouwd om het traditionele Christelijk geloof uit te dagen en te vernietigen. "De ‘plaats’ die de Kerk en gelovende Christenen krijgen, krimpt" dankzij het wokeïsme, zei de Aartsbisschop. “Kerkinstellingen en Christelijke bedrijven worden in toenemende mate uitgedaagd en lastiggevallen. Hetzelfde geldt voor Christenen die werken in het onderwijs,  gezondheidszorg, overheid en andere sectoren. Van bepaalde Christelijke overtuigingen wordt gezegd dat ze een bedreiging is voor de vrijheden, en zelfs voor de veiligheid van andere groepen in onze samenleving."

    Deze nieuwe 'woke' religie, zegt Gomez, verwerpt de redding van Christus voor de redding in de raciale en klassenstrijd. Constante strijd tegen "onderdrukking" is het wokepad naar redding. Woke geloof is onverenigbaar met Christelijk geloof om zeer eenvoudige redenen. Het is atheïstisch en ontkent God en Christus. Het vervangt zonde en het pad van Redding door een eigen pad, dat enkel een voortdurende oorlogvoering biedt. "Door God te ontkennen, hebben deze nieuwe bewegingen de waarheid over de menselijke persoon verloren," zei Gomez. "Dit verklaart hun extremisme, en hun harde, compromisloze en onvergeeflijke benadering van de politiek."

    Aartsbisschop Gomez waarschuwt de Kerk om deze nieuwe ideologieën als een nieuwe religie te zien en deze krachtig af te wijzen. "We moeten niet worden geïntimideerd door deze nieuwe religies van sociale rechtvaardigheid en politieke identiteit," zegt Gomez. "Het Evangelie blijft de grootste kracht voor sociale verandering die de wereld ooit heeft gezien."

    In een boodschap van 25/3/2015 waarschuwde OLVrouw voor deze nieuwe ideologieën en zei dat Satan achter deze nieuwe religies zit. Ze zei dat we de hand van Satan kunnen zien in wat ze de cultuur van het modernisme noemt. Lieve kinderen, ook vandaag staat de Allerhoogste mij toe, bij jullie te zijn en jullie te leiden op de weg van de bekering. Veel harten hebben zich gesloten voor de genade en zijn doof geworden voor mijn oproep. Lieve kinderen, bid en strijd tegen de bekoringen en tegen alle boze plannen die de duivel jullie door middel van het modernisme aanbiedt. Wees sterk in het gebed en bid met het kruis in de handen, dat het kwaad jullie niet gebruikt en niet in jullie overwint. Ik ben met jullie en ik bid voor jullie. Dank dat jullie mijn oproep beantwoord hebben. 

    Woke: Afro-Amerikaans-Engelse variant van woken; wakker geworden) is een term die verwijst naar het bewust zijn van maatschappelijke misstanden, ongelijkheid, racisme, discriminatie en polarisatie.

    De term wordt verschillend gebruikt. Vanaf ongeveer 2020 evolueert de term 'woke' steeds meer tot neerbuigende term, als beschuldiging van doorgeslagen politieke correctheid en wordt in verband gebracht met cancelcultuur en gedwongen zelfcensuur. Het is onderwerp van internetmemes, sarcastisch gebruik en kritiek.

    Het wordt gebruikt in de Nederlandse uitdrukking 'woke zijn'.

    Cancelcultuur, soms ook afrekencultuur, is een modewoord voor het fenomeen dat mensen worden geboycot nadat zij in de publiciteit aan kritiek zijn blootgesteld. Dit gebeurt meestal na een storm van verontwaardiging op sociale media. Daarbij kunnen hun opdracht-/werkgevers en adverteerders onder druk worden gezet om de samenwerking met hen te beëindigen

    Modernisme (wikipedia): Het modernisme is een vooral Rooms-Katholiek, theologisch verzamelbegrip, theologisch verzamelbegrip uit de 19e en begin van de 20e eeuw voor filosofische en theologische opvattingen, die zijn gebaseerd op een nadruk op enerzijds de historisch-kritische hermeutiek van Bijbelse en andere geloofsdocumenten en anderzijds op de individuele geloofservaring. De aanvankelijke doelstelling van de modernisten was het verzoenen van de kerkelijke boodschap met de actuele ontwikkelingen in de wetenschap, filosofie en maatschappij (dit laatste meer bepaald door onder andere te beweren dat men de emancipatie van de leek in politiek en samenleving nastreefde).

    Een van de belangrijke punten uit deze stroming is het afscheid nemen van het supranaturalisme (van de bovennatuur) en het bestrijden van de historiciteit van geloofswaarheden (dogma’s). Het modernisme bepleitte tegenover het supranaturalisme en de neoscholastieke traditie een grotere waardering voor de natuurlijke openbaring (zoals in de natuurlijke theologie), benadrukking van de taalgebonden en cultureel-historische omstandigheden waarin dogma's zijn vervat en erkenning van een waarheidsgehalte in de pretenties van andere godsdiensten (zoals in het irenisme). Kenmerkende exponent van modernistische opvattingen is het historicisme.

    Belangrijke vertegenwoordigers van het modernisme waren de Brit George Tyrrell en de Franse theologen Joseph Turmel en Alfred Firmin Loisy. Loisy verklaarde de inspiratie van de H. Schrift slechts begrensd geldig en benadrukte een pantheïstische zienswijze tegenover de transcendentie van God. Tyrrell meende dat de openbaring niet te verzoenen is met de leerstellige aanspraken van de kerk.

    Strijd tegen het modernisme

    Na de bekendmaking van de encycliek Quanta Cura en de Syllabus Errorum van paus Pius IX in 1864, nam paus Pius X de bestrijding van het theologisch modernisme ter hand. Het subjectieve religieuze gevoel, de evolutie van de dogma's, de inhoudelijke verandering van de geloofswaarheden en de louter naturalistische ervaringstheologie vormden het gevaar voor de ware godsdienst en godsdienstbeleving. Met de apostolische constitutie Lamentabili Sane Exitu ("met waarlijk erbarmelijke resultaten")  in de zomer van 1907 en de encycliek Pascendi Dominici Gregis van september 1907 veroordeelde Pius X het theologisch modernisme als "synthese van alle ketterijen". In deze encycliek veroordeelde de paus uiteenlopende opvattingen, die onder de term modernisme werden samengebracht. In november 1907 vaardigde Pius X zijn motu propio Praestantia Scripturae uit, waarin elke modernist met excommunicatie werd bestraft. In 1910 voerde Pius X de antimodernisteneed in, die door elke geestelijke moest worden afgelegd, totdat de eed in 1967 door Paulus VI nog slechts facultatief werd gesteld en niet langer verplicht werd afgenomen of aangeboden.

    Vanaf 1907 werden talrijke professoren en theologen op grond van de verdenking van modernisme afgezet, die inmiddels binnen katholieke instituten tot hoge posities waren opgeklommen. Onder leiding van kardinaal Rafael Merry del Val werd ook binnen het Vaticaan elke geestelijke getoetst op mogelijk aanwezig modernisme. Kardinaal Merry del Val - voor wie thans een zaligverklaringsprocedure loopt - had aanvankelijk de leiding over deze strijd tegen het modernisme, maar verloor enige tijd aan invloed tegenover de enigszins fanatieke prelaat Umberto Benigni die al snel theologische strijd verwisselde met politieke strijdbeelden. Onder leiding van Benigni en zijn integralisten (de term 'integralisme' voor Benigni kwam pas na 1947 in gebruik) werden vele theologen en geestelijken ongemeen fel bestreden en beschuldigd van modernisme. De documenten van paus Pius X hadden het modernisme zo omvattend geformuleerd, dat niet alleen extreme, modernistische opvattingen zoals die van Loisy of Tyrrell verdacht waren. Menig exegeet, theoloog of priester die vrijheid van onderzoek bepleitte, kon een aanklacht wegens modernisme verwachten. Umberto Benigni richtte een internationaal netwerk op van informanten, die verdachte activiteiten of uitlatingen van priesters en leken aan hem moesten rapporteren. Deze "inlichtingendienst" kon enige tijd openbaar opereren onder de naam Sodalitium Pianum en kwam pas in 1944 onder de Duitse bezetting in Italië tot een einde, door bloedig ingrijpen van de Gestapo en nazi-censuur die een reactionair-klerikale samenzwering tegen de nazi-autoriteiten en Mussolini vermoedden.

    Bekende priesters en leken zijn slachtoffer geworden van de campagnes van Benigni en diens medestanders, in Nederland bijvoorbeeld de aalmoezenier Henri Poels, maar ook de leerstellig rechtgelovige en slechts politiek-progressieve Alfons Ariëns. De geschiedschrijving gaat er vaak van uit dat de volgens huidige kerkhistorici ongenuanceerde opstelling van paus Pius X voor een groot deel te wijten is aan de funeste politiserende invloed van Umberto Benigni. Deze wanpraktijken werd met de komst van paus Benedictus XV een halt toegeroepen, hoewel dezelfde paus verklaarde de strijd tegen modernistische opvattingen voort te zetten. Benedictus XV noemde in zijn encycliek Ad beatissimi apostolorum het theologisch modernisme een "pestziekte".

    In 1950 keerde Pius XII zich tegen een aantal theologische ontwikkelingen in zijn encycliek Humani Generis. Hierin wordt de opvatting gehekeld, dat enkele moderne stromingen de existentie van individuen loskoppelt van de ontologische absoluutheid van de dingen. Dit existentialisme leidt logischerwijze tot het historicisme, waarin elke waarheid haar absolute geldigheid verliest en een product van historische en culturele factoren wordt. Verder wordt ook gekritiseerd dat in de individuele godsdienstige beleving de objectiviteit van de bovennatuurlijke openbaring en het leergezag wordt verwaarloosd. Vanuit dezelfde houding komt men volgens Pius XII ook tot een "te vergaand irenisme", waarin de geldigheid van het Rooms-Katholieke geloof als hindernis voor oecumene wordt gezien.

    Deze verschillende dwalingen en veroordeelde stromingen werden reeds in 1950 en daarna als "neo-modernisme" betiteld, omdat menig katholiek prelaat aan instellingen een duidelijke herleving van op het oorspronkelijk veroordeelde modernisme gelijkende dwaalleren waarnam. Pius XII liet echter geen buiten-curiaal netwerk toe dat ook deze neo-modernisten zou moeten identificeren.

    Humani Generis en de balans

    Feitelijk betekende de encycliek Humani Generis reeds een afsluiting van de strijd tussen modernisten en theologisch integralisten, zoals die sinds het eind van de 19e eeuw en gedurende de eerste decennia van de 20e eeuw plaats had gevonden. De balans van paus Pius XII integreert enigszins resultaten van de moderne wetenschap en filosofie in de theologie, dogmatiek en pastoraal van de kerk. De moderne wetenschappen als instrumenten in het vrije theologische onderzoek worden door Pius XII erkend en geprezen. Een gematigde herbezinning op de oerkerk ("herbronning") wordt op zich positief gewaardeerd. Anderzijds wordt de eenzijdige relativering van de dogma's (waarheden van het geloof) als resultaat van historisch-semantische ontwikkelingen ten strengste afgewezen. De individuele geloofservaring moet toetsbaar blijven en zich verplichtend oriënteren aan het leergezag en de opdracht van de kerk, aldus aan de bovennatuurlijke openbaringsleer.

    Vooral in de Liturgische Beweging die tot 1930 sterk restauratief en herstellend geweest was, kwamen nieuwe - soms door het Vaticaan als gevaarlijk beschouwde (zie hiervoor de encycliek Mediator Dei) - opvattingen tot bloei. Met behulp van historisch-kritisch onderzoek werd geprobeerd een beeld te krijgen van de wezenlijke liturgische elementen in de oude kerk. Onder Pius XII werden enige liturgische vernieuwingen ingevoerd onder impuls van zowel gematigd- als radicaal-veranderingsgezinde geestelijken onder wie Hannibale Bugnini. Paus Johannes XXIII liet een concilie bijeengeroepen om de katholieke kerk in dialoog te laten gaan met de moderne wereld en volgens een aggiornamento aan de tijd aan te willen passen. Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) kwam het binnen de kerk tot een nieuwe aanvaring tussen 'integralisten' en degenen die in verschillende opzichten aanleunden tegen het modernisme. Zoals Pius XII in 1950 in zijn encycliek anticipeerde en jammerlijk vreesde, zouden de jonge aanhangers van de Nouvelle Théologie (Karl Rahner, Hans Küng, Henri de Lubac, Yves Congar, en in mindere mate de jonge Joseph Ratzinger) ook een door enkelen als neo-modernistisch bestempelde weg inslaan.

    Postconciliaire ontwikkelingen

    Kort na het tweede Vaticaans Concilie kwam het, onder invloed van sommige van de genoemde theologen, in sommige landen tot een opleving van de uitwassen van een nieuw soort modernisme, dat neomodernisme wordt genoemd. Het uit zich in verzet tegen de "ambtskerk", geldigheid van dogma's en leergezag, relativisme, irenisme, symbolische interpretatie van geloofswaarheden en historicisme. Dat uitte zich onder meer in de Tweede Beeldenstorm, pseudoconciliaire structuren (Landelijk Pastoraal Concilie te Noordwijkerhout), en het pleiten voor openstelling van het priesterambt voor vrouwen, afschaffing van het pausambt, afwijzing van de sacramenten en de kerk als heilsinstrument, loslaten van de absolute beschermwaardigheid van het leven (abortus, euthanasie). Deze stroming is vooral te vinden in de westerse academische theologie.

    Anderzijds kwam het na het tweede Vaticaans Concilie volgens onder andere Hans Urs von Balthasar ook tot een opleving van een neo-integralisme, dat vooral belichaamd wordt door de zogenaamde katholieke traditionalisten van Marcel Lefebvre. Deze wijzen de verbreding en verdieping van de theologische uitspraken van het pastorale concilie af en beoordelen de openingen naar de oecumene en de opkomst van het oecumenisme, de individualisering in het geloof, de vergroting van de rol van de leek in verschillende delen van de delen en de hervorming van de liturgie zelf, alsmede de liberaliserende tendensen in de verhouding tussen Kerk en staat zoals voorgestaan door het Vaticaan na 1965, uiterst negatief.

    Actueel spraakgebruik

    In de 21e eeuw wordt de term neomodernisme volop gehanteerd, vrijwel zonder uitzondering door anti-modernisten. Daarbij bestaat er evenwel groot verschil wat onder neomodernisme en anti-modernisme begrepen moet worden:

    • Traditionalisten beschouwen verschillende besluiten en formuleringen van Vaticanum II als uitvloeisels van het modernisme en gebruiken voor hen die deze veranderingen en ingrepen ondersteunden of aanvuurden, ook wel de term neomodernisme. Voor traditionalisten zijn bijvoorbeeld de theologen Marie Joseph Lagrange, Karl Rahner, Henri de Lubac en Yves Congar reeds neomodernisten.
    • Katholieken, die de besluiten van het tweede Vaticaans Concilie ten volle aanvaarden (maar vaak wel kritiek uitoefenen op de manier waarop deze in post-conciliaire ontwikkelingen vorm kregen), gebruiken de term neomodernisme voor de - in hun ogen - relativistische opvattingen zoals die voornamelijk door westerse academische theologen en tegenstanders van de "ambtskerk" worden vertegenwoordigd, bijvoorbeeld door Hans Küng, Uta Ranke-Heinemann, Eugen Drewermann, Mary Daly, Huub Oosterhuis en Edward Schillebeeckx.

    29-07-2022 om 11:43 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mirakelgebed van Pr Rookey

    Mirakelgebed van Pr. Rookey

    Heer Jezus, ik kom voor U zoals ik ben. Het spijt me voor mijn zonden, ik bekeer me van mijn zonden, vergeef me alsjeblieft. In uw naam vergeef ik alle anderen voor wat ze tegen mij hebben gedaan. Ik doe afstand van Satan, de boze geesten en al hun werken. Ik geef u mijn hele zelf, Heer Jezus, nu en voor altijd. Ik nodig je uit in mijn leven, Jezus. Ik accepteer U als mijn Heer, mijn God en mijn Redder. Genees me, verander me, versterk me in lichaam, ziel en geest. Kom, Heer Jezus, bedek mij met Uw Kostbaar Bloed en vul mij met Uw Heilige Geest. Ik hou van U, Heer Jezus. Ik prijs U, Jezus. Ik dank U, Jezus. Ik zal U elke dag van mijn leven volgen. Maria, mijn Moeder, Koningin van Vrede. H. Peregrinus, al jullie Engelen en Heiligen, help me alsjeblieft. Amen.

    29-07-2022 om 05:08 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De St-Pietersbasiliek zal van alles ontledigd zijn

    25/7 Repost: De St-Pietersbasiliek zal van alles ontledigd zijn, ook het Lichaam van Christus. - Mystic Post TV

    8/1/2022 OLVrouw van Zaro aan Angela: Lieve kinderen, bedankt dat je gehoor hebt gegeven aan mijn oproep door je naar mijn gezegende bossen te haasten. Geliefde kinderen, ik hou van jullie, ik hou enorm veel van jullie, maar helaas, jullie hebben niet dezelfde Liefde voor mij. Mijn kinderen, ik ben al heel lang onder jullie, ik vraag jullie al heel lang om mijn boodschappen na te leven; Ik vraag jullie al heel lang om te bidden, maar jullie luisteren niet allemaal. Mijn kinderen, ik vraag jullie nogmaals om niet alleen te luisteren naar de boodschappen die ik jullie geef, maar ze ook na te leven. Geliefde kinderen, vanavond vraag ik jullie opnieuw om veel te bidden voor mijn geliefde Kerk: bid, kinderen, want er wacht de Kerk moeilijke tijden, tijden van beproeving en pijn.

    Mijn kinderen, als ik dit tegen jullie zeg, is het om jullie voor te bereiden en ervoor te zorgen dat jullie je bekeren; Ik smeek je om je te bekeren - verander, voordat het te laat is. Geliefde kinderen, bid dat het ware leergezag van de Kerk niet verloren gaat; bid en buig je knieën. Bid voor het Heilig Sacrament van het Altaar: daar is mijn Zoon, levend en waarachtig. Bid, zoek God niet ergens anders: Hij is daar, zeg ik je elke keer, maar je zoekt Hem in de vreugden en valse schoonheden van deze wereld. Alsjeblieft, lieve kinderen, luister naar me!

    Toen liet onze Moeder me de Sint-Pietersbasiliek in Rome zien. Binnen was het leeg - van alles ontdaan. In het midden van de Basiliek stond een groot donker houten kruisbeeld, maar zonder het lichaam van Jezus. Onze Moeder zei: "Laten we samen bidden". We hebben lang gebeden, toen lichtte het kruis op (het werd als een kruis van licht). Toen begon onze Moeder verder te praten. Kinderen, bid, bid, bid.

    Gisella Cardia op 29/12/2020 - Het Vaticaan zal enorm schudden: Maria: Lieve kinderen, bedankt dat jullie hier in gebed zijn en dat jullie in je hart gehoor hebben gegeven aan mijn oproep. Kinderen, kijk naar de wereld: ze heeft [het punt van] vernietiging bereikt. Ik heb jullie gevraagd en blijf jullie vragen om de Heilige Rozenkrans te bidden en jezelf aan God, jullie enige redding, toe te wijden. Jullie maken een tocht over een weg vol gevaren en toch geloven jullie niet; open jullie hart, wees verenigd en wees één familie, zodat jullie elkaar kunnen helpen. Binnenkort zullen jullie zoveel dingen zien. Jullie zullen ook getuige zijn van het einde van deze strijd en samen met Jezus overwinnaars zijn. Wees niet bang.

    Hoevelen geloven dat dit alles snel voorbij zal gaan: jullie hebben je laten vormen door wat de machtigen, de wereldelite zeggen, zonder te begrijpen wat er aan het gebeuren is. Pas op: wat ze jullie vertellen, zal niet altijd voor je bestwil zijn. Bid voor Italië en voor de wereld, die in groot gevaar verkeert. Het Vaticaan zal enorm geschud worden; veel prelaten zullen de duisternis in hun hart voelen. Ik vertrouw op jullie gebeden, [mijn] geliefde zonen, zodat wat komen gaat, zal worden verzacht. Nu verlaat ik jullie met mijn Moederlijke zegen in naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

     

    29-07-2022 om 05:01 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boodschap aan Anna Shelley (28/7)

    28/7 Een conformiteit komt eraan

    Jezus: Mijn geliefden, nu is de tijd gekomen om je toevlucht te nemen in Mijn H. Hart. Ontvang Mijn zegening van Barmhartigheid dat uit Mijn H. Hart vloeit als een zuiverende regen. Er komt een conformiteit in de vorm van een nieuwe religie dat een vervalsing zal zijn van Mijn Kerk en dat in tegenstrijd zal zijn met Mijn Woord. Deze conformiteit zal de weg effenen voor de Antichrist en zijn merkteken zal dan gepresenteerd worden als uiterlijk teken van gemak en goede wil, voor het welzijn van de mensheid. Laat je niet bedriegen! Wees niet bang, en weet dat Ik de dagen heb verkort.

    OORLOGEN EN OORLOGSGERUCHTEN ZULLEN INTENSER WORDEN

    De Wereldoorlog rukt op in de maanden van sneeuw, terwijl de beer (Rusland) de landen blijft verwoesten met massavernietigingswapens.

    VOEDSELTEKORTEN ZULLEN ERGER WORDEN

    terwijl de derde ruiter van de Apocalyps opnieuw rijdt, de landen verontreinigt en het water vergiftigd.

    ZIEKTEN/VIRUSSEN ZULLEN BLIJVEN MUTEREN

    in nieuwe virussen die het immuunsysteem verzwakken en ervoor zorgen dat de mensheid kwetsbaar wordt. Blijf de Hemelse remedies gebruiken, voorgeschreven door Mijn Gezegende Moeder, waar Mijn zegen van bescherming besmetting zal afweren. Dagelijks gebruik van Olie van de Barmhartige Samaritaan zal volstaan.

    Blijf verborgen in Mijn H. Hart, waar je zal beschermd worden tegen de komende calamiteiten. Ik hou van jullie en wens dat niemand verloren gaat. Kom nu naar Mij met een nederig en hart vol wroeging en berouw op jullie lippen, de overtredingen belijdend, die je veroordelen. Weet dat Mijn Barmhartigheid voldoende is en een massa zonden bedekt. Mijn Barmhartigheid is er voor allen. Zo spreekt de Heer.

    Hebreeën 8:12 - 1 Joh 1:9 - 1 Tim. 2:5 - 2 Kon 17:41 - Openb 3:14,20

    29-07-2022 om 04:25 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boodschap aan Eduardo Ferreira (12/7)

    12/7 Boodschap van Onze Lieve Vrouw Mystieke Roos, Koningin van de Vrede

    Geliefde zonen, vrede! Op deze dag nodig ik jullie nogmaals uit om als een familie de Rozenkrans te bidden. Als je naar vrede verlangt, begin dan vandaag te bidden.

    Mijn kinderen, jullie:

    — moeten God liefhebben.

    — moeten het Evangelie beleven en in praktijk brengen.

    Niemand houdt van iemand die hij niet kent... Begin daarom het Evangelie te lezen en te beleven, zodat je Jezus leert kennen: mijn Goddelijke Zoon...

    — Dwaal niet af van het pad.

    — Keer zo snel mogelijk terug naar God... God wacht op je terugkeer!

    — Vergeet God niet.

    — Bemin je naaste.

    — Vertrouw op God... de tijd is kort!

    — Leid een gebedsleven.

    — Onthoud: je leeft in de wereld, maar je komt uit de Hemel!

    Ik ben Maria, Mystieke Roos, Koningin van Vrede. Met liefde zegen ik jullie.

    29-07-2022 om 03:16 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-07-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boodschappen aan Jennifer (5) - einde

    Waar is je vertrouwen?

    6/12/2020: Mijn kind, Ik vraag het aan Mijn kinderen, zijn jullie het die jezelf in quarantaine zetten tegen Mij? Waar ligt jullie vertrouwen? Berust je vertrouwen in Mij of in wereldse wegen? Je kunt geen twee meesters bedienen. Op een moment waar zovelen jullie in grote twijfel en verwarring willen dompelen, moet je je blik op Mij gericht houden. Deze wereld gaat voorbij en je ware thuis is in de Hemel. Je wordt ontdaan en onthecht van je wereldse genoegens. Je wordt getoond hoe je je kan afscheiden van deze wereld en je te voegen bij wat van Mij is, want Ik ben Jezus. Blijf wakker, Mijn kinderen, want er komt grote verandering aan.

    Je moet bereid zijn om de waarheid en je geloof te verdedigen, getuige te zijn van de Evangelieboodschap. Wanneer de wereld je zegt te zwijgen, zeg Ik tegen je, schreeuw het van de daken en laat je stem weerklinken totdat het de harten doordringt van degenen die zich hebben afgewend. Spreek de waarheid en je hebt niets te vrezen, want Ik ben de God van Genade en gerechtigheid, en de tijd is nu gekomen dat Ik Mijn Licht in de zielen van de mensheid zal schijnen, want het is Mijn Genade en gerechtigheid die zullen zegevieren.

    Kom en aanbid

    25/12/2021 Mijn kind, Ik ben Jezus, het Licht van de wereld. Net zoals ik toen, meer dan 2000 jaar geleden, in de wereld kwam en in een kribbe werd gelegd, rust Ik vandaag stil in de Tabernakels van de wereld. Elke keer dat Mijn kinderen naar de Mis komen en voor Mij knielen, brengen jullie hulde aan je Koning en Redder, net als de drie Wijzen. Open je hart om de wil van je Hemelse Vader te ontvangen en te vervullen, net zoals Mijn Moeder. Haar leven was een overgave aan het Goddelijke Plan. De grootste manier om je Hemelse Moeder te eren, is door naar haar Zoon te komen en Hem te aanbidden, want Ik ben Jezus.

    Ik zeg Mijn kinderen om Mij in jullie hart te ontvangen en Mijn Licht toe te staan ​​de stralen van Mijn Liefde jullie te laten doordringen, omdat dit het Licht is dat nooit kan worden gedoofd.

    Kom, Mijn kinderen, kom Me zoeken zoals de drie Wijzen. Volg het Licht en laat nooit de bronnen van duisternis toe om je in de verkeerde richting te leiden. Vraag om de genaden die nodig zijn gedurende deze tijd en beleef de Evangelieboodschap. Ga nu heen, want Ik ben Jezus en wees in vrede, want Mijn genade en gerechtigheid zullen zegevieren.

    Degenen die zich bemoeien met de vrije wil

    16/2/2022: Mijn kind, Ik ben de God van Barmhartigheid, de God van Gerechtigheid en de God van Goddelijke Waarschuwing. Mijn kind, de geschiedenis is overal om je heen. Er zijn er tegenwoordig velen die zichzelf tot koning van hun eigen koninkrijk willen maken. Degenen die macht proberen te verkrijgen en handelen als Pilatus. Er zijn tegenwoordig veel geldwisselaars die rondhangen binnen de muren van Mijn Kerk, die spreken alsof Ik door hen spreek, maar hun tongen spreken geen waarheid. Er zijn er binnen de muren van Mijn Kerk, die de Rots proberen weg te hakken waarop Ik Mijn Kerk heb gebouwd. 

    Deze aarde gaat wankelen en beven. Degenen die dit heiligdom van bedrog herbergen dat op Mijn Volk werd geplaatst, zullen spoedig worden afgebroken. Ik kom, Mijn dochter, en de wereld zal spoedig ontwaken voor Mijn Goddelijke Waarschuwing. De wereld zal spoedig alles zien wat Mij niet behaagt. Degenen die zich met de vrije wil van hun broer of zus willen bemoeien, komen niet in Mijn Naam. De stem van Mijn Volk wordt onderdrukt door de grote bedrieger. Harten moeten veranderen omdat de mensheid niet verder op ditzelfde pad kan. Ga nu heen, Mijn kind, en wees in vrede, want Mijn Genade en Gerechtigheid zullen zegevieren.

    De wereld zoals je die ziet gaat voorbij

    12/2/2022: Mijn kind, er zijn grote tekenen uit de Hemel die komen met de veranderende wind. Ik vertel Mijn kinderen dat de vijand zich niet langer verbergt, maar zijn macht probeert te tonen door de voogdij over jullie ziel te nemen. Mijn kinderen moeten deze tijd aangrijpen om hun stem te gebruiken om de waarheid te verdedigen. De Hemel wordt verkregen:

    * wanneer de waarheid op deze aarde wordt beleefd;

    * wanneer de geest van angst niet de heerschappij over je hart, geest en ziel neemt;

    * wanneer Mijn kinderen proberen het pad te nemen dat door hun Schepper werd uitgestippeld in plaats van in de rij te wachten om te worden gemarkeerd voor de slacht.

    Het is tijd om te ontwaken, want het uur van grotere ontrafeling is aangebroken. Als de wereld niet ontwaakt voor Mijn Barmhartigheid, zal ze alleen opstaan ​​voor Mijn Gerechtigheid. Het is tijd, Mijn kinderen, om de boodschap van het Evangelie te beleven en je door de Heilige Geest te laten leiden. Voed jezelf in de Eucharistie, want zonder voeding zal je de komende strijd niet volhouden, want Ik Ben Jezus. Neem de hand van Mijn Moeder, want zij zal je altijd naar Mijn Allerheiligste Hart leiden, waar je beschermd zult worden tegen een wereld die je probeert te verzwakken.

    Deze wereld zoals je die nu ziet, zal vergaan. Leef niet in angst. Verlies de hoop niet, want Ik heb de zonde en de dood al overwonnen door Mijn Lijden, Dood en Verrijzenis. Kom leven in Mijn Licht en houd je ogen gericht op de eeuwigheid, want Ik beloof dat je beloning groot zal zijn in de Hemel. Bid voor degenen die geen acht hebben geslagen op Mijn woord van waarschuwing. Bid voor degenen die de lege beloningen van dit leven zoeken en alleen beseffen dat ze tijd hebben verspild door hun missie op deze aarde niet te vervullen. 

    Er komt een grote verandering aan, want de wereld kan zichzelf niet langer in stand houden in de leugens van de vijand. Bid voor degenen die zo velen in de duisternis van de zonde hebben geleid. Bid voor hen die hun vertrouwen hebben gesteld in een wereld die niet de belofte van eeuwig leven heeft. Ik roep Mijn gelovigen op om sterk te blijven. Bid voor Mijn Priesters, Mijn uitverkoren zonen. Ga nu heen en leef in Mijn licht, want Ik Ben Jezus, en Mijn genade en gerechtigheid zullen zegevieren.

    Mijn kind, Ik ben de God van orde. Ik Ben de God van genade en gerechtigheid. Toen de aarde werd geschapen, verordende ik dag van nacht, licht van duisternis. Ik verordende man en vrouw, want er is geen tussenweg. Degenen die iets willen voorschrijven dat daarbuiten is, komen niet van Mij. Ik ben niet de auteur van verwarring of angst. Ik kom jullie vertellen dat grotere chaos zich over deze wereld zal verspreiden wanneer de schalen van bedrog vallen, en Mijn volk de leugens ziet waaraan ze gehoor gaven uit angst. Zonde is de reden waarom ziekte, vernietiging en dood over de mensheid komen - toch overwint Mijn Barmhartigheid al die dingen. Wanneer Mijn kinderen niet langer vertrouwen, verliezen ze alle hoop.

    Mijn kind, regeringen zullen ten onder gaan - en als je Frankrijk, Israël, Italië en vele anderen ziet vallen, weet dan dat de tijd van Mijn Bezoek nabij is. De stemmen van Mijn kinderen zullen opstaan ​​omdat er dagen van grote rouw over deze wereld zijn gekomen. Je kunt geen twee meesters dienen. Je kunt je Hemelse Vader niet om vrede smeken, maar dan gehoorzaam zijn aan goddeloosheid uit angst. Je kunt niet zeggen dat je het leven verdedigt, maar dan dat van een ander compromitteren om je eigen leven te redden. Mijn kinderen, ik roep jullie zoals Ik tot Lazarus heb gedaan om uit het graf te komen en Mijn Barmhartigheid te zoeken, want het uur is gekomen. Ga nu heen, want Ik Ben Jezus en heb vrede, want Mijn genade en gerechtigheid zullen zegevieren.

    Jullie Priesterroepingen zullen op de proef worden gesteld

    22/2/2022: Mijn kind, Ik zeg tegen Mijn kinderen dat ze naar Mijn beeld moeten kijken. Het is niet alleen Bloed en water dat uit Mijn zijdewonde stroomde en een oceaan van Barmhartigheid voorstelde, maar een oceaan van Goddelijke Liefde. Het enige wat een ziel kan bevrijden van de slavernij van zonde is Mijn Barmhartigheid. De enige hoop voor een ziel is om te worden verlost van de slavernij van haat, lust, gulzigheid, trots, hardheid van hart door Mijn Goddelijke Barmhartigheid, want Ik Ben Jezus. Mijn kind, Ik zeg tegen Mijn kinderen dat ze moeten komen en zich met Mijn Liefde moeten verzoenen. Kom naar de zetel van Mijn vertegenwoordiger [de Priester] op zoek naar hoop, berouw en een hernieuwde geest die ernaar streeft om elke dag, elk uur als Mijn discipel te leven.

    Ik gaf de sleutels van het Koninkrijk aan Petrus, en Mijn Kerk werd gebouwd. Er is geen ander die je ziel kan vervolledigen met de volheid van Mijn Liefde; er is geen ander die het brood en de wijn kan consacreren in Mijn Kostbaarste Lichaam en Bloed dan Mijn uitverkoren zoon, Mijn Priester. Elk van Mijn Priesters is een gewijd verlengstuk van Petrus. Er is niemand anders dan Mijn Kerk die je ziel kan bevrijden van de slavernij van zonde. Ik roep Mijn kinderen op om naar de grote bron van Mijn Barmhartigheid te komen, want Ik Ben Jezus, en Mijn Barmhartigheid en gerechtigheid zullen zegevieren.

    21/2/2022: Mijn kind, ik vertel Mijn kinderen dat jullie tijd op aarde niet moet worden verspild. Elke dag, elk uur, ben je hier om het Koninkrijk van de Hemel op te bouwen. Laat jullie tijd op deze aarde vruchtbaar zijn. Laat jullie werk in Mijn Naam worden gedaan. Leef en beleef je roeping. Als je getrouwd bent, eer dan je partner door vruchtbaar te zijn in je huwelijk, altijd te streven naar gebed en Heiligheid om elkaar naar de Hemel te brengen. Jullie kinderen zijn elk schatten van Mijn Koninkrijk. Ze moeten geliefd en gekoesterd worden en in het oog gehouden als een boer op zijn gewassen let. Je wordt als moeder en vader geroepen om geduldig en liefdevol tot je kinderen te spreken, want elk is een gebreid meesterwerk van Mijn Hemelse Vader. Leer je kinderen en vorm hen als jonge discipelen om in de wereld te gaan als een getuige en voorbeeld van de Evangelieboodschap.

    Ik zeg tegen Mijn Priesters, Mijn uitverkoren zonen, dat je wordt geroepen om Mijn kinderen te verenigen in de Mis. Het is de tijd waarin Hemel en aarde verenigd zijn. Elke keer dat je het brood en de wijn consacreert tot Mijn Lichaam en Bloed, breng je door je handen allen die verzameld zijn in de Hemelse sfeer, samen. Elke Mis die wordt gecelebreerd, elke keer dat Mijn kinderen voor Mij komen in aanbidding, gaan ze de Hemelse sfeer binnen. Het is tijd om je kinderen samen te roepen en hen te verenigen met de waarheid, want Ik ben Jezus.

    Mijn uitverkoren zonen, jullie gaan een tijd tegemoet waarin jullie roepingen op de proef zullen worden gesteld, wanneer het zal lijken dat alles verloren gaat in Mijn Kerk. Blijf dicht bij Mijn Moeder en je zal altijd geleid worden als haar zoon, naar haar grote triomf. Als het lijkt dat er geen morgen is, verlies dan je geloof niet omdat er een grote overwinning komt. Dit is jullie Calvarie, Mijn zonen. Degenen met ware gewijde handen moeten het Kruis dragen, want jullie zijn Mijn handen en voeten op deze aarde. Ga nu heen, Mijn kinderen, want deze wereld verandert in een oogwenk en het is door jullie dat veel zielen zullen worden gered. Ga verder, want Ik Ben Jezus en wees in vrede, want Mijn genade en gerechtigheid zullen zegevieren.

    Waar zijn Mijn Priesters?

    26/4/2021: Mijn kind, Ik zeg tegen Mijn kinderen, jullie zijn elk een bloedvat in de geschiedenis. De slagader waarin Mijn Bloed stroomt van en naar Mijn H. Hart. Ik huil, Mijn kinderen. Ik huil om deze verloren en gebroken wereld die zich heeft overgegeven aan de vijand. De duisternis bedekt deze aarde, want de ingewanden van de Hel legen zich op deze aarde. Liefde gaat verloren te midden van deze duisternis en velen keren zich tegen hun naaste. Ik zeg tegen Mijn gelovigen om sterk en waakzaam te blijven voor de waarheid, voor degenen die met trots en hooghartige harten wandelen. Degenen die in dit leven de gerechtigheid hebben ontweken, maar het in het volgende zullen vinden, want hun tijd van Barmhartigheid is verstreken.

    Wee degenen die Mijn kleintjes hebben geschaad. Wee aan degenen die de dood proberen te veroorzaken, wanneer ik de Auteur van het leven en de dood ben. Waar zijn Mijn uitverkoren zonen? Waar zijn Mijn Priesters om Mijn kinderen in de waarheid te leiden? Waar zijn Mijn Priesters om de wereld te vertellen dat de weg naar de Hel wordt vergrendeld met zielen die in Satans val zijn gevallen? Ik word gevangen genomen van Mijn volk, terwijl de stem van de vijand door de muren van Mijn Kerk weergalmt. Hoeveel hebben zich gemerktekend met het bloed van de onschuldigen uit angst? Hoeveel hebben hun geloof en vertrouwen in Mij overgegeven voor de valse wetenschap van de mens in plaats van de Schepper van de wereld, want Ik ben Jezus. Waar woont je Geloof?

    Ik vertel je dit, dat wanneer je de overblijfselen van Mijn Kerk over de hele wereld verspreid ziet, in vrede te zijn omdat de overwinning eraan komt en het uur van Mijn terugkeer aan de horizon ligt. Ga nu heen, want Ik ben Jezus, en wees in vrede, want Mijn genade en gerechtigheid zullen zegevieren.

    De profeten oproepen

    8/1/2021: Mijn kind, onthoud dat een goede timmerman moet demonteren om te kunnen reconstrueren. Wanneer het lijkt alsof alles begint te ontmantelen, weet dan dat het deel uitmaakt van Mijn plan. Wat de mensheid heeft gedaan is het ontmantelen van Mijn schepping, Mijn plan. Je moet het kwaad uitroeien waar het geworteld is, want waar het kwaad wordt geplant, daar woont zonde. Verlies de hoop niet. Ik heb Mijn volk lange tijd gewaarschuwd dat de Grote Verschuiving is aangebroken. Overal ter wereld zullen regeringen afbrokkelen. Mijn volk zal opstaan ​​om in opstand te komen omdat hun stemmen tot zwijgen worden gebracht. De tijd is gekomen dat Ik degenen roep die Ik heb voorbereid om als Jeremia en Elia om Mijn volk door deze tijd van wederopbouw te leiden. Open de H. Schrift en luister naar de Evangelieboodschap; kom bijeen in gebed en richt je smeekbeden tot je Hemelse Vader. Ga nu heen, reinig je ziel en sla acht op Mijn woorden, want Ik Ben Jezus, en Mijn Genade en Gerechtigheid zullen zegevieren.

    6/1/2021: Mijn kind, er zijn tegenwoordig velen binnen de regeringsmuren die doorgaan met het eten van de verboden vrucht. Er zijn tegenwoordig leiders die proberen te heersen in naam van de waarheid, maar hun daden zijn die van Judas. Mijn kind wanhoop niet, want dit is een tijd waarin de wereld zal beginnen te delen in de wonden van Mijn Lijden. Wanneer je hart pijn doet op de plaats waar Mijn kleintjes genadeloos worden afgeslacht in de moederschoot, weet dan dat je geweten reageert op de waarheid. Wanneer de onschuld van Mijn kinderen wordt weggenomen in naam van lust en hebzucht, kan de aarde alleen maar beginnen te beven. Deze wereld is een tijd ingegaan die de profeten van vandaag oproept om op te staan ​​en niet bang te zijn, want de wereld zal om je heen beginnen af ​​te brokkelen - maar het is jouw tijd, jouw uur om Mijn schapen terug te leiden naar hun Herder. Dit is een uur van ontwaken en voor de wereld om op haar knieën te gaan en zich te bekeren. Ik vertel Mijn kinderen om te bidden, bid met een open hart en wanneer je bidt, geef je je smeekbede aan je Hemelse Vader, want Ik ben Jezus en Mijn Genade en Gerechtigheid zullen zegevieren.

    Het web zal worden vernietigd

    9/12/2020: Mijn kind, het werk van een spin leidt altijd terug naar zijn web. Zodra het web werd blootgesteld, wordt het altijd vernietigd om een schoongemaakte woning te hebben. Het web zal binnenkort worden blootgesteld en de spin zal er niet langer zijn omdat elke hoek van de woning door de bewoner wordt schoongemaakt. Ik zeg je elk deel van het web en de oorsprong ervan zal te zien zijn waar het begint en eindigt, want Ik ben Jezus en Mijn genade en gerechtigheid zullen zegevieren.

    30/11/2020: Mijn kind, wanneer de mensheid vrijheid zoekt, kiest hij ervoor om zijn vrije wil te beleven die Ik sinds het begin van de schepping voor hem heb verordend om de missie te vervullen waarvoor hij werd gestuurd. Het beperken van de vrijheid van de mensheid is het beperken van zijn vermogen om te voldoen aan de wil van de Hemelse Vader. Ga nu heen, want Ik ben Jezus en Mijn genade en gerechtigheid zullen zegevieren.

    28-07-2022 om 00:00 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-07-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luz de Maria 24/7

    24/7/2022 Maria: Geliefd volk van mijn Zoon, geliefde kinderen:

    Ik benader elk van de mijne om hen mijn hand aan te bieden op dit moment van blindheid, waarin de boosaardige onderdrukker van zielen zijn gezanten heeft gestuurd om mensen zoveel mogelijk te verblinden.

    Breng constant Gods Wet in praktijk, de Sacramenten, de zaligsprekingen en andere vrome doelen.

    Zonder wapenstilstand aan de vijand te bieden, moet het volk van mijn Zoon constant groeien in het spirituele leven om meer in (het H. Hart van) mijn goddelijke Zoon binnen te komen en zich meer met Hem te verenigen.

    Beoefen de lichamelijke en geestelijke werken van Barmhartigheid (Matt 25: 31-46) zodat ze tot het goede aanzetten en jullie niet ten prooi vallen aan degenen die je willen verblinden, opdat je niet het goede doet en het hart verhardt.

    Heb de zekerheid dat elke daad van Liefde voor de naaste en voor Gods Liefde een bron van zegeningen voor je is, zelfs als je er niet om vraagt.

    Mijn kinderen zijn degenen die in zichzelf een zondaar herkennen, ze zijn nederig, zachtmoedig van hart en mijn goddelijke Zoon boven alles beminnen.

    Kinderen, bevecht het kwaad met het goede en het is het goede dat op dit moment in jou zou moeten bloeien, zelfs als je kijkt met onverschilligheid en afwijzing, zodat jullie ertoe geleid worden om nog meer op mijn Goddelijke Zoon te lijken.

    Volk van mijn Zoon, de oorlog rukt op en de mensheid kijkt er niet naar...

    Volk van mijn Zoon, bid want de oorlog is gepositioneerd om hard toe te slaan, zonder te worden verwacht.

    Volk van mijn Zoon, een nieuwe plaag is de roep van de machtigen. Woningen zullen opnieuw een toevluchtsoord zijn voor zijn bewoners en de grenzen zullen opnieuw worden gesloten.

    Volk van mijn Zoon, bid, ze zullen jullie het merkteken aanbieden wanneer jullie honger lijden. Weiger het!

    Kinderen, de natuur wordt veranderd door (Groot)Machten in hun strijd om suprematie: sommige veranderen het weer en anderen veranderen tektonische breuklijnen. Niet alles wat er gebeurt, is het werk van de natuur.

    Wees waakzaam, vergeet niet dat de zon ervoor zorgt dat het land wordt getroffen en dit het lijden doet toenemen.

    Bid, een mens van macht valt in politiek verraad, ze doen hem en er zal chaos op aarde zijn. 

    Volk van mijn Zoon, het communisme rukt op en wereld-hongersnood is één van zijn grote wapens.

    De Kerk van mijn Zoon is in duisternis...

    De Kerk van mijn Zoon wordt vervolgd in kleine landen en zal vervolgens oprukken in grote naties.

    Verlies het Geloof niet, blijf trouw aan mijn Goddelijke Zoon.

    Jullie stevenen af op zuivering en sommige van mijn kinderen worden moe en overweldigd vóór het wachten, maar ze blijven in een constante verwachting en dat is zo diep in hun hart geworteld dat ze luisteren: "Je moet vruchten dragen van eeuwige leven." (Joh 15:16)

    Ik ben Moeder van de mensheid en ik lijd door de dwaasheid van zoveel van mijn kinderen die, geroepen zijn om brandende lampen te zijn, verwaand zijn en niet om hen heen verlichten wanneer ze zich in het wereldse bevinden.

    Kinderen:

    Kom naar mij en neem mijn hand om naar het ware pad te lopen.

    Kom naar mij om je naar mijn Goddelijke Zoon te leiden.

    Geef me zonder angst je hand en loop zonder rond je te kijken, alleen met het blik op mijn Zoon gericht.

    Ik zegen jullie, geliefde kinderen, wees niet bang.

    Moeder Maria

    3 x WEES GEGROET ONBEVLEKTE MARIA, ZONDER ZONDE ONTVANGEN 

    Luz de Maria 

    Broeders en zusters:

    Onze Gezegende Moeder, Koningin en Moeder van de Eindtijd anticipeert op de laatste Triomf.

    Het is bekend bij Gods Volk dat vooraleer de grote genade te ontvangen, er een grote zuivering plaatsvindt en dit werd bepaald door de H. Drie-eenheid voor deze generatie: hongersnood, duisternis, vervolging, epidemieën, oorlog ...

    Wees waakzaam broeders en zusters, zonder in angst te vallen, maar aangemoedigd om vastberaden te zijn in Geloof.

    We zijn geroepen om te groeien en te erkennen dat het zonder een spiritueel pad niet vordert, want het is Gods Wil, waarin zich de lichamelijke en geestelijke werken van Barmhartigheid zich bevinden.

    Lichamelijke werken van Barmhartigheid:

    (1) de hongerigen spijzen, (2) de dorstigen laven, (3) de naakten kleden, (4) vreemdelingen herbergen, (5) zieken bezoeken, (6) gevangenen bezoeken en (7) doden begraven

    Geestelijke werken van Barmhartigheid:

    (1) onwetenden onderrichten, (2) twijfelaars goede raad geven, (3) bedroefden troosten, (4) zondaars vermanen, (5) lastige mensen geduldig verdragen, (6) beledigingen vergeven, (7) bidden voor levenden en doden  

    Onze Gezegende moeder herinnert ons aan hetgeen vergeten word, ja het is vergeten dat we God en de naaste moeten liefhebben, dat we niet alleen voedsel moeten delen, maar ook kennis dat de H. Geest ons geeft wanneer de mens het met Liefde en nederigheid vraagt.

    Broeders en zusters, we lopen ja, maar in een veld ondermijnd door de duivel en het vlees. Wanneer we op het pad van zuivering zijn en niet willen (h)erkennen, dan zal menselijke dwaasheid de mens naar de verdoemenis blijven slepen.

    Laten we het niet moe worden om het goede te doen uit Liefde voor Onze Heer Jezus Christus en Onze Gezegende Moeder. Amen.


    27-07-2022 om 21:07 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herwerkte bundel van het Kostbaar Bloed: Dossier Kostbaar Bloed

    Lieve lezers, ik heb de Handleiding tot het Kostbaar Bloed herwerkt en dit is nu Dossier Kostbaar Bloed geworden. Je vindt het in Mijn Bibliotheek aan de zijkant van de blog. Het bevat de hele devotie van Barnabas Nwoye tot het Kostbaar Bloed en de meditaties van het Kostbaar Bloed in de juli-maand. Veel leesplezier!

    27-07-2022 om 18:53 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meditaties over het Kostbaar Bloed (4)

    22/7 Het tweede vergieten van Zijn Kostbaar Bloed

    1. Er zijn gevallen bekend dat mensen die uiterste angst hebben geleden en baden in bloedzweet. In de tuin van Getsemane baadde Jezus in bloedzweet, druppels bloed vielen op de grond. Ach, wat moet de intensiteit van Zijn lijdensweg groot zijn geweest! Niemand heeft ooit zo'n verdriet gekend als het Zijne. Niemand werd ooit zo verpletterd door het gewicht van ondraaglijke ellende. Hoe kon dit gebeuren met de Gods Zoon? Voor mij zou het terecht zijn wegens mijn zonden, maar voor Hem, een onschuldige, lijkt het onmogelijk, onrechtvaardig en wreed.

    2. Het overkwam Jezus omdat Hij toeliet dat alle kwaadaardigheid van zonde op Hem werd aangericht, alle verwoesting waarvan de onmetelijke intensiteit van het kwaad mogelijk is, voor zover verenigbaar met Zijn zondeloosheid en Zijn goddelijke volmaaktheden. In sommige opzichten zorgde juist de volmaaktheid van Zijn natuur ervoor dat Hij meer leed, aangezien niemand zo gevoelig was voor pijn en teleurstelling als Hij, en Zijn goddelijkheid werd alleen gebruikt om Zijn Heilige menselijkheid mogelijk te maken. Het werd niet door Hem gebruikt om Zijn lijden te verlichten, integendeel, maar meer te lijden .

    3. Was dit onrechtvaardig? Nee, want Hij nam het op Zich en droeg het gewillig. Was het wreed? Nee, want Zijn Heilige menselijkheid zou een beloning krijgen die het lijden als het Zijne overtreft. Het was om tot in alle eeuwigheid te genieten van de glorie van de hoogste Hemel in ruil voor Zijn korte kwelling op aarde. Voor de vreugde die Hem in het vooruitzicht werd gesteld, verdroeg Hij alles graag, de vreugde om ons te redden van zonde en dood.

    23/7 Het derde vergieten van Zijn Kostbaar Bloed

    1. Toen Pilatus ontdekte dat hij de Joden niet kon overtuigen om toestemming te geven voor de vrijlating van Jezus, beval hij Hem te laten geselen, een zo wrede straf. De geseling was om deze reden zwaar boven wat gebruikelijk was, omdat de Farizeeën naar verluidt de beulen hadden omgekocht en hen met een drankje hadden aangestoken om hen ertoe te brengen om nog grotere barbaarsheid tentoon te spreiden. Kijk hoe alles zich leek te verenigen om nog meer martelingen toe te voegen aan hetgeen Gods Zoon werd toegebracht.

    2. Bekijk het tafereel. Gods Zoon met Zijn handen vastgebonden aan een korte pilaar, aan weerszijden van Hem een ​​beul met een karwats met vele touwen, waarvan sommige met ijzeren weerhaakjes, die ze met wrede gewelddadigheid lieten neerkomen op Zijn Lichaam. Zijn Heilig Lichaam dat reeds was bedekt met kneuzingen, werd vervolgens verscheurd en het Kostbaar Bloed dat eerst druppelde, gutste vervolgens uit Zijn open wonden. Toch gingen ze door met hun niet-aflatende wrede geselingen. De grond werd niet alleen bedekt met een plas bloed maar ook stukjes Heilige vlees van Zijn Lichaam.

    O Jezus, wat lijdt U niet voor mij!

    3. Hoor Hem zachtjes kreunen in Zijn pijn, en temidden van het gekreun bidden tot de eeuwige Vader om elke slag te aanvaarden in uitboeting voor de zonden van de mens, en vooral voor de zondige genoegens van het vlees.

    O Jezus, moge de gedachte aan Uw geseling me ervan weerhouden om ooit toe te geven aan verleiding, en mag ik versterven aan mijn lichaam uit Liefde voor U!

    24/7 Het vierde vergieten van Zijn Kostbaar Bloed

    1. Na de geseling bedachten de soldaten een nieuwe marteling voor Gods Zoon. Ze weefden van de stekelige takken van een doornstruik een doornenkroon en plaatsten het op Zijn H. Hoofd om het vervolgens aan te drukken met hun speer. De lange scherpe doornen doorboorden Zijn vlees, en het Kostbaar Bloed druppelde naar beneden over Zijn voorhoofd en vulde Zijn ogen. Hij werd erdoor verblindt en het veroorzaakte Hem verse pijn en ellende.

    2. Deze doornenkroning diende om voor onze trotse gedachten, onzuivere gedachten en harteloze gedachten te boeten. Zijn Bloed dat Zijn Heilige gezicht bedekte, diende om voor onze ellendige ijdelheid en het verlangen om onszelf te verfraaien in de ogen van mensen te boeten. De verblinding van Zijn ogen, voor onze onzuivere blikken, zorgeloze blikken, en onze blikken van nieuwsgierigheid en trots.

    O mijn Heer, hoe verscheiden was het Lijden dat U moest ondergaan voor mijn vele zonden!

    3. Elke vorm van lijden die door Gods Zoon werd doorstaan, kreeg zijn eigen passende beloning voor Zijn Heilige mensheid. Want elke striem werd een verse glorierijke straal, elke belediging een nieuw loflied van Engelen en Heiligen, zo werd de Kroon die Hij in de Hemel draagt glorierijk in verhouding tot het lijden en de schande van de doornenkroon. Alles wat we voor Hem doorstaan, zal een overeenkomstige en passende beloning in de Hemel hebben.

    25/7 Het vijfde vergieten van Zijn Kostbaar Bloed

    1. Op de top van Golgotha, uitgestrekt op het ruwe Kruis, met Zijn armen uitgestrekt langs de horizontale dwarsbalken, lag Gods Zoon. Hij was reeds gewond, met Bloed bedekt, uitgeput door lijden en door Zijn herhaalde valpartijen onderweg. De beulen zullen zeker tevreden zijn geweest met de gewone methode om Zijn armen aan het Kruis te binden en Hem zo te laten sterven. Maar nee, voor het onschuldige, smetteloze Lam van God stonden ​​nieuwe martelingen te wachten. Enorme nagels worden in het midden van Zijn handen geplaatst en met wrede slagen van een zware hamer door Zijn delicate, gevoelige handpalmen gedreven. De slagen weerklinken; het Kostbaar Bloed gutst eruit, en Jezus kreunt onder de afschuwelijke pijn die door elke zenuw bonst.

    2. O Jezus! hoe kunnen we het verdragen om U zo gewond te zien! Die Handen die altijd uitgestrekt waren om goed te doen aan allen, om verdriet te troosten en ziekten te genezen! Ze deden nooit iets anders dan goeds; hoe kunnen wrede mensen dan zo ondankbaar, zo barbaars, zo goddeloos zijn om U zo te vergelden? O, mag ik leren treuren om Uw smart, en, zoals Uw allerheiligste Moeder, mijn mededogen verbinden met Uw Lijden!

    3. Toch droevig en vreemd om te zeggen, maar mijn daden komen maar slecht overeen met de uitingen van mijn verdriet. Het is voor zonden begaan door mijn uitgestrekte handen dat U lijdt; voor mijn egoïsme, onvriendelijkheid, onbescheidenheid, woede en hebzucht. Hoe zal ik U compenseren voor mijn aandeel in deze wreedheid? O, help me om dat te doen, en laat me zien hoe ik dat kan doen!

    26/7 Het zesde vergieten van Zijn Kostbaar Bloed

    1. Niet alleen de handen, die voor de mens werken van Liefde deden, maar ook de voeten, die rondgingen om goed te doen, werden doorboord door de wrede nagels. Het lijkt alsof de mensen erop uit waren om de ledematen die voor het welzijn van de mens werden gebruikt, te vergoeden met kwaad. Ze haatten Hem niet alleen zonder reden, maar ze haatten Hem vanwege Zijn Liefde voor hen. Zo is de mens wanneer hij in Satans macht is. Zo ben ik te vaak ondankbaar geweest jegens God, opstandig tegen de middelen die Hij gebruikte om mijn ziel te genezen en mij van zonde te verlossen.

    2. Wat moet deze onuitsprekelijke pijn zijn geweest in die drie uur waarin het H. Lichaam van Onze Heer met al zijn gewicht aan Zijn handen en voeten hing. Wie kan het beschrijven? De pijn die elke zenuw pijnigde, zodat er geen gezond deel in Zijn Lichaam was; de totale uitputting en, het ergste van alles, de kwellende dorst die het gevolg was van de voortdurende stromen van Zijn Kostbaar Bloed die uit Zijn H. Lichaam vloeiden. Wie kan het zich voorstellen?

    Zie, allen die langs de weg gaan, of er enige smart is zoals Mijn smart.

    3. Toch worden deze wonden, toegebracht door de kwaadaardigheid van de mens, nu door Jezus gebruikt als argumenten die pleiten om genade voor zondaars in de Handen van Zijn Vader.

    O Jezus, wanneer zal ik vergeven, zoals U mij hebt vergeven?

    Wanneer zal ik leren dat het een voorrecht en een heerlijkheid is om goed met kwaad te vergelden, en zo op U te lijken?

    27/7 Het zevende vergieten van Zijn Kostbaar Bloed

    1. Zelfs toen het verlossingswerk volbracht was en Jezus Zijn ziel in Zijn Vaders Handen had uitgeblazen, vergoot Hij nogmaals Zijn Kostbaar Bloed voor de mens. Om de volledigheid van Zijn offer te kenmerken, stortte Hij als het ware de laatste druppel uit die nog in Zijn Heilig Hart bleef hangen. Het was een teken dat Hij niets voorbehield. Hij bewees Zijn onuitputtelijke Liefde voor de mens door deze laatste daad waarmee Hij de mens het laatste spoor van leven naliet dat nog over was. O, onsterfelijke, onwankelbare Liefde van Jezus, die ons tot het einde toe met uiterste Liefde heeft liefgehad!

    2. Het water en het bloed dat uit de zijdewonde van Onze Heer vloeide, waren de symbolen van de twee belangrijkste Sacramenten: het water van het Heilig Doopsel en het Bloed van de Heilige Eucharistie. Zo werd gezegd dat Christus door deze doorboring van Zijn zijde de fundamenten van de Kerk heeft gelegd; en zoals Eva, de echtgenote van Adam, werd gevormd uit de zijde van Adam, zo werd de Kerk, de H. Bruid van Christus, gevormd uit Zijn zijde toen de speer van de honderdman Zijn zijde doorboorde. Bid om een ​​intense Liefde voor de H. Kerk, vanwege Christus’ Liefde voor Zijn ware Bruid.

    3. De honderdman kende de betekenis en het belang van zijn daad niet toen hij de zijde van Jezus doorboorde. Er kwam Bloed van Christus op hem terecht en in een oogwenk werd hij ‘genezen’. Genade raakte zijn hart en hij bekeerde zich. O, wonderbaarlijke kracht van het H. Bloed van Christus!

    28/7 Het Kostbaar Bloed in het Doopsel

    1. Bij het Doopsel reinigt het Kostbaar Bloed de smet van de erfzonde. Dit voorrecht strekt zich uit tot allen die geldig met water werden gedoopt, zowel binnen de Kerk als daarbuiten. En degene die doopt de voorgeschreven woorden en de bedoeling volgens de Katholieke Kerk heeft gevolgd. Zo worden door de kracht van het Kostbaar Bloed honderden en duizenden kleine kinderen in staat gesteld om voor altijd het aangezicht van God in de Hemel te zien.

    2. Het is niet alleen de afwezigheid van wat hatelijk is voor God, dat het resultaat is van het Doopsel. De ziel van het gedoopte kind ontvangt een deel van alle volmaaktheden en genaden die het Kostbaar Bloed voor ons heeft gewonnen. Ze wordt niet alleen gereinigd, maar ook geheiligd. Het is niet kleurloos zoals water, maar rood van liefdadigheid waarvan het Kostbaar Bloed het teken en symbool is. De ziel van de gedoopte wordt gevuld met alle gaven van de Heilige Geest; de deugden van geloof, hoop en liefde worden erin gegoten. Het is buitengewoon mooi in Gods ogen, want ze heeft een bovennatuurlijke gelijkenis met Hem.

    3. Deze schoonheid blijft in de ziel van alle gedoopten totdat ze een doodzonde begaan. Deze schoonheid wordt steeds groter bij elke daad die voor God wordt gedaan. Niets kan het van ons wegnemen, behalve een opzettelijke of ernstige daad van ongehoorzaamheid aan Zijn Heilige Wet. Bid om een ​​voortdurend toenemend besef van de onvergelijkbare schoonheid van onschuld van het Doopsel.

    29/7 Het Kostbaar Bloed in het Sacrament van de Biecht

    1. De taak van het Kostbaar Bloed bij het Doopsel is een betrekkelijk lichte taak naast deze die het Kostbaar Bloed verricht in het Sacrament van de Biecht. Bij het Doopsel wordt de erfzonde weggewassen; in de Biecht de werkelijke zonde. De eerste klampt zich aan ons vast buiten onze schuld; het laatste is het resultaat van onze eigen opzettelijke daad. Het maakt ons tot vijanden van God in een heel andere zin dan deze die het gevolg is van erfzonde. Het plaatst ons, of liever, wij plaatsen onszelf uit vrije wil onder de macht van Satan. We verliezen vrijwillig ons erfdeel en roepen ons uit tot opstandelingen. De taak van verzoening is veel moeilijker en is alleen mogelijk met onze eigen samenwerking.

    2. Toch herstelt het Kostbaar Bloed de zondaar tot zijn trouw, en bevrijdt hem van de macht van Satan, wanneer hij werkelijk bezorgd is om verlost te worden. Zodra het Kostbaar Bloed de ziel van de zondaar aanraakt, reinigt ze de ziel alsof de ziel nooit gezondigd heeft, en herstelt ze hem in vrede en vriendschap met God. Wie heeft zijn transformerende kracht niet gezien, en de zondaar die eerder verhard, depressief, en bijna in wanhoop was, daarna vol vrede, troost en vreugde onder zijn goddelijke invloed bemerkt?

    3. We kunnen ons niet verwonderen over de kreet van doodsangst van Onze Heer in Getsemane, of over Zijn bloedzweet, als we bedenken wat het was dat het Kostbaar Bloed uit onze ziel moest wissen. Wat een opgestapelde afschuw van trots, zelfzucht, onreinheid en hebzucht! Zo'n reiniging kon alleen worden verkregen ten koste van een offer van oneindige waarde.

    O Jezus! Laat mij Uw goddelijke Liefde meer waarderen.

    30/7 Het Kostbaar Bloed in de Heilige Communie

    1. Als in andere Sacramenten het Kostbaar Bloed moreel wordt toegepast op de zielen van degenen die het ontvangen, wordt het in de H. Communie zowel in lichaam als ziel meegedeeld. Wij hebben het wonderbaarlijke voorrecht in lichamelijk contact te worden gebracht met het Kostbaar Bloed, of het nu onder de vorm van wijn in de kelk is, of van brood in de H. Hostie. Hoe zuiver moeten onze lichamen zijn als ze op deze manier de Bron van alle zuiverheid, het Heilige der heiligen, de God moeten raken, wiens oneindige zuiverheid zodanig is dat de Engelen niet zuiver zijn in Zijn ogen! Hoe kunnen we het wagen om Christus Zelf zo aan te raken? Om het Kostbaar Bloed in onze zondige en onreine lichamen te ontvangen?

    2. Toch nodigt Christus, Onze Heer, ons daartoe uit. In Zijn onverklaarbare Liefde verlangt Hij naar ons, vraagt ​​ons, om Zijn Kostbaar Bloed te ontvangen in de H. Communie. In plaats van te zeggen, zoals Hij tegen Maria Magdalena deed, raak me niet aan; zegt Hij: Drink, Mijn vrienden, en word dronken, Mijn geliefden. Bewonder Zijn goddelijke goedertierenheid, en pas op voor het veronderstellen van Zijn geduld en Zijn Liefde.

    3. Hoe moeten wij de bereidheid, ja zelfs vurig verlangen van Jezus om zo door zondige mensen te worden ontvangen, verklaren? Het is omdat Hij, door Zichzelf aan ons mee te delen, ons meer laat lijken op wat Hij Zelf is en wat Hij wil dat wij zijn. Het Kostbare Bloed schenkt onze zielen alle Hemelse gaven en genaden als we het ontvangen zoals we zouden moeten. O Jezus, sta toe dat ik U vaak en vurig mag ontvangen met een volledige offerande van mijn hele zelf!

    31/7 Het Kostbaar Bloed in de Hemel

    1. In de Hemel deelt het Kostbaar Bloed van Jezus niet alleen in de glorie van Zijn Heilige mensheid, maar is het de bron zijn van Zijn goddelijke schoonheid, want de glorie van Jezus bestaat in het feit dat Hij ons voor een grote prijs heeft gekocht, en deze prijs was niemand minder dan Zijn Kostbaar Bloed. Het zal een voortdurende bron van vreugde en dank voor ons zijn, en ons altijd herinneren aan onze losprijs van zonde en Hel, en aan de onuitsprekelijke zegeningen die we dan zullen genieten. Geef, O Heer, dat ik in deze vreugde mag delen!

    2. De bijzondere heerlijkheid van het Kostbaar Bloed lijkt altijd aanwezig te zijn in de geest van de verlosten in de Hemel en het onderwerp te vormen van hun lofliederen. "Waardig is het Lam dat geslacht werd om eer, heerlijkheid en macht te ontvangen." "U werd gedood en hebt ons voor God verlost in Uw Bloed." "We hebben onze gewaden gewassen en wit gemaakt in het Bloed van het Lam." Als dit het voortdurende lied van de Hemel is, moeten we proberen erop te anticiperen op aarde door een toewijding aan het Kostbaar Bloed van Jezus te cultiveren.

    3. Het Kostbaar Bloed zal ook de onophoudelijke eer van de gezegenden in de Hemel ontvangen, omdat het voor hen al hun genaden heeft verworven. Het kocht voor hen de glorie die ze nu genieten. In hun hart zullen ze het herkennen als de bron van al die geneugten die hun ziel bedwelmen. Daardoor drinken ze van de wateren van het leven, erdoor aanschouwen ze de heerlijkheid van Jezus, en worden ze in extase opgenomen in de gelukzalige aanschouwing.

    O mijn Heer! het is aan Uw Kostbaar Bloed dat ik alles in dit leven te danken heb, en ik zal ik mijn eeuwig geluk in het komende leven te danken hebben.

    O, vul mij met onuitsprekelijke dankbaarheid jegens U nu en voor altijd!



    27-07-2022 om 18:45 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De koppeling aan het Luciferiaanse systeem

    Uw digitale tweeling is dichterbij dan u denkt - wat gebeurt er met uw data en privacy? Xandernieuws 27/7

    Op 20 februari besteedden we uitgebreid aandacht aan het destijds net verschenen World Economic Forum rapport Advancing Towards Digital Agency, waarin werd aangekondigd dat iedereen in de Nieuwe Wereld Orde die moet ontstaan na het voltooien van de inmiddels beruchte ‘Great Reset’ een door A.I. (kunstmatige intelligentie) aangestuurde digitale ‘vertegenwoordiger’ of digitale tweeling zal krijgen, die autonoom besluiten voor u gaat nemen. Wat voor veel mensen nog als science fiction klinkt, wordt in de wetenschappelijke wereld uiterst serieus genomen. Uw digitale tweeling – de eerste versie van uw digital avatar – is volgens experts dichterbij dan u denkt.

    Noot Claudia: Het is vanzelfsprekend dat degenen die met deze zaken bezig zijn en willen implementeren, niet in hun kaarten laten kijken. En gewoonlijk zijn ze verder gevorderd met hun plannen dan ze laten uitlekken. Weet dat dit een essentieel onderdeel is van de agenda van de Antichrist. En de Antichrist staat te wachten om zijn opwachting te maken. Daarom is de termijn van 10 jaar uit de lucht gegrepen, en zal het eerder bij 1 tot 2 jaar liggen.

    De technologische ontwikkelingen op het gebied van A.I. en kwantumcomputers gaan dermate snel, dat de geschatte periode van nog geen 10 jaar waarbinnen iedereen een ‘digitale dubbel’ zal hebben, een digitale kopie of ‘avatar’ van uzelf – waarschijnlijk veel korter zal worden. Zo werd bijvoorbeeld al eerder besloten om de Great Reset en Agenda 2030 te versnellen naar 2025 (‘The Accelerator’).

    Zelfs simpele apps verzamelen enorme hoeveelheden data over u

    Er worden enorme hoeveelheden gegevens over ons verzameld, ook wel ‘data lakes’ oftewel ‘gegevens meren’ genoemd. Daarin wordt alles verzameld en opgeslagen over onze houding, voorkeuren en gedragspatronen die wij overal achterlaten. Hoewel iedereen van zichzelf denkt uniek te zijn, kan een A.I. op basis van al deze data nauwkeurig inschatten wat voor persoonlijkheid u heeft, hoe u zich sociaal gedraagt, en hoe uw koopgedrag eruit ziet.

    Noot Claudia: De enorme hoeveelheden gegeven die over ons worden verzameld, is geen nieuw fenomeen. Dit werd reeds eind jaren ’90 gestart, met de supercomputer ‘La bête’ (Het beest)  genaamd die ergens in Brussel zou staan. Er waren toen meerdere verdiepingen voor deze computer voorzien. Met de vooruitgang van de technologie zal dit geminiaturiseerd zijn en verbonden met een netwerk aan systemen uit het buitenland.

    U denkt dat dit nog steeds toekomstmuziek is? Een simpele telefoon app die bijvoorbeeld wordt gebruikt voor het bestellen van koffie blijkt iedere minuut enorme hoeveelheden data van de gebruikers te verzamelen. Eerder ontstond er om dezelfde reden wereldwijd een privacyschandaal rond Facebook, wat door de meesten echter alweer vergeten lijkt te zijn.

    Kwantum computers nodig voor volledige Hi-Fi digitale tweeling

    Een volledige ‘high fidelity’ (Hi-Fi) digitale tweeling (HDT: Human Digital Twin) moet zoveel mogelijk real-world informatie in real-time bevatten. Een systeem met menselijke digitale ‘tweelingen’ moet daarom gigantische hoeveelheden data kunnen bevatten, en toegang hebben tot de nabije fysieke en sociale omgeving van gebruikers om voorspellingen te kunnen doen en besluiten te kunnen nemen.

    Een volledige digitale tweeling die in alles als twee druppels water op u lijkt is dan ook pas iets voor de volgende fase, vermoedelijk als kwantumcomputers – waarmee de eerste ontwikkelingssuccessen worden geboekt – daadwerkelijk kunnen worden ingezet.

    Ook het low-Fidelity model kent grote ethische en privacy kwesties

    Op dit moment wordt vooralsnog eerst een low-fidelity model ontwikkeld. Maar ook rond een ‘instapmodel’ zijn er sociale en ethische vraagstukken over de veiligheid en integriteit van uw data, de accuraatheid van de voorspellingen van uw gedrag, en natuurlijk de verzamel- en controle capaciteiten die nodig zijn om uw digitale tweeling te creëren en up-to-date te houden. Daarnaast is er nog de prangende vraag wie nu eigenlijk de eigenaar van uw digitale tweeling wordt, en wie daar allemaal toegang tot krijgen.

    Kritische experts hameren er dan ook op dat volledig inzichtelijk dient te worden gemaakt hoe alle data worden verzameld, verwerkt, gebruikt en gepresenteerd, en worden gebruikt om besluiten voor u te maken. Tal van privacy schandalen met de overheid en social media zoals Facebook hebben aangetoond dat het met die benodigde transparantie tot op heden slecht is gesteld.

    Daarnaast zijn er nog aanverwante kwesties die niet kunnen worden genegeerd, zoals de groeiende digitale ongelijkheid in de wereld, een tweedeling tussen de degenen die wel en degenen die geen toegang hebben tot de modernste tech. Die ongelijkheid geldt op menselijke schaal, maar ook op internationale, omdat landen die minder ontwikkeld zijn ten prooi dreigen te vallen aan een nieuwe vorm van kolonialisme door hi-tech mogendheden.

    Overgeleverd aan overheden, banken en multinationals?

    Ook de eerste low-fidelity HDT’s maken het andere partijen zoals overheden, (centrale) banken, globalistische dictaturen zoals het WEF, en grote multinationals mogelijk om de gebruikers te volgen en te monitoren, conclusies te trekken op basis van hun gedrag, hen proberen te beïnvloeden en hen op een bepaalde manier te presenteren en te vertegenwoordigen.

    Dat zou in de gezondheidszorg en het onderwijs wellicht nog kunnen werken, maar als gebruikers geen toegang krijgen tot hun eigen data en daar geen enkele zeggenschap over hebben, zal de individuele autonomie van de mens op het spel komen te staan, en daarmee de collectieve gezondheid van de samenleving. Dan kunnen er wel toezichthouders in het leven worden geroepen, maar ook die blijken vaak te worden ingevuld en aangestuurd door aan de overheid en bedrijven gelieerde partijen.

    Volgens het eerder besproken WEF rapport gaat dit dan ook toe naar een ‘volledig geautomatiseerd systeem van persoonlijke data verzameling en verwerking… Dit is een angstig en fantastisch gebied, en duidelijk niet zo verschillend van een wereld waar geen enkele data bescherming en privacy vereisten zijn.’

    Uw persoonlijke digitale ‘god’

    Het komt er dus op neer dat u een soort persoonlijke digitale ‘god’ gaat krijgen die alle belangrijke besluiten voor u gaat nemen, omdat die ‘god’ op basis van al uw persoonlijke data precies zou weten wat u wilt en nodig hebt, en wanneer en waar. En het ‘geruststellende’ aan dit geheel? In heel het rapport wordt er automatisch vanuit gegaan dat de overheid IEDER aspect van dit proces, deze ‘god’, en dus U, totaal gaat controleren, en gaat bepalen wie ‘betrouwbare partijen’ zijn waarmee al uw data mogen worden gedeeld.

    Als veel mensen nu denken: dat zie ik niet zitten, daar werk ik niet aan mee, dan heeft het WEF al bedacht dat het systeem er desnoods ‘onder wettelijk dwang’ (‘the force of law’) moet worden doorgedrukt. Met door het WEF, de EU en de WHO opgelegde directe of indirecte dwangmaatregelen hebben de afgelopen jaren al vaak te maken gehad; denk aan de compleet onzinnige corona lockdowns en sociale distancing/mondkapjes maatregelen, quarantaines, verplichte testen, afgedwongen ‘vaccinaties’, het stikstofbeleid waarmee onze boerenstand en daarmee onze voedselvoorziening opzettelijk in groot gevaar wordt gebracht, et cetera.

    ‘Uw’ verplichte digitale ID zal werkelijk aan ALLES worden gekoppeld: gezondheidszorg (incl. verzekering), financiële diensten (zoals toegang tot uw bankrekeningen), voedsel en duurzaamheid, reizen en mobiliteit (= paspoort, het kopen van tickets), humanitaire respons (‘om toegang te hebben tot diensten en kwalificaties te tonen om in het buitenland te kunnen werken’), E-commerce (om online te kunnen winkelen en betalen), sociale platforms, E-overheden (inclusief stemmen, wat betekent dat verkiezingen digitaal gaan en de uitkomst dus helemáál niet meer te vertrouwen is) en telecommunicatie,’ zo wordt ons in het WEF rapport in het vooruitzicht gesteld.

    ‘Ingebed in uw lichaam’: Teken van het Beest in 2025

    Onder het kopje ‘Toekomst’ (pag.23) wordt letterlijk gesproken van de ‘next level van data intermediaries (‘embedded in your body’ = ingebed in uw lichaam, apparaten, huizen, steden, etc.)’. Natuurlijk bevatten die ook de door niemand gewilde ‘vaccinpaspoorten‘ (pag.24, Box 4).

    In een Frans TV-interview in 2016 voorspelde WEF despoot Klaus Schwab dat dit alles ‘absoluut in de volgende 10 jaar zal gaan gebeuren,’ beginnend met (nano)chips in onze apparaten en kleding, en daarna ‘in onze hersenen of in onze huid. En uiteindelijk misschien directe communicatie tussen ons brein en de digitale wereld. We zien een soort samensmelting van de fysieke, digitale en biologische wereld.’

    Het WEF stelt alles in het werk om het in Openbaring voorzegde, digitaal (A.I. / 5G) aangestuurde ‘systeem van het Beest’ in 2025 opgezet te hebben. In april 2020 berichtten we over Microsoft patent aanvraag 2020-060606 voor een technologie waarmee het menselijk lichaam rechtstreeks wordt gekoppeld aan een digitaal betalingssysteem. Daar zouden wel eens verplichte mRNA nanotech injecties (valselijk gepresenteerd als ‘vaccinaties’) zoals de huidige Covid-19 prikken voor kunnen worden gebruikt, zoals wel al in 2009 voorspelden.

    ‘Het Beest’ zou zelfs een letterlijke betekenis kunnen hebben, want het is inmiddels technisch mogelijk om iedereen te injecteren met deels menselijke, deel synthetische, deels dierlijke gen-veranderende stoffen. Zijn deze mensen na vaccinatie dan nog wel volledig menselijk? Zou de reden dat in Openbaring wordt gewaarschuwd dat de mensen die dit ‘teken’ in hun lichaam laten prikken, niet meer te redden zijn, omdat ze deels ‘beest’ zijn geworden?

    HDT / digitale avatar ‘zet uw bewustzijn vast in Luciferiaanse schepping’

    In ons artikel ‘Astrofysici zien eerste bewijs voor bestaan onzichtbare ‘spiegel wereld’” (24-05) besteedden we al eens aandacht aan de recente video ‘Digitale Avatar sneller groeiend dan Bewust zijn van de mens ‘ van de Nederlandse auteur en Lichtwerker Helma Broekman, die erop wees dat deze HDT / digital avatar in werkelijkheid gecreëerd wordt om de ‘toekomst’ van Lucifer en zijn gevallen engelen (de elite) veilig te stellen. ‘Als we nu niets doen, wordt het bewustzijn van de mens opnieuw in een Luciferiaanse schepping vastgezet.’

    Noot Claudia: In taal van geloof: Het komt erop aan te strijden door middel van gebed, sacramenten en gehoorzaamheid aan God en Zijn Wil om gered te worden. Deze krijgen een zegel op het voorhoofd door Gods Engelen aangebracht. De ziel is onsterfelijk en is de inzet van de strijd tussen God en Satan. Nu Satan en Zijn Maitreya-Boeddha op aarde aan de zet zijn, zal door middel van de microchip het DNA van de mens worden aangepast, geherprogrammeerd om in het digitaal systeem van Satan (Lucifer voor de wereldelite) te passen, wat een systeem is van totale controle. De eigen wil wordt dan uitgeschakeld en men wordt een robot, een leeg omhulsel. De ziel is dan reeds van Satan.

    ‘Door de mensheid als manipuleerbare biologisch/ technische machines te positioneren binnen een nieuwe (wereld)orde met een technologische aangestuurde werkelijkheid (de Metaverse, gelinkt aan het ‘Internet of Body’s’ zoals is aangekondigd door het WEF), kan de schepping opnieuw beginnen, ditmaal bij ‘Genesis deel 2’, schreef Broekman in haar artikel ‘Doel bereikt - missie voltooid? ‘ (29 april /Telegram artikel).

    ‘De Metaverse wereld ontwikkelt zich in ras tempo, en de oude wereld blijft achter, waarin de verwoesting van de opbouw van de transhuman wereld schrijnend zichtbaar zal zijn. In de holografische virtuele Metaverse ‘bel’ zullen de zintuigen anders functioneren. De achtergebleven mens met zijn ‘oude’ DNA en genenpool dient te overleven in wereld waarin niet meer hetzelfde zal zijn.’ (De Metaverse wereld deel II /Telegram).

    ‘Het allerbelangrijkste van de Metaverse is het bezitten van een online identiteit. De huidige mens MOET een virtueel alter ego krijgen om ‘Utopia’ te bereiken en verder te kunnen leven in de Smart City of life.’ Echter in deze wereld is jouw ZIEL het handelswaar!’ (De Metaverse wereld - Het Nieuwe Paradijs - deel 1/Telegram).

    Noot Claudia: Degenen die God volgen zullen ook een fijnstoffelijk lichaam krijgen om de Nieuwe Aarde te bereiken en om langer te kunnen leven. Deze sterfelijke, aftakelende lichamen zijn niet geschikt om de Nieuwe Aarde te bereiken.

    Hier nogmaals Helma Broekmans video over digitale avatars:

    Kortom: via avatars, ontwikkeld uit de eerste generatie HDT’s (digitale tweelingen), zullen mensen in virtuele (Metaverse) werelden worden gelokt die niet van echt te onderscheiden zijn, en die hen via dit ‘Internet of Body’s’ eeuwig gevangen kunnen zetten (zelfs inclusief de ervaring van geboren worden, sterven, naar hemel of hel gaan, of reïncarneren).

    Noot Claudia: Het concept van reïncarnatie komt uit het Oosten, en is volkomen onwaar. Het is een duivelse leugen om mensen tot zijn agenda te lokken.

    Is er vanuit het perspectief van het duister, van Lucifer, een briljantere eeuwige gevangenis denkbaar dan deze?

    27-07-2022 om 12:23 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boodschappen aan Jennifer (4)

    Duisternis uit Rusland en China

    15/2/2007: Mijn kind, mijn vrede zij met je. Kom naar mij, lief kind, kom naar me toe want ik wens dat je bij Mij bent. Het uur komt dichterbij, want er komen veranderingen aan. De lichten van steden zullen zwart worden en sirenes van door de mens gemaakte waarschuwingen zullen weerklinken. De winden zullen verschuiven uit het Oosten en te midden van chaos en vernietiging, zal de wereld zijn uur van oordeel zien. Ik heb mijn volk gewaarschuwd om te kijken naar de duisternis die uit Rusland en China komt, want deze oorlog is pas begonnen. De enige vrede van de mensheid zal voortkomen uit zijn vertrouwen in Mij en Mijn Goddelijke Wil, want Ik ben Jezus. Bid elk uur het gebed van de H. Aartsengel Michaël en wees waakzaam. Blijf waakzaam, want de dagen van verandering komen eraan.

    Mijn kind, bid voor je vrienden in Rome, bid voor de bescherming van de Heilige Vader, want mijn Zoon wordt binnenkort omringd door gevaarlijke raketten. Ik kom naar je toe met Mijn woorden, heb dus vertrouwen in wat Ik je uit grote liefde vertel. Ga nu heen want Ik ben Jezus, en wees in vrede, want alles zal volgens Mijn Wil gebeuren.

    Vroegere boodschap 22/5/2012: Ik huil vandaag Mijn kinderen, maar het zijn degenen die Mijn waarschuwingen niet in acht nemen die morgen zullen huilen. De winden van de lente zullen veranderen in het stijgende stof van de zomer, omdat de wereld meer op een woestijn begint te lijken. Voordat de mensheid in staat is om de kalender van deze tijd te wijzigen, zullen jullie getuige zijn geweest van de financiële ineenstorting. Het zijn alleen degenen die op Mijn waarschuwingen letten die zullen voorbereid zijn. Het Noorden zal het Zuiden aanvallen als de twee Korea’s in oorlog met elkaar raken. Jeruzalem zal schudden, Amerika zal vallen en Rusland zal zich verenigen met China om Dictators van de Nieuwe Wereld te worden. Ik smeek in waarschuwingen van Liefde en Barmhartigheid want Ik ben Jezus en de hand van gerechtigheid zal binnenkort zegevieren.

    Bergen zullen ontwaken

    8/3/2005: Ik ben Degene die de bergen, de aarde, en alles wat er zich bevindt, de diepte van je zonden kent en hoe de aarde op deze zondigheid reageert.

    9/1/2005: Mijn volk, de tijden waarin je leeft, komen ten einde. Jullie bevinden jullie in de strijd en het is een oorlog voor je ziel. Ik ben het, Jezus, die je komt waarschuwen dat deze tijd van verwarring net begint, daarom is het belangrijk om gefocust te blijven op het Kruis. Je zult geconfronteerd worden met veel beproevingen onder je familie en vrienden en je zal moeten beslissen: Mijn weg of de wereld. Je bent misschien de enige die standvastig is en tegenover de menigte staat als je ervoor kiest om in Mijn Licht te lopen. Het is geen gemakkelijk pad, maar de weg naar Golgotha ​​brengt je naar het Koninkrijk. Mijn volk, zoals Ik je heb verteld, vermenigvuldig je tijd in gebed. Aanroep je beschermengelen om je te helpen want Satan heeft nog veel meer boze geesten ontketend om je ziel te vangen. Hij zoekt niet degenen die van de wereld zijn, hij zoekt degenen die ernaar streven in Heiligheid te lopen.

    Mijn volk, er zijn veel veranderingen aan de horizon en deze aarde zal schommelen en beven. Een natie die heeft geslapen, zal binnenkort worden gewekt. Veel kwade zielen zoeken om aan te vallen. Bergen die hebben geslapen, worden binnenkort gewekt en het zal door mensen gemaakte structuren doen instorten. Veel as zal door de lucht filtreren en het zal ertoe leiden dat velen omkomen door de as die de ringen van vuur zullen volgen. Mijn volk, let op de staat van je ziel voor deze gebeurtenissen zich zullen ontvouwen - ze zijn op handen, maar toch hangt je eeuwige bestemming af van de staat van je ziel. Luister naar je Meester, want Ik ben Jezus...

    30/5/2004: Mijn volk, de tijd is gekomen, het uur is nu en de bergen die hebben geslapen, zullen binnenkort worden gewekt. Zelfs deze die in de diepten van de zeeën hebben geslapen, zullen met enorme macht ontwaken. Mijn volk, nu is het tijd om je relatie met je Hemelse Vader te versterken en je relatie wordt alleen versterkt door gebed.

    Mijn volk, je zult niet worden gespaard voor deze gebeurtenissen, want de mensheid is Mijn smeekbeden, Mijn woorden van waarschuwing blijven negeren. Dit is het moment om je ogen en harten voor Mijn woorden te openen, want net zoals Ik je Barmhartige Redder ben die stierf om je van je zonden te redden, kom Ik opnieuw om je te waarschuwen dat je leven Me niet behaagt. Schakel de verstrooiingen uit en zet wereldse wegen opzij omdat de wereldse dingen kunnen worden weggespoeld, maar je ziel leeft voor altijd voort.

    Naarmate je lava begint te zien vallen uit deze bergen zullen meer slechte zielen worden losgelaten, blijf daarom waakzaam. Wees deze keer niet bang, omarm het liever, wetende dat als je de wil van je Hemelse Vader volgt, je gered zult worden. Ga nu verder en reageer door de Evangelieboodschap te beleven, de geboden te beleven en je ziel vaak te reinigen. Wees nu in vrede, want Ik ben Jezus en mijn Barmhartigheid en gerechtigheid zullen zegevieren.

    5/7/2004: Mijn volk, waar ben je? Waar zijn Mijn kinderen? Zo weinig van jullie komen Me opzoeken en Mij aanbidden in Mijn meest gezegende Sacrament. Dit is de tijd, lieve kinderen, dat de bergen die hebben geslapen binnenkort worden gewekt en je communicatie zal snel tot stilstand komen.

    ... Het zal een tijd zijn van grote epidemieën, hongersnood, stormen en aardbevingen en het zal vele gebieden vernietigen. De bergen zullen ontwaken, zelfs deze die onder de diepten van de zee liggen. Nogmaals, Ik zeg je, je realiseert je het ontwaken niet dat je zult ervaren.

    31/12/2004: Mijn volk, het uur van grote Barmhartigheid komt eraan. De bergen zijn begonnen te ontwaken want, zoals Ik je heb verteld, zullen deze gebeurtenissen komen als een reeks wagons op een spoor. Naarmate de ene gebeurtenis eindigt, zal een andere beginnen. Terwijl de mens begint te herbouwen, zal de wind het naar beneden halen. Deze wereld is geen plaats van troost, maar een tijdelijke haven om je voor te bereiden op de Hemel.

    23/1/2005: Mijn volk, zie de tekenen, want de dagen van grote verandering komen eraan. Wee de dwazen die niet geloven dat Ik Jezus ben, jullie ware Messias. Wee de dwazen die niet geloven dat Ik deze woorden van waarschuwing door mijn vele boodschappers overal in deze wereld stuur. Ik kom deze woorden van waarschuwing niet sturen om genegeerd te worden, want het zijn degenen die Mijn woorden negeren die zullen vergaan.

    Mijn volk, in een oogwenk kun je voor Mij komen te staan. In een oogwenk zal de mens op zijn knieën worden gebracht. De oceanen zullen niet langer rustig zijn en bergen zullen wakker worden en as sturen om deze aarde met duisternis te bedekken. De ringen van vuur zullen beginnen te culmineren, mijn volk. Laat je niet misleiden door de tekenen, want de mens zal proberen deze gebeurtenissen te rechtvaardigen en toch zal door al deze vernietiging deze wereld worden gezuiverd. Het is alleen door de rechtvaardige Hand van Mijn Vader dat het leven zal worden hersteld, het leven van Mijn kleintjes.

    De grootste zonde is abortus en Ik zal dit kwaad niet toestaan ​​verder te gaan. De gebieden waar rijkdom en krachten van de wereld het meest aanwezig zijn, zullen vallen. Er zijn veel slechte zielen die proberen een natie neer te halen die de leider van de wereld is geworden, maar ook de leider van het doden van mijn kleintjes. Terwijl de aarde tekenen van nieuw leven begint te vertonen, zal de mensheid worden gewekt door een groot teken. Wees deze keer niet bang voor dit teken, want het zal een tijd van grote genade zijn.

    27/2/2005: De zeeën zijn niet langer kalm, de ringen van vuur zullen binnenkort culmineren en veel gebieden zullen uiteenvallen als as in een vuur ... Deze tijd van kalmte verloopt binnenkort. Wees op je hoede, wees op je hoede want de strijd breekt aan en je beproevingen en lijden zullen zich vermenigvuldigen. Het is door het breken van het vijfde gebod dat deze wereld een grote kastijding zal zien...  Wees op je hoede want naties zullen binnenkort tegen elkaar opstaan ​​die grote storingen in je manier van leven zullen brengen. De bergen zullen ontwaken, zelfs deze in de verre diepten van de zee.

    2/3/2005: Ik ben het, Jezus, die gekomen is om je te waarschuwen dat bergen die hebben geslapen snel zullen ontwaken, die grote vuren en as zullen sturen. De wateren zijn niet langer rustig en grote waarschuwingsgolven zullen binnenkort velen naar hun uur van oordeel roepen. Gebieden die de wortel van zoveel kwaad zijn geworden, waar het kwaad het hoogtepunt bereikt, zullen binnenkort worden weggespoeld. Bergen zullen wakker worden en zullen over landen rimpelen, en hun ware scheidingslijn tonen.

    4/4/2005: Want, zoals Ik je heb verteld, wanneer de aarde tekenen van nieuw leven begint te vertonen, zal de mensheid worden gewekt. Deze gebeurtenissen zullen als wagons op een spoor komen en zullen overal in deze wereld zich verspreiden.

    8/5/2005: Mijn kinderen, wees op je hoede voor een berg die heeft geslapen, en binnenkort zal ontwaken en de mensheid zal verrassen. Nogmaals, Ik zeg je dat het in een oogwenk is dat velen zullen worden geroepen om voor Mij te staan. Beleef je missie en let op de staat van je ziel.

    15/12/2005: Bereid je voor op het martelaarschap. Ik zeg je, dit is een tijd in de geschiedenis dat het grootste aantal Heiligen zal verschijnen. De bergen zullen ontwaken, de zeeën zullen stijgen, zelfs de sterren in de lucht lijken in oorlog te zijn. Mens tegen medemens... en toch wordt de wereld gezuiverd temidden van dit alles.

    31/12/2005: Een grote golf komt binnenkort naar voren op het land waar een groot aantal culmineert (?), een golf die op de eilanden zal beginnen en eindigen op het eiland dat vrijheid vertegenwoordigt (het Vrijheidsbeeld (?) in NY staat op een eilandje) - toch wordt het grootste aantal van Mijn kleintjes van hun vrijheid ontdaan. Mijn volk, er zullen branden komen, de bergen zullen ontwaken want deze aarde zal schudden en wankelen. Het zal een tijd zijn waarin velen worden vervuld van twijfel en verwarring.

    Het zal een tijd zijn waarin velen zullen worden gemarteld voor hun geloof en het grootste aantal Heiligen naar voren zal komen. Mijn volk, deze wereld zal niet rusten van oorlog, ziekte en hongersnood, want Mijn volk zal binnenkort geconfronteerd worden met grote verwoesting voor het aantal van Mijn kleintjes dat gedood werd door abortus. Wanneer je het vijfde gebod verwerpt, wijs je het eerste gebod af. Jullie zijn een wereld geworden die passief is voor zonde, passief voor het kwaad. Deze wereld zal uit zijn slaap komen want de nieuwe dag ligt aan de horizon, want Ik ben Jezus.

    27/5/2008: De oorlog zal oprukken en het zal de financiële mogelijkheden in je land doen instorten, want zelfs de rijken zullen onder de armen zijn, want binnenkort zullen veranderingen in je valuta naar voren komen. Het Westen zal tot in zijn kern worden geschud en het zal de bergen onder de zee doen ontwaken. Ik zal Mijn rechterhand opheffen en de zeeën zullen stijgen, want gebieden die nu bestaan, zullen niet langer bestaan. Verzamel je voedsel nu, want je zal binnenkort getuige zijn van een grote epidemie die velen zal roepen om voor Mij te komen staan.

    30/11/2011: Mijn kind, de bergen zullen ontwaken, de heuvels zullen met grote kracht vooruit rollen als de aarde zich opent in het midden van Amerika en je zal niet langer een Grand Canyon zien, maar een grotere. Je zal zien dat er een oorlog begint als het noorden door mensen gemaakte raketten tegen het zuiden zal ontsteken, omdat de twee Korea’s geen vrede met elkaar kunnen sluiten. Ik vertel je mijn kinderen, je probeert stabiliteit te vinden op de markten, maar Ik zeg je dat je vrede zich niet in wereldse wegen bevindt, want totdat de mensheid zich bekeert en zich richt tot Mijn Barmhartigheid, zal er grotere onrust komen...


    27-07-2022 om 00:00 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-07-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Devoties van de maanden

    Devoties van de maanden

    Januari - Naam van Jezus

    Februari - H. Familie

    Maart - H. Jozef

    April - H. Eucharistie

    Mei - H. Maagd Maria

    Juni - H. Hart van Jezus

    Juli - Kostbaar Bloed van Jezus

    Augustus - Onbevlekt Hart van Maria

    September - 7 smarten van Maria

    Oktober - H. Rozenkrans

    November - H. Zielen in het Vagevuur

    December - Onbevlekte Ontvangenis van Maria

    26-07-2022 om 22:10 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meditaties over het Kostbaar Bloed (3)

    8/7 Soorten van Kostbaar Bloed: het Brandoffer

    1. Het brandoffer kon een os, schaap, of tortelduif zijn, volgens de mogelijkheden van degene dit het aanbood. Het bloed moest worden vergoten en het hele lichaam moest achteraf op het altaar worden verbrand. Daarom bood Christus Zichzelf aan als brandoffer aan God. Er was geen enkel deel van zijn menselijke natuur dat niet werd geofferd voor de zonden van de mens. Alle vermogens van Zijn ziel, elke gedachte, verlangen en neiging, elke zenuw en vezel in Zijn Lichaam, werden allen aan God aangeboden en aan Hem toegewijd. Probeer de omvang van dit offer te realiseren.

    2. In dit offer liet Christus ons een voorbeeld achter. Als we echt in Zijn voetsporen treden, is een gedeeltelijk offer niet genoeg. Zolang we iets voor onszelf bewaren en het aan God ontzeggen, is er roof in ons brandoffer; dat wil zeggen, dat we een deel voor ons houden van wat we beweren volledig aan God te offeren; en een dergelijk aanbod kan niet acceptabel zijn. Is er iets dat ik bewust nog steeds weerhoud van God?

    3. Allereerst moest het bloed van het brandoffer worden vergoten, en het bloed, zoals we in de H. Schrift lezen, betekent het leven. We moeten daarom ons leven aan God toewijden voordat we volledig tot Hem kunnen behoren. Vandaar de deugd van religieuze geloften. Als we hier niet toe worden geroepen, zijn we tenminste geroepen om de dienst van God het einde en het doel van ons dagelijkse leven te maken. Is dit het karakter van mijn leven?

    9/7 Het Kostbaar Bloed in zijn aardse oorsprong

    1. Een kind in de moederschoot leeft met het fysieke leven van zijn moeder. Het wordt gevoed door zijn moeder en haar bloed circuleert in zijn aders. Het Kostbaar Bloed van Jezus, dat door Zijn aders stroomde, kwam van Maria. Zij leverde van haar Onbevlekt lichaam het Kostbaar Bloed dat Jezus voor ons vergoot. Hoe dicht moet de vereniging van Jezus en Maria zijn geweest! We kunnen ons afvragen dat ze de Heiligheid overtrof toen ze niet alleen haar God in haar moederschoot droeg, maar ook het Lichaam waarmee Zijn mensheid zichzelf bekleedde?

    2. We vinden in deze gedachte ook een nieuw bewijs van Maria's ongeschonden zuiverheid. Het is weerzinwekkend voor onze eerbied voor de Tweede Persoon van de H. Drie-eenheid om zich voor te stellen dat Hij in een moederschoot woonde die ooit door zonde was verontreinigd, en nog veel meer om te veronderstellen dat het Kostbaar Bloed dat in Zijn aders stroomde en de prijs van onze Verlossing was, niet uit een bron kwam, die zo zuiver was als God kon maken. Bid een akte van geloof in de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, en dank God voor dat voorrecht dat aan haar werd verleend.

    3. We moeten ook niet vergeten dat het Bloed van Jezus volledig van Maria was. Het was niet zoals in het geval van andere kinderen die een aardse vader hebben. Het Lichaam van Jezus werd in de moederschoot van Maria gevormd door de werking van de H. Geest, en natuurlijk was Jezus helemaal van haar. In de Hemel is het Lichaam dat Jezus draagt ​​nog steeds het Lichaam dat van Maria kwam, en hun vereniging is nu nauwer dan ooit. In de Heilige Communie is Jezus helemaal van ons. Brengen we ons in overeenstemming met Hem, net zoals Maria deed?

    10/7 Het Kostbaar Bloed op Calvarie

    1. In oude foto's en gravures van de Kruisiging zien we vaak engelen die een kelk vasthouden om de druppels van het Kostbaar Bloed op te vangen terwijl ze uit de H. Wonden van Jezus’ handen en voeten vloeien. Ons wordt ook verteld dat de engelen al het bloed verzamelden dat Onze Heer tijdens Zijn Lijden had vergoten, opdat geen druppel verloren zou kunnen gaan. Wat moeten ze elke druppel hebben geteld als een schat van oneindige waarde! Wat waren alle schatten van de aarde vergeleken met deze druppels, bezield met de godheid van Jezus! Bid dat je alle aardse dingen kunt minachten in vergelijking met het Kostbaar Bloed van Jezus.

    2. De engelen koesteren niet alleen het Kostbaar Bloed, maar ze brengen ook aan elk hun hoogste eerbetoon. Daarom knielen we en aanbidden we het Kostbaar Bloed in de kelk op het altaar. In elke druppel is Christus onverdeeld aanwezig. Bid een akte van geloof in dit wonderlijk mirakel en bid dat je een eerbiedig eerbetoon brengt zoals dat van de engelen die aanwezig zijn bij de Kruisiging.

    3. Naarmate de drie uur verstrijken, wordt het Lichaam van Jezus steeds meer ontledigd van het Kostbaar Bloed. Daarom volgt een dorst die zo pijnlijk is dat Jezus riep: "Ik dorst!" Wanneer onze lippen uitgedroogd zijn van ziekte of van de pijn van de dood, laten wij U dan herinneren, O Heer, en Uw Heilige dorst die U voor ons hebt doorstaan, en mogen wij ons lijden in vereniging aanbieden met Uw onuitsprekelijke en pijnlijke dorst op het Kruis!

    11/7 De universaliteit van het Kostbaar Bloed

    1. Het ons geloof dat Christus stierf, niet alleen voor de uitverkorenen, maar voor iedereen. Er was geen enkel individueel lid van het hele menselijk ras, die niet genoot van het voorrecht om door Christus te worden verlost. Zelfs niet de meest onwetende of meest verharde in zonde. Het Kostbaar Bloed werd op iedereen besprenkeld, en als ze geen gebruik maakten van de voordelen ervan, was het hun eigen schuld. Niemand zal vervallen in de eeuwige ellende van de Hel, die niet opzettelijk de vergeving heeft verworpen dat het Kostbaar Bloed voor ons heeft gewonnen.

    2. Hoe zit het met het onschuldige kind dat sterft zonder doopsel? Ook daarvoor werd het Kostbaar Bloed vergoten; En als het geen eeuwig geluk in de Hemel bereikt, is dit te wijten aan de opzettelijke zonde van de mens, en niet aan enig gebrek aan werkzaamheid van het Kostbaar Bloed. Het zal op zijn minst veel natuurlijk geluk genieten in alle eeuwigheid. Hij die Zijn Kostbaar Bloed voor iedereen heeft vergoten, is niet onachtzaam voor degenen die door geen enkele schuld falen om de vreugde van de zalige aanschouwing te bereiken.

    3. Doet het Kostbaar Bloed iets voor zondaars die het hebben afgewezen? Ja, want hoewel hun afwijzing ervan hen uitsluit van alles om te delen in de zegeningen die het voor de mens heeft gewonnen, en voor hen de eeuwige straf heeft verdiend, en is hun straf verschrikkelijk, zal ze desalniettemin op de een of andere manier minder zijn dan wat ze verdienden. En dit door de verdiensten van het Kostbaar Bloed. Dank God om Zijn oneindige barmhartigheid, en bid dat je nooit één van de genaden, die voor jou werd gewonnen, verliest.

    12/7 De zege van het Kostbaar Bloed

    1. Het Kostbaar Bloed heeft zonde en satan overwonnen. Het was het vergieten aan het Kruis dat de dodelijke slag toebracht aan het koninkrijk van de duivel. Het was toen de Zoon van God door het verlies van Zijn Heilig Bloed werd gereduceerd tot de extremiteit van zwakte en van ellende, en tot de poorten van de dood werd gebracht, dat Hij triomfeerde over de tiran die de wereld tot slaaf had gemaakt, en dat Hij alle opstandige engelen dwong de knie te buigen voor Zijn Heilige mensheid. Verheug je met je overwinnende koning en bid dat je het mag verdienen om Zijn triomf te delen.

    2. Het Kostbaar Bloed heeft ook vele duizenden zondaars overwonnen, die, als het niet werd vergoten, tot het einde verharde zondaars zouden zijn gebleven. Wie kan zijn stille aantrekkingskracht weerstaan, terwijl het uit Zijn hoofd, Zijn handen, Zijn voeten druppelt? Wie kan weigeren te luisteren naar zijn stille smeekbeden? Wie kan zich van Hem afkeren die zelfs tot de dood van ons heeft gehouden? O mijn Jezus, sta niet toe dat ik me ooit afwend van Uw stem die mij van Uw troon op het kruis roept om van U te houden en Uw stem te gehoorzamen!

    3. Het Kostbaar Bloed heeft ook Gods Toorn overwonnen en afgewend, wiens decreet van rechtvaardige vergelding zou zijn, omdat het op zondaars zou vallen. Kan de Vader de smeekbeden van zijn mede-gelijkwaardige Zoon weerstaan ​​wanneer Hij Zijn handen uitsteekt, die nog steeds de littekens van zijn heilige wonden dragen, en vraagt ​​om Barmhartigheid en vergeving voor de zondaar?

    Moge Uw wonden, O Jezus, nu voor mij pleiten en in het uur van de dood!

    13/7 De veroveringen van het Kostbaar Bloed

    1. Een overwinning zonder verovering heeft maar weinig voordeel voor iemand die het grondgebied van de vijand binnenvalt. Onze Heer kwam niet alleen om Zijn vijanden te onderwerpen, maar ook om een ​​Koninkrijk voor Zichzelf te verkrijgen. Door het vergieten van het Kostbaar Bloed werden de koninkrijken van deze wereld de koninkrijken van Onze Heer en van Zijn Christus, en Hij zal voor eeuwig heersen. Het Bloed van Jezus die de grond doordrong, gaf deze aarde een nieuw leven. De vloek was verbroken, het nieuwe tijdperk was begonnen dat uitmondt in de Nieuwe Hemel en de Nieuwe Aarde waarin rechtvaardigheid woont. Bid dat de Koning binnenkort dit Koninkrijk in bezit kan nemen.

    2. Het vergieten van het Kostbaar Bloed won voor Christus, onze koning, niet alleen een nieuw territorium, maar ook een veelvoud van nieuwe onderdanen. Als de materiële wereld door het Kostbaar Bloed werd geheiligd, hoeveel temeer dan degenen die op dit territorium vertoefden! Wat moet de vreugde van Jezus zijn om neer te kijken op hele landen die hem trouw zijn te midden van beproevingen en vervolgingen! Ierland, België, Spanje, Oostenrijk, Frankrijk, Italië, bedekt met menigten onderworpen en in vreugdevolle gevangenschap gehouden door het Kostbaar Bloed. Verheug je in de verspreiding van het geloof en bid dat het zich steeds meer kan verspreiden.

    3. Bovenal is het Kostbaar Bloed onderworpen aan ontelbare Christelijke Priesters, monniken, nonnen, Heiligen in de wereld en in religie, allemaal verheugden ze zich om slaven te zijn onder de band van het Kostbaar Bloed. Hun Hoofd noemt Zichzelf de Dienaar van Dienaren van God. Bid dat je je kunt verheugen om een gewillige slaaf van Jezus Christus te zijn.

    14/7 Heiliging door het Kostbaar Bloed

    1. Het Kostbaar Bloed spoelt niet alleen zonden van de mens weg, maar herstelt hen ook tot vriendschap met God. Dit is slechts het begin van zijn werk van Liefde en Genade. Het heeft een onbeperkte macht om de mens op hoogten van Heiligheid te brengen, om in hen elke deugd te veroorzaken, om alle gaven van de H. Geest in de ziel te brengen. Daarom lezen we in het Boek Openbaring dat het Lam van God niet alleen onze zonden in Zijn eigen Bloed heeft gewassen, maar ons ook heeft gemaakt om koningen en priesters van God te zijn. Daarom wordt mij niet alleen reinheid van mijn eerdere zonden geschonken, maar ook genaden om me mooi te maken in Gods ogen.

    2. Hoe wint het Kostbaar Bloed deze genaden voor ons? Het spreekt Gods Liefde aan en herinnert Hem eraan dat, omdat Hij ons de overtreffende gave van Zijn eigen Zoon heeft gegeven om voor ons te worden geofferd, Hij ons ook met Hem vrijelijk alle dingen moet geven. In deze ene gave is al het andere opgenomen, en hebben we een soort claim op wat we willen ontvangen uit Gods handen.

    3. Het Kostbaar Bloed van Christus verkrijgt ook onze Heiliging door de verdiensten die het voor ons heeft gewonnen. Elke druppel die werd vergoten was voldoende, en meer dan genoeg, om onbeperkte genaden te kopen. Alle acties van onze Heer hadden een oneindige waarde vanwege Zijn oneindige waardigheid. Hoeveel meer is dan het vergieten van dat Bloed dat op zichzelf de hoogste aanbidding vraagt!

    15/7 De verspilling van het Kostbaar Bloed

    1. Het lijkt vreemd om te zeggen dat het Kostbaar Bloed van Jezus werd verspild, en in zekere zin is het waar dat elke druppel het plan vervulde waarvoor het werd vergoten voor de eer die het gaf aan God en de onmetelijke beloning dat het won voor de Heilige mensheid Gods Zoon. Maar wat mensen betreft, voor wie het werd vergoten, werd het in grote mate verspild, omdat zij in hun dwaasheid en schuld de zegen weigerden die hen werd aangeboden. Helaas! Wat een waanzin om zo'n schat af te wijzen, waarvan elke druppel een miljoen werelden waard is!

    2. Hoe verspillen mensen het Kostbaar Bloed? Wanneer ze enige genade afwijzen die het voor hen heeft gewonnen, of het nu een genade is om zonde te vermijden, of een genade die bedoeld is om hen naar een hoger niveau van deugd te brengen, maakt hun afwijzing het Kostbaar Bloed, wat hun betreft, ondoeltreffend. Het wordt tevergeefs aangeboden, vanwege hun niet-aanvaarding van de genade die hen wordt aangeboden.

    3. Hun afwijzing ervan laat hen niet alleen achter waar ze waren, maar plaatst ze in een slechtere positie dan voordat het werd ontvangen. Ze zijn minder klaar om verdere genaden te ontvangen. Ze hebben zichzelf gediskwalificeerd voor ten minste een deel van de rijke opslag van genade die God voor hen had voorbereid. Het Kostbaar Bloed werd niet alleen tevergeefs voor hen vergoten, maar door hun perversiteit is het voor hun nadeel geweest, en niet voor hun voordeel, met betrekking tot de genade die ze hebben afgewezen en andere genaden die daaruit zouden zijn gevolgd. Bid dan dat je nooit opzettelijk genade afwijst, anders zou je geboorterecht, zoals dat van Esau, een vloek moeten blijken in plaats van een zegen.

    16/7 Het vertrappen van het Kostbaar Bloed

    1. Er zijn sommigen die niet alleen het Kostbaar Bloed verspillen, maar het eigenlijk onder hun voeten vertrappen. Dit zijn zij die, worden gereinigd van al hun zonden in het Kostbaar Bloed van Jezus, en opzettelijk weer terugkeren naar de zonden die ze hebben verlaten en Zijn aangeboden Liefde en vriendschap opzij hebben gezet, waarbij ze aan het einde veel erger worden dan ze in het begin waren.

    Mijn Jezus! Moge ik nooit schuldig zijn aan zo'n lage ondankbaarheid!

    2. Maar er zijn anderen, die nog erger zijn: nadat ze toetraden tot het leger van Jezus Christus, zijn standaard verlaten en beweren niet in staat te zijn de leer van de Kerk te accepteren. Door trots, ondeugd of hebzucht verliezen ze al hun liefde voor hun Heilige Geloof en hun waardering voor de waarheid ervan. Deze vertrappen inderdaad het Kostbaar Bloed en brengen Christus Onze Heer te schande. Laat me elk moment beseffen dat ik, zonder Gods genade, me schuldig kan maken aan een soortgelijk verlaten van mijn Geloof.

    O mijn God, maak me altijd trouw aan U!

    3. Er is zelfs een nog lagere diepte. Sommigen verliezen niet alleen hun Geloof, maar worden ook Zijn vijanden en verraders. Ze achten het Bloed waarmee ze worden geheiligd tot een onrein ding, en beledigen de Geest van genade. Ze vallen de Kerk aan, haar dienaren, haar Sacramenten, haar leerstellingen met leugens en open beledigingen. Hoe kan iemand ooit zo laag vallen? Toch zullen onder hen sommigen worden gevonden, die God nog meer aangenaam waren dan ik. Moge ik deze waarschuwing aannemen en mij vernederen, en de genade die het Kostbaar Bloed voor mij heeft gewonnen, koesteren als een onschatbare schat!

    17/7 Het Kostbaar Bloed dat de vlammen van de Hel dooft

    1. Doodzonde kan slechts twee eindes hebben: uitgewist worden door het Kostbaar Bloed, of vervallen in de eeuwige straf van de Hel. Bij de eerste wordt de doodzonde volledig gedoofd, bij de tweede wordt de doodzonde behouden als een getuigenis van Gods Gerechtigheid en Zijn oneindige Heiligheid, die het niet kan verdragen om ongerechtigheid te bekijken. Bid voor een grote afschuw voor doodzonde, die dergelijke gevolgen inhoudt: eeuwige ellende voor de onboetvaardige zondaar en de uitstorting van het Kostbaar Bloed als enige remedie, zelfs voor degenen die boete doen voor hun zonden.

    2. De schuld van doodzonde wordt volledig teniet gedaan door het Bloed van Christus, en ook de eeuwige straf die eraan vasthangt. Maar de tijdelijke straf pas voor zover de zondaar voldoende berouw heeft over zijn zonde en alles doet wat in zijn macht ligt om ervoor te boeten. Voor velen die sterven in Liefde en ontzag voor God, zal er nog steeds een zware schuld blijven om te betalen.

    3. Hoe moeten we het Bloed van Christus op onze ziel toepassen, zodat we mogelijk vrij zijn van tijdelijke straf, als van schuldgevoel?

    1. We moeten ons lijden aanbieden in vereniging met die van de Zoon van God, en ze verdragen met zachtmoedigheid en berusting omwille van Hem.

    2. We moeten frequente daden van Gods Liefde verrichten en proberen Hem voortdurend te herinneren.

    3. We moeten enkele doelbewuste boetedoeningen uitvoeren voor bepaalde zonden, zowel voor zonden in het verleden, als neigingen om in het heden te zondigen.

    4. We moeten aalmoezen geven als we kunnen.

    5. We moeten proberen onze eigen zonden te doven door anderen van zonde te redden. Want een ​​doodzonde voorkomen, is het doven van een virtuele Hel.

    18/7 Het Kostbaar Bloed is een les van Offer

    1. Waarom koos de Eeuwige Vader voor Zijn mede-gelijkwaardige Zoon dat Hij Zijn verblijf op aarde zou moeten beëindigen door wrede pijn en een onuitsprekelijke verlaging tot zelfs het vergieten van de laatste druppel van Zijn Kostbaar Bloed? Zou het niet voldoende zijn geweest om ons van de zonde te verlossen als Hij op aarde was verschenen voor een moment in menselijke vorm? Ja, maar dan zou de mens nooit de les van opoffering hebben geleerd. Hij zou niet bewogen zijn om het lijden te aanzien als een noodzakelijk onderdeel van het ideale leven.

    Wij danken U, O Heer, voor Uw medeleven voor onze blindheid en onze onwetendheid!

    2. Het leven van Onze Heer leert ons de les van opoffering omwille van anderen. Niets voor Zichzelf; Geen toegeving aan Zijn menselijke natuur voor Zichzelf. Niet het vermijden van pijn of verwijten vanwege het lijden dat het inhoudt, maar eerder een vreugdevolle aanvaarding van alles wat voor de mens een bron van genade en een deugd kan zijn.

    Mag ik me verheugen, O Heer, om het voorrecht U stap voor stap te kunnen volgen langs Uw pad van lijden!

    3. Dit pad van lijden is ook een pad dat ons leidt tot onwankelbaar geluk in deze wereld en eeuwige vreugde in de volgende. Het is in ons eigen belang om onszelf op te offeren. Wie zijn zo gelukkig als degenen die hun bloed voor Christus vergieten? Voor hen geen Vagevuur, door wat ze deden in hun aardse leven, maar een onmiddellijke toegang tot het Hemelse Paradijs. Zo'n offer kan misschien niet aan mij worden gevraagd, maar laat mij offers maken waarvan ik weet dat ze Hem, Die Zichzelf volledig voor mij opofferde, aangenaam zijn.

    19/7 Het Kostbaar Bloed is een les van Geduld

    1. Als we de Zoon van God bekijken tijdens de taferelen van Zijn H. Lijden waarin Hij Zijn Bloed voor ons vergoot, merken we Zijn buitengewoon en onvergelijkbare geduld. Tijdens de pijn in de Tuin van Getsemane was het de aanblik van de brute ondankbaarheid van de mens die ervoor zorgde dat het bloedzweet uit Zijn H. ledematen vloeide. Hoe zou Hij kunnen lijden voor zulke ellendelingen? Toch doorstond Hij zachtmoedig en geduldig hun heiligschennis, godslasteringen, onzuiverheden, moedwillige haat tegen God, die voor Hem opkwam toen Hij daar knielde in Getsemane.

    2. Bij de zuil, wat een Goddelijk geduld! Geen blik van woede, geen woord van verwijt. Daar staat Hij, het beeld van geduldig uithoudingsvermogen. Wat een les voor mij! Wat ben ik klaar om te klagen, zelfs als ik een licht of onbeduidend letsel ontvang! Hoe anders ben ik tegenover Gods Zoon! Wat een contrast is er tussen mijn gedrag en het Zijne!

    O Jezus! Leer me zonder klagen mijn lijden te verdragen, dat inderdaad klein is in vergelijking met het Uwe!

    3. Zie Hem nog een keer op het Kruis! Luister naar de spottende opmerkingen en hatelijkheden die de Hogepriesters Hem toewierpen, hun beschuldigingen van Zijn onvermogen om Zichzelf als Messias te redden, hoewel Hij de Messias was. Hoe zal dit alles Zijn fysieke pijn hebben verergerd! Toch was Zijn constante gebed: Vader, vergeef het hen!

    O Jezus, schenk me meer van het geduld en de zachtmoedigheid die U hebt getoond terwijl Uw Kostbaar Bloed op het altaar van het Kruis wegvloeide!

    20/7 Het Kostbaar Bloed is een les van Naastenliefde

    1. Openbaring 1:5: Hij houdt zoveel van ons, dat Hij ons door Zijn Bloed heeft schoongewassen van onze ongehoorzaamheid aan God.

    De H. Johannes, de Apostel van Liefde, noemt dit als het primaire kenmerk van Jezus’ Liefde voor ons. Hij bewees Zijn Liefde door degenen van wie Hij hield te redden van dat wat hen voor altijd van Hem zou hebben gescheiden: en dit hoewel het verlies van hen uit kwam, niet van Hem, en hoewel het een verlies was dat ze rijkelijk verdienden als ze het op de hals haalden. Hier is een voorbeeld voor ons, wanneer anderen ons verkeerd hebben bejegend en een slechte wil betonen voor onze liefde.

    2. Hij voerde deze verzoening uit ten koste van Zijn eigen Bloed. We lezen soms van een kind dat zijn bloed voor zijn vader of moeder vergiet, of een echtgenoot die zijn bloed voor zijn geliefde echtgenote vergiet. We bewonderen buitengewoon zo’n nobele en gulle zelfgave. Maar wie heeft ooit gehoord van iemand die zijn bloed heeft vergoten om zich met zichzelf te verzoenen en vrede en geluk te herstellen aan vijanden die hem opzettelijk hadden beledigd? Een Liefde zo geweldig als deze was alleen mogelijk voor Gods Zoon.

    3. Maar als we echt van Hem moeten leren om in Zijn voetsporen te treden, moeten we Hem navolgen in deze Liefde voor onze vijanden. Hij beveelt het zelf: Houd van je vijanden! Als je van degenen houdt die van jou houden, welke beloning zal je dan hebben? Dit gebod lijkt onmogelijk te vervullen en wordt alleen mogelijk als we nadenken over Hem die de laatste druppel van Zijn Bloed vergoot voor degenen die Hem haatten. Kijkend naar U, O Heer, zal ik niet alleen degenen vergeven die mij hebben beledigd, maar zal ik proberen hen goed te doen, opdat ik het geluk heb om hen goed te doen, zoals U met mij hebt gedaan!

    21/7 Het eerste vergieten van Zijn Kostbaar Bloed

    1. Het was maar een paar dagen na de geboorte van Onze Heer dat Zijn Kostbaar Bloed voor het eerst vloeide voor de zonden van de mens. Het was ter gelegenheid van Zijn besnijdenis, het ritueel dat algemeen wordt verondersteld de erfzonde te reinigen onder het Joodse Verbond. O Jezus, vanaf Uw vroegste dagen begon U aan Uw verlossingwerk. In Uw hunkerende Liefde verlangde U naar lijden voor degenen die U liefhad, en U liet geen vertraging zien.

    2. Het Kostbaar Bloed dat in die vroegste dagen vloeide, leert ons nog een les. Het laat zien hoe zonde er altijd in slaagt lijden met zich mee te brengen. Dit was het geval van de Mensgeworden God, en dat gedurende Zijn hele leven, zodat Hij nooit vrijgesteld was van lijden. Hoe redelijker zou het zijn in het geval van de zondige mens! Als het zulke dingen heeft gedaan in de groene boom, wat zal er dan met de dorre boom gebeuren? Hoe kan ik dan met al mijn zonden verwachten te ontsnappen aan het lijden?

    3. Toch was dit eerste bloedvergieten, dit vroege lijden, de gelegenheid dat de Naam Jezus werd gegeven aan het kind dat het heeft doorstaan. Hij was onze Redder in, en vanwege Zijn lijden - in en vanwege het vergieten van Zijn Kostbaar Bloed. Vandaar dat lijden voor Hem, bereid zijn ons bloed voor Hem te vergieten, het delen is in Zijn glorierijke werk als Redder van de wereld. Zonder lijden, zonder bloedvergieten, is er geen vergeving.

    26-07-2022 om 21:58 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs