4 HET VOLGEN VAN GODS GEBODEN (DOE ALLE AVONDEN EEN
GEWETENSONDERZOEK OM EEN GOEDE BIECHT TE DOEN)
GEWETENSONDERZOEK
Eerste gebod: Ik
ben de Heer, Uw God. U zult geen vreemde goden vóór Mij vereren. (waaronder ook
de zonden tegen geloof, hoop en naastenliefde)
BOVENAL BEMIN 1 GOD
1 Volg ik het geloof zoals de Katechismus het leert,
zoals de geloofsbelijdenis van de Apostelen het leert, zoals de Tien Geboden
het leren, zoals de 7 Sacramenten het leren, zoals het Onze Vader het leert
enz.?
2 Heb ik ooit bewust de leer van de Kerk ontkent of
overtreden (de traditionele leer van de Kerk)?
3 Heb ik deelgenomen aan een niet-katholieke
eredienst?
4 Ben ik lid van een niet-katholieke religieuze organisatie,
een geheim genootschap of een anti-katholieke groep?
5 Heb ik ooit ketterse, godslasterlijke of
anti-katholieke literatuur, kranten, websites, magazines gelezen?
6 Heb ik enig bijgeloof beoefend (zoals horoscopen,
waarzeggerij, Ouija bord, spiritisme, witte magie, zwarte magie, runes,
handlijnkunde, New Age, satanisme, zwarte missen, vrijmetselarijrituelen,
wicca, yoga, reiki, tarot, engelenkaarten, pendelen, enz.)?
7 Heb ik enige religieuze plicht verzaakt?
8 Wijd ik mij dagelijks toe aan God?
9 Heb ik trouw mijn dagelijkse gebeden en overweging
gedaan?
10 Heb ik de Sacramenten op enigerlei wijze misbruikt?
Heb ik de Sacramenten oneerbiedig ontvangen, zoals bijvoorbeeld de communie in
de hand en zonder knielen ontvangen?
11 Heb ik God, OLVrouw, de Heiligen, de Kerk, de
Sacramenten of iets heiligs verandert (voorbeeld: de verandering van de
consecratiewoorden in de H. Eucharistie, het oorspronkelijk Onze Vader gebed
verandert)?
12 Heb ik me schuldig gemaakt aan grote
oneerbiedigheid voor de Kerk, zoals bijvoorbeeld in gesprekken, gedrag of op de
manier waarop ik was gekleed?
13 Ben ik onverschillig voor mijn katholiek geloof
geworden, ben ik in de valse overtuiging dat alle religies hetzelfde zijn om
tot God te geraken?
14 Veronderstelde ik valselijk dat ik altijd de genade
van God krijg en altijd gered ben?
15 Heb ik gewanhoopt en getwijfeld aan de genade en
barmhartigheid van God/
16 Heb ik aan God getwijfeld of Hem gehaat?
17 Hecht ik teveel belang aan een persoon, activiteit,
mening of voorwerp?
Tweede gebod:
Je zult de Naam van de Heer, Uw God niet ijdel gebruiken.
ZWEER NIET IJDEL, VLOEK NOCH SPOT
1 Heb ik de naam van God gezworen, vals gebruikt,
onnadenkend gebruikt of in onbelangrijke zaken gebruikt?
2 Heb ik tegen God gelasterd, met God gespot?
3 Heb ik mezelf of een ander persoon vervloekt?
4 Heb ik iemand tot woede aangezet, tot vloeken of
lasteren aangezet?
5 Heb ik een belofte aan God verbroken?
Derde gebod:
Vergeet niet om de zondag heilig te houden.
HEILIG STEEDS DE DAG DES HEREN
1 Heb ik de H. Eucharistie op zondag gemist, of een
feestdag van de Kerk gemist?
2 Kwam ik te laat op de H. Eucharistie of ging ik
eerder weg?
3 Heb ik andere mensen verhinderd om naar de H.
Eucharistie te kunnen gaan?
4 Werd ik bewust afgeleid in de H. Eucharistie?
5 Heb ik op zondag gewerkt, of op een feestdag van de
Kerk gewerkt?
6 Heb ik op zondag of een feestdag van de Kerk
onnodige zaken gekocht of verkocht?
Vierde gebod: Heb
respect voor je ouders.
VADER EN MOEDER ZULT GIJ EREN
1 Was ik ongehoorzaam aan mijn ouders, negeerde ik ze,
verwaarloosde ik ze om hen te helpen bij hun behoeften?
2 Heb ik oneerbiedigheid getoond met betrekking tot
personen in een autoritaire positie?
3 Heb ik priesters of geestelijken beledigd of over
hen geroddeld?
4 Heb ik eerbied voor oudere mensen?
5 Heb ik mijn echtgeno(o)t(e) of kinderen slecht
behandeld?
6 Heb ik mijn echtgeno(o)t(e) gerespecteerd?
Over mijn kinderen:
7 Heb ik je materiële behoeften verwaarloosd?
8 Heb ik mijn kinderen laten dopen (een kind moet
ongeveer een week of tien dagen na de geboorte worden gedoopt), het vormsel
laten toedienen?
9 Heb ik een goede katholieke opvoeding gegeven?
10 Heb ik hen toegestaan dat ze hun katholieke
plichten verwaarlozen?
11 Heb ik toegestaan dat ze bijeen wonen zonder te
trouwen in de nabije toekomst? (een voorbereidende periode van maximum 6 maand
is toegestaan door de H. Alfons van Liguori)
12 Heb ik hen gedisciplineerd wanneer het nodig was?
13 Heb ik hen steeds het goede voorbeeld gegeven?
14 Heb ik ruzie gemaakt met mijn echtgeno(o)t(e) in
hun bijzijn?
15 Heb ik obsceniteiten in hun bijzijn gezegd of
gedaan?
16 Heb ik de bescheidenheid in mijn huis bewaard?
17 Heb ik hen toegestaan dat ze onfatsoenlijke kledij
en make-up dragen? (doorschijnende bloezen, te korte minirokken, onthullende
badpakken)
18 Heb ik hen de mogelijkheid ontzegd om te trouwen of
een religieuze roeping te volgen?
Vijfde gebod:
Je zult niet doden.
DOOD NIET, GEEF GEEN ERGERNIS
1 Heb ik verlangt naar iemands dood of iemands dood
bespoedigt (voor een erfenis)?
2 Heb ik iemand gehaat?
3 Heb ik iemand onderdrukt?
4 Wilde ik wraak nemen op iemand?
5 Heb ik vijandschap onder andere mensen uitgelokt,
door roddel, leugens?
6 Heb ik ruzie gemaakt of gevochten?
7 Wilde ik dat iemand het fout had?
8 Wilde ik iemand pijn doen of wenste ik zijn of haar
dood?
9 Koester ik jaloezie of wrok tegen iemand?
10 Was ik blij met het ongeluk van anderen?
11 Heb ik een abortus gepleegd of adviseerde ik iemand
abortus te plegen?
12 Gebruik ik het spiraaltje of andere
anti-conceptiemiddelen (prikpil, morning afterpil enz.)?
13 Heb ik het lichaam op geen enkel manier veranderd of
versierd? (borstvergroting, tattoos
)
14 Heb ik zelfmoordgedachten, of heb ik geprobeerd
zelfmoord te plegen?
15 Ben ik dronken of gebruik ik drugs?
16 Heb ik een geslachtsverandering ondergaan?
17 Misbruik ik eetgewoonten voor mijn lichaam?
18 Heb ik het slechte voorbeeld gegeven voor de zielen
van kinderen (homoseksualtiteit enz.)?
19 Heb ik mijn ziel aan slechte verleidingen
blootgesteld zoals tv, internet, magazines, muziek, strand, dancings
?
20 Heb ik door mijn luiheid andere mensen schade
berokkent?
Zesde en negende gebod:
Je zult geen overspel plegen. Gij zult de vrouw/man
van uw naaste niet begeren.
DOE NOOIT WAT ONKUISHEID IS (woord en daad) / WEES
STEEDS KUIS IN UW GEMOED (verlangens en gedachten)
1 Ontkende ik mijn echtgeno(o)t(e) zijn
huwelijksrechten?
2 Heb ik anticonceptie gebruikt?
3 Heb ik mijn huwelijksrechten op een andere manier
misbruikt?
4 Heb ik overspel of ontucht gepleegd (seks vóór het
huwelijk)?
5 Heb ik onreine zonden tegen de natuur begaan
(homoseksualiteit, lesbianisme, enz.)?
6 Heb ik een ander persoon aangeraakt of geknuffeld
die niet de echtgeno(o)t(e) is?
7 Beoefen ik masturbatie?
8 Heb ik mij overgegeven aan onzuivere gedachten en
plezier?
9 Heb ik ingestemd met onzuivere verlangens jegens
iemand of toegekeken?
10 Ben je seksverslaafd?
11 Was ik een gelegenheid van zonde voor anderen door
het dragen van strakke kleding, doorschijnende kleding, te korte rokjes enz.?
12 Heb ik onfatsoenlijke boeken gelezen, of naar porno
gekeken op films, tv, internet?
13 Heb ik schunnige taal gebruikt en schunnige
verhalen verteld, of ernaar geluisterd?
14 Heb ik opgeschept over mijn zonden?
15 Heb ik onzuivere gedachten en blikken gestopt?
Wees niet bang om voor de priester elke zonde te
belijden. Verberg de zonden niet. De priester is er om te helpen en je te
vergeven. Hij houdt alles geheim en je kunt hem dus alles opbiechten.
Zevende en tiende gebod:
Je zult niet stelen. Je zult het bezit van je naaste niet begeren.
VLUCHT HET STELEN EN BEDRIEGEN / BEGEER NOOIT IEMANDS
GOED (personen en zaken)
1 Heb ik iets gestolen, wat en hoeveel?
2 Heb ik het eigendom van iemand beschadigd?
3 Heb ik het eigendom van iemand door nalatigheid
laten verkommeren?
4 Ben ik nalatig geweest in het besparen van geld of
bezittingen van anderen?
5 Heb ik iemand bedrogen (personen en zaken)?
6 Heb ik gegokt, weddenschappen aangegaan?
7 Heb ik geweigerd mijn schulden te betalen, of
verwaarloosd te betalen?
8 Kreeg ik iets waarvan ik wist dat het gestolen was?
9 Heb ik iets dat geleend was voor mijzelf gehouden?
10 Heb ik gewerkt zoals van mij verwacht werd?
11 Was ik oneerlijk met de lonen van mijn werknemers?
12 Heb ik hulp geweigerd aan iemand in nood of
nagelaten dit te doen?
13 Heb ik fraude gepleegd? Heb ik steekpenningen
aanvaard?
14 Was ik jaloers op iemand die had wat ik niet heb
(personen en zaken)?
15 Ben ik hebberig geweest?
16 Ben ik te ambitieus, en ga ik over lijken om mijn
doel te bereiken?
17 Hecht ik teveel belang aan materiële goederen en
comfort?
18 Is mijn hart meer geneigd naar aardse zaken dan
naar hemelse zaken?
Achtste gebod: Je
zult geen valse getuigenis afleggen tegen je naaste.
VLUCHT DE ACHTERKLAP EN HET LIEGEN
1 Heb ik gelogen, over iemand gelogen?
2 Hebben mijn leugens, roddels ervoor gezorgd dat
iemand zaken heeft beschadigd? Of geestelijk iemand pijn heeft gedaan?
3 Heb ik overhaast geoordeeld over iemand (voorbeeld:
ik geloofde zonder voldoende bewijs dat iemand schuldig was aan een morele fout
of misdaad)?
4 Heb ik de laster en roddel over iemand verspreid?
5 Heb ik iemands eer geschonden in het bijzijn van
anderen?
6 Heb ik iemands zonden onthuld?
7 Heb ik schandalen gesteund?
8 Ben ik te kritisch of negatief door een gebrek aan
naastenliefde?
9 Heb ik anderen mensen gevleid om er voordeel uit te
halen?
Lichamelijke en
geestelijke werken van barmhartigheid: Heb ik de volgende
werken nagelaten toen het nodig was?
Zeven lichamelijke werken van barmhartigheid :
1 De hongeren voedsel geven
2 De dorstigen te drinken geven
3 De naakten kleden
4 De gevangenen bezoeken, redden
5 Pelgrims, vreemdelingen onderdak geven
6 Zieken bezoeken
7 De doden begraven
Zeven geestelijke werken van barmhartigheid :
1 Corrigeer degenen die fouten maken
2 Leer de onwetenden
3 Geef goed advies
4 Troost de bedroefden
5 Lijd met geduld de zwakheden van de naaste
6 Vergeef onrecht uit liefde voor God
7 Bid tot God voor de levenden en de doden
De zeven zonden en zeven
tegengestelde deugden:
IJdelheid/Nederigheid
Hebzucht/Gulheid
Lust (seksuele lust)/Kuisheid
Jaloezie/Naastenliefde
Gulzigheid/Matigheid
Toorn/Zachtmoedigheid
Luiheid/IJver
|