Boodschap
van de Maagd van de Verzoening op vrijdag 5 januari 2018 aan Mario d’Ignazio in
de Gezegende Tuin van de wijk Santa Teresa, Brindisi
De
Madonna is in ons midden neergedaald. Zij was helemaal gekleed in stralend,
schitterend wit. Na het kruisteken te hebben gemaakt, heeft Zij gezegd:
"Geloofd zij Jezus Christus.
Lieve kinderen, Ik verzoek jullie dringend te bidden voor
de ongelovigen, voor degenen die niet openstaan voor de Geest Gods die altijd
werkt.
Ik ben vooral bedroefd over degenen die niet in Jezus, de
Verlosser, geloven en leven zonder gebed en zonder liefde voor het goddelijke
leven.
Ik nodig jullie uit om in Mijn Jezus te geloven en in
jullie harten naar Hem te luisteren want Hij leeft in jullie.
De angst komt niet van God, wees daarom moedig in de strijd
tegen Satan en zijn opstandige engelen.
De hel is wijd geopend en demonen zijn op de aarde om Mijn
ware kinderen te vervolgen."
De
Hemelse Moeder heeft iedereen gezegend met het kruisteken, Zij maakte een
buiging en verdween in Haar paradijselijk licht.
Mario na de verschijning: de Heilige Moeder daalt neer in dit kleine
gebedscenakel om over God te spreken, om ons de komst van het Glorieuze
Koninkrijk van Jezus Christus te verkondigen, om onze harten te vullen met Zijn
vrede, met Zijn barmhartigheid.
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
Kajafas' huis
Kajafas
was getrouwd met een dochter van Annas die eerder hogepriester was geweest
(en tot aan zijn dood nog als zodanig werd aangesproken). Ook vijf van zijn
zwagers hebben dit ambt bekleed. Zowel het Nieuwe Testament als Flavius Josephus suggereren
dat Annas' invloed op Kajafas bijzonder groot was.
Kajafas
onderhield nauwe banden met het Romeinse bestuur, vooral met Pontius
Pilatus, die van 26 tot 36 procurator over Judea was.
Vermoedelijk is het hieraan te danken dat Kajafas niet minder dan achttien jaar
het ambt van hogepriester bezat, voor deze periode een uitzonderlijk lange
tijd. De keerzijde was echter dat toen Pilatus wegens zijn gewelddadige
optreden tegen de Samaritanen in ongenade viel, ook Kajafas' lot was bezegeld:
de Syrische gouverneur Lucius Vitellius onthief hem uit zijn
ambt in hetzelfde jaar dat Pilatus naar Rome werd teruggeroepen.
Kajafas
is vooral bekend geworden omdat hij als hogepriester het Sanhedrin voorzat
tijdens de berechting van Jezus.
Volgens
de Evangeliën werd Jezus rond het jaar 30 in een showproces
veroordeeld. Het Sanhedrin had geen bevoegdheid tot het uitspreken van doodstraffen,
behalve voor tempelschennis, daarom wordt de executie aan de Romeinen
uitbesteed. Sommige leden van het Sanhedrin sympathiseerden echter met Jezus,
namelijk Jozef van Arimathea en Nicodemus.
Kajafas
Jezus wordt voor de hogepriester Kajafas
gebracht
Mijn gemartelde en verlaten Goedheid, terwijl mijn zwakke
natuur slaapt in uw verdrietige Hart, wordt mijn slaap dikwijls onderbroken
door de pijnen van liefde en smart van uw goddelijk Hart. Tussen wake en slaap
hoor ik de slagen die ze u geven, daarom word ik wakker en zeg ik: Mijn arme
Jezus, verlaten door iedereen! Er is
niemand die uw rol opneemt. Maar vanuit uw hart bied ik U mijn leven
aan als ondersteuning, terwijl ze U neerslaan. En ik val weer in slaap; maar
een andere steek van liefde van uw goddelijk Hart maakt mij wakker, en ik ben
verdoofd door de beledigingen die ze U naar uw hoofd slingeren, door het
fluisteren, door het schreeuwen en het geloop van mensen.
Mijn Lieveling, hoe komt het dat ze allemaal tegen U zijn? Wat
hebt U gedaan dat ze U willen verscheuren zoals vele hondsdolle wolven? Ik voel
mijn bloed bevriezen bij het horen van de voorbereidingen van uw vijanden, en
ik beef van angst, denkend aan wat ik moet doen om U te verdedigen.
Maar mijn verdrukte Jezus, die mij in Zijn Hart houdt,
knijpt me steviger vast en zegt tegen mij: Mijn kind, Ik heb niets verkeerds
gedaan, en Ik heb alles gedaan: ik heb de misdaad van liefde begaan, die alle
offers bevat, en die een liefde is van onmetelijke kost. We staan nog steeds
aan het begin; blijf in mijn Hart, observeer alles, heb Mij lief, wees stil en
leer. Laat je ijskoude bloed in mijn aderen stromen om mijn Bloed te verfrissen
dat helemaal in vlammen is. Laat je
rillingen vloeien in mijn ledematen, zodat je vereenzelvigt met Mij, gesterkt
en verwarmd wordt om een deel van mijn pijnen te voelen, en je ook kracht kunt
verkrijgen door Mij zoveel te zien lijden. Dat zal de mooiste verdediging zijn
die je voor Mij kunt doen. Wees Mij trouw en wees aandachtig.
Mijn Zoete Liefde, het rumoer van uw vijanden is zo intens
en zo groot dat ik niet langer kan slapen. Het geduw wordt gewelddadiger. Ik
hoor het lawaai van de kettingen waarmee ze U hebben vastgemaakt, en zo strak
dat het bloed uit uw polsen sijpelt, waar de straten mee bevloeit worden.
Bedenk dat mijn bloed in het Uwe stroomt, en terwijl U het vergiet, kust en
aanbid mijn bloed het uwe en bied het eerherstel. Moge uw Bloed licht zijn voor
allen die U s nachts beledigen en een magneet zijn die alle harten aantrekt
naar U, mijn Liefde en mijn Alles.
Terwijl ze U wegslepen, lijkt de lucht te worden verdoofd
door geschreeuw en gefluit. En U
wordt vóór Kajafas gebracht. U bent vol zachtmoedigheid, nederig; uw
zoetheid en geduld is van die aard dat ze zelfs uw vijanden terroriseren; en
Kajafas, zou U vol woede willen verslinden. Ach, hoe goed kunnen Onschuld en zonde worden
onderscheiden!
Mijn Liefde, U bent vóór Kajafas als de meest schuldige, en
op het punt veroordeeld te worden. Kajafas vraagt de getuigen wat uw misdaden
zijn. Ach, hij had beter gevraagd wat uw liefde is! En sommigen beschuldigen U
van het ene, sommigen van het andere, spreken onzin en spreken zich tegen. Als
ze U beschuldigen, trekken de soldaten die bij U staan aan uw haar en delen
vreselijke klappen uit op uw Allerheiligste Gezicht, die door de hele zaal
weerklinken. Ze slaan U terwijl U
blijft zwijgen en lijden. En als U naar hen kijkt, dealt het licht
van uw ogen in hun harten, en niet in staat het te verdragen, gaan ze weg van
U. Maar anderen nemen hun plaats in, om van U een grotere slachting te maken.
Maar temidden van vele beschuldigingen en vergrijpen, zie
ik U in uw oren spitsen. Uw Hart klopt hevig en staat op het punt te barsten
van de pijn. Vertel me, mijn getroffen Goedheid, wat is er? Ik zie dat uw
liefde zo groot is dat U angstig wacht op wat uw vijanden met U zullen doen, en
U offert het op voor onze redding. In totale kalmte, biedt uw Hart eerherstel
voor laster, haat, valse getuigenissen en voor het kwaad dat gepleegd wordt aan
onschuldigen met voorbedachte rade; en U biedt eerherstel voor degenen die U
beledigen op aansporing van de leiders, en voor de misdaden van de
geestelijken. En terwijl ik verenigd ben met U, uw eerherstel volgend, voel ik
een verandering in U een nieuwe smart, dat ik nog nooit eerder gevoeld heb. Vertel me, vertel me, wat is er? Deel alles met mij, O
Jezus.
Kind, wil je het weten? Ik hoor de stem van Petrus die
zegt dat hij Mij niet kent. Toen zwoer hij, en dan nogmaals, pleegde hij
meineed en vloekte hij dat hij Mij niet kende. O Petrus, wat! Je kent Mij niet? Weet je niet
meer met hoeveel gaven Ik je heb gevuld? Ach, als anderen Mij laten sterven
door pijn, laat jij Mij sterven van verdriet! Ach, wat was het verkeerd om Mij
op een afstand te volgen, en je bloot te stellen aan de gelegenheden!
Petrus
Mijn verloochende Goedheid, hoe vlug kunnen de misdaden van
uw dierbaren worden herkend! O Jezus, ik wil mijn hartslag laten stromen in de
Uwe om de schokkende spasmen die U treffen, te kalmeren. En mijn hartslag in de
Uwe zweert trouw en liefde aan U, en herhaalt en zweert duizenden en duizenden
keren dat ik U ken.
Maar uw liefde is nog niet gekalmeerd, en U probeert naar
Petrus te kijken. Op uw liefdevolle blikken, vol tranen omwille van zijn
ontkenning, is Petrus ontroerd. Hij huilt en vertrekt. Nadat je hem in
veiligheid hebt gebracht, kalmeer je en op deze manier biedt U eerherstel voor
de Pausen en de leiders van de Kerk, vooral voor degenen die zich blootstellen
aan gevaarlijke gelegenheden.
Ondertussen blijven uw vijanden U beschuldigen. Kajafas ziet dat U niet antwoordt op hun
beschuldigingen, en zegt: Ik smeek U, vertel mij, omwille van de levende God,
zeg me bent U werkelijk de ware Zoon van God?
En U, mijn Lieveling, hebt het woord van waarheid altijd op
uw lippen, zegt met een heldere en zachte stem, met opperste Majesteit, zodat
allen getroffen worden en de demonen zich in de afgrond storten, antwoordt: U
zegt het. Ja, Ik ben de ware Zoon
van God, en op een dag zal Ik neerdalen op de wolken van de Hemel om alle
naties te oordelen.
Op uw scheppende
woorden blijven allen stil ze huiveren en voelen zich bang. Maar
Kajafas, die na enkele ogenblikken van angst zich herpakt, zegt vol woede, meer
nog dan een woest dier: Waarom hebben we nog meer getuigen nodig? Hij heeft
reeds een grote godslastering uitgesproken! Waar wachten we nog meer op om Hem
te veroordelen? Hij is al schuldig
aan de dood!
En om zijn woorden kracht bij te zetten, scheurt hij zijn
kleren met zoveel woede dat allen, als één persoon zich op U gooien, mijn
Goedheid. Sommigen slaan U op het hoofd, sommigen trekken aan uw haar, sommigen
spuwen op uw Gezicht, sommigen vertrappen U. Ze geven U zoveel martelingen en
ze zijn zo hevig dat de aarde beeft en de Hemelen worden geschud.
Jezus, mijn Leven en mijn Liefde, terwijl ze U martelen,
wordt mijn arme hart verscheurd door de pijn. O alstublieft, sta met toe uw
smartelijke Hart te verlaten en al deze overtredingen in uw plaats onder ogen
te zien. Ach, als het mogelijk was, zou ik U willen wegrukken uit de handen van
uw vijanden. Maar U wilt het niet, omdat de redding van allen het vereist, en
ik ben gedwongen mij erbij neer te leggen. Maar Mijn zoete Liefde, laat me je
opfrissen, je haar mooi leggen, het spuug verwijderen, uw bloed drogen en mij
in je Hart sluiten, als ik zie dat Kajafas moe is, zich wil terugtrekken en U
overleveren in de handen van de soldaten.
Het Sanhedrin
Daarom zegen ik U; en U, zegen mij en geef me de kus van uw
liefde. En ik sluit mij op in de oven van uw goddelijk Hart om te slapen. Ik
plaats mijn mond op uw Hart, zodat ik U tijdens het ademen kan kussen. Uit de
verschillen van uw hartslagen, meer of min, kan ik voelen of U lijdt of rust. Daarom
maak ik vleugels van mijn armen om U beschut te houden. Ik omhels U en klamp me
stevig vast aan uw Hart. Zo val
ik in slaap.
Overweging Jezus
wordt vóór Kajafas gebracht en wordt ten onrechte beschuldigd en onderworpen
aan wrede martelingen. Hij wordt ondervraagd en zegt altijd de waarheid.
En wij wanneer de Heer
toestaat dat we gelasterd en ten onrechte beschuldigd worden, kijken we dan
enkel naar God, die onze onschuld kent; of vragen we liever respect en eer van
de schepselen? Komt de waarheid altijd op onze lippen? Zijn we wars van elke
truc en leugen? Verdragen we geduldig spotternijen en verwarringen die
schepselen ons geven? Zijn we klaar om ons leven te geven voor hun redding?
O mijn lieve Jezus, hoe anders
ben ik dan U! Alstublieft, laat mijn lippen altijd de waarheid spreken om
zo het hart van degenen die naar mij luisteren, te verwonden en iedereen naar U
te leiden!
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U uit.
Amen.
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
Annas (ook wel Ananus), zoon
van Seth, was een joodse hogepriester van 6 n.Chr. tot 15 n.Chr..
Ook daarna bleef hij een invloedrijk persoon. Annas werd in 6 n.Chr. benoemd
tot hogepriester door de Romeinse legaat Publius Sulpicius
Quirinius meteen nadat Herodes Archelaüs was afgezet en Judea onder
direct Romeins bestuur kwam. Annas heeft het ambt van hogepriester tien jaar
vervuld totdat hij in 15 n.Chr. uit zijn ambt ontheven werd door Valerius
Gratus.
Annas
was de eerste van zijn familie die als hogepriester benoemd werd. Het huis van Annas of huis van Ananus (zoals zijn
familie genoemd werd), verwijst dan ook naar hem. In de eerste eeuw na Chr. was
het huis van Annas een van de belangrijkste families in de Jeruzalemse
aristocratie. Na Annas dienden meerdere van zijn familieleden als hogepriester:
Elezar ben Ananus (1617)
Josef Kajafas (1836)
Jonathan ben Ananus (3637)
Theophilus
ben Ananus (3741)
Matthias ben Ananus (43)
Ananus ben Ananus (63)
Al
deze hogepriesters waren volgens Flavius Josephus Annas' eigen zonen,
behalve Josef Kajafas, die getrouwd was met een dochter van Annas. Ook in
het Nieuwe Testament wordt Kajafas als schoonzoon van Annas genoemd
(Joh 18:13).
Volgens
de Thora was het ambt van hogepriester een benoeming voor het leven
(Num 3:10). Annas werd daarom ook nadat hij uit zijn ambt ontheven was nog
aangesproken als hogepriester, net als Kajafas (Luc 3:2). Volgende het Evangelie
volgens Johannes werd Jezus eerst kort door Annas ondervraagd alvorens
naar Kajafas gestuurd te worden, alwaar enkelen van het Sanhedrin aanwezig
waren. Daar vond de eerste rechtszaak tegen Jezus plaats (Mat 26:57-68).
Jezus wordt voor de hogepriester Annas gebracht
Jezus, wees altijd bij
mij. Lieve Mama, laten we Jezus samen volgen. Mijn Jezus, goddelijke
Wacht, die over mij waakt in uw Hart, en niet alleen wil blijven zonder mij. U
maakt mij wakker en laat me aanwezig zijn met U in het huis van Annas.
U bent nu op het moment waarop Annas U ondervraagt over uw
leerstellingen en uw leerlingen. En U, O Jezus, om de glorie van de Vader te
verdedigen, opent uw allerheiligste mond en antwoord met een heldere en
waardige stem: Ik heb in het openbaar gesproken, en al degenen die hier
aanwezig zijn, hebben Mij gehoord.
Bij uw waardig accent, trillen allen, maar hun
trouweloosheid is van die aard dat een dienaar, die Annas wil vleien, naar U
toekomt en U een felle klap in het gezicht geeft. Het is zo gewelddadig dat het
U doet wankelen en uw heiligste Gezicht verwond.
Nu begrijp ik, mijn lieve Leven, waarom U me wakker maakte.
U had gelijk; wie zou U op dit moment steunen, zoals U op het punt staat te
vallen? Uw vijanden barstten in satanisch gelach uit, fluitend en
applaudisserend over een daad die zo onrechtvaardig was. En U, onthutst, hebt
niemand om op te leunen. Mijn Jezus, ik omhels U; meer nog, ik wil een muur
vormen met mijn wezen en ik bied U mijn wang met moed, klaar om alle lijden te
verdragen uit liefde voor U. Ik heb medelijden met U voor deze
verontwaardiging, en samen met U bied ik eerherstel voor al degenen die uit
angst, de waarheid niet durven spreken, voor het gebrek aan respect vanwege de
priesters en voor het gemompel.
Maar mijn verdrukte Jezus, ik zie dat Annas U naar Kajafas
stuurt. Uw vijanden gooien U de trap af, en U, mijn Liefde, biedt in deze
pijnlijke val eerherstel voor degenen die s nachts in zonde vallen onder de
gunst van de duisternis, en U roept de ketters en de ongelovigen naar het licht
van het Geloof.
Ook ik wil U volgen in dit eerherstel, en op de weg naar
Kajafas, zend ik U mijn zuchten om U te beschermen tegen uw vijanden. Terwijl
ik slaap, blijft U mijn wachter, en maakt me wakker wanneer U het nodig vindt. Geef me uw kus en uw zegen, en ik kus uw Hart, en
daarin blijf ik slapen.
Het huis van Annas, Jezus werd waarschijnlijk in een vertrek op de buitenplaats (courtyard) ondervraagd.
Overweging
Jezus wordt vóór de hogepriester Annas gebracht, en door
hem ondervraagd over Zijn leerstellingen en over Zijn leerlingen. Hij antwoordt
over Zijn leer om de Vader te verheerlijken, maar Hij spreekt niet over Zijn
leerlingen, omdat Hij niet in liefde wil falen. En wij zijn wij onverschrokken
en moedig als het gaat om het verheerlijken van de Heer, of laten wij ons overhalen
door het menselijk respect? We moeten altijd de waarheid spreken, zelfs voor
vooraanstaande mensen. Zoeken we in ons spreken altijd naar Gods glorie? Verdragen
we alles met geduld zoals Jezus, om de glorie van God te vermeerderen? Vermijden
we altijd kwaad te spreken over onze naaste, en excuseren we hem als we horen
dat anderen hem in de steek laten? Jezus waakt over ons hart. Bewaken wij het
Hart van Jezus, zodat Hij geen aanstoot krijgt die niet door ons is hersteld? Waken
we over onszelf in alles, zodat elk van onze gedachten, blikken, woorden,
genegenheden, hartslagen, en verlangens schildwachten zijn rondom Jezus, wakend
over Zijn Hart en eerherstel biedend voor alle overtredingen? Om dit te
doen, bidden we tot Jezus om over elk van onze daden te waken, en ons te helpen
waken over onze harten. Elke daad die we in God stellen is een goddelijk leven
dat we in ons nemen. En omdat we heel beperkt zijn, terwijl God immense is,
kunnen we God niet insluiten in onze eenvoudige daden. Laten we ze daarom
zoveel mogelijk vermenigvuldigen om tenminste ons vermogen tot begrip en liefde
te vergroten. Zijn we klaar om te antwoorden wanneer onze Jezus ons roept? De
roep van God kan op vele manieren gehoord worden: bijvoorbeeld door
inspiraties, door het lezen van goede boeken. Het kan zich zelfs tastbaar maken
met de aantrekkingskracht van genade.
Mijn lieve Jezus, moge uw stem
altijd in mijn hart weerklinken; moge alles wat mij van binnen en van buiten
omringt, de voortdurende stem zijn die me roept om altijd van U te houden; en
moge de harmonie van uw goddelijke stem me verhinderen om elke andere
afleidende menselijke stem te horen.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U uit.
Amen.
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
De
weg die Jezus tot nu toe heeft afgelegd : van het cenakel (upper room)
door de Kidron vallei naar de tuin van Gethsemane, en dan door de Kidron
vallei naar de Berg Zion naar het Huis van Annas.
Jezus wordt van de rand van een brug gegooid en
valt in de Kidron rivier
Mijn lieve Goedheid, mijn arme geest volgt U tussen wake en
slaap. Hoe kan ik mijzelf ten prooi laten worden aan slaap, als ik zie dat
iedereen U verlaat en van U wegloopt? De Apostelen en de vurige Petrus die een
tijdje geleden zei dat hij zijn leven voor U wilde geven; de geliefde leerling
die U, met zoveel liefde op uw Hart liet rusten.Ach, ze verlaten U allemaal en laten U over
aan de genade van uw wrede vijanden!
Mijn Jezus, U bent alleen! Uw zuiverste ogen kijken rond om
te zien of tenminste één van degenen die door U begunstigd zijn, U volgt om
Zijn liefde aan U te bewijzen en U te verdedigen. En als U ziet dat niemand, niemand U trouw is
gebleven, wordt uw Hart overweldigd, en U barst uit in tranen. U
voelt meer pijn door de verlatenheid van Uw meest getrouwen, dan voor wat de
vijanden met U doen. Mijn Jezus, ween niet; of liever, laat me samen met U huilen.
En de liefdevolle Jezus lijkt te zeggen: Ach kind, laat ons samen wenen over
het lot van zoveel zielen die toegewijd zijn aan Mij, die gedurende kleine
beproevingen, bij gebeurtenissen in het leven, niet langer voor Mij zorgen en
Mij verlaten. Vele anderen zijn bang
of laf en laten uit gebrek aan moed en vertrouwen Mij in de steek. Want velen
die geen eigen voordeel vinden in heilige zaken geven niet om Mij. Vele
priesters die prediken, die missen opdragen, die biecht horen doen dit uit
zelfverheerlijking. Deze laten zien dat ze bij Mij zijn, maar Ik blijf nog
altijd alleen! Ach kind, hoe moeilijk is deze overgave voor Mij! Niet alleen
huilen mijn ogen, ook mijn Hart bloedt! O alsjeblieft, ik smeek je om eerherstel
te bieden voor mijn bittere pijn door te beloven dat je Mij niet alleen laat.
Op deze foto ziet u de Kerk van alle
Naties, of ook wel de Basiliek van de doodsangst genoemd. Deze Kerk
staat op de plaats waar Jezus Zich op de rots in de tuin van Gethsemane
bevond. Op de voorgrond bevindt zich de Kidron vallei.
Ja, O mijn Jezus, ik beloof dat ik geholpen door uw genade,
mij zal vereenzelvigen met uw goddelijke Wil. Maar, O Jezus, terwijl U weent over
het verlaten van uw geliefden, sparen de vijanden geen geweld die zij U kunnen
aandoen. Vastgegrepen en vastgebonden, O mijn Goedheid, tot het punt dat U
zelfs geen stap kunt zetten, vertrappen ze U, slepen ze U langs wegen vol
stenen en doornen zodat U tegen de rotsen wordt geslagen en gewond wordt door
de doornen. Ach, mijn Jezus, ik zie dat terwijl ze U voort sleuren, U uw
kostbaar bloed verliest en uw gouden haar dat ze uittrekken! Mijn Leven en mijn
Alles, sta me toe het te verzamelen, zodat ik al de stappen van de schepselen
kan verbinden, die U zelfs s nachts niet sparen. Ze beledigen U s nachts zelfs
meer in samenkomsten, in plezier, in theatervoorstellingen, in het plegen van
heiligschennende diefstallen! Mijn Jezus, ik verenig mij met U om eerherstel te
bieden voor al deze beledigingen en overtredingen.
Maar, O mijn Jezus, we zijn nu bij de Kidron rivier en de
valserikken bereiden zich voor om U erin te gooien. Ze laten U met zoveel
geweld tegen een rots stoten die daar ligt, dat het kostbare Bloed uit uw mond
loopt, en de rots rood kleurt! Daarna trekken ze U verder en werpen U in
het vervuilde water, zodanig dat het in uw oren, uw mond en uw neus komt. O,
onbereikbare Liefde, U blijft in het water liggen en wordt omgeven door het
vervuilde, misselijkmakende koude water. Op deze manier vertegenwoordigt U
levendig de hartverscheurende staat van de schepselen wanneer ze zondigen! O,
wat blijven ze van binnen en van buiten bedekt door een mantel van vuil, dat
voor de Hemel walgelijk is en voor allen die het kunnen zien, daarom roepen ze
bliksemschichten van Goddelijke Gerechtheid over zich! O, Leven van mijn leven,
kan er ooit een grotere Liefde zijn? Om deze mantel van vuil van ons te
verwijderen, staat U uw vijanden toe U in deze rivier te gooien en U lijdt alles
om eerherstel te bieden voor de heiligschennissen en de koelheid waarmee de
zielen U ontvangen. Ze dwingen U ertoe om in hun hart binnen te gaan en U al
hun misselijkheid te laten voelen, meer nog dan de rivier! U staat ook toe dat
dit water diep in uw ingewanden doordringt; zozeer zelfs dat de vijanden, die
vrezen dat U zou verdrinken, om U voor grotere pijnen te sparen, U optillen.
Maar U ziet er zo walgelijk uit dat ze zich misselijk voelen om U aan te raken.
Dit is nog steeds de Kidron vallei waar zich de graftomben bevinden van Absalom, Josafat, Zacharias en Jacobus. In de verte, linksboven, ziet u de Olijfberg.
Mijn tedere Jezus, U bent nu uit de rivier. Mijn hart kan
het niet verdragen om U zo doorweekt te zien door dit vuile water. Ik zie U
rillen van top tot teen vanwege de kou. U kijkt rond, zoekt met uw ogen, om
iemand te vinden die U kan laten drogen, U kan reinigen en U kan verwarmen. Maar
tevergeefs, niemand is bewogen door medelijden: de vijanden bespotten U; uw
getrouwen hebben U verlaten; uw lieve Mama is ver weg, omdat de Vader het zo
beschikt!
Hier ben ik, O Jezus kom in mijn armen. Ik wil zoveel wenen
als om een bad te vormen waarin U zich kunt wassen, reinigen en met mijn handen
uw haar dat verward is goed te leggen. Mijn Liefste, ik wil U in mijn hart
sluiten om U te verwarmen met de warmte van mijn genegenheid; ik wil U
parfumeren met mijn heilige verlangens; ik wil U eerherstel bieden voor al deze
beledigingen en overtredingen en mijn leven bij het Uwe aanbieden om alle
zielen te redden. Ik wil U mijn hart aanbieden als een rustplaats, om U op de
een of andere manier te kunnen verlossen van de pijn die U tot nu toe hebt
geleden; en dan zullen we samen de weg van uw Lijden verder zetten.
Overweging
In dit uur gaf Jezus Zich over aan de genade van Zijn vijanden, die het
punt bereikten Hem in de Kidron rivier te gooien. Maar de Mensheid van Jezus
bekeek hen allen met liefde, en verdroeg alles uit liefde voor hen.
En wij geven wij onszelf over
aan de genade van de Wil van God?
Ten tijde van Jezus was het Kidron dal de afscheiding van de stadmuur en de Olijfberg. Helemaal onderaan zie je een van de bruggetjes over de Kidron rivier die het meeste van het jaar uitgedroogd was, behalve in het winterseizoen na de hevige regenval.
Zijn we in onze zwakheden en valpartijen klaar om opnieuw recht
te staan om ons in de armen van Jezus te werpen? De gepijnigde Jezus werd in de
Kidron rivier gegooid, en Hij verstikte bijna en was misselijk. En wij
verafschuwen zij elke smet en de schaduw van de zonde? Zijn we klaar om Jezus
te laten schuilen in ons hart, om Hem niet de misselijkheid te laten voelen die
andere zielen Hem geven door te zondigen, en de misselijkheid te compenseren
die we Hem zelf zo dikwijls hebben gegeven?
Mijn gemartelde Jezus, spaar me
nergens in, en laat me het voorwerp zijn van uw goddelijke en liefdevolle
doeleinden!
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U uit.
Amen.
8ste uur : van middernacht tot 1 uur
op goede vrijdag
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
Jezus wordt
gearresteerd
O mijn Jezus, het is reeds middernacht. U voelt dat uw
vijanden naderen; U droogt uw bloed, en versterkt door de ontvangen troost,
gaat U weer naar uw leerlingen. U roept hen, U waarschuwt hen, en U neemt hen
mee. U gaat uw vijanden
tegemoet. Met uw snelheid wil U mijn traagheid en luiheid in het werken en
lijden uit liefde voor u herstellen.
Maar, O lieve Jezus, mijn Goedheid, wat zie ik een
ontroerende scène! U ontmoet eerst de verraderlijke Judas, die naar U komt en
zijn armen om uw nek gooit, U begroet en U kust. En U, hartstochtelijke Liefde,
minacht niet om die helse lippen te kussen. U omhelst hem en drukt hem tegen uw
hart. U wil hem uit de Hel rukken en hem tekenen van nieuwe liefde geven. Mijn
Jezus, hoe is het mogelijk om U niet van U te houden? De tederheid van uw
liefde is zodanig dat het elk hart zou grijpen om van U te houden; maar toch
houden ze niet van U! En U, O mijn Jezus, in het dragen van deze kus van Judas,
biedt u eerherstel voor het verraad, de voorwendsels, het bedrog onder het
aspect van vriendschap en heiligheid, vooral dan van priesters. Uw kus toont
dat U aan geen enkele zondaar, op voorwaarde dat hij zich vernederd voor U,
vergeving weigeren.
Mijn zachtste Jezus, U geeft U nu in de handen van de
vijanden en geeft hen de kracht om U te laten lijden wat ze willen. Ook ik, O
mijn Jezus, geef mij in uw handen, dat U vrijelijk moge doen met mij wat U wil;
en samen met U wil ik uw Wil en uw eerherstel volgen en uw pijnen lijden. Ik wil altijd bij U zijn, dat er geen belediging is
waar ik geen eerherstel voor aanbiedt. Geen bitterheid dat ik niet verzacht. Geen
gespuug of slagen die niet worden gevolgd door een kus en streling van mij. Als
U valt zal U lijden, maar mijn handen zullen altijd bereid zijn om U te helpen
op te staan. Ik wil altijd bij U zijn, O mijn Jezus. Ik wil U niet alleen
laten, zelfs niet voor een minuut. En om zeker te zijn, breng mij in Uzelf en
ik zal in uw gedachten, in uw blik, in uw Hart en helemaal in U zijn, zodat wat
U ook doet, ik ook kan doen. Op deze manier zal ik U trouw gezelschap kunnen
houden, en niets van uw pijn zal aan mij ontsnappen, om U mijn liefde te kunnen
geven voor alles dat U gegeven hebt.
Mijn lieve Goedheid, ik zal aan uw zijde staan om U te
verdedigen, om Uw leringen te leren, om één per één, al uw woorden te tellen.
Ach, hoe zoet daalt het woord waarmee U Judas aanspreekt, neer in mijn hart: Vriend,
waarom ben je gekomen? En ik voel dat U mij ook toespreekt met hetzelfde woord
maar U noemt mij niet vriend, maar bij de zoete naam van kind: Kind, waarom
ben je gekomen? En ik antwoord: Jezus,
om U lief te hebben. Waarom ben je gekomen?, herhaal je tot mij
wanneer ik s morgens wakker word. Waarom ben je gekomen?, als ik bid Waarom
ben je gekomen?, herhaalt U tot mij in de H. Hostie, als ik kom om U in mijn
hart te ontvangen.
Wat een mooie oproep voor mij en voor iedereen! Maar
hoeveel zielen antwoorden: Ik kom om U te beledigen! op uw oproep. Anderen,
die doen alsof ze U niet horen, geven zich over aan allerlei soorten zonden, en
beantwoorden uw Waarom bent je gekomen met door naar de Hel te gaan! Wat een
medelijden voel ik voor U, O mijn Jezus! Ik zou graag de touwen willen nemen
waarmee uw vijanden U willen vastbinden en U dit verdriet besparen.
Maar nogmaals, als U naar uw vijanden gaat, hoor ik uw
tederste stem die zegt: Wie zoeken jullie? En zij antwoorden: Jezus, de Nazarener. En U
zegt: Ik ben het. Met alleen dit woord zegt U alles en U laat Uzelf bekend
staan voor wie U bent. Het is zo doordringend, dat de vijanden beven en op de
grond vallen, alsof ze dood zijn. En U, Liefde die geen gelijke heeft, herhaalt
opnieuw: Ik ben het. U roept hen terug tot leven en U geeft Uzelf over,
op uw eentje, in de macht van de vijanden. Vals en ondankbaar, grijpen ze U, leggen
ze hun handen op U en binden U vast met touwen en kettingen, in plaats van aan
Uw voeten te vallen, trillend en nederig om te vragen om uw vergeving. Ze maken
gebruik van uw goedheid en minachten uw genaden en mirakels. Ze werpen U op de
grond, ze vertrappen U en ze trekken aan uw haar. En U, met een ongehoord
geduld, zwijgt, lijdt en biedt eerherstel voor de beledigingen van degenen die
ondanks mirakels zich niet overgeven aan uw Genade en worden steeds koppiger.
Met touwen en ketenen, dringt de genade van de Vader door
om de ketenen van onze zonden te breken, en bind je met de zoete ketenen van
liefde. En liefdevol corrigeer je Petrus, die U wil verdedigen tot het punt dat
hij het oor afsnijd van Malchus. Hiermee bent U van plan om eerherstel te
bieden voor de goede werken, die niet worden gedaan met heilige voorzichtigheid
of die in zonde vallen omwille van overmatige ijver.
Mijn meest geduldige Jezus, het lijkt dat deze touwen en
kettingen U iets mooiers bieden aan uw goddelijke Persoon: uw voorhoofd wordt
majestueuzer, zozeer zelfs dat het de aandacht trekt van uw vijanden, uw ogen
schijnen met meer licht. Uw Goddelijk Gezicht neemt een allerhoogste vrede en
zoetheid aan, om je beulen te ontwapenen. Met uw weinige zoete en indringende
accenten, laat U ze beven; zozeer zelfs dat als zij U durven beledigen het is
omdat U hen dat toelaat.
O geketende en gebonden Liefde, kunt u uzelf ooit toestaan
om gebonden te worden voor mij, de weergave van uw liefde groter maakt, terwijl
ik, uw kleine kind, zonder kettingen blijft? Nee nee; bind me liever met uw allerheiligste handen,
met uw eigen touwen en kettingen.
Daarom bid ik U,
terwijl ik uw goddelijk voorhoofd kus, om al mijn gedachten, mijn ogen, mijn
oren, mijn tong, mijn hart, mijn genegenheden en mij helemaal te binden; en
bind samen met mij alle schepselen zodat zij door de lieflijkheden van uw
liefhebbende ketenen te voelen, U nooit meer zullen durven beledigen.
Mijn lieve Godheid, het is nu één uur. Mijn gedachten
beginnen in te dommelen, Ik zal mijn best doen om wakker te blijven, maar als
de slaap mij verrast, laat ik mezelf in U, om te volgen wat U ook doet. Meer
nog, U zult het voor mij doen. In U verlaat ik mijn gedachten om U te
verdedigen tegen uw vijanden, mijn ademhaling als gevolg en gezelschap; mijn
hartslag om U voortdurend te zeggen dat ik van U hou en dat ik eerherstel bied
voor de liefde die anderen U niet geven; de druppels van mijn bloed om U
eerherstel te bieden en U de eer en achting terug te geven die ze van U wegnemen
met beledigingen, spuug en slagen. Mijn Jezus, zegen me en laat me slapen in uw
aanbiddelijk Hart; en vanuit uw hartslagen, versneld door liefde of door smart,
zal ik dikwijls wakker worden, om blijvend uw gezelschap te houden. Laten we deze overeenkomst sluiten, O Jezus!
Overweging
Jezus gaf Zich onmiddellijk in de handen van de vijanden en
zag de Wil van de Vader in Zijn vijanden.
In de misleidingen, in het
verraad van de schepselen, zijn we klaar om te vergeven zoals Jezus vergaf? Nemen
we alle kwaad dat we van de schepselen aan als uit de handen van God? Zijn we
klaar om alle ste doen wat Jezus van ons verlangt? Kunnen we in de kruisen, in
de inspanningen zeggen dat ons geduld dat van Jezus imiteert?
Mijn geketende Jezus, moge uw ketenen mijn hart binden en stilhouden,
om het gereed te maken om alles te lijden wat U wilt.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U uit.
Amen.
7de uur : van 23 uur tot middernacht
op witte donderdag
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
Derde uur van de doodsstrijd in de Tuin van
Gethsemane
Mijn lieve Goedheid,
mijn hart kan het niet langer verdragen. Ik kijk naar U en ik zie dat U
in diepe bedroefdheid blijft. Het bloed gutst in stromen van heel uw lichaam en
met zon overvloed dat U niet in staat bent te blijven staan. U bent in een plas gevallen. O mijn
Lieveling, mijn hart breekt door U zo zwak en uitgeput te zien. Uw aanbiddelijk
Gezicht en uw scheppende handen leunen op de grond en zijn besmeurd met bloed. Het
lijkt dat U wil antwoorden op de rivieren van ongerechtigheden van de
schepselen met rivieren van bloed, zodat deze zonden erin worden opgelost, en
daarmee kunt u aan iedereen de daad van uw vergeving schenken. Maar
alstublieft, O mijn Jezus, sta op; wat U lijdt is te veel. Laat het genoeg zijn voor uw Liefde!
En terwijl mijn beminnelijke Jezus lijkt te sterven in Zijn
eigen Bloed, geeft Liefde Hem een nieuw leven. Ik zie Hem moeizaam bewegen. Hij
staat recht, en doorweekt als Hij is met bloed en modder, lijkt Hij te willen
lopen, maar zonder kracht te hebben, kan Hij zich nauwelijks voortslepen. Mijn Zoet
Leven, laat me U in mijn armen dragen. Gaat U misschien naar uw lieve leerlingen? Maar
wat doet het U verdriet in uw aanbiddelijk Hart om ze terug in slaap te vinden!
En U roept hen met een trillende en zwakke stem: Mijn
zonen, slaap niet! Het uur is nabij. Zie je niet hoe ik Mijzelf heb vernederd? O alsjeblieft, help Mij, verlaat Mij niet in deze laatste
uren!
En bijna wankelend, staat U op het punt te vallen in hun
nabijheid, terwijl Johannes zijn armen uitsteekt om U te ondersteunen. U bent
zo onherkenbaar, dat als het niet was door de tederheid en zoetheid van uw
stem, ze U niet zouden herkend hebben. Dan raad je hen aan te waken en te
bidden, en keert U terug naar de Tuin, maar met een tweede steek in uw Hart. In
deze steek zie ik, mijn Goedheid, alle zonden van de zielen die, ondanks de
gunsten, geschenken, kussen en strelingen in de nachten van beproeving, uw
liefde en uw geschenken vergeten zijn en door hun slaperigheid de geest van
voortdurend gebed en waakzaamheid verloren zijn.
Mijn Jezus, het is toch waar dat nadat men U heeft gezien,
na uw gaven te hebben genoten, wanneer men ervan beroofd is, het grote kracht
vergt om vol te houden. Alleen
een wonder kan deze zielen toelaten om de beproeving te doorstaan.
Daarom troost ik U voor deze zielen, wiens nalatigheden,
wispelturigheid en overtredingen het bitterst zijn voor uw Hart. Ik bid dat als
zij één enkele stap nemen die U enigszins zou mishagen, U hen met zoveel Genade
zult omringen om ze te stoppen, zodat ze de geest van voortdurend gebed niet
verliezen!
Mijn lieve Jezus, als U terugkeert naar de Tuin, lijkt het
dat U niet meer kunt. U heft uw gezicht, gedrenkt in Bloed en aarde, naar de
Hemel, en U herhaalt voor de derde keer: Vader, als het mogelijk is, laat deze
kerk dan van Mij wijken. Heilige
Vader, help Mij! Ik heb troost nodig! Het is waar dat omwille van de zonden die
op Mij wegen, Ik misselijk ben, een
walging voel. Ik ben de minste
onder de mensen, voor uw oneindige Majesteit; uw Gerechtigheid is boos op Mij,
maar kijk naar Mij, O Vader, Ik ben altijd uw Zoon, die een eenheid met U
vormt. O, alstublieft, help medelijden, O Vader! Laat Mij niet zonder troost
achter!
Dan, O mijn lieve Goedheid, lijk ik te horen dat U uw lieve
Mama te hulp roept: Lieve Mama, houd Me in je armen, zoals Je deed toen I keen
kin was! Geef Mij die moedermelk, om Mij te versterken en om de bitterheid van
mijn lijden te verzachten. Geef
Me je Hart, dat al Mijn genoegen vormde. Mijn Mama, Magdalena, lieve
Apostelen, jullie allen die Mij beminnen, help Me, troost Me! Laat Mij niet
alleen in deze laatste momenten; verzamel allen rond Mij zoals een kroon; geef
Mij de troost van jullie gezelschap, van jullie liefde!
Jezus, mijn Lieveling, wie kan U weerstaan als ze U zien in
deze extreme omstandigheden? Welk hart zou ooit zo moeilijk zijn om niet te
breken in het zien dat U zo in Bloed verdronk? Wie zou geen bittere tranen in
stromen storten, wanneer hij uw treurige accenten hoort, op zoek naar hulp en
troost?
Mijn Jezus, wees
getroost, ik zie nu dat de Vader U een Engel zendt als troost en hulp, opdat U
deze staat van lijden mag verlaten en U zin de handen van de Joden kan
overleveren. En terwijl U bij de Engel bent, zal ik in de Hemel en aarde rond
gaan. U zal me toestaan om dit Bloed te nemen dat U hebt vergoten, zodat ik het
aan alle mensen kan geven, als belofte van redding voor iedereen. Het
zal U troost bieden en in ruil daarvoor, hun genegenheid, hartslagen,
gedachten, stappen en werken brengen.
Mijn Hemelse Moeder, ik kom naar U om naar alle zielen te
kunnen gaan, om hun het bloed van Jezus te geven. Lieve Moeder, Jezus wil
troost, en de grootste troost die we Hem kunnen geven, is door Hem zielen te
brengen.
Magdalena, vergezel ons! U allen, Engelen, kom en zie hoe
Jezus is vernederd! Hij wil troost van iedereen, en Hij is zodanig uitgeput dat
Hij niemand weigert.
Mijn Jezus, terwijl U de kelk vol intense bitterheid
drinkt, die de Hemelse Vader U heeft gezonden, hoor ik U zuchten, kreunen, meer
rillen en met een verstikte stem zeggen: Zielen, zielen, kom, verlicht Mij! Neem
een plaats in mijn Mensheid; Ik wil jullie, Ik verlang naar jullie! O
alsjeblieft, wees niet doof voor Mijn stem; laat mijn vurige verlangens, mijn
Bloed, mijn Liefde, mijn pijn niet tevergeefs zijn! Kom, zielen, kom!
Zinneloze Jezus, elk
van uw gekreun en zuchten is een wond in mijn hart, dat me geen vrede geeft! Daarom
maak ik uw Bloed, uw Wil, uw vurige ijver, uw liefde de mijne, en ga ik in de
Hemel en aarde. Ik wil door alle zielen gaan, om hen uw Bloed te geven als een
belofte voor hun redding, en breng ze naar U, om uw rusteloosheid, uw
zinneloosheid, en de bitterheid van uw doodsstrijd te verzachten. En terwijl ik
dit doe, Jezus, vergezel me met uw blik.
Mijn Mama, ik kom naar
U, omdat Jezus zielen wil. Hij wilt troost, Geef mij daarom uw
moederlijke hand, en laat ons samen rondtrekken over de hele wereld, zoekend
naar zielen. Laten we in Zijn Bloed de genegenheden, de verlangens, de
gedachten, de werken, de stappen van alle schepselen insluiten, en laten we de
vlammen van Zijn Hart in hun zielen werpen, zodat zij zich kunnen overgeven, en
dus, ingesloten zijn in Zijn Bloed en getransformeerd in Zijn vlammen. We
zullen ze bij Jezus brengen, om Zijn bitterste pijn te verzachten.
Mijn Engelbewaarder gaat ons voor; ga heen en zorg dat de
zielen dit Bloed ontvangen, zodat geen één druppel achterblijft zonder zijn
overvloedig effect. Mijn Mama, schiet
op, laat ons rondgaan! Ik zie de blik van Jezus die ons volgt; ik hoor Zijn
herhaalde snikken, en Hij wil onze taak versnellen.
En hier zijn we, Mama, bij de eerste stappen reeds bij de
deur van de huizen waar de zieken liggen. Hoeveel ledematen met pijn; hoeveel
die in de wreedheid van de spasmen god lasteren en proberen hun leven te
benemen. Anderen worden door allen in de steek gelaten en hebben niemand die
hen een woord van troost biedt of de nodige hulpmiddelen, en zo zweren en
wanhopen ze nog meer. Ach, Mama, ik hoor de snikken van Jezus, die toekijkt,
beledigingen ontvangt voor de liefde die Hij zendt om de zielen te laten lijden
om ze op Hem te laten lijken. O alstublieft, laat ons hen Zijn Bloed geven,
opdat het hen de noodzakelijke hulpmiddelen kan toedienen en met het licht van
Zijn Bloed ze het goede kunnen begrijpen dat in het lijden ligt en de
gelijkenis met Jezus die ze verkrijgen. En U, mijn Mama, sta hen bij en raak
hun lijdende ledematen aan met uw moederlijke handen als een toegewijde moeder
om hun pijn te verzachten. Neem hen in uw armen, en stort van uw Hart stromen
genade over al hun pijn. Houd
gezelschap bij de verlatenen; troost de getroffenen. Degenen
die de noodzakelijke middelen missen, beschikken over genereuze zielen om hen
te helpen. Doordring degenen die wrede spasmen te lijden krijgen, met rust en
respijt, zodat ze verlicht zijn en met meer geduld hetgeen verdragen wat Jezus
voor hen beschikt.
Laten we verder de ronde doen, en laten we de vertrekken
van de stervenden binnen gaan. Mijn Mama, wat een verschrikking! Hoeveel zielen
die op het punt staan in de Hel te vallen! Hoeveel zielen die na een leven van
zonde, de laatste smart aan dat Hart geven, dat herhaaldelijk doorboord, door
hun laatste zucht te koelen met een daad van wanhoop. Er bevinden zich vele
demonen rond hen, die in hun hart angst aanjagen voor het goddelijk oordeel, en
daarom een laatste strijd voeren om hen naar de Hel te leiden. Ze zouden de
helse vlammen willen ontketenen om deze zielen erin te hullen en hoop in de
kiem te smoren. Anderen zijn verstrikt in de banden van deze wereld en kunnen
niet berusten om de laatste stap te zetten. Alstublieft, O Mama, deze momenten
zijn extreem, ze hebben veel hulp nodig. Ziet U niet hoe ze beven, hoe ze
kronkelen temidden van pijnkrampen, hoe ze vragen om hulp en om medelijden? De aarde is voor hen reeds verdwenen! Heilige Moeder,
leg uw moederlijke hand op hun ijskoud voorhoofd; ontvang hun laatste zuchten. Laten
we het Bloed van Jezus aan elk van de stervenden geven, zodat het Bloed de
demonen op de vlucht jaagt, en hen allen beweegt om de laatste Sacramenten te
ontvangen en ze een goede en heilige dood tegemoet gaan. Laten we hen de
doodsstrijd van Jezus, Zijn kussen, Zijn tranen, Zijn wonden geven als troost.
Laten we de touwen verbreken die hen verstrikken; laten we iedereen het woord
van vergeving horen, en laten we zoveel vertrouwen in hun hart stellen, zodat
ze zich in de armen van Jezus laten vallen. Wanneer Jezus over hen oordeelt zal
Hij ze bedekken met Zijn Bloed, en in Zijn armen vinden, en zo zal Hij Zijn
vergeving schenken aan allen.
Laten we verder de ronde doen, O Mama. Laat uw moederlijke
blik met liefde op de aarde vallen en wees ontroerd tot medelijden met de vele
arme schepselen die dit Bloed nodig hebben. Mijn Mama, ik voel me gedwongen om
mij te haasten door de zoekende blik van Jezus, omdat Hij zielen wil. Ik hoor
Zijn gekreun in het diepst van mijn hart en het zegt me: Mijn kind, help Me,
geef Me zielen!
Maar kijk, O Mama, hoe de aarde vervuld is van zielen die
op het punt staan in zonde te vervallen, en Jezus barst in tranen uit door het
zien dat Zijn Bloed nieuwe heiligschennissen lijdt. Er zou een wonder moeten gebeuren
om hun val te voorkomen; laten we daarom hen het Bloed van Jezus geven, zodat
ze de kracht en de genade vinden in het Bloed om niet in zonde te vallen.
Nog een stap, O Mama, en hier zijn de zielen die reeds in
schuld zijn gevallen, en die een hand willen om weer op te staan. Jezus houdt
van hen, maar Hij kijkt hen met afschuw aan, omdat ze bedekt zijn met modder en
Zijn pijn wordt intenser. Laten we hen het Bloed van Jezus geven, zodat ze de
hand kunnen vinden die hen weer doet opstaan. Zie O Mama, dit zijn de zielen
die dit Bloed nodig hebben, zielen die dood zijn voor genade. O, hoe
betreurenswaardig is hun staat! De Hemel kijkt hen aan en huilt van verdriet;
de aarde kijkt naar hen met afkeer; alle elementen zijn tegen hen en zouden hen
willen vernietigen, omdat ze vijanden zijn van de Schepper. Alstublieft, O
Mama, het Bloed van Jezus bevat leven, laten wij het dus aan hen geven, zodat
deze zielen bij de aanraking van het Bloed weer kunnen opstaan en mooier
kunnen oprijzen, zodat de hele Hemel en de hele aarde glimlachen.
Laten we verder gaan, O Mama. Zie, er zijn zielen die het
teken dragen van verderf; zielen die zondigen en wegrennen van Jezus; ze
beledigen Hem en wanhopen aan Zijn vergeving. Dit zijn de nieuwe Judassen,
verspreid onder de hele aarde, die dat verbitterd Hart van Jezus doorboren.
Laten we hen het Bloed van Jezus geven, opdat het Bloed hun teken van
verdoemenis mag wissen en het teken van heil mag aanbrengen. Moge het in hun
hart zon vertrouwen en liefde na de zonde brengen, dat ze naar de voeten van
Jezus lopen en zich aan deze goddelijke voeten vasthouden, om nooit meer te
verlaten.
Kijk, O Mama, er zijn zielen die zich naar de verdoemenis begeven,
en er niemand om hen te stoppen. O alstublieft, laten we dit Bloed voor hun
voeten plaatsen zodat bij de aanraking van het Bloed, bij het licht en de smekende
stemmen die hen willen redden, ze zich kunnen terugtrekken en zich op het pad
van de zaligheid kunnen begeven!
Laten we verdergaan, O Mama. Kijk, er zijn goede zielen,
onschuldige zielen, in wie Jezus Zijn genoegen en Zijn rust vindt in de schepping.
Maar er bevinden zich schepselen rond hen met veel valstrikken en beledigingen,
om hun onschuld af te pakken, en het genoegen en rust van Jezus te veranderen
in geween en bitterheid, alsof ze geen ander doel hebben dan voortdurend leed
te veroorzaken aan het Goddelijk Hart. Laten we daarom hun onschuld verzegelen
en omringen met het Bloed van Jezus, als een verdedigingsmuur, zodat de zonde
in hen niet kan binnendringen. Het Bloed doet allen die hen wilden besmetten
vluchten, en zo worden ze vlekkeloos en zuiver bewaard, zodat Jezus door hen Zijn
rust en al Zijn genoegen in de schepping kan vinden en uit liefde voor hen kan
Hij worden ontroerd tot medelijden met vele arme schepselen. Mijn Mama, laten
we deze zielen in het Bloed van Jezus brengen; laten we hen helemaal binden met
de Heilige Wil van God. Laten we hen in Zijn armen plaatsen en hen binden aan
Zijn Hart met de zoete ketenen van Zijn liefde, om de bitterheid van Zijn
doodsstrijd te verzachten.
Maar luister, O Mama, dit Bloed schreeuwt het uit en wil
nog meer zielen. Laten we ons samen haasten en naar de gebieden van de ketters
en van de ongelovigen gaan. Hoeveel verdriet voelt Jezus in deze gebieden. Hij,
die het leven van allen is, krijgt zelfs geen klein liefdesgebaar terug; Hij is
niet gekend door Zijn eigen schepselen. Alstublieft, O Mama, laten we hen dit
Bloed geven opdat het de duisternis van onwetendheid en van ketterij mag
verjagen. Laat ze begrijpen dat ze een ziel hebben en open de Hemelen voor hen.
Laten we ze dan allemaal in het Bloed van Jezus brengen. Laten we hen naar Hem
leiden, zoals veel weeskinderen en verbannen kinderen, die hun Vader vinden, en
zo zal Jezus zich getroost voelen in Zijn bitterste doodsstrijd.
Maar Jezus lijkt nog niet tevreden te zijn, omdat Hij nog
meer zielen wil. Hij voelt dat de stervende zielen van deze gebieden uit Zijn
armen worden gerukt en dat ze in de Hel vallen. Deze zielen gaan nu hun laatste
zucht uitblazen en vallen in de afgrond. Niemand is bij hen om hen te redden.
De tijd is kort, de momenten zijn tot het uiterste gedreven. Ze zullen zeker
verloren gaan! Nee, Mama, dit Bloed zal niet nutteloos vergoten zijn voor hen; laten
we daarom vlug naar hen toegaan; laat ons het Bloed van Jezus over hun hoofd
gieten, zodat het hen kan dienen als doopsel en hen doordringen van geloof,
hoop en liefde. Ga bij hen, O Mama; geef hen wat ze missen. Meer nog, laat U
zien. Op uw gezicht schijnt de schoonheid van Jezus; uw manieren zijn allemaal
vergelijkbaar met de Zijne; en daarom zullen zij, door U te zien, zeker in
staat zijn om Jezus te leren kennen. Druk ze vervolgens aan uw moederhart,
doordring ze van Jezus leven, dat U bezit; vertel ze, als hun Moeder dat U wil
dat ze eeuwig gelukkig zijn met U in de Hemel, en als ze hun laatste zucht
uitblazen, ontvang hen in uw armen, en laat ze overgaan in die van Jezus. En
als Jezus, volgens de rechten van Gerechtigheid, laat zien dat Hij ze niet wil
ontvangen, herinner Hem dan aan de liefde waarmee Hij hen aan U heeft
toevertrouwd aan de voet van het Kruis. Neem uw rechten als Moeder op, zodat
Hij uw liefde en gebeden niet kan weerstaan, en terwijl Hij uw Hart tevreden
maakt, zal Hij ook Zijn vurige verlangens tevreden stellen.
En nu, O Mama, laten we dit Bloed nemen en het aan allen
geven: aan de ellendigen, dat ze mogen troost ontvangen; aan de armen, dat ze zich
kunnen neerleggen bij hun armoede; aan hen die bekoord worden opdat zij de
overwinning behalen; aan de ongelovigen, opdat de deugd van Geloof in hen
triomfeert; aan de godslasteraars, opdat zij de lasteringen tot zegeningen
mogen maken; voor de priesters, opdat zij hun missie mogen begrijpen en waardige
dienaren van Jezus worden. Raak met dit Bloed, hun lippen aan, opdat zij geen
woorden zeggen die niet tot eer van God strekken; raak hun voeten aan, zodat ze
kunnen vliegen om op zoek te gaan naar zielen om naar Jezus te leiden.
Laten we dit Bloed aan de leiders van de volkeren geven,
zodat ze kunnen verenigd kunnen worden onder hen, en zachtheid en liefde voelen
voor hun onderdanen.
Laten we nu in het Vagevuur vliegen, en laat ons het Bloed
ook aan de arme zielen geven, omdat ze zoveel schreeuwen om dit Bloed en het opeisen
voor hun bevrijding. Hoort U hun gekreun, hun verlangens naar liefde, de
martelingen niet, en hoe ze zich voortdurend aangetrokken voelen tot het
Hoogste Goed? Kijk hoe Jezus ze zelf sneller wil zuiveren om ze bij Zich te
hebben. Hij trekt hen aan met Zijn liefde, en zij geven Hem voortdurende opwellingen
van liefde. Maar als ze zich in Zijn aanwezigheid bevinden, zijn ze niet in
staat om de zuiverheid van Zijn goddelijk blik te verdragen, en worden ze
gedwongen om zich terug te trekken en opnieuw in de vlammen te duiken!
Mijn Mama, laten we neerdalen in deze diepe gevangenis en
het Bloed over hen uitstorten, laten we hen licht brengen; laat ons hun
verlangens naar liefde kalmeren; laat ons het vuur dempen dat hen verbrandt;
laat ons hun vlekken zuiveren; en hen zo bevrijden van elke pijn. Zo zullen ze
in de armen vliegen van het Hoogste Goed! Laten we dit Bloed geven aan de meest
verlaten zielen, opdat zij in het Bloed goedkeuring vinden dat de schepselen
hen ontzeggen. Laten we aan allen, O Mama, dit Bloed geven; laten we geen van
allen het Bloed ontzeggen, zodat ze allen verlichting en bevrijding kunnen
vinden. Wees Koningin in deze gebieden van geween en geweeklaag; strek uw
moederlijke handen uit en haal ze één voor één uit deze ondraaglijke vlammen en
laat ze allemaal naar de Hemel vliegen. En laten ook wij nu naar de Hemel
vliegen; laten we aan de poorten van de eeuwigheid staan en sta mij toe, O
Mama, om dit Bloed ook aan U te geven, voor uw meerdere glorie. Moge dit Bloed
U overstromen met nieuw licht en met nieuwe tevredenheid. En laat dit licht
neerdalen voor het heil van alle schepselen, om aan iedereen genade en redding
te geven.
Mijn Mama, geef dit
Bloed ook aan mij; U weet hoezeer ik het nodig heb. Herstel
me volledig met uw moederlijke handen door dit Bloed; en terwijl U me herstelt,
mijn vlekken zuivert, mijn wonden geneest, mijn armoede verrijkt; laat dit
Bloed in mijn aderen stromen en geef me opnieuw het hele leven van Jezus. Moge
het neerdalen in mijn hart en het veranderen in Zijn Hart. Moge het mij zo
verfraaien dat Jezus heel Zijn tevredenheid in mij vindt. Laten we eindelijk de
hemelse gebieden betreden, O Mama, en dit Bloed aan al de Heiligen en al de Engelen
geven, zodat ze meerdere glorie kunnen ontvangen, in dankbaarheid naar Jezus
kunnen gaan, en voor ons bidden, zodat we hen kunnen bereiken krachtens dit
Bloed. En nadat we dit Bloed aan iedereen hebben gegeven, laten we opnieuw naar
Jezus gaan. Engelen, Heiligen, kom
met ons mee. Ach, Hij zucht voor zielen. Hij wil ze allemaal Zijn
Mensheid laten binnengaan, om aan allen de vruchten van Zijn Bloed te geven.
Laten we hen allen rond Hem komen, en Hij zal Zich hersteld voelen, en
terugbetaald voor de bitterste pijn die Hij heeft geleden. En nu, Heilige Mama,
laten we alle elementen roepen om Hem gezelschap te houden, opdat ook zij Jezus
kunnen eren.
O licht van de zon, om de duisternis van deze nacht te
verdrijven, om Jezus te troosten. O sterren, met uw flikkerende stralen, kom
naar beneden en bied Jezus troost. Bloemen van de aarde, kom met jullie geuren;
vogels, kom met jullie gezang; kom alle elementen van de aarde om Jezus te
troosten. Kom, O zee, om Jezus te verfrissen en te wassen. Hij is onze
Schepper, ons leven, ons Al. Kom jullie allen om Hem te troosten, om Hem te
eren als onze Soevereine Heer. Maar ach, Jezus zoekt geen licht, sterren,
bloemen of vogels. Hij wil zielen, zielen!
Hier zijn ze, O mijn
lieve Goedheid, allen tezamen met mij. Uw lieve Mama is dicht bij U
alstublieft rust in Haar armen. Ook Zij zal troost ontvangen
door U aan Haar schoot te drukken, omdat Ze voor een groot deel gedeeld heeft
in uw smartelijke doodsstrijd. Magdalena is hier ook; Maria is hier, en al de
liefhebben de zielen van alle eeuwen. Alstublieft, O Jezus, accepteer ze en zeg
een woord van vergeving en liefde aan allen. Bind ze allemaal aan uw liefde,
zodat niet nog een ziel aan U zal ontsnappen!
Maar ach, het lijkt dat U zegt: O kind, hoeveel zielen
ontsnappen Mij met geweld en vallen in de eeuwige ondergang! Hoe kan mijn smart
ooit worden verzacht, als ik zoveel van één enkele ziel houdt, als van alle
zielen samen?
Gekwelde Jezus, het lijkt dat uw leven uitdooft. Ik hoor al
de doodsreutel, uw mooie ogen zijn overschaduwd door de nabijheid van de dood,
al uw ledematen zijn bewegingsloos; en het lijkt alsof U niet langer ademt. Ik
voel mijn hart barsten van de pijn. Ik omhels U en ik voel dat U ijskoud bent.
Ik schud U en U geeft geen teken van leven! Jezus, bent U dood? De verdrukte
Moeder en de Engelen van de Hemel komen wenen over Jezus en staan niet toe dat
ik zonder Hem blijf leven. Ach, dat kan ik niet! Ik druk Hem dichter tegen
mezelf aan en ik hoor Hem nog een keer ademhalen en dan, nogmaals, geeft Hij
geen teken van leven! Ik roep Hem: Jezus, Jezus, mijn Leven, ga niet dood!
Maar ik hoor reeds het rumoer van uw vijanden, die komen om
U mee te nemen. Wie zal U verdedigen in uw staat? Maar U komt bij, als U
opnieuw verrijst van de dood naar het leven en kijkend naar mij, zegt U: O
ziel, ben je hier? Ben je dan toeschouwer geweest van mijn pijn en van de
zovele keren dat Ik de dood heb geleden? Weet dat Ik in deze drie uren van de
bitterste doodsstrijd in de Tuin, Ik al de levens van de schepselen in Mij heb
gesloten, en Ik heb al hun pijnen en hun dood geleden en Mijn leven gegeven aan
elk van hen. Mijn doodsstrijd zal hen ondersteunen; mijn bitterheid en mijn
dood zullen voor hen in een bron van zoetheid en leven veranderen. Hoeveel zielen heeft het Mij gekost! Was Ik op Zijn
minst maar terugbetaald geweest! Je hebt gezien dat terwijl Ik
stervende was, Ik zou terugkeren om opnieuw te ademen: dat waren alle keren een
dood van een schepsel dat Ik in Mij voelde!
Mijn naar adem snakkende Jezus, omdat U ookmijn leven in U wilde insluiten, en daarom
ook mijn dood, bid ik U, voor uw bitterste doodsstrijd ook mij te helpen op het
moment van mijn dood. Ik heb U mijn hart gegeven als toevlucht en rust, mijn
armen om U te ondersteunen en mijn hele wezen ter uwer beschikking; en O, hoe
graag zou ik mij in de handen van uw vijanden geven, om te sterven in uw
plaats! Kom, O leven van mijn hart, geef mij op dat moment alles wat ik U heb gegeven
terug: uw gezelschap, uw Hart als bed en rust, uw armen als steun, uw vermoeide
adem om mijn arbeid te verlichten; op zon manier dat ik tijdens het ademen
adem door uw adem die zoals zuiverende lucht, mij zal zuiveren van elke smet en
mij zal helpen om de eeuwige gelukzaligheid binnen te komen.
Meer zelfs, mijn lieve Jezus, dan zal U uw Allerheiligste
Mensheid aan mijn ziel geven, zodat door naar mij te kijken U mij ziet door
Uzelf; en door naar U te kijken, U niets vindt om mij te veroordelen. Dan zult U mij in uw Bloed baden; U zal mij kleden met
het onbevlekt gewaad van uw Allerheiligste Wil. U zult mij versieren met uw
Liefde, en zult me de laatste kus geven terwijl U me van de aarde naar de Hemel
laat vertrekken. En wat ik voor mijzelf wil, doe het voor al degenen die in
doodsstrijd verkeren. Sluit ze allen in uw omhelzing van liefde en geef hen de
kus van hun vereniging van U. Red hen allen en sta niemand toe verloren te
gaan!
Mijn gekwelde Goedheid, ik bied U dit heilig Uur aan in herinnering
aan uw Lijden en Dood, om de rechtvaardige toorn van God te ontwapenen voor de
zovele zonden, voor de triomf van de Heilige Kerk, voor de bekering van alle
zondaars, voor vrede onder de mensen, in het bijzonder van ons land, voor onze
heiliging, en voor het verzachten van het lijden van de arme zielen.
Maar ik zie dat uw vijanden nabij zijn en dat U mij wilt
verlaten om naar hen toe te gaan. Jezus, sta mij toe u alle heilige kussen van
uw Allerheiligste Moeder aan te bieden; laat me die lippen kussen, die Judas op
het punt staat te kussen met zijn helse kus. Laat me uw gezicht drogen,
bevochtigen met Bloed, waarop slagen zal worden en op gespuwd zal worden. Ik
klamp me dicht aan uw Hart vast, Ik verlaat U niet. Ik zal U volgen. En U, zegen mij en help mij. Amen.
Overweging
In dit derde uur van Gethsemane, vroeg Jezus om hulp van de
Hemel. Zijn pijnen waren zo enorm dat Hij ook vroeg om troost van Zijn
leerlingen. En wij vragen altijd om hulp van de Hemel in pijnlijke
omstandigheden? En als we ons tot de schepselen richten, doen we dit tot
degenen die ons kunnen troosten op een heilige manier? Leggen wij ons er dan
bij neer als we niet de troost ontvangen waar we op hopen, en gebruiken we de
onverschilligheid van de schepselen dan om ons in de armen van Jezus te
verlaten? Jezus werd getroost
door een Engel. En wij kunnen we zeggen dat we engelen van
Jezus zijn door bij He te blijven en Hem te troosten en te delen in Zijn
bitterheid? Maar om als een ware engel voor Jezus te zijn, is het noodzakelijk
om het lijden te nemen zoals het door Hem werd gezonden, en daarom als
goddelijk lijden te beschouwen. Alleen dan durven we een God, die zo verbitterd
is te troosten. Als we ons anders onze pijn op een menselijke manier
beschouwen, kunnen we ze niet gebruiken om deze Godmens te troosten, en dan
kunnen we niet Zijn engelen zijn.
In de pijn die Jezus ons zendt,
lijkt het dat Hij ons de kelk stuurt waarin we de vruchten van die pijn moeten
plaatsen. Deze pijn, geleden in liefde en berusting, zal een zeer zoete nectar
zijn voor Jezus. In elke pijn zullen we zeggen: Jezus roept ons bij Hem om
Zijn engel te zijn. Hij wil ons comfort, dus laat Hij ons delen in Zijn pijnen.
Mijn liefste, Jezus, in mijn
pijn zoek ik naar uw Hart om te rusten, en in uw pijnen wil ik U onderdak geven
met mijn pijn, zodat we ze kunnen ruilen, en ik kan je troostende engel zijn.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U uit.
Amen.
24 uur van Jezus Lijden Luisa Piccarreta
6de uur : van 22 tot 23 uur op witte
donderdag
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
Tweede uur van de doodsstrijd in de Tuin van
Gethsemane
O mijn lieve Jezus, er is reeds een uur verstreken sinds je
naar deze Tuin bent gekomen. Liefde nam de voorrang boven alles, waardoor U alles
in één keer te lijden krijgt, alles waar de beulen U voor laten lijden
gedurende het hele verloop van uw bitter Lijden. Meer zelfs, Liefde compenseert
het, en bereikt het punt om U te doen lijden wat ze U niet kunnen aandoen, in
de meest innerlijke delen van uw Goddelijke Persoon.
O mijn Jezus, ik zie U nu wankelen in uw voetstappen; maar
toch wilt U lopen. Vertel mij, O mijn Goedheid, waar wilt U heen? Ach, ik
begrijp het. U wilt uw geliefde leerlingen zien. Ook ik wil U vergezellen,
zodat als U wankelt, ik U kan ondersteunen.
Maar, O mijn Jezus, er is nog een bitterheid voor uw Hart:
ze slapen al. En U, die altijd medelijden hebt, roept hen en maakt hen wakker.
Met een vaderlijke liefde raadt U hen aan te waken en te bidden. Dan keert U
terug naar de Tuin, maar U draagt nog een andere wonde in uw Hart. In die wonde
zie ik, O mijn Lieveling, al de wonden van de godgewijde zielen die, omwille
van verleiding, hun gemoedstoestand of gebrek aan versterving, in slaap vallen
in plaats van vooruitgang te boeken in Liefde en in vereniging met U. Ze trekken
zich terug in plaats van zich vast te klampen aan U en te waken en bidden. Hoeveel
medelijden heb ik met U, O hartstochtelijke Minnaar; en ik bied eerherstel aan
U voor alle ondankbaarheid van uw vertrouwelingen. Dit zijn de beledigingen die
uw aanbiddelijk Hart het meest droevig maken, en hun bitterheid is zodanig dat
ze U zinneloos maken.
Maar O Liefde zonder grenzen, uw Liefde die reeds in uw
aderen kookt, overwint en vergeet alles. Ik zie U ter aarde werpen terwijl U
bidt, Uzelf offert, eerherstel biedt en in alles probeert de Vader te
verheerlijken voor de beledigingen die de schepselen Hem hebben aangedaan. Ook
ik, O mijn Jezus, werp mij neer samen met U, en ik wil doen wat U doet.
Maar O Jezus, vreugde van mijn hart, ik zie menigten op
menigten, alle zonden, onze ellende, onze zwakheden, de meest enorme misdaden,
de ernstigste ondankbaarheid op U afkomen, U aanvallen, U verpletteren, U
verwonden. En U? Wat doet U? Het
Bloed dat kookt in uw aderen komt al deze beledigingen en overtredingen tegen,
het doet uw aderen barsten en stroomt eruit in grote stromen; het maakt U
helemaal nat. Het stroomt op de grond, en U geeft Bloed voor al deze
beledigingen en overtredingen leven in ruil voor de dood. Ach Lieveling, tot
welke staat zie ik je ineenkrimpen! U staat op het punt om uw laatste adem uit
te blazen. Oh, mijn Goedheid, mijn lieve Leven, O alstublieft, ga niet dood! Hef
uw gezicht van de grond, die U bevochtigt met uw Allerheiligste Bloed! Kom in mijn armen! Laat me sterven in uw plaats!
Maar ik hoor de bevende en stervende stem van mijn lieve
Jezus, die zegt: Vader, als het mogelijk is, laat deze kelk van Mij wijken;
maar niet Mijn wil, maar Uw wil geschiede.
Het is nu de tweede keer dat ik dit hoor van mijn lieve
Jezus. Maar wat wilt U mij hieruit laten begrijpen? Vader, als het mogelijk is,
laat deze kelk van Mij wijken? O Jezus, alle opstanden van schepselen komen op
U af; U ziet dat Fiat Voluntas Tua (Uw Wil geschiede), wat het leven van elk
schepsel moest zijn, verworpen worden door bijna alle mensen, en in plaats van
leven te vinden, vinden ze de dood. En U wilde leven geven aan hen allen, en
een plechtig eerbetoon geven aan de Vader voor de opstanden van de schepselen
en U herhaalt: Vader, als het mogelijk is, laat deze kelk van Mij wijken: die
zielen, die zich terugtrekken uit Onze Wil, raken verloren. Deze kelk is zeer
bitter voor Mij; maar het is echter niet Mijn wil, maar de Uwe die zal
geschieden.
Maar terwijl U dit zegt, is uw bitterheid zo intens en zo
groot, dat U het uiterste bereikt U verkeert in doodsstrijd en staat op het
punt uw laatste adem uit te blazen.
O mijn Jezus, mijn Goedheid, aangezien U in mijn armen
ligt, wil ook ik mijzelf met U verenigen; ik wil eerherstel bieden en U
troosten voor al de tekortkomingen en zonden die begaan werden tegen Uw
Allerheiligste Wil, en ik bid ook tot U dat ik altijd uw Allerheiligste Wil mag
doen. Moge uw wil mijn adem en mijn lucht zijn. Moge uw wil mijn hartslag, mijn
hart, mijn gedachte, mijn leven en mijn dood zijn.
Maar alstublieft, ga niet dood! Waar moet ik heen zonder U?
Tot wie moet ik mij wenden? Wie
zal mij helpen? Alles zal eindigen voor mij! O alstublieft, laat me
niet alleen, houd me zoals U wil, maar houd mij bij U! Altijd bij U! Moge het
nooit gebeuren dat ik van U gescheiden wordt, zelfs niet voor een ogenblik! Integendeel,
laat me U troosten en eerherstel bieden voor allen, want ik zie dat alle zonden
van welke aard ook, op U wegen.
Daarom kus ik uw heiligste Hoofd, mijn Lieveling. Maar wat
zie ik? Al de kwade gedachten; en u voelt walging voor hen. Voor uw heiligste
Hoofd is elke slechte gedachte een doorn die U bitter prikkelt. Ach, de
doornenkroon die de Joden op U plaatsen kan niet met deze vergeleken worden! Hoeveel
doornenkronen plaatsen de kwade gedachten van schepselen op uw aanbiddelijk
Hoofd, tot het punt dat uw Bloed overall druipt, van uw voorhoofd en van uw
haar! Jezus, ik heb medelijden met U, en zou graag op U zoveel kronen van
glorie willen plaatsen; en om U te troosten, bied ik U alle engelachtige
intelligenties en uw eigen intelligentie, om U een daad van medelijden en
eerherstel voor allen te bieden.
O Jezus, ik kus uw medelijdende ogen, en in hen zie ik al
de slechte blikken van schepselen, die tranen en bloed over uw gezicht doen
stromen. Ik heb medelijden met U, en ik zou graag uw gezicht willen troosten
door voor U alle geneugten te brengen die in de Hemel en op aarde te vinden
zijn door vereniging van liefde met U.
Jezus, mijn Goedheid, ik kus uw heiligste oren. Maar wat
hoor ik? Ik hoor in hen de echo van de gruwelijke godslastering, van
wraakkreten, en van kwaadaardig geroddel. Er is niet één stem die niet
weerklinkt in uw zuivere gehoor. O onverzadigbare Liefde, ik bemin U en ik wil
U troosten door in uw oren alle harmonieën van de Hemel, de zoetste stem van
onze lieve Moeder, de vurige accenten van Magdalena en al de liefhebbende
zielen te laten weerklinken.
Jezus, mijn Leven, ik wil een vuriger kus op uw gezicht,
wiens schoonheid geen gelijke heeft, drukken. Ach, dit is het gezicht waarop de
Engelen hun blik richten, zoals cupidos, voor de grote schoonheid die hen in
vervoering brengt. Maar de schepselen bevuilen het met spuug, slaan, en
vertrappen het onder hun voeten. Mijn Lieveling, hoe durven ze! Ik zou willen
zo hard schreeuwen dat ze op de vlucht gaan! Ik heb medelijden met U, en om
eerherstel te bieden voor dezebeledigingen, ga ik naar de Allerheiligste Drie-eenheid, om een kust te
vragen van de Vader en de H. Geest, en de goddelijke liefkozingen van Hun
scheppende handen. Ik ga ook naar de Hemelse Mama, dat ze mij Haar kussen, de
liefkozingen van Haar moederlijke handen, en Haar diepe aanbidding mag geven;
en ik zal U alles aanbieden, om eerherstel te bieden voor de beledigingen en
overtredingen die uw allerheiligste Gezicht moest ondergaan.
Mijn lieve Goedheid, ik kus uw heiligste mond, verbitterd
door de vreselijke godslasteringen, door de misselijkheid van dronkenschap en
gulzigheid, door obscene toespraken, door slecht gedaan gebed, door slechte
leringen, en door al het kwaad dat de mens doet met zijn tong. Jezus, ik troost
U, en ik wil uw mond van alle bitterheid ontdoen door U al de lofprijzingen van
engelen en het goed gebruik van de tong door vele heilige Christenen aan te
bieden.
Mijn verdrukte Liefde,
ik kus uw nek, en ik zie het beladen met touwen en kettingen, door de
gehechtheden en zonden van de schepselen. Ik troost U en om U te
verzachten bied ik U de onlosmakelijke eenheid van de Goddelijke Personen aan;
en door mij in deze verbintenis te versmelten, strek ik mijn armen naar U uit
en vorm ik een zoete ketting van liefde rond uw nek. Ik wil de touwen van
gehechtheden verwijderen, die U bijna verstikken; en om U te troosten, druk ik
U dicht aan mijn hart.
Goddelijke Burcht, ik kus uw heiligste schouders. Ze zijn
verwond, en ik zie dat uw vlees bijna verscheurd is door de schandalen en de
slechte voorbeelden van de schepselen. Ik troost U, en om U te verachten, bied
ik U uw allerheiligste voorbeelden aan: de voorbeelden van de Koningin Moeder
en deze van alle heiligen. En ik, O mijn Jezus, druk mijn kussen over elk van
deze wonden. Ik wil ze insluiten in de zielen die door schandalen werden
weggerukt uit uw Hart, en ze opnieuw aansluiten bij het vlees van uw
Allerheiligste Mensheid.
Mijn uitgeputte Jezus, ik kus uw borst, dat verwond is door
koelheid, lauwheid, gebrek aan instemming en ondankbaarheid van de schepselen.
Ik troost U en om U te verzachten bied ik U de wederzijdse liefde aan van de
Vader en de H. Geest de perfecte overeenstemming van de Drie Goddelijke
Personen. En mij in uw liefde stortend, O mijn Jezus, wil ik U een schuilplaats
bieden om de nieuwe slagen af te weren die door de zonden van de schepselen
worden veroorzaakt. En als ik uw liefde neem, wil ik hen ermee verwonden, zodat
ze U nooit meer durven beledigen. En
ik wil de liefde op uw borst gieten, om U te troosten en te genezen.
Mijn Jezus, ik uw scheppende handen. Ik zie alle slechte
daden van de schepselen die zoals vele nagels uw allerheiligste handen
doorboren. Daarom blijf je doorstoken, niet met drie nagels, zoals op het
Kruis, maar met evenveel nagels als slechte werken die de schepselen plegen. Ik
troost U en om U te verzachten, bied ik U al de heilige werken aan en de moed
van de martelaren die hun bloed en leven geven uit liefde voor U. Kortom, O
mijn Jezus, zou ik U willen alle goede werken aanbieden, om de vele nagels van
de slechte werken te verwijderen.
O Jezus, ik kus uw heiligste voeten, die altijd
onvermoeibaar zijn in het zoeken naar zielen. In hen sluit U alle stappen van
de schepselen in; maar U voet dat velen van hen weglopen, en U zou hen willen
stoppen. Bij elk van hun kwade stappen, voelt U een nagel in U gedreven worden,
en U wil hun nagels gebruiken om hen aan uw liefde te spijkeren; en de moeite die
U doet om hen op uw liefde te spijkeren is zo intens en zo groot, dat U
helemaal beeft. Mijn God en mijn Goedheid, ik heb medelijden met U en om U te
troosten bied ik U de stappen van de goede gelovigen en alle trouwe zielen aan,
die hun leven blootstellen om zielen te redden.
O Jezus, ik kus uw Hart. U blijft in doodsstrijd, niet om
wat de Joden U zullen laten lijden, maar voor de pijn die al de beledigingen
van de schepselen veroorzaken.
In deze uren wil U voorrang geven aan liefde, de tweede
plaats aan alle zonden, die U uitboet en eerherstel voor biedt. U verheerlijkt door
uw doodsstrijd ook de Vader en verzacht de Goddelijke Gerechtigheid. En als
laatste biedt U eerherstel voor de Joden. Op deze manier laat U zien dat het
Lijden dat de Joden U laten lijden niets is vergeleken met het dubbele, bittere
lijden dat liefde en zonde U doen lijden. En daarom zie ik dat alles
geconcentreerd is in uw Hart: de lans van liefde, de lans van zonde; en U wacht
op de derde lans, deze van de Joden. Uw Hart dat verstikt wordt door liefde,
lijdt gewelddadige bewegingen, ongeduldige stromen van liefde, verlangens die U
verteren, en brandende hartslagen, die leven zouden willen geven aan elk hart.
En het is exact hier, in uw Hart dat U al de pijn voelt die
de schepselen veroorzaken, die met hun slechte verlangens, ongeordende
genegenheden, wereldse hartslagen uitkijken naar andere hartstochten in plaats
van Uw liefde. Jezus, hoeveel lijdt U! Ik zie Uw onmacht, ondergedompeld in de
golven van onze ongerechtigheden. Ik troost U, en ik wil de bitterheid van uw
Hart verzachten, door U de eeuwige zoetheden en liefde van uw lieve Moeder
Maria, evenals deze van al uw ware geliefden aan te bieden.
En nu, O mijn Jezus,
laat mijn arme hart leven krijgen van uw Hart, zodat ik enkel met uw Hart kan
leven; en laat me altijd klaarstaan om U verlichting, troost, eerherstel, een
daad van liefde aan te bieden in elke belediging die U ontvangt, zonder
onderbreking.
Overweging
In het tweede uur in Gethsemane
worden alle zonden uit alle tijden, verleden, heden en toekomst gepresenteerd
voor Jezus, en Hij laadt al deze zonden op Zich om de Vader de volledige eer te
geven. Jezus doet boete, bidt, en voelt al onze gemoedstoestanden in Zijn Hart
zonder op te houden met bidden. Bidden we altijd, in welke stemming we ook zijn
koel, hard, verleid? Geven we Jezus de pijn van onze ziel als eerherstel en
verlichting om Hem volledig na te volgen? En denken we eraan dat elke
gemoedstoestand waarin we verkeren pijn veroorzaakt aan Jezus? We moeten het
Hem geven als Zijn pijn, om Hem te troosten en Hem te verlichten. En indien
mogelijk moeten we tegen Hem zeggen: U hebt teveel geleden. Rust uit, en we zullen in
uw plaats lijden.
Laten we de moed zakken of
blijven we aan de voeten van Jezus zitten vol goede moed, Hem gevend wat we
lijden, zodat Jezus Zijn eigen Mensheid in ons vindt? Wat deed de Mensheid van
Jezus? Zijn wij de Mensheid voor Jezus? Wat
deed de Mensheid van Jezus? Het verheerlijkte Zijn Vader, deed boete en smeekte
om de redding van zielen. En wij doen wij alles in het vooruitzicht van deze
drie intenties van Jezus, zodat we kunnen zeggen: We omsluiten de Mensheid van
Jezus Christus in onszelf?
Hebben we in onze momenten van
duisternis de intentie om het licht van waarheid in anderen te laten schijnen? En
wanneer we vurig bidden, hebben we dan de intentie om het ijs van vele harten,
die gehard zijn door zonde, te smelten?
Mijn Jezus, om U te bemoedigen en te verlossen van de totale uitputting
waarin U zich bevindt, richt ik mij tot de Hemel en maak Uw Goddelijkheid tot
de mijne en plaats ik het om U heen. Ik
wil alle beledigingen van de schepselen van U wegnemen. Ik wil U uw Schoonheid
aanbieden om de lelijkheid van de zonde van U weg te nemen. Ik wil U uw
Heiligheid aanbieden om de gruwel weg te nemen van al de zielen die U een
afkeer doen voelen, omdat zij dood zijn voor genade. Ik wil U uw Vrede
aanbieden om de onenigheden, de opstanden van alle schepselen van U weg te
nemen. Ik wil U uw Harmonieën aanbieden om uw gehoor te verlichten van de
golven van vele boosaardige stemmen. Mijn Jezus, ik wil U zoveel goddelijke
daden van eerherstel aanbieden als er overtredingen zijn tegen U, die U bijna dood
willen. Ik wil U leven geven met uw eigen daden. Vervolgens, O Jezus, wil ik
een golf van uw goddelijkheid op alle schepselen werpen, zodat zij bij uw
goddelijk contact, niet langer U durven te beledigen.
Alleen op deze manier, O Jezus,
zal ik in staat zijn U medelijden te bieden voor al de beledigingen en
overtredingen die U ontvangt van schepselen.
O Jezus, Mijn zoete Leven, moge
mijn gebeden en mijn pijn altijd naar de Hemel opstijgen, om het licht van
genade op allen te laten regenen, en uw Leven in mij op te nemen.
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U uit.
Amen.
tegen elke teleurstelling. Heer
Jezus, moge Uw Verlossend Bloed mij
reinigen, zuiveren, ontsmetten en mij
bevrijden, en mij de genade verlenen
om mijn integriteit in fysieke,
psychische, biologische en geestelijke zin te
bewaren. Amen.
Krachtig Bloed van Verlossing,
bestrijd de vijand in mijn lichaam, geest en ziel (Herhaal deze aanroeping 3
maal, steeds wanneer je hevige aanvallen van de vijand ervaart.)
16 ROZENKRANS VAN DE GOEDE HERDER
Gegeven voor de tijd van verdrukking.
Kruisteken
Geloofsbelijdenis van de Apostelen
Onze Vader
Elk tientje: O goede Herder. Wees
onze toevlucht.
Aan het einde van elke tientje: Ik
ben de Goede Herder en de Goede Herder geeft Zijn leven voor Zijn schapen.
Onze Vader
En herhaal tot de rozenkrans is beëindigd.
Aan het einde van de rozenkrans wordt Psalm 23 gebeden :
De Heer is mijn herder mij zal niets
ontbreken. Hij wijst mij te liggen in grazige weiden, Hij voert mij naar
wateren der rust. Hij behoedt mijn ziel voor verdwalen, Hij leidt mij in
sporen van waarheid getrouw aan zijn naam.
Moest ik gaan door het dal van de schaduw des doods, kwaad zou ik niet vrezen. Want
naast mij gaat Gij, uw stok en uw staf zij doen mij getroost zijn. Een tafel
richt Gij mij aan in het aangezicht van mijn belagers en zalft met olie mijn
hoofd. Mijn beker vloeit over. Zo zijn dan geluk en genade om mijn
schreden al de dagen mijns levens. Verblijven mag ik in het huis van de Heer tot
in lengte van dagen.
Moge de Heer ons zegenen en
beschermen. Toon Uw gezicht en wees ons genadig. Kijk naar ons en verleen ons
vrede. Enoch
Galaten 6:14 Mij moge God er voor
bewaren op iets anders te roemen dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus.
SPECIALE ZEGENING VOOR VOEDSEL
Gebed door Jezus Christus, Onze Heer gegeven.
Ik zegen dit voedsel met de zegen dat
van de Vader, de Zoon en de H. Geest komt in vereniging met de hele schepping.
Amen.
Volledige wapenrusting van Pastor Enoc : deel 5 van de handleiding
8 WOORDEN VAN GOD OM DE AANVALLEN VAN DE VIJAND TE WEERSTAAN
AANVAL VAN DE GEEST VAN :
9 GEBED VAN HET HART EN HET BLOED
VAN DE VERLOSSER
O pantser van het bloed van de
Verlosser. Bescherm me op al mijn geestelijke wegen en veldslagen; bedek mijn
gedachten, krachten en zintuigen met Uw beschermend pantser; bedek mijn lichaam
met Uw macht. Moge de brandende pijlen van de Boze me niet raken, niet in het
lichaam en niet in de ziel; dat het vergif, betovering of occulte mij geen pijn
doen; dat geen geïncarneerde of geestelijke demon mij verstoort; dat Satan en
zijn demonen van het kwaad vluchten bij het zien van het pantser van Uw
beschermend bloed. Bevrijd mij van alle kwaad en gevaar, glorierijk bloed van
de Verlosser, zodat ik mijn missie kan vervullen die aan mij werd toevertrouwd
en dat ik God kan verheerlijken. Ik wijd mezelf aan U toe en ik wijd ook mijn
gezin toe aan de kracht van Uw verlossend bloed. O mijn goede Jezus, bevrijd
mij en mijn gezin, en al mijn geliefden van alle kwaad en gevaar. Amen.
10 KLEIN EXORCISME GEBED TEGEN
SATAN EN DE GEVALLEN ENGELEN VAN PAUS LEO XIII 1898
DIT
GEBED MOET GEBEDEN WORDEN DOOR EEN PRIESTER
+ In de Naam van de Vader, en de
Zoon, en de Heilige Geest. Amen.
Psalm 68:2-3 God verrijst - zijn vijanden verstuiven, voor zijn
aanblik vlieden zijn haters. Zoals rook verwaait op de wind, zoals was
wegsmelt voor het vuur, zo vergaan voor Gods aanblik de duisteren.
Psalm 35:1-10
Bevecht, Heer, die mij bevechten, voer met mijn
bestrijders de strijd; grijp wapenrusting en rondas, verrijs om mij
bijstand te bieden. Hanteer de lans en de strijdbijl als Gij mijn
vervolgers genaakt. Zeg mij: 'Ik ontzet u, Ikzelf.' En beschaamd zullen worden,
vernederd, die het hadden gemunt op mijn leven, vertrekken met schade en
schande die uit zijn geweest op mijn ongeluk. Laat hen worden als kaf in de
wind - en de engel Gods die hen voortjaagt. Donker zij hun weg, langs de
steilten - en de engel Gods die hen vervolgt. Niets misdeed ik - zij
spanden hun netten, niets misdeed ik - men groef mij een kuil: straks
treft hen het onvoorzien onheil, vangt het net dat zij spanden henzelf; straks
heeft hun val zich voltrokken. Dan geldt mijn jubel in de Heer, mijn vervoering
in Hem, de Bevrijder. Uit mijn hart mag ik het belijden: 'wie is, O Heer,
gelijk Gij, Gij die de verdrukte verlost van wie zijn overmacht over hem botviert,
de arme verlost van wie hem besteelt?'
Glorie zij de Vader, de Zoon en de
H. Geest, zoals het was in het begin, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
Heilige Aartsengel
Michaël, Glorierijke aanvoerder van de hemelse legerscharen, bescherm en
verdedig ons in de strijd tegen de heerschappijen en machten, tegen de
wereldbeheersers van de duisternis, tegen de boze geesten verspreid in de lucht.
(Ef 6:12) Kom de mensen te hulp, welke God tot een onvergankelijk leven heeft
geschapen naar Zijn Beeld en Gelijkenis (Wijsh 2:23) en tegen een hoge prijs
vrijkocht (1 Kor 6:20) van de tirannie van de duivel.
Met de legerscharen van
goede engelen, vecht vandaag de veldslagen van de Heer, zoals u eens tegen
Lucifer vocht, die de leider is van hoogmoed en tegen zijn gevallen engelen. Maar
zij hielden geen stand en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. En
de grote draak werd neergeworpen, de oude slang, die Duivel en Satan heet, die
de hele wereld verleidt; neergeworpen werd hij op de aarde en zijn engelen met
hem. (Openb 12:8-9)
Zie, de oude vijand en moordenaar
is opgestaan met heftigheid. En geen wonder: de satan zelf vermomt zich als een
engel van het licht (2 Kor 11:14) en met zijn gevolg van alle boze geesten
omringt hij de hele aarde en valt de aarde binnen. Hij sluipt overal binnen, met
de bedoeling de Naam van God en van Christus te verwijderen, om de zielen die
voorbestemd zijn voor de kroon van eeuwige glorie te grijpen, te vernietigen en
hen voor eeuwig verloren te doen gaan. Zoals de meest onreine stortvloed, stort
de boze draak over de mensen met een verdorven geest en een bedorven hart, het
vergif van hun kwaad: de geest van leugens, goddeloosheid, godslastering; de
dodelijke adem van lust, van alle ondeugden en ongerechtigheden.
De sluwste vijanden hebben de Kerk
met bitterheid vervuld, de Vrouw van het Onbevlekte Lam. Ze hebben haar absint
te drinken gegeven, hebben hun goddeloze handen op alles gelegd dat voor haar
het meest dierbaar is. Waar de Troon van de H. Petrus is, de Zetel van Waarheid
als licht voor de naties. Ze hebben daar de Troon van de gruwel van
goddeloosheid opgericht, zodat de Herder is geslagen en de kudde is verspreid.
O onoverwinnelijke Krijgsheer, help de mensen van God tegen de perversiteit van
de geesten die hen aanvallen en schenk hen de overwinning.
De Kerk vereert U als
patroon en bewaker. U, die de glorierijke verdediger bent tegen de schadelijke
aardse en helse machten. God vertrouwt aan uw hoede de zielen toe van de
verlosten die Hij roept tot de hemelse heerlijkheid. Bid tot de God van vrede,
dat Hij de satan verplettert onder onze voeten, zodat hij niet langer in staat
is de mensen gevangen en gebonden te houden, en de Kerk schade toe te brengen.
Bied onze gebeden aan voor het Aanschijn van de Allerhoogste, opdat de
barmhartigheden des Heren ons spoedig te hulp snellen (Ps 79:8) en gij de
draak, de oude slang, de duivel en satan wordt genoemd, mag grijpen, en ketenen.
Werp hem in de afgrond, zodat hij de volkeren nooit meer kan verleiden (Openb
20).
Wij gaan over tot het
exorcisme, en steunen daarbij op het gezag van onze Heilige Moeder, de Kerk. We
gaan de aanvallen van duivels bedrog bestrijden, na ons eerst te bedekken onder
het Heilig Bloed van het Goddelijk Lam, dat overwon. We zijn vol vertrouwen in
de Naam van Jezus Christus, die onze Heer en God is. Zie het Kruis van de Heer,
die de vijandelijke machten doet vluchten.
V. De Leeuw van de stam van Juda, de wortel van David, heeft overwonnen.
A. Heer, laat Uw
barmhartigheid over ons komen.
R. Zoals we van U
verwachten.
A. Heer, aanhoor ons
gebed.
V. En onze smeekbede komt
tot U.
De Heer is met U.
A.En met Uw geest.
Laat ons bidden. God en
Vader van Onze Heer Jezus Christus, we aanroepen Uw Heilige Naam en smeken om
Uw genade, door de voorspraak van de Onbevlekte, immer Maagd zijnde Moeder van
God, Maria, van de Heilige Aartsengel Michaël, van de Heilige Jozef, Echtgenoot
van de Allerheiligste Maagd, van de Heilige Apostelen Petrus en Paulus en van
alle Heiligen, om ons te helpen tegen Satan en al de onreine geesten die
ronddwalen op de wereld om de mensen te treffen en voor de vernietiging van
zielen. Amen.
Exorcisme:
Wij drijven u uit, ieder
onzuivere geest, elke satanische macht, elke aanval van de helse tegenstander,
elke heirschaar, elke verzameling en samenscholing van duivels: in de Naam
en de kracht van onze Heer Jezus Christus, + zij uitgerukt en vlucht
weg van de Kerk van God, van de mensen die geschapen werden naar het beeld van
God en verlost door het kostbare Bloed van het goddelijke Lam. +
Waag het niet verder, zeer sluwe slang, het menselijk geslacht te bedriegen, de
Kerk van God te vervolgen en Gods uitverkorenen door elkaar te schudden en te
zeven als tarwe.+
Moge de allerhoogste God
je Zijn macht doen gevoelen + Hij, aan Wie je in je grote hoogmoed
nog steeds verbeeld gelijk te zijn; Hij, die wilt dat alle mensen gered
worden en tot de kennis der waarheid geraken (1 Tim 2:4). Moge je bevelen
God de Vader, + moge je bevelen God de Zoon, + moge je
bevelen God de Heilige Geest + Moge je Zijn macht doen gevoelen Jezus
Christus, het eeuwige Woord van God dat vlees is geworden om het verloren geslacht
te redden + dat door jouw jaloezie verloren ging, Zichzelf
vernederd heeft, gehoorzaam wordend tot in de dood, de dood aan het kruis (Filipp
2:8), die Zijn Kerk gebouwd heeft op een stevige steenrots en die gezegd heeft
dat de poorten der hel haar nooit zouden overwinnen, en dat Hij met haar zou
zijn, alle dagen, tot aan de voleinding der eeuwen (Matt 28:20). Moge
het geheimenisvolle heilsmiddel dat het Kruis is, + en de kracht van
alle geheimen van het christelijk geloof + je hun macht doen
ervaren.
Moge je de verheven Maagd
en Moeder Gods Maria, die je aller hoogmoedigste kop vanaf het eerste moment
van Haar Onbevlekte Ontvangenis door Haar nederigheid vertrapt heeft, haar
macht doen gevoelen. + Moge je de kracht ervaren van het geloof van
de Heilige apostelen Petrus en Paulus en van de overige apostelen. + Moge je de
macht gevoelen van het bloed van de H. Stephanus en alle andere martelaren +
en de toegewijde voorspraak van alle Heiligen.+
Aldus, vervloekte draak en
elke duivelse legermacht: wij bezweren je door God, + door de
levende God,+ door de ware God,+ door de
Heilige God die zozeer de wereld liefhad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon
heeft gegeven, opdat ieder, die in Hem gelooft, niet verloren zou gaan, maar
het eeuwige leven zou hebben (Joh 3:16). Hou op met bedriegen van de
menselijke schepselen, en met het aanreiken aan hen van het vergif van de
eeuwige ondergang; hou op met schade toebrengen aan de Kerk en het zetten van
valstrikken aan haar vrijheid. Ga heen, satan, uitvinder van en meester in elke
vorm van bedrog, vijand van het heil der mensen.
Maak plaats
voor Jezus Christus, in Wie je niets van je werken hebt aangetroffen; maak
plaats voor de éne, heilige, katholieke en apostolische Kerk, die Christus Zich
door Zijn Bloed heeft verworven. Verneder je voor de machtige hand van God,
sidder en vlucht weg als wij de heilige en vreeswekkende Naam
van JEZUS aanroepen, waarvoor de hel beeft, aan Wie de hemelse
Machten en Krachten en Heerschappijen onderworpen zijn, welke de Cherubijnen en
Serafijnen onvermoeibaar toejuichen terwijl zij zingen: Heilig, heilig, heilig
is de Heer der heerscharen!
V. Heer, verhoor ons
gebed.
R. En ons roepen
stijgt tot U op!
V. De Heer zal bij u
zijn.
R. En met uw geest.
Laten wij bidden: God van
de Hemel, God van de aarde, God van de Engelen, God van de Aartsengelen, God van
de Aartsvaders, God van de Profeten, God van de Apostelen, God van de Martelaren,
God van de Biechtvaders, God van de Maagden, God die de macht heeft om leven te
schenken na de dood, rust na de arbeid: want er is geen God behalve U, noch
kan er één zijn tenzij Gij, de Schepper van al het zichtbare en onzichtbare,
Wiens heerschappij geen einde zal kennen: nederig smeken wij tot de
Heerlijkheid van Uw Glorie, of Gij U wilt gewaardigen ons op machtige wijze te
bevrijden van en onverlet te bewaren voor elke macht van helse geesten, voor
elke valstrik, elk bedrog en boosheid, en elke plagerij. Door Christus, onze
Heer. Amen
Van alle listen van de
duivel, bevrijdt ons, Heer!
Dat Gij Uw Kerk wilt
verlenen U in vrijheid en veilig te mogen dienen.
Wij vragen U, verhoor ons.
Dat Gij de vijanden van Uw
Kerk gewaardigt te vernederen en onschadelijk te maken.
Wij vragen U, verhoor ons.
Dat Gij elke wraakactie
van de helse tegenstander wilt verijdelen.
Wij vragen U, verhoor ons.
Dat Gij ons, door de
kracht en de inwoning van de Heilige Geest zodanig wilt maken tot onneembare
vestingen, dat de vijand elke lust om ons te naderen zal vergaan.
Wij bidden U, verhoor ons.
(De plaats en degenen die aanwezig
zijn besprenkelen met wijwater.)
Wees mij indachtig en zie op mij
neer. Straf mij niet om wat ikzelf en mijn voorvaderen bewust of onbewust tegen
U misdaan hebben. (Tobit 3:3)
Volledige wapenrusting van Pastor Enoc : deel 4 van de handleiding
LITANIE VAN HET KOSTBAAR BLOED VAN JEZUS CHRISTUS
Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over
ons.
Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.
Christus, hoor ons. Christus, hoor vol genade naar
ons.
Hemelse Vader God, ontferm U over ons.
God de Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over
ons.
God de H. Geest, ontferm U over ons.
H. Drie-eenheid, 1 God, ontferm U over ons.
V. O KOSTBAAR BLOED VAN JEZUS CHRISTUS, BLOED VAN
REDDING!
A. RED ONS EN DE HELE WERELD!
Oceaan van het Bloed van Jezus Christus, bevrijd ons.
Bloed van Jezus Christus, vol heiligheid en
medelijden, bevrijd ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, onze kracht,
bevrijd ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, eeuwig verbond,
bevrijd ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, fundament van het
christelijk geloof, bevrijd ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, wapenrusting van
God, bevrijd ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, goddelijke
naastenliefde, bevrijd ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, gesel van demonen,
bevrijd ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, hulp van hen die
gebonden, bevrijd ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, heilige wijn,
bevrijd ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, kracht van
christenen, bevrijd ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, verdediger van de
katholieke kracht, bevrijd ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, waarachtig
christelijk geloof, bevrijd ons.
KOSTBAAR BLOED VAN JEZUS CHRISTUS, GENEZEND BLOED, RED
ONS!
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, zalvend bloed, red
ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, kracht van de
kinderen van God, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, bevelhebber van de
Christelijke strijders, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, Bloed van
opstanding, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, drank van de
engelen van de Hemel, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, troost van God de
Vader, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, kracht van de H.
Geest, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, besnijdenis van de
heidenen, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, vrede van de
wereld, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, licht van Hemel en
aarde, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, regenboog in de
Hemel, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, hoop van
onschuldige kinderen, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, het Woord van God
in onze harten, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, Hemels wapen, red
ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, goddelijke
wijsheid, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, stichting van de
wereld, red ons.
Kostbaar Bloed van Jezus Christus, genade van de
Vader, red ons.
V. O Kostbaar Bloed van Jezus Christus. A. Was de
zonden van de wereld weg.
V. O Kostbaar Bloed van Jezus Christus. A. Zuiver de
wereld.
V. O Kostbaar Bloed van Jezus Christus. A. Leer ons
hoe we Jezus kunnen troosten.
Gebed: O Kostbaar Bloed, onze redding, we geloven, we
hopen en we vertrouwen op U. Bevrijd allen die in handen zijn van heidense
geesten.
Bescherm de stervenden tegen de werken van boze
geesten en verwelkom hen in eeuwige glorie. Heb medelijden met de wereld, en geef
ons kracht om het Heilig Hart van Jezus te aanbidden en te troosten. Wij
aanbidden U, O Kostbaar Bloed van genade. Amen.
3 keer : O Kostbaar Bloed van Jezus Christus, genees
de wonden in het Allerheiligste Hart van Jezus!
TOEWIJDING AAN HET
KOSTBARE BLOED VAN JEZUS CHRISTUS (Bid en overweg
dagelijks)
Bewust van mijn nietigheid en van Uw verhevenheid,
genadevolle Verlosser, werp ik mij neer voor Uw voeten en dank ik U voor de
genade die U mij, een ondankbaar schepsel hebt betoond.
Ik dank U vooral voor mijn bevrijding, door Uw
Kostbaar Bloed, van de vernietigende kracht van Satan.
In het bijzijn van mijn lieve Moeder Maria, mijn
Beschermengel, mijn Patroonheilige en van het hele Hemels hof, wijd ik mij vrijwillig
toe en met een oprecht hart aan U, O dierbaarste Jezus. Kostbaar Bloed, waarmee
U de wereld van de zonde hebt verlost, en van de dood en de Hel.
Ik beloof U, met de hulp van Uw genade en mijn
grootste inspanningen, de toewijding aan Uw Kostbaar Bloed te bevorderen en verspreiden,
zodat Uw aanbiddelijk Bloed geëerd kan worden en verheerlijkt door iedereen. Uw
Kostbaar Bloed die de prijs is van onze verlossing.
Op deze manier wil ik mijn gebrek aan trouw jegens Uw
Kostbaar Bloed van Liefde herstellen, en bied ik U eerherstel voor de vele
beledigingen en heiligschennissen die de mensen begaan tegen de Kostbare Prijs
van hun redding. O als mijn eigen zonden, mijn koelheid en al mijn respectloze
daden die ik tegen U heb gepleegd, O Heilige en Kostbaar Bloed, wis ze dan.
Zie, lieve Jezus, ik bied U liefde, eer en aanbidding
net zoals Uw Heilige Moeder, Uw trouwe discipelen en alle Heiligen U hebben
aangeboden. Ik vraag U om mij te vergeven voor mijn gebrek aan geloof en
koelheid in het verleden, en vergeef iedereen die U beledigt.
O goddelijke Redder! Besprenkel mij en alle mensen met
Uw Kostbaar Bloed, zodat we van nu af met heel ons hart van U mogen houden, O
gekruisigde Liefde, en dat we waardig de prijs van onze redding mogen vereren!
Amen.
Volledige wapenrusting van Pastor Enoc : deel 3 van de handleiding
De officiële zeven deugden :
Wijsheid
Rechtvaardigheid
Matigheid
Moed
Geloof
Hoop
Naastenliefde
De vijf gevolgen van
hoogmoed :
Verwaandheid
Ambitie
Minachting voor anderen
Woede/wraak/wrok
Koppigheid
Negen manieren om
medeplichtig te zijn aan andermans zonden :
A Heb ik ooit anderen laten zondigen?
B Heb ik ooit meegewerkt aan de zonden van iemand
anders?
1 Door raad te geven
2 Door te leiden
3 Door toestemming te geven
4 Door te veroorzaken
5 Door te vleien
6 Door te verbergen
7 Door te delen
8 Door te zwijgen
9 Door het kwade te verdedigen
De vier zonden die tot
de Hemel roepen om vergelding :
1 Vrijwillige moord
2 De zonde van homoseksualiteit of lesbianisme
3 De onderdrukking van de armen, wezen en weduwen
4 Het eerlijke loon niet geven aan degene die werkt
De vijf geboden van de
Kerk :
1 Deelnemen aan de H. Eucharistie op zondagen en verplichte
feestdagen (Hemelvaart, Maria-Tenhemelopneming, Allerheiligen, Kerstmis, Maria Moeder
van God)
2 Op de door de Kerk vastgestelde dagen zich onthouden
van het eten van vlees op boetedagen : elke vrijdag in heel het jaar, en de
hele veertigdagentijd. Vasten onderhouden (alleen water en brood) op vastendagen
: Aswoensdag en Goede Vrijdag. In Medjugorje vraagt de H. Maagd Maria vasten te
onderhouden (alleen water en brood) op alle woensdagen en alle vrijdagen in het
hele jaar.
3 Minstens 1 keer per jaar biechten (Maar wie zich
bewust is van een doodzonden die niet door de Biecht is vergeven, kan de H.
Communie niet ontvangen. Bovendien moet hij 1 uur voorafgaand aan het ontvangen
van de H. Communie niets gegeten of gedronken hebben, behalve water of
medicijnen.)
4 De H. Eucharistie bijwonen en de H. Communie
ontvangen, tenminste in de Paastijd
5 Helpen voorzien in de noden van de Kerk
En ook :
Heb ik de wetten van de Kerk over het huwelijk in acht
genomen, met betrekking van het huwelijk in aanwezigheid van een priester, of
een huwelijk van een katholiek met een niet-katholiek persoon?
De vijf godslasteringen
tegen het Onbevlekt Hart van Maria :
1 Heb ik de Onbevlekte Ontvangenis gelasterd? Heb ik
de eeuwige maagdelijkheid van OLVrouw gelasterd?
2 Heb ik Haar Heilige beeltenis gelasterd of
aangetast?
3 Lasterde ik tegen het Goddelijk Moederschap van
OLVrouw?
4 Heb ik OLVrouw niet als Moeder van alle mensen
erkend?
5 Heb ik in het openbaar geprobeerd verdeeldheid,
minachting, haat en twijfel te zaaien in verband met de H. Onbevlekte Maagd
Maria?
Als laatste, een zeer
zware heiligschennis : Heb ik de H. Communie in een staat
van doodzonde ontvangen? (zie bij geboden van de Kerk)
5 WEES IN STAAT VAN GENADE (REGELMATIGE BIECHT EN
REGELMATIGE H. COMMUNIE)
6 GEESTELIJKE COMMUNIE (ZOVEEL MOGELIJK BIDDEN)
O Bloed van Jezus Christus, ik aanbid U in Uw
Eucharistische aanwezigheid op het altaar! Ik geloof in Uw kracht en goedheid.
Dring mijn ziel binnen en zuiver het in mijn hart, ontsteek mijn hart. Kostbaar
Bloed van Jezus, werkelijk aanwezig in de Heilige Hostie, verlicht mijn
intelligentie, neem bezit van mijn geest, stroom altijd in mijn aderen, dien Uw
goddelijke zalving toe aan al mijn zintuigen. Moge mijn hart alleen slaan voor
Uw glorie en laat mijn lippen U prijzen voor altijd. Amen.
(Geestelijke communie, 3 keer bidden, zal dienen als
geestelijk voedsel voor de dagen van zuivering wanneer je de geconsacreerde
hostie niet kunt ontvangen.)
7 ROZENKRANS AAN HET KOSTBARE BLOED VAN ONZE HEER
JEZUS CHRISTUS
Aan de crucifix : In naam van de Vader, en van de Zoon
en van de H. Geest. Amen.
Gebed tot de H. Geest : Kom Heilige Geest, vervul de
harten van Uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van Uw liefde. Stuur Uw
Geest en alles zal worden geschapen. En U zult het aangezicht van de aarde
vernieuwen.
Laten we bidden: O God, dat U de harten van de
gelovigen onderwijst met het licht van de H. Geest, schenk ons een levendige
Geest en laat ons leiden en leren rechtvaardig handelen door diezelfde Geest. Laten
we genieten van het Goede en Zijn goddelijke vertroostingen. Door Christus,
onze Heer. Amen.
Apostolische geloofsbelijdenis : Ik geloof in God, de
Almachtige Vader
(Het hoofd buigen) Moge het kostbare Bloed dat
voortkomt uit het H. Hoofd van Onze Heer Jezus Christus, Tempel van de
Goddelijke Wijsheid, Tabernakel van goddelijke kennis en licht van Hemel en
aarde, ons nu en altijd bedekken! Amen.
V. O Kostbaar Bloed van Jezus Christus!
A. Genees de wonden in het Heiligste Hart van Jezus!
Grote kraal : Onze Vader
Drie kleine kralen : 3 keer Weesgegroet , Glorie zij
de Vader
Grote kraal : (het hoofd buigen) Moge het kostbare
Bloed dat voortkomt uit het H. Hoofd van Onze Heer Jezus Christus, Tempel van
de Goddelijke Wijsheid, Tabernakel van goddelijke kennis en licht van Hemel en
aarde, ons nu en altijd bedekken! Amen.
Eerste geheim :
De rechterhand van Onze Heer Jezus Christus is genageld.
Gebed : Voor de kostbare pijn van Uw rechterhand en
voor de pijn veroorzaakt door de nagel die Uw hand doorboorde, het kostbare
bloed dat eruit stroomde, red de zondaars van de hele wereld en bekeer alle
zielen! Amen.
V. O Kostbaar Bloed van Jezus Christus!
A. Genees de wonden in het Heiligste Hart van Jezus!
Onze Vader - Weesgegroet
Twaalf kleine kralen : 12 keer V. Kostbaar Bloed van
Jezus Christus! A. Red ons en de hele wereld!
Glorie zij de Vader
Grote kraal : (het hoofd buigen) Moge het kostbare
Bloed dat voortkomt uit het H. Hoofd van Onze Heer Jezus Christus, Tempel van
de Goddelijke Wijsheid, Tabernakel van goddelijke kennis en licht van Hemel en
aarde, ons nu en altijd bedekken! Amen.
Tweede geheim :
De linkerhand van Onze Heer Jezus Christus is genageld.
Gebed : Voor de kostbare pijn van Uw linkerhand en
voor de pijn veroorzaakt door de nagel die Uw hand doorboorde, het kostbare
bloed dat eruit stroomde, red de zielen van het vagevuur en bescherm de
stervenden van de aanvallen van Helse geesten! Amen.
V. O Kostbaar Bloed van Jezus Christus!
A. Genees de wonden in het Heiligste Hart van Jezus!
Onze Vader - Weesgegroet
Twaalf kleine kralen : 12 keer V. Kostbaar Bloed van
Jezus Christus! A. Red ons en de hele wereld!
Glorie zij de Vader
Grote kraal : (het hoofd buigen) Moge het kostbare
Bloed dat voortkomt uit het H. Hoofd van Onze Heer Jezus Christus, Tempel van
de Goddelijke Wijsheid, Tabernakel van goddelijke kennis en licht van Hemel en
aarde, ons nu en altijd bedekken! Amen.
Derde geheim :
De rechtervoet van Onze Heer Jezus Christus is genageld.
Gebed : Voor de kostbare pijn van Uw rechtervoet en
voor de pijn veroorzaakt door de nagel die Uw voet doorboorde, het kostbare
bloed dat eruit stroomde, bedek de fundamenten van de Katholieke Kerk tegen de
plannen van het verborgen duivels koninkrijk en de goddeloze mensen! Amen.
V. O Kostbaar Bloed van Jezus Christus!
A. Genees de wonden in het Heiligste Hart van Jezus!
Onze Vader - Weesgegroet
Twaalf kleine kralen : 12 keer V. Kostbaar Bloed van
Jezus Christus! A. Red ons en de hele wereld!
Glorie zij de Vader
Grote kraal : (het hoofd buigen) Moge het kostbare
Bloed dat voortkomt uit het H. Hoofd van Onze Heer Jezus Christus, Tempel van
de Goddelijke Wijsheid, Tabernakel van goddelijke kennis en licht van Hemel en
aarde, ons nu en altijd bedekken! Amen.
Vierde geheim :
De linkervoet van Onze Heer Jezus Christus is genageld.
Gebed : Voor de kostbare pijn van Uw linkervoet en
voor de pijn veroorzaakt door de nagel die Uw voet doorboorde, het kostbare
bloed dat eruit stroomde, bescherm ons op alle manieren tegen de plannen en
aanvallen van boze geesten en hun agenten! Amen.
V. O Kostbaar Bloed van Jezus Christus!
A. Genees de wonden in het Heiligste Hart van Jezus!
Onze Vader - Weesgegroet
Twaalf kleine kralen : 12 keer V. Kostbaar Bloed van
Jezus Christus! A. Red ons en de hele wereld!
Glorie zij de Vader
Grote kraal : (het hoofd buigen) Moge het kostbare
Bloed dat voortkomt uit het H. Hoofd van Onze Heer Jezus Christus, Tempel van
de Goddelijke Wijsheid, Tabernakel van goddelijke kennis en licht van Hemel en
aarde, ons nu en altijd bedekken! Amen.
Vijfde geheim :
De Heilige zijde van Onze Heer Jezus Christus is doorboord.
Gebed : Voor de kostbare pijn van Uw heilige zijde en
voor de pijn veroorzaakt door de lans die Uw zijde heeft doorboord, het
kostbare bloed en water dat eruit stroomde, het geneest de zieken, wekt de
doden weer te leven, lost onze huidige problemen op en toont ons de weg naar
onze God en naar de eeuwige glorie! Amen.
V. O Kostbaar Bloed van Jezus Christus!
A. Genees de wonden in het Heiligste Hart van Jezus!
Onze Vader - Weesgegroet
Twaalf kleine kralen : 12 keer V. Kostbaar Bloed van
Jezus Christus! A. Red ons en de hele wereld!
Glorie zij de Vader
Grote kraal : (het hoofd buigen) Moge het kostbare
Bloed dat voortkomt uit het H. Hoofd van Onze Heer Jezus Christus, Tempel van
de Goddelijke Wijsheid, Tabernakel van goddelijke kennis en licht van Hemel en
aarde, ons nu en altijd bedekken! Amen.
3 keer : V. O Kostbaar Bloed van Jezus Christus! A. Genees
de wonden in het Heiligste Hart van Jezus!
Salve Regina : Wees gegroet,
Koningin, Moeder van barmhartigheid, ons leven, onze zoetheid, onze hoop, wees
gegroet.
Tot U roepen wij, bannelingen, kinderen van Eva.
Tot U verzuchten wij, klagend en wenend in dit tranendal.
Welaan dan, onze Middelares, sla Uw barmhartige ogen op ons.
En toon ons, na deze ballingschap, Jezus, de gezegende vrucht van Uw Lichaam.
O genadige, o meedogende, o zoete Maagd Maria.
Bid voor ons, Heilige Moeder Gods.
Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
Laat ons bidden: Wij smeken U, o God onze Heer,
voortdurend de gezondheid van ziel en lichaam aan uw dienaren te
geven, opdat zij door de glorierijke voorspraak der allerzaligste Maagd
Maria, bevrijd blijven van de tegenwoordige beproevingen en eens het eeuwig
geluk mogen genieten. Door Christus onze
Heer. Amen.
Laten we bidden : O Kostbaar
Bloed van Jezus Christus, we vereren U, we prijzen U en wij aanbidden U voor uw
verlossingswerk van het eeuwig verbond dat vrede brengt aan de mensheid. Genees
de wonden in het Allerheiligste Hart van Jezus. Troost de Almachtige Vader op
Zijn troon, en was de zonden weg van de hele wereld. Mogen allen U aanbidden, O
Kostbaar Bloed, ontferm U over ons. Amen.
Allerheiligste Hart van Jezus, ontferm U over ons.
Onbevlekt Hart van Maria, bid voor ons.
H. Jozef, Marias echtgenoot, bid voor ons.
H. Petrus en H. Paulus, bid voor ons.
H. Johannes aan de voet van het Kruis, bid voor ons.
H. Maria van Magdalena, bid voor ons.
Al de gebedsstrijders en bemiddelaars van de Hemel,
bid voor ons.
Al de grote Heiligen van Onze Heer, bid voor ons.
Al de Hemelse Engelenlegioenen van Maria, bid voor
ons.
Volledige wapenrusting van Pastor Enoc : deel 2 van de handleiding
4 HET VOLGEN VAN GODS GEBODEN (DOE ALLE AVONDEN EEN
GEWETENSONDERZOEK OM EEN GOEDE BIECHT TE DOEN)
GEWETENSONDERZOEK
Eerste gebod: Ik
ben de Heer, Uw God. U zult geen vreemde goden vóór Mij vereren. (waaronder ook
de zonden tegen geloof, hoop en naastenliefde)
BOVENAL BEMIN 1 GOD
1 Volg ik het geloof zoals de Katechismus het leert,
zoals de geloofsbelijdenis van de Apostelen het leert, zoals de Tien Geboden
het leren, zoals de 7 Sacramenten het leren, zoals het Onze Vader het leert
enz.?
2 Heb ik ooit bewust de leer van de Kerk ontkent of
overtreden (de traditionele leer van de Kerk)?
3 Heb ik deelgenomen aan een niet-katholieke
eredienst?
4 Ben ik lid van een niet-katholieke religieuze organisatie,
een geheim genootschap of een anti-katholieke groep?
5 Heb ik ooit ketterse, godslasterlijke of
anti-katholieke literatuur, kranten, websites, magazines gelezen?
9 Heb ik trouw mijn dagelijkse gebeden en overweging
gedaan?
10 Heb ik de Sacramenten op enigerlei wijze misbruikt?
Heb ik de Sacramenten oneerbiedig ontvangen, zoals bijvoorbeeld de communie in
de hand en zonder knielen ontvangen?
11 Heb ik God, OLVrouw, de Heiligen, de Kerk, de
Sacramenten of iets heiligs verandert (voorbeeld: de verandering van de
consecratiewoorden in de H. Eucharistie, het oorspronkelijk Onze Vader gebed
verandert)?
12 Heb ik me schuldig gemaakt aan grote
oneerbiedigheid voor de Kerk, zoals bijvoorbeeld in gesprekken, gedrag of op de
manier waarop ik was gekleed?
13 Ben ik onverschillig voor mijn katholiek geloof
geworden, ben ik in de valse overtuiging dat alle religies hetzelfde zijn om
tot God te geraken?
14 Veronderstelde ik valselijk dat ik altijd de genade
van God krijg en altijd gered ben?
15 Heb ik gewanhoopt en getwijfeld aan de genade en
barmhartigheid van God/
16 Heb ik aan God getwijfeld of Hem gehaat?
17 Hecht ik teveel belang aan een persoon, activiteit,
mening of voorwerp?
Tweede gebod:
Je zult de Naam van de Heer, Uw God niet ijdel gebruiken.
ZWEER NIET IJDEL, VLOEK NOCH SPOT
1 Heb ik de naam van God gezworen, vals gebruikt,
onnadenkend gebruikt of in onbelangrijke zaken gebruikt?
2 Heb ik tegen God gelasterd, met God gespot?
3 Heb ik mezelf of een ander persoon vervloekt?
4 Heb ik iemand tot woede aangezet, tot vloeken of
lasteren aangezet?
5 Heb ik een belofte aan God verbroken?
Derde gebod:
Vergeet niet om de zondag heilig te houden.
HEILIG STEEDS DE DAG DES HEREN
1 Heb ik de H. Eucharistie op zondag gemist, of een
feestdag van de Kerk gemist?
2 Kwam ik te laat op de H. Eucharistie of ging ik
eerder weg?
3 Heb ik andere mensen verhinderd om naar de H.
Eucharistie te kunnen gaan?
4 Werd ik bewust afgeleid in de H. Eucharistie?
5 Heb ik op zondag gewerkt, of op een feestdag van de
Kerk gewerkt?
6 Heb ik op zondag of een feestdag van de Kerk
onnodige zaken gekocht of verkocht?
Vierde gebod: Heb
respect voor je ouders.
VADER EN MOEDER ZULT GIJ EREN
1 Was ik ongehoorzaam aan mijn ouders, negeerde ik ze,
verwaarloosde ik ze om hen te helpen bij hun behoeften?
2 Heb ik oneerbiedigheid getoond met betrekking tot
personen in een autoritaire positie?
3 Heb ik priesters of geestelijken beledigd of over
hen geroddeld?
4 Heb ik eerbied voor oudere mensen?
5 Heb ik mijn echtgeno(o)t(e) of kinderen slecht
behandeld?
6 Heb ik mijn echtgeno(o)t(e) gerespecteerd?
Over mijn kinderen:
7 Heb ik je materiële behoeften verwaarloosd?
8 Heb ik mijn kinderen laten dopen (een kind moet
ongeveer een week of tien dagen na de geboorte worden gedoopt), het vormsel
laten toedienen?
9 Heb ik een goede katholieke opvoeding gegeven?
10 Heb ik hen toegestaan dat ze hun katholieke
plichten verwaarlozen?
11 Heb ik toegestaan dat ze bijeen wonen zonder te
trouwen in de nabije toekomst? (een voorbereidende periode van maximum 6 maand
is toegestaan door de H. Alfons van Liguori)
12 Heb ik hen gedisciplineerd wanneer het nodig was?
13 Heb ik hen steeds het goede voorbeeld gegeven?
14 Heb ik ruzie gemaakt met mijn echtgeno(o)t(e) in
hun bijzijn?
15 Heb ik obsceniteiten in hun bijzijn gezegd of
gedaan?
16 Heb ik de bescheidenheid in mijn huis bewaard?
17 Heb ik hen toegestaan dat ze onfatsoenlijke kledij
en make-up dragen? (doorschijnende bloezen, te korte minirokken, onthullende
badpakken)
18 Heb ik hen de mogelijkheid ontzegd om te trouwen of
een religieuze roeping te volgen?
Vijfde gebod:
Je zult niet doden.
DOOD NIET, GEEF GEEN ERGERNIS
1 Heb ik verlangt naar iemands dood of iemands dood
bespoedigt (voor een erfenis)?
2 Heb ik iemand gehaat?
3 Heb ik iemand onderdrukt?
4 Wilde ik wraak nemen op iemand?
5 Heb ik vijandschap onder andere mensen uitgelokt,
door roddel, leugens?
6 Heb ik ruzie gemaakt of gevochten?
7 Wilde ik dat iemand het fout had?
8 Wilde ik iemand pijn doen of wenste ik zijn of haar
dood?
9 Koester ik jaloezie of wrok tegen iemand?
10 Was ik blij met het ongeluk van anderen?
11 Heb ik een abortus gepleegd of adviseerde ik iemand
abortus te plegen?
12 Gebruik ik het spiraaltje of andere
anti-conceptiemiddelen (prikpil, morning afterpil enz.)?
13 Heb ik het lichaam op geen enkel manier veranderd of
versierd? (borstvergroting, tattoos )
14 Heb ik zelfmoordgedachten, of heb ik geprobeerd
zelfmoord te plegen?
15 Ben ik dronken of gebruik ik drugs?
16 Heb ik een geslachtsverandering ondergaan?
17 Misbruik ik eetgewoonten voor mijn lichaam?
18 Heb ik het slechte voorbeeld gegeven voor de zielen
van kinderen (homoseksualtiteit enz.)?
19 Heb ik mijn ziel aan slechte verleidingen
blootgesteld zoals tv, internet, magazines, muziek, strand, dancings ?
20 Heb ik door mijn luiheid andere mensen schade
berokkent?
Zesde en negende gebod:
Je zult geen overspel plegen. Gij zult de vrouw/man
van uw naaste niet begeren.
DOE NOOIT WAT ONKUISHEID IS (woord en daad) / WEES
STEEDS KUIS IN UW GEMOED (verlangens en gedachten)
1 Ontkende ik mijn echtgeno(o)t(e) zijn
huwelijksrechten?
2 Heb ik anticonceptie gebruikt?
3 Heb ik mijn huwelijksrechten op een andere manier
misbruikt?
4 Heb ik overspel of ontucht gepleegd (seks vóór het
huwelijk)?
5 Heb ik onreine zonden tegen de natuur begaan
(homoseksualiteit, lesbianisme, enz.)?
6 Heb ik een ander persoon aangeraakt of geknuffeld
die niet de echtgeno(o)t(e) is?
7 Beoefen ik masturbatie?
8 Heb ik mij overgegeven aan onzuivere gedachten en
plezier?
9 Heb ik ingestemd met onzuivere verlangens jegens
iemand of toegekeken?
10 Ben je seksverslaafd?
11 Was ik een gelegenheid van zonde voor anderen door
het dragen van strakke kleding, doorschijnende kleding, te korte rokjes enz.?
12 Heb ik onfatsoenlijke boeken gelezen, of naar porno
gekeken op films, tv, internet?
13 Heb ik schunnige taal gebruikt en schunnige
verhalen verteld, of ernaar geluisterd?
14 Heb ik opgeschept over mijn zonden?
15 Heb ik onzuivere gedachten en blikken gestopt?
Wees niet bang om voor de priester elke zonde te
belijden. Verberg de zonden niet. De priester is er om te helpen en je te
vergeven. Hij houdt alles geheim en je kunt hem dus alles opbiechten.
Zevende en tiende gebod:
Je zult niet stelen. Je zult het bezit van je naaste niet begeren.
VLUCHT HET STELEN EN BEDRIEGEN / BEGEER NOOIT IEMANDS
GOED (personen en zaken)
1 Heb ik iets gestolen, wat en hoeveel?
2 Heb ik het eigendom van iemand beschadigd?
3 Heb ik het eigendom van iemand door nalatigheid
laten verkommeren?
4 Ben ik nalatig geweest in het besparen van geld of
bezittingen van anderen?
5 Heb ik iemand bedrogen (personen en zaken)?
6 Heb ik gegokt, weddenschappen aangegaan?
7 Heb ik geweigerd mijn schulden te betalen, of
verwaarloosd te betalen?
8 Kreeg ik iets waarvan ik wist dat het gestolen was?
9 Heb ik iets dat geleend was voor mijzelf gehouden?
10 Heb ik gewerkt zoals van mij verwacht werd?
11 Was ik oneerlijk met de lonen van mijn werknemers?
12 Heb ik hulp geweigerd aan iemand in nood of
nagelaten dit te doen?
13 Heb ik fraude gepleegd? Heb ik steekpenningen
aanvaard?
14 Was ik jaloers op iemand die had wat ik niet heb
(personen en zaken)?
15 Ben ik hebberig geweest?
16 Ben ik te ambitieus, en ga ik over lijken om mijn
doel te bereiken?
17 Hecht ik teveel belang aan materiële goederen en
comfort?
18 Is mijn hart meer geneigd naar aardse zaken dan
naar hemelse zaken?
Achtste gebod: Je
zult geen valse getuigenis afleggen tegen je naaste.
VLUCHT DE ACHTERKLAP EN HET LIEGEN
1 Heb ik gelogen, over iemand gelogen?
2 Hebben mijn leugens, roddels ervoor gezorgd dat
iemand zaken heeft beschadigd? Of geestelijk iemand pijn heeft gedaan?
3 Heb ik overhaast geoordeeld over iemand (voorbeeld:
ik geloofde zonder voldoende bewijs dat iemand schuldig was aan een morele fout
of misdaad)?
4 Heb ik de laster en roddel over iemand verspreid?
5 Heb ik iemands eer geschonden in het bijzijn van
anderen?
6 Heb ik iemands zonden onthuld?
7 Heb ik schandalen gesteund?
8 Ben ik te kritisch of negatief door een gebrek aan
naastenliefde?
9 Heb ik anderen mensen gevleid om er voordeel uit te
halen?
Lichamelijke en
geestelijke werken van barmhartigheid: Heb ik de volgende
werken nagelaten toen het nodig was?
Volledige wapenrusting van Pastor Enoc : deel 1 van de handleiding
De
Volledige Wapenrusting voor de geestelijke strijd in deze Eindtijd Enoch : deel 1 van de handleiding
Ef
6:11Legt de wapenrusting Gods aan om te kunnen standhouden tegen de listen van
de duivel.
Gebed van de H. Aartsengel Michael
:
Verdedig ons in de strijd en wees onze beschermer tegen de aanvallen en de
listen van de duivel. Wij smeken U, dat God zijn heerschappij uitoefent
over hem. En gij, Prins van de Hemelse Legermachten, drijf Satan en de
andere boze geesten, die over de wereld rondsluipen voor het verderf van
de zielen, terug in de hel door de Goddelijke macht die U is toevertrouwd. Amen
H. Aartsengel Michael
Gebed van bescherming :
H. Aartsengel Michael, wees mijn
bewaker en beschermer op al mijn levenswegen en geestelijke strijd; moge uw
heilige bescherming mij dag en nacht hoeden. Bescherm me van de vijanden van
mijn ziel en de volgelingen van het kwaad. Leidt me op het goede pad. Verlos
mij dat ik God niet meer beledig. Neem mij bij de hand in het uur van mijn dood
en breng mij naar de glorie van de Eeuwige Vader. Amen.
H. Michael, verlicht mij met uw
licht.
H. Michael, bescherm me met uw
vleugels.
H. Michael, verdedig mij met uw
zwaard.
VOORWOORD
De spirituele wapenrusting is onze
bescherming in deze tijden van grote beproevingen. Ze zal ons in
staat stellen om verdedigers van het geloof te zijn en te vechten tegen
vijandelijke aanvallen. Met onze wapenrusting worden we
soldaten van Christus, en zijn we voorbereid op de geestelijke strijd
die reeds is begonnen, en strijden we zij aan zij met de hemelse legioenen.
Deze handleiding bevat een reeks gebeden
die gegeven werden door Onze Heer Jezus, de Allerheiligste
Maria en door de H. Aartsengel Michaël voor deze eindtijd om te zorgen dat we
klaar zijn en niet verrast worden door de vijand zonder onze bescherming. Laten we altijd ons volledig
vertrouwen stellen in onze Heer en laten we ons leiden door de
uitstorting van Zijn Heilige Geest. (Hector)
DANKWOORD
Aan de Drie-ene God en aan de H. Maagd
Maria, aan de H. Aartsengel Michael en aan het hele Hemels hof voor de gebeden
en boodschappen, zonder welke het niet mogelijk zou zijn om het volk van God de
Geestelijke wapenrusting voor deze laatste tijd bekend te maken.
Ik waardeer ook de waardevolle
samenwerking van ingenieur Hector Gonzalez, voor zijn bijdrage aan de
voorbereiding van deze handleiding. God zegene je.
Het Kruisteken
KRACHTIG GEBED VAN VERZEGELING
Heer Jezus, verzegel met Uw Bloed,
mijn lichaam, mijn ziel en mijn geest. Bedek mijn lichaam, mijn ziel en mijn geest met Uw
wonden en was mijn lichaam, mijn ziel en mijn geest met het water van Uw zijde.
Zodat deze dag goed in U geleefd wordt. Bevrijd mij en mijn gezin van de vijand
van de ziel in al zijn gedaanten. Amen Heer. (3 keer bidden)
1EFEZIERS 6:10-18 Ten slotte, zoekt
uw kracht bij de Heer en zijn almacht. Legt de wapenrusting Gods aan om te
kunnen standhouden tegen de listen van de duivel. Want onze strijd gaat
niet tegen vlees en bloed maar tegen de heerschappijen, tegen de machten, tegen
de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de boze geesten in de
hemelen, Grijpt daarom naar de wapenrusting Gods; dan kunt ge weerstand
bieden op de dag der verschrikking en staande blijven, strijdend tot het
einde. Staat dan, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het
harnas der gerechtigheid, de voeten geschoeid met ijver voor het evangelie
van de vrede. Hanteert daarbij het grote schild van het geloof, waarmee
gij alle brandende pijlen van de boze kunt doven. Neemt ook de helm van
het heil en het zwaard van de Geest, dat is, het woord Gods. Bidt en
smeekt in de Geest bij elke gelegenheid en op allerlei wijze.
(s morgens en s avonds bidden zoals
een soldaat die naar het slagveld gaat)
2 PSALM 91 Wie vertoeft in de
schuilplaats des Allerhoogsten, vernacht in de schaduw van de Almachtige en
zegt tot de Heer: 'mijn toevlucht, mijn sterkte, mijn God op wie ik mij
verlaat.' Want Hij is het die u bewaart voor de strik van de vogelvanger,
bewaart voor de gruwelijke pest. Met zijn wieken zal Hij u dekken, gij
vindt onder zijn vleugelen toevlucht. Een schild, een rondas is zijn
trouw. Gij hoeft nimmer te duchten de verschrikking der nacht, de pijl die
vliegt overdag, de pest die waart in het donker, de moordende steek van de
middag. Zouden duizend vallen aan uw zijde, tienduizend aan uw rechterhand,
tot u zal het niet naderen. Houd gij slechts uw ogen gericht: gij ontwaart
dat de bozen hun straf treft. Gij kent de Heer als de toevlucht, de
Allerhoogste weet gij uw schutse. Zo vermag u geen onheil te treffen, geen
plaag zal naderen uw tent; u aangaande gebiedt Hij zijn engelen om u, waar
gij ook gaat, te bewaren; zij zullen op de handen u dragen, dat gij niet
uw voet aan een steen stoot; treden zult gij op leeuw en op adder,
leeuwenwelp vertrapt gij en slang. 'Bij Mij bergt hij zich, Ik stel hem
veilig, hoog hef Ik hem: hij kent mijn naam; zijn aanroep zal Ik verhoren,
Ik ben met hem in de nood, bevrijd hem, herstel hem in ere. Met lengte van
dagen zal Ik hem verzadigen, Ik doe hem aanschouwen mijn heil.'
(s morgens en s avonds bidden)
Psalm 91 : geestelijk schild voor de tijden van
zuivering.
3 DE HEILIGE ROZENKRANS TOT DE HEILIGE MAAGD MARIA MET
DE MYSTERIES VOLGENS DE DAG EN DE LITANIE. WE BIDDEN DIT VERENIGD MET DE
HEILIGE DRIE-EENHEID, HET ONBEVLEKT HART VAN MARIA, DE H. AARTSENGELEN
MICHAEL-GABRIEL-RAFAEL, DE ENGELBEWAARDER EN DE HEMELSE EN AARDSE LEGIOENEN
Hoe bidt u de Rozenkrans?
Nu is aangetoond hoe belangrijk de devotie tot de H.
Maagd is willen we verder gaan met het bespreken van hoe we de Rozenkrans
moeten bidden. Wanneer we bidden is het belangrijk dat we bidden met eerbied en
aandacht, met vertrouwen en volharding, door Christus, onze Heer.
Kruisteken : In de Naam van de Vader, en de Zoon en de
H. Geest. Amen.
De apostolische geloofsbelijdenis :
Ik geloof in God, de Almachtige Vader, Schepper van
Hemel en aarde. En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer, die ontvangen
is van de H. Geest, en geboren uit de Maagd Maria.
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, gekruisigd
is, gestorven en begraven, die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen
uit de doden, die opgestegen is ten Hemel, en zit aan de rechterhand van God,
Zijn almachtige Vader.
Vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de
doden. Ik geloof in de H. Geest, de H. Katholieke Kerk, de gemeenschap van de
Heiligen, de vergiffenis van de zonden, de verrijzenis van het lichaam, het
eeuwig leven. Amen.
Onze Vader : Onze Vader, die in de Hemelen zijt,
geheiligd zij Uw Naam, Uw Rijk kome, Uw wil geschiede op aarde als in de Hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij
vergeven aan onze schuldenaren. En leid ons niet in bekoring, maar verlos ons
van het kwade. Amen.
Wees gegroet : Wees gegroet, Maria, vol van genade. De
Heer is met U. Gezegend zijt Gij boven alle vrouwen en gezegend is de vrucht
van Uw lichaam: Jezus. Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons, arme zondaars,
nu en in het uur van onze dood. Amen.
Glorie zij : Glorie zij de Vader, de Zoon en de H.
Geest, zoals het was in het begin, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
Fatima-gebed : O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden.
Behoed ons voor het vuur van de Hel. Breng alle zielen naar de Hemel, vooral
degenen die uw barmhartigheid het meest nodig hebben. Amen.
Eindig de Rozenkrans met het Salve Regina : Wees gegroet, Koningin, Moeder van
barmhartigheid, ons leven, onze zoetheid, onze hoop, wees gegroet.
Tot U roepen wij, bannelingen, kinderen van Eva.
Tot U verzuchten wij, klagend en wenend in dit tranendal.
Welaan dan, onze Middelares, sla Uw barmhartige ogen op ons.
En toon ons, na deze ballingschap, Jezus, de gezegende vrucht van Uw Lichaam.
O genadige, o meedogende, o zoete Maagd Maria.
Bid voor ons, Heilige Moeder Gods.
Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.
Laat ons bidden: Wij smeken U, o God onze Heer,
voortdurend de gezondheid van ziel en lichaam aan uw dienaren te geven, opdat
zij door de glorierijke voorspraak der allerzaligste Maagd Maria, bevrijd
blijven van de tegenwoordige beproevingen en eens het eeuwig geluk mogen
genieten. Door Christus onze Heer. Amen.
Tijdens de Rozenkrans mediteert u over 5 geheimen uit
het leven van Jezus en Maria. Er zijn vier sets van 5 geheimen en per dag
denk je over een van deze geheimen na.
De blijde geheimen: maandagen en zaterdagen, zondagen
van de Advent en zondagen van Driekoningen tot de Vasten
De geheimen van het licht: donderdagen
De droevige geheimen: dinsdagen en vrijdagen,
dagelijks van aswoensdag tot de glorierijke sabbat
De glorievolle geheimen: woensdagen en zondagen van de
rest van het jaar
Blijde geheimen
· De
engel Gabriël brengt de blijde boodschap aan Maria (Annunciatie)
· Maria
bezoekt haar nicht Elisabeth (Maria-Visitatie)
· Jezus
wordt geboren in de stal van Bethlehem (Kerstmis)
· Jezus
wordt in de tempel opgedragen (Maria Lichtmis)
· Jezus
wordt in de tempel teruggevonden (Heilige Familie(soms deze lezing))
Geheimen van het Licht
· De
doop van Jezus in de Jordaan. (Doopsel van Jezus)
· De
openbaring van Jezus op de bruiloft van Kana.
· Jezus
aankondiging van het Rijk Gods.
· De gedaanteverandering van
Jezus op de berg Tabor (Gedaanteverandering van de Heer).
· Jezus
stelt de Eucharistie in. (Witte Donderdag/Sacramentsdag)
Droevige geheimen (Goede Vrijdag)
· Jezus
bidt in doodsangst tot zijn hemelse Vader
· Jezus
wordt gegeseld
· Jezus
wordt met doornen gekroond
· Jezus
draagt het kruis naar de berg van Calvarië
· Jezus
sterft aan het kruis
Glorievolle geheimen
· Jezus
verrijst uit de doden (Pasen)
· Jezus
stijgt op ten hemel (Hemelvaart)
· De
Heilige geest daalt neer over de apostelen (Pinksteren)
· Maria
wordt in de hemel opgenomen (Maria-Tenhemelopneming)
· Maria
wordt in de hemel gekroond (Maria Koningin)
U kunt elke dag een zogenaamd Rozenhoedje bidden, dat
zijn 50 Weesgegroetjes (dus 1 set van geheimen) of beter nog een hele
Rozenkrans (dat zijn 150 Weesgegroetjes, geheimen van het Licht, Droevige
geheimen en glorievolle geheimen).
Concluderend
De strijd tussen de hemel en de hel is reëel en de
Rozenkrans heeft bijzondere kracht in de strijd tegen het kwaad. De Satan haat
Maria met alles wat in hem is, God heeft strijd gezet tussen de Vrouw en haar
kinderen en de Duivel en zijn kinderen.
Het dagelijks bidden van de Rozenkrans kan een last
lijken, maar die last wordt lichter naarmate we het vaker doen.
In eindig met de woorden van St. Louis-Marie Grignon
de Montfort:
Het is nauwelijks mogelijk voor mij om onder woorden
te brengen hoezeer Maria de rozenkrans waardeert en hoe ze het verkiest boven
alle andere devoties. Ook kan ik niet voldoende uitdrukken hoe wonderlijk zij
degenen beloont die werken om deze devotie bekend te maken, te vestigen en te
verspreiden. Noch kan ik uitdrukken hoe zij aan de andere kant degenen die er
tegenin werken bestraft.
LITANIE TOT DE H. MAAGD MARIA
Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over
ons.
Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.
Christus, hoor ons. Christus, aanhoor ons met
goedheid.
God, Vader van de Hemel, ontferm U over ons.
God, Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over
ons.
God, H. Geest, ontferm U over ons.
H. Drie-eenheid, één God, ontferm U over ons.
H. Maria, bid voor ons.
Heilige Moeder van God, bid voor ons.
Heilige Maagd der maagden, bid voor ons.
Moeder van Christus, bid voor ons.
Moeder van de goddelijke Genade, bid voor ons.
Moeder van de Kerk, bid voor ons.
Allerzuiverste Moeder, bid voor ons.
Kuise Moeder, bid voor ons.
Moeder altijd maagd, bid voor ons.
Onbevlekte Moeder, bid voor ons.
Vriendelijke Moeder, bid voor ons.
Bewonderenswaardige Moeder, bid voor ons.
Moeder van goede raad, bid voor ons.
Moeder van de Schepper, bid voor ons.
Moeder van de Verlosser, bid voor ons.
Meest voorzichtige Maagd, bid voor ons.
Maagd, die alle aanbidding waardig is, bid voor ons.
Maagd van lofprijzing, bid voor ons.
Machtige Maagd, bid voor ons.
Maagd van genade, bid voor ons.
Trouwe Maagd, bid voor ons.
Toonbeeld van Rechtvaardigheid, bid voor ons.
Troon van Wijsheid, bid voor ons.
Bron van Onze Vreugde, bid voor ons.
Geestelijk vat, bid voor ons.
Kelk van Eer, bid voor ons.
Kelk van Devotie, bid voor ons.
Mystieke Roos, bid voor ons.
Toren van David, bid voor ons.
Gouden Huis, bid voor ons.
Ark van het Verbond, bid voor ons.
Poort van de Hemel, bid voor ons.
Morgenster, bid voor ons.
Genezing van de zieken, bid voor ons.
Toevlucht van zondaars, bid voor ons.
Troosteres van de verdrukten, bid voor ons.
Hulp van Christenen, bid voor ons.
Koningin van de Engelen, bid voor ons.
Koningin van de Aartsvaders, bid voor ons.
Koningin van de Profeten, bid voor ons.
Koningin van de Apostelen, bid voor ons.
Koningin van de Martelaren, bid voor ons.
Koningin van de Biechtvaders, bid voor ons.
Koningin van de Maagden, bid voor ons.
Koningin van alle Heiligen, bid voor ons.
Koningin ontvangen zonder Erfzonde, bid voor ons.
Koningin ten Hemel opgenomen, bid voor ons.
Koningin van de H. Rozenkrans, bid voor ons.
Koningin van de Vrede, bid voor ons.
V. Lam van God, die de zonden van de wereld wegneemt. A.
Vergeef ons, Heer.
V. Lam van God, die de zonden van de wereld wegneemt. A.
Hoor ons, Heer.
V. Lam van God, die de zonden van de wereld wegneemt. A.
Wees ons genadig.
V. Bid voor ons, H. Moeder van God. A. Dat we de
beloften van Onze Heer Jezus Christus waardig zijn. Amen.
MIJN KUDDE, WEES GEREED EN VOORBEREID VOOR DE
GEESTELIJKE STRIJD DIE NABIJ IS!
4 JANUARI 2018 3 :30 PM DRINGENDE OPROEP VAN JEZUS, DE GOEDE HERDER AAN ZIJN KUDDE
Schapen van mijn kudde, mijn vrede is met jullie.
Mijn kleine Nabi (profeet), mijn kudde begint spoedig aan zijn tocht door de
woestijn van de zuivering; grote beproevingen zullen mijn schapen treffen. Ik
zeg jullie, mijn schapen, dat deze zuivering nodig is zodat jullie morgen
kunnen wonen in mijn Nieuwe Schepping. Wees niet bang, mijn schapen, want
jullie zullen er niet alleen voor staan; mijn Moeder, mijn Engelen, vele gezegende
Zielen en mijn twee Getuigen, zullen jullie vergezellen door de woestijn.
De dagen komen eraan, mijn kudde, dat jullie geloof op de proef zal gesteld
worden. De heftige bewegingen in het universum, de heerschappij van de
Antichrist, de implantatie van de Microchip, de vervolgingen, de geestelijke
dorheid, het voedseltekort en tekort aan drinkwater en het verlies van al jullie
goederen zullen deel uitmaken van de talrijke beproevingen die jullie zullen
doormaken. Maar Ik zeg jullie de waarheid: wees niet bang; als jullie bij Mij
zijn, zal niets of niemand jullie kunnen scheiden van mijn Liefde. Hoe zwaar de
beproevingen ook zijn, blijf altijd standvastig in het geloof.
Mijn kudde, bid en stel jullie vertrouwen in Mij in de dagen van de beproeving.
Herinner jullie dat degene die volhardt tot het einde zal gered worden. Het
gebed en het vertrouwen in Mij zullen jullie kracht zijn. Als jullie de tests
in onze Twee Harten willen doorstaan, moeten jullie vertrouwen hebben. De Hemel
zal jullie helpen en beschermen, zolang je het in gedachten houdt; omdat jullie
goed weten dat we jullie vrije wil respecteren. Mijn volk, vergeet niet de
woorden van mijn Psalm 91, want ze zullen in die dagen van jullie woestijn tot
leven komen. Onthoud wat mijn woorden zeggen: Ps 91:10-12 Zo vermag u geen
onheil te treffen, geen plaag zal naderen uw tent; u aangaande gebiedt Hij
zijn engelen om u, waar gij ook gaat, te bewaren; zij zullen op de handen
u dragen, dat gij niet uw voet aan een steen stoot.) Leer deze psalm uit het
hoof, zodat je de bescherming en hulp van de Hemel hebt in deze dagen van
geestelijke strijd.
Schapen van mijn kudde, wees niet bang voor je voedsel en kleding in die dagen,
omdat de Hemel jullie het hemelse Manna elke dag toestuurt. Heb enkel geloof en
vertrouwen in Mij en al de rest zal jullie erbij worden gegeven. Weet ook mijn
kudde, dat jullie in de verleiding zullen komen en door mijn tegenstander op de
proef zult worden gesteld, net zoals hij deed met Mij in de woestijn. Wanneer
de bekoringen komen, aanroep dan mijn Naam en zeg: Mijn Jezus, red mij door de kracht van Uw
Kostbaar Bloed. Mijn Jezus, ik vertrouw op U, laat me niet verloren gaan. Mijn
Jezus, ik verberg mij in Uw wonden, versterk mijn geloof. Pas op,
zeg Ik jullie, dat niet jullie verrast, jullie zijn als schapen temidden van
wolven; als jullie mijn leringen volgen en ze in praktijk brengt, zullen jullie
de beproevingen overwinnen.
Ik herinner jullie eraan mijn kudde: in de beproevingen van het geloof, zal de
Hemel bij jullie zijn als jullie de Hemel aanroepen, maar de persoonlijke
zuivering, moet elk aannemen en het offeren met liefde, voor zijn redding. We
hebben reeds al de spirituele wapens gestuurd om jullie te verdedigen tegen de
vleesgeworden en geestelijke demonen, die jullie zullen aanvallen in jullie
verdrukking. Gebruik ze, omdat ze krachtig zijn in de Geest voor het instorten
van bolwerken. Alles wat jullie nodig hebben staat in de Geestelijke
Wapenrusting die gegeven werd aan onze dienaar Enoch. Daarin vinden jullie de
gebeden en rozenkransen die jullie nodig zullen hebben voor de geestelijke
strijd. Houd deze handleiding goed in gedachten, zodat jullie morgen temidden
van jullie verdrukking en aanvallen van mijn tegenstander jullie als
overwinnaar eruit komen.
Mijn
kudde, wees gereed en klaar voor de naderende geestelijke strijd. Denk eraan
dat alleen de overwinnaars de kroon des levens zullen behalen. Jullie zijn mijn
Aardse Legioen en de overwinning is aan jullie. Vertrouw op Mij, want er staat
geschreven dat de overwinning voor God is en Zijn getrouwe Volk. Wees niet
bang, Ik zal bij jullie zijn tot het einde van de tijd.
Mijn vrede laat Ik jullie, mijn vrede geef Ik jullie. Wees berouwvol en bekeer
jullie, want het Koninkrijk van God is nabij.
Jullie Eeuwige Priester, Jezus van Nazareth.
Psalm
91 : Wie vertoeft in de schuilplaats des Allerhoogsten,
vernacht in de schaduw van de Almachtige en zegt tot de Heer: 'mijn
toevlucht, mijn sterkte, mijn God op wie ik mij verlaat.'
Want Hij is het die u bewaart voor de strik van de
vogelvanger, bewaart voor de gruwelijke pest. Met zijn wieken zal Hij u
dekken, gij vindt onder zijn vleugelen toevlucht. Een schild, een rondas is
zijn trouw. Gij hoeft nimmer te duchten de verschrikking der nacht, de
pijl die vliegt overdag, de pest die waart in het donker, de moordende
steek van de middag.
Zouden duizend vallen aan uw zijde, tienduizend aan uw
rechterhand, tot u zal het niet naderen. Houd gij slechts uw ogen gericht:
gij ontwaart dat de bozen hun straf treft. Gij kent de Heer als de
toevlucht, de Allerhoogste weet gij uw schutse. Zo vermag u geen onheil te
treffen, geen plaag zal naderen uw tent; u aangaande gebiedt Hij zijn
engelen om u, waar gij ook gaat, te bewaren; zij zullen op de handen u
dragen, dat gij niet uw voet aan een steen stoot; treden zult gij op leeuw
en op adder, leeuwenwelp vertrapt gij en slang.
'Bij Mij bergt hij zich, Ik stel hem veilig, hoog hef Ik
hem: hij kent mijn naam; zijn aanroep zal Ik verhoren, Ik ben met hem in
de nood, bevrijd hem, herstel hem in ere. Met lengte van dagen zal Ik hem
verzadigen, Ik doe hem aanschouwen mijn heil.'
Deze rozenkrans werd door de Zalige Michele Pina opgesteld
(1450-1522), een Camaldulenzer monnik, en wordt soms de Kroon van Onze Heer
genoemd, Corona Del Signore, of de Rozenkrans van Onze Heer. Het werd officieel
goedgekeurd door de Pauselijke Brief van 18 februari 1516.
De rozenkrans bestaat uit 33 kralen drie tientjes van 10
kralen, plus drie bijkomende kralen om de 33 aardse levensjaren van Onze Heer
te herdenken. Er worden 5 Weesgegroeten gebeden ter ere van Maria en de vijf
wonden van Onze Heer. Het eindigt met de Geloofsbelijdenis van de Apostelen.
Er worden twee versies gegeven: de korte en langere versie.
Korte versie
Kruisteken
Glorie zij de Vader
Eerste
tientje : Overweeg het kindschap van Onze Heer Jezus tot Hij 12 jaar
was, vooral Zijn Menswording in de schoot van de Maagd Maria, Zijn geboorte in
een stal, Zijn besnijdenis, Zijn opdracht in de tempel en de vervolging die Hij
geleden heeft door Zijn vijanden toen Hij nog een kind was.
Overweeg ook de nederigheid waarmee Hij Zijn H. Moeder en de H. Jozef heeft
gehoorzaamd, en heeft gewacht op hun komst, toen Hij gevonden werd in de tempel
en levendige gesprekken hield met de schriftgeleerden toen Hij 12 jaar was.
Bid 1 Weesgegroet, 10 Onze Vaders, 1 Glorie zij de Vader
Tweede tientje : Overweeg het leven van Onze Heer Jezus vanaf zijn 12
jaar tot Zijn Lijden, overweeg hoe Hij, die goddelijke Wijsheid is, nederig en
vol naastenliefde een verborgen leven leidde onder de mensen tot Hij 30 jaar
was. Hij bereidde Zich voor op Zijn prediking door een 40-daagse vasten en door
gedoopt te worden door de H. Johannes de Doper. Daarna koos Hij Zijn Apostelen,
predikte Zijn evangelische wet en bewerkte mirakels in Palestina, terwijl Hij
te lijden had van vervolging en talloze ontberingen.
Bid 1 Weesgegroet, 10 Onze
Vaders, 1 Glorie zij de Vader
Derde tientje : Overweeg op het laatste deel van het leven van Onze
Verlosser: Zijn bitter Lijden. Hij deed Zijn intrede in Jeruzalem onder
luid gejuich van de mensen, Hij vernederde Zich in het wassen van de voeten van
Zijn leerlingen en Hij stelde de H. Eucharistie in. Laten we ook overwegen hoe
Hij zich liet gevangen nemen na Zijn gebed in de Tuin van Gethsemane en Zijn
bloedzweet. Hij werd vastgebonden door zijn vijanden, en werd van het ene
tribunaal naar het andere geleid. Hij werd geslagen, beschimpt, gegeseld aan
een zuil en gekroond met een scherpe doornenkroon. Nadat Hij het kruis op Zijn
schouders heeft gedragen tot boven de heuvel van Kalvarie, werd Hij gekruisigd
tussen twee dieven en gaf Hij zijn heiligste ziel voor de verlossing van de
mensheid. Na Zijn dood stroomden water en bloed uit de heilige wonde in Zijn zijde.
Bid 1
Weesgegroet, 10 Onze Vaders, 1 Glorie zij de Vader
Als besluit overwegen we hoe Onze Heer Jezus, nadat Zijn
aanbiddelijk lichaam drie dagen in de grafkelder lag, verrees uit de dood en
verscheen aan Zijn H. Moeder en Zijn leerlingen. We overwegen ook hoe Hij de H.
Petrus aanstelde als hoofd van de Kerk, al de Apostelen beval om in de wereld
het Geloof te predikten en de vergiffenis van zonden, en na 40 dagen opsteeg
ten Hemel en nu aan de rechterhand zit van de Eeuwige Vader, vanwaar Hij zal
komen om te oordelen over de levenden en de doden.
Grote kraal : een Weesgegroet
3 kleine kralen : 3 Onze Vaders
Grote kraal : een Weesgegroet
Op de crucifix : de geloofsbelijdenis van de Apostelen.
V. We aanbidden U, O Christus, en we zegenen U.
R. Omdat door Uw H. Kruis U de wereld hebt verlost.
Laat ons bidden. Heer Jezus Christus, Zoon van de Levende
God, in wiens eer we deze Rozenkrans hebben gebeden Uw Lijden, Uw Kruis en Uw
dood tussen onze zielen en Uw oordeel, nu en in het uur van onze dood en
verleen ons genade en barmhartigheid; verleen de gelovige overledenen rust en
vergeving; verleen U Kerk vrede en harmonie en aan ons, zondaars, vergeving en
eeuwige glorie, U die leeft en heerst in de wereld zonder einde. Amen.
Camaldulenzer monniken
Romualdus van Ravenna (Ravenna,
ca. 952 omgeving van Fabriano, 19 juni 1027) was
een abt en de stichter van de orde der camaldulenzers.
Omwille van hun witte pij worden ze ook witte benedictijnen genoemd.
In de lage landen zijn er nooit camaldulenzerkloosters geweest. Momenteel zijn
er vooral nog in Italië en Polen. Het gaat echter om een zeer kleine orde.
Leven
Sint-Romualdus werd geboren in een adellijke familie
te Ravenna. Nadat zijn vader hem had meegenomen naar een bloedig duel,
trok hij zich rond de leeftijd van 20 jaar in de eenzaamheid terug om een leven
van boete en versterving te leiden. Hij trad in bij de abdij van
Sant'Apollinare te Classe. Romualdus werd door belangrijke kerkelijke
en politieke leiders gevraagd voor advies. Zo bracht hij keizer Otto III tot
inkeer. Deze benoemde hem tot abt van de abdij van Sant'Apollinare te Classe.
Een jaar later legde Romualdus zijn ambt neer en trok zich terug in de abdij
van Montecassino. Hij werd de stichter van verschillende gemeenschappen van
kluizenaars, waaronder de belangrijkste die van Camaldoli in Toscane (1012).
Laatstgenoemde stichting gaf haar naam aan de kloosterorde der
Camaldulenzers, die met gebruikmaking van de regel van Benedictus, het kluizenaarsleven
en kloosterlijke gemeenschap met elkaar verbindt.
Tijdens zijn leven probeerde een groep mensen zijn botten
veilig te stellen als relikwie en trachtte hem daarvoor te vermoorden. Hij
ontkwam echter aan zijn belagers. Romualdus stierf in het jaar 1027 in de
abdij van Val di Castro in de buurt van Fabriano.
Romualdus heeft geen geschriften nagelaten. De gegevens
over hem zijn afkomstig van Petrus Damiani, die de Vita beati
Romualdi schreef. Damiani trad in in het door Romualdus gestichte
camaldulenzerklooster Fonte Avellana en werd er in 1043 ook prior.
Verering
Zijn lichaam werd begraven in de kerk van Sint-Blasius en
Sint-Romualdus te Fabriano. Zijn gedenkdag is 19 juni.
De typische iconografische attributen van Romualdus zijn de
Bijbel, de duivel en een ladder die naar de hemel reikt. Hij wordt meestal
afgebeeld met een lange witte baard en een wit habijt.
Camaldolenzer monniken, geschilderd
door Paul Delaroche (1797-1856)
Lange versie
Kruisteken
V. O God, kom ons te hulp.
R. O Heer, haast ons te helpen.
Eerste grote kraal : Glorie zij de Vader
Drie kleine kralen : Akte
van geloof : Mijn Heer en mijn God, ik geloof vast al wat Gij geopenbaard
hebt en door de heilige Kerk mij voorhoudt te geloven, omdat Gij de opperste en
onfeilbare waarheid zijt. In dit
geloof wil ik leven en sterven. Akte
van hoop : Mijn Heer en mijn God. Ik hoop met een vast vertrouwen van
U te bekomen, door de verdiensten van Jezus Christus, het eeuwig geluk en de
genaden om het te verdienen, omdat Gij oneindig goed zijt voor ons, almachtig
en getrouw in Uw beloften. In
deze hoop wil ik leven en sterven. Akte
van liefde : Mijn Heer en mijn God, ik bemin U bovenal, uit
geheel mijn hart, uit geheel mijn ziel en uit al mijn krachten, omdat Gij
oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. En ik bemin ook mijn naaste
gelijk mijzelf, uit liefde tot U. In deze liefde wil ik leven en sterven.
Doe een Akte van berouw
: Mijn Heer en mijn God, het is mij leed dat ik tegen uw opperste majesteit
misdaan heb. Ik verfoei al mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb
verdiend, maar vooral omdat ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde
waardig zijt. Ik maak het vast voornemen, mijn leven te beteren en de
gelegenheden tot zonde te vluchten. In dit berouw wil ik leven en sterven.
Eerste tientje :
Eerste grote kraal : Weesgegroet
Kleine kralen :
De Zoon van God is geboren als mens uit Maria in een stal. Onze Vader
De
engelen verheugen zich en zingen : Gloria in excelsis Deo. Onze Vader
De herders horen de aankondiging vande engelen en komen Hem aanbidden. Onze Vader
Hij wordt besneden op de 8ste dag en Hij wordt bij de H.
Naam Jezus genoemd. Onze Vader
Hij wordt aanbeden door de 3 Wijzen die Hem goud, wierook
en mirre aanbieden. Onze Vader
Hij wordt opgedragen in de Tempel en voorzegd dat Hij de
Redder van de Wereld is. Onze
Vader
Hij moet vluchten voor de vervolging van Herodes naar
Egypte. Onze Vader
Herodes vindt Hem niet en vermoord de Onschuldige Kinderen.
Onze Vader
Hij keert terug naar Nazareth met Jozef en Zijn Moeder. Onze Vader
Hij voert levendige gesprekken en spreekt de
schriftgeleerden toe als Hij 12 jaar is. Onze Vader
Na het tientje : Glorie zij de Vader
Tweede
tientje :
Grote kraal :
Weesgegroet
Kleine kralen :
Jezus wordt gedoopt door de H. Johannes de Doper in de
Jordaan en is dan 30 jaar. Onze Vader
Jezus vast 40 dagen en nachten in de woestijn en weerstaat
Satan. Onze Vader
Jezus openbaart ware gehoorzaamheid aan de Wil van Zijn
Vader en predikt eeuwig leven. Onze Vader
Jezus roept Zijn leerlingen, die onmiddellijk vertrekken en
Hem volgen. Onze Vader
Jezus bewerkt het eerste mirakel door water in wijn te
veranderen te Kana. Onze Vader
Jezus geneest de zielen, laat degenen die lam zijn lopen, laat
doven horen, geeft zicht aan de blinden en wekt de doden tot leven. Onze Vader
Jezus bekeert de zondige mensen en vergeeft hun zonden. Onze Vader
Wanneer Zijn eigen volk Hem vervolgt zelfs tot de dood,
kastijdt Hij hen niet maar berispt hen op een liefdevolle manier. Onze Vader
Hij ondergaat een gedaanteverwisseling op de berg Tabor in
aanwezigheid van Petrus, Johannes en Jacobus. Onze Vader
Hij rijdt Jeruzalem binnen op een ezelsveulen en verdrijft
de geldwisselaars uit de Tempel. Onze
Vader
Na het tientje : Glorie zij de Vader
Derde
tientje :
Grote kraal : Weesgegroet
Kleine kralen :
De Heer viert het Laatste Avondmaal en wast de voeten van
de Apostelen. Onze Vader
De Heer stelt het H. Sacrament van de Eucharistie in. Onze
Vader
De Heer bidt vurig in de Tuin van Gethsemane; Hij zweet
bloed en wordt getroost door een engel. Onze Vader
Christus wordt verraden door Judas door een kus. Hij wordt
vastgebonden en meegenomen door de gerechtsdienaars. Onze Vader
Jezus wordt vals beschuldigd, geslagen, bespuwd, en
schaamtelijk vier keer voor een tribunaal geleidt. Onze Vader
De Heer kijkt met tederheid naar Petrus nadat die Hem drie
keer verloochend heeft, en bekeert hem; terwijl Judas in zijn wanhoop zelfmoord
pleegt en verloren is. Onze
Vader
De Heer wordt gegeseld aan de zuil en krijgt ontelbare zweepslagen.
Onze Vader
Jezus wordt met doornen gekroond, aan het volk getoond en
die schreeuwen Kruisig Hem, kruisig Hem! Onze Vader
Hij wordt veroordeeld tot de dood en draagt het zware kruis
met ernstige pijn op zijn schouder naar de Kalvarieberg. Onze Vader
Jezus wordt gekruisigd tussen twee dieven; sterft na drie
uur doodsstrijd op het Kruis. Hij wordt in de zijde gestoken met een lans en
wordt begraven. Onze Vader
Na het tientje : Glorie zij de Vader De laatste drie gebeden :
Grote kraal : Jezus verrijst op de derde dag en bezoekt
eerst Zijn Heilig Moeder Maria. Weesgegroet
Drie kleine kralen :
Jezus verschijnt aan de drie Marias en zegt hen de
Apostelen te vertellen dat ze Hem gezien hebben en dat Hij verrezen is uit de
dood. Onze Vader
Jezus verschijnt aan Zijn leerlingen, toont hen Zijn
Allerheiligste Wonden en laat Thomas ze aanraken. Onze Vader
De 40ste dag na Zijn verrijzenis, zegent Jezus de
Allerheiligste Maria en Zijn leerlingen en stijgt op ten Hemel. Onze Vader Grote
kraal : Laat ons bidden tot de Allerheiligste Maagd om voor ons ook de zegening
van Haar goddelijke Zoon, Onze Heer Jezus Christus te verkrijgen, nu en in het
uur van onze dood. Weesgegroet
Crucifix : de Geloofsbelijdenis van
de Apostelen.
Bid daarna het gebed
van de H. Augustinus:
O Heer, die de wereld heeft verlost en om ons te bevrijden
van de pijn van de Hel hebt U zich verwaardigt om geboren te worden onder de
mensen, onderworpen aan pijn en dood, om besneden te worden, verworpen en
vervolgd te worden door de Joden. U werd verraden door Uw leerling Judas met
een heiligschennende kus; en als een onschuldig en zachtmoedig lam werd U met
touwen gebonden en in misprijzen voor de tribunalen van Annas, Kajafas, Pilatus
en Herodes gesleept. U werd beschuldigd door valse getuigen, gegeseld, gekroond
met doornen, geslagen, bespuwd, om Uw goddelijke verschijning helemaal te laten
vervormen. Er werd bejegend met misprijzen en vervuld met verwijten en smaad. U
werd van Uw kleren beroofd, aan het Kruis genageld en hoog op een Kruis
verheven tussen twee beruchte dieven. U werd edik (soort azijn) en gal te
drinken gegeven, en doorboord met een lans. Zo werden de machtige werken van
onze verlossing vervuld: De liefdevolle Redderheeft zoveel wreed en afschuwelijk lijden doorstaan
uit liefde voor mij, dat ik, onwaardig als ik ben, overweeg. Bevrijd mij door Uw
Heilig Kruis en Bittere dood, van de pijn van de Hel en breng mij naar het
Paradijs waar U de berouwvolle dief hebt gebracht die met U werd gekruisigd,
mijn Jezus, die met de Vader en de H. Geest, leeft en heerst, God voor eeuwig.
Amen. De bronnen van Camaldoli van
Tim Peeters
Sterilitatis impatiens: zo wordt de persoonlijkheid van
Sint-Romualdus getypeerd door zijn biograaf, de beroemde monnik, kardinaal en
kerkleraar Petrus Damiani (1007-1072). Vrij vertaald betekent dit: hij die
geen onvruchtbaarheid verdraagt. Het is niet eenvoudig om de figuur en het
bewogen leven van Romualdus te schetsen, want de man was tegelijk monnik en
missionaris, kluizenaar en predikant, hervormer en behoeder. De veelzijdigheid
van de vader straalde trouwens ook af op de kinderen. Zo sprak Bruno van
Querfurt ( 1009), die de belevenissen van de eerste volgelingen neerschreef,
over het triplex bonum dat de romualdese spiritualiteit in zich draagt: het
drievoudig goed van kloosterleven, hermitage-ervaring en drang tot
evangelisatie, vergezeld met het verlangen naar het martelaarschap. In de
schoot van de camaldulenzenfamilie zijn inderdaad vele charismas mogelijk: men
kan er volgens het benedictijnse model in gemeenschap leven, men kan er zich
als eremiet of recluse terugtrekken, men kan ook missionaris worden (vergeten
we niet dat de eerste missionarissen in Polen camaldulenzen waren) of pastoor,
leraar of academicus.
Toch herkenden zich niet alle volgelingen van de heilige
Romualdus in dit drievoudig paradigma. Dat blijkt uit de splitsing van de orde
in twee autonome takken. De eremieten van de Monte Corona keerden in de
zestiende eeuw radicaal terug naar de eerste liefde van de
camaldulenzenvader: het zuivere solitaire leven. Er ontstond een nieuwe
congregatie die zich afzette tegen het gemeenschapsleven van de andere
camaldulenzen. Dit bewijst alleen maar hoe moeilijk het is om drie idealen
samen te houden. Het principe van het drievoudige voordeel is dan ook geen
oorspronkelijke gedachte van Romualdus zelf, maar een persoonlijke
interpretatie van Bruno van Querfurt. Uit het voorgaande laat zich gemakkelijk
raden dat al wie meer wil weten over het leven van Sint-Romualdus niet buiten
twee voorname literaire bronnen kan: De vijf broeders van Bruno van Querfurt
(ca. 1008) en Het leven van de zalige Romualdus (1042) van de hand van Petrus
Damiani.
Geen van beide werken kunnen we echter als historische
bronnen in de hedendaagse zin van het woord beschouwen. Het gaat hier eerder om
hagiografieën, doorspekt met de nodige mirakels en overdrijvingen. Dat
Romualdus volgens Damiani maar liefst 120 jaar zou geworden zijn, is er een
sprekend voorbeeld van. Toch bestaat er tussen beide auteurs een zekere
hiërarchie in geloofwaardigheid: Bruno van Querfurt was een directe volgeling
van Romualdus, hij schreef zijn relaas dus als ooggetuige; Damiani daarentegen
kon zich enkel beroepen op mondelinge overleveringen van zijn confraters in de
hermitage van Fonte-Avellana. Het is trouwens zo goed als zeker dat Damiani de
tekst van De vijf broeders nooit gekend heeft. Hoe dan ook, uit beide
geschriften vallen toch wel een aantal feiten en lijnen uit het leven van de
stichter der camaldulenzen te destilleren.
Romualdus
Een
bewogen start
De heilige Romualdus werd omstreeks 952 in Ravenna geboren.
Hij was de zoon van een adellijke en bemiddelde familie. Als jongeman raakte
hij ongewild betrokken in een erfeniskwestie die tussen zijn vader en oom werd
uitgevochten. Dit conflict zou het einde inluiden van zijn onbezorgde
rijkeluisleventje. Hij zag met eigen ogen hoe zijn vader in koelen bloede zijn
broer neerstak met het zwaard. Romualdus besliste prompt om zich voor veertig
boetedagen, de toenmalige canonieke straf voor moord, terug te trekken in de
Sint-Appolinarisabdij van Classe, tot op vandaag wereldberoemd om haar fraaie
mozaïeken. Aan het einde van de tiende eeuw was Classe op sociaalpolitiek vlak
veruit de meest invloedrijke abdij in Noord-Italië. Maar de monastieke tucht
onder de monniken was ver te zoeken en de hervormingsideeën van Cluny schoten
er nauwelijks wortel. Toch besliste Romualdus om er in te treden, ergens tussen
de jaren 972 en 975. Dat zou trouwens ook zijn vader doen, maar dan in een
naburig klooster. De jonge novice was vurig, te vurig volgens sommigen van zijn
confraters.
Romualdus vrijpostigheid werkte immers al snel op de
zenuwen, zodat zijn aanwezigheid in de gemeenschap na enige tijd onhoudbaar
werd. Toen hij op zekere dag hoorde spreken over een zonderlinge kluizenaar in
de buurt van Venetië, een zekere Marinus, was zijn nieuwsgierigheid naar die
levensstijl gewekt. Deze excentrieke eenzaat, die aan de rand van een lagune woonde,
was een selfmade eremiet. Petrus Damiani had geen grote dunk van Marinus. Hij
noemde hem een simpele ziel zonder vorming. Wat er ook van zij, Romualdus
ontdekte in Marinus wel de kiemen van zijn eigen roeping: het verlangen naar de
woestijn. Met het bezoek aan Venetië door Guarinus, de vermaarde abt van de
Sint-Michielsabdij van Cuxa, brak voor Romualdus een nieuwe en beslissende
levensfase aan. De abdij van Cuxa, gelegen in de Franse Pyreneeën, was
doordesemd van de geest van Cluny en genoot een grote uitstraling als centrum
van spiritualiteit en wetenschap. Romualdus vergezelde de abt naar zijn
bakermat en ontving in Cuxa een kluizenaarshut die hij samen met een andere
monnik deelde.
Het principe van een dubbelkluis waarin twee eremieten
samenhokten en van elkaar gescheiden werden door een muur met een venstertje,
zou Romualdus later radicaal verwerpen. Een tragische gebeurtenis, waarover
straks iets meer, zou hem hiertoe dwingen. De rijkgevulde kloosterbibliotheek
van Cuxa werd voor Romualdus de biotoop voor zijn verdieping in de
woestijnvaders. Hier kon hij zijn verlangen naar de woestijn ook intellectueel
funderen. Hij leerde er bovendien de Regel van Benedictus liefhebben. Die
leefregel werd de entstok voor al zijn latere stichtingen. Maar na een tiental
vredige jaren bracht een onrustwekkend nieuwtje over zijn vader een abrupt
einde aan Romualdus verblijf in de Pyreneeën. Het gerucht deed immers de ronde
dat deze wou uittreden. Om dat te verhinderen, bezocht de zoon zijn oude vader
in Ravenna. Toen die missie geslaagd was, zocht Romualdus de eenzaamheid weer
op, dit keer in de nabijheid van Classe.
Na enige tijd meldden zich spontaan de eerste kandidaten
aan, die door Romualdus bereidwillig werden ontvangen. Maar al vlug kwam de
leermeester tot de vaststelling dat het solitaire leven enige onderscheiding en
voorbereiding vroeg. Hij besliste om wat verderop een klooster op te richten,
waar de nieuwelingen zich door het gemeenschapsleven konden laten kneden
alvorens zich in een kluizenaarshut te wagen. Zo tekende zich meteen de
blauwdruk af die de camaldulenzenorde uniek maakt binnen het westerse
monachisme: de originele combinatie van het cenobitische en anachoretische
monnikendom, van een monastiek leven in gemeenschap (cenobieten) en in eenzaamheid
(anachoreten). Dat grondprincipe paste Romualdus in bijna elke nieuwe stichting
toe, hier en daar zelfs in een mix van mannen en vrouwen. In Camaldoli zelf,
het late kroonstuk van Romualdus, vormde een communauteit monniken in het dal
een buffer om de stilte en de eenzaamheid van het handjevol eremieten in het
hooggebergte te beschermen. Net als de kartuizers wonen de solitaire
camaldulenzen in afzonderlijke cellen, met een klein oratorium en een ommuurd
tuintje. Maar in tegenstelling tot kartuizerkloosters, waar de cellen
symmetrisch rond een pandhof gebouwd zijn, bestaat een camaldolese hermitage
uit verschillende rijen van drie tot zes (of zelfs nog meer) cellen naast
elkaar. Vanuit de lucht lijkt het wat op een minidorpje, met rijen huisjes
links en rechts.
minidorpje van Camaldoli
IJverzucht
en beproeving
Rond de millenniumwisseling nam de stichtingsijver van
Romualdus pas echt een hoge vlucht: kloosters en hermitages ontstaan rond
Ravenna, Subiaco, Orvieto, Todi, Perugia, Siena, Urbino en zelfs op het
schiereiland Istrië dat vandaag gedeeld wordt door Kroatië en Slovenië, toen
hij er ziek viel op zijn tocht naar Hongarije. Al die tijd bekleedde Romualdus
slechts één keer het ambt van canoniek overste, met name toen hij zich eind 998
op aandringen van keizer Otto III (980-1002) tot abt van Classe liet verkiezen.
Dat abbatiale avontuur duurde trouwens niet eens een vol jaar: de stijl van de
strenge vader pakte geen verf bij de lakse communauteit. Een andere
vermeldenswaardige wending was de zending van de eerste missionarissen naar
Polen en Oekraïne. Bruno van Querfurt was een van hen. Hij stierf in 1009 de
marteldood op de grens tussen Polen en Litouwen. En hij bleef lang niet de
enige martelaar in de prille camaldulenzenfamilie.
Een tragisch dieptepunt in Romualdus leven was de
beschuldiging van seksueel misbruik door een van zijn volgelingen. Het incident
vond plaats in de hermitage van Sitrië, niet ver van Gubbio. Een jonge
homoseksuele monnik benaderde er meerdere medebroeders. Romualdus wees hem
daarom met strenge toon terecht. Nadien beweerde de jongeman echter dat hij
door de vader zelf in zijn cel was aangerand. Het ontstellende gerucht
verdeelde de communauteit al vlug in twee kampen: zij die het nieuws geloofden
en zij die het bestreden. Petrus Damiani gaat in zijn Vita uitvoerig op het
gebeuren in: hij noemt de jonge monnik een duivels figuur en neemt vurig de
verdediging van Romualdus op zich. Damianis defensie heeft iets lachwekkends:
Want ook al had hij het gewild, zo schrijft hij letterlijk, de toestand, de
lusteloosheid en het onvermogen van zijn verzwakte lichaam hadden het toch niet
mogelijk gemaakt. Romualdus van zijn kant hulde zich in stilzwijgen en trok
zich als recluse in zijn cel terug, volgens de overlevering meer dan zeven
jaar.
Als we Petrus Damiani mogen geloven, onderwierp hij zich
aan een bovenmenselijk vasten en een extreme zelfkastijding. Hij zou er
bovendien hebben uitgezien als een doorgewinterde, stinkende clochard: Hij
waste zijn boetekleren nooit, maar hij ging er mee in de regen staan en
wisselde ze maar eens in de maand. Nooit liet hij een scheermes over zijn hoofd
gaan. Slechts af en toe, wanneer zijn haren en baard echt te lang waren, knipte
hij die bij met een schaar. Alle karikaturen ten spijt schafte Romualdus wel
definitief de gewoonte af om met twee eremieten een dubbelkluis te bewonen.
Voortaan leefde elke kluizenaar alleen. Zoals al gezegd zette Romualdus de
kroon op zijn monastieke werk pas op het einde van zijn leven. Hij stichtte de
Sacro Eremo van Camaldoli rond het jaar 1025, de enige originele stichting die
de geschiedenis overleefde. Merkwaardig dat Petrus Damiani er geen melding van
maakt. Maar waarschijnlijk had Camaldoli toen nog niet de reputatie die het
later zou verwerven. Romualdus verbleef hooguit twee jaar in Camaldoli. Toen
hij zijn krachten voelde afnemen, trok hij zich terug in de hermitage van Val
di Castro, gelegen in de Marche. Daar overleed hij in de nacht van 19 juni 1027,
alleen in zijn cel, zoals hij het uitdrukkelijk gewenst had. In de vijftiende
eeuw werd het lichaam van Sint-Romualdus overgebracht naar de kloosterkerk van
Fabriano, waar het nog steeds rust. Pas in 1980 werden de relieken authentiek
verklaard.
De
Kleine Regel van de heilige Romualdus
Romualdus liet bij zijn dood geen geschreven regel na. Dat
is niet verwonderlijk, hij had nooit de stichting van een nieuwe orde voor
ogen. Die vrucht was het werk van zijn volgelingen. In het slothoofdstuk van De
vijf broeders vinden we echter wel de Kleine Regel van Romualdus, volgens de
traditie door de meester zelf aan een van zijn leerlingen ingefluisterd. Hoewel
dit laatste historisch lang niet zeker is, vormt dit korte fragment een
literaire parel uit de westerse monastieke traditie. Om die reden past het hier
de tekst integraal te citeren: Zit neer in je cel zoals in het paradijs.
Vergeet de wereld en werp hem van je schouders. Wees waakzaam voor je
gedachten, zoals een goede visser voor de vissen. De enige weg die je volgen
moet, vind je in de psalmen; verlaat die nooit. Wanneer je nog nieuw bent en je
er niet in slaagt om te 67de kovel bidden zoals het zou moeten, ondanks je
oorspronkelijke vuur, grijp dan elk moment aan om de psalmen vanuit je hart te
zingen en ze met je geest te begrijpen. Wanneer verstrooiingen je overvallen
tijdens het lezen, geef dan niet op; keer vlug naar de tekst terug en leg je er
opnieuw met je verstand op toe. Plaats je bovenal met een nederige houding in
de aanwezigheid van God, zoals iemand die voor de keizer staat. Kom los van
jezelf en zit neer als een klein diertje, tevreden met Gods genade. Besef dat
je niets zult smaken en niets te eten zult hebben, wanneer God het jou niet als
een moeder schenkt.
H. Marinus van Venetie en H. Romualdus van Ravenna
Wat meteen opvalt, is het geduld waarmee de monniken, en
zeker de nieuwelingen, worden benaderd: ze mogen zich niet te vlug laten
ontmoedigen door gedachten of verstrooiingen die het gebed doorkruisen.
Volhouden is de boodschap van de meester! Heel bijzonder in de Kleine Regel is
de verwijzing naar de keizer: Romualdus was min of meer gewoon om met de groten
der aarde om te gaan. Hij ontmoette meermaals Otto III en Hendrik II (ca.
978-1024). Een monnik moet voor God staan zoals een onderdaan voor de keizer:
weliswaar nederig en eerbiedig, maar tegelijk ook vrij en mondig. Het kleine
diertje (pullus, afgeleid van parvulus, klein) verwijst uiteraard naar de
relatie tussen God als Schepper en de mens als schepsel. De metafoor van de
kloek en het kuiken is niet ver weg. Tot slot willen we nog even aanstippen dat
Romualdus God niet wil vervrouwelijken door het beeld van de moeder te
gebruiken: God is geen moeder, maar handelt als een moeder. Het toekennen van
vrouwelijke of moederlijke kwaliteiten aan God is trouwens niet zo vreemd aan
de middeleeuwse mystiek.
De
verschillende takken van de orde der camaldulenzen
Slechts met een klein groepje van vijf eremieten trok
Romualdus zich in het hooggebergte van Camaldoli terug. Een van hen stelde hij
tot overste aan. Zelf liet hij die kelk aan zich voorbij gaan. De
levensfilosofie in de Sacro Eremo was heel simpel: eenzaamheid in de cel,
vasten en stilzwijgen. De Regel van Benedictus gold zowel voor de cenobitische
als de anachoretische monniken als juridisch basisdocument om het dagelijkse
leven te organiseren. Uiteraard hanteerde die laatste categorie een soepeler
interpretatie van een leefregel die in wezen niet voor hen geschreven was. Ook
de eerste camaldolese constituties (1080-1085) werden op de Regel van Benedictus
gefundeerd. Vanaf het begin van de twaalfde eeuw ontpopte Camaldoli zich tot
het centrum van een nieuwe monastieke familie, niet zozeer door nieuwe
stichtingen, maar door de incorporatie van bestaande kloosters. In 1113 werd de
camaldulenzenorde door Rome canoniek erkend.
De prior van de Sacro Eremo werd benoemd als hoofd van drie
hermitages en 25 kloosters. Meteen verraadt dit onevenwicht het wormpje dat
stilletjes de eremitische wortel van de camaldulenzenboom had aangevreten.
Tegen het begin van de zestiende eeuw was het zo gulzig geweest, dat alleen nog
in Camaldoli zelf kluizenaars te vinden waren. Een terugkeer naar de oorsprong
werd een noodzaak. Met de intrede van een jonge monnik in 1510, de zalige
Paulus Giustiniani (1476-1528), die ook prior werd, schoot een nieuwe twijg op
die al vlug zou uitgroeien tot een nieuwe tak binnen de orde. De voortdurende
onrust die de af- en aanloop van pelgrims en cenobitische monniken in de Sacro
Eremo teweegbracht, deed Giustiniani besluiten om de solitaire rust elders te
zoeken. Hij trok zich terug in een grot nabij Perugia. Toen enkele volgelingen
zich bij hem aansloten, nam hij zijn Regel voor eremieten en reclusen, die hij
destijds als prior geschreven had, als richtsnoer voor de nieuwe communauteit
en voor alle latere stichtingen.
Rond 1530 werd de hermitage op de Monte Corona bij Perugia
het moederklooster van de Congregatie van de Camaldulenzer-eremieten van de
Monte Corona. Giustiniani brak dus voorgoed met de cenobitisme in de romualdese
traditie. Vandaag heeft de congregatie kloosters in Italië, Polen, Spanje, de
Verenigde Staten en Venezuela. In de loop der eeuwen splitsten zich nog drie
andere takken van de moederstronk af, maar geen van hen overleefde lang.
Uiteindelijk vonden de kloosters van Camaldoli midden 20ste eeuw aansluiting
bij de Confederatie van de benedictijnenorde. Sindsdien vormen zij de
Congregatie van camaldulenzermonniken van de Orde van Sint-Benedictus. Deze
witte benedictijnen hebben kloosters in Italië, Californië, Brazilië en
Indië. Ook nu nog zijn de eremieten in de minderheid. De vrouwelijke tak, de
camaldulenzerinnen, bezit huizen in Italië, Frankrijk, Polen, de Verenigde
Staten, Brazilië, Indië en Tanzania.
De
reclusen
Kluizenaarschap heeft in de westerse en oosterse kerken
heel wat bijzondere gedaanten aangenomen: er waren eremieten, mannen zowel als
vrouwen, die zich eenzaam terugtrokken op een berg of op een eiland, anderen
verkozen een grot of een grafspelonk, of ze verbleven in de buurt van een abdij
of een parochiekerk. De meest extremen onder hen zijn ongetwijfeld de stylieten
en de reclusen. Stylieten of pilaarheiligen gingen, in navolging van Simeon de
Oudere ( 459) die de methode in Syrië beproefde, soms jarenlang op een hoge
zuil zitten om zich van de wereld af te zonderen.
een pilaarheilige
Reclusen zochten het letterlijk lager: ze lieten zich
opsluiten of zelfs inmetselen in een cel of in een graf om symbolisch aan de
wereld te sterven. In het hedendaagse westerse monachisme bestaat deze laatste
radicale vorm van kluizenaarsleven enkel nog bij de camaldulenzen, en dit zowel
bij de vrouwelijke als bij de twee mannelijke takken.9 Reclusie houdt in dat de
cel nooit wordt verlaten, tenzij zeer uitzonderlijk of uit noodzaak. Dit kan
voor enkele dagen, maanden of jaren, als een soort retraite, maar evengoed
levenslang. De Constituties van Monte Corona laten permanente reclusie enkel
toe mits goedkeuring van het generale kapittel. De voornaamste criteria zijn de
fysieke gezondheid en het psychologisch evenwicht. Het is alleen aan de prior
toegestaan om de reclusen eens per week te bezoeken. Hij kan trouwens ook
beslissen om de observantie tijdelijk op te schorten. Bij de
camaldulenzereremieten van Monte Rua bij Padua leefde dom Gianmaria uit Tokyo
maar liefst zestien jaar ononderbroken als recluse tot zijn dood in 2009.
Momenteel is er nog één levenslange recluse, dom Nicolas uit Portorico, die bij
de camaldulenzer-eremieten in Ohio (USA) verblijft. In de traditie van de
camaldulenzen is reclusie vooral een mannelijk fenomeen. De laatste vrouwelijke
naam in het menologium dateert uit de dertiende eeuw.
Nazarena Crotta, de bekende recluse van Rome, pikte in 1945
de draad echter weer op. Zij trok zich maar liefst 45 jaar lang in het
camaldulenzerinnenklooster van SantAntonio Abate op de Aventijn terug. Haar
merkwaardige levensloop spreekt tot de verbeelding van al wie houdt van
radicale geloofsuitingen. (Zo sterk zelfs dat sinds enkele jaren, op de plek
waar zuster Nazarena leefde, alweer een nieuwe recluse het avontuur heeft aangedurfd.)
Julia Crotta werd in 1907 in het Amerikaanse Hartford (Connecticut) geboren in
een Italiaans migrantengezin. Reeds als kind was ze gepassioneerd door muziek,
ballet en sport. Ze studeerde piano, viool en harmonie aan de conservatoria van
Hartford en New York en later muziektheorie en letteren aan de universiteiten
van Yale en New Haven. Naast Latijn en Grieks, volgde ze cursussen Frans,
Italiaans en Duits. Tijdens een retraite in 1934 overviel Julia een heel apart
gevoel. Ze sprak later over haar nox beatissima, de nacht die haar hele leven
veranderde en haar de woestijn inlokte. Het donkere onderscheidingsproces
kostte haar ettelijke jaren. Na een kortstondige poging in de Karmel van
Newport (Boston), trad ze begin 1938 bij de camaldulenzerinnen in Rome in.
Julia Crotta
Omdat ze de eenzaamheid er niet radicaal genoeg vond,
verhuisde ze een jaar later naar de Franse karmelietessen in de stad. In juli
1944 leek het avontuur voorbij. Crotta verliet de Karmel en ging als
secretaresse in een bank aan de slag. Tot haar biechtvader, een kapucijn
verbonden aan de Romeinse Curie, haar overtuigde om zich als recluse te
vestigen in het klooster op de Aventijn. Op 21 november 1945, de ochtend van
haar intrede in de kluis, werd Julia door paus Pius XII persoonlijk ontvangen.
Die zou zich na het lezen van haar zelfgeschreven regel voorover gebogen hebben
en gefluisterd: Is het niet wat streng? Hoe dan ook, die dag begon voor Julia
Crotta, die de naam Maria Nazarena ontving, haar levenslange reclusie. Tot haar
dood op 7 februari 1990 bleef ze, op enkele doktersbezoeken na, ononderbroken
in haar cel.11 Die was slechts enkele vierkante meters groot, met een raam, een
klein dakterras en een kijkgat in de kerkmuur om de eucharistie te volgen. Paus
Paulus VI en Johannes Paulus II bezochten haar persoonlijk, maar op de vraag om
haar gezicht toch eens eventjes te tonen, ontvingen beide heilige vaders een
resoluut neen. Van consequentie gesproken!
cel van Julia
Duizend
jaar als één dag
Samen met de kartuizers zijn de camaldulenzen, vooral de
tak van Monte Corona, de behoeders van een eeuwenoud monastiek ideaal uit de
westerse kerkgeschiedenis. Meer dan alle andere kloosterorden zijn zij naar de
roots van het monachisme teruggekeerd: het solitaire leven in de woestijn.
Zowel het charisma van Sint-Romualdus als dat van de heilige Bruno van Keulen
(ca. 1030-1101) is er in geslaagd om de woelige wisseling der tijden te
doorstaan. Beide stichters verschaften hun volgelingen een solide basis, zo
stevig als het bijbelse besef dat voor de Heer één dag als duizend jaar [is],
en duizend jaar als één dag (2 Pe 3,8). ( ) http://www.cartusiana.org