Waaraan
gewerkt zal moeten worden op deze wereld :
De mens doet alsof alle natuurlijke hulpbronnen van hem
zijn. Hij vraagt bv. geld voor natuurlijke hulpbronnen zoals olie en gas, maar
vergeet dat hij er geen eigenaar van is. Hij is toevallig degene die woont
boven deze hulpbronnen.
De mens heeft elke keer geld nodig om iets te doen voor een
ander, anders doet hij het gewoon niet. Het hele systeem moet veranderen. Als
de mens begint vanuit de instelling ik zorg voor een ander zoals voor mezelf
is geen geld of iets dergelijks meer nodig.
De mens beschouwt elke vierkante millimeter grond als zijn
bezit. Maar hij vergeet dat hij geen eigenaar ervan is, enkel degene die er
tijdelijk op woont.
De mens gaat ervan uit dat hij alles onder controle heeft,
en dat hij met God geen rekening moet houden, laat staan Hem eer betuigen. Maar
hij heeft juist niets onder controle. Alles is in handen van God. Als God van
het ene moment op het andere beslist om een natuurramp toe te laten dan kan de
mens er niets tegen beginnen.
De mens is een luchthapper die uiteindelijk nog geen
seconde kan toevoegen aan zijn leven. Een nederige instelling tegenover God en een
gevoel van gelijkwaardigheid tegenover zijn naaste zonder superioriteitsgevoel
zijn dan ook op hun plaats.
De mens denkt dat hij niet verantwoordelijk zal gesteld
worden voor zijn daden, dat er geen God is die al zijn daden en ingesteldheden
in het oog houdt. Wat zal dat binnenkort in de Waarschuwing tegenvallen.
De mens denkt dat hij zo nog lange jaren kan blijven
aanmodderen (hebzucht, haat, geweld, nijd, jaloezie, hypocrisie, ijdelheid,
arrogantie, kwaad, en ga zo maar verder) en dat alles blijft zoals het is. Voor
de mensen die dit geloven : ze zullen binnenkort met een smak neerkomen op de
beton.
De mens denkt dat er geen hiernamaals bestaat en zeker geen
Hel. Maar het zal in de Waarschuwing pijnlijk duidelijk worden dat het even reëel
is als rondlopen op aarde. En de Hel is geen vloerverwarming!
De mens moet tot het besef komen dat Jezus' Rijk eraan komt (3,5 jaar na de Waarschuwing) en dat er eerst een rijk van verdrukking komt van de Antichrist. Als je de microchip laat inplanten zal je wel aan je goederen kunnen, maar zal je ineens gekozen hebben voor eeuwig in de Hel te zitten met Satan. Dat betekent dat al de rest van geen tel is. De oplossing is voortdurend te bidden, nooit je geloof in God te verzaken, zelfs niet als je je leven er moet bij inschieten. De mensen van goede wil te helpen in het overleven tot Jezus' Rijk komt. En vooral : te stoppen met in vakjes te denken, zo denkt de Antichrist niet. Het is van geen belang protestant, katholiek, moslim, boeddhist, of wat dan ook te zijn. Elk zal binnenkort zien, in de Waarschuwing, dat enkel Jezus degene is die de poort van het Paradijs opent en dat je enkel door Hem kan gered worden. Daden van liefde stellen is wat telt, en geloven in Jezus.
Gedurende de Liturgie van de Voorbereiding, nadat de
priester het brood en de wijn heeft voorbereid, zal hij de asterisk bewieroken
door het over het open wierookvat te houden. Dan plaatst hij het op de diskos
en zegt hij de woorden En een ster kwam en bleef over de plaats staan waar het
jonge kind zich bevond. (Matheus 2:9)
Gedurende een Hiërarchische Liturgie (dit is
een waarbij een bisschop voorgaat) zal net voor de Grote Intrede, het aër (en
onderste doeken) en de asterisk worden verwijderd en de bisschop zal de
nagedachtenissen doen voor de levenden en de doden, waarna hij de asterisk en
de aër terug zal plaatsen.
Na het Sursum Corda, zal de diaken de asterisk
optillen van de diskos en daarmee het kruisteken maken aan de vier zijden,
terwijl de priester zijn handen omhoog heft en zegt : het triomflied zingend,
roepend, luid jubelend en zeggend : waarbij het koor het sanctus zingt. De
diaken kust de asterisk, vouwt het samen en legt het opzij op de antimension,
terwijl de priester het gebed van de anafora begint.
Na de communie van de gelovigen worden het aër en
onderliggende doeken, de speer, de lepel en de asterisk op de diskos geplaatst.
De priester overhandigt hen aan de diaken, die ze terugbrengt naar de prothesis.
Dan houdt hij de kleinere doeken over het wierookvat
en plaatst hij ze op de diskos en de kelk, en zegt hij respectievelijk de
gebeden voor elk van hen. Het grootste doek, de Aër, wordt rond het wierookvat
gewikkeld en wordt dat over de kelk en de diskos samen geplaatst. Als laatste
neemt hij het wierookvat van de diaken en bewierookt hij de bedekte Gaven. Hij
zegt dan het slotgebed van Offering.
Nadien, bewierookt de diaken de volledige prothesis,
de heilige tafel, het heiligdom, de hele kerk en het volk terwijl hij het
volgende hymne en Psalm 50 bidt:
In de Tombe met het lichaam, en in Hades met de
ziel, in het Paradijs met de dief, en op de Troon met de Vader en de Geest, was
U, O Christus, die overal aanwezig bent en alle dingen vervult.
De Goddelijke Liturgie bestaat uit drie delen:
·
de voorbereidende gebeden;
·
de liturgie van
de catechumenen, zo genoemd omdat in de eerste eeuwen van het christendom
catechumenen alleen dit deel mochten bijwonen; dit deel wordt ook de liturgie
van het Woord genoemd;
·
de liturgie van de
gelovigen, zo genoemd omdat in de eerste eeuwen alleen diegenen die gedoopt
waren, werden toegelaten.
BEGIN
VAN DE GODDELIJKE LITURGIE
D.
Zegen Meester
P.
maakt met het Evangelieboek een kruis over het antimension en zingt :
«Gezegend
zij het Koninkrijk van de Vader, en van de Zoon, en van de Heilige Geest; nu en
altijd, en in de eeuwen der eeuwen.
antimension
Antimension : behoort tot de belangrijkste
bekleding van het altaar in de Orthodoxe liturgie. Het is een rechthoekig doek,
gemaakt uit linnen of zijde, met de afbeelding van de neerlegging van Christus
in de tombe, de vier evangelisten, en bijbelteksten die verwijzen naar de
Eucharistie. Een klein relikwie van een martelaar is erin genaaid. De
Eucharistie kan niet gevierd worden zonder een antimension. Het doek wordt
geplaatst in het midden van het altaar en open gevouwen gedurende de Goddelijke
Liturgie, voor de Anafora.
Op het einde van de liturgie wordt de
antimension in drie gevouwen en dan opnieuw in drie zodat de vouwen een kruis
vormen. Wanneer het gevouwen is, zit de antimension in het midden van een
groter kleed, het eiliton wat dan errond gevouwen wordt op dezelfde manier (3 x
3), en het volledig omhult. Er wordt ook een dunne natuurlijke spons in de
antimension bewaard die gebruikt wordt om kruimels te verzamelen die op de
Heilige Tafel vallen. Wanneer de antimension en eiliton worden gevouwen, wordt het
Evangelieboek erbovenop gelegd.
Het
antimension moet geconsacreerd zijn en gezegend door een bisschop. Het antimension en het chrisma zijn de middelen waardoor een bisschop
zijn toelating geeft aan de priesters die onder zijn gebied vallen om de
Goddelijke Liturgie te vieren en de Heilige Mysteries in zijn afwezigheid en om
goddelijke diensten te leiden.
H. Gregorius de Verlichte van Armenie met het Omoforion
Aartsbisschop Sviatoslav Shevchuk met het Omoforion waar onderaan
rechthoeken zijn op genaaid om zijn hiërarchische functie te tonen
Omoforion : Dit is het gewaad da teen bisschop
onderscheidt en het is het symbool van zijn geestelijke en kerkelijke
autoriteit. Oorspronkelijk uit wol, is het een band van brokaat, dat versierd
is met vier kruisen en een achtpuntige ster en wordt het rond de nek en schouders
gedragen. Het symboliseert het verloren schaap dat gevonden werd en gedragen
wordt op de schouders van de Goede Herder. Het verwijst naar de pastorale rol
van de bisschop als icoon of toonbeeld van Christus. (In RK-Kerk : pallium)
Het antimension is een vervanging voor de
altaartafel. Een priester mag de Eucharistie op de antimension celebreren zelfs
als de altaartafel niet gepast geconsacreerd werd. In noodgevallen, wanneer er
geen altaartafel beschikbaar is, dient de antimension als pastoraal middel om
om goddelijke diensten buiten de kerk of kapel te houden wanneer geen
geconsacreerde tafels voorhanden zijn. De priester gebruikt altijd het
antimension, zelfs op een geconsacreerd altaar dat relieken bevat.
Bij de Goddelijke liturgie, gedurende de litanieën
(Ektenias) die de Grote Intrede voorafgaan wordt het eiliton volledig
opengevouwen en wordt het antimension drie-vierde opengevouwen en bovenaan
gevouwen. Gedurende de Litanie van de Catechumenen (liturgie van de
woorddienst), wanneer de diaken zegt Dat Hij (God) tot hen (de catechumenen)
het Evangelie van gerechtigheid moge openbaren, vouwt de priester het laatste
deel van de antimension open, en openbaart het mysterie van Christus dood en
verrijzenis. Na de Intrede of
Intocht worden de kelk en diskos op de antimension geplaatst en worden de Gaven
(brood en wijn) geconsacreerd. De antimension blijft
ongevouwen tot allen de Heilige Communie hebben ontvangen en de kelk en diskos
terug naar de Prothesis (= offertafel) worden gebracht. De diaken (of priester
als er geen diaken is) moet zorgvuldig de antimension inspecteren om zeker te
zijn dat er geen kruimels op de antimension achterblijven. Dan wordt het
gevouwen, gevolgd door het vouwen van het eiliton. Daarna wordt het
Evangelieboek erbovenop geplaatst.
K.
Amen.
VREDESLITANIE
D.
Laat ons de Heer in vrede bidden.
K.
Kyrie eleison
D.
Om de hemelse vrede en de redding van onze zielen, bidden wij de Heer.
K
Kyrie eleison (na elk vers)
D.
Om vrede voor de gehele wereld, het welzijn van de heilige Kerken Gods, en om
de EENHEID van allen; bidden wij de Heer.
Voor
dit heilige Godshuis, en voor hen die er met geloof, eerbied en vreze Gods
binnentreden; bidden wij de Heer.
Voor
onze Patriarch N., voor Metropoliet N., voor onze Aartsbisschop N., voor de
eerbiedwaardige priesters, het diaconaat in Christus, voor geheel de
geestelijkheid, en voor gans het volk; bidden wij de Heer.
Voor
onze Koning N., voor onze Koningin N., en voor de Regering van dit land; bidden
wij de Heer.
Voor
deze stad, en voor alle steden en dorpen van ons gehele land, en voor alle
gelovigen die er wonen; bidden wij de Heer.
Voor
goed weer en overvloed van de vruchten der aarde, en om vredige tijden; bidden
wij de Heer.
Voor
de reizigers op zee, te land en in de lucht; voor de zieken en lijdenden; voor
de gevangenen en hun redding; bidden wij de Heer.
Om
bevrijding uit alle verdrukking, toorn, gevaar en nood; bidden wij de Heer.
Help
en red ons, wees barmhartig en bescherm ons, o God, door Uw genade.
Onze
alheilige, ongeschonden, hooggezegende, roemrijke Koningin, Gods Moeder en
altijd Maagd Maria, met alle Heiligen gedenkend, bevelen wij aan Christus God
onszelf, elkaar en geheel ons leven aan.
K.
Aan U o Heer
P.
Bidt intussen zacht :
Heer
onze God, Wiens macht niet te vergelijken is, en Wiens heerlijkheid
onbegrijpelijk is; Wiens barmhartigheid geen grenzen kent, en Wiens liefde tot
de mensen onuitsprekelijk is. Gij, Heer, zie goedertierend neer op ons en dit
heilig Huis. Schenk ons, en hen die met ons meebidden, Uw rijke barmhartigheid en
medelijden.
en
hij roept : Want U komt toe alle heerlijkheid, eer en aanbidding : Vader,
Zoon en heilige Geest; nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.
K.
Amen.
D.
Gaat onder het zingen bij de Christusicoon staan.
Antifoon : Een antifoon of beurtzang is
een vers dat gezongen wordt als inleiding op en ter afsluiting van een psalm
tijdens de mis enhet getijdengebed. Het
woord antifoon is samengesteld uit de Griekse woorden anti,
tegen, en phōnē, stem.
Als de helften van een psalmvers of gehele
verzen om en om worden uitgesproken of gezongen, noemt men dit antifonaal.
In het Gregoriaans zingt een voorzanger de eerste woorden van de
antifoon, waarna de andere zangers inzetten.
EERSTE
ANTIFOON
K.
Mijn ziel love de Heer, geloofd zijt Gij o Heer.
Mijn
ziel, love de Heer en dat-alles-wat-in-mij-is, love Zijn heilige Naam.
Mijn
ziel, zegen de Heer, vergeet-toch-al-zijn weldaden niet.
De
Heer, vergeeft en geneest, vol-ontferming-en-barmhartig is de Heer.
Mijn
ziel, love de Heer en dat alles-wat-in-mij-is, love Zijn heilige Naam, geloofd
zijt Gij, o Heer.
(Op
grote feesten zijn er eigen Antifonen, zoals voorgeschreven)
L.
Zingt de verzen.
K.
DOOR DE GEBEDEN VAN DE HEILIGE MOEDER GODS, HEILAND, O RED ONS.
1e KLEINE
LITANIE
D.
Nogmaals en nogmaals, laat ons de Heer in vrede bidden.
K.
Kyrie eleison
D.
Help en red ons, wees barmhartig en bescherm ons, o God door Uw genade.
K.
Kyrie eleison
D.
Onze alheilige, ongeschonden, hooggezegende, roemrijke Koningin, Godsmoeder en
altijd-maagd Maria met alle heiligen gedenkend, bevelen wij aan Christus God
onszelf, elkaar en geheel ons leven aan.
K.
Aan U o Heer.
P.
Heer onze God, red uw volk en zegen uw erfdeel. Bewaar de volheid van Uw Kerk.
Heilige hen die de schoonheid van Uw Huis liefhebben. Verheerlijk hen daarvoor
met Uw goddelijke kracht, en verlaat ons niet die op U hopen.
Want
van U is de macht en aan U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid :
Vader, Zoon en Heilige Geest, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.
AMEN.
2e ANTIFOON
K.
Eer aan de Vader, en aan de Zoon, en aan de Heilige Geest.
Mijn
ziel, zegen de Heer, ik wil de Heer loven in heel mijn leven, de psalm zingen
voor God, zolang ik besta. Stel uw vertrouwen niet op vorsten, op mensenzonen
bij wie geen heil is. Zijn geest zal hem verlaten : hij keert terug tot de
aarde waaruit hij genomen was; en op diezelfde dag gaan al zijn plannen ten
gronde. Zalig hij, wiens Helper de God is van Jacob, die zijn vertrouwen stelt
op de Heer zijn God. Die hemel, aarde en zee heeft gemaakt, met al wat zich
daarin bevindt. Hij behoedt de waarheid in eeuwigheid. Hij verschaft recht aan
wie onrecht lijden. Aan hongeren geeft Hij voedsel, de Heer verlost de
geboeiden. De Heer schenkt het gezicht aan de blinden : de Heer richt de gebrokenen
op. De Heer bemint de rechtvaardigen, de Heer behoedt de vreemden. Hij is de
steun van wees en weduwe, maar Hij vernietigt de weg van de zondaar. De Heer
zal heersen in eeuwigheid : uw God, Sion, van geslacht tot geslacht.
(Hier
ook is er eigen Antifoon op grote feesten, zoals voorgeschreven)
L.
Zingt de verzen.
K.
VERLOS ONS ZOON VAN GOD ..WIJ DIE U BEZINGEN ALLELUIA
K.
Nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
*
ENIGGEBOREN Zoon en Woord van God, die onsterfelijk zijt, en het op U genomen hebt
voor onze verlossing vlees te worden uit de Heilige Moeder van God en altijd
maagd Maria. En zonder te veranderen mens geworden zijt : die gekruisigd zijt,
Christus God, en de dood door Uw dood hebt overwonnen. Gij die als één van de
Heilige drie-eenheid samen verheerlijkt wordt met de Vader en de Heilige Geest
VERLOS ONS
2e KLEINE
LITANIE
D.
Nogmaals en nogmaals, laat ons de Heer in vrede bidden.
K.
Kyrie eleison
D.
Help en red ons, wees barmhartig en bescherm ons, o God, door Uw genade.
K.
Kyrie eleison
D.
Onze alheilige, ongeschonden, hooggezegende, roemrijke Koningin, Gods Moeder en
altijd maagd Maria met alle heiligen gedenkend, bevelen wij aan Christus God
onszelf, elkaar en heel de wereld aan.
K.
Aan U o Heer
P.
Gij hebt ons deze gemeenschappelijke, eenstemmige smeekbeden geschonken, en
beloofd om de gebeden te verhoren van twee of drie, die eenstemmig bidden in Uw
Naam. Verhoor nu ook het smeken van Uw dienaren zoals het hun nuttig is. Schenk
ons in deze voorbijgaande tijd de kennis der waarheid, en in de toekomstige het
eeuwig leven.
Want
Gij zijt een goede en menslievende God, en tot U zenden wij onze lof : Vader,
Zoon en Heilige Geest; nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.
K.
Amen.
3e ANTIFOON
ZALIGSPREKINGEN
In
Uw Koninkrijk * denk toch aan ons o Heer.
Zalig
zij die arm zijn van geest * want hun behoort het Rijk der hemelen.
Zalig
zij die treuren * want zij zullen getroost worden.
Zalig
zij die zachtmoedig zijn * want zij zullen de aarde bezitten.
Zalig
zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid * want zij zullen verzadigd
worden.
Zalig
zij die barmhartig zijn * want hun zal geschieden barmhartigheid.
Zalig
zij die zuiver zijn van hart * want zij zullen God zien.
Zalig
zij die vrede stichten * want zij zullen kinderen Gods worden genoemd.
Zalig
zij die vervolgd worden om de gerechtigheid * want het Rijk der hemelen behoort
hun toe.
Zalig
zijt gij, wanneer ge zult gesmaad en vervolgd worden en wanneer men valselijk
allerlei kwaad van U zal zeggen om mijnentwil.
Verheugt
en verblijdt U, want groot is uw beloning in de Hemel.
(Onder
de Zaligsprekingen gebeurt de : )
KLEINE
INTOCHT of INTREDE
P/D.
maken drie buigingen voor het altaar. P. geeft Evangelie aan D. Zij gaan om het
Altaar heen door de noorderdeur naar buiten, voorafgegaan door het licht. Voor
de H. Deuren blijven zij staan en buigen het hoofd. Zij bidden stil :
D.
Bidden wij de Heer.
P.
Meester, Heer onze God, die in de hemelen legioenen hebt opgesteld van Engelen
en Aartsengelen voor de Liturgie van Uw heerlijkheid; geef dat met onze intocht
ook de Intocht der heilige Engelen geschiede, die samen met ons dienen en Uw
goedheid verheerlijken. Want alle lof, eer en aanbidding komt toe aan U :
Vader, Zoon en Heilige Geest; nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.
D.
Amen. Zegen, Vader, de heilige intocht.
P.
+ Gezegend zij de intocht van Uw heiligen; immer, nu en altijd en in de eeuwen
der eeuwen.
(D.
laat P. het Evangelie kussen; gaat na de zaligsprekingen voor de P.in de Poort
staan, heft het H. Evangelie omhoog en roept : )
D.
WIJSHEID STAAT OP.
P/D.
(buigen en gaan het altaar in. D. legt het H. Evangelie op het altaar-op
normale zondagen zingt het koor : ).
K.
Kom laten wij Christus aanbidden en buigen voor Hem. Red ons o Zoon van God,
Gij die uit de doden verrezen zijt, wij die u bezingen. Alleluia.
K.
Troparion en kondakion (variabel).
K.
Troparion van de H. Apostel Andreas (of een andere patroonheilige van de Kerk)
Gij
zijt de eerstgeroepene der Apostelen en de broeder van Petrus. Bid daarom
Heilige Andreas tot de meester van het heelal, om aan de wereld vrede te
schenken en aan onze zielen de grote genade.
D.
Bidden wij de Heer.
K.
Kyrie eleison
Troparion (troparia in het meervoud) : een type van hymne
in de Byzantijnse muziek. Het is een kort hymne van een strofe, of een paar
strofen; dit kan zorgen voor extra diepgang in de viering tussen de
psalmverzen. De term verwijst ook dikwijls naar de apolytikion of hymne van
wegzending, het hymne dat de Vespers afsluit.
Troparia worden ook onder de vorm van strofen
van canons gebruikt. Dergelijke troparia zijn gebaseerd op de irmoi of de ode.
Troparia worden ook soms gebruikt als refreinen
voor gezongen psalmverzen, hoewel stichera (enkelvoud sticheron : bepaalde
hymnen in de Vespers of in de Metten) meer gebruikt worden.
Bekende voorbeelden :
Troparion van het Heilig Kruis :
O Heer, red uw volk en zegen uw erfgenamen!
Verleen de overwinning aan de Orthodoxe
Christenen
over hun tegenstanders, en
bewaar door de verdienste van uw kruis
uw woonplaats (onder hen).
Troparion
van Heilige zaterdag (de Nobele Jozef van Arimatea) :
De nobele Jozef,
heeft wanneer hij Uw allerzuiverste lichaam van de Kruisboom heeft afgenomen
het in fijn linnen gewikkeld en het gezalfd met kruiden en het in een nieuw
graf gelegd.
"Axion Estin",
een theotokion :
Het is werkelijk gepast om U te zegenen, O
Theotokos, eeuwig gezegend en allerzuiverst, en de Moeder van onze God:
eerbaarder dan de cherubijnen, en zonder vergelijk glorierijker dan de
serafijnen. Zonder aantasting hebt
U God, het Woord gebaard. Ware Theotokos, we verheerlijken U.
Troparion van
Kassiani (gezongen gedurende de Heilige week en op de Grote en Heilige
Woensdag) :
Uw goddelijkheid voelend, O Heer, heeft een
vrouw van vele zonden het op haar genomen om een mirrebrengster te worden en in
diepe rouw brengt ze Uw geurende olie in afwachting van Uw begrafenis, en weent
: Wee mij! Welke nacht valt op mij, welke donkere en maanloze krankzinnigheid
van wilde verlangens, deze lust naar zonde. Neem mijn bron van tranen, U die water
uit de wolken haalt, buig U naar mij, naar het zuchten van mijn hart, U die uit
de Hemelen bent neergedaald in Uw geheime Menswording. Ik zal Uw onbevlekte
voeten wassen met kussen en ze droogvegen met mijn haarlokken; de voeten die
Eva hoorde stappen in het schemering in het Paradijs en haar deden verbergen in
verschrikking. Wie zal de massa van mijn zonden tellen of de diepte van Uw
oordeel, O Redder van mijn ziel? Negeer uw dienstmaagd niet, O Degene wiens
barmhartigheid eindeloos is.
At "The
Rock", Shrine of Our Lady of the Island, Eastport, New York
Jezus de Verlosser
Mijn Zoon,
Ik kom naar jou op deze eerste
dag van het Nieuwe Jaar om de mensheid voor te bereiden voor de gebeurtenissen
van de eindtijd die spoedig zullen gebeuren. Leef niet in angst voor de
toekomst want Ik ben bij jullie voor de hele eeuwigheid. Degenen onder jullie die
weten dat Ik de IK BEN ben, weten dat ze niets moeten vrezen, want de Vader in
de Hemel heeft Mij vervuld met de H. Geest om de mensheid te redden van de
wereldse zonden.
Degenen onder jullie die Mij
volgen en erkennen dat Ik de ene en enige Verlosser ben die opgedragen werd
door de Vader om al Gods kinderen te redden, weten dat de toekomst veilig is en
dat jullie voor niets bang moeten zijn in deze wereld of in het hiernamaals. Jullie
zijn Gods kinderen en jullie zijn ook Machtige Gebedsstrijders, die Mij, jullie
Verlosser, zullen bijstaan in deze eindtijd.
Jullie moeten beseffen dat jullie nu in de eindtijd leven door
de gebeurtenissen die op vele manieren plaatsvinden in de wereld. De
gebeurtenissen van de eindtijd werden geprofeteerd door zowel de oude als
moderne profeten, die hebben geluisterd naar de zachte fluisteringen van de Hemelse
Rijken. Zij hebben de woorden van de Vader gedeeld met jullie zoals uitgedrukt
door de H. Geest op voorspraak van Mijzelf en jullie Hemelse Moeder, en ook
door de vele Engelen en heiligen die met Gods kinderen hebben gecommuniceerd.
Als zijnde een kind van de Vader, is elk op de wereld
gekomen en vervuld met de Eeuwige Liefde van de Vader met het vermogen door
Zijn Liefde een verschil te maken voor de mensheid op positieve wijze. Dit is jullie missie in het leven om een verschil te
maken in deze wereld voor het welzijn van de mensheid.
Met deze wetenschap vraag Ik jullie de schade te overwegen
die veroorzaakt is aan de mensheid door het nodeloze doden van zoveel kinderen
in hun moederschoot in alle eeuwen, maar nog meer in deze tegenwoordige tijd. Zoveel
kinderen werden voorzien om in deze wereld te leven, als hun levenstocht niet werd
beëindigd door mensenhanden. Dit is een directe schending van het gebod van de
Vader, dat alle leven heilig is en dat elk kind dat gevormd werd in de
moederschoot een zeer belangrijke missie en levenstocht heeft dat niet zou
mogen beëindigd worden door jullie handen.
Als gevolg hiervan is er zoveel duisternis en wanhoop in
jullie wereld dat nu veroorzaakt wordt door de accumulatie van zoveel schuld
door de mensheid aan de Vader door de zonde van abortus.
Kijk nu eens rond, mensen, en vertel Mij dat jullie je niet
bewust zijn dat kwaad en geweld van de mensheid niet toenemen in de wereld. Als
volk worden er verdeeldheid onder jullie gecreëerd door de duistere krachten
van de boze die mijn eeuwige vijand is. Het is door de boze dat het doden van
de babys een geaccepteerde norm is geworden in jullie zogenaamde moderne
maatschappij en dit probleem is overal op de wereld aanwezig wegens de acties
van degenen die proberen een nieuwe wereld orde op te richten in strijd met het
plan van de Vader. Abortus is
essentieel in hun goddeloos plan.
Als Machtige gebedsstrijders moeten jullie tegen deze internationale
genocide van zoveel kinderen opkomen en inzien dat deze globale nieuwe
wereldorde het werk is van de boze, satan, die vastbesloten is om de mensheid
te vernietigen door zijn plan voor een nieuwe wereldorde. Zijn volgelingen op
aarde doen zijn taak. Abortus is een van hun grootste middelen om de mensheid
te vernietigen, en in het gezicht van de Vader te spuwen, en Zijn liefdevol
plan voor de mensheid te dwarsbomen.
In deze eindtijd zijn er zoveel smeekbeden om de mensheid ten
goede te veranderen, maar geen van deze smeekbeden zijn zo belangrijk als
jullie gebed om de genocide van zoveel kinderen te stoppen. Zij zijn voorzien
om deel uit te maken van jullie wereld in deze eindtijd om de boze en zijn
volgelingen te dwarsbomen en hen in de diepten van de aarde te werpen voor
eeuwig en de Grote Transformatie van de mensheid tot stand te brengen. Dan zal
dit een Nieuwe Hemel en een Nieuwe Aarde inluiden.
Daarom vraag Ik jullie
om mijn werk te helpen verwezenlijken om het tij te doen keren van deze
genocide op de mensheid. Bid krachtig en voer de goede werken uit die
noodzakelijk zijn om het tij te keren tegen de holocaust van abortus. De
Vader heeft in deze eindtijd alle Gods kinderen nodig die voorzien zijn om
geboren te worden op aarde om te helpen in de vernietiging van de boze en zijn
plannen tegen de Vader.
Wees gerust in de ene gedachte dat op het eind de Vader en
Zijn Hemels plan voor de mensheid zullen overwinnen, voor een gedeelte wegens
jullie krachtige gebeden en goede werken hier op aarde
Ik laat je nu met deze laatste boodschap Erken dat de
Eeuwige Liefde van de Vader bij jullie is en door de kracht van Gods Liefde
zullen jullie het kwaad van de wereld overwinnen.
Doe nu een beroep op Gods Eeuwige Liefde om jullie geest,
lichaam, gedachten en ziel te vullen met de kracht van de H. Geest en bereid
jullie voor op deze eindtijd. Als jullie dit doen zal Ik bij jullie zijn en
jullie leiden door deze eindtijd. In
deze wetenschap: waar moeten jullie bang voor zijn? Niets want Ik ben bij
jullie!
Jezus de Verlosser
Gebed om abortus
te beëindigen
Heer God, ik dank u vandaag voor de gaven van mijn leven,
en voor de levens van al mijn broeders en zusters die er soms niet bij stil
staan dat ze hun leven van u gekregen hebben.
Ik weet dat er niets meer levens vernietigd dan abortus en
abortieve middelen. Toch verheug ik mij dat u de dood overwonnen hebt door de
Verrijzenis van Uw Zoon.
Ik ben klaar om mijn deel te doen in het beëindigen van
abortus. Als dit dan niet op een rechtstreekse manier kan, dan op een biddende
manier. Vandaag verbind ik mij ertoe nooit te zwijgen, nooit passief deze
genocide toe te laten, nooit alle onschuldige ongeborenen te vergeten. Laat het
gebrul en de acties van degenen die kinderen doden in de moederschoot
verstommen. Laat ze inzien dat bij de conceptie al een mens met ziel aanwezig
is, geen hoopje cellen.
Ik verbind mij ertoe nooit te stoppen met het leven te
verdedigen tot al mijn broeders en zusters beschermd zijn. Onze natie moet
opnieuw een natie worden die instaat voor het leven. Een natie die degenen die
leven in zich dragen, niet aan hun lot overlaat. Het moet een natie zijn waar
iedereen het goede doet en rechtvaardig is. Een natie waar iedereen recht heeft
op leven, op rechtvaardigheid, op liefde, op welzijn, op geluk, op middelen die
een goed leven mogelijk maken. Niet
alleen voor sommigen, maar voor iedereen.
Ik ben de Weg, de
Waarheid en het Leven. Wie in Mij gelooft, zelfs als hij sterft, zal
leven.
Mijn kinderen, Ik herhaal jullie wat Ik mijn eerste
discipelen vertelde. Geloven jullie dat? Ik verzeker jullie, het eeuwig leven.
En niet degene die zegt Heer, Heer zal het Koninkrij van de Hemel binnengaan,
maar degene die de Wil van Mijn Vader doet.
Mijn lieve kinderen, Ik zend jullie opnieuw mijn Moeder,
als jullie maar zouden willen luisteren naar haar! Zij toont jullie de weg dat
leidt naar Mijn Vader en dit doet ze zoals enkel een moeder weet hoe dat te
doen.
Ik herhaal jullie, ze doet dat tot elk van haar kinderen
begrijpt dat enkel met Gods liefde jullie leven het ware leven- zullen
hebben, wat eeuwig is. Mijn Vader staat op het punt zijn gerechtigheid te
gebruiken. Jullie kunnen niet zeggen Maar ik wist het niet, ik ben niet
gereed, geef mij nog een kans, jullie zullen moeten antwoord geven voor jullie
daden.
Ik waarschuw jullie, beslis om een diepe bekering vanuit
het hart te doen. Ik richt Mij vooral tot de jeugd stop eens voor een
ogenblik, doe een lang onderzoek van het geweten, toon berouw van het kwaad dat
jullie hebben gepleegd tot nu en kom naar de Tafel dat jullie het Brood des
levens geeft. Enkel dan zullen jullie gevoed worden en zullen jullie het geluk
vinden dat jullie altijd naar gehunkerd hebben.
Volg de raadgevingen van Mijn Moeder en jullie Moeder, ga
naar Haar, spreek met haar over jullie problemen en dan zullen jullie begrijpen
dat enkel met Haar jullie ze kunnen oplossen. We houden zo veel van jullie,
jullie zijn ons gekozen ras en we willen dat jullie allen bij ons zijn.
Lieve kinderen, beslis, de tijd dringt. Verwerf het brood
aan dat jullie eeuwig zal voeden. Ik zegen jullie. Mijn Moeder legt haar hand
op jullie. Wees gehoorzaam. Moge onze liefde altijd bij jullie zijn.
Jezus en Maria
26/12/2018
: Verdrietige Maria
Mijn lieve kinderen, mijn liefde voor jullie is groot maar
ik zie van jullie kant niet veel positieve reacties. Het spijt mij te zien dat
in jullie leven alles belangrijker is dan gebed.
Wat hebben jullie voor de kribbe beloofd? En wat hebben
jullie gevraagd in ruil? Besef dat jullie geestelijke kant steeds armer wordt.
Jullie weten goed dat de tijd waarin jullie leven niet de beste zijn, maar jullie
doen er niets aan om het beter te maken.
God de Vader wacht nog steeds op Zijn tijd, maar
uiteindelijk zal Hij zijn rekening met jullie vereffenen. Dan zullen jullie
begrijpen, mijn lieve beminde kinderen, waarom Hij jullie een kleine rest
noemt.
Jullie zijn vrij te kiezen: God of Satan, maar daarna
moeten jullie geen spijt hebben omdat elk van jullie verantwoordelijk is voor
zijn eigen keuze.
Voor de meeste van mijn kinderen, is H. Kerstmis er om zich
te bezuipen. Ja, lieve kinderen, alcohol is niet alleen een boosdoener, maar
ook jullie gedachten, wanneer ze tegengesteld zijn aan de boodschap van God.
Mijn kinderen worden niet langer spiritueel gevoed, en
omwille hiervan zullen zovelen onder jullie niet het leven hebben, wat eeuwig
is. Mijn Zoon heeft in zijn oneindige goedheid Zichzelf laten kruisigen voor
jullie en hoe hebben jullie dit beantwoord?
Lieve kinderen, erken jullie zonden en onttrek jullie uit
deze destructieve slaap. Bid en onthecht jullie van alles wat jullie verwijderd
van God, anders zullen jullie nergens naartoe kunnen vluchten. Satan zal jullie
geven wat jullie gekozen hebben in alle vrijheid.
Toch bid ik voor jullie; ik wil jullie niet verliezen. Open
jullie hart voor dat Kind dat jullie niet hebben gevierd.
Twee liturgische riten, die van Johannes Chrysostomos en
die van Basilius de Grote, waren de norm geworden in de Oostelijke Kerk aan het
einde van de regering van Justinianus. De Liturgie van Johannes Chrysostomos
was waarschijnlijk de liturgie die oorspronkelijk door Johannes gebruikt werd
toen hij Bisschop van Antiochië was en die hij meenam naar Constantinopel toen
hij Patriarch werd. De rite was dus oorspronkelijk een West Syrische
liturgische rite. In Constantinopel werd deze verfijnd en verfraaid onder zijn
leiding. Nadat de rite de gebruikte liturgische vorm was geworden van de Kerk
van de Heilige Wijsheid (Hagia Sophia), werd deze de normatieve liturgische
vorm in de kerken van het Byzantijnse Rijk. De Liturgie van Johannes
Chrysostomos weerspiegelt zowel een zeer verfijnde esthetische schoonheid en
grootsheid, traditie en mysterie als een hoog ontwikkelde theologie. De rite
weerspiegelt het werk van de Cappadocische Vaders in de strijd tegen de
ketterij en de vastlegging van de Trinitarische theologie in de Christelijke
Kerk.
Basilius
de Grote en Johannes Chrysostomos
Dit is de Goddelijke
Liturgie van Johannes Chrysostomus - vertaling Archimandriet Adriaan :
Wat
de benodigde heilige instrumenten zijn :
diskos met asterisk,
speer (mes), beker, kelk
prosphoron (brood)
Het
altaar of prothesis, met erop de diskos (pateen of heilige schaal), kelk en
andere zaken voor de liturgie van voorbereiding. Het Lam is aanwezig op de
diskos. Aan de linkerkant zijn de prosphora voor de Theotokos (Maagd Maria, de
heiligen, de levenden en de overledenen.
De
voorbereiding of prothesis of proskomedie is een naam dat werd gegeven in de
Oosters Orthodoxe Kerk om de voorbereiding van brood en wijn voor de
Eucharistie aan te duiden. Deze liturgie wordt in stilte gedaan vooraleer het
openbaar gedeelte van de Goddelijke Liturgie begint, en symboliseert de vroege
verborgen jaren van Jezus Christus leven.
Kairon : De priester en
diakens die de liturgie vieren staan samen voor de heilige deuren van de
iconostasis, vereren de iconen, en zeggen speciale ingangsgebeden vooraleer ze
binnengaan in het altaar. Bij het einde van deze gebeden buiten ze voor de
troon van de bisschop die aan het hoofd staat van de kerk, of de abt in een
klooster. Het is een erkenning van de autoriteit van hun geestelijke oversten,
zonder wiens permissie ze de goddelijke diensten niet mogen vieren.
De
voorbereiding op proskomedie
1.
Gebeden van de Priester en Diaken voor de iconostase. Verering van de iconen en
van het altaar.
Iconostase : een muur van iconen
en religieuze schilderingen die het heiligdom van het schip van de kerk
scheiden. Iconostasis verwijst ook naar een draagbare icoon die overal in de
kerk kan geplaatst worden. Deze muur komt zelden tot aan het plafond omdat de
gelovigen de ekphoneses (liturgische gebeden) van de priesters duidelijk moeten
kunnen horen. De iconostasis heeft gewoonlijk drie openingen of deuren: de
Heilige Deuren in het midden, en de noordelijke en zuidelijke deuren aan elke
kant. De noordelijke en zuidelijke deuren worden dikwijls de deuren van diakens
genoemd omdat ze dikwijls door hen gebruikt worden. Op deze deuren worden
dikwijls heilige diakens afgebeeld (H. Stefanus en de H. Efraim de Syriër).
Soms worden ze de deuren van de engelen genoemd, dan worden de Aartsengelen
Michael en Gabriel afgebeeld. De zuidelijke deur is de ingangsdeur en daarop
wordt Michael afgebeeld omdat hij de Verdediger is, het noorden is de
uitgangsdeur, en daar wordt Gabriel afgebeeld omdat hij de Boodschapper van
God is.
iconostasis
De
vijf rangen van iconen op de iconostasis. In zijn slavische ontwikkeling waren
er vijf rijen van iconen :
1
De laagste rij wordt soms de Heersende genoemd. Op de rechtse zijde van de
Heilige Deuren (zicht vanaf het kerkschip) is een icoon van Christus te zien
(dikwijls de Pantokrator). Dit symboliseert de Tweede Komst en aan de
linkerzijde is een icoon van de Theotokos (Maagd Maria), die de Menswording van
Christus symboliseert, en ingang in deze wereld. Daarom vinden alle dingen
plaats tussen Christus eerste en tweede komst. Anderen iconen op deze rij
naast de Heilige Deuren bevatten gewoonlijk afbeeldingen van de patroonheiligen
of feestdagen waar de kerk is aan toegewijd. : H. Johannes de Doper, H.
Nicolaas, de Vier Evangelisten De rij erboven is de Deisis of de 12 grote
feesten.
2
In het midden van de Deisis is een grote icoon van Christus op de Troon. Aan de
linkerkant en rechterkant bevinden zich iconen van Johannes de Doper en de
Theotokos in smeekbeden. Ze worden dikwijls geflankeerd door iconen van
Aartsengelen Michael en Gabriel en dan de HH. Petrus en Paulus, en nog andere
belangrijke Kerkvaders voor zover er plaats is.
3
De rij van feesten bevat iconen van de twaalf grote feesten van het Liturgisch
jaar.
In
de Oosters Orthodoxe Kerk is het feest van de Verrijzenis van Jezus of Pasen de
grootste van alle feestdagen en daarom het feest der feesten genoemd. Daaronder
vallen 12 grote feesten. Samen met een het Pasen zijn ze de belangrijkste dagen
op de Orthodoxe liturgische kalender.
Dit
zijn de feestdagen vanaf het begin van het liturgisch jaar dat in de maand september
begint.
1
De geboorte van de Theotokos, 8 september
2
De Kruisverheffing, 14 september
3
De presentatie van de Theotokos, 21 november
4
De geboorte van Christus, 25 december
5
Doopsel van Christus in de Jordaan door Johannes de Doper (manifestatie van
God) en Driekoningen (manifestatie), 6 januari
6
Presentatie van Jezus in de Tempel, 2 februari
7
De aankondiging, 25 maart
8
Intocht in Jeruzalem Palmzondag
9
40 dagen na Pasen Hemelvaart van Christus
10
50 dagen na Pasen Pinksteren
11
Gedaanteverandering, 6 augustus
12Het in slaap vallen van de Theotokos, 15
augustus
Noot
: De Orthodoxe Kerk kent daarnaast nog vijf andere grote feestdagen :
Besnijdenis van Christus (1 januari), Geboorte van Johannes de Doper (24 juni),
Feest van HH. Petrus en Paulus (29 juni), Onthoofding van Johannes de Doper (29
augustus) en de Beschermende Mantel van de Theotokos of de Voorspraak van de
Theotokos (1 oktober).
4
Het Profeten en Patriarchen uit het Oude Testament met inbegrip van de 12
zonen van Jacob dikwijls aan elke kant van een icoon van OLV van het teken.
Patriarch : Deze term verwijst
naar bepaalde aartsvaders uit het Oude Testament van de Joodse natie, zoals
Abraham, Isaak, Jacob en Jozef. Het woord Patriarch betekent vader of hoofd van
een clan of familie en is in de bijbel een aantal bijbelstukken gebruikt : in
de Kronieken van de Septuagint voor het hoofd van de stammen en in Hebreeën en
Handelingen van het Nieuwe Testament wanneer de term verwees naar Abraham,
David en de 12 zonen van Jacob.
5
De twaalf Apostelen, die dikwijls aan elke kant van een icoon staan die ofwel
Christus afbeeldt bij de Tweede Komst of de H. Drie-eenheid.
Het
is niet ongewoon om een icon te vinden van het Mystieke Avondmaal, of het
Laatste Avondmaal en soms ook de Gemeenschap van de Heiligen in het Koninkrijk
van God, dat zich boven de Heilige Deuren bevindt.
2.
Priester en Diaken bekleden zich met de liturgische gewaden Handwassing.
Aantrekken van de gewaden : Dan vereren ze de heilige tafel en trekken ze
hun gewaden aan. Bij het aantrekken van elk gewaad zegt de priester een gebed,
gewoonlijk uit de psalmen, zegent de gewaden en kust het kruis dat erin genaaid
is.
Gebed dat wordt
gebeden door de priester : Mijn ziel zal zich verheugen in de Heer, want Hij
heeft mij gekleed in het gewaad van de verlossing gen met de kleding van
blijheid heeft Hij mij bedekt; Hij heeft een kroon geplaatst op mij zoals op
een bruidegom en Hij heeft mij versierd met bevalligheid.
De diaken brengt zijn
gewaden naar de priester om ze te zegenen en kust dan de hand van de priester
en zegt dan dezelfde gebeden voor de sticharia als de priester en kust het
kruis op elk gewaad. Na het aankleden wassen de priester en de diaken hun handen,
en zeggen het gebed van het Wassen van de Handen (Psalm 26:6-12). Dan gaan ze
naar de Prothesis waar de Gaven moeten voorbereid worden.
sticharion met orarion
Sticharion (of stichaar) : lange wijd gewaad met losse mouwen,
vastgemaakt aan de nek en dikwijls open aan de kanten maar vastgeknoopt door
touwtjes of knopen. Het is te vergelijken met de dalmatiek en tuniek van de
Westerse Kerk. Er is een kruis genaaid op het midden van de rug, tussen de
schouderbladen. Het is een symbool van een zuiver en gerust geweten, een
smetteloos leven en de geestelijke vreugde in de Heer die hieruit voortvloeit.
Het sticharion dat wordt gebruikt door priesters en bisschoppen, wordt als
onderste gewaad gedragen. Het is gewoonlijk wit van kleur en uit lichtere stof.
Het is gewoonlijk minder versierd dat het sticharion van de diaken. Het
sticharion van de priester heeft nauwe mouwen die afsluiten aan de pols. De
witte kleur is het symbool dat de genade van de H. Geest de celebrant bedekt
met een gewaad van verlossing. Diakens, subdiakens en altaardienaren dragen de
sticharion bij elke dienst.
Orarion : deze bestaat uit een lange strook stof, meestal brokaat, afgezet
met goudband. Zoals in de Rooms-katholieke Kerk loopt het orarion van
de linkerschouder over de rechterheup. Aan de voor- en achterkant hangt een
strook stof vrij.
Wanneer
de diaken de voorbeden of litanie doet, neemt hij het uiteinde
van deze strook tussen de middelvinger van zijn rechterhand, heft deze in de
lucht om de gelovigen uit te nodigen tot gebed en bekruisigt zich ermee. Hij
wijst ermee naar de Gaven als hij de priester bijstaat. Zo volvoert hij zijn
dubbele functie van dienaar der Mysteriën aan het Altaar. En van aanvoerder van
het gebed van de gelovigen. Als een engel, de gezondene Gods, beweegt hij zich
dan heen en weer, van altaar-naar kerkruimte, zoals zijn functie het nodig
maakt. Dit gebruik is in de Rooms-Katholieke Kerk onbekend.
epimanikia
Epimanikia : Dit zijn een soort geborduurde versierde brede
manchetten die de priester en diaken in de orthodoxe kerk dragen ob bij de
priester de ondermouwen van de sticharion en bij de diaken de ondermouwen van
de podrasjnik samen te binden. Bij de priester en de bisschop laten ze de
mouwen van het sticharion om de pols aansluiten. De diaken draagt ze echter om
de mouwen van zijn podrasjnik. Ze zijn gemeenschappelijk voor alle belangrijke
geestelijken. Zij symboliseren het samenbinden van Christus' handen en polsen
op het moment dat Hij gegeseld werd en dienen er ook voor om ons eraan te
herinneren dat alle dingen die we doen met onze handen, we doen moeten voor de
glorie van God. Daardoor krijgt ook het sticharion een afwerking in
de liturgische kleur van de dag. Ze hebben ook een praktisch doel, om
de wijde mouwen van het sticharion van de priester op hun plaats te houden en
het dichtbinden biedt meer bewegingsvrijheid bij
alle liturgische handelingen.
phelonion
Phelonion : is het priestergewaad dat het equivalent is van de kazuifel. De
symbolische betekenis van het phelonion is die van de rode mantel die
Jezus droeg bij zijn bespotting en doornenkroning. Verdere betekenis van
dit rijk versierde bovengewaad is: het bruiloftskleed bij het feestmaal van het
Lam. De stroken goudborduursel of goudband en de contrasterende stof
symboliseren de bloedstromen van de kruisiging.
Het is een rijk
versierde klokvormige bovengewaad en heeft veel weg van een cape. Dit gewaad
rust op de schouders van de Priester. De randen rondom de halsopening, de zoom
en het bovenste stuk rondom de borst zijn afgezet met stroken band, hetgeen de
priester moet herinneren aan de wonden van Christus en aan het bloed dat
daaruit gestroomd is. Op de achterkant is meestal een geborduurd kruis of een
icoon aangebracht en aan de zoom in een rechte lijn onder het kruis een
achthoekige ster (bij de Grieken is dit overigens gereduceerd tot een
driehoekje). Kruis en ster duiden op het begin (de ster van Bethlehem) en het
einde (het kruis op Golgotha) van het verlossingswerk van Christus. Het is het
symbool voor het naadloze kleed van Christus en het staat voor gerechtigheid.
Het is HET bruiloftskleed bij het feestmaal van het Lam. Met het phelonion, is
de liturgische kleding van de priester compleet.
epitrachelion
Epitrachelion : is één van de kledingstukken die in
de liturgie het ambt van de betreffende persoon kenbaar maken. Het is
het eigenlijke teken van het priesterschap. Het wordt daarom bij elke
priesterlijke functie gedragen, ook wanneer andere liturgische kleding
ontbreekt. Dit kledingstuk is het equivalent van de westerse priesterstola. Op
het eerste gezicht is de overeenkomst al duidelijk, alleen zijn in het Oosten
de beide uiteinden van de stola door knoopjes verbonden. Ook zitten er op de
epitrachiel zeven kruisjes, op de westerse stola meestal twee (op de
uiteinden).
Zoals in
de Westerse Kerk wordt dit kledingstuk symbolisch verbonden met het
zachte juk en de lichte last waarmee Jezus in het Evangelie zijn
verlossende genade aanduidt. Daarmee symboliseert het de genadegaven van de
priester als bedienaar van het heil. Door het aankleedgebed wordt het ook in
verband gebracht met de zalving van Aaron, de eerste Priester. Het
symboliseert de genade van het priesterschap, dat de priester ontvangt op de
dag van zijn wijding. Een bisschop draagt het epitrachelion als teken van het
bewaren van de bisschoppelijke genadegaven.
Het wordt gedragen
rond de nek en hangt naar beneden aan de voorkant. Op een lange reep stof zijn
zeven kruisen genaaid, het middelste bovenaan, direct achter de halsopening, de
andere zes liggen paarsgewijze tegenover elkaar. Beide helften zijn met
knoopjes aan elkaar bevestigd. De zes kruisen duiden op de mysteriën die door
de priester voltrokken worden: doop, myronzalving, biecht, eucharistie,
huwelijk en ziekenzalving. Het wordt daarom bij elke priesterlijke functie
gedragen, ook wanneer andere liturgische kleding ontbreekt, want zonder dit
kledingstuk kunnen bisschop of priester niet dienen. In feite is het een
doorontwikkeling van het Orarion, eigenlijk is het een Orarion waarbij de beide
zijkanten aan de voorkant verdubbeld zijn en het reikt tot de volledige lengte
van het sticharion.
Zona : is de gordel die de onderliggende gewaden, het sticharion en het epitrrachelion,
op hun plaats houdt. Deze ceremoniële riem wordt aan de achterkant vastgemaakt.
De zona wordt gedragen door priesters en bisschoppen van de oosters
orthodoxe kerken. Het symboliseert de kracht van de genade van het
priesterschap en heeft de praktische functie dat het epitrachilion tegen de
onderliggende gewaden op hun plaats houdt.
3.
VOORBEREIDING VAN DER OFFERGAVEN : PROTHESIS (op de prothesis = klein
zijaltaar)
prosphoron
Lam/brood : Het brood dat
gebruikt wordt voor de liturgie noemt prosphora. De priester neemt de
prosphoron en zegent die drie keer, maakt het kruisteken erover met de
liturgische speer (mes in de vorm van een speer). Het is een rond brood van
zuurdesem dat gebakken wordt in twee lagen om de twee naturen van Christus te
vertegenwoordigen. Het brood heeft een vierkant zegel bovenop waar een kruis
staan en de Griekse letters IC (Jezus) XC (Christus) en NIKA (overwint). Het
vierkant deel van het brood dat uitgesneden wordt rond dit zegel is het Lam (hostie), waarvan allen
communiceren, en daarom moet het groot genoeg zijn om het aantal communicanten
te bedienen. De priester legt dit op de diskos (pateen).
stukjes rond het Lam
Hoe
het Lam uitgesneden wordt: Wanneer de priester het Lam snijdt uit de proshoron
gebruikt hij een liturgisch mes dat een speer genoemd wordt en ziet eruit als
een mes met een speerpunt om de speer te herdenken die gebruikt werd om Jezus
zijde te doorboren toen Hij aan het Kruis hing. Als hij de vier zijden van het
zegel snijdt zegt de priester de woorden van Jesaja 53:7-8, die de H. Filippus
de Evangelist of Diaken(een van de 7 uitverkorenen om zorg te dragen voor de
armen uit de Christelijke gemeenschap in Jeruzalem (Hand 6)) interpreteert als
verwijzend naar het offer van Christus op het Kruis (Handelingen 8:32-33). De
priester herhaalt een bijbelvers uit de profetie als hij langs de vier zijden
van het zegel snijdt:
Aan
de rechterkant: Hij werd geleid als een schaap ter slachting.
Aan
de linkerkant: En als een smetteloos lam dat stom is voor Zijn scheerders,
heeft Hij zijn mond niet geopend.
Aan
de bovenkant: In Zijn vernedering werd Hij door een gewelddadig vonnis
weggenomen.
Aan
de onderkant: Wie denkt nog over Zijn bestemming na?
Als
hij het Lam verwijdert van de prosphoron: Want Zijn leven werd opgenomen van
de aarde.
Dan
plaatst hij het Lam met de kant van het zegel onderaan, en snijdt het
kruisgewijs bijna door, en laat het verbonden als een geheel door het zegel.
Dit zal de breking van het brood vergemakkelijken na de anafora.
Anafora : is het heiligste deel
van de Goddelijke Liturgie, of het Heilig Offer van de Mis, gedurende het offer
van het brood en de wijn worden geconsacreerd als het Lichaam en Bloed van
Christus. In de westerse Christelijke tradities die een vergelijkbare ritus
hebben wordt dit de Romeinse Canon genoemd in de Latijnse liturgie of het
Eucharistisch Gebed. Toen de Romeinse Ritus nog 1 Eucharistisch Gebed had in de
periode tussen het Concilie van Trente en het Tweede Vaticaans Concilie, werd
het de Canon van de Mis genoemd.
Anafora
is een Grieks woord dat een offering kan betekenen in verwijzing naar het
offeren van een offer aan God. In de Griekse versie van het Oude Testament
(Septuagint) wordt het gebruikt als degene die het offer naar het altaar
brengt, en is het gebruikt in de betekenis dat de priester een uitgekozen deel
op het altaar opoffert. (zie Leviticus 2:14, 2:16, 3:1, 3:5),
Als
hij deze stukken heeft afgesneden zegt hij : Geofferd is het Lam Gods die de
zonden van de wereld wegneemt, voor het leven van de wereld en de redding
ervan.
Dan
legt hij het Lam opnieuw rechtop en doorboort het met de top van de speer aan
de rechterkant (links van de priester) onder het zegen en zegt: Een van de
soldaten doorboordde Zijn zijde met een speer, en er vloeide onmiddellijk bloed
en water uit. En hij zag het en bracht getuigenis, en zijn getuigenis is waar.
Johannes 19:34-35
Er
zijn ook andere stukken die van de prosphora worden afgesneden als deel van de
Voorbereiding. Deze herdenken de Theotokos (Maagd Maria), negen rangen van
heiligen, de levenden en de overledenen. Deze kleinere stukken worden rond het
Lam geschikt op de diskos. Een metalen frame, de asterisk wordt over de diskos
geplaatst om het kleine doek waarmee het bedekt is te ondersteunen. Dit doek
blijft op zijn plaats tot de diskos op het altaar wordt gezet. De priester zal
dan de aër bewieroken en het plaatsen boven zowel de diskos als de kelk, waar
het zal blijven tot net voor de Grote Intrede, wanneer het brood en de wijn
naar de Heilige Tafel worden gedragen voor de consecratie.
Aer
Aër : is de grootste en
buitenste doek die de Kelk en de Diskos bedekt. Het is rechthoekig van vorm en
stemt overeen met het doek dat in de Latijnse ritus wordt gebruikt, het is
alleen groter. Het symboliseert de wikkeldoeken waarin Christus was gehuld bij
Zijn geboorte en ook de doeken bij zijn begrafenis waarin hij werd gewikkeld.
Er is reeds sprake van het Aër in de 6de eeuw in het Concilie van
Constantinopel.
Bij
de anafora wordt enkel het Lam geconsacreerd, de andere stukken blijven enkel
brood.
De
priester plaatst de kubus (het Lam) dat genomen wordt uit beide lagen van het
brood, in het midden van de diskos. Hij snijdt dan de onderkant van het lam,
maakt een kruisteken en keert het Lam met juiste kant omhoog en doorboort het
met de speer, en zegt daarbij de woorden uit het Evangelie (Johannes 19:34-35:
De soldaat doorboorde de zijde van Jezus en er stroomde water en bloed uit.)
De
grote driehoek aan de linkerkant van het Lam is het deel voor de Theotokos, aan
de rechterkant van het Lam zijn de delen voor de 9 rangen (heiligen), onder het
Lam zijn de delen die de levenden en doden in nagedachtenis brengen.
De
diaken zegt : Breek, Meester, het Heilig Brood. En als hij het breekt zegt de
priester : Gebroken en verdeeld is het Lam van God; gebroken, maar niet
ontleed; altijd gegeten, maar nooit verteerd; geheiligd zijn allen die ervan
delen. Dan plaatst hij de vier delen van het Lam aan de rand van de diskos in
de vorm van een kruis. Ze blijven enkel een poosje in deze positie.
Het
bovenste deel (dat de stempel IC draagt) wordt als geheel in de kelk geplaatst
om de eenheid van Christus aan te duiden. De diaken zegt: Vul, Meester, de
Heilige beker. Als hij het deel in de kelk plaatst, zegt de priester De
volheid van de Heilige Geest. Het onderste deel (dat de XC van het zegel draagt)
wordt in kleine deeltjes gesneden en als communie aan de geestelijken gegeven. De
stukken aan de linker- en rechterkant (met NI en KA respectievelijk) worden in
kleine deeltjes gesneden. Deze worden in de kelk geplaatst en gebruikt als
communie voor de gelovigen.
De
diaken mengt een klein beetje water met de wijn dat uitgegoten wordt in de kelk
en geeft het aan de priester zodat hij het zegent. De diaken giet dan de wijn
en het water in de kelk, en de priester zegt : Gezegend is de eenheid van Uw
heilige zaken, nu en altijd, tot de eeuwen der eeuwen. Amen.
Water bij de wijn doen : Dit gebruik heeft
een religieuze herkomst uit het Jodendom. Als er voor de maaltijd kiddush wordt
gemaakt dwz de maaltijd wordt geheiligd, dan wordt er een beker met wijn gevuld
met tenslotte een paar druppels water. De wijn staat voor gerechtigheid
terwijl het water symbool is voor barmhartigheid. Daarover wordt een zegen
gesproken waarna men verder gaat met handen wassen en een zegen over het
brood. Tijdens de dienst van de eucharistie (bereiding van de gaven) voegt
de priester een beetje water bij de wijn. Het water en de wijn verwijzen naar
het bloed en het water dat uit Christus' zijde vloeide (Joh 19, 34) (verwijzing
naar Joh 7,37-39: 'Uit zijn binnenste zullen stromen levend water vloeien').
Water bij de wijn doen verwijst ook naar de geboorte van de kerken, de
sacramenten, naar de eenheid van de goddelijke en menselijke natuur in
Christus, en naar onze verbondenheid met Christus.
De
prosphora moet gemaakt worden van het fijnste tarwebloem, water, zout en gist.
Het moet vers gebakken zijn en zuiver. De Grieken gebruiken 1 groot brood voor
de liturgie met een vierkant zegel (Lam), maar hebben ook aanduidingen die de
porties aanduiden voor de Theotokos (Maagd Maria, Heiligen, Levenden en Doden)
die ervan afgebroken gesneden worden. De vijf stukken brood vertegenwoordigen
de broden waarvan Christus de menigte voedde (Johannes 6:5-14). Normaal gezien
worden ze gestempeld met een klein vierkanten zegel, maar soms worden ook
speciale zegels voor de Theotokos gebruikt.
In
alle tradities wordt enkel het Lam geconsacreerd, andere porties die weggenomen
worden van de prosphora zijn nagedachtenissen, maar worden nooit gebruikt voor
de Communie.
Wijn : De wijn die gebruikt
wordt moet rode druivenwijn zijn, en het moet gefermenteerde zijn. Deze
elementen worden de gaven genoemd, zowel voor en na de consecratie. De diaken
of priester giet wijn en water in de kelk.
Nagedachtenis-brood : De priester snijdt
uit het overige brood kleine stukjes die hij rong het Lam op de diskos legt ter
nagedachtenis aan de Moeder Maagd Maria of Moeder Gods, de Heiligen, de
levenden en de doden.
De
Theotokos of Moeder Maagd Maria : Een deel van de prosphoron wordt gezegend
met de speer en in een groot rechthoekig stuk gesneden, die hij op de diskos
plaatst naast het Lam ter nagedachtenis aan de Theotokos. Soms is er een
stempel op geplaatst met haar monogram : ΜΡ ΘΥ.
De 9 rangen van de heiligen : Van de prosphoron worden kleinere rechthoekige deeltjes gesneden ter
nagedachtenis aan de verschillende rangen van heiligen. De H. Johannes de Doper
en de Patroonheilige van de kerk worden altijd vernoemd. Het nummer 9 werd
gekozen omdat dit het traditionele aantal rangen van engelen is. De 9 deeltjes
worden links van het Lam geplaatst (aan de rechterkant van de priester als hij
naar de diskos kijkt)
Levenden : De subdiaken leest
de namen van de levenden en de overledenen gedurende de Voorbereiding. Dan
neemt de priester de proshoron voor de levenden. Hij neemt een groter stuk ter
nagedachtenis van de Patriarch (of Synode van Bisschoppen) en de Kerkleiding van
de natie waar de kerk is gesitueerd). Dan snijdt hij kleinere deeltjes ter
nagedachtenis van anderen onder de levenden. Hij moet altijd een stuk voor de
Bisschop die hem heeft gewijd voorzien (als hij nog leeft, anders is het bij de
overledenen), de geestelijken die met hem celebreren, en levende Orthodoxe
Christenen die hij wenst. Kerken en kloosters hebben dikwijls diptychs
(herinneringsboeken) van de levenden en overledenen die in elke Liturgie moeten
nagedacht worden. Het is gebruikelijk voor de leken om een kleine prosphora te
offeren ter nagedachtenis van degenen die leven en deze die overleden zijn en
waarvoor ze zouden willen dat gebeden wordt gedurende de Liturgie. Deze zijn
dikwijls kleiner dan de vijf prosphora die gebruikt worden door de priester. Ze
geven deze aan de priester, samen met hun lijst van namen, en hij snijdt er
stukken uit. Hij plaatst deze op de diskos en de rest wordt teruggegeven aan de
gelovigen. Al deze stukken voor de levenden worden in een rij onder het Lam en
stukken voor de Theotokos en heiligen geplaatst. Enkel Orthodoxe Christenen
mogen herdacht worden op de diskos in de Proskomedia.
Overledenen : Een grote deel
wordt uitgesneden als algemene herdenking van de overleden hiërarchen, heersers
en stichters van de lokale kerk of klooster. Dan snijdt hij kleinere deeltjes
in nagedachtenis van de overleden Orthodoxe Christenen. Al de stukjes voor de
overledenen worden in een rij onder de stukjes voor de levenden geplaatst.
De
celebrant zelf
: De priester snijdt een deeltje uit voor zichzelf en zegt: Herdenk, O Heer,
mijn onwaardige zelf, en vergeef mij elke overtreding, of ze vrijwillig of
onvrijwillig was.
De
offergaven worden bedekt en bewierookt.
De
priester zegt het gebed van de prothesis.
4.
Bewieroking van altaar, kerk en volk (psalm 50).
5.
Laatste voorbereidingsgebeden van de celebranten.
Het
Altaarboek van de priester vermeldt dat vooraleer de Goddelijke Liturgie wordt
gevierd, de priester zich moet verzoenen met alle mensen, zijn hart moet
vrijwaren van slechte gedachten, en moet vasten sinds middernacht. Dezelfde
regels zijn van toepassing voor de diaken. Het begin van de Voorbereiding moet
getimed zijn zodat het beëindigd is vooraleer de Lezer het derde uur en het
zesde uur heeft gelezen.
Het bedekken van de diskos en de kelk door de Aër is
het einde van de Proskomedie. De diaken plaatst de wierook in het wierookvat en
houdt het voor de priester om te zegenen. De priester zegent de wierook en zegt
het Gebed van het Wierookvat. Dan neemt de priester de Asterisk. Het is
een ster-bedekking. Het symboliseert de Ster van Bethlehem.
Het is een metalen bedekking op de diskos, die het
doek en Aër (buitenste doek) ondersteunt. De Asterisk behoort tot het heilig
vaatwerk en wordt gewoonlijk op de Prothesis geplaatst samen met de kelk,
diskos, liturgische lepel en speer.
Kom H.
Geest met de woorden van Onze Lieve Vrouw van Guadalupe met de bescherming van
de H. Aartsengel Michael 23/12/2018
Mijn lieve, Mijn prachtige en al Mijn geliefde kinderen,
ik ben bij al Onze kinderen en Wij, uit de Hemel willen dat jullie allen dicht
bij ons zijn. We verlangen naar de dag wanneer we allen samen kunnen zijn in de
Hemel. Mijn Zoon en ik hebben vele sterke boodschappen gegeven omdat zoveel van
Onze kinderen zover van Ons zijn verwijderd. De hele Hemel bidt om al onze
verloren schapen terug tot de Heer te brengen zodat ze kunnen gered worden. Zoals
we reeds hebben verteld is de tijd op deze aarde zeer, zeer kort voor vele van
Onze kinderen omwille van de tijd waarin jullie nu leven. Jullie tijd van
barmhartigheid en gerechtigheid worden nu beide tegelijk beleefd. Barmhartigheid
zal altijd gegeven worden zolang jullie erom vragen, maar gerechtigheid zal
dagelijks blijven gebeuren door natuurrampen over de hele wereld. De Hemel
heeft jullie ja aan God NU nodig en jullie moeten om vergeving vragen voor
alle zonden waarvan jullie je bewust zijn in jullie leven. Mijn kinderen,
jullie moeten om vergeving vragen op de beste manier dat jullie kunnen om
vergeven te worden. Dat is jullie taak omdat God jullie allen een vrije wil
gegeven heeft om te doen wat jullie verkiezen. Jullie worden verantwoordelijk
gehouden voor de zonden waarvan jullie je bewust zijn. Alsjeblieft, kniel neer
en vraag vergeving zodat de Hemel JULLIE kan helpen om naar de Hemel te gaan.
Dit is Maria van de Hemel die jullie vraag om vergeving te vragen voor jullie
zonden zodat we jullie kunnen helpen.
Kom H. Aartsengel Michael om al Gods en Marias
woorden te beschermen 21/12/2018 1e dag van de winter
Dit is GOD DE VADER die je vraagt om een boodschap te
schrijven van Moeder Maria aan de hele wereld voor Kerstmis.
Moeder Maria vraagt : Mijn lieve, Mijn prachtige en al Onze
geliefde kinderen in de wereld, We wensen jullie een Zalig en Gezegende
Kerstmis. Mijn Vader, Zoon en H. Geest wensen elk van Onze kinderen een Zalig
en Heilige Kerstmis. Dit komend jaar zal een van de moeilijkste en gezegendste
jaren zijn die velen onder jullie moeten doormaken sedert enige tijd. Het zal
zeer moeilijk lijken op dat tijdstip maar het zal een van de meest gezegende
jaren zijn ooit.
God de Vader spreekt : De genaden van Maria en van de
Allerheiligste Drie-eenheid zullen zegeningen geven het hele jaar. Wij, de
Drie-eenheid, zal zegeningen geven door Maria zoals we nooit eerder hebben
gegeven. Wij willen allen Onze verloren kinderen redden. We geven al onze
zegeningen door de Moeder van God en de Moeder van het Universum. Alle genaden
worden van de Drie-eenheid doorgegeven aan onze Moeder Maria omdat alle gebeden
door het Hart van Onze Moeder vanuit het Hart van de Drie-eenheid komen naar al
Onze kinderen op aarde.
Gebeden van alle kinderen op aarde vloeien in Marias Hart om
gezuiverd te worden vooraleer ze gezonden worden aan de Vader, de Zoon en de H.
Geest. Dan worden alle gebeden bekeken en beantwoord volgens de Goddelijke Wil
van de Vader. De genade wordt dan teruggezonden naar al degenen die bidden door
het Hart van Mijn Moeder. Al de gebeden van onze kinderen worden beantwoord
volgens de liefde in hun hart. Ze worden ook beantwoord volgens de gaven dat ze
hebben gegeven. Sommigen hebben veel gegeven en sommigen hebben weinig gegeven.
We houden heel veel van al onze kinderen en We houden van al onze kinderen
evenveel. Maar hoe meer liefde ze in hun hart hebben, hoe meer liefde We kunnen
terug geven om al Onze andere kinderen te helpen die niet zoveel liefde in hun
hart werden gegeven.
Liefs van de Allerheiligste Drie-eenheid en Moeder Maria
van de Hemel. Nog een Zalige en Gezegende Kerstmis.
IK BEN GEEN ROUTINE GOD, IK WIL DAT MIJN
KINDEREN ZICH VERBINDEN OM DISCIPELEN TE ZIJN OM MIJN WOORD AAN HUN BROEDERS EN
ZUSTERS TE BRENGEN ZODAT ZE ONTWAKEN. Laat niet toe dat hindernissen jullie
weerhouden, wees jullie bewust dat jullie Mijn Liefde hebben, en Mijn Liefde
zorgt ervoor dat jullie onvermoeibare werkers zijn in Mijn Wijngaard. Jezus 29/1/2018
Boodschap
van de H. Aartsengel Michael 27/12/2018
Geliefde kinderen van God : ELKE MENS ZOU ZICH MOETEN VERHEUGEN DAT HIJ EEN KIND VAN GOD IS EN HEM
VEREREN ZOALS HIJ VERDIENT, HEM DIENEN EN HEM AANBIDDEN, IN DE WETENSCHAP DE
GOD DE MENS NIET NODIG HEEFT, MAAR HIJ DE MENS BEMINT.
WIJ
ZIJN DE DIENAREN VAN GOD EN IN ONEINDIGE AANBIDDING BEREIKT ONZE VREUGDE ZIJN
HOOGTEPUNT IN HET LEVEN IN DE WIL VAN GOD EN ZIJN WIL BEVEELT ONS OM DE MENS TE
DIENEN, maar in deze dienst worden we niet toegestaan te handelen
tegen de vrije wil van de mens, omdat de mens vrij is en binnen zijn vrijheid
moet hij kiezen voor redding door zijn eigen verdienste. Deze redding dat de
mensheid grotendeels verwerpt zorgt voor zijn ontmenselijking, voor de
minachting van zijn essentie zoals zonen van God te zijn en de collectieve
geest, gedachten en verlangens van anderen als de zijne te nemen. De mens van
deze generatie is ondergedompeld in een modernistisch gedachtengoed waar er
geen ruimte is voor God.
Daarom roepen Onze Koning en Onze Koningin voortdurend
jullie op om in zichzelf te kijken, maar jullie doen het maar oppervlakkig
omdat jullie niet tot het begrip komen dat om in jezelf te kijken, jullie niet
naar je broeder moeten kijken.
Jullie mogen je niet met elkaar vergelijken, maar kijken
naar jezelf…
Jullie mogen de werken of daden van een ander niet naar
waarde schatten, omdat in elk de persoonlijke waarheid aanwezig is, niet deze
van een ander…
VANDAAR
DAT DEGENEN DIE WENSEN TE GROEIEN IN GEEST FALEN, DOOR TE KIJKEN NAAR HUN
BROEDERS, EN ZICH AFSCHERMEN OM HUN BROEDER TE ZIJN OM HUN FOUTEN TE VERBERGEN. Daarom
groeit de mens niet, verlangt hij niet naar het bovenaardse, hunkert hij niet
naar grotere nabijheid met het Goddelijke, maar enkel door geconfronteerd te
worden met de vijanden van de innerlijke waarheid zal de mens in staat zijn te
kijken naar zijn eigen werkelijkheid.
WANNEER
DE MENS AANVAART DAT ALLE KRACHT VAN GOD KOMT, DAN ZAL HIJ DE PERSOONLIJKE
VERANDERING BEGINNEN.
Volk
van God, kijk, overweeg en wees jullie bewust van hetgeen jullie omgeeft: het
Universum met de elementen die ten dienste staan van de mens en WAT HEBBEN
JULLIE ERMEE GEDAAN? VERNIETIGD, BEZOEDELD, VERANDERD VOOR KWAADWILLIGE
DOELEINDEN, ONGEHOORZAAM NAGEJAAGD VOOR WAT JULLIE ALS GELUK BESCHOUWEN.
De mens heeft de grenzen van het denken geschapen naar zijn
beperkingen, door de kennis te over te nemen wat niet zijn eigendom is.
Kinderen van God, in dit moment moeten jullie de liefde
delen die komt van de Goddelijke Wil om de kracht te scheppen die de demonische
golf tegengaat die leeft in de mensheid. Dit kan de pijn waaraan de Kerk zal
aan onderworpen worden tegengaan.
1 Korintiërs 13:4-8 De liefde is lankmoedig en
goedertieren; de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij beeldt zich
niets in. Zij geeft niet om de schone schijn, zij zoekt zichzelf niet, zij
laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. Zij verheugt zich
niet over onrecht, maar vindt haar vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij,
alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij. De liefde vergaat nimmer.
De gave der profetie zal verdwijnen, tongen zullen verstommen, de kennis zal
een einde nemen.
Jullie weten dat liefde het kwaad voorkomt, het is een muur
dat het kwaad stopt, liefde wordt weerspiegeld in de daden van de mensen, omdat
ze geen naaste schade toebrengt en het algemeen welzijn voor ogen heeft.
Jullie moeten liefde smeden zoals Onze Koningin…
Jullie moeten tegelijk discipelen en zendelingen zijn,
zoals Onze Koningin, die van de Aankondiging tot de Tenhemelopneming door Haar
Trouw en Haar Moederschap de Eeuwigheid heeft bereikt.
GODS
VOLK LEEFT NAAR HET FEEST VAN ONZE KONINGIN EN MOEDER VAN DE MENSHEID EN VOOR
DEZE PLECHTIGHEID ZULLEN ALLE HEERLIJKHEDEN IN DE HEMEL GEZONDEN WORDEN. DAAROM
MOETEN DE MENSEN VAN GOEDE WIL ZICH VERENIGEN OP DE 29STE, 30STE
EN 31STE DECEMBER OM 18U IN ELK LAND, MET HET GEBED VAN HET ANGELUS,
DAT GEOFFERD MOET WORDEN VOOR DE NODEN VAN DE MENSHEID.
De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt,
En ze heeft ontvangen van de Heilige Geest.
Wees gegroet, Maria, vol van genade. De Heer is met U.
Gezegend zijt Gij boven alle vrouwen en gezegend is de vrucht van Uw Lichaam,
Jezus. Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons, arme zondaars, nu en in het
uur van onze dood. Amen.
Zie de Dienstmaagd des Heren,
Mij geschiede naar Uw woord.
Wees gegroet, Maria, vol van genade. De Heer is met U.
Gezegend zijt Gij boven alle vrouwen en gezegend is de vrucht van Uw Lichaam,
Jezus. Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons, arme zondaars, nu en in het
uur van onze dood. Amen.
En het Woord is vlees geworden;
En Het heeft onder ons gewoond.
Wees gegroet, Maria, vol van genade. De Heer is met U.
Gezegend zijt Gij boven alle vrouwen en gezegend is de vrucht van Uw Lichaam,
Jezus. Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons, arme zondaars, nu en in het
uur van onze dood. Amen.
Bid voor ons, Heilige Moeder van God,
Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
Laat ons bidden.
Heer, wij hebben door de boodschap van de Engel
de menswording van Christus uw Zoon leren kennen;
Wij bidden U, stort Uw genade in onze harten,
Opdat wij door Zijn lijden en kruis gebracht worden
tot de heerlijkheid van de verrijzenis.
Door Christus, onze Heer.
Amen.
Wanneer jullie het Kruis verachten, zullen jullie het meer
liefhebben… Satan lijdt grote kwellingen wanneer hij kijkt naar het Kruis,
zodanig dat hij het uit elke plaats heeft verdreven. Wat de duivel vergeet is
dat de Christenen het Kruis dragen in hun hart, in hun ziel, waar het kwaad en
zijn volgelingen het niet kunnen doen verdwijnen.
Kinderen van de H. Drie-eenheid, de toekomst van de
Mensheid moet met liefde gestreden worden. Onze Hemelse Legers blijven waakzaam
voor de handelingen van de mensheid, en daarom ook voor de gebeurtenissen van
een natuurlijke orde dat de mensheid zullen treffen.
Bid kinderen van God, in het Mediterraanse gebied zal
gebied zinken in zee.
Bid kinderen van God, de Zuidelijke Pacifiek beeft.
Bid kinderen van God, de Etna vulkaan is actief en grillig.
Bid kinderen van God, in Turkije zullen vele onschuldigen
vervolging lijden omdat ze trouw zijn aan Onze Koning.
Bid kinderen van God, bid voor de Nevada in de VS, want het
zal overstroomd worden door water.
Het zijn geen menselijke voorspellingen die de kinderen van
God lezen, maar Goddelijke. Ik werd gezonden om jullie te waarschuwen uit
Barmhartigheid, omdat degene die God liefheeft weet dat uit Zijn Liefde kennis
voortvloeit voor de mens en kennis van feiten zodat de mens begrijpt dat degene
die liefheeft niet bang moet zijn.
Kinderen van de Allerhoogste, ik bescherm jullie, jullie
worden bewaakt door jullie Engelbewaarders, die jullie niet mogen vergeten.
WAT
BESTAAN ER VELE HERODUSSEN! KIJK NAAR MIJ, ONDERZOEK, DOOD NIEMAND, ENKEL
DEGENE DIE EEN WAPENS GEBRUIKT.
De mensheid kookt door een totaal gebrek aan liefde en de
kinderen van God zouden niet mogen slapen, maar reageren in liefde waartoe de
H. Drie-eenheid hen heeft geroepen.
Het kwaad heeft wortel geschoten in de mensheid en eist
zielen op. Blijf trouw aan God en laat niet toe dat jullie verward worden. De
Engel van Vrede, Zendeling van God zal komen om de mens te beschermen, de kinderen
van God worden nooit in de steek gelaten door God.
Ik zegen jullie daden en werken.
H. Aartsengel Michael
3 x
WEES GEGROET ONBEVLEKT MARIA, ZONDER ZONDE ONTVANGEN
Luz de
Maria
Broeders : Onze geliefde H. Aartsengel Michael werd
gezonden door de Hemel in dringende en noodzakelijke momenten voor het Godsvolk
en dit is een van deze momenten, waarin we opgeroepen worden tot
broederlijkheid, om ons te verenigen in gebed en actie om onze broeders uit te
nodigen naar de Ene en Drie-ene God te kijken en Onze H. Moeder, Voorspreekster
van de Mensheid, te verwelkomen.
Op 1 januari, de Feestdag van de H. Maria, Moeder van God,
een grote feestdag in de Hemel, vertelt de H. Michael dat het de feestdag is
van de Moeder van het Woord, Koningin van alle Engelen en tegelijk de Moeder
van de Mensheid.
Bij de kribbe waar de Godsmens is geboren, wordt Onze
Moeder geëerd door de mensheid, en herkent ze in Haar de “Vol van Genade” die
ons ten allen tijde beschermt.
De H. Michael vertelt ons duidelijk dat we uit het wereldse
moeten treden en in onszelf kijken en binnengaan om alleen bij God te blijven.
Door in onszelf te kijken zien we dat we hindernissen
plaatsen die ons tegenhouden om geestelijk te groeien. We moeten inzien dat we
ons niet vasthouden aan het kwaad en dat we als kinderen van God, in de geest
groeien in deugd, in de gaven, in de Werken van Barmhartigheid en begrijpen dat
de Geboden geen doodlopende straat zijn, maar een deur om de plaats binnen te
gaan: LIEFDE. Amen.
KINDERTJES,
DE FINANCIELE CATASTROFE NADERT, DE ELITE DIE OVER DEZE WERELD HEERST ZAL DE
WERELDECONOMIE DESTABILISEREN, OM HET PAPIEREN GELD TE DOEN VALLEN EN ZO IN
STAAT TE ZIJN OM HET TIJDPERK VAN DE MICROCHIP, HET TEKEN VAN HET BEEST TE
STARTEN! 27/12/2018
DRINGENDE BOODSCHAP VAN MARIA, MYSTIEKE ROOS AAN HET VOLK
VAN GOD – BOODSCHAP AAN ENOCH
Kindertjes van mijn Hart, de Vrede van mijn Heer is met
jullie allen.
Kleintjes, de mensheid weet niet wat er gaat komen, de
mensen blijven hun dagelijks leven leiden en in hun wereldse zorgen zijn ze
enkel bezorgd om de dingen van deze wereld. De verdrukking nadert en velen
zullen niet in staat zijn ermee om te gaan. Alles in de schepping staat op het
punt te veranderen; vrede en rust staan op het punt verloren te gaan, om de weg
naar chaos vrij te maken, en naar onheil, schaarste, hongersnood, onrust,
onveiligheid, onzekerheid, angst en alle andere menselijke angsten.
De welvaart en de valse zekerheid dat geld en materiële
zaken geven, staan op het punt op de grond te vallen; het overgrote deel van de
mensheid dat blijft God de rug toekeren, zal gedestabiliseerd zijn en
onbeschermd blijven, wanneer hun goden beginnen vallen. De naderende
verdrukking, zoals nooit eerder gezien werd op aarde, zal de ergste nachtmerrie
veroorzaken voor deze ondankbare en zondige mensheid. Arme zielen, die hun
geloof, vertrouwen en hoop niet in God hebben gesteld, maar in de materiële
goederen van deze wereld. De verdrukking zal komen en enkel materiële en
geestelijke ruïne zal hen overblijven! De ijdelheid van de mens zal op de grond
vallen, en hetgeen dat hen zekerheid gaf zal hen ontzegd worden. Ze zullen als
dood overblijven in het leven en beseffen dat door hun macht en geld te
verliezen, ze enkel zwak en broos overblijven. Dat is de essentie van de
menselijke conditie wanneer jullie God niet voor je hebben.
Kudde van mijn Zoon, de dagen van leed naderen, maar wees
niet bang, onthoud dat de Hemel jullie niet in de steek zal laten, als jullie
geloof en vertrouwen stevig in God gevestigd zijn. Dan komen de dagen van
schaarste eraan, kleintjes, wanneer jullie alles moeten delen met jullie broeders,
zodat jullie verenigd zijn in geloof en liefde, en jullie de naderende dagen
van kwelling kunnen doorstaan. Enkel als jullie samen blijven, kunnen jullie de
beproeving van die dagen overwinnen.
Kinderen, de financiële catastrofe nadert, de elite die over
deze wereld heerst zullen de wereldeconomie destabiliseren, om het papieren
geld te doen vallen en zo in staat te zijn het tijdperk van de microchip, het
teken van het beest te starten. Onthoud mijn kinderen dat zonder de microchip
jullie niet in staat zullen zijn jullie materiele goederen te gebruiken, omdat
zeer spoedig alles in deze wereld zal draaien om het teken van het beest. Volk
van God, let op, als jullie toelaten de microchip te laten inplanten in je
lichaam, onthoud dan dat dit het teken van het beest is dat we reeds een lange
tijd hebben aangekondigd. Het is beter te sterven en alles te verliezen, dan
het teken te aanvaarden en te laten inplanten! Het materiële is vergankelijk en
God zal jullie morgen belonen, maar het Leven van de Geest verlies je voor
altijd als je het teken aanvaard en laat inplanten.
Mijn kinderen, al degenen die toelaten om de microchip te
laten inplanten, zullen geniet hebben van hun materiële goederen voor de tijd
dat de laatste heerschappij van mijn tegenstander duurt, 1290 dagen. Daarna
zullen zij de eeuwige dood kennen dat hen te wachten staat in de diepten van de
afgrond, waar zij zullen zijn met hun meester voor eeuwig en altijd. Al degenen
die niet opgetekend zijn in het Boek des Levens, zullen lopen om de microchip
te laten inplanten; dan zullen jullie weten wie de kudde van mijn Zoon is, en
dat deze geen schapen zijn van de kudde van de Goede Herder. Ik kondig jullie
aan, mijn kinderen, dat alles klaar is om de inplanting van het teken van het
beest, de microchip, wereldwijd te beginnen.
Al wat er nog te doen is, is de economie te doen vallen, en
dat is reeds gepland door de elite, zodat het papieren geld verdwijnt en alles
in deze wereld begint met punten te werken. De microchip zal alles beheersen en
alles controleren en degenen die het niet hebben laten inplanten, zullen
beschouwd worden als afvalligen; ze zullen vervolgd worden, gemarteld, gevangen
gezet en van al hun eigendom ontzegd. Harde beproevingen wachten, kindertjes,
maar wees niet bang, de Hemel zal jullie beschermen, voeden en voor jullie
zorgen, als jullie standvastig en trouw blijven aan God. Het zal drie en een
half jaar duren, en voorbijvliegen als een droom, als jullie geloof en
vertrouwen stevig in mijn Heer is gevestigd. Het doorzettingsvermogen verenigd
met de liefde van God en de liefde voor jullie broeders, zullen de kracht zijn
dat jullie veilig tot de poorten van de Nieuwe Schepping zullen brengen, waar
de Kroon des Levens op jullie zal wachten.
Moge de Vrede van mijn Heer in jullie blijven, mijn
geliefde kinderen.
Jullie Moeder die van jullie houdt, Maria, Mystieke Roos.
Maak mijn boodschappen kenbaar aan de hele mensheid,
kinderen van mijn Hart.
Arianen, aanhangers
van de priester Arius, achtten de Zoon van een lager niveau dan de Vader. Men
geloofde dat de Zoon vóór de eeuwigheid door de Vader werd geschapen. Men bad
wel tot Jezus en Arius en zijn aanhangers noemden Jezus zonder enige reserve
"God", waar zij dan wel lagere godheid mee bedoelden dan God de
Vader. Of Arius de H. Geest als God zag of beschouwde als een
onpersoonlijke kracht valt niet uit zijn geschriften af te leiden.
Socianen, aanhangers
van Faustus Socinus verwierpen in navolging van hun stichter de
Drie-eenheid en de meeste gangbare dogmas's die in de meeste Christelijke
kerken gangbaar zijn, zoals de erfzonde en de predestinatie maar
geloofden wel in de wonderverhalen in de Bijbel, waaronder de Verrijzenis.
Volgens Socinus is er maar één God, de Vader. Jezus nam pas zijn aanvang bij
zijn geboorte uit de maagd Maria.
Modalisten, ze
geloven dat God uit één Persoon bestaat die zich in drie verschillende
verschijningsvormen (modi), namelijk Vader, Zoon en Heilige Geest
heeft geopenbaard.
Unitariërs, zijn
rationalisten die geloven in de eenheid van God. Jezus was een voorbeeldig mens
die door God de Vader uit de doden is opgewekt (men speculeert niet
over het hoe en wat) en navolging behoeft.
Liturgische
tijden of getijdengebed
De vroege Christelijke Kerk ontleende aan het Jodendom het
begrip van heilige of liturgische tijd, wekelijks en dagelijks, met
bijbehorende liturgische erediensten. Naast de diensten op de Sabbat waren er
in het Jodendom dagelijkse gebedsdiensten. Deze kwamen mee naar het Christendom
en vormden de basis voor de oorspronkelijke gebedsorde. Er is niet veel tekstueel
gbedsmateriaal uit deze tijd overgeleverd, maar toch kan gezegd worden dat
minimaal de norm inhield een morgengebed en een avondgebed. Midden in de 3de
eeuw hadden deze zich al ontwikkeld tot de metten (Orthros in het Grieks) als
morgendienst en Vespers (Esperinos in het Griek) als de avonddienst bij
zonsondergang.
De liturgische ontwikkelingen van de 4de eeuw vormden geen
breuk met wat voorafging. Hetzelfde geldt voor de esthetische uitbreidingen en
verbeteringen. De liturgie nam een vaste vorm aan vanaf ca. 800 A.D, met nadien
slechts kleine variaties.
Niet alleen de vorm van de liturgie is betrekkelijk laat in
datum, het meeste dat aangenomen wordt als normatief in het Christelijke geloof
en leer is ook betrekkelijk laat. De gezaghebbende formulering van de leer van
Christus en de Heilige Drieëenheid waren ook producten van de 4de eeuw, het
werk van de vroege Oecumenische Synoden in de strijd tegen de ketterij. Ook de
vastlegging van de Nieuw Testamentische Canon is uit dezelfde tijd. De
hoofdtaken van de vroege Oecumenische Synodes was het formuleren van deze leer,
en de belijdenis en de Canon. Deze leer en deze belijdenis werd daarna vanzelf
deel van de eredienst. van de vroege Kerk.
De liturgische riten van alle Oosters Orthodoxe Kerken zijn
terug te voeren tot de oorspronkelijke rite die in Jeruzalem gebruikt werd voor
de missionaire activiteiten van de Apostelen gericht op de heidenen, en de
latere vervolgingen die de Christelijke Kerk zich deed verspreiden vanuit Judea
rond de Middellandse Zee en verder. De Apostelen namen hun liturgische
gebruiken mee. Dit werd de basis van de Eucharistieviering van de Kerk. De
vroege Christelijke Kerk werd niet gekenmerkt door uitgeschreven riten die letterlijk
nagevolgd werden, maar volgde een hoog in aanzien zijnde mondelingen traditie
van Eucharistische gebeden.
Het vroege Christendom begon met een vorm die
waarschijnlijk een aangepaste vorm van de toenmalige Joodse synagogale rite was
(ook wel samenkomst of synaxis genoemd) waaraan een Eucharistische viering (die
geïnspireerd was op de Tempel rite en/of de huiselijke viering van de
(paas)maaltijd). Samen vormden deze twee de kern van de vroege liturgie. De
vroegste liturgische riten waren Joods in vorm, want de vroegste Christenen
waren Joden die geloofden dat hun Messias gekomen was in de gestalte van Jezus
Christus. Uiteindelijk werden deze twee diensten samengevoegd tot één dienst.
Door de jaren, mede beïnvloed door de komst van niet-Joodse Christenen, nam de
liturgie zijn uniek Christelijke vorm aan.
Onder de vroegste Oosters Orthodoxe muziek die getuigt van
deze overgang, is de hymne "Phoos hilaron." Deze hymne wordt elke
avond gezongen of gereciteerd bij het ondergaan van de zon gedurende de
Vespers. De tekst van deze hymne werd al aangehaald door Justinus Martelaar
rond 150 A.D. in zijn dialoog met Trypho. Hoewel het pre-Byzantijns is, wordt
het toch meestal "Byzantijns" genoemd. Het heeft duidelijk een
Griekse vorm, terwijl het een tekst heeft die duidelijk Joods is van oorsprong
en zich houdt aan de Joodse kalender die de dag rekent vanaf de zonsondergang
en niet vanaf de zonsopgang.
De zeer vroege "Hymne aan de Heilige Drieëenheid"
werd 1918 in Oxyrrynchus, in Egypte gevonden. Deze hymne is volgens een oude
Griekse muzieknotatie opgeschreven die aan het einde van de derde eeuw in
onbruik raakte. In de hymne is een ontluikend trinitair theologisch bewustzijn
te zien en een duidelijk Griekse vorm.
Naarmate de liturgische vormen zich ontwikkelden werden ze
over het algemeen geassocieerd met de plaatsen waar apostelen aan verbonden
waren, zoals Jeruzalem, Alexandrië, Antiochië, en Rome. Eerst leken die
liturgische riten erg op elkaar, maar later gingen ze uiteenlopen onder invloed
van plaatselijke omstandigheden en cultuur.
Na de vervolgingen en de zending onder de heidenen bestond
de Kerk vooral uit Grieks sprekende niet-Joden waarvoor de Griekse cultuur en
muziek de norm vormden. Zo kreeg de Griekse taal en muzikale stijl een plaats
op het fundament van de Joodse eredienststructuur. De vroegste riten in de
Oosters Orthodoxe Kerk zijn zulke als de Jeruzalemse liturgie van Jacobus, de
Alexandrijnse liturgie van Markus, de Oost Syrische liturgie, de West Syrische
liturgie van Antiochië, de Armenische liturgie, en de Koptische liturgie. De
meeste liturgische wetenschappers gaan ervan uit dat in de Oosters Orthodoxe
Kerk drie hoofdriten zich ontwikkelden: de Oost Syrische, de West Syrische en
de Alexandrijnse. Deze liturgieën hadden meer overeenkomsten dan verschillen.
Gedurende de eerste driehonderd jaar van zijn bestaan was
de Christelijke Kerk niet erkend door de overheid, dus illegaal, en soms werd
de Kerk zelfs vervolgd. Gezien die omstandigheden ligt het voor de hand dat uit
die periode niet veel liturgische documenten overgebleven zijn. Pas na
Constantijn's edict van Milaan dat in 313 A.D. het Christendom legaliseerde,
werd het ook een openbare godsdienst met openbare eredienst. Na 313 kreeg de
Kerk een nieuwe rol in de maatschappij en kwamen er liturgische vormen die
aangepast waren aan deze publieke functie. De vormen richtten zich op de grote
massa die weinig over het geloof wisten.
Het voorkomen van ketterijen in de 4de eeuw, in het
bijzonder in het Oosten, zorgde ook voor de aanpassing van de liturgische rite.
"Het
vastleggen in geschreven vorm van de liturgische gebeden is zowel in het
Jodendom als in het Christendom een relatief laat fenomeen. In beide gevallen
gebeurde het pas toen men het idee had dat de traditie gevaar liep veranderd te
worden als men deze niet tot in details vastlegde. Zoals na de grote
crisis met het Arianisme.
Zo kunnen we in de eeuw na de legalisatie van de Kerk
verschillende liturgische vormen of riten terugvinden. Ze gingen uit van een
uniforme Eucharistische kern die eerder vorm gekregen had en versierden die met
muziek en het gebruik van afbeeldingen (iconen), het gebruik van kerkelijke
gewaden, indrukwekkende ceremonie, en toevoeging van didactisch materiaal aan
de inhoud. De liturgische vorm ontwikkelde zich langzaam door de tijd, en werd
mede vormgegeven door de nieuwe rol in de maatschappij en door de bestrijding
van de ketterij.
Iconostasis
Als er veel verschillende legitieme liturgische vormen
waren in de eerste paar honderd jaar van het Christendom, waarom zijn deze dan
in het Oosten en Westen teruggelopen tot een handvol? Uiteindelijk komt dit
erop neer dat één vorm van liturgie de norm werd, en dit kwam vooral door
niet-liturgische factoren. In de
Oosters Orthodoxe Kerk werd vooral de Goddelijke Liturgie van Johannes
Chrysostomos de belangrijkste liturgische vorm omdat dat de vorm was die bij
voorkeur gebruikt werd in de kathedralen en kerken van de hoofdstad
Constantinopel. Zo ging de Roomse rite overheersen in Rome omdat deze deelde in
het aanzien van de stad Rome en door andere politieke factoren.
Oosters
orthodoxe aanwezigheid in overwegend orthodoxe landen
Oosters
orthodoxe aanwezigheid in landen die niet overwegend orthodox zijn
Het vroegste bekende liturgische geschrift is in De
Apostolische Constituties (ook bekend als de Liturgie van Clemens),
een laat 4de eeuws handboek over kerkleer. Het baseert zich op vroegere
dergelijke werken en verklaart de leer van de Apostelen door te geven die door
Clemens van Rome aan de Kerk gegeven was. "Voor de geschiedenis van de
Christelijke eredienst heeft het de waardevolle aard van een voorbeeldrite want
in tegenstelling tot riten die in gebruik waren is deze niet aangepast aan de
zich ontwikkelende praktijk. In zijn algemene vorm is de rite representatief
voor de gebruiken van Antiochië aan het eind van de vierde eeuw, waaraan die
van Constantinopel uiteindelijk ontleend zijn." Er is een opvallend grote
overeenkomst met de overgeleverde teksten van liturgieën van de 8e eeuw, vier
eeuwen later.
De Liturgie van Clemens bevat bijvoorbeeld schriftlezingen,
een preek, wegzending van de catechumenen, een uitgebreide litanie,
gemeenschappelijke voorbeden, de vredeskus, een processie met de gaven naar het
altaar, een anaphora/eucharistisch gebed, voorbeden en communie van de
gelovigen.
"De Liturgie van Clemens stelt ons in staat een
redelijk nauwkeurige beeld van de laat 4e eeuwse eredienst te krijgen in de
provincie Antiochië. Hij getuigt van de consolidatie van de liturgische
traditie in het Oosten, parallel aan die rond Ambrosius van Milaan te zien is
in het Westen. Het eucharistische gebed, dat ten minste tot de derde eeuw
volgens een patroon vrij verwoord werd door de bisschop, werd nu een
vastgestelde tekst. Er was natuurlijk niets dat lijkt op de uniformiteit van
tekst en praktijk die later karakteristiek werden voor eucharistische vieringen
in de hele Kerk. Er konden nog nieuwe eucharistische gebeden gemaakt worden,
natuurlijk met inachtneming van de geldig geachte conventies; en een
aanzienlijke verscheidenheid bestond in de manier waarop de dienst gevierd
werd. Maar de Liturgie van Clemens geeft ons een redelijke richtlijn hoe de
basisvorm van de Liturgie van Constantinopel was aan het eind van de 4de eeuw.
Hij biedt ons een adequaat beginpunt voor de specifieke ontwikkeling van de
Byzantijnse eucharistische eredienst." .
De belangrijkste verschillen in de riten ontwikkelden zich
rond het begin van de dienst, het begin van wat oorspronkelijk de Synaxis
(samenkomst) geweest was. De vroegste delen waren waarschijnlijk "een
bewieroking door de bisschop of de celebrant, gevolgd door het zingen van een
groep psalmen, voorafgegaan door de lexicons. Geografisch begint het in het
'verre oosten' van het klassieke Christendom, hoewel de bewieroking later ook
aangenomen werd door de centrale groep van Griekse Kerken."
Na de legalisatie van de Kerk konden geestelijken in het
openbaar naar de kerk gaan en deze binnengaan en dit gaf de mogelijkheid van
ceremonieel. In sommige riten werd de oude traditie om het Evangelie en de
andere heilige boeken veilig elders te bewaren tijdens vervolging de aanleiding
tot een vormelijke processie waarin zij naar de kerk gebracht werden terwijl de
gelovigen psalmen zongen. Dit ontwikkelde zich uiteindelijk tot het vroege deel
van de dienst van de Oostelijke Rite, waarin de binnenkomst van de geestelijkheid
is opgenomen, de bewieroking van de kerk, het antifonaal zingen van psalmen dat
leid tot de Kleine Binnenkomst, en de processie met het Evangelieboek naar het
altaar.
De Litanieën ontwikkelden zich waarschijnlijk uit de
psalmzingpraktijk van de gelovigen bij het samenkomen en wachten buiten de
kerk. Dit gaat terug tot het Joodse liturgisch gebruik van gecantileerde
psalmen en omvatte antifonale zang uit het Jodendom. Nu was er de behoefte en
de gelegenheid voor een "gebed van het volk." Waarschijnlijk
cantileerde de diaken of de cantor een psalmvers en antwoordde het volk met een
standaard refrein. Dan ging de voorganger verder met het tweede vers, waar het
volk evenzo op antwoordde, enzovoorts. Dit is duidelijk in de Antifonen waar
verzen van de psalm afwisselen met voorbeden.
De eerste Litanie in de Oosterse Rite wordt gewoonlijk de
Grote of Uitgebreide Litanie genoemd, want deze omvat elk aspect van menselijke
behoefte inclusief gebeden voor de kerk, de wereld, en de hele schepping. De
voorganger doet de beden en de hele gemeente bidt samen als het volk antwoordt
met "Kyrie Eleison" ("Heer, ontferm U").
De toevoeging van de Trisagion Hymne aan
de liturgie (de Trinitarische hymne "Heilige God, Heilige Machtige,
Heilige Onsterfelijke, ontferm U over ons") kan teruggevoerd worden tot de
tijd van Patriarch Proclus (434-446 A.D.), een periode waarin de ketterijen
opkwamen. De periode van de belangrijke ketterijen in de Christelijke Kerk was
vooral de vierde en de vijfde eeuw. De meest opvallende ketterijen zoals onder
andere het arianisme ontwikkelden zich in het Oosten. De Trisagion
Hymne wordt gezien als een goddelijke openbaring te Constantinopel in
de vorm van een tekst gezongen door de engelen (misschien een Trinitarische
verwoording van Openbaring 4:8). De hymne zelf volgt het gebed van het
Trisagion dat gezegd werd door de priester, en het is een van de oudste hymnes
van de Christelijke Kerk. De hymne is door en door trinitarisch en als zodanig
anti-Ariaans van aard; God wordt aangesproken als de Almachtige Vader, Heilige
Machtig wordt tegen de eniggeboren Zoon gezegd, en Heilige Onsterfelijke tegen
de Heilige Geest.
De
Drie-eenheid - Andrei Roeblev
Een parallelle ontwikkeling kan in de Oostelijke liturgie
gezien worden in het inlijven van de hymne Monogenes of
"Eniggeboren" een antwoord op de Monophysitische ketterij. Deze wordt
toegeschreven aan Keizer Justinianus en kreeg een plaats in de Byzantijnse
liturgie na de tweede Antifoon rond 535-536 A.D. De hymne werd gelijk deel van
de Intocht te Constantinopel en Antiochie, en werd al snel deel van de Griekse
riten van de Oostelijke Kerk.
afsplitsingen
van het christendom : grote schisma in 1054, de reformatie in 1517 met Luther
De verschillende leerstellingen in verband met
de natuur van Jezus
Nestorianisme : De leer dat
Jezus Christus zowel een menselijke (de mens Jezus) als een goddelijke natuur (heilige
Zoon van God of Logos/Woord) heeft, die zich elk gescheiden uiten. De leer is
afkomstig van Nestorius, patriarch van Constantinopel van 428 tot 431. In 431 werd
het nestorianisme veroordeeld tijdens het Concilie van Efeze. Het conflict
leidde tot het Nestoriaans Schisma, waardoor zij zich afscheidde van de Kerk en
bekend is gaan worden als de Kerk van het Oosten.
Monofysitisme :
Deze leer ontstond tijdens de christologische controverses van de 5e eeuw. De
aanhangers van deze leer waren het niet eens met het nestorianisme en ook niet
met de twee-naturenleer van het Concilie van Chalcedon : Christus heeft zowel
een menselijke als een goddelijke natuur en deze zijn onafscheidelijk van
elkaar in Jezus verbonden. De monofysieten kozen met hun Eutychiaans
geïnspireerde christologie voor het benadrukken van de goddelijkheid van Jezus.
Er zijn twee hoofddoctrines die men met het begrip monofysitisch zou
kunnen aanduiden:
Eutychianisme houdt in dat de menselijke natuur van
Christus feitelijk opgegaan is in de Goddelijkheid, "opgelost als een
druppel honing in de zee".
Apollinarisme houdt in dat Christus een menselijk
lichaam had en een menselijk "levensprincipe", maar dat de
Heilige Logos in
plaats is gekomen van het nous of
"denkprincipe", analoog maar niet gelijk aan wat we vandaag
"geest" of "denkvermogen" zouden noemen.
Miafysitisme :
Leer van de oriëntaals-orthodoxe kerken. De leer stelt dat in Christus de
goddelijke en de menselijke natuur, zijn samengegaan in één natuur, één
godmenselijke natuur, zonder enige scheiding en onveranderlijk. Hiertoe
behoren:
de Armeens-Apostolische Kerk, de Syrisch-Orthodoxe Kerk van Antiochie, de
Koptisch-Orthodoxe kerk, de Ethiopisch-Orthodoxe Kerk, de Eritrees-Orthodoxe
kerk en de Malankaarse Syrisch-Orthodoxe Kerk van India.
Tweenaturenleer (of
dyofysitisme) : De leer houdt in dat Jezus zowel volledig
goddelijk als volledig menselijk is en dat deze beide naturen ongescheiden en
onvermengd zijn. De tweenaturenleer werd vastgelegd op het Concilie van
Chalcedon (451).
De vraag naar de natuur van Christus ontstond, nadat op het
Eerste Concilie van Nicea was vastgelegd dat Jezus gelijk in wezen was aan
God de Vader. Dit riep de vraag op hoe het goddelijke en het menselijke in zijn
persoon samengekomen waren.
In het westen daarentegen was men van mening dat Jezus twee
volledige naturen had, een goddelijke en een menselijke. Deze waren
ongescheiden (tegen de Nestorianen) en onvermengd (tegen de monofysieten). In
de woorden van de geloofsbelijdenis van Chalcedon was Jezus
"volmaakt in zijn Godheid en volmaakt in zijn mensheid". De
Tweenaturenleer wordt aanvaard door de Rooms-Katholieke Kerk, de protestantse
en de oosters-orthodoxe kerken.
Bij de tweenaturenleer wordt vaak het voorbeeld gebruikt
van water en wijn die het goddelijke en menselijke symboliseren. Ze zijn bij
elkaar zonder dat de één de ander opneemt. Ze zijn ongemengd, ongedeeld,
ongescheiden en onveranderd.
Heilige Drie-eenheid (ook Drievuldigheid of Triniteit)
In veel takken van het christendom gelooft men dat
er één God bestaat in drie goddelijke entiteiten: de Vader, de Zoon (Jezus
Christus) en de Heilige Geest. Het is van belang in deze leer dat Jezus
God én mens is.
De term 'Drie-eenheid' komt niet in de Bijbel voor.
Ook een theologie inzake de Drie-eenheid als zodanig wordt niet in de Bijbel
aangetroffen. Wel bevatten zowel het Oude als het Nieuwe
Testament aanwijzingen en formuleringen inzake de goddelijkheid van de
Vader, de Zoon en de Heilige Geest die de interpretatie ten gunste van een
Drie-eenheid ondersteunen.
Oude Testament
Op deze plaatsen is bijvoorbeeld sprake van God die over
zichzelf in het meervoud spreekt :
Genesis
1:26 : God sprak: `Nu
gaan Wij de mens maken, als beeld
van Ons, op Ons gelijkend; hij zal heersen over de vissen van de zee, over de
vogels van de lucht, over de tamme dieren, over alle wilde beesten en over al
het gedierte dat over de grond kruipt.'
Genesis
11:7
: Laten Wij neerdalen en verwarring
brengen in hun taal, zodat de een niet meer verstaat wat de ander zegt.'
Op deze plaatsen is er sprake van de H. Geest van God :
Genesis
1:2
: De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de Geest van
God zweefde over de wateren.
Jesaja
32:15 : totdat uit den hoge de geest over ons wordt uitgestort:
dan wordt de woestijn als een boomgaard, en die boomgaard wordt met een woud
gelijkgesteld.
Ezechiël
11:19-20 : Ik zal hun een nieuw hart geven en een nieuwe geest in
hun binnenste uitstorten; Ik zal het stenen hart uit het lichaam verwijderen en
hun een hart van vlees geven, opdat ze mijn wetten in acht nemen en mijn
geboden nauwlettend onderhouden. Zo zullen ze mijn volk zijn en Ik hun God.
Ezechiël
36:26-27 : Ik zal u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in u
uitstorten; Ik zal het stenen hart uit uw lichaam verwijderen en een hart van
vlees geven. Mijn geest zal Ik in u uitstorten en Ik zal ervoor zorgen dat
ge mijn wetten nakomt en mijn voorschriften nauwkeurig onderhoudt.
Vroege theologen verwezen in het algemeen naar plaatsen
waar gesproken wordt over engel, woord, geest, wijsheid van de aanwezigheid van
God. Zo is er het drievoudige "Heilig!" van de serafijnen in
Jesaja 6:3, die in de liturgie in de Trisagion werd overgenomen.
Jesaja
6:2-3 : Serafs stonden boven Hem opgesteld, elk met zes
vleugels: twee om het gelaat te bedekken, twee om de voeten te bedekken, twee
om te vliegen. Zij riepen elkaar toe: `Heilig, heilig, heilig is Jahwe van
de machten; al wat de aarde vult is zijn heerlijkheid.'
Ook de verschijning van 3 mannen in Genesis 18 werd
veelvuldig als aanwijzing voor een Drie-eenheid aangemerkt. Er is sprake van 3
mannen en 1 Heer God.
Genesis
18:1-3 : Eens verscheen Jahwe aan Abraham bij de eik van Mamre,
toen Abraham op het heetst van de dag bij de ingang van zijn tent zat. Hij
sloeg zijn ogen op en zag plotseling drie mannen voor zich staan. Meteen liep
hij van de ingang van zijn tent naar hen toe; hij boog diep en zei: `Wees
zo welwillend, heer, uw dienaar niet voorbij te gaan.
Genesis
18:9-10 : Toen vroegen ze hem: `Waar is Sara, uw vrouw?' Hij
antwoordde: `Daar, in de tent.' Toen zei Hij: `Over een jaar kom Ik weer
bij u terug; dan zal Sara, uw vrouw, een zoon hebben.'
Genesis
18:22 : Toen gingen de (2) mannen op weg in de richting van
Sodom. Jahwe bleef echter nog bij Abraham staan.
Nieuwe Testament
De vroegste formulering in het Nieuwe Testament die een
aanwijzing bevat voor het concept van de Drie-eenheid is die van Paulus.
2
Korintiërs 13:13 : De genade van de Heer Jezus Christus, de
liefde van God en de gemeenschap van de heilige Geest zij met u allen.
1
Korintiërs 12:3-6 : Daarom verklaar ik u: niemand die zegt:
Jezus is vervloekt, staat onder invloed van de Geest van God; en niemand kan
zeggen: Jezus is de Heer, tenzij door de heilige Geest. Er zijn
verschillende gaven, maar slechts een Geest. Er zijn vele vormen van
dienstverlening, maar slechts een Heer. Er zijn allerlei soorten werk, maar
er is slechts een God, die alles in allen tot stand brengt.
Efeziërs 1:3-14 : Gezegend is God, de
Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelen in Christus heeft
gezegend met elke geestelijke zegen. In Hem heeft Hij ons uitverkoren vóór
de grondlegging der wereld, om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn
aangezicht. In liefde heeft Hij ons voorbestemd zijn kinderen te worden
door Jezus Christus, naar het welbehagen van zijn wil, tot lof van de
heerlijkheid van zijn genade. Hiermee heeft Hij ons begiftigd in de
Geliefde, in wie wij de verlossing hebben door zijn bloed, de vergeving
van de zonden, dankzij de rijkdom van zijn genade. Die heeft Hij ons
meegedeeld als een overvloed van wijsheid en inzicht. Want Hij heeft ons
zijn geheim raadsbesluit doen kennen, de beslissing die Hij in Christus had
genomen ter verwezenlijking van de volheid der tijden: het heelal in Christus
onder één hoofd te brengen, alle wezens in de hemelen en alle wezens op aarde, in
Hem. In Christus hebben wij ook ons erfdeel ontvangen, daartoe voorbestemd
door de beschikking van Hem die alles tot stand brengt naar het besluit van
zijn wil, opdat wij verbreiden de lof van zijn heerlijkheid wij die reeds
tevoren onze hoop op de Christus hadden gebouwd. In Christus zijt ook gij,
nadat gij het woord der waarheid, het evangelie van uw heil, hebt aanhoord, in
Hem zijt ook gij tot het geloof gekomen, verzegeld met de heilige Geest der belofte, die
het onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van Gods eigen volk, en tot
lof van zijn heerlijkheid.
Historisch zeer invloedrijk was de doopformule in Mattheus.
Mattheus
28:19-20 : Jezus trad nader en sprak tot hen: Mij is alle macht
gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot
mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige
Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. Ziet, Ik ben
met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.
De formulering in de naam van duidde een
eigendomsoverdracht aan. In Jezus doop door Johannes de Doper waren
zij alle drie verenigd: Jezus, de H. Geest en de stem van de Vader.
Mattheus
3:16-17 : Nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij terstond uit het
water. En zie, daar ging de hemel open en Hij zag de Geest Gods neerdalen in de
gedaante van een duif en over zich komen; en een stem uit de hemel sprak:
Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb.
Vermoedelijk is deze doopformule een uitbreiding van
een eerdere doop "in de naam van Christus". Ook de na het jaar
100 ontstane Didachè kent al zo'n uitgebreidere doopformule:
Hoofdstuk 7:1-7 : Maar betreffende de doop, dit is hoe jullie moeten
dopen. Nadat jullie al deze dingen hebben gezegd, doop in levend water in de
naam van de Vader en van de Zoon en van de H. Geest. Maar als jullie geen
stromend water hebben, doop dan in ander water, en als jullie het niet in koud
kunnen, dan in warm. Maar als jullie geen van beide hebben, giet dan water over
het hoofd, drie keer in de naam van de Vader en van de Zoon en van de H. Geest.
Maar voor het doopsel, laat hij die doopt en hem die gedoopt wordt vasten, en
ook anderen die ertoe in staat zijn, en jullie zullen degene die gedoopt is een
dag of twee dagen ervoor laten vasten.
Comma Johanneum
Een marginale aantekening, een glos, kwam tussen de
tekst van de Vulgaat terecht en werd geleidelijk niet meer als
aantekening herkend. Toen Erasmus een Grieks Nieuw Testament uitgaf,
werd het comma Ioanneum er pas in opgenomen toen hij een Grieks handschrift
vond waar het in stond. In de vertalingen die uitgaan van de Textus receptus is
het te vinden. Zo geeft bijvoorbeeld de Statenvertaling 1 Johannes 5:7-8 als
volgt weer:
"Drie
zijn er, Die getuigen in den hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en
deze Drie zijn Een. En drie zijn er, die getuigen op de aarde, de Geest, en het
water, en het bloed; en die drie zijn tot een."
Goddelijkheid van de Vader
De term "God" verwijst in het Nieuwe Testament
meestal naar de Vader.
God en de Zoon van God verschijnen als onderscheiden van
elkaar in Johannes 3:17 : God heeft
zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de
wereld door Hem zou worden gered.
Of bij de steniging van de H. Stefanus in Handelingen 7:55-56 : Maar hij, vervuld
van de heilige Geest, staarde naar de hemel en zag Gods heerlijkheid en Jezus
staande aan Gods rechterhand; en hij riep uit: Ik zie de hemel open en de
Mensenzoon staande aan Gods rechterhand.
God is de Vader van Jezus Christus in 1 Petrus 1:3 : Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus
Christus, die ons in zijn grote barmhartigheid deed herboren worden tot een
leven van hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de dood.
Dit geldt ook voor de toekomst: 1 Korintiërs 15:28 : En wanneer alles aan Hem onderworpen is, dan
zal ook de Zoon zelf zich onderwerpen aan Degene die het al aan Hem onderwierp,
opdat God zij alles in alles.
Goddelijkheid van Jezus Christus
Reeds de oudste teksten van het Nieuwe Testament
beschrijven een nauwe verwantschap tussen God en Jezus: Jezus werkt met
goddelijk gezag - zelfs in die mate dat God de Vader in Jezus en door hem Zijn
scheppen, oordelen, verlossen en zich openbaren voltrekt. God kent een voormenselijk
bestaan en een rol als Schepper van de kosmos van en in Christus.
Kolossenzen
1:15-20 : Hij is het beeld van de onzichtbare God, de
eerstgeborene van heel de schepping. Want in Hem is alles geschapen, in de
hemelen en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare, tronen en hoogheden, heerschappijen
en machten. Het heelal is geschapen door Hem en voor Hem. Hij bestaat vóór
alles en alles bestaat in Hem. Hij is ook het hoofd van het lichaam dat de kerk
is. Hij is de oorsprong, de eerste die van de dood is opgestaan, om in alles de
eerste te zijn,
Hij alleen. Want in Hem heeft God willen wonen in heel zijn volheid, om
door Hem het heelal met zich te verzoenen en vrede te stichten door het bloed
aan het kruis vergoten, om alles in de hemelen
en op de aarde te verzoenen, door Hem alleen.
Johannes
1:1-18 : In het begin was het Woord en het woord was bij God en
het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alles is door Hem
geworden en zonder Hem is niets geworden van wat geworden is. In Hem was
leven, en dat leven was het licht der mensen. En het licht schijnt in de
duisternis maar de duisternis nam het niet aan.
Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Deze
kwam tot getuigenis, om te getuigen van het Licht, opdat allen door hem tot
geloof zouden komen. Niet hij was het Licht, maar hij moest getuigen van het
Licht. Het ware Licht, dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld. Hij
was in de wereld; de wereld was door Hem geworden, en toch erkende de wereld
Hem niet. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem
niet. Aan allen echter die Hem wèl aanvaardden, aan hen die in zijn Naam
geloven, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden; Zij zijn niet
uit bloed noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God
geboren. Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Wij
hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene
van de Vader ontvangt, vol genade en waarheid. Wij hebben Johannes
getuigenis over Hem toen hij uitriep: Deze was het van wie ik zei: Hij die
achter mij komt, is mij voor, want Hij was eerder dan ik. Van zijn
volheid hebben wij allen ontvangen: genade op genade. Werd de Wet door Mozes
gegeven, de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus. Niemand
heeft ooit God gezien; de Eniggeboren Zoon, die in de schoot des Vaders is, Hij
heeft Hem doen kennen.
De relatie tussen Christus als Zoon van God en God de Vader
is voor meerdere schrijvers van het Nieuwe Testament heel belangrijk. Een
speciale band wordt benadrukt door de Abba-aanroeping en de
"erkenning" van de Vader door de Zoon; vooral het evangelie volgens
Johannes spreekt van een innige relatie van eenheid en een wederkerige
immanentie tussen Vader en Zoon in de liefde. Ook de "Ik ben"
uitspraken van Jezus worden gezien als aanwijzing voor de Drie-eenheid.
In deze passage noemde de apostel Tomas Jezus direct God
:
Johannes
20:27-28 : Vervolgens zei Hij tot Tomas: Kom hier met uw vinger en
bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde, en wees niet
langer ongelovig, maar gelovig. Toen riep Tomas uit: Mijn Heer en mijn
God!.
Ook wordt de term "God" in het Nieuwe Testament
op Jezus toegepast :
Johannes
1:1
: In het begin was het Woord en het woord was bij God en het Woord was God.
Romeinen
9:4-5 : Immers, zij zijn Israëlieten, hun behoort de aanneming
tot zonen, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de
beloften; van hen zijn de aartsvaders en uit hen komt de Christus voort
naar het vlees. God, die boven alles verheven is, zij gezegend tot in eeuwigheid!
Amen.
Hebreeën
1:5-10 : Heeft God ooit tot een engel gezegd Gij zijt mijn zoon.
Ik heb u heden verwekt? Of: ik zal een vader voor hem zijn en hij zal mijn zoon
zijn? Wanneer Hij evenwel de eerstgeborene opnieuw de wereld binnenleidt,
zegt Hij: Alle engelen Gods moeten Hem hulde brengen. Terwijl Hij van de
engelen zegt: Die zijn engelen tot stormwinden maakt en zijn dienaars tot
laaiend vuur, spreekt Hij over de Zoon aldus: Uw troon, o God, is voor
altijd en eeuwig, en de scepter van het recht is de scepter van zijn
koningschap. Rechtvaardigheid hebt Gij liefgehad en onrecht gehaat; daarom, o
God, heeft uw God U gezalfd met de olie der vreugde en U geplaatst boven uw
gelijken. En elders: In het begin, o Heer, hebt Gij de aarde gegrondvest
en de hemel is het werk van uw handen.
Kolossenzen
2:2-3 : Al mijn moeite is erop gericht dat zij goede moed houden
en innig in liefde verbonden blijven, en zo komen tot de volle rijkdom van het
inzicht in Gods geheim, Christus namelijk, in wie alle schatten van
wijsheid en kennis verborgen liggen.
2
Petrus 1:1 : Simeon Petrus, dienstknecht en apostel van Jezus
Christus, aan hen die door de goedheid van onze God en Heiland Jezus Christus
met ons het voorrecht delen van hetzelfde geloof.
1
Johannes 5:20 : Wij weten dat de Zoon van God gekomen is, en
ons inzicht gegeven heeft om de waarachtige
God te kennen, en wij zijn in de waarachtige God, want wij zijn in Jezus
Christus, zijn Zoon. Dit is de ware God, dit is eeuwig leven!
Filippenzen
2:5-6 : Die gezindheid moet onder u heersen welke ook Christus
Jezus bezielde: Hij die bestond in goddelijke
majesteit
heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God.
1
Korintiërs 8:6 : toch is er voor ons maar één God, de Vader,
uit wie het al voortkomt en voor wie wij bestemd zijn, en één Heer, Jezus
Christus, door wie het al bestaat en wij in het bijzonder.
Maar ook indirect worden God en Jezus gelijkgesteld, zoals
in uitspraken als "ik ben de Alfa en de Omega", die zowel uit de mond
van God als vanuit de mond van Jezus klinken.
Openbaring
1:8
: Ik ben de Alfa en de Omega, zegt God de Heer, Hij die is en die was en die
komt, de Albeheerser.
Openbaring
22:12-13 : Zie,
Ik kom spoedig, en mijn loon breng Ik mee, om ieder te vergelden naar zijn
werk. Ik ben de Alfa en de Omega, de eerste en de laatste, de oorsprong en
het einde.
Goddelijkheid van de Heilige Geest
De Geest was volgens Mattheüs en Lukas reeds werkzaam bij
de conceptie van Jezus. De aardse Jezus is dan volgens de evangelisten
drager ("vol") van Heilige Geest, en vooral volgens Paulus diens
middelaar na zijn herrijzenis. In
het Evangelie volgens Johannes openbaart de Geest de eenheid tussen de Vader en
Zoon, sterker, Jezus verklaart zelfs: "God is Geest", waarmee de
aanwezigheid en de werken van God als Geest geloofd konden worden.
Johannes
4:24
: God is geest, en wie Hem aanbidden, moeten Hem in geest en waarheid
aanbidden.
Johannes
15:26 : Wanneer de Helper komt, die Ik u van de Vader zal
zenden, de Geest der waarheid die van de Vader uitgaat, zal Hij over Mij
getuigenis afleggen.
Handelingen
2:4
: Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en begonnen in vreemde talen te
spreken, naargelang de Geest hun te vertolken gaf.
Vroege trinitarische formuleringen
Hoe in de Bijbel wordt gesproken over de Vader, de Zoon en
de Heilige Geest was bepalend voor de daaropvolgende uitwerking van de leer van
de Drie-eenheid. Vooral de rituele praktijk en de gebedspraktijk van de eerste
christenen werd erdoor gevormd.
De vroegste duidelijk trinitarisch gestructureerde
formuleringen zijn de doopformules en doopbelijdenissen waarin de
overdracht van eigendom aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest met drie
vragen en antwoorden werden voorbereid en vervolgens uitgevoerd.
Ook in de eucharistieviering werden trinitarische
formules aangetroffen: via de Zoon werd de Vader bedankt, vervolgens werd
gevraagd om het neerzenden van de Geest. De laatste doxologie verheerlijkt
de Vader door de Zoon en met de Geest (of: met de Zoon door de Geest).
Ook de regula fidei van Ireneüs, die onder
andere werd gebruikt in de doop catechese, is trinitarisch van structuur.
Theologische
ontwikkeling in de 2de en 3de eeuw
Ignatius van Antiochië, tweede bisschop van Antiochië,
schreef onderweg naar zijn executie als martelaar in Rome rond 110 n. Chr. een
serie brieven aan de kerken in Klein Azie. De eenheid van de Vader, Zoon en
Heilige Geest komt voor in zijn brief aan Magnesiërs:
"Studeer, daarom, om bevestigd te worden in de leer
van de Heer en de apostelen, op een dusdanige manier dat alle dingen die je
doet voorspoedig zijn in zowel vlees als geest; in geloof en liefde; in de
Zoon, en in de Vader, en in de Geest; in het begin en in het einde; met
jullie hooggewaardeerde bisschop en de goed doorwrochte geestelijke kroon van
jullie herderschap en de diakenen die in harmonie met God zijn. Wees
onderworpen aan je bisschop, en aan elkaar, zoals Jezus Christus aan de
Vader, volgens het vlees, en de apostelen aan Christus, en aan de Vader, en
aan de Geest, zodat er zowel een vleselijke als geestelijke eenheid mag zijn.
"
Polycarpus van Smyrna werd in 155 n.Chr. als martelaar
ter dood gebracht in Smyrna, waar hij ook bisschop was. Ireneüs zei dat
hij een leerling was van de apostel Johannes. In zijn laatste gebed voor
zijn martelaarschap "prijst, verheerlijkt en zegent" hij de Vader,
Zoon en Heilige Geest:
"Want om deze reden, ja en vanwege alle dingen,
prijs ik U, zegen ik U, verheerlijk in U, door de eeuwige en hemelse
Hogepriester, Jezus Christus, Uw geliefde Zoon, door wie met Hem en de
Heilige Geest zowel nu [als altijd] en voor de tijden die nog komen glorie
zij. Amen. "
Justinus de Martelaar gebruikte talrijke trinitarische
formuleringen, maar hij gebruikt het woord "Drie-eenheid" nergens.
Sommigen zijn van mening dat Justinus een unitariër was, vooral door zijn
beschrijving van God als hoogste, Christus in de tweede plaats en de Geest in
de derde:
"We zullen bewijzen dat we hem in redelijkheid
aanbidden; want we hebben geleerd dat hij de Zoon is van de ware God zelf,
dat hij de tweede plaats inneemt, en de Geest van profetie de derde plaats.
Want zij die ons van waanzin beschuldigen, door te zeggen dat we een
gekruisigde man aanbidden die op de tweede plaats komt na de onveranderlijke
en eeuwige God, de Schepper van alle dingen; maar zij zijn onwetend van het
mysterie dat hier in verborgen is. "
Philo (20 v.Chr. - 50 n.Chr.) had - onder invloed van Plato -
de Joodse Bijbel zo gelezen dat God de kosmos had geschapen door zijn Woord (Logos),
de eerstgeboren zoon van God. Als alternatief, of door verdere emanatie van dit
Woord, schiep God door zijn scheppende kracht en zijn koninklijke macht,
waarbij deze zowel als zijn krachten werden beschouwd als van hem onderscheiden
tussenpersonen, waardoor hij als het ware metafysische afstand tot de materiële
wereld kreeg.
Ireneus van Lyon ontwikkelde - onder andere gebaseerd
op de proloog van het Evangelie volgens Johannes (1:1-18) - een Logos-theologie.
Jezus Christus, de Zoon van God wordt met de pre-existente Logos als essentiële
uitvoerder van de schepping en de openbaring van God gelijkgesteld. Ireneüs
werkte ook een onafhankelijke pneumatologie uit. De Heilige
Geest is Gods wijsheid. Geest en Zoon emaneren niet op een manier die
hen op een ander ontologisch (zijnsleer) niveau ten opzichte van de Vader zou
plaatsen, maar door "intellectuele emanatie".
Tatianus probeerde een onafhankelijk afwijkend pad,
waarbij de Geest ook als dienaar van Christus, van de Logos, optreedt en wordt
een voor de wereld verborgen, onveranderlijk neerdalende God.
Het Griekse woord trias voor God de Vader,
de Zoon en de Heilige Geest, dat in de Oosters-orthodoxe Kerk nog altijd
de gebruikelijke term is voor de christelijke Drie-eenheid, werd voor het eerst
gebruikt in de tweede helft van de 2e eeuw door de apologeet Athenagoras van
Athene:
"Ze [de christenen] kennen God en Zijn Logos, weten
wat de eenheid tussen de Zoon en de Vader is, wat de gemeenschap van de Zoon
met de Vader is, wat de Geest is, wat de eenheid van deze trias, de Geest, de
Zoon en de Vader is, en wat hun onderscheid in de eenheid is."
Met de termen die we nu met Drie-eenheid vertalen
(zoals trias), werd in de late 2de eeuw en vroege 3de eeuw niet
verwezen naar een Drie-eenheid zoals die nu als dogma wordt gedefinieerd. Terwijl
opvattingen over de Geest relatief onderontwikkeld bleven en in het Nieuwe
Testament de Geest niet werd aanbeden, ging het katholieke christendom er in de
2de en 3de eeuw toe over een "een goddelijke natuur" aan Jezus toe te
schrijven, en werd stevig bevestigd dat hij "God" werd genoemd. Taal
die in de eerste eeuw zeer ongebruikelijk was geweest werd nu de norm;
Jezus was nu "God" of "een god", maar niet de enige ware
God. Deze goddelijke Zoon (d.w.z. de pre-menselijke Jezus) was op
mysterieuze wijze "gegenereerd" door God ofwel vlak voor de schepping
(late 2de tot begin 3e eeuw, "logos theologen") of in de tijdloze
eeuwigheid (vanaf Origenes).
Hoewel deze ontwikkelingen nieuw waren, was de verering van
Jezus dat niet. In tegenstelling tot eerdere theorieën dat deze zich langzaam
en onder invloed van de heidenen ontwikkelde, heeft recent onderzoek aangetoond
dat Jezus al naast God werd aanbeden in het vroegst bekende christendom. Hoewel
de basis voor deze praktijk werd gelegd in het Nieuwe Testament met Gods
verheerlijking van Jezus na zijn opstanding, werd vanaf dit moment
aangenomen dat de basis was dat in Jezus iets goddelijks aanwezig was.
In de Westerse kerk introduceerde Tertullianus een
paar decennia nadat Athenagoras van Athene over "trias" sprak, de
overeenkomstige Latijnse term trinitas. Het is een specifiek
hiervoor gecreëerde nieuwe samentrekking van tres - drie
en unitas - eenheid. Van huis uit advocaat, verklaarde hij het
wezen van God in de taal van het Romeinse rechtssysteem. Hij introduceerde de
term personae (meervoud van persona - partij
in juridische zin) voor de Vader, Zoon en Heilige Geest. Voor de
gezamenlijkheid van Vader, Zoon en Heilige Geest gebruikte hij de term substantia,
die verwijst naar de juridische status in de gemeenschap. Volgens hem is God is
in de substantia één, maar in de monarchia - de
heerschappij van de ene God - werken drie personae, Vader, Zoon en
Heilige Geest. Volgens een andere versie, ontleende Tertullianus de metafoor
van de "persona" aan het theater van Carthago, waar de acteurs
maskers (personae) voor hun gezicht hielden, afhankelijk van de rol die
ze speelden.
De leer wordt dogma
De leer van de goddelijke Drie-eenheid werd in de 4e eeuw
tot dogma verheven. Na alle discussies in de voorgaande eeuwen was
de directe aanleiding het standpunt van de Egyptische
priester Arius, die van mening was dat de Zoon, omdat Hij door de Vader
was verwekt, niet altijd zou hebben bestaan en daarom een lagere positie zou
innemen.
Hiertegen kwam verzet van de kant van bisschop Athanasius,
die stelde dat de Zoon geheel gelijkwaardig was aan de Vader. In de uitspraken
van het Concilie van Nicea (325) werd die gelijkwaardigheid vastgelegd. Op
het Concilie van Constantinopel I in 381 na Chr. werd de Heilige
Geest aan deze goddelijke gelijkwaardigheid toegevoegd. Definitief werd de leer
van de Drie-eenheid vastgesteld op het Concilie van Chalcedon in 451
na Chr.
De uiteindelijke discussie ging over hoe men de verhouding
van de Zoon ten opzichte van de Vader moest omschrijven. In het Grieks scheelde
het maar een letter, de jota (i): was Jezus gelijkend (homoi-ousios)
op God of was Jezus gelijk (homo-ousios) aan God. Het eerste bijvoeglijk
naamwoord liet ruimte voor speculaties over de verhouding tussen de Vader en de
Zoon, het tweede niet. De twee-naturenleer van de Zoon maakt deel uit van
de leer van de Drie-eenheid. Deze houdt in dat de Zoon zowel mens als God is
(twee naturen bezit) en dat kwam het beste tot uiting in de tweede term homo-ousios.
Daarom behaalde deze term de overwinning op het Concilie van Chalcedon.
Theologische
formulering
Het dogma luidt dat de God bestaat uit God de Vader, God de
Zoon en God de Heilige Geest en dat deze drie Personen (personae) weliswaar
zijn te onderscheiden maar niet zijn te scheiden, oftewel God is Eén.
Sommige theologen brengen een hiërarchie aan tussen de
drie Personen van de Drie-eenheid. De 'Vader' zou dan de 'schepper' zijn die
ademend is. De 'Zoon' ( = Christus) is de verlosser, die ook ademend is.
En de Heilige Geest is de 'helper' ofwel de heiliging, de Heilige Geest wordt
geademd. Deze gedachten zijn opmerkelijk, omdat een theoloog geen
"externalistisch standpunt" kan innemen: hij of zij kan niet buiten
de werkelijkheid stappen om God van buitenaf te bestuderen en te beschrijven.
Daarom is het in de hedendaagse (wetenschappelijke) theologie gebruikelijk om
wel te spreken over de God als Drie-eenheid en te spreken over de Vader, de
Zoon en de Heilige Geest, maar geen uitspraken te doen over hun onderlinge
verhoudingen. In het Latijn:
opera ad intra
divisa sunt, opera ad extra indivisa sunt:
het handelen is voor de personen binnen de Triniteit
onderscheiden, maar naar buiten toe is het handelen ongescheiden, en alleen te
benoemen als "het handelen van God". Deze weergave van de
Drie-eenheid waarbij de drie personen, Vader, Zoon en Heilige Geest, elkaar
zodanig doordringen dat er sprake is van één goddelijke natuur wordt wel
omschreven met de term perichorese.
Monotheïsme
Het christelijk geloof is monotheïstisch, net als de islam
en het joodse geloof, maar de christenen hangen het geloof van de Drie-eenheid
aan.
De Geloofsbelijdenis
van Athanasius uit de 5de eeuw verdedigt het geloof in de
Drie-eenheid :
Al wie behouden wil worden, moet voor alles het algemeen geloof
vasthouden; als iemand dit niet volledig en ongeschonden bewaart, zal hij
ongetwijfeld voor eeuwig verloren gaan. Het algemeen geloof nu is dit, dat wij
de ene God in de Drieheid en de Drieheid in de Eenheid vereren, zonder de
Personen te vermengen of het wezen te delen. Want de Persoon van de Vader en
die van de Zoon en die van de Heilige Geest zijn van elkaar onderscheiden, maar
de Vader en de Zoon en de Heilige Geest hebben één goddelijkheid, gelijke
heerlijkheid, dezelfde eeuwige majesteit. Zoals de Vader is, zo is de Zoon, zo
is ook de Heilige Geest. Ongeschapen is de Vader, ongeschapen de Zoon,
ongeschapen de Heilige Geest; onmetelijk is de Vader, onmetelijk de Zoon,
onmetelijk de Heilige Geest; eeuwig is de Vader, eeuwig de Zoon, eeuwig de
Heilige Geest. En toch zijn Zij niet drie eeuwigen, maar één eeuwige; zoals Zij
niet drie ongeschapenen of drie onmetelijken zijn, maar één ongeschapene en één
onmetelijke.
Evenzo is de Vader almachtig, de Zoon almachtig, de Heilige
Geest almachtig; en toch zijn Zij niet drie almachtigen, maar één almachtige. Zo
is de Vader God, de Zoon God, de Heilige Geest God; en toch zijn Zij niet drie
Goden, maar één God. Zo is de Vader Here, de Zoon Here, de Heilige Geest Here; en
toch zijn Zij niet drie Heren, maar één Here. Want zoals de christelijke
waarheid ons noodzaakt elke Persoon afzonderlijk als God en als Here te
belijden, zo belet het algemeen geloof ons van drie Goden of Heren te spreken. De
Vader is door niemand gemaakt of geschapen of voortgebracht. De Zoon is door de
Vader alleen, niet gemaakt of geschapen, maar voortgebracht. De Heilige Geest
is door de Vader en de Zoon niet gemaakt of geschapen of voortgebracht, maar
Hij gaat van hen uit. Eén Vader dus, niet drie Vaders; één Zoon, niet drie
Zonen; één Heilige Geest, niet drie Heilige Geesten. En in deze Drieéenheid is
geen sprake van eerder of later, noch van meer of minder, maar alle drie
Personen zijn aan elkaar gelijk in eeuwigheid en in hoedanigheid. Daarom moet,
zoals reeds gezegd werd, in alle opzichten zowel de Eenheid in de Drieheid als
de Drieheid in de Eenheid vereerd worden.
Wie dus behouden wil worden, moet wat betreft de
Drieëenheid deze overtuiging hebben. Maar het is voor zijn eeuwig behoud
noodzakelijk dat hij ook de vleeswording van onze Here Jezus Christus oprecht
gelooft. Het ware geloof is nu, dat wij
geloven en belijden, dat onze Here Jezus Christus, Gods Zoon, God en mens is. God
is Hij uit het wezen van de Vader, voortgebracht voor de tijden, en mens is Hij
uit het wezen van zijn moeder, geboren in de tijd; volkomen God en volkomen
mens, met een menselijke ziel en een menselijk lichaam; gelijk aan de Vader
naar zijn goddelijke natuur, minder dan de Vader naar zijn menselijke natuur.
En hoewel Hij God en mens is, is Hij toch niet twee, maar één Christus. Eén is
Hij, echter niet doordat zijn goddelijke natuur in de menselijke veranderde,
maar doordat Hij als God de menselijke natuur aannam. Eén is Hij, volstrekt
niet door vermenging van naturen, maar door eenheid van Persoon. Want zoals
ziel en lichaam één mens zijn, zo zijn God en mens één Christus. Hij heeft
geleden voor ons behoud, is neergedaald in de hel en op de derde dag opgestaan
uit de doden. Hij is opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van God,
de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de
doden.
Bij zijn komst zullen alle mensen opstaan met hun lichaam
en zij zullen rekenschap afleggen van hun daden. En zij die het goede gedaan
hebben, zullen het eeuwige leven ingaan, maar zij die het kwade gedaan hebben,
het eeuwige vuur. Dit is het algemeen geloof. Wie dit niet oprecht en
standvastig gelooft, zal niet behouden kunnen worden.
Met ingang van de 4de eeuw zijn er een aantal belangrijke
historische en culturele ontwikkelingen geweest die invloed hadden op de kerk,
de liturgie en op de praktijk van het geloof. De basisstructuur van de liturgie
was al een feit, toekomstige veranderingen spelen zich af binnen die
basisstructuur.
De kerk had een bestaan gehad aan de rand van de
maatschappij, was zelfs vervolgd. In de RK liturgie zijn er nog sporen van de
tijd van vervolging en geheimhouding.
Zowel in de Oostelijke als in de Westerse Kerk werd dit
anders toen Keizer Constantijn officieel de Kerk toestond en het een wettige
religie was geworden. De Kerk kende een bloei. Maar de overheid bemoeide zich
ook met kerkelijke zaken, wat soms veel spanningen veroorzaakte.
Hoewel hij zich niet liet dopen tot kort voor zijn dood in
337 A.D., werd Constantijn Christen en legaliseerde hij het Christendom
waardoor het min of meer de staatsreligie werd. Met het Edict van Milaan in 313
A.D., stond hij de Christelijke eredienst toe. Daardoor kwam er een eind aan de
periode van vervolging en het ondergrondse karakter van de Kerk. Dit
resulteerde in de eerste grote veranderingen in de vorm van de liturgie.
Constantijn de Grote
De vervolging van de Kerk gedurende de vorige 200 jaar was
niet continu geweest, het was afhankelijk van de keizer en de plaatselijke
overheid; er waren perioden van betrekkelijke rust en tolerantie geweest, en
perioden van actieve vervolging en martelaarschap. Gedurende deze perioden van
tolerantie kende de kerk een bloeiperiode en ook gebouwen waren erbij betrokken,
maar die mochten niet opvallend of uitdagend zijn. Maar als een
"illegale" gemeenschap binnen de staat kon dat niet al te openlijk. Na
het Edict van Milaan werd het mogelijk zichtbare kerken te bouwen gewijd aan de
eer van God en daar zelfs staatssteun voor te krijgen. De Christelijke
eredienst werd een publieke zaak en zorgde ervoor dat de eredienst uitgebreider
en meer opgesmukt werd. De Christelijke
eredienst werd nu gezien door niet-gelovigen en moest voor hen begrijpelijk
zijn, maar de eredienst moest aan hen ook het gevoel geven dat God met de
juiste devotie tegemoet getreden werd. De eredienst was gemeenschappelijk
geweest maar werd nu ook openbaar en kreeg een missionair aspect. Het resultaat
was een grotere nadruk op handeling en ceremonie in de eredienst.
Deze uitbreidingen in handeling en ceremonie openbaarden
zich op verschillende manieren. In plaats van thuis bij welvarende leden of in
onopvallende gebouwen werd de eredienst nu gehouden in speciaal ervoor gebouwde
kerken. Meer versierde kerkelijke gewaden kwamen in de plaats van de eenvoudige
gebedsmantel. Het gebruik van de zangtoon en het zingen van psalmen, gezangen
en geestelijke liederen (ontleend aan de Joodse eredienst), werd verder ontwikkeld
voor het meer openbare karakter van de eredienst. De zichtbaarheid werd
vergroot door dramatisering van de binnenkomst van de geestelijke, door
processies en wierook, ook ontleend aan de Oud Testamentische eredienst. Iconen
als zichtbaar venster op de werkelijkheid van Christus, zijn heiligen en
martelaren, werden steeds meer gebruikt. Deze veranderingen vonden plaats als
reactie op de culturele verandering die de Kerk doormaakte toen zij een
officiële status kreeg in de maatschappij.
Dit kan goed geïllustreerd worden aan hand van de
ontwikkeling van kerkelijke gewaden. Het meest in het oog lopend is dat zij
ontleend werden aan de alledaagse cultuur. In de vroege kerk waren kerkelijke
gewaden niet gangbaar (uitgezonderd misschien de eenvoudige gebedsmantel). Dit
was ondanks het feit dat Exodus 28 expliciet de gewaden beschrijft die de
priester moet dragen. Met uitzondering van een stola, als teken van een ambt,
droeg men zijn gewone kleren . Al vroeg was er een kledingstuk dat het ambt
aangaf. Polycrates, Bisschop van Efeze, verwijst in 190 A.D. naar de apostelen
Johannes en Jacobus die "offerende priesters werden en een mijter
droegen." Gregorius van Nazianze legde vast tussen 375-400 A.D. dat er
"geen verschil was tussen de kleding van geestelijken (ambtsdragers) en
niet-ambtsdragers."
De kleding was ontleend aan de normale en traditionele kleding
van de Grieks-Romeinse samenleving. "Wat deze kleding tot speciale
liturgische kleding maakte was conservatisme. Toen de kleding van de gelovigen
veranderde in de 6de en 7de eeuw onder invloed van de nieuwe wereldse mode,
hield de geestelijkheid als laatste vertegenwoordiger van de oude beschaafde
tradities de oude beschaafde kleding." Deze 'toevallige' verandering werd
een symbolische uitbreiding van de liturgische mogelijkheden. Zo is vaak een Christelijke
betekenis verleend aan dingen die eerst functioneel waren, zoals het gebruik
van lichten (kaarsen) en wierook tijdens de Eucharistie (oorspronkelijk bedoeld
om de onwelriekende geur van een menigte mensen te onderdrukken). Elementen uit
het Oude Testament werden behouden en kregen, indien nodig, een Nieuw
Testamentische betekenis.
Schoonheid en het esthetische aspect van de eredienst
kregen onder de nieuwe omstandigheden alle kans.
Alexander Schmemann benadrukt dat de esthetische kant de
innerlijke verbinding tussen de gelovige en het heilswerk van Christus
dichterbij brengt. "het ontvouwen van deze verbinding is precies de inhoud
van de Christelijke dienst, van Christelijke poëzie en zelfs van de eredienst
zelf."
Vaak wordt er op gewezen dat de schoonheid van de
tweeduizend jaar oude eredienst niet 'toevallig' gegroeid is, maar dat de
heilige Geest ertoe bijgedragen heeft dat die diep, roerend, inspirerend en
betekenisvol is.
De basilica was het type gebouw voor grote groepen mensen
in het Romeinse Rijk. Het vormde in feite een rechthoek en de overspanning van
het dak werd ondersteund door twee rijen zuilen in de lenterichting van het
gebouw. Dit was de vorm van de meeste gebouwen die een wereldlijk doel hadden
en overgenomen werden voor de Christelijke eredienst. Het gebouw op zich werd
niet het belangrijkst geacht bij de eredienst. Dit blijft de meest gebruikte
vorm van kerkbouw in het Westen tot in de Renaissance. Zie hieronder twee
gangbare vormen.
St Pietersbasiliek te Rome
De basilica had inherente beperkingen. De rijen zuilen
verdeelden de ruimte in drie onderdelen met een half open afscheiding. In
grotere basilica’s werd de gemeente in nog meer delen gesplitst. Bovendien zorgde
de lengteopstelling voor een grote afstand voor de mensen achterin tot de
plaats van handeling.
De vroege Byzantijnse architecten (beginnend in de tijd van
Constantijn) losten deze problemen op door een gebouw te ontwikkelen waarin
alles aan zijn doel beantwoordde. Het meest dramatische aspect van deze
bouwkundige ontwikkeling was het vervangen van de rechthoek als grondplan door
een vierkant. Hierdoor waren geen zuilen nodig. Het gebouw werd afgedekt door
een koepeldak. De bema met de ark, de lezenaar, en de bisschopszetel konden
centraal geplaatst worden zonder hinder voor de gelovigen die zich rond de
bisschop en zijn lezers verzamelden voor de synaxis. De gemeente maakte ruimte
voor de processie van de heilige gaven naar het altaar en ging daarna om het
altaar heen staan.
De Kerk van de Hagia Sophia (Heilige Wijsheid), begonnen
door Constantijn "zou het grandioze model worden van het nieuwe type
Christelijke kerk, dat misschien wel de beste aanpassing was aan zijn doel dat
ooit bereikt was." Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de gemeente stond
en er geen banken de ruimte fixeerden. Deze situatie bleef bestaan tot in de
17e eeuw.
grondplan
van de Hagia Sophia in Istanbul
interieur
mozaiek
die Johannes II Comnenus, de Byzantijnse keizer en zijn vrouw Irene laat zien
samen met Maria en het kind Jezus (ong 1118)
In de Oosters Orthodoxe Kerk en de Westers Katholieke Kerk
werden deze twee samengevoegd met liturgische verrijkingen zoals het toevoegen
van gezangen, het uitbreiden van litanieën, en de toevoeging van de
geloofsbelijdenis van Nicea.
De geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel is
de tekst waarin voor de eerste keer in de christelijke geschiedenis de
fundamentele leerstellingen van het christendom werden vastgesteld:
1. de leer van de incarnatie/menswording van God in de persoon
van Jezus Christus en
2. de Triniteitsleer (er bestaat maar één God, maar deze manifesteert
zich in drie personen).
De eerste aanzet hiertoe werd gegeven tijdens het
eerste oecumenisch Concilie van Nicea in 325 door de kerkleiders
(later betiteld als patriarchen) van de 3 grote christelijke centra: Rome,
Alexandrië en Antiochië, evenals van de zetel van Jeruzalem. Dit Concilie
rekende af met ketterijen zoals het arianisme. Arius, priester in Alexandrië,
verkondigde dat Christus geen goddelijke natuur had maar een door God
geschapen - weliswaar superieur - mens was en daarom als "Zoon van God"
ondergeschikt was aan God de Vader. In antwoord op deze opvatting bepaalde het
Concilie van Nicea dat Christus geen halfgod was maar God was en in
essentie één met de God de Vader.
De triniteitsleer werd in Nicea nog niet uitgewerkt,
want over de Heilige Geest, de derde Goddelijke persoon, werd nog niet
gesproken. Dit gebeurde pas tijdens het oecumenisch concilie van
Constantinopel in 381. Dit stelde de geloofsbelijdenis van Nicea als
onveranderlijk vast met als belangrijkste toevoeging dat de H. Geest als
derde goddelijke persoon evenveel God was als God de Vader en Christus
de Zoon van God en die, zo zegt de tekst, "voortkomt uit de
Vader". In het Latijn luidend: "qui ex patre
procedit".
Hoewel de tekst van de geloofsbelijdenis van
Nicea-Constantinopel nadien door geen enkel oecumenisch concilie meer is
gewijzigd en tot op de dag van vandaag formeel geldt als de geloofsbelijdenis
van alle christenen, is een ogenschijnlijk kleine toevoeging in de hiervoor
genoemde Latijnse tekst een van de oorzaken geweest van het schisma tussen
de Kerk van Rome en de oosters-orthodoxe kerken in 1054: na de woorden
"ex patre" (= "uit de vader") werd in 589 door het Derde
Concilie van Toledo van de Spaanse kerk het woord filioque ("en
de zoon") aan de geloofsbelijdenis toegevoegd. Onder aanvoering van
keizer Karel de Grote werd dit door de Duitse kerken in 794 als de
enig juiste tekst bestempeld en het is sindsdien in de tijdens de
eucharistieviering gebruikte rooms-katholieke geloofsbelijdenis
blijven staan. Dit hoewel Paus Leo III in 808 aan Keizer Karel de
Grote schreef dat hij het fout vond om aan de tekst van de geloofsbelijdenis te
sleutelen. De Griekse, later oosters-orthodoxe verwierpen en
verwerpen de toevoeging van het 'filioque', omdat daarmee gezegd wordt dat de
Heilige Geest voortkomt uit de Vader én de Zoon en dus niet gelijkwaardig God
is. En wordt gezien als een ketterse aantasting van de Triniteitsleer.
Ik geloof in één God de almachtige Vader
Schepper van hemel en aarde, van al wat
zichtbaar en onzichtbaar is.
En in één Heer, Jezus Christus,
eniggeboren Zoon van God,
vóór alle tijden geboren uit de Vader.
God uit God, licht uit licht, ware God uit de
ware God.
Geboren, niet geschapen, één in wezen met de
Vader,
en door wie alles geschapen is.
Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons
heil uit de hemel neergedaald.
Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige
Geest uit de Maagd Maria
en is mens geworden.
Hij werd voor ons gekruisigd,
Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is
begraven
Hij is verrezen op de derde dag, volgens de
Schriften.
Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de
rechterhand van de Vader.
Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te
oordelen levenden en doden
en aan zijn rijk komt geen einde.
Ik geloof in de Heilige Geest die Heer is en
het leven geeft
die voortkomt uit de Vader en de Zoon
die met de Vader en de Zoon tezamen wordt
aanbeden en verheerlijkt;
die gesproken heeft door de profeten.
Ik geloof in de ene, heilige, katholieke en
apostolische kerk.
Ik belijd één doopsel tot vergeving van de
zonden.
Jezus werd gekruisigd op Vrijdag, de dag voor de Joodse
Sabbat, en is verrezen op Zondag, de derde dag. Daarom vierden ze op de eerste
dag van de week de Eucharistie.
Op zaterdagavond begon de zondag. Luke vertelt in Hand 10:7, "Op
zaterdag avond kwamen we samen voor het gemeenschapsmaal.
In de vroege Kerk werd de Eucharistie gevierd als onderdeel
van een gemeenschappelijke maaltijd (de agapè-viering). Bij deze tafelgemeenschap
toonden de gelovigen elkaar de liefde en eenheid die ze in Christus deelden. Ze
deelden wat ze konden missen. Als onderdeel van deze maaltijd was er de
Eucharistie, het danken voor de genade in Jezus Christus. Het sacrament had de
symbolische lading van het Joodse pesachmaal, maar werd nu werkelijk het
Lichaam en bloed van Christus, het Lam van God, de transsubstantiatie.
In het begin was het Christendom slechts een van de vele
sekten binnen het Jodendom. Ondanks hun verschillen deelden deze allen de
Tempeldienst en de synagogedienst, en hadden hun eigen samenkomsten. De continuïteit
met de Joodse eredienstpraktijk was derhalve vanzelfsprekend.
De vervolgingen verstoorde het vreedzame samenleven van
Joden en Christenen en stuurde de Christelijke eredienst in een eigen richting.
De eerste vervolging wordt gemeld in Hand 6 en 7, en resulteerde in het
martelaarschap van Stefanus. De vroegste vervolging was van de zijde van de
Joodse autoriteiten. Hoewel er in het boek Handelingen al tekenen zijn van de
vervreemding tussen de twee gemeenschappen, waar bijvoorbeeld Christenen niet
langer welkom zijn in de synagoge en Paulus dreigt gelyncht te worden op het
terrein van de Tempel (Hand. 21.) was het een proces dat op niet overal even
snel ging en op sommige plaatsen enige eeuwen duurde.
De synagogale eredienst structuur bestond uit gebeden,
belijdenis, schriftlezing, een preek, en een zegen. En deze vorm werd de kern
van de Christelijke eredienst.
Aanwijzingen hiervoor zijn te vinden in de vroegste
Syrische kerken, en in de Constitutio Apostolican en de Didache, en in de
praktijk van de uiterst conservatieve Nestoriaanse kerken. "De oud
Syrische kerk schijnt een gekerstende versie te zijn van een Joodse
synagoge." Er is een bema in het centrum, een Ark met voorhangsel en
kandelaar waarin het Woord van God bewaard wordt, en een zetel voor de bisschop
die lijkt op de zetel van Mozes. Aan deze synagogale elementen was een altaar
toegevoegd en de kerk was naar het oosten gericht.
Oud Syrische Kerk
Christelijke kerken waren naar het oosten gericht. Christenen waren gericht op het
hemelse Jeruzalem van waar de Messias zou komen en zagen zichzelf als
"tempel van de heilige Geest." Het oosten is de plaats van de
opgaande zon en voor vroege Christenen was dit "het enige passende symbool
van de wederkomst van Christus in heerlijkheid, als Zon der Gerechtigheid in
het Loflied van Zacharias (Zacharias die na de geboorte van Johannes de Doper,
zijn zoon terug kan spreken)."
Geprezen zij de Heer, de God van Israël,
hij heeft zich om zijn volk bekommerd en het verlost.
Een reddende kracht heeft hij voor ons opgewekt
uit het huis van David, zijn dienaar,
zoals hij van oudsher heeft beloofd bij monde van zijn heilige profeten:
bevrijd zouden we worden van onze vijanden,
gered uit de greep van allen die ons haten.
Zo toont hij zich barmhartig jegens onze voorouders
en herinnert hij zich zijn heilig verbond:
de eed die hij gezworen had aan Abraham, onze vader,
dat wij, ontkomen aan onze vijanden,
hem zonder angst zouden dienen, toegewijd en oprecht,
altijd levend in zijn nabijheid.
En jij, kind, jij zult genoemd worden: profeet van de Allerhoogste,
want voor de Heer zal je uit gaan om de weg voor hem gereed te maken,
en om zijn volk bekend te maken met hun redding
door de vergeving van hun zonden. Dankzij de liefdevolle barmhartigheid
van onze God
zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan
en verschijnen aan allen die leven in duisternis
en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.
Tertullianus spreekt over publiek en privé gebed naar het
oosten als een apostolische traditie en het drukte de eschatologische verwachting uit dat Christus zal verschijnen als
de Rijzende Zon die nooit zal ondergaan.
Aan de
kern van de synagogale eredienst (vaak aangeduid met de term Synaxis of Dienst
van het Woord) werd de vervulde tempeldienst toegevoegd, de Maaltijd van de
Heer (de Eucharistie), die ingevoegd werd voor de zegen. Dit omvatte het
gebruik van Psalmen op reciteertoon zoals gebruikelijk in de Joodse
tempeldienst, waar Paulus ook naar verwijst in Efeziërs 5:19 en Colossenzen
3:16 als hij aanmoedigt tot het gebruik van "psalmen, gezangen en
geestelijke liederen".
Vanwege de nauwe banden met de Joodse gemeenschap gingen
Paulus en de andere apostelen van Jezus altijd eerst naar de synagoge (als Jood
waren ze dat gewend). De christelijke gemeente te Jeruzalem was hoog in aanzien
omdat het daar allemaal begonnen was. Je zou kunnen zeggen dat het de
"Moederkerk" was en als er vragen rezen werd deze gemeente
geraadpleegd. Hierdoor hielden ook de heidenkerken de band met de Joodse
eredienstpraktijk. De overeenkomst met de synagogale praktijk laat zien dat de
vroege kerk zich niet verzette tegen zijn Joodse wortels.
In zijn boek, De Geschiedenis van de Kerk (18.1) haalt
Eusebius, een 4de eeuwse historicus en bisschop, Philo aan, een Joodse
historicus die in de 1ste eeuw schreef. Philo beschrijft de Christelijke
eredienst als "de hele nacht durende waken voor de grote feesten (vigilie),
de geestelijke discipline waarin die doorgebracht worden, de hymnes die we
altijd reciteren, en hoe terwijl één man met een regelmatig ritme zingt de
anderen in stilte luisteren en invallen bij het refrein van de hymne." Dit
moet het antifonale zingen van een litanie (serie gebeden) zijn, een joodse
eredienstpraktijk, die Philo herkent. Aan het eind van de 1ste eeuw was de
Christelijke Kerk al verbreid over een groot deel van het Romeinse Rijk. Er
waren Christelijke gemeenten in de meeste grote steden en ook in veel kleinere.
Deze gemeenten bleven de overgeleverde (synagogale) eredienststructuur
gebruiken maar met toevoeging van de Maaltijd van de Heer.
De eredienst zal gewoonlijk eenvoudig geweest zijn, werd in het begin bij
welgestelde leden thuis gehouden en in tijden van vervolging in het geheim.
Alexander Schmemann stelt dat de liturgische vorm gewoonlijk was: "de
bisschop, omgeven door priesters (ouderlingen) met het gezicht naar de
gemeente, de Avondmaalstafel, waarop de diakenen de gaven (brood en wijn) die
aangeboden werden geplaatst hadden, prediking, gebed, het eucharistisch gebed
(gebed voor de communie) en de uitdeling van de heilige gaven (brood en
wijn)."
De vrijheid van de eerste jaren toen christenen deel konden
nemen aan de Joodse eredienst in Tempel en synagoge en zelf de Maaltijd van de
Heer vierden veranderde door de vernietiging van de (tweede) Tempel en de
vervolgingen. (zie volgend punt) Er trad een liturgische comprimering op.
Onnodig materiaal uit de synagoge dienst werd verkort of verdween. Het effect
was een eenvoudiger dienst met dubbele nadruk op het lezen van de Schrift en op
de Maaltijd van de Heer. Omdat kerken zich altijd georiënteerd hebben op de
vroege kerk lijkt die op de huidige kerken. In zijn inleiding van De
Geschiedenis van de Kerk van Eusebius zegt de redacteur dat we in de uitspraken
van Eusebius en van de vroege Christenen die hij aanhaalt een kerk zien die we
herkennen. "We zien hetzelfde onderscheid tussen mensen met een kerkelijk
ambt en mensen zonder, dezelfde onderverdeling van de ambten in
bisschop/predikant, priester/ouderling en diaken, dezelfde nadruk op de directe
lijn naar de apostelen en op één heilige algemene Christelijke Kerk die beoogd
wordt door Christus. We vinden het Christendom ingedeeld in diocesen en
kerkprovincies, met aan het hoofd bisschoppen die hoog in aanzien staan."
De
tweede tempel
Deze zou voltooid zijn op 12 maart 515 v.Chr. (alternatief 418 v. Chr. bij voltooiing tijdens regering van Darius II), waarna ook de tempeldienst met zijn
offerandes hervat kon worden. In het boek van Ezra wordt vermeld dat
deze tempel veel bescheidener was dan die van Salomo (ong. 987 v. Chr. tot 587
v. Chr.) en er werd zelfs gehuild als men dacht aan de prachtige tempel van
weleer. Er zouden echter nog andere belangrijker verschillen zijn met de
voorgaande tempel:
Een
minder belicht maar essentieel verschil met de eerste tempel was dat hier
geen Ark van het Verbond meer aanwezig was. De Ark was bij de
Babylonische verwoesting verloren gegaan. Hierdoor kon het jaarlijkse
ritueel door de hogepriester van het verzoenen van de zonden van het volk
tijdens Grote Verzoendag niet meer voltrokken worden.
Er
was geen onafhankelijk joods bestuur onder een lid van het Huis van
David meer over Jeruzalem en soms bemoeiden de verschillende vreemde
heersers zich met de tempeldienst. Achtereenvolgens maakten de Perzen,
de Grieken (na de veroveringen door Alexander de Grote) en de
Romeinen er de dienst uit.
De
hogepriester was niet altijd meer iemand uit het huis van Aäron,
hoewel dat volgens de Thora verplicht is.
Er kwam een restauratie door Herodes de Grote. Hier een
beschrijving van de Tempel:
Als men de trappen van het tempelplein opliep kwam men
eerst op een groot plein, waar iedereen mocht komen. Dit plein heette 'het
Voorhof'. Om verder te mogen gaan, moest je joods zijn. Als je geen jood was en
men kwam erachter dat je toch in de tempel was geweest, volgde de doodstraf. Er
stond op een steen geschreven: Geen vreemdeling mag binnengaan binnen de
balustrade rond de tempel en omheining, wie daar wordt betrapt is zelf
verantwoordelijk voor zijn dood, die het gevolg zal zijn. In de voorste voorhof
mochten alle joden komen. Deze voorhof wordt ook wel 'Voorhof der vrouwen'
genoemd. Als men verder doorliep ging je door de Nicanorpoort en dan kwam je in
de 'Voorhof der priesters'. Daar mochten geen vrouwen komen. Daar stonden het
brandofferaltaar en het koperen wasvat. Als men de trappen naar de tempel zelf
opliep kwam je eerst in een voorhal. In de tempel zelf mochten alleen de
priesters komen. Als men doorliep kwam je in het 'Heilige', waar tien gouden
kandelaars met zeven armen, het reukofferaltaar en de tafel der toonbroden stonden.
In deze ruimte hing ook het voorhangsel voor het 'Heilige der heiligen' (de
achterste ruimte) die leeg was, want de Ark van het Verbond was al
tijdens de Babylonische wegvoering verdwenen. Op een Joodse sjekel uit de
jaren 132-135 na Chr. is een afbeelding te zien van de voorgevel van de tempel
met twee pilaren, Jachin en Boaz.
Slechts zes jaar na de voltooiing ervan, in het jaar 64,
werd in 70 de tempel door de Romeinen onder leiding van Titus verwoest.
In Rome staat nog de triomfboog van Titus als herinnering hieraan.
De Westmuur, die oorspronkelijk onderdeel was van de gigantische muur die
het plateau waarop de tempel stond omringde en ondersteunde, bleef staan en is
het enige wat nog aan de tempel herinnert. Deze werd een traditionele plaats om
de verwoesting van de tempel te betreuren en te bidden voor de wederopbouw
ervan evenals voor persoonlijke gebeden, en wordt daarom ook wel de Klaagmuur genoemd
In de 2de eeuw werd de Maaltijd van de Heer/Eucharistie
gescheiden van het Liefdesmaal (Agape viering). Hierbij kunnen meerdere
factoren een rol gespeeld hebben, maar het resultaat was dat de viering van de
Maaltijd van de Heer niet meer onderdeel was van een 'gewone' maaltijd.
Het woord Eucharistie betekent dankzegging (zie Lukas
22:16). Bij de instelling van de Eucharistie duidde Jezus Christus het Joodse
ritueel om, Hij vulde zichzelf en zijn heilswerk in als betekenis. Na de
opstanding komt die duiding pas tot zijn recht.
Door het ritueel van de Maaltijd van de Heer ontving de
Christen geestelijke voeding. De Eucharistie was de actualisatie van de
doorbraak in Christus. Door hieraan deel te nemen kreeg de Christen deel aan
zijn lijden maar ook al een voorsmaak van zijn opstanding."
De deelname aan de Maaltijd van de Heer werd niet gezien
als een herdenking maar als een actualisatie, als brandstof die de vlam van
vernieuwing gaande hield.
Hierbij
kregen de instellingswoorden een centrale rol en werden ze het centrum van het
tafelgebed. Deze nadruk werd bijvoorbeeld uitgesproken door Justinus Martelaar,
ca 150 A.D., die zei: "Want wij ontvangen deze zaken niet alsof ze gewoon
voedsel en drinken zijn... het voedsel waarover de dankzegging is uitgesproken
wordt het vlees en bloed van de vleesgeworden Jezus om ons vlees en bloed te
voeden." Justinus noemde dit eten Eucharistie, dankzegging of zegening,
net als hij de afwassing bij de doop "verlichting" noemde. Voor
hem was het een echte en een krachtige handeling van God. Daarom
beschouwde Ignatius (Bisschop van Antiochië in A.D. 67, overleed 107 A.D),
"de Kerk als een Eucharistische vereniging waarin ze alleen hun ware aard realiseerden
als ze de Maaltijd van de Heer vierden en zijn Lichaam en Bloed ontvingen in
het sacrament."
Aan het eind van de 1ste eeuw is er in alle regionale
varianten een elementaire structuur te ontdekken die gangbaar geworden was. De
eredienst aan God richtte zich op Jezus Christus en de Tafelgemeenschap met
Hem. In de evolutie bleef ze trouw aan haar oorsprong in de Joodse eredienst
die de Heer zelf had in praktijk gebracht en die door God was geopenbaard. Het vergoten bloed van stieren of gieten
was niet langer de essentie. Dit offer werd vervuld voor altijd in het Lichaam
en Bloed van Jezus Christus, dat nog altijd essentieel is voor het leven van de
Kerk in de Heilige Eucharistie (transsubstantiatie). Toen de levens van
de Apostelen waren geëindigd, werd de verantwoordelijkheid overgedragen aan de
volgende generatie, en werd de aanbidding van God opgericht. De basisvorm van
de Liturgie was ingesteld, om verfijnd te worden in de komende jaren, maar
nooit zijn basisvorm en betekenis te veranderen.
De grote structurele verandering in de ontwikkeling van de
Christelijke eredienst had plaatsgevonden voor het einde van de 3de eeuw. Tot
die tijd was het niet ongebruikelijk dat de Christelijke eredienst nog twee
gescheiden delen had, de Synaxis (direct ontleend aan de Synagoge ) en de
Maaltijd van de Heer. De Maaltijd van de Heer/Eucharistie was alleen voor
gelovigen. Gaandeweg werden de twee één. Tegen het eind van de 6de eeuw was het
gescheiden houden van de aparte onderdelen ongebruikelijk geworden. De twee
onderdelen hadden enige op elkaar lijkende en overlappende gedeelten, die in
elkaar geschoven werden. Voor de synthese, hadden de Synaxis en de Eucharistie
de volgende onderdelen:"
In de Oosters Orthodoxe Kerk en de Westers Katholieke Kerk
werden deze twee samengevoegd met liturgische verrijking zoals het toevoegen
van gezangen, het uitbreiden van litanieën, en de toevoeging van de
geloofsbelijdenis van Nicea. De bewoordingen varieerden, maar de structuur was
hoogstwaarschijnlijk ook al in de 1ste eeuw aangegeven. De Synaxis lijkt veel
op de Synagoge dienst. En de Eucharistie is bijna identiek aan de Eucharistie
in Rome in 150 A.D. die Justinus Martelaar beschrijft in zijn Eerste Apologie.
Van de site van Noeme Willem Visser : kijk naar zijn
prachtige site http://noemewv.nl/CVNWV.htm
over de liturgie en de gezangen : heel leerrijk!!! Hier en daar een verduidelijking van wikipedia.
Wat is
liturgie of eredienst?
Het woord is afgeleid van het Oudgriekse woord
λειτουργία (leitourgia), dat "het werk van het volk" betekent.
Vroege christendom
Het gebruik in de Kerk is ontstaan doordat dit gebruik vaak
wordt genoemd in de Griekse vertaling van het Nieuwe Testament (vb. in
Handelingen 13:2) Het is een collectief werk dat samengekomen gelovigen
verrichten door lof en eer te brengen aan God. Het verwijst hier naar een
openbare en welbewuste duidelijk omschreven ceremonie. Later wordt het woord
gebruikt om de vieringen van sacramenten aan te geven in de religieuze
bijeenkomsten van Christenen. Deze vieringen worden voorgegaan door
een priester of voorganger en zijn helpers. Het bestaan van een
hiërarchie van bisschoppen, priesters en diakens is reeds uit die
tijd bekend.
Overzicht Vroeg-Christelijke eredienst
De Vroeg-Christelijke Liturgie had zijn oorsprong in, en
ontleende zijn vormgeving grotendeels aan de Joodse Liturgische Praktijk van de
eerste Christenen.
Algemeen: vaste vormen De
vroege Christelijke Kerk was vanaf het begin een liturgisch kerk omdat de Joden
gewend waren aan vaste vormen (met mogelijke variatie) in de eredienst. Het
Nieuwe Testament verhaalt allerlei voorbeelden van liturgische praktijken, van
traditionele Joods praktijken (zoals dat Petrus en Johannes naar de Tempel gaan
omdat het het uur van het gebed was) tot Christelijke liturgische eredienst
(waarbij ervan uitgegaan kan worden dat de vroege Christenen samenkwamen en
eredienst hielden volgens de Joodse traditie en daar hun eigen accenten aan
gaven, zoals de duiding van het breken van het brood en het drinken van de wijn
in de Maaltijd van de Heer).
Improvisatie binnen vaste kaders Er
wordt vaak gedacht dat de Nieuw Testamentische eredienst spontaan en geïmproviseerd
was. Dit is niet waarschijnlijk omdat in de gewoonten van die tijd vaste
traditionele formuleringen een hoofdrol speelden. Eigen inbreng van de
gelovigen was dan ook eerder volgens gewoonteregels dan compleet spontaan. De
"orde" die gebruikt werd gebruikte vormen en formuleringen uit de
heilige Schrift. De Oosters Orthodoxe Kerk en in minder mate de Westerse Rooms
Katholieke Kerk hebben dit principe van continuïteit soms zelfs als onveranderbaarheid
opgevat.
Vroeg Christelijke eredienst had zijn oorsprong in Joodse
vorm en praktijk. De volgelingen van Jezus begonnen niet met iets nieuws,
evenmin als Jezus. Ze baden als Joden en hielden hun eredienst als Joden. De
eerste Christenen waren Joden die Jezus Christus erkenden als de beloofde
Messias en de eredienst die ze hielden volgde de gebruikelijke Joodse vormen.
Daarom zien we in het Nieuwe Testament dat de eerste Christenen hun Joodse
religieuze praktijken voortzetten, terwijl ze ook op Jezus Christus gerichte
praktijken ontwikkelden. Het nieuw geduide maaltijdritueel dat ingesteld was
bij het Laatste Avondmaal van Jezus met zijn discipelen werd in de vroege Kerk
aanvankelijk afzonderlijk gevierd.
Deze continuïteit van Tempel naar Synagoge tot de vroeg-Christelijke
Kerk maakte het mogelijk dat de Christelijke Kerk aan het eind van de 1ste eeuw
als een hoog ontwikkelde liturgische vorm had.
Continuïteit
Continuïteit is een opvallend kenmerk van de kerken die
zich aansluiten bij de liturgische traditie van het oosten of het westen. De
Oosters Orthodoxe Kerk praktiseert de continuïteit zelfs in de vorm van een
soort onveranderbaarheid. De Westerse Rooms-Katholieke Kerk deed dit voor de
hervormingen van het Tweede Vaticaanse Concilie ook, maar oriënteerde zich toen
sterk op de vroegste bronnen, waarbij bleek dat de onveranderbaarheid maar
schijn was en er veel veranderd was. De
Oosters Orthodoxe Kerk is we getypeerd als "vastbesloten om trouw te
blijven aan het verleden, met gevoel voor de levende continuïteit met de Oude
Kerk". Deze toewijding om het evangelie te beschermen en om de
blijde boodschap en de lof van God in stand te houden komen voort uit de
overtuiging dat het geloof aan Christenen gegeven werd door Jezus Christus. Als
Christenen "apostolisch" willen zijn, dan moeten ze tot dezelfde kerk
behoren die Jezus Christus stichtte, die in de eerste eeuw tot stand kwam. Een
Orthodoxe theoloog voerde aan dat "op een bepaalde manier alle Christenen
tijdgenoten van Jezus Christus moeten worden..." En dat "de 20ste
eeuw niet een absolute norm is , maar de apostolische 1ste eeuw wel."
C.S. Lewis herkende de continuïteit van de eredienst als
een erg belangrijk en erg waardevol kenmerk uit praktische overwegingen. Hij
ging zo ver dat hij zei dat eredienst moest zijn als een oude schoen; iets dat
past, en niet steeds gewenning vergt, iets dat je niet steeds opvalt. Hij
eindigt te zeggen "De perfecte
kerkdienst is de kerkdienst die zelf geen aandacht krijgt, waar onze aandacht
naar God gaat."
De muzikale vormen van vroege Christelijke eredienst waren
aanvankelijk Joods, zoals het psalmodiëren van de psalmen. Toen de
heidenzending begon, gingen de Christenen ook gebruik maken van Griekse
muzikale vormen. De taal in de
eredienst werd het Grieks, de algemene taal van het Romeinse Rijk.
Geleidelijk kwamen Griekse muzikale vormen en Griekse muziektheorie de Kerk
binnen. Binnen twintig tot veertig jaar waren Joodse en Griekse vormen beide te
vinden in de Christelijke eredienst, de basisvorm van de Joodse Synagogedienst
werd aangehouden (hoewel die uiteindelijke synagogedienstvorm pas later
gedocumenteerd is). Binnen honderd jaar werd de muzikale stijl overwegend
Grieks, naarmate de Kerk zich verspreidde over het Romeinse Rijk en leefde in
een Griekstalige cultuur. Sommige Joodse vormen, zoals het psalmodiëren van de
psalmen, bleven in gebruik. Nadat het Christendom officieel toegestaan werd in
de 4de eeuw, ontwikkelde deze muzikale stijl zich tot de Byzantijnse Muziek.
Byzantijnse muziek werd wijd en zijd in de Kerk gebruikt tot in de 7de en 8ste
eeuw.
Hoewel Griekse muziek overheersend was, was het niet de
enig gebruikte vorm. In Egypte was er een duidelijk andere vorm, net als in
andere (vooral verafgelegen) delen van het Romeinse Rijk. Als er echter sprake
is van een norm, dan was dat de Byzantijnse muziek. De twee vroegste
Christelijke hymnes, "Foos hilaron" (genoemd door Justinius rond 150
A.D.) en een "Hymne aan de Heilige Drieëenheid" (uit Oxyrrhyncus, Egypte,
waarschijnlijk midden 4e eeuw), zijn duidelijk Grieks in muzikale vorm.
De term "vroeg Christendom" betreft meestal de tijd voordat het
geloof toegestaan werd door Keizer Constantijn. Theologische ontwikkelingen
traden op, ketterijen werden afgewezen naarmate de Kerk meer zicht kreeg op de
implicaties van wat er in leven en werken van Jezus Christus was gebeurd, onder
leiding van de apostelen en hun opvolgers. Hun eredienst ging hun nieuwer
begrip weerspiegelen. De vroegste kerk had twee diensten op de sabbat: een
avondmaaldienst en een "Synagoge-achtige" dienst. Gaandeweg werden
deze gecombineerd.
Joden hadden ten tijde van Jezus Christus al een traditie
van eredienst van zo'n 1500 jaar. Hun geschiedenis was vol met omgang met God
die hen riep om Zijn volk te zijn en van wie ze in hun heilige geschriften
speciale instructies overleverden ten aanzien van de offerdienst. Hier wordt
een patroon getoond dat claimt een weerspiegeling te zijn van de hemel. Deze
specifieke vormen van eredienst werden het eerst gezien in de Tabernakel van de
vroege Israëlieten en werden vervolmaakt in de Tempeldienst later in Jeruzalem.
1 De eredienst
aan God in de Tempel in Jeruzalem was het eerste en meest prominente brandpunt
van de Joodse eredienst, deze omvatte de vorm en regelmaat van gebeden
en offers.
2 Het Jodendom heeft altijd een
constante cyclus van gebeden, zegeningen en maaltijden gekend: dagelijks,
wekelijks, maandelijks en jaarlijks. Deze vormden het tweede brandpunt
van de Joodse eredienst. In de standaardvorm omvatte het een religieuze
praktijk op de dagelijkse gebedsuren en op de jaarlijkse hoogfeesten. De hoogfeesten incorporeerden de
offerdienst in de Tempel en inhoudelijk had de Messiaanse verwachting erop een
plaats. Deel van deze maaltijden was het "breken van het
brood" en de "zegening van de beker", en kende parallellen met
zowel de offerdienst in de tempel als het messiaanse feest.
Zoals Fr. Louis Bouyer stelt, "De synagogale eredienst
had al vóór Christus zijn noodzakelijke complement in het ritueel van de
maaltijden: het familie maal, en nog beter, ten minste ten tijde van Christus,
de maaltijden van die gemeenschappen van de gelovigen die samengekomen waren
door een gemeenschappelijke messiaanse verwachting..."
Er was een "maaltijd liturgie" voor de gebeden
bij de maaltijden en in principe waren deze vereist voor elke maaltijd. De
gebeden kregen het grootste belang bij de maaltijden op de hoogfeesten. De hele
structuur van het Laatste Avondmaal zoals Lukas die weergeeft weerspiegelt de
maaltijd liturgie zoals die gepraktiseerd werd binnen het Jodendom in die tijd.
Deze maaltijd gebeden en hun structuur droegen direct bij aan de vormgeving van
de viering van de Maaltijd van de Heer door de vroege Christenen.
3 Het derde en latere brandpunt van de eredienst was dat van de synagoge. Voor de doorsnee Israëliet
was de Tempel enkel de eigen plaats van eredienst op bepaalde dagen van het
jaar en het was in het bijzonder de plaats van de offerdienst. Tijdens de
Babylonische ballingschap was eredienst in de Tempel onmogelijk. Een nieuwe
vorm van eredienst ontstond, een vorm met het patroon van de tempeldienst maar
zonder de daar voorgeschreven offers en met een sterk didactisch element:
onderwijzing en herinnering. Deze
twee elementen van de Joodse eredienst in de synagoge en de tempel vormden
samen de basis van de vorm of orde van de liturgie voor de vroege Christelijke
Kerk.
Naast de structuur of orde die het vroege Christendom
meenam uit de eigen Joodse traditie kan men ook de al bekende cycli van de
liturgie vinden de dagelijkse, wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse cycli
van de eredienst, die ook al deel waren van de Joodse traditie (zie het Oude
Testament). Handelingen 2:46 zegt: "Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind
samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun
maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde.". De Apostelen
vervolgden hun Joodse eredienst praktijken in de Tempel en braken dagelijks het
brood. Dit laatste lijkt te wijzen op het dagelijks vieren van de Maaltijd van
de Heer. Deze regelmaat wordt bevestigd in Handelingen 3:1 waar Petrus en
Johannes naar de tempel gingen omdat het het uur van het gebed was. Niet alleen
vervolgden zij de praktijk van de Joodse eredienst, zij hielden ook de
liturgische cyclus aan van dagelijkse gebeden op vaste tijden van de dag naast
de hoogfeesten.
Christelijke eredienst vertoonde zo een op Christus gericht
patroon dat de traditionele structuur en inhoud van de synagoge-eredienst en
van de tempeldienst in belangrijke mate bewaarde, erfenis van wat in het eerste
deel van de Heilige Schrift al doorgegeven werd als Goddelijke inzetting.
Binnen deze basisstructuur vinden we de Oud en Nieuw Testamentische praktijken
van de doop en de Paasmaaltijd die de Maaltijd van de Heer werd (de twee door
Jezus Christus zelf volgens de evangeliën expliciet ingestelde sacramenten) en
de belangrijkste van de traditionele Joodse religieuze feesten (Pasen en
Pinksteren).
De continuïteit van tempel en synagoge eredienst praktijken
karakteriseerde de vroege Kerk en de synagoge vorm werd de basis eredienstvorm
voor de Christelijke Kerk. Deze structuur werd al tijdens de Nieuw
Testamentische periode aangenomen, terwijl de Kerk nog als een Joodse richting
beschouwd werd, een messiaanse sekte die in Jezus Christus geloofde. De fixering
van deze vorm vond plaats nog voor er niet-Joden in de Kerk toegelaten werden
en voor de verspreiding van het evangelie buiten Judea. Deze basisstructuur
moet dus al aangenomen zijn toen de 'heiden zending' begon rond 38 A.D.
Betreffende de Tempeldienst zijn twee zaken belangrijk om
te beseffen: 1. De tempeldienst was offerdienst. Het ritme van het geestelijk
leven werd gevormd door het vieren van de religieuze feesten met hun
bijbehorende offers, waarvoor in de heilige geschriften (in Exodus en Leviticus)
gedetailleerde instructies te vinden waren. 2. de aardse eredienst wordt gezien
als een weerspiegeling van de hemelse eredienst.
De Bijbel geeft beelden van hoe de hemelse eredienst eruit
zou zien. Die vinden we bijvoorbeeld in Jesaja 6, Daniel 7, en Openbaringen 4
en 5. Door sommigen wordt er van uitgegaan dat de aardse eredienst op grond van
zulke visioenen werd vorm gegeven, anderen gaan ervan uit dat de beeldvorming
in deze visioenen gebruik maakte van de voorhanden religieuze beelden. Exodus
25 tot 27 geeft gedetailleerde informatie over de aard van de tempeldienst,
compleet met de opbouw en aankleding van de tempel (met maten), instructies
voor de bouw van de Ark, de aankleding van de Tabernakel, details van de
priestergewaden, het gebruik van wierook, de aanwezigheid van een altaar, de
dagelijkse offers, het gebruik van zalfolie en het gebruik van beelden.
Exodus 25:17 begint met God's opdracht de Ark van het
Verbond te maken, met gedetailleerde instructies. Dit omvat ook de opdracht om twee
cherubijnen van goud te maken. "Daar zal ik je ontmoeten, en vanaf die
plaats, boven de verzoeningsplaat, tussen de twee cherubs op de ark met de
verbondstekst, zal ik met je spreken en je alles zeggen wat ik van de
Israëlieten verlang". De genadezetel, of Ark van het Verbond werd gezien
als "de lege troon waar niets te zien was, op deze troon was God aanwezig
het enige object dat aanbeden werd in Israël... God sprak van tussen de
cherubijnen onzichtbaar aanwezig op zijn troon tot Mozes, Aaron, Samuel ...
tot Zijn volk. Hier werd het bloed van de verzoening elk jaar
gesprenkeld."
De originele Ark, die verdween in het ballingschap, bevatte
de Stenen Tafelen van de Wet. Dit werd aanzien zowel als de plaats van het
offer en de plaats vanwaar God sprak de plaats van communie. Dit is een van
de redenen dat men in de Orthodoxe Kerken twee cherubijnen aantreft achter het
altaar waarop het brood en de wijn worden geconsacreerd om het Lichaam en Bloed
van Jezus Christus te worden, die werd geofferd voor de mensheid. En tussen en
voor hen is het altaar waarop de communie plaatsvindt in de Eucharistie. Verder
staan op het altaar 7 kandelaars (zoals de 7 armige Joodse kandelaar, de
Menorah), het licht dat het teken van aanwezigheid van God is. Sommige van deze
elementen bleven in de Westerse Rooms-Katholieke Kerken, tot het Tweede
Vaticaans Concilie.
Deze elementen constitueerden de manier waarop eredienst en
offerdienst vastgelegd waren in de heilige schriften in Israël. Het offer stond
centraal: het offer van een dier om gunstig te stemmen en te verzoenen (eerherstel
te bieden) voor de zonden van Gods volk. De vroege Kerk geloofde dat de
offerdood van Jezus Christus en Zijn opstanding alle tempelofferdienst verving.
In zijn zelfoffer wordt Jezus Christus de genoegdoening voor alle zonden van de
mensen; Hij is het Lam van God, die de zonden van de wereld wegneemt (Johannes
1:29). Daarna was er voor Christenen geen noodzaak meer voor extra offers. Het
Goede Nieuws van Jezus Christus is dat zonden vergeven zijn in Hem, en in Hem zijn
Christenen verzoend met de Vader.
Waarom
dan doorgaan met de gewoonten en rituelen van de Tempel? Omdat ze naast
offerdienst ook gemeenschap omvatten en omdat ze door de Heilige Schrift
voorgeschreven waren. En omdat de tempeldienst vervuld is door Jezus Christus
gaat de Christelijke eredienst altijd door, op aarde en in de hemel voor de
troon van God. Aardse eredienst heeft een band met de eredienst van het
voorgeslacht dat samen met de engelen verenigd is in de hemelse eredienst.
Hebreeën 8 beschrijft bijvoorbeeld de rol van Jezus
Christus als de hemelse Hogepriester in tegenstelling met het Oud
Testamentische priesterschap. En 'liturgie' is het woord dat beschrijft wat de
Hogepriester doet. De passage luidt vanaf het eerste vers als volgt: "De
kern van mijn betoog is dat wij een hogepriester hebben die in de hemel
plaatsgenomen heeft aan de rechterzijde van de troon van Gods majesteit en die
de dienst vervult in het ware heiligdom, de tent die door de Heer en niet door
mensenhanden is opgericht. " (8:1,2). De eredienst van de hemel, de
liturgie, is door God zelf gevestigd. De brief aan de Hebreeën gaat dan laten
zien dat wat op aarde gedaan wordt zijn patroon moet ontlenen aan de hemel
zowel in het Oude als in het Nieuwe Verbond. Letterlijk: " Maar Jezus is
dus aangesteld voor een eerbiedwaardiger dienst (liturgie), in die zin dat hij
bemiddelaar is van een beter verbond, dat zijn wettelijke grondslag heeft
gekregen in betere beloften." (8:6).
Volgens de Bijbel is er eredienst in de Hemel en moet die
ons patroon vormen. Het oorspronkelijke Griekse in elke belangrijke vroege
tekst is 'leitourgos'. Het betekent liturgie, eredienst, op God gericht
dienstwerk. Het is duidelijk waarom de vroege Christenen doorgingen met hun religieuze
praktijk rond synagoge en tempel. Zij zagen eredienst als een Goddelijke
inzetting die vervuld was door Jezus Christus; in Hem was alles wat God in het
Oude Testament had beloofd vervuld. Het was vanzelfsprekend dat in hun
eredienst aan God door Jezus Christus de gelovigen de vormen die naar zij
geloofden door God zelf aangereikt waren bleven gebruiken.
Er was echter één belangrijke wijziging. De dierenoffers van het Oude Testament
waren overbodig geworden door het dienstwerk van Jezus Christus. Ze voltrokken
hun eigen traditionele liturgie zoals voorgeschreven in de Heilige Schriften.
Die traditionele liturgie maakte het werk van God in Jezus Christus
begrijpelijk. De Oud Testamentische eredienst praktijk, nu vervuld en een
nieuwe zin gegeven in Jezus Christus, werd de kern van de Christelijke
Eredienst als deel van het Nieuwe Verbond.
Als men zich realiseert dat Joodse eredienst liturgisch was
en de eredienst structuur leverde voor de vroege Kerk, en het Nieuwe Testament
met het oog hierop leest, dan wordt een andere kant van de zaak duidelijk. De
vroegste en duidelijkste verwijzing naar de liturgie is te vinden in
Handelingen, het boek dat het begin en de groei van de vroege Kerk verhaalt. De
kerk te Antiochië was de eerste niet-Joodse kerk buiten Jeruzalem, gevestigd
rond 38 A.D. toen Barnabas gezonden werd om daar te onderwijzen (Handelingen
11:25 v.). Handelingen 13 beschrijft het uitkiezen van Barnabas en Paulus voor
de eerste zendingsreis. Dit zal rond 46 A.D. plaatsgevonden hebben in wat toen
een stabiele en goed gestructureerde gemeenschap van gelovigen was.
Lukas verhaalt dat de roeping van Paulus en Barnabas het
werk was van de Heilige Geest en dat deze plaats vond tijdens de
"liturgie". De tekst zegt: "Op een dag, toen ze aan het vasten
waren en een gebedsdienst hielden (leitourgounton) voor de Heer, zei de heilige
Geest tegen hen: Stel mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die
ik hun heb toebedeeld. "(Hand. 13:2). Lukas was arts en goed opgeleid.
Hij zegt dat de gemeenschap samengekomen was in de traditionele rituele
eredienst, ondersteund door vasten, toen de Heilige Geest sprak. In 46 A.D.
gebruikte deze vroege Kerk kennelijk de traditionele maar Christelijk ingevulde
liturgie. Dit was binnen zestien jaar na de opstanding van Jezus Christus. De continuïteit
van de eredienst tussen het Oude en Nieuwe Verbond lijkt hier duidelijk
aanwezig.
De meeste geleerden zijn het er over eens dat de structuur
van de Christelijke eredienst bijna direct afgeleid is van de Synagogale vorm
van Joodse eredienst. Het belang van de synagoge voor de Joden was vanwege een
historische gebeurtenis, de Babylonische ballingschap. Zonder Tempel om
eredienst en offerdienst in te houden waren vrome Joden gedwongen om bijeen te
komen rond hun oudsten en te luisteren naar het woord van God, om onderwijzing
te ontvangen en voor de eredienst aan God. Deze vorm werd behouden en
consolideerde na terugkeer uit de ballingschap en werd een normaal onderdeel
van het Joodse religieuze leven. De basis was ontleend aan de Tempeldienst, en
de diensten werden op dezelfde tijden gehouden als de Tempeldiensten.
De bouw en inrichting van een doorsnee synagoge geeft een
indicatie van wat er plaatsvond. Er waren duidelijke kenmerken. De eerste was
de zetel van Mozes, die weergegeven werd door de zetels waarop de rabbi's
zaten. Deze zetels stonden op een verhoogd platform dat bema genoemd wordt, dat
centraal was in de synagoge. Elke synagoge had een Ark, die beschermd was door
een voorhangende doek en waarvoor een zevenarmige kandelaar brandde de
Menorah. "De Ark in de synagoge bevatte de Schriften en verwees naar de
Ark van de Tempel, zoals het gebouw ook gericht was op Jeruzalem. Het
uiteindelijke brandpunt van de synagogale eredienst was het Heilige der
Heiligen in Jeruzalem, net zoals het brandpunt van de eredienst in de Tempel
het Heilige der Heiligen was."
synagoge
Lukas vertelt dat Jezus gewend was naar de synagoge te gaan
en dat hem gevraagd werd de profeet Jesaja te lezen (Lukas 4:16-30). Alfred
Edersheim reconstrueert de typerende volgorde: "Bij binnenkomst in de
synagoge, of misschien al eerder vroeg de overste van de Synagoge Jezus op te
treden als Sheliach Tsibbur (de vertegenwoordiger van het volk). Want, volgens
de Mishnah, werd van de persoon die het gedeelte van de profeten las in de synagoge
verwacht dat die ook voorging in de gebeden... Jezus beklom de Bema en begon de
dienst, staande achter de lessenaar, met gebed. De volgende gebeden werden
later in de Joodse traditie aan het begin gebeden:
"Gezegend zijt Gij, O Heer, Koning der wereld, Die het
licht gevormd heeft en de duisternis geschapen, Die vrede geeft en alles
schept; Die genadevol licht aan de aarde geeft en aan wie er op wonen, en in Uw
goedheid dag en nacht het werk van de schepping vernieuwt. Gezegend zij de Heer
onze God omwille van de glorie van zijn handwerk, en omwille van de licht
gevende lichten die hij gemaakt heeft tot zijn lof. Gezegend zij de Heer onze
God, die de lichten gevormd heeft.
Met grote liefde heeft U ons liefgehad, O Heer onze God, en
met veel overvloedig erbarmen heeft U zich erbarmt over ons, onze Vader en onze
Koning. Omwille van onze vaderen die op U vertrouwden, en Gij onderwees hen in
de regels van het leven, ontferm U over ons en onderwijs ons. Verlicht onze
ogen in Uw Wet; doe onze harten hechten aan uw geboden; verenig onze harten om
uw Naam lief te hebben en te vrezen, dan zullen we niet te schande komen te
staan, voor eeuwig. Want Gij zijt een God Die redding bereidt, en die ons
waarlijk nabij Uw Grote Naam gebracht heeft zodat wij U en Uw Eenheid liefdevol
prijzen. Gezegend zij de Heer, Die in liefde zijn volk Israël koos.
Hierna volgde (ten minste in de latere gebedenboeken) het
Shema (een soort geloofsbelijdenis), bestaande uit drie passages uit de
Pentateuch. Na dit gebed nam wie voorging (althans volgens de latere
gebedenboeken) plaats voor de ark en reciteerde zegeningen. Hierna werden bij
de dag passende gebeden gezegd. Na dit liturgische deel naderde de overste van
de synagoge de Ark en haalde de Wetsrol tevoorschijn. Op de Sabbat werd door
ten minste zeven personen een opeenvolgend deel van de Wet gelezen, altijd meer
dan drie verzen, gevolgd door een gedeelte uit de Profeten. Daarna volgde de
uitleg.
Hoewel de vondst in de Genizah van Cairo duidelijk maakt
dat de bewoordingen veel minder vast lagen dan voorheen gedacht werd, is het
mogelijk dat de volgende rubrieken al wel bestonden:
1.
Een serie gebeden aan het begin van de dienst,
met responsen van de gemeente.
2.
De Belijdenis. Na de openingsgebeden volgde een
belijdenis van God's trouw tegenover de ontrouw van de mensen.
3.
Voorbede.
4.
Schriftlezingen volgens een rooster..
5.
Uitleg en toepassing
6.
Zegening.
Vroeg-Christelijke kerken leken op de Joodse synagogen. In
de oudste Syrische kerken die opgegraven zijn is de zetel van Mozes de zetel
van de bisschop geworden, en de halfronde bank die er om heen staat is de
zitplaats van de Christelijke priesters. Net als in de synagoge zijn ze in het
midden van de gemeente gesitueerd. De bema is ook daar, niet ver van de Ark met
de Schriften, die nog steeds op zijn oude plaats is, niet ver van het einde,
maar enige afstand van de apsis. Er is nog steeds een voorhangsel en de
kandelaar staat er nog naast. De apsis
is echter niet meer naar Jeruzalem gekeerd, maar naar het Oosten, een symbool
van de verwachting van de wederkomst van Christus. In de Syrische kerk
bevat deze naar het oosten gerichte apsis nu het altaar, waar een tweede doek
voor hangt ten teken dat daar iets heiligs zich afspeelt.
Het paasfeest is een voorbeeld van een Joodse
eredienstpraktijk die door het sterven en opstaan van Jezus Christus een nieuwe
duiding kreeg die centraal staat in het Christendom. Op het Paasfeest, één van
de drie hoogfeesten van Israël, vierde het volk zijn verlossing door God uit de
slavernij van Egypte. Het feest omvatte het offer van een lam in de voorhof van
de Tempel, en het deelnemen aan de sedermaaltijd waarbij een deel van het
geofferde lam genuttigd werd. Dit lam deed herinneren aan de lammeren die in
Egypte geslacht werden; hun bloed werd op de deurposten en dorpels aangebracht
om de vernietigende engel tegen te houden. Meer dan enkel symbolisch, zorgt dit
geofferde lam weer een jaar lang voor de verlossing van het Godsvolk, terwijl
de sedermaaltijd het verhaal levend hield en een soort tafelgemeenschap vormde
tussen God en mensen. Om het paasfeest in relatie tot de tempel te kunnen
vieren probeerde elke vrome Jood dit zo vaak mogelijk in Jeruzalem te vieren.
Jezus was Jerusalem binnengegaan voor Pasen om zijn laatste
avondmaal met zijn discipelen te vieren. Ze vroegen om instructies voor het
bereiden van het Paasmaal (Joh. 13:1 en Mt. 26:17), en hij liet ze de
voorbereidingen treffen in de bovenzaal. Tijdens dit Paasmaal geeft Jezus een
nieuwe duiding eraan door de woorden die overgeleverd zijn als de
inzettingswoorden van het avondmaal.
Maar het avondmaal dat Jezus en zijn discipelen vierden was
niet de normale sedermaaltijd die immers niet op donderdagavond maar op
vrijdagavond, de vooravond van de Sabbat plaatsvond.
Omdat het laatste avondmaal plaats vond op Donderdagavond,
de dag voor het Paasfeest, was er geen geslacht lam uit de Tempel. Volgens
Johannes vond de dood van Jezus plaats op vrijdag terwijl de lammeren geslacht
werden in de Tempel (Joh. 18:28). Jezus werd inderhaast gekruisigd op Golgota
opdat men met een schone lei met het Paasfeest zou kunnen beginnen op de
vooravond van de Sabbat (vrijdagavond).
Lukas vertelt dat Jezus zijn discipelen aan tafel zei: "Ik
heb vurig begeerd dit Pascha met u te eten, eer ik lijd. Want ik zeg u, dat ik
het voorzeker niet meer eten zal, voordat het vervuld is in het koninkrijk
Gods." (Lukas 22:15-16).
De lammeren die in de Tempel geslacht werden waren onderdeel
van het Oude Verbond; het Lam geslacht op het kruis is het Nieuwe Verbond in
Jezus Christus, de vervulling van de Wet en de Profeten. Jezus Christus, in het
offeren van zijn Lichaam en Bloed, is plaatsvervanger van het offerlam. In plaats
van het in de Tempel geofferde lam te delen, offert Jezus zichzelf op en
doorbreekt de kringloop van de offercultus. Zo kreeg door het sterven en
opstaan van Jezus Christus een Joodse eredienstpraktijk een nieuwe betekenis en
werd de Oude Verbond vernieuwd tot Nieuw Verbond. Zo werd de sedermaaltijd
getransformeerd tot Eucharistie. De vroege Christenen stelden dan ook dat de
Eucharistie hen verloste van de dood en gemeenschap gaf met God. Verlossing en
gemeenschap waren al kernpunten geweest en waren in Jezus Christus
overweldigend bevestigd.
Als het Laatste Avondmaal geen sedermaal was, wat was het
dan wel. Er is wel gepoogd het te verbinden met de Joodse traditie van de
berakoth. Dit Hebreeuwse woord betekent zegening. Net als het Griekse woord
eucharistia is het in de eerste plaats een proclamatie van het wonderbaarlijke
werk van God, en is het niet beperkt tot dankzegging voor de ontvangen gave.
Er zijn twee hoofdtypen berakoth in de Joodse traditie:
"De ene is een korte formule die snel stereotype wordt en enkel bestaat
uit lof en dankzegging, een
'zegening' in de engste zin. De andere is een meer ontwikkelde formule waarin
het smeekgebed plaats heeft,
hoewel steeds in een 'zegening' context. De eerste begeleidt elke actie van de
vrome Jood van zijn ontwaken tot zijn inslapen. De tweede heeft zijn plaats in
de Synagoge dienst ('s ochtend, 's middags, 's avonds) of in de
maaltijdgebeden, in het bijzonder bij de laatste beker die door alle deelnemers
gedeeld wordt."
Deze maaltijd berakoth werd van speciaal belang geacht voor
het begrip van de ontwikkeling van de Eucharistie. In principe zou het vereist
zijn voor elke Joodse maaltijd, en deel van de inhoud was de verwachting van
het messiaanse feestmaal. De maaltijd werd voorafgegaan door verplichte
reiniging van de handen, gevolgd door het drinken van de eerste beker wijn door
iedere deelnemende persoon met de volgende zegening:
"Gezegend zijt Gij, Heer onze God, Koning van het
heelal, die ons de wijn van de wijnstok geeft."
De maaltijd begon dan met de vader van het gezin, of de
belangrijkste van het gezelschap, aan het hoofd, die het brood brak dat aan
ieder gegeven werd met de volgende zegening:
"Gezegend zijt Gij, Heer onze God, Koning van het
heelal, die het brood voortbrengt uit de aarde."
Na de maaltijd nodigde degene aan het hoofd met een beker
wijn gemengd met water de anderen uit om te delen in zijn dankzegging met de
woorden:
"Laat ons de Heer, onze God, dankzeggen."
En de aanwezigen antwoordden:
"Gezegend hij wiens vrijgevigheid ons voedsel gegeven
heeft en wiens goedheid ons het leven gegeven heeft."
Daarna psalmodieerde degene aan het hoofd een serie
berakoth (veelal drie), waarvan de eerste herinnerde aan Mozes en een zegening
was vanwege de voeding. De twee herinnerde aan Jozua en was een zegening
vanwege het beloofde land. De derde herinnerde aan David en Salomo en was een
smeking dat het scheppende en reddende handelen van God vroeger zou voortgaan
en vernieuwd worden en zijn uiteindelijke vervulling vinden in de komst van de
Messias en de vestiging van het Koninkrijk van God. Fr. Bouyer is een van degenen
die hier het patroon van de Eucharistie in herkennen.
Er werd vanuit gegaan dat de gebeden die pas in de loop van
het eerste millennium opgeschreven werden, eeuwenlang onveranderd mondeling
overgeleverd werden. Nu de vondst in de Genizah in Cairo heeft laten zien dat
dat niet zo is, kunnen de Joodse tradities van later datum niet meer woordelijk
van toepassing geacht worden op de tijd van Jezus.
Toch is het duidelijk dat de Eucharistie tegen de
achtergrond van de toen heersende Joodse eredienst vorm kreeg en in het begin
bijna uitsluitend qua nieuwe inhoud zich ervan onderscheidde.
Eredienst in de Vroege Kerk
De eerste Joden die geloofden in Christus hielden de
traditie van hun voorouders in ere en namen deel aan de eredienst zowel in de
Tempel als in de synagoge. Hier voegden zij typisch Joodse gebruiken toe, die
in feite omgevormde Joodse gebruiken waren. Deze omvatten de Doop, de Viering
van de Maaltijd van de Heer (de Eucharistie), de Agapè viering (gewone maaltijd
met zegen), en andere. De doop bestond al in de Joodse religieuze praktijk
(speciaal voor bekeerlingen) als een persoonlijke bekering. De Doop werd, net
als de Maaltijd van de Heer, omgevormd zowel qua vorm als inhoud door Jezus
Christus. De doop werd meer dan berouw om zonden, het gedoopt worden in de Naam
van de Drieëenheid verleende ook vergeving en inlijving in het Lichaam van
Christus, de Kerk. De Doop werd de eenmalige initiatierite waardoor men de H. Geest
ontving en deel ging uitmaken van de Kerk.
Zo hielden de eerste Christenen de door de tempeldienst
aangegeven gebedsuren en namen ze deel aan de eredienst in de synagoge. En op
de eerste dag van de week kwamen ze op een andere manier samen.
Herkomst van de agapè-viering
De eerste christenen kwamen bij elkaar thuis, in de
zogenaamde huiskerken, en brachten zelf brood en wijn mee (mogelijk ook andere
gaven). Zij gaven dat af voor het begin van de viering of droegen het aan bij
het klaarmaken van de Tafel.
Slechts een deel van het meegebrachte brood werd gebruikt
en wat overbleef kreeg een diaconale bestemming. Men vertelde elkaar verhalen
over Jezus Christus en vierde er de agapè-maaltijd. (agapè is het griekse woord
voor liefde). Een agapè-maaltijd drukt de liefdevolle verbondenheid uit van
alle aanwezigen met Jezus Christus en met elkaar. Men sprak een eenvoudig
dankgebed uit en vroeg daarmee Gods zegen over brood en wijn.
In een latere periode werd een onderscheid gemaakt tussen
de gezamenlijke maaltijd en de rituele viering met offerkarakter en zegengebed.
Tot het jaar duizend gebruikte men tijdens de viering brood dat ook thuis
tijdens de maaltijd op tafel stond, later werd dit gewone brood vervangen
door hosties. Geleidelijk aan is het (eenvoudige) dankgebed uitgegroeid tot het
eucharistisch gebed en ontstaat de vorm van eucharistie zoals wij die nu
kennen.
Gebed om Jezus in deze Kersttijd in het middelpunt van ons leven te stellen
Heer we aanbidden U gedurende dit seizoen van Kerstmis.
Want een kind wordt ons geboren, een zoon wordt ons
gegeven. De heerschappij rust op zijn schouders; men noemt hem: Wonder van beleid, Sterke God, Vader voor
eeuwig, Vredevorst. 6Groot
is de macht en eindeloos de vrede voor de troon van David, voor zijn
koninkrijk; hij zal het stichten en stutten door recht en gerechtigheid van nu
af en voor altijd. De ijverzuchtige liefde van Jahwe der legerscharen zal dit
bewerken. (Jesaja 9:5-6)
We kiezen ervoor om U in het midden van ons gezinsleven te
plaatsen en we vieren Uw geboorte. Houd ons ver van verstrooiing en entertainment
en help ons U uit te nodigen in al onze gezinsactiviteiten. Leer ons bidden en
help ons U te verheerlijken en aanbidden in ons gezin gedurende deze drukke tijd
in het jaar, maar ook doorheen het hele jaar.
Geef
ons de Geest van wijsheid en openbaring om Jezus waarachtig te kennen. (Efeziërs
1:17)
Dank U om Immanuel God met ons te willen zijn. Open onze
ogen om dit elke dag te beseffen als we met anderen bezig zijn.
Wrok, gramschap, toorn, geschreeuw en gevloek,
kortom alle boosaardigheid moet bij ons verdwijnen, zodat we goed zijn voor elkaar
en hartelijk. We moeten elkaar vergeven zoals God ons vergeven heeft in
Christus. (Efeziërs 4:32)
Toon ons creatieve wegen om buiten ons gezin lief te hebben
en zorg te dragen voor anderen. Vervul ons met Uw overvloedige liefde voor
degenen die dreigen verloren te gaan. Leer ons daden van goedheid te stellen
voor degenen die in nood zijn. Moge ons gezin een verfrissing en licht zijn
voor de anderen. We vragen U om redding te schenken aan degenen in ons gezin
die U niet kennen. Open hun hart voor
U grote liefde voor hen. Help ons Uw Waarheid te delen en Uw licht te zijn. U bent
de Redder van de wereld. We houden van Uw Woord en kiezen om het Woord het
middelpunt van ons gezinsleven te zijn.
Want
het woord van God is levend en krachtig. Het is scherper dan een tweesnijdend
zwaard en dringt door tot het raakpunt van ziel en geest, van gewrichten en
merg. Het ontleedt de bedoelingen en gedachten van de mens. (Hebreeën 4:12)
We verlangen om ons geestelijk in overeenstemming te
brengen met U en met Uw Woord en dat elke dag. We willen bidden en een groter
geloof en gehoorzaamheid tonen in ons leven voor Uw goddelijke Wil. We verheugen
ons om Uw geboden te volgen zoals iemand die een grote rijkdom bezit. We overwegen Uw geboden en beschouwen Uw wegen. We
zullen Uw Woord niet negeren. Open onze ogen zodat we wonderbaarlijke
dingen zien in Uw wet. We lopen op het pad van Uw geboden, want U hebt onze
harten bevrijd. (Psalm 119)
Leer ons om Uw Woord te verkondigen zowel in ons gezin als
bij onze vrienden, school en werkplaats. Help ons de profetische beloften te
verkondigen en de goddelijke wetten. We willen de levengevende kracht van Uw
Woord ervaren op dagelijkse basis in ons gezin. Toon ons de waarheid van Uw
Woord en breng het tot leven door ons gebed.
Moge Jezus
ons innerlijk oog verlichten om te zien, hoe groot de hoop is waartoe Hij ons
roept, hoe rijk de heerlijkheid van zijn erfdeel temidden der heiligen en
hoe overgroot zijn macht in ons is die geloven. (Efeziërs 1:18-19)
Gegroet, mijn lieve kinderen. Jullie denken aan mij in deze
tijd, in mijn feesten en verschijningen. Daarom vraag ik jullie: open jullie
hart aan mij, zodat ik het kan vullen met de zegeningen van mijn Zoon. Nu meer
dan ooit moeten jullie dicht bij de H. Eucharistie zijn.
Zonder het leven dat Jezus geeft met zijn Lichaam, zullen
jullie verloren gaan. Ja, mijn kinderen, het ware leven is niet dat van het
lichaam, maar het geestelijk leven dat nooit eindigt. Net zoals jullie je
sterfelijk lichaam voeden, moeten jullie nog meer de Geest voeden, die jullie
zal toelaten om in het eeuwig leven binnen te gaan.
Lieve kinderen, de liefde die God voor jullie heeft is
onvergelijkbaar met iets. Zoek om deze grote liefde te verdienen. Vecht tegen
Satan, die jullie nooit alleen laat, die de mensheid wil vernietigen en jullie
laten hem dikwijls doen.
Luister niet naar hem in bekoringen. Weersta hem. Wat hij
jullie toont als wenselijk is exact wat voor jullie de poorten van de hel
opent.
Mijn kinderen, zorg ervoor dat het niet te laat is. Kom
regelmatiger naar mij. Mijn Zoon luistert en zegent jullie verzoeken, vooral
wanneer ze uit de grond van jullie hart komen.
Bid voor zijn Lichaam in aanbidding, laat Hem jullie
moeilijkheden weten. Hij zal naar jullie luisteren en het verhoren als jullie
het vragen voor het goed van jullie gezinnen. Lieve kinderen, het gezin werd
zwaar op de proef gesteld. Er is in het gezin geen onbaatzuchtige liefde meer.
Er is geen eenheid meer, uit gebrek aan liefde.
Ik zeg het jullie, jullie hebben nog tijd. Vertrouw mij
jullie kleintjes toe; bid voor hen, anders zullen ze geen toekomst hebben. Ik
houd van jullie, Ik bemiddel voor jullie, maar jullie, moeders, moeten vooral de
offers voor jullie kinderen aan mij aanbieden en ik beloof jullie dat jullie
niet teleurgesteld zullen zijn.
Ik houd van jullie, Ik zegen jullie, Ik druk jullie aan
mijn Onbevlekt Hart.
Maria, Moeder van de Kerk
5/12 Onbevlekte
Maria
Mijn lieve kinderen, ik accepteer jullie lied dat jullie
aan mij hebben toegewijd. Vandaag is het werkelijk een voorbereiding voor de
herdenking aan mijn Onbevlekte Ontvangenis. Lieve kinderen, deel met mij de
gave van zuiverheid. Vandaag is dit niet langer de mode, maar ik verzeker
jullie dat voor Mijn Zoon jullie zuiverheid en kuisheid zeer na aan Zijn hart
liggen.
Jullie willen geen smet op jullie klederen; net zoals voor
ons moet jullie ziel zonder zondesmet zijn, en omwille van die reden moeten
jullie vragen om de gave van zuiverheid.
Jullie land (Italie) wordt nog steeds meer bedekt met
rottigheid, en hoewel jullie begrijpen dat er een negatieve verandering is in
jullie dagelijks leven, doen jullie er niets aan om jullie situatie te
verbeteren.
Keer je tot mij in moeilijke momenten en tezamen zullen we
zovele fouten herstellen. Verlies geen tijd meer. De tijd wordt onverbiddelijk
verkort en uitstel is niet goed. Ik ben bij jullie en herinner jullie er altijd
aan dat elke tijd de geschikte tijd is. Het hangt enkel van jullie af of jullie
er een goed gebruik van maken of niet.
Luister naar mij. Zoek om elke dag een beetje beter te
worden en jullie zullen beseffend at het niet zo moeilijk is om de wil van God
te doen. Wat de H. Drie-eenheid het meest plezier doet is iedereen naar het
hemels doel te brengen.
Jullie leven zal jullie vreugde, genade en liefde brengen
als jullie in zuiverheid leven. Weersta bekoringen. Wees sterk en alles zal
minder ingewikkeld lijken voor jullie. Ik houd van jullie en help jullie in
gebed om de vele hindernissen te overwinnen dat onmogelijk zouden zijn om op
jullie eentje te overwinnen.
Laat ons Satan verslaan. Ik ben bij jullie precies om
jullie te helpen sterk zijn, ware overwinnaars tegen al het kwaad. Ik wacht op
jullie voor het altaar op de dag van mijn feest om jullie zegening en genade te
brengen.
Reactie
op het Urbi et Orbi van Paus Franciscus (Het Laatste Nieuws)
Goede
oproepen van Paus Franciscus :
·
De viering van de geboorte van Jezus Christus
·
Eraan herinneren dat we een goede Vader hebben
·
Wat is belangrijker dan materiele rijkdom in
het leven : liefde, naastenliefde, eenvoud
·
Globale oproep tot broederschap onder de
volkeren en vreedzaam samenleven tussen mensen van verschillende landen,
culturen en religies
·
Vervolgde christelijke minderheden en
bevolkingen die het slachtoffer zijn van ideologische, culturele en economische
vormen van kolonisatie, helpen
·
Degenen die geen toegang hebben tot voedsel,
gezondheidszorg en onderwijs helpen
·
Overweging over de onverzadigbare hebzucht van
de mens en hoe we hier ons moeten van afkeren
·
De tegenstelling in herinnering brengen aan
degenen die het goed hebben tegenover degenen die in de miserie verkeren
Maar
dit is niet genoeg. Hier heb je ineens de redenen waarom Jezus de Kerkleiding
in het Vaticaan zal zuiveren tot op het bot. Hij zal toelaten dat het tot
bloedens toe gebeurt om ervoor te zorgen dat alle kwaad eruit is. De Kerk
waarvan Hij het fundament is, zal opgebouwd worden door de gelovige, trouwe
menigte van biddende mensen, die Zijn Wil doen.
Ik zet geen kerstboom dus maakt het mij niet uit . als je
vandaag die dingen naar voor brengt ben je even hypocriet als de kerk want een
jaar telt 365 dagen en niet 1 dag. en wat die man in rome verteld is misschien
waar , maar ik geloof misschien nog meer dan die man of u zonder dat ik daar
symbolen voor nodig heb , denk daar maar eens over na.
De
hypocrisie in de kerk is inderdaad te veel eraan. Het zijn ook niet perse degenen
die vooraan in de kerk zitten die “goed” zijn.
Met een klein pensioentje is het nochtans niet gemakkelijk
om onverzadigbaar te zijn. Maar daar zal die paus natuurlijk niets van snappen.
Het
Vaticaan heeft inderdaad geld en goederen, zij moet het goede voorbeeld geven.
Hij heeft gelijk, maar dan op voorwaarde dat alle
godsdiensten afgeschaft worden. Om te beginnen de katholieke kerk en de islam.
De
mensen zijn het geloof in het instituut Kerk verloren. De Kerk moet leiders
hebben die het goede voorbeeld geven: geen pedofilie en homoseksualiteit door
de vingers zien en de daders een hand boven het hoofd houden.
Geef de gestolen rijkdom terug aan de rechtmatige eigenaars
en spreek dan over armoede
De
geschiedenis van het instituut Kerk is niet rooskleurig. Veel goede mensen zijn
opgelicht en beroofd door de inhalige elite die in de Kerk zat en misbruik
maakte van haar positie als Kerk.
Laat ze dan allemaal binnen in Vaticaanstad…
Inderdaad,
er is geen enkele migrant te zien in het Vaticaan. Hoe kunnen ze dan de
problematiek snappen. Het zal pas zijn als paus Franciscus het mes op de keel
gezet wordt door een islamiet, dat de paus het zal snappen. Hoe kun je mensen
helpen als zij je zo snel mogelijk de wereld willen uithelpen, geld en goederen
afpakken en een kalifaat met sharia willen stichten?
Akkoord maar dan moeten ze niet naar hier willen komen.
makkelijk praten vanuit je ivoren toren... trouwens onze
politiek blijft maar armoede importeren. We moeten steeds meer, hetzelfde
delen. Logisch dat dan armoede stijgt.
Zwaar bewapende politie agenten moeten de veiligheid van de
middernachtmis garanderen aan de Notre-Dame in Parijs. Iedereen wordt gescand.
Verscheidenheid van mensen is een rijkdom!
meschien eerst eens binnen hun eigen gemeenschap beginnen
.......
De pauselijke zegen Urbi et Orbi: we zijn er vet mee.
Beseft de paus wel dat het Vaticaan onmetelijk rijk is geworden door hebzucht,
onverzadigbaarheid, oplichting, leugens, afpersing, vriendjespolitiek met de
wreedste dictators en misbruik van de goedgelovigheid van gewone mensen?
Was ik paus, ik zou onderwijs promoten zodat elk individu
kan nadenken over zijn.haar lot en inzicht verwerven over zijn./haar situatie
en beslissingen nemen (gezinsplanning?). Hij mikt alleen op solidariteit.
Solidariteit is voorbijgestreefd. Ruilen is gezond.
de grootste hebzuchtige was wel de kerk , die heeft ervoor
geroofd en gemoord , dus is ze hypocriet.
En multiculturele samenleving werkt NOOIT
beste paus, dat klopt, maar alleen op voorwaarde dat ook
die anderen dan verscheidenheid als een rijkdom zien, en niet als een te
overheersen of terroriseren heidendom.
Die paus lijkt wel een verloren gelopen socialist. Hij zal
wel anders piepen als zijn kerk verdwijnt in de EU en vervangen wordt door
moskeeën. Het einde van zijn kerk!
Hij mag eens een tijdje in Molenbeek gaan wonen
Zegt diegene die omringd is door goud en paleizen. Wat een
circus...
dat is dan DE kerk die destijds in afrika ging verkondigen
om voorbehoedsmidelen te verbieden en dan zagen om de kloof tussen rijk en arm
Zolang
de Kerk niet de moeite doet om abortus uit de wereld te helpen. Erop te wijzen
dat voorbehoedsmiddelen geen oplossing zijn voor aids, maar dat er een
mentaliteitsaanpassing nodig is, zal God blijven straffen uitdelen.
Als het Vatikaan een deel van zijn rijkdom zou besteden aan
noodlijdenden overal op de wereld, in plaats van er steeds over te prediken,
dan zouden er véél minder problemen zijn...
En het Woord is vlees geworden en kwam om onder jullie te
leven. Onder jullie, mijn kinderen, jullie die nog niet begrepen hebben welke
grote gave jullie gekregen hebben.
Mijn Zoon heeft zijn leven voor jullie gegeven. Begrijpen
jullie dit grote mysterie? Voor jullie allen heeft Hij zich laten kruisigen,
voor elk van jullie, en hoe bedanken jullie Hem? Door Zijn Wil niet te doen.
Mijn kinderen, zo niet.
Denk
ten minste gedurende deze dagen dat Zijn Komst voorafgaan aan Hem, denk er
eerst aan Hem vergeving te vragen.
Vergeving voor jullie kleine geloof, vergeving voor al het
kwaad dat jullie, kinderen, doen aan elkaar, vergeving voor al de
godslasteringen tegen Zijn Vader, vergeving voor de natuur dat jullie
vergiftigen.
Mijn kinderen, jullie leven in deze dagen alsof Mijn Zoon
Zijn leven niet had gegeven met als enig doel voor jullie de deur van Zijn
Koninkrijk te openen, dat anders na de zonde van jullie eerste ouders voor
altijd gesloten was gebleven.
Ik dring aan op jullie redding, berouw te hebben over
jullie kwaad en goed te doen. Ik ben bij jullie, maar als jullie je hart niet
openen voor mij, kan ik jullie er niet toe dwingen. Besef tenminste in deze
periode dat enkel uit dat arme kribbetje jullie redding zal komen.
Aanroep de H. Geest, die jullie doet begrijpen hoe uit dat
kleine Kind onontbeerlijke genade komt. Ik heb jullie altijd getroost en jullie
geholpen temidden van onzekerheden door jullie kracht en moed te geven. Nu vraag
ik jullie je hart voor mij te openen. Laat Mijn Zoon jullie herstellen.
Ik zegen jullie, ik dring erop aan omdat het voor jullie
goed is en dat van jullie broeders en zusters. Jezus is altijd klaar om te vergeven.
Maria, Moeder van Jezus
16/12 Jezus, jullie Jezus
Ik wil je leven niet, Ik wil je hart. Heb Ik je misschien
niet verteld niet de chemo te ondergaan? Je hebt mij slechts een gedeelte
gehoorzaamd.
Het is nu dat je eindelijk begrijpt wat het betekent om
zich te geven aan Mij, om je volledig aan Mij toe te vertrouwen. Ik ben het Leven, niemand anders. Ik ben vreugde, Ik
ben eeuwigheid.
Offer jezelf op. Voor
de jeugd is deze tijd ernstig. Nu dat je begrepen hebt wat het betekent jezelf
te geven. Geef me volledig je hart, je ziel, je geest, je hele zelf voor de
jeugd, en Ik zal naar je luisteren.
Laat jezelf liefde
zijn. Daaruit
zal hulp komen voor jou. Kom en volg Mij, laat de wereld aan degenen die de
wereld liefhebben. Je bent enkel van
Mij. Ik heb je gevormd naar Mijn beeld en gelijkenis. Ik wil
je enkel voor Mij. Luister goed naar Mij, omdat enkel degene die oren heeft om
te horen, zal luisteren.
Ik heb je gekozen en heb je altijd de vrijheid gegeven om
Mij te volgen of niet. Nu begrijp je uiteindelijk wat het betekent geloof te
hebben. Tot je Mij je hart geeft, heb je geen geloof.
Nu ben jij en Ik een met mijn Vader. Eindelijk heb je Mij
laten binnenkomen. Nu ben je mijn heilige tempel. Mijn dochter, zoek om je
broeders en zusters te doen begrijpen dat Ik Liefde ben. Ik wil niet de dood
van mijn kinderen, maar het leven.
Ga nu, doe Mijn wil en je leven zal volledig veranderen. Ik
houd van je en spoedig zal in onder jullie neerdalen met Mijn Moeder. Ik bied je Mijn Hart. Wie wil kan binnengaan. Wie
Mijn wil doet, zal Mijn Koninkrijk toebehoren. Ik houd van jullie.
24/12 Jezus, de Redder : Mijn dochter, hoe kun
je zeggen Jezus, waarom luister je niet naar onze gebeden? Je weet zeer goed
dat Ik oneindige goedheid ben. Laat de Schriften vervuld worden. De mens
beslist over zijn toekomst en Ik kan hem niet stoppen.
Het is Judas die Mij nog steeds verraadt. Het
hart van de mens is een brandende oven van goddeloosheid, nijd, jaloersheid,
hebzucht; hij pleegt elk soort zonde tegen Mij.
Hij blijft zich in de plaats van God stellen,
vandaag nog meer dan gisteren. Hij begrijpt nog niet dat hij geboren werd uit
mijn Heilige Wil. Wees in brede, omdat alles opnieuw de plaats zal innemen waar
het hoort.
Bid en zorg dat anderen bidden. Je bent zeer
ontstemd over het kleine jongetje dat werd gedood bij zijn besnijdenis.
Onthoud, dat zelfs hij werd geboren uit de Wil van God en nu zijn van zijn
ontstaan geniet.
Bid in de plaats voor zijn moordenaars. Judas
slaat nog steeds toe; hij heeft de capaciteit om het te doen voor nog een klein
tijdje. Deze nacht zal je opnieuw Mijn Geboorte herdenken. Wel, richt je dan
tot die Kleine Jezus met je gebed vanuit je hart. Bid dat hij vlug terugkeert
om vrede te brengen aan zijn lijdende kinderen.
Respecteer Gods tijd, heb vertrouwen, omdat
enkel in geloof en vertrouwen je ware vrede zult vinden. Ik houd van jullie en
zal niet toestaan dat jullie buiten mijn Wil lijden. Prijs vannacht het Kleine
Kind die de Brenger is van Vrede en Liefde.
Ik houd van Mijn kudde en zal niet toelaten dat
er nog meer verloren gaan dan Mijn Vader toelaat. Moge Mijn zegen neerdalen op
al Mijn mensen die aan het wachten zijn.