24 uur van Jezus Lijden Luisa Piccarreta
11de uur : van 3 tot 4 uur op goede
vrijdag
Ik dank U, O mijn Jezus, dat U mij door gebed tot eenheid
met U hebt geroepen. En om U meer te plezieren, neem ik Uw gedachten, Uw tong, Uw
Hart, en hiermee wil ik bidden, waarbij ik mijzelf versmelt met Uw Wil en met Uw
liefde; en mijn armen uitstrekkend om U te omhelzen, leg ik mijn hoofd op Uw
Hart. Ik overweeg nu de 24 uur van lijden die U vanwege Uw liefde voor ons
wilde lijden tot Uw dood op het Kruis. Geef me alstublieft de hulp, genade,
liefde, diep medelijden en begrip van Uw lijden.
Kajafas' huis
Kajafas
was getrouwd met een dochter van Annas die eerder hogepriester was geweest
(en tot aan zijn dood nog als zodanig werd aangesproken). Ook vijf van zijn
zwagers hebben dit ambt bekleed. Zowel het Nieuwe Testament als Flavius Josephus suggereren
dat Annas' invloed op Kajafas bijzonder groot was.
Kajafas
onderhield nauwe banden met het Romeinse bestuur, vooral met Pontius
Pilatus, die van 26 tot 36 procurator over Judea was.
Vermoedelijk is het hieraan te danken dat Kajafas niet minder dan achttien jaar
het ambt van hogepriester bezat, voor deze periode een uitzonderlijk lange
tijd. De keerzijde was echter dat toen Pilatus wegens zijn gewelddadige
optreden tegen de Samaritanen in ongenade viel, ook Kajafas' lot was bezegeld:
de Syrische gouverneur Lucius Vitellius onthief hem uit zijn
ambt in hetzelfde jaar dat Pilatus naar Rome werd teruggeroepen.
Kajafas
is vooral bekend geworden omdat hij als hogepriester het Sanhedrin voorzat
tijdens de berechting van Jezus.
Volgens
de Evangeliën werd Jezus rond het jaar 30 in een showproces
veroordeeld. Het Sanhedrin had geen bevoegdheid tot het uitspreken van doodstraffen,
behalve voor tempelschennis, daarom wordt de executie aan de Romeinen
uitbesteed. Sommige leden van het Sanhedrin sympathiseerden echter met Jezus,
namelijk Jozef van Arimathea en Nicodemus.
Kajafas
Jezus wordt voor de hogepriester Kajafas
gebracht
Mijn gemartelde en verlaten Goedheid, terwijl mijn zwakke
natuur slaapt in uw verdrietige Hart, wordt mijn slaap dikwijls onderbroken
door de pijnen van liefde en smart van uw goddelijk Hart. Tussen wake en slaap
hoor ik de slagen die ze u geven, daarom word ik wakker en zeg ik: Mijn arme
Jezus, verlaten door iedereen! Er is
niemand die uw rol opneemt. Maar vanuit uw hart bied ik U mijn leven
aan als ondersteuning, terwijl ze U neerslaan. En ik val weer in slaap; maar
een andere steek van liefde van uw goddelijk Hart maakt mij wakker, en ik ben
verdoofd door de beledigingen die ze U naar uw hoofd slingeren, door het
fluisteren, door het schreeuwen en het geloop van mensen.
Mijn Lieveling, hoe komt het dat ze allemaal tegen U zijn? Wat
hebt U gedaan dat ze U willen verscheuren zoals vele hondsdolle wolven? Ik voel
mijn bloed bevriezen bij het horen van de voorbereidingen van uw vijanden, en
ik beef van angst, denkend aan wat ik moet doen om U te verdedigen.
Maar mijn verdrukte Jezus, die mij in Zijn Hart houdt,
knijpt me steviger vast en zegt tegen mij: Mijn kind, Ik heb niets verkeerds
gedaan, en Ik heb alles gedaan: ik heb de misdaad van liefde begaan, die alle
offers bevat, en die een liefde is van onmetelijke kost. We staan nog steeds
aan het begin; blijf in mijn Hart, observeer alles, heb Mij lief, wees stil en
leer. Laat je ijskoude bloed in mijn aderen stromen om mijn Bloed te verfrissen
dat helemaal in vlammen is. Laat je
rillingen vloeien in mijn ledematen, zodat je vereenzelvigt met Mij, gesterkt
en verwarmd wordt om een deel van mijn pijnen te voelen, en je ook kracht kunt
verkrijgen door Mij zoveel te zien lijden. Dat zal de mooiste verdediging zijn
die je voor Mij kunt doen. Wees Mij trouw en wees aandachtig.
Mijn Zoete Liefde, het rumoer van uw vijanden is zo intens
en zo groot dat ik niet langer kan slapen. Het geduw wordt gewelddadiger. Ik
hoor het lawaai van de kettingen waarmee ze U hebben vastgemaakt, en zo strak
dat het bloed uit uw polsen sijpelt, waar de straten mee bevloeit worden.
Bedenk dat mijn bloed in het Uwe stroomt, en terwijl U het vergiet, kust en
aanbid mijn bloed het uwe en bied het eerherstel. Moge uw Bloed licht zijn voor
allen die U s nachts beledigen en een magneet zijn die alle harten aantrekt
naar U, mijn Liefde en mijn Alles.
Terwijl ze U wegslepen, lijkt de lucht te worden verdoofd
door geschreeuw en gefluit. En U
wordt vóór Kajafas gebracht. U bent vol zachtmoedigheid, nederig; uw
zoetheid en geduld is van die aard dat ze zelfs uw vijanden terroriseren; en
Kajafas, zou U vol woede willen verslinden. Ach, hoe goed kunnen Onschuld en zonde worden
onderscheiden!
Mijn Liefde, U bent vóór Kajafas als de meest schuldige, en
op het punt veroordeeld te worden. Kajafas vraagt de getuigen wat uw misdaden
zijn. Ach, hij had beter gevraagd wat uw liefde is! En sommigen beschuldigen U
van het ene, sommigen van het andere, spreken onzin en spreken zich tegen. Als
ze U beschuldigen, trekken de soldaten die bij U staan aan uw haar en delen
vreselijke klappen uit op uw Allerheiligste Gezicht, die door de hele zaal
weerklinken. Ze slaan U terwijl U
blijft zwijgen en lijden. En als U naar hen kijkt, dealt het licht
van uw ogen in hun harten, en niet in staat het te verdragen, gaan ze weg van
U. Maar anderen nemen hun plaats in, om van U een grotere slachting te maken.
Maar temidden van vele beschuldigingen en vergrijpen, zie
ik U in uw oren spitsen. Uw Hart klopt hevig en staat op het punt te barsten
van de pijn. Vertel me, mijn getroffen Goedheid, wat is er? Ik zie dat uw
liefde zo groot is dat U angstig wacht op wat uw vijanden met U zullen doen, en
U offert het op voor onze redding. In totale kalmte, biedt uw Hart eerherstel
voor laster, haat, valse getuigenissen en voor het kwaad dat gepleegd wordt aan
onschuldigen met voorbedachte rade; en U biedt eerherstel voor degenen die U
beledigen op aansporing van de leiders, en voor de misdaden van de
geestelijken. En terwijl ik verenigd ben met U, uw eerherstel volgend, voel ik
een verandering in U een nieuwe smart, dat ik nog nooit eerder gevoeld heb. Vertel me, vertel me, wat is er? Deel alles met mij, O
Jezus.
Kind, wil je het weten? Ik hoor de stem van Petrus die
zegt dat hij Mij niet kent. Toen zwoer hij, en dan nogmaals, pleegde hij
meineed en vloekte hij dat hij Mij niet kende. O Petrus, wat! Je kent Mij niet? Weet je niet
meer met hoeveel gaven Ik je heb gevuld? Ach, als anderen Mij laten sterven
door pijn, laat jij Mij sterven van verdriet! Ach, wat was het verkeerd om Mij
op een afstand te volgen, en je bloot te stellen aan de gelegenheden!
Petrus
Mijn verloochende Goedheid, hoe vlug kunnen de misdaden van
uw dierbaren worden herkend! O Jezus, ik wil mijn hartslag laten stromen in de
Uwe om de schokkende spasmen die U treffen, te kalmeren. En mijn hartslag in de
Uwe zweert trouw en liefde aan U, en herhaalt en zweert duizenden en duizenden
keren dat ik U ken.
Maar uw liefde is nog niet gekalmeerd, en U probeert naar
Petrus te kijken. Op uw liefdevolle blikken, vol tranen omwille van zijn
ontkenning, is Petrus ontroerd. Hij huilt en vertrekt. Nadat je hem in
veiligheid hebt gebracht, kalmeer je en op deze manier biedt U eerherstel voor
de Pausen en de leiders van de Kerk, vooral voor degenen die zich blootstellen
aan gevaarlijke gelegenheden.
Ondertussen blijven uw vijanden U beschuldigen. Kajafas ziet dat U niet antwoordt op hun
beschuldigingen, en zegt: Ik smeek U, vertel mij, omwille van de levende God,
zeg me bent U werkelijk de ware Zoon van God?
En U, mijn Lieveling, hebt het woord van waarheid altijd op
uw lippen, zegt met een heldere en zachte stem, met opperste Majesteit, zodat
allen getroffen worden en de demonen zich in de afgrond storten, antwoordt: U
zegt het. Ja, Ik ben de ware Zoon
van God, en op een dag zal Ik neerdalen op de wolken van de Hemel om alle
naties te oordelen.
Op uw scheppende
woorden blijven allen stil ze huiveren en voelen zich bang. Maar
Kajafas, die na enkele ogenblikken van angst zich herpakt, zegt vol woede, meer
nog dan een woest dier: Waarom hebben we nog meer getuigen nodig? Hij heeft
reeds een grote godslastering uitgesproken! Waar wachten we nog meer op om Hem
te veroordelen? Hij is al schuldig
aan de dood!
En om zijn woorden kracht bij te zetten, scheurt hij zijn
kleren met zoveel woede dat allen, als één persoon zich op U gooien, mijn
Goedheid. Sommigen slaan U op het hoofd, sommigen trekken aan uw haar, sommigen
spuwen op uw Gezicht, sommigen vertrappen U. Ze geven U zoveel martelingen en
ze zijn zo hevig dat de aarde beeft en de Hemelen worden geschud.
Jezus, mijn Leven en mijn Liefde, terwijl ze U martelen,
wordt mijn arme hart verscheurd door de pijn. O alstublieft, sta met toe uw
smartelijke Hart te verlaten en al deze overtredingen in uw plaats onder ogen
te zien. Ach, als het mogelijk was, zou ik U willen wegrukken uit de handen van
uw vijanden. Maar U wilt het niet, omdat de redding van allen het vereist, en
ik ben gedwongen mij erbij neer te leggen. Maar Mijn zoete Liefde, laat me je
opfrissen, je haar mooi leggen, het spuug verwijderen, uw bloed drogen en mij
in je Hart sluiten, als ik zie dat Kajafas moe is, zich wil terugtrekken en U
overleveren in de handen van de soldaten.
Het Sanhedrin
Daarom zegen ik U; en U, zegen mij en geef me de kus van uw
liefde. En ik sluit mij op in de oven van uw goddelijk Hart om te slapen. Ik
plaats mijn mond op uw Hart, zodat ik U tijdens het ademen kan kussen. Uit de
verschillen van uw hartslagen, meer of min, kan ik voelen of U lijdt of rust. Daarom
maak ik vleugels van mijn armen om U beschut te houden. Ik omhels U en klamp me
stevig vast aan uw Hart. Zo val
ik in slaap.
Overweging
Jezus
wordt vóór Kajafas gebracht en wordt ten onrechte beschuldigd en onderworpen
aan wrede martelingen. Hij wordt ondervraagd en zegt altijd de waarheid.
En wij wanneer de Heer
toestaat dat we gelasterd en ten onrechte beschuldigd worden, kijken we dan
enkel naar God, die onze onschuld kent; of vragen we liever respect en eer van
de schepselen? Komt de waarheid altijd op onze lippen? Zijn we wars van elke
truc en leugen? Verdragen we geduldig spotternijen en verwarringen die
schepselen ons geven? Zijn we klaar om ons leven te geven voor hun redding?
O mijn lieve Jezus, hoe anders
ben ik dan U! Alstublieft, laat mijn lippen altijd de waarheid spreken om
zo het hart van degenen die naar mij luisteren, te verwonden en iedereen naar U
te leiden!
Dankzegging
Mijn lieve Jezus, U hebt me in dit uur van Uw Lijden
geroepen om U gezelschap te houden. Ik heb U horen bidden, eerherstel bieden en
lijden, in angst en verdriet, smekend om het heil van de zielen in de meest
ontroerende stem. Ik heb geprobeerd U in alles te volgen. Ik bied U Mijn
dankzegging en zegening aan. Ik zeg U dank duizenden en duizenden keren, en ik
zegen U voor alles wat U gedaan en geleden hebt voor mij en voor allen. Ik dank
U en zegen U voor elke druppel Bloed die U vergoten hebt, voor elke adem, voor
elke hartslag, voor elke stap, woord, blik, bitterheid en belediging die U hebt
doorstaan. In alles, O mijn Jezus, wil ik U bezegelen met een dank U en Ik
zegen U. Laat mij alstublieft, O Jezus, mijn hele wezen U een voortdurende
stroom van dankzeggingen en zegeningen aanbieden om op mij en op allen Uw
zegeningen en dankzeggingen te doen neerkomen. Alstublieft, O Jezus, druk mij
aan Uw Hart, en bezegel met Uw allerheiligste handen elk deeltje van mijn wezen
met Uw Ik zegen je zodat ik niets anders dan een doorlopende hymne voor U uit.
Amen.
|