Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    29-07-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Encycliek tegen het modernisme van Paus Pius X (3)

    Een voorbeeld van modernistische ketterij: van de website van Remonstranten

    Godsdienstwetenschap

    God mag zich dan wel niet laten kennen in direct contact of in tekenen, gelovigen laten zich wel kennen. Zij zijn dan ook een dankbaar onderzoeksobject en bron van kennis voor godsdienstwetenschappers.

    Waar gaat moderne godsdienstwetenschap over?

    Godsdienstwetenschap bestudeert godsdienst vanuit wetenschappelijk perspectief. Het doel daarvan is inzicht verkrijgen over oorsprong, functie en betekenis van religieus denken. Daarbij wordt niet gezocht naar de waarheid van godsdienstige opvattingen.

    Het onderzoek van de godsdienstwetenschap richt zich op de vraag welke geschiedenis, functie en betekenis religieuze opvattingen hebben voor de gelovigen die deze aanhangen. De manier waarop dit wordt onderzocht wordt ‘intersubjectief’ onderzoek genoemd. Er wordt dus gekeken naar de betekenis van geloof voor en de beleving van een groep mensen (die eenzelfde religieuze overtuiging aanhangen). Want gelovigen laten zich kennen: ze uiten zich in religieus gedrag en religieuze ideeën. Zo laten ze zien wat ze geloven en welk godsbeeld ze hebben. Dat is wat godsdienstwetenschap onderzoekt.

    Theologie

    Die invalshoek maakt ook het verschil met de theologie als wetenschappelijke discipline. In de theologie is niet de gelovige mens onderwerp maar is de bijbel uitgangspunt en onderwerp van onderzoek.

    Toch is er een overeenkomst tussen moderne theologie en godsdienstwetenschap: namelijk dat er zoveel mogelijk gevaren wordt op de rede, op feitelijkheid en dat het metafysische -‘de openbaring’- zoveel mogelijk buiten de wetenschappelijke beschouwing wordt gehouden.

    De bijbel wordt binnen de moderne theologie dan ook volgens de kritisch-historische methode gelezen. Godsdienstwetenschap laat dat bijbelonderzoek buiten beschouwing en richt zich op de politieke en culturele context van religie. Bovendien houdt ze zich ook bezig met niet-westerse en niet-christelijke religies. Interessant is dat er zich in de ontstaanstijd van de godsdienstwetenschap een aantal wetenschappers op beide vakgebieden bewogen. Zij waren zowel als (modern) theoloog als godsdienstwetenschapper actief.

    Moderne theologie

    De moderne theologie ontwikkelde zich in de 19e eeuw in een tijd dat de moderne wetenschap ontstond en technologische en industriële ontwikkelingen een vlucht namen. In een tijd dus, waarin het moderne leven en het moderne denken zich ontwikkelde.

    Binnen de moderne theologie gold toen het inzicht dat godsdienst ofwel religie een algemeen-menselijke behoefte is. Gelovigheid moest zodanig ook als een natuurlijk verschijnsel worden gezien. Waarheidsclaims werden daarbij losgelaten. Ook speelde het verschil tussen ‘leken-gelovigen’ en theologen. De manier waarop beide groepen hun kennis over God vergaarden en hun interpretatie van de bijbel liepen steeds meer uiteen. De kwestie was of de (moderne) theologie de gelovige leken moest onderwijzen in de moderne theologie en de historische bijbelkritiek om zo het christelijk geloof te behouden? Of zou deze wetenschappelijke waarheid de gewone gelovigen juist de kerk uit jagen? (…) https://www.remonstranten.nl/

    De oorzaken van de ontwikkeling

    Om nog eens stil te staan bij de evolutieleer, moet opgemerkt worden dat, hoewel behoeften of noodzaak stuwen naar evolutie, deze niettemin toch gemakkelijk de perken der overlevering te buiten kunnen gaan als alleen deze stuwende drang aanwezig is, waardoor de evolutie zou kunnen worden afgebogen van haar levensbeginsel en veeleer de ondergang tegemoet zou gaan dan de ontwikkeling dienen. Om nu de opvatting van modernisten weer te geven moeten we de ontwikkeling van de strijd tussen twee machten verklaren: de ene macht is progressief, de andere conservatief. De conservatieve kracht in de Kerk leeft uit de traditie. Zij wordt gehanteerd door het Kerkelijk gezag. Dit geschiedt "de jure" en "de facto" (rechtens en feitelijk). Dit gebeurt "rechtens" omdat het in de lijn ligt van een gezag om het overgeleverde te beschermen. "In feite" gebeurt dit omdat het gezag buiten de levenswisselvalligheden staat en de prikkels van de vooruitgang (evolutie) niet of nauwelijks voelt. De progressieve kracht beantwoordt echter aan de meest innerlijke behoeften. Zij ligt verborgen en is werkzaam in het bewustzijn van de enkelingen, speciaal bij hen die het meest met het leven in contact staan.

    Ziedaar deze allerverderfelijkste leer, die, zoals we gezien hebben, de kop opsteekt. Zij stelt de leken in de Kerk als de elementen van vooruitgang voor. Een zeker samenspannen en bondgenootschap van deze twee krachten, van conservatieven en progressieven, het gezag namelijk, en het bewustzijn der enkelingen of van sommigen, werkt in op het bewustzijn van de meerderheid. Dit werkt dan weer aanstekelijk op de gezagsdragers. Dezen worden dan tot een compromis gedwongen waaraan zij zich moeten houden.

    De houding van de modernisten verklaard

    Hieruit valt gemakkelijk op te maken waarom de modernisten zo verbaasd zijn als zij een berisping ontvangen en gestraft worden. Wat hun verweten wordt, beschouwen zij zelf als een heilige te vervullen opdracht. Niemand kent immers beter dan zij de behoeften van het bewustzijn, omdat zij daarmee inniger te maken hebben dan het Kerkelijk gezag. Al die behoeften liggen immers als het ware bij hen opgestapeld. Daarom eisen zij het recht op om daarover openlijk te kunnen spreken en schrijven. Laat het gezag dan maar straffen als zij menen te moeten handelen, zij worden gesteund door de gedachte dat zij hun plicht vervullen. Door innerlijke overtuiging weten zij geen blaam maar lof te verdienen. Zij weten heel goed dat vooruitgang zonder strijd niet mogelijk is en dat in een strijd ook slachtoffers vallen. Zij moeten dan maar de slachtoffers zijn zoals de profeten en Christus dat geweest zijn. Tegen de overheid hebben zij dan ook geen rancune of wrok wegens de ondervonden slechte behandeling. De overheid meent immers te moeten doen wat zij doet. 

    Zij klagen alleen dat men niet naar hen luisteren wil. Want daardoor wordt de vooruitgang der geesten vertraagd. Maar het uur zal komen dat men een einde aan het dralen zal maken. Dat staat vast. De wetten der evolutie kunnen wel worden gehinderd, doch het is absoluut onmogelijk ze definitief te stoppen. Zij gaan dus verder op de ingeslagen weg, ondanks berisping of veroordeling, terwijl zij hun ongelofelijke vermetelheid verbergen onder de dekmantel van geveinsde onderwerping. Zij buigen aldus in schijn het hoofd, doch gaan onvervaard met inspanning van alle krachten door met wat zij begonnen zijn. Zij handelen zo uit wel overwogen tactiek. Vooreerst omdat zij houden dat het gezag niet omver geworpen, doch geprikkeld moet worden en verder ook omdat zij in de Kerk willen blijven om van binnen uit het collectief bewustzijn geleidelijk aan om te buigen.

    Met deze bewering geven zij zonder het op te merken toe, dat het collectief bewustzijn anders is dan het hunne en zij dus allerminst het recht hebben zich als vertolkers daarvan aan te dienen.

    Hun opvattingen zijn reeds veroordeeld

    Zo kan dan op gezag van de modernisten, in de Kerk niets standvastig en onveranderlijk zijn. In deze leer hebben zij hun voorgangers gehad. Het zijn degenen waarover Paus Pius IX reeds schreef: "Deze vijanden van de goddelijke openbaring, die de hoogste lof hebben voor de menselijke vooruitgang, willen die ook vermetel en met heiligschennende durf invoeren in de katholieke godsdienst, alsof deze niet het werk was van God, doch van mensen of een wijsgerig bedenksel, dat op menselijke wijze tot ontwikkeling kon komen". 

    Vooral wat de openbaring en het dogma betreft brengt de leer der modernisten hier niets nieuws. Het is hetzelfde wat wij door Pius IX in de Syllabus Errorum reeds veroordeeld vinden in de woorden: "De goddelijke openbaring is onvolmaakt en derhalve voortdurend en onbepaald onderworpen aan de vooruitgang die parallel loopt met de vooruitgang van de menselijke rede". 

    Noot: Syllabus Errorum (Latijn voor lijst van dwalingen) is een lijst van 80 opvattingen en principes die de Rooms-Katholieke Kerk ten dele reeds eerder als dwalingen veroordeeld had. Paus Pius IX heeft hem samen met de encycliek Quanta Cura op 8 december 1864, het hoogfeest van Maria Onbevlekte Ontvangenis, aan alle Bisschoppen werd toegezonden. De veroordeelde overtuigingen betreffen onder andere het pantheïsme, het naturalisme, het rationalisme, het indifferentisme, het socialisme, het liberalisme, een aantal ethische kwesties, de politieke rechten van de Kerk en de secularisatie.

    Inhoud:

    1. Pantheïsme, naturalisme en absoluut rationalisme
    2. Gematigd rationalisme
    3. Indifferentisme, latitudinarisme
    4. Socialisme, communisme, geheime genootschappen, bijbelgenootschappen, klerikaal-liberale verenigingen
    5. Dwalingen over de Kerk en haar rechten
    6. Dwalingen over de burgerlijke maatschappij, beschouwd zowel op zichzelf als in haar betrekking tot de Kerk
    7. Dwalingen over de natuurlijke en Christelijke zedenleer
    8. Dwalingen over het Christelijk huwelijk
    9. Dwalingen over de wereldlijke macht van de Paus van Rome
    10. Dwalingen betrekking hebbend op het huidig liberalisme

    Op plechtige wijze geschiedde dit op het Eerste Vaticaans Concilie met de woorden: "De geloofsleer welke God heeft geopenbaard wordt niet voorgehouden als een wijsgerige vinding door menselijk vernuft te vervolmaken, maar als een goddelijke schat van Christus aan Zijn Bruid, die deze getrouw moet bewaren en onfeilbaar verklaren. Vandaar dat die betekenis van de heilige dogma's voor altijd behouden moet blijven welke onze Moeder, de Heilige Kerk eenmaal heeft vastgesteld; nooit mag, onder voorwendsel of naam van beter inzicht, van deze betekenis worden afgeweken". 

    Hierdoor wordt allerminst afbreuk gedaan aan het werk van het verstand, ook niet wat het geloof betreft. Het menselijk verstand wordt hierdoor niet gehinderd, doch veeleer gesteund en veilig verder geholpen. Daarom vervolgt het Vaticaans Concilie dan ook: "Moge daarom het inzicht, de wetenschap, de wijsheid tot grote bloei komen en een machtig hulpmiddel zijn voor ieder afzonderlijk en voor allen, zowel voor de enkeling als voor heel de Kerk van alle tijden en opeenvolgende eeuwen, naar hun eigen aard, maar toch binnen hetzelfde dogma, in dezelfde betekenis en in dezelfde opvatting". 

    Het modernisme in de beoefening van geschiedenis en kritiek

    Nadat wij nu in de aanhangers van het modernisme de wijsgeer, de gelovige, de theoloog bestudeerd hebben, rest nog om in hen de historicus, de criticus, de apologeet, de hervormer te zien.

    Sommige modernisten die als historicus werkzaam zijn schijnen erg bezorgd te zijn om voor filosoof te worden aangezien. Naar hun zeggen hebben zij geen verstand van filosofie. Dit is wel buitengewoon sluw bedacht. Bij niemand mag de mening opkomen dat zij besmet zouden zijn met wijsgerige vooroordelen en dat zij daarom, naar hun zeggen, niet volkomen objectief zouden zijn. Niettemin is hun geschiedschrijving of kritiek helemaal in wijsgerige termen vervat. Wat zij beweren is duidelijk afgeleid uit hun wijsgerige beginselen. Voor een oplettend toeschouwer is dit duidelijk.

    De toepassing van het agnosticisme en aanvullende beginselen daarvan

    In de geschiedenis

    De drie eerste grondregels van dit soort geschiedschrijvers of critici zijn precies dezelfde beginselen die wij boven hebben aangehaald als zijnde die van hun filosofen:

    1 Het "agnosticisme", 2 De theorie van de "omvorming" der dingen door het geloof en 3 Hetgeen wat men "vervorming" schijnt te kunnen noemen.

    Laten wij hier de gevolgtrekkingen daarvan eens wat nader bezien:
    Krachtens het agnosticisme is de geschiedenis, zoals de wetenschap, enkel en alleen een zaak van verschijnselen. Daarom moeten God alsook elke goddelijke tussenkomst in de mens, naar het gebied van het geloof verwezen worden. Daar alleen hoort dit thuis. Als er dus iets voorvalt dat uit een tweevoudig element bestaat, een goddelijk en een menselijk, zoals Christus, de Kerk, de Sacramenten en meer dingen van deze aard, moeten zij zo van elkaar gescheiden en losgemaakt worden, dat het menselijk element aan de geschiedenis wordt overgelaten, het goddelijke aan het geloof. Daar vandaan treffen wij bij de modernisten het onderscheid aan tussen de historische Christus en de Christus van het geloof, de historische Sacramenten en de Sacramenten van het geloof. Zo moet men ook handelen bij andere zaken.

    Als men dus dit menselijk element apart neemt, wat de historicus voor zich reserveert, zoals dit element zich uit de historische gegevens doet kennen, dan moet men bedenken dat dit element door het geloof door "omvorming" verheven is boven zijn historische omstandigheden. De door het geloof aangebrachte toevoegsels moeten noodzakelijk verwijderd worden. Zij moeten terug verwezen worden naar het gebied van het geloof en naar de geschiedenis van het geloof. Handelt men dus over Christus dan moet alles verwijderd worden wat boven het menselijke uitgaat. Alles wat zijn natuurlijke conditie als mens te boven gaat, zoals de psychologie dat leert en ook de omstandigheden van plaats en tijd waarin Hij leefde, waarmee zijn situatie verweven was.

    Bovendien moeten volgens het derde wijsgerig beginsel ook die dingen welke binnen het bereik van de geschiedenis liggen als gezeefd worden. Alles moet naar het gebied van het geloof gebracht worden wat volgens hen niet ligt in de lijn van de zogenaamde logica der feiten of wat niet passend geacht wordt bij de persoonlijke aard. Zo zou volgens hen Christus de woorden niet gesproken hebben die het bevattingsvermogen van zijn toehoorders te boven gingen. Daarom worden alle allegorische voorstellingen die men in zijn onderrichtingen aantreft uit zijn werkelijk levensverhaal verwijderd en naar het geloofsgebied verwezen.

    We zullen misschien vragen waarom deze elementen van elkaar gescheiden worden? Antwoord: uit de aard van de persoon, uit de positie die deze persoon in de maatschappij inneemt, uit zijn opvoeding, krachtens de samenhang van de gebeurtenissen en de samenloop van omstandigheden. In één woord: als we goed begrijpen, krachtens een norm, die per slot van rekening helemaal subjectief is. Zij trachten de persoon van Christus te doorgronden en als het ware zelf te beleven: Wat zij nu in zijn omstandigheden zouden gedaan hebben, dat laten zij Christus doen.

    Daaruit leiden we af: Zij leren dus a priori, uitgaande van wijsgerige beginselen, die zij niettemin beweren niet te kennen, dat in de ware geschiedenis Christus geen God is en ook niets goddelijks gedaan heeft of gezegd. Als mens heeft Hij niets anders gedaan en gezegd wat zij, zich in die tijdsomstandigheden verplaatsend, Hem veroorloven te doen en te zeggen.

    In de kritiek

    Zoals nu de geschiedenis haar gevolgtrekkingen ontvangt uit de wijsbegeerte, zo haalt de kritiek deze uit de geschiedenis. De uitspraken van de geschiedenis volgend komt de criticus tot twee groepen van gegevens. Wat na de drievoudige geciteerde verminking nog overblijft wordt aan de authentieke geschiedenis overgelaten, het andere aan de geschiedenis van het geloof, ook wel interne geschiedenis genoemd. Want zij maken nauwkeurig onderscheid tussen deze tweevoudige vorm van geschiedenis: van het geloof en de echte geschiedenis, in zoverre deze reëel is. Vandaar de tweevoudige Christus: de ene is de echte Christus; de andere heeft in werkelijkheid nooit bestaan, maar behoort tot het geloof. De ene heeft op een bepaalde plaats en tijd geleefd; de andere wordt alleen gevonden in vrome geloofsoverdenkingen. Dit is bv. de Christus welke het Evangelie van Johannes ons voorhoudt. Dit Evangelie is, naar hun zeggen, heel en al bespiegeling.

    De toepassing van de vitale immanentie

    Maar de voogdij van de filosofie over de geschiedenis is hierdoor nog niet compleet. Na de historische gegevens in twee groepen verdeeld te hebben, is de filosoof er weer met zijn dogma van de "vitale immanentie". Hij verzekert dat alles wat tot de geschiedenis van de Kerk behoort, verklaard moet worden door de "vitale emanatie" (emanatio = uitvloeisel of voortkomst). De oorzaak evenwel of voorwaarde van elke levende voortkomst moet men zoeken in een zekere noodzaak of behoefte. Een feit of gebeurtenis moet men dus zien als de vrucht van een behoefte, en geschiedkundig gezien is het feit later dan de behoefte.

    Wat moet de historicus nu doen? Hij moet de gegevens uit de Schrift of van elders aangebracht onderzoeken. Hij moet dan een lijst opmaken van alle noodzakelijkheden (behoeften) die betrekking hebben op het dogma, de eredienst, de andere in de Kerk aanwezige en elkaar opvolgende elementen. Deze lijst geeft hij aan de criticus. De criticus bekijkt nu de elementen die bestemd zijn voor de geschiedenis van het geloof. Hij rangschikt ze afzonderlijk naar tijd in overeenstemming met de ontvangen lijst. Hij moet daarbij altijd de regel voor ogen houden, dat de noodzaak of behoefte vooraf gaat aan het feit en dat dit feit weer vooraf gaat aan het verhaalde. Nu kan het soms wel voorkomen dat sommige delen van de Bijbel, bv. de brieven, het feit zelf zijn dat uit noodzaak ontstaan is. Maar wat er ook van zij: de wet blijft van belang, dat de tijd van het ontstaan van een document of gegeven, niet anders mag worden vastgesteld dan vanuit het tijdstip waarop een bepaalde behoefte ontstond in de Kerk.

    De toepassing van het beginsel van de ontwikkeling

    Bovendien moet onderscheid gemaakt worden tussen het ontstaan van een feit en de verdere ontwikkeling van dat feit. Wat op één dag kan ontstaan komt pas na langere tijd tot ontwikkeling. Daarom moet de criticus de gegevens die hij naar tijd geordend had, opnieuw in twee groepen verdelen. Hij moet de gegevens welke betrekking hebben op het ontstaan van een zaak scheiden van de gegevens die behoren tot de ontwikkeling van die zaak. Daarna moet hij ze weer chronologisch ordenen.

    Nu komt de filosoof weer aan het woord: Hij geeft aan de historicus opdracht zijn studie zo in te richten als de voorschriften en wetten van de evolutie dat willen. Tot dit doel moet de historicus de gegevens opnieuw aan een onderzoek onderwerpen. Hij moet scherp nagaan hoe de situatie en toestand van de Kerk in de verschillende tijdvakken was, haar conservatieve kracht, welke de innerlijke en uiterlijke behoeften waren die haar stuwden naar vooruitgang, de hindernissen die zich voordeden, in één woord: Hij moet alles nagaan wat invloed uitoefende op de mogelijkheid de evolutiewetten te handhaven. Vervolgens schetst hij de geschiedenis van de ontwikkeling. De criticus is daarbij behulpzaam en past de overige gegevens in het geheel. Dit alles nu wordt tot eenheid gemaakt: De geschiedenis is geschreven.

    Nu vragen we: Aan wie moet deze geschiedenis worden toegeschreven? Aan de historicus of aan de criticus? Klaarblijkelijk aan geen van beiden, maar aan de filosoof. Alles wordt hier aprioristisch behandeld en wel met een apriorisme dat wemelt van ketterijen. Deze mensen zijn wel te beklagen. De Apostel zegt van hen: "Al hun denken is op niets uitgelopen ... Zij beweerden wijs te zijn maar werden dwazen" (Rom. 1:21-22). Zij roepen echter ook verontwaardiging op omdat zij de Kerk verwijten de gegevens zo door elkaar te werpen en te schikken dat ze in haar voordeel spreken. Zij dichten aan de Kerk toe wat hun geweten aan hen zelf met de grootste klaarheid verwijt.

    Hun methode toegepast op de Heilige Schrift

    Uit deze over tijdvakken verdeelde documenten volgt van zelf dat de H. Boeken niet aan de auteurs kunnen worden toegeschreven, aan welke dat in feite gedaan wordt. Daarom aarzelen modernisten niet om steeds te verzekeren dat deze boeken, vooral de Pentateuch en de synoptische Evangeliën, uit een aanvankelijk kort verhaal zijn gegroeid door geleidelijke toevoegsels in de vorm van aanvullende verklaringen van theologische of allegorische aard of simpelweg door verbindingen tussen de verschillende delen. Om het kort en duidelijk te zeggen: Wij moeten een vitale evolutie van Heilige boeken aannemen, voortgekomen uit de evolutie van het geloof en daarmee in overeenstemming.

    Zij beweren dat de sporen van deze evolutie zo duidelijk zijn dat men er bijna een geschiedenis van zou kunnen schrijven. Zij doen dat dan ook inderdaad met zoveel overtuiging, dat men zou menen dat zij zelf met eigen ogen de schrijvers bezig gezien hebben bij hun werk van de uitbreiding van de Heilige Boeken in de verschillende tijdperken.

    Om dit te bevestigen roepen zij wat wij noemen de "tekstkritiek" ter hulp. Zij trachten duidelijk te maken dat een of ander feit of gezegde niet op de goede plaats staat. Zij gebruiken meer van dergelijke redeneringen. Men zou zeggen dat zij zich een bepaalde trant van verhalen of spreken hebben eigen gemaakt, waaruit zij met grote zekerheid oordelen wat op de goede en wat op de verkeerde plaats staat.

    Hoe zij op deze wijze mensen vinden die het begrijpen: Oordele wie kan! Maar wie hen zo met kennis van zaken over de Heilige Boeken hoort redeneren, waarin het hun gegeven is zoveel onjuistheden te ontdekken, zal wel denken dat voor hen niemand de Heilige Boeken heeft ingezien. Men zou kunnen vergeten dat een groot aantal zeer geleerde exegeten met een veel groter inzicht, geleerdheid en Heiligheid dan zij de Heilige Boeken op alle mogelijke wijzen hebben bestudeerd. Bij deze uiterst competente geleerden kwam het niet op om misprijzend over een of ander deel van de H. Schrift te oordelen. Integendeel: Naarmate zij dieper inzicht kregen in de Schrift, des te grotere dank brachten zij aan God, omdat Hij zich gewaardigd had zo tot mensen te spreken. Het is wel spijtig: Die geleerden hadden niet dezelfde hulpmiddelen als de modernisten. Zij hadden geen godloochenende filosofie als lerares en leidsvrouwe en zij stelden zich ook niet zelf aan als norm om te oordelen.

    Het gevaar van de richting

    Wij menen hiermee duidelijk gemaakt te hebben welke methodiek modernisten volgen op geschiedkundig gebied. De filosoof gaat voorop, de historicus vangt hem op, daarna leren ze volgens schema wat de tekstkritiek zegt. En omdat de twee oorzaken hun kracht putten uit de gevolgen van de eerste oorzaak is het duidelijk dat een dergelijke kritiek niet zo maar een kritiek is zonder meer. Zij wordt terecht een agnostische immanentistische en evolutionistische kritiek genoemd. En als iemand een dergelijke kritiek onderschrijft en daar gebruik van maakt, geeft hij blijk ook haar dwalingen te volgen en stelt hij zich op tegen de Katholieke leer.

    Daarom kan het zeer verwonderlijk schijnen, dat zich ook bij Katholieken van onze tijd dit soort kritiek zo sterk doet gelden. Hiervoor bestaat een dubbele oorzaak; daar is vooreerst de nauwe band tussen historici en critici. Hier wordt niet gelet op nationale en godsdienstige verschillen. Vervolgens hebben wij te doen met een verregaande aanmatiging. Als iemand naar hun leer handelt wordt hij door de overigen hoog geprezen en wordt hij voor een bevorderaar van de wetenschap gehouden. Maar als iemand zijn bezorgdheid over dat nieuwe laat blijken, wordt hij in gesloten gelederen aangevallen. En als iemand die leer durft te ontkennen wordt hij van onwetendheid beschuldigd. Maar een voorstander wordt uitermate geprezen. In dat laten velen zich afschrikken, die als zij de zaak eens wat nader onderzochten, zich zouden distantiëren. Uit deze overweldigende arrogantie der dwaalleraren en de niet-nadenkende aanhang van oppervlakkige lieden ontstaat een zekere bedorven atmosfeer die alles doordringt en de besmetting verspreidt. Gaan we nu echter over tot de apologetiek.

    Noot: Apologetiek: De christelijke apologetiek verdedigt de leer die uit de natuur en de Schrift verkregen zou kunnen worden. Het wil een aanvulling, bevestiging van de kennis van God uit de Schrift vormen. Apologetiek is het verdedigen van levensbeschouwelijke, vaak religieuze, standpunten door middel van redenering. Apologetiek kan naast de verdediging van het geloof ook de theologische onderbouwing aanduiden van geloofsverdediging en de geschriften waarin geloofsverdediging voorkomt.

    De modernistische apologetiek

    Haar afhankelijkheid van de modernistische wijsbegeerte

    Ook de apologeet is bij de modernisten op tweevoudige wijze afhankelijk van de filosoof. Vooreerst indirect: Hij ontleent zijn stof aan de historicus, waarvan, zoals wij gezien hebben, de filosoof de richtlijnen bepaalde. Direct: Hier bestaat afhankelijkheid daarin dat de apologeet van de filosoof diens dogma's en uitspraken ontvangt. Daarom is in de modernistische school de stelling van kracht: de nieuwe apologie moet de godsdienstige controversen oplossen door historisch en psychologisch onderzoek. Derhalve beginnen de modernistische apologeten hun werk met een waarschuwing aan de rationalisten: Zij verdedigen de godsdienst niet met een beroep op de Schriftuur, ook niet door argumenten te ontlenen aan de gebruikelijke kerkhistorische stukken die in de oude trant geschreven zijn, maar overeenkomstig de "ware" geschiedenis en volgens de moderne richtlijnen, naar de moderne methode opgesteld. Zij doen dat niet omdat zij zich naar hun tegenstander willen richten, maar omdat zij overtuigd zijn dat deze geschiedenis alleen de waarheid weergeeft. Bij het schrijven van wat zij betogen zijn zij zich van hun eerlijkheid bewust. Bij de rationalisten zijn zij bekend. Onder hun vaandel strijdend hebben zij hun sporen verdiend en oogsten hun lof. Een waar Katholiek zou die lof afwijzen, maar zij achten zich daarmee gelukkig en stellen hem tegenover de berispingen van de Kerk.

    Haar methodes

    Laten we eens zien hoe iemand van hen de apologetiek samenstelt. Het doel wat hij zich voorstelt te bereiken is dit: Een mens die nog zonder geloof is moet ertoe gebracht worden om dit geloof te verkrijgen uit de ervaring van de Katholieke godsdienst. Deze godsdienst is, naar zij leren, het enige fundament voor het geloof. Om daartoe te komen ligt een dubbele weg open: een objectieve en een subjectieve.

    1. De objectieve methode

    Wat wordt aangetoond
    De objectieve is afkomstig van het agnosticisme. Hier tracht men duidelijk te maken dat in een godsdienst, speciaal de Katholieke, een vitale kracht aanwezig is die de psycholoog en de historicus van goede wil tot de overtuiging brengt dat het niet anders kan of er moet in de geschiedenis iets verborgen liggen dat onbekend is. Om dit aan te tonen is het noodzakelijk in te zien dat de huidige Katholieke godsdienst precies dezelfde is welke Christus gesticht heeft.

    Zij is evenwel niets anders dan de geleidelijke ontwikkeling van de oorspronkelijke kiem welke Christus gelegd heeft. Men moet dus eerst vaststellen hoedanig deze kiem was. Zij willen dat in de volgende termen doen: Christus heeft de komst van het Rijk Gods aangekondigd. Dit Rijk zou spoedig komen. Hij zou daarvan de Messias zijn, nl. de stichter en inrichter door God daartoe aangesteld. Daarna moet uiteengezet worden hoe deze kiem, altijd innerlijk (immanens) en blijvend (permanens) bij de Katholieke godsdienst aanwezig is, zich geleidelijk in de loop der geschiedenis ontwikkeld heeft en aangepast werd aan de veranderende omstandigheden, waaruit hij met vitale kracht opnam wat nuttig was voor de doctrinaire, de cultische en de kerkelijke vormen. Als zich moeilijkheden voordeden konden deze worden uit de weg geruimd, tegenstanders werden uitgeschakeld. De godsdienst hield zich staande bij alle tegenwerking en vervolging. Bij het opruimen van al deze hindernissen, te weten: tegenstanders, vervolging, strijd, bleven het leven en de vruchtbaarheid der Kerk bestaan terwijl daarbij de evolutiewet en het verloop der geschiedenis onaangetast bleven. Dit alles kan toch niet voldoende duidelijk zijn door een geschiedkundige verklaring alleen. Een "onbekende" factor moet aanwezig zijn. Hij dient zichzelf aan.

    Aldus deze apologeten. Bij deze redenering zien zij een kapitaal punt over het hoofd: De ontwikkeling van de aanvankelijke kiem wordt uitsluitend verklaard met het apriorisme van de agnostische en evolutionistische filosofie. De kiem zelf beschrijven zij naar willekeur, zoals het in hun stelsel van pas komt.

    Wat wordt toegegeven aan de rationalistische kritiek op de leer van de Kerk en op de Heilige Schrift
    Terwijl de nieuwe apologeten met de aangehaalde argumenten het Katholieke trachten aanvaardbaar en overtuigend te maken, geven zij grif toe, dat daarin veel te vinden is wat aanstoot geeft. Met niet verborgen genoegen zeggen zij openlijk dat in dogmatische stellingen dwalingen en tegenspraken voorkomen. Zij voegen daar echter aan toe, dat hiervoor niet alleen verontschuldigingen aan te voeren zijn, maar dat deze toch terecht en wettig zijn uitgesproken. Zo staan er volgens hen ook in de Heilige boeken nogal veel wetenschappelijke en historische dwalingen. Maar, zeggen zij, in die boeken gaat het ook niet over wetenschappelijke en historische vraagstukken, maar alleen over godsdienst en zeden. De wetenschap en geschiedenis zijn daar alleen maar een soort kleed, waarin de godsdienstige en zedelijke vraagstukken gehuld zijn.

    Zo kunnen zij gemakkelijker ingang vinden. Als een volmaaktere wetenschap of geschiedenis aanwezig was, zou het volk er niets van begrijpen en zouden deze wetenschap en geschiedenis veeleer tot nadeel dan tot voordeel strekken. Daar voegen zij nog aan toe dat de Heilige boeken, van nature godsdienstig, ook noodzakelijk levend zijn. Maar aan dit leven komt een eigen waarheid en logica toe die anders is dan de waarheid en de logica van het verstand. De waarheid en de logica van het leven behoren tot een heel andere orde: een waarheid van vergelijking en verhouding (volgens hen) met het levensmilieu en het levensdoel. Tenslotte gaan zij zover dat zij zonder enige restrictie beweren dat alles wat uit het leven verklaard wordt waar is en ook rechtmatig.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs