Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    29-07-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Encycliek tegen het modernisme van Paus Pius X (2)

    De modernistische theologie

    1. De beginselen

    Immanentie en symbolisme: Hier nu wordt ons de toegang vrijgemaakt om de modernisten in het theologisch strijdperk gade te slaan. Het is een kwalijke zaak. Wij zullen het echter kort maken. De bedoeling is derhalve om geloof en wetenschap met elkaar in overeenstemming te brengen. Maar dat moet zo zijn dat het geloof ondergeschikt blijft aan de wetenschap. Maar over het algemeen maakt de modernistische theoloog gebruik van dezelfde beginselen, ook gehanteerd worden door de wijsgeer. De theoloog maakt ze pasklaar voor de gelovige. Het gaat, zeiden Wij, over de beginselen van "immanentie" en "symbolisme". Deze zaak wordt heel eenvoudig verklaard. Door de filosoof wordt geleerd dat het geloofsbeginsel immanent of innerlijk is. De gelovige voegt daaraan toe dat God zelf dit beginsel is. Dit houdt in dat God innerlijk is voor de mens. Dat is de theologische immanentie. En verder; voor de wijsgeer staat het vast dat de voorstellingen van het geloofsvoorwerp enkel en alleen symbolen zijn. Voor de gelovige staat het eveneens vast dat God door zichzelf het voorwerp is van het geloof. De theoloog vat het aldus samen: De voorstellingen van de Goddelijke realiteit zijn symbolen. Vandaar de naam "theologisch symbolisme".

    Dit zijn zeker heel grote dwalingen. Hoe uiterst verderfelijk deze dwalingen zijn zal duidelijk worden als men de gevolgen daarvan gaat inzien.

    Beginnen we met het "symbolisme": Met betrekking tot het geloofsvoorwerp zijn het voorstellingen van goddelijke symbolen, maar ten opzichte van de gelovigen zijn het instrumenten. De gelovige moet dus allereerst, zeggen zij, er goed voor zorgen, dat hij zich niet al te zeer vastklampt aan de formulering (dogma) als zodanig. Deze dient alleen om te komen tot het aanvaarden van de absolute waarheid, welke door de formulering ontsluierd maar tevens bedekt wordt. De formulering tracht de absolute waarheid te ontsluieren, maar zal daar nooit in slagen. De modernisten voegen daar bovendien aan toe dat de gelovige gebruik moet maken van de formuleringen naar gelang het van pas komt. Zij zijn immers gegeven als een hulpmiddel en niet als een hinderpaal. Maar de eerbied welke aan de formuleringen gegeven wordt mag niet wegvallen vanwege hun sociaal karakter, aangezien het openbaar leergezag ze geschikt bevonden heeft om het gemeenschappelijk bewustzijn te verwoorden, tenminste zolang dit leergezag er niet anders over gaat denken.

    Het is moeilijk te beoordelen wat de modernisten nu feitelijk bedoelen met "immanentie". De meningen hierover lopen nogal uiteen. Sommigen zien daarin dat de handelende God inniger tegenwoordig is dan de mens in zichzelf. Wel verstaan is dit onberispelijk. Anderen zeggen dat Gods activiteit als eerste oorzaak samenvalt met die van de natuur als tweede oorzaak. Deze opvatting sluit een bovennatuurlijke orde uit. Anderen weer geven een verklaring die een pantheïstische uitleg doet vermoeden. Dit strookt ook beter met hun andere leerstellingen.

    Noot: Pantheïsme is een levensbeschouwing die ervan uitgaat dat alles (en iedereen) goddelijk is. Het goddelijke is immanent en alomvattend; universa, natuur en God zijn identiek. Pantheïsten geloven dus niet in een persoonlijke of antropomorfe god. In de meest strikte zin betekent het: gelijkstelling van God aan de wereld en al het bestaande. In elk van zijn verschijningsvormen is het dus monistisch, al is monisme daarom niet steeds pantheïsme.

    Pantheïsme werd populair in de moderne tijd vanwege het theologische en filosofisch werk van de 17de-eeuwse filosoof Baruch Spinoza, wiens Ethica (1678) een antwoord was op René Descartes' beroemde dualistische theorie dat het lichaam en de geest zijn te scheiden. Spinoza had de opvatting dat geest en stof één zijn, en beide attributen zijn van een oorspronkelijke substantie, God.

    In het pantheïsme is er geen grens tussen het goddelijke en het natuurlijke. In plaats van  transcendentie te bezitten - los van alles - bevindt god zich in alles (immanentie). Volgens het pantheïsme kan men zich god niet persoonlijk indenken. Elk object én elk subject is in wezen goddelijk. Pantheïsme verschilt bijgevolg op twee belangrijke punten van de theïstische opvatting:

    1. Pantheïsten ontkennen meestal het bestaan van een "persoonlijke" God, een wezen dat de karakteristieke eigenschappen van een 'persoon' bezit, zoals de mogelijkheid om beslissingen te nemen.
    2. Pantheïsten ontkennen dat wat ze bedoelen met God volledig transcendent is: zij ontkennen dat God "totaal anders" is dan de wereld. God en de wereld zijn bij hen niet 'ontologisch onderscheiden'.

    De Goddelijke permanentie: Aan de "immanentieleer" voegen zij nog iets toe waardoor men kan spreken van een "goddelijke permanentie". Immanentie en permanentie verschillen ongeveer van elkaar zoals een individuele ervaring verschilt van een door de traditie overgeleverde ervaring. Een voorbeeld zal het duidelijk maken. Het is ontleend aan de Kerk en de Sacramenten. Dat de Kerk door Christus zelf gesticht is en ook de Sacramenten door Hemzelf zijn ingesteld is niet aan te nemen, zeggen zij. Het agnosticisme kan dat niet aanvaarden, het ziet in Christus niets anders dan een mens, wiens godsdienstig bewustzijn, zoals dat van andere mensen, geleidelijk aan gevormd werd. Ook de wet van de immanentie kan dat niet aannemen. Naar hun zeggen staat deze wet geen van buiten komende bijvoegsels toe. Ook de evolutiewet kan daar geen geloof aan hechten: voor de ontwikkeling van de kiem is tijd nodig en een bepaalde reeks veronderstelt opeenvolging van bijkomstigheden. Tenslotte moet ook de geschiedenis hier een afwijzende houding aannemen. Zij laat zien dat de dingen inderdaad zo verlopen zijn. Maar men moet vasthouden dat de Kerk en de Sacramenten "middellijk" door Christus zijn gesticht en ingesteld. 

    Hoe is dat zo? Zij beweren dat het Christelijk bewustzijn van allen in zekere zin ligt opgesloten in het bewustzijn van Christus, zoals de plant virtueel ligt opgesloten in het zaad. Daar nu de spruiten hetzelfde leven leiden als het zaad of de kiem, zo moet men ook zeggen dat alle Christenen het leven van Christus beleven. Maar het leven van Christus is volgens het geloof goddelijk. Het leven der Christenen is dat dus ook. Als nu in de loop der tijden dit leven het ontstaan gegeven heeft aan de Kerk en aan de Sacramenten, dan kan men ook met het volste recht zeggen dat dit begin in Christus zijn oorsprong heeft en goddelijk is. Op gelijke wijze beweren zij dat de H. Schrift en de dogma's goddelijk zijn. Dit is zo ongeveer de samenvatting van de theologie der modernisten. Hun bagage is zeker niet groot. Er is evenwel ruimschoots voldoende voor hem die belijdt dat men altijd moet gehoorzamen aan de wetenschap, wat deze ook voorschrijft. De toepassing van dit alles op wat wij nog zullen zeggen zal iedereen wel gemakkelijk kunnen vatten.

    2. Opvattingen omtrent bepaalde punten

    Tot nu toe ging het over de oorsprong en het wezen van het geloof. Het geloof heeft echter vele loten. De voornaamste zijn de Kerk, de dogma's, de eredienst, godsdienstoefeningen en boeken die wij Heilig noemen. Wij moeten nu onderzoeken hoe de modernisten daarover denken.

    Het dogma

    Beginnen wij bij het dogma. Over de oorsprong en het wezen daarvan werd reeds gesproken . Het komt voort uit een zekere impuls of noodzaak. Dit brengt de gelovige tot nadenken om daardoor zijn eigen bewustzijn en dat van anderen nog meer te verhelderen. Dit werk bestaat in een nauwkeurig onderzoek en het vaststellen van de rudimentaire formuleringen. Dit geschiedt door het verstand, maar niet op de wijze van een logische uiteenzetting, maar naar de aanwezige omstandigheden, of, zoals zij niet duidelijk zeggen "op vitale wijze". Zo komt het dat de primaire formuleringen geleidelijk aan evolueren tot secundaire formuleringen. Deze worden dan tot één geheel geordend of tot een bouwwerk van lering samen gevoegd. Als dit nu door het openbaar leergezag is aanvaard als zijnde in overeenstemming met het algemeen bewustzijn, dan heten die formuleringen dogma's. Een en ander moet wél onderscheiden worden van de bespiegelingen der theologen. Hun overpeinzingen, hoewel verstoken van dogmatisch leven, zijn toch niet helemaal nutteloos. Ze kunnen dienen om godsdienst en wetenschap met elkaar in overeenstemming te brengen en tegenstellingen tussen beide weg te nemen. Ook kunnen zij van buiten af een licht werpen op de godsdienst en zijn in staat deze te verdedigen. Zij kunnen misschien ook wel dienstig zijn om de stof te verzamelen en gereed te maken voor een toekomstig dogma.

    De eredienst

    Over de eredienst zou niet veel te zeggen zijn, ware het niet dat ook de Sacramenten daaronder vallen. Over de Sacramenten verspreiden de modernisten zeer grote dwalingen. Zij beweren dat de eredienst voortkomt uit een dubbele drang of noodzaak. Volgens hun systeem komt immers alles voort uit innerlijke drang. Men voelt vooreerst de behoefte om de godsdienst zintuiglijk waarneembaar te maken; vervolgens ook om hem bekend te maken. Dit kan echter in het geheel niet plaats vinden zonder uiterlijk waarneembare vormen en Heiligmakende handelingen. Dit noemen we dan Sacramenten. Voor de modernisten zijn de Sacramenten louter symbolen of tekenen. Zij zijn echter niet helemaal verstoken van kracht. Om deze kracht aan te tonen gebruiken zij het voorbeeld van bepaalde uitdrukkingen, die, naar men zegt, wel eens succes hebben omdat in die uitdrukkingen de (suggestieve) kracht zit om sommige denkbeelden te propageren. Dit geschiedt vooral als de uitdrukkingen een zeker machtsvertoon inhouden en zo spreken tot de verbeelding. Zoals deze termen zich verhouden tot denkbeelden, zo zijn ook de Sacramenten geordend op het godsdienstig aanvoelen. Verder niets. Zij zouden het veel duidelijker kunnen zeggen door vol te houden dat de Sacramenten enkel en alleen zijn ingesteld om het geloof te voeden. Dit is echter veroordeeld door het Concilie van Trente : "Indien iemand zegt dat de Sacramenten alleen zijn ingesteld om het geloof te voeden, hij, zij in de ban" 

    De Heilige boeken en de inspiratie

    Wij hebben reeds iets gezegd over de natuur en de oorsprong van de Heilige Boeken. In de trant der modernisten zou men deze kunnen omschrijven als een verzameling van "ervaringen", die niet door iedereen worden opgedaan, maar van buitengewone en uitzonderlijke ervaringen, die in elke godsdienst hebben plaats gevonden. Zo denken de modernisten over onze boeken, zowel van het Oude- als van het Nieuwe Testament. In hun denkbeelden merken zij echter zeer geslepen op: Ofschoon de ervaring ligt in de tegenwoordige tijd kan ze haar stof toch ontlenen aan het verleden alsook aan de toekomst, in zover de gelovige het verleden door herinnering in het tegenwoordige beleeft en het toekomstige door vooruit te zien. Dit verklaart dan tevens hoe historische en apocalyptische boeken tot de H. Schrift kunnen behoren. Zo spreekt God dus in deze boeken door een gelovige, maar volgens de theologen van de modernisten alleen door "immanentie" en door "vitale permanentie".

    Nu vragen we: Wat is dan de inspiratie? Hun antwoord is: De inspiratie is geenszins onderscheiden van de drang naar het godsdienstige, tenzij wellicht door de hevigheid ervan, waardoor de gelovige aangezet wordt om zijn geloof in woord en geschrift kenbaar te maken. Iets dergelijks vindt men ook in de dichterlijke inspiratie. De dichter Ovidius heeft daarvan gezegd: "Er is een god in ons; als deze werkzaam is raken wij in gloed". Op deze wijze noemt men God het begin der inspiratie van de Heilige Boeken.

    Overigens, zo voegen de modernisten daaraan toe, staat er niets in de H. Schrift wat niet onder de inspiratie valt. Daar zij dit bevestigen zou men hen rechtzinniger kunnen achten dan hedendaagse andere auteurs die de inspiratie willen beperken omdat zij bv. niet uitgesproken citaten invoeren. Maar wat de modernisten feitelijk zeggen zijn alleen loze woorden en veinzerij. Want als wij de Bijbel beoordelen naar agnostische maatstaven als een alleen door mensen en voor mensen geschreven werk, al heeft ook de theoloog het recht de Schrift door "immanentie" goddelijk te noemen, hoe kan de inspiratie dan nog beperkt worden? De modernisten nemen dus een algemene inspiratie van de Bijbel aan, maar zij doen dat niet in Katholieke zin.

    De Kerk

    Oorsprong en wezen van de Kerk en van het Kerkelijk leergezag: De modernisten geven ons meer stof ter overweging in wat zij fantaseren over de Kerk. Zij stellen dat de Kerk uit een tweevoudige behoefte is ontstaan.

    1 De ene is te zoeken bij alle gelovigen en dan vooral bij hem die een oorspronkelijke en bijzondere ervaring heeft opgedaan. Het is een drang om zijn geloof aan anderen mede te delen.

    2 De tweede behoefte ontstaat als meerderen eenzelfde gemeenschappelijk geloof hebben en samen ertoe overgaan een gemeenschap te vormen en daarin het algemeen geloofsgoed verdedigen, het uitbreiden en verder willen propageren.

    Wat is dan de Kerk? Zij is de vrucht van het collectief bewustzijn of van het bij elkaar voegen van het bewustzijn van ieder afzonderlijk. Dit alles heeft nu weer plaats krachtens de "vitale permanentie", welke afhankelijk is van een eerste gelovige. Voor een Katholiek is dat Christus.

    Nu heeft elke gemeenschap een leidend gezag nodig dat tot taak heeft allen te leiden naar een gemeenschappelijk doel en met wijs beleid de samengebrachte elementen te beschutten. In een godsdienstige gemeenschap bestaan deze in de leer en in de eredienst. Daar vandaan vinden wij in de Katholieke Kerk: een wetgevend gezag, een leerstellig gezag en een gezag voor de eredienst.

    De natuur van dit gezag is te zoeken in zijn oorsprong en uit dit karakter van het gezag komen dan de rechten en plichten te voorschijn. In het verleden dacht men algemeen ten onrechte dat het gezag van buitenaf aan de Kerk gegeven was: God schonk dit gezag onmiddellijk. Daarom werd de Kerk dan ook "autocratisch" genoemd. In onze tijd wordt dat niet meer aanvaard. Precies zoals de Kerk, naar hun zeggen, voortgekomen is uit een collectief bewustzijn, zo vloeit ook het gezag voort uit de collectieve gemeenschap die de Kerk is. Het gezag heeft derhalve, evenals de Kerk, zijn oorsprong in het godsdienstig bewustzijn en is dus daaraan ook ondergeschikt. (Noot: dat Christus Zijn Kerk gebouwd heeft op Petrus, de allereerste Paus, klinkt voor modernisten als gevloek.)

    Wanneer het gezag deze afhankelijkheid miskent, dan wordt het tirannie. Wij leven nu in een tijd waarin de zucht naar vrijheid tot een hoogtepunt is uitgegroeid. In de burgerlijke maatschappij heeft het algemeen bewustzijn een democratisch bestel in het leven geroepen. Maar leven en bewustzijn vormen in de mens een eenheid. Wil men dus in dit bewustzijn geen innerlijke onrust oproepen en aanwakkeren, dan is het voor het Kerkelijk gezag noodzakelijk om democratische vormen aan te nemen. Dit vooral omdat bij gebreke daarvan de gevolgen rampzalig zijn. Het zou toch onzinnig zijn om bij deze algemeen heersende zin voor vrijheid te menen dat men de tijd weer terug zou kunnen draaien. Als men deze zin voor vrijheid aan banden zou willen leggen en opsluiten zou hij met te meer kracht een weg naar buiten banen en Kerk en godsdienst wegvagen. Aldus redeneren de modernisten. Daarom zoeken zij uit alle kracht naar mogelijkheden om het gezag van de Kerk met de vrijheidszin van de gelovigen te verzoenen. (Noot: zolang de mens niet beseft dat alleen in God de ware vrijheid ligt, en niet door zijn eigen opinie over vrijheid, zal hij blijven dwalen in slavernij van de duivel.)

    De betrekkingen tussen Kerk en staat: De Kerk heeft niet alleen binnen haar muren huisgenoten waarmee zij gemeenschappelijk moet leven in vriendschap. Buiten de Kerk zijn ook nog mensen. Niet de Kerk alleen bewoont de wereld: er zijn ook medebewoners in de vorm van andere gemeenschappen waarmee omgang en betrekkingen noodzakelijk zijn. Wij moeten dus vaststellen welke de rechten en plichten zijn van de Kerk ten overstaan van de staten. Wij moeten daarbij uitgaan van het wezen der Kerk. Een ander uitgangspunt is er niet. Zo denken tenminste de modernisten. (Noot: de modernisten zien alleen een scheiding tussen Kerk en staat zitten. En een suprematie van de staat over de Kerk, waarbij Gods eeuwige Geboden het zwijgen moet worden opgelegd.)

    Zij maken hier weer duidelijk gebruik van de regels die voor de wetenschap en het geloof worden gehanteerd. Daar ging het over het voorwerp van beide; hier echter over de doelstellingen. Zoals we omwille van het voorwerp geloof en wetenschap als losstaande van elkaar gezien hebben: zo staan ook Kerk en staat los van elkaar wegens de doelstellingen die zij nastreven. De staat streeft naar een tijdelijk, de Kerk naar een geestelijk doel. Vroeger was het tijdelijke ondergeschikt aan het geestelijke (Noot: en eeuwige). Bij gemengde vraagstukken trad de Kerk op als meesteres en koningin omdat werd aangenomen dat zij rechtstreeks door God was ingesteld, de bewerker van de bovennatuurlijke orde. In onze tijd wordt dat echter door wijsgeren en historici afgewezen. Kerk en staat moeten dus van elkaar gescheiden worden, zoals de Katholiek van de staatsburger. Daarom heeft ieder Katholiek, omdat hij ook staatsburger is, het recht en de plicht om het welzijn van de staat te bevorderen, eventueel met afwijzing van het Kerkelijk gezag, van de wensen van dit gezag, van raadgevingen en voorschriften, zelfs met minachting van berispingen. Onder welk voorwendsel dan ook aan een staatsburger een gedragslijn te willen voorschrijven is Kerkelijk machtsmisbruik, waartegen men zo sterk mogelijk dient op te treden.

    Dit alles vloeit uit dezelfde opvattingen voort, welke onze voorganger, Pius VI, in de Apostolische Constitutie "Auctorem fidei - Errores Synodi Pisoriensis " plechtig veroordeeld heeft. 

    Het kerkelijk bestuursgezag: Voor de modernistische richting is het echter niet genoeg Kerk en staat van elkaar te scheiden. Zoals het geloof, volgens hen, wat de verschijnselen aangaat onderworpen moet zijn aan de natuurwetenschap, zo moet ook in goddelijke aangelegenheden de Kerk onderworpen zijn aan de staat. Het is mogelijk dat dit nog niet zo sterk door hen openlijk beweerd wordt, maar krachtens hun redeneringen moeten zij het wel aannemen. Neemt men aan dat alleen de staat in tijdelijke zaken te beslissen heeft, dan moet bv. de toediening en het ontvangen van de Sacramenten onder de competentie van de staat vallen als de gelovige niet tevreden is met alleen innerlijke godsdienstige akten en deze daarom ook met uiterlijke daden wil tonen. Dit moet dan noodzakelijk tot de staatsbevoegdheid behoren. (Noot: in de coronacrisis was het de staat die ging beslissen wat er met de uitreiking van de H. Communie ging gebeuren en hoe het ging gebeuren. Priesters moesten met handschoenen de Hosties consacreren.) En waar blijft dan het Kerkelijk gezag? Daar dit gezag niet verder gaat dan uiterlijke daden is het in zijn gehele omvang onderworpen aan de staat. Door deze conclusie gedwongen, hebben veel vrijzinnig protestanten elke uiterlijke eredienst, zelfs elke uiterlijke kerkelijke groepering afgewezen. Zij trachten een individuele godsdienst in te voeren.

    Als de modernisten niet openlijk zover gaan vragen zij toch dat de Kerk uit eigen beweging toegeeft aan wat zij verlangen en zich aanpast aan de civiele vormen. Dit is hun opvatting van het disciplinaire- of bestuursgezag.

    Het kerkelijk leergezag: Wat zij houden over het leer- en dogmatisch gezag is nog veel erger en verderfelijker. Het leergezag verklaren zij als volgt: Een godsdienstige gemeenschap kan nooit tot eenheid worden als daar niet het gemeenschappelijk bewustzijn is en niet dezelfde formulering gebruikt wordt. Deze dubbele eenheid vraagt echter een eenheid van denken. Deze moet de formulering vinden en vaststellen welke het beste met de opvattingen van allen overeenstemt. Dit verstandelijk inzicht moet ook voldoende gezag hebben om de eenmaal aangenomen formule op te leggen aan de gemeenschap. Het Kerkelijk leergezag is naar modernistische opvatting nu niets anders als de verbinding en de samensmelting van deze twee elementen: 1. het verstand dat de formule opstelt en 2. de macht om deze dwingend te doen aanvaarden.

    Omdat het leergezag primair dus voortkomt uit het individuele bewustzijn en de openbare taak ten voordele van het bewustzijn van ieder afzonderlijk vervult, moet daaruit wel volgen dat het leergezag afhankelijk is van het individuele bewustzijn en zich dus ook naar democratische vormen te voegen heeft. Als het leergezag nu aan het individuele bewustzijn verbiedt om van eigen drang openlijk te getuigen en aan de kritiek belet het dogma tot noodzakelijke evoluering te brengen, dan doet het leergezag verkeerd en maakt een tiranniek gebruik van zijn macht, die het ontvangen had voor het algemeen belang.

    Bij het gebruik van die macht moet ook grote gematigdheid in acht worden genomen. Het grenst aan dwingelandij het geschrift van een auteur buiten diens weten zonder verklaring of bespreking met hem toe te laten, te veroordelen en te verbieden (volgens modernisten). Hier moet men (volgens hen) dus zoeken naar een middenweg om de rechten van het gezag en ook de vrijheid te waarborgen. Een Katholiek moet intussen zo handelen dat hij in het openbaar het gezag eerbiedigt zonder echter zijn eigen zienswijze te moeten prijsgeven.

    In het algemeen schrijven zij aan de Kerk voor: Aangezien het doel van het Kerkelijk gezag uitsluitend geestelijk is, moet het alle uiterlijk vertoon van praal en pronk afleggen, waardoor het zijn zelfverheerlijking dient. Zij vergeten hier echter dat de religie, al heeft deze allereerst betrekking op het heil der zielen, toch niet heel en al in de ziel besloten blijft en dat de eer welke aan het Kerkelijk gezag bewezen wordt, uiteindelijk alleen toekomt en bewezen wordt aan Christus, die dit gezag heeft ingesteld. (Noot: Het feit dat Christus Koning is, is voor modernisten een gruwel.)

    3. De ontwikkeling

    Het beginsel en zijn toepassingen

    Om dit onderwerp over het geloof en wat daaruit voortvloeit te besluiten, moeten Wij, nog nagaan welke verklaring de modernisten hieromtrent brengen. Hun algemeen beginsel in deze is: In een levende godsdienst is niets onveranderlijk en deze moet daarom veranderlijk zijn. Als men hiervan uitgaat komt men tot wat men wel het hoofdpunt van heel hun stelsel kan beschouwen: "De evolutie". Dogma, Kerk, eredienst, Heilige boeken, ja ook het geloof, dat alles is onderworpen aan de wet der evolutie, tenzij men aanneemt dat alles in een staat van ontbinding verkeert. Dat kan niet verwonderlijk schijnen als men voor ogen houdt wat modernisten over al deze dingen beweren.

    Aangenomen dat de wet der evolutie juist is, dan geven de modernisten het verloop van deze evolutie als volgt weer; vooreerst wat het geloof betreft. Volgens hun leer was het geloof aanvankelijk grof van vorm. Het was gemeenschappelijk aan alle mensen daar deze geloofsvorm ontsproot aan de menselijke natuur en aan het leven zelf. (Noot: zie het artikel hieronder over de gave van geloof) Met de levensontwikkeling kwam de vooruitgang. Dit gebeurde niet door bijvoegsels die van buiten gekomen zouden zijn, maar doordat het godsdienstig aanvoelen sterker naar voren kwam in het bewustzijn. Deze evolutie voltrok zich op tweevoudige wijze: Negatief, door uitsluiting van alle vreemde elementen, zoals verwantschap en stamgebruiken. Verder positief: De grotere verstandelijke ontwikkeling en cultuur gaven aan het godsbegrip een bredere inhoud en brachten meer licht in het godsdienstig aanvoelen dat hierdoor meer verfijnd werd.

    De gave van geloof

    Eén van de geestelijke gaven die we gisteren tegenkwamen in 1 Korintiërs 12 is de gave van geloof. Deze onderscheidt zich van de andere vormen van geloof (geloof als vrucht en geloof waar je uit leeft) doordat het een soevereine, bovennatuurlijke manifestatie is van de Heilige Geest die door de gelovige heen werkt. De twee sleutelwoorden zijn soeverein en bovennatuurlijk.

    In Matteüs 21 en in Marcus 11 lezen we hoe Jezus met Zijn discipelen bij een vijgenboom komt die langs de weg staat. Jezus zocht naar vruchten. Toen Hij zag dat de boom alleen maar bladeren had en geen vruchten, sprak Hij een vloek over de boom uit en zei: Laat niemand meer vrucht van u eten in eeuwigheid! (Mar. 11:14). De volgende dag, toen ze langs dezelfde boom kwamen, waren de dis­cipelen verbaasd toen ze zagen dat de boom binnen 24 uur vanaf de wortels verdord was. Rabbi, kijk, was het commentaar van Petrus, de vijgenboom, die U vervloekt hebt, is verdord (Mar. 11:21).

    Jezus antwoordde: Heb geloof in God (Mar. 11:22). Dat is althans de gebruikelijke Nederlandse vertaling. Maar wat Jezus letterlijk zei, was: ,,Heb Gods geloof'' of ,,Heb het geloof van God.'' Deze opmerking brengt het speciale soort geloof naar voren waar we hier in Korintiërs 12 over spreken, namelijk geloof als een gave. Geloof heeft zijn oorsprong niet in de mens, maar in God. Het is een aspect van Gods eigen eeuwige natuur. Door de gave van geloof legt de Heilige Geest een deel van Gods eigen geloof op een directe en bovennatuurlijke wijze in de gelovige. Dit is geloof op een Goddelijk niveau, net zo hoog verheven boven gewoon menselijk geloof, als de hemel verheven is boven de aarde. Door te zeggen: ‘Heb Gods geloof’, wekte Jezus Zijn discipelen op om dit soort geloof te ontvangen en uit te oefenen, precies zoals Hij dit Zelf had gedaan. Hij vertelde hun verder dat ze met dit soort geloof niet alleen zouden kunnen doen wat ze Hem met de vijgenboom hadden zien doen, maar door het spreken van een woord zouden ze een berg kunnen verplaatsen: Voorwaar, Ik zeg u: als u geloof had en niet twijfelde, zou u niet alleen doen wat er met de vijgenboom is gedaan, maar zelfs als u tegen deze berg zou zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, dan zou het gebeuren (Matt. 21:21).

    Overigens sprak Jezus hier in Matteüs 21:21 niet alleen tegen de daar aanwezige discipelen, want als we hetzelfde verhaal opslaan in het evangelie van Marcus, hoofdstuk 11:23, dan lezen we:

    Want, voorwaar, Ik zeg u: wie tegen deze berg zou zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven dat wat hij zegt, gebeuren zal, het zal hem gebeuren wat hij zegt.

    Met het woord 'wie' geeft Hij aan dat deze belofte geldt voor alle gelovigen. Jezus stelt aan het bereik van deze genadegave van geloof geen grenzen. De uitdrukkingen die Hij gebruikt omvatten alles en iedereen: er is geen beperking ten aanzien van de persoon die spreekt, noch aan de woorden die gesproken worden en de dingen die daardoor zullen gebeuren. Het enige waar het op aankomt, is de aard van het geloof. Het moet Gods eigen geloof zijn. (derekprince.nl)

    Met de evolutie van het geloof ging het niet anders als met de hierboven beschreven oorsprong van het geloof. Hierbij doet zich echter ook de invloed gelden van buitengewone mensen, die wij profeten noemen en waarvan Christus de grootste was. Hun leven had iets geheimzinnigs en het geloof schreef dit toe aan goddelijke inwerking. Vervolgens deed men tot dusver onbekende ervaringen op die aangepast waren aan de eigentijdse behoeften.

    De evolutie van het dogma moet men toeschrijven aan door het geloof te overwinnen tegenstand: vijanden moesten worden verslagen; tegenspraak moest worden weerlegd. Hieraan is nog toe te voegen een onaflaatbaar streven om steeds dieper door te dringen in de mysteries van het geloof. Andere voorbeelden achterwege latend beperken we ons tot één feit: Christus. Het bepaald goddelijke dat het geloof in Hem zag groeide geleidelijk meer en meer aan totdat Hij uiteindelijk voor God zelf werd gehouden.

    De evolutie van de eredienst is vooral het gevolg van de noodzaak zich aan te passen aan de gewoonten en overleveringen der volkeren. Ook deed zich hier de behoefte gelden om voordeel te halen uit de waarde welke bepaalde daden krijgen als zij tot gewoonte geworden zijn.

    Voor de evolutie der Kerk moet men de oorzaak uiteindelijk zoeken in de noodzaak zich aan te passen aan historische omstandigheden en de gegeven vormen van het burgerlijk bestuur. Zo spreken zij over bepaalde punten.

    Vooraleer verder te gaan moeten Wij met nadruk wijzen op hun zogenaamde leer der "noodwendigheden of behoeften". Bij alles wat Wij besproken hebben is deze leer als de grondslag en basis en zo ook van de merkwaardige methode, die door hen de geschiedkundige methode genoemd wordt.




    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs